Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
*,n Leiden en buiten Leiden
ttaar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal ....f2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Dit nummer bestaat uit twee
bladen.
Y Lentelucht en Zomerwarmte.
Onze altijd beperkte ruimte waarmee
we zullen blij ren worstelen tot een eigen
drukkerij ons in de ruimte brengt was
oorzaak dat we van de rede door Dr. do
Visser in de Nieuwe Kerk te Amsterdam
gehouden, geen breedvoerig overzicht kon
den geven.
Onze lezers hebben daardoor een en an
der gemist, dat wij ze toch niet willen
onthouden.
Belangwekkend was, de teekening, die
de Minister gaf van den toestand in ons
land gedurende de jaren an den oorlog
voorafgaande, gekarakteriseerd als een
tijdperk van lentelucht en
zomerwarmte.
Na een inleidend woord waarin hij
wees pp de groote dankbaarheid die het
hart van ons volk vervult, vervolgd© de
Minister,
Hoe geheel anders en opgewekter had
onze feestviering kunnen zijn, als de
vreeselijke oorlog met zijne gevolgen geen
schaduw over alles had geworpen!
Want het ging in ons goede land in ve
lerlei opzicht zoo mooi. Er had zelfs een
oploving plaats, als zelden was aan
schouwd en die de schoonste beloften voor
de toekomst bevatte.
Voor 1914 kwam ons letterlijk van alle
zijden een lentelucht togen. Ons volk
toonde opnieuw zijn6 groote bedrevenheid
op het gebied der practijk en de krachtige
germaansche geestesvlucht bleef hem
eigen. Oude roem werd gehandhaafd,
nieuwe roem werd verworven.
Ziet hoe Nederland op vreedzame wijze
zijn grondgebied uitbreidde door ontgin
ning en bebossching, waardoor geheele
streken als uit den doodslaap werden op
gericht.
Let eers op al die nieuwe aderen van
verkeer, die door ons nijvere volk werden
geopend; op de verspreiding onzer wakke
re handelsmannen over de wereld tot het
Sianknoopen van internationale banden;
op het zich vormen der koopvaardij tot
sen geheel nieuw bedrijf.
Gaat eens aandachtig na tot welk een
hoog peil zich de nijverheid, ondanks de
nidustrieele armoede van onzen bodem,
verhief, hoezeer de productie van den bo
dem werd verhoogd en de eigen mijnbouw
zich ontwikkelde.
Ik stip dit alles slechts aan om u een
kijk te geven op het aan alle zijden uit
bottende leven van ons volk gedurende de
regeering onzer Koningin. Veel van dit
alles, was zeker voor dien reeds gezaaid
3n geplant, maar de volle ontplooiing
kwam in dien tijd en. middelerwijl ging
inet stoere volharding bet zaaien en plan
ben voort.
Het was e<en veelszins mooie tijd!
Ook wat het geestelijk leven van .ons
rolk betreft. Of bihaalde de wetenschap
jiet voortdurend nieuwe froinfenl Nam
de letterkunde geen breed© vlucht? Her-
ine fde meó de scheppende toonkunst? Wed
ijverden niet enze schilder- en beeldhouw
kunst met het beste in bet Buitenland]
Spreekt men zelfs, op grond van dit alles,
niet van een rieuwe, Nederiandsche cul
tuur
En wat de waarde van dit alles ver
hoogde, was de in steeds breeder kringen
doordringende eikenning, dat bet geeste
lijk leven, dat bij wetenschap en kunst
object bij uitnemendheid is, niet ontstaat
cn sterft afs plant en dier, maar tot een
andere, eene. hoogere orde der dingen be
hoort.
De vruchten daarvan bleven niet uit.
De wijsbegeerte rees in waarde; de kunst
spande zich in door de bijkomstigheden
der werkelijkheid tot haar wezen door te
dingen; oen verrassende belangstelling
openbaarde zich in allerlei kringen onder
jong en oud voor vraagstukken, van gods-
dienstigen aard. O, dié eerste zestien ja
ren van do regeering onzer Vorstin waren
een bloeitijd voor ons volk!
En practisch als ons volk is, huwde 't
ook hier de daad aan het woord.
Scharen van mannen en vrouwen trok
ken uit om het verlorene en afgedwaalde
zoeken; de duivels van prostitutie en
drankmisbruik to knevelen; Bethels te
houwen voor armen en ongelukkigen.
De kerkeni ontwikkelden nieuwe kracht;
zending nam een vlucht als nooit te
yoren.
Het licht van wat goed en schoon en;
3del is, brak zich in talrijke kleuren, en
ilfet het minst werkten vrouwen, vrijer
geworden door de machtige vrouwenbewe
ging, hiertoe mede.
Dit alles nu vond voortdurend meer
-teun bij de georganiseerde gemeenschap,
den staat.
Wij allen denken bier aan de sterke po-
;-ringen om door middel der sociale wet
geving het evenwicht te herstellen tus
schen individualisme en socialisme; aan
5e wetten ter bescherming van het ldnd;
aan al wat van Rijkswege gedaan werd
tot moreele verheffing van ons volk. -
Zoo merkten gemeenschap en enkelin
gen in die jaren heerlijk samen tot den
verhoogden bloei van ons volk. Het r.atio-
juaal gevoel werd versterkt, terwijl een
40e JAARGANG.
ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1923
No. 1032
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58936
onberispelijke internationale politiek werd
gevoerd.
Ik herhaal: een veelszins schoone tijd!
En in het middelpunt daarvan stond on
ze geëerbiedigde Koningin.
Met opzet zeg ik: in het middelpunt dier
samenleving van gemeenschap en enke
lingen. Want zoowel in Haar hoedanigheid
van Staatshoofd als door spontane, geheel
persoonlijke bemoeiiends had Hare Majes
teit het voornaamste aandeel aan dien
bloei.
Een ontelbaar aantal dier bewegingenen
corporaties danken aan Hare Majesteit's
initiatief of steun haar welvaart.
Nooit werd te vergeefs een beroep ge
daan op de Vorstelijke hulp, als het 't be
lang der natie gold. Steeds bewaarde onze
Koningin het streng Nederlandsch karak
ter van ons volksleven en eerde bovenal
onze rijke Nederiandsche taal.
En wat het allermeest tot bewondering
stemde en eerbied afdwong, was de schoo
ne harmonie, die bewaard bleef tusschen
der Koninginne streng constitutioneelen
zin met scherpen blik op de fijnheden van
dat stelsel, en Hare sterke persoonlijk
heid.
Want met ijzeren hand werd al die ja
ren mede vastgehouden aan de eenigo
voorwaarde, waaronder een volk zichzelf
kan zijn, dat is zijne vrijheid.
Vrij als geen natie ter wereld, bleef de
onze, dank zij Oranje's schild. Ook daarin
bleek opnieuw de onschatbare waarde on
zer dynastie, die in ons volk geworteld,
den volksgeest verslaat en eert.
Zoo onder den scepter van Oranje zich
één en veilig voelend, kon het Nederiand
sche volk in die jaren rustig voortweven
aan de taak, die de Almachtige het heeft
toebedeeld, en als dan ook later de ge
schiedschrijver Holland's bloeitijd schil
dert van 1898—1014, clan kan hij daarbo
ven geen beter opschrift schrijven dan den
bij eiken rechtgeaarden Vaderlander zoo
dierbaren naam: „Koningin Wilhelmina."
Gevraagd zou kunnen tvorcLen of de Mi
nister niet met al te schoone kleuren heeft
getcekend.
Maar schoon ia de teekening zonder
©enigen twijfel.
V De na-oorlogsperiode.
Tegenover het bloeitijdperk van 1914
steekt schril qf het tijdvak der laatste
negen jaren.
Eerst de oorlogsscliok, toen het nijpend
voedselvraagstuk, gevolgd aan de eene
zijde door een uitspanningszucht dio aan
het misdadige grenst en aan de andere
zijde door een verbittering onder 's levens
zorgen.
In die dagen, scheen heb soms alsof do
nuchtere, gezonde burgerzin van het Ne
deriandsche volk bezig was plaats te ma
ken - voor cjmisme, terrorisme, illusionis
me, als waarvan de natie nooit wist.
Maar in die dagen schitterden aan den
nachtelijken hemel de starren van Gods
trouw, de starren der hoop, wat niet het
minst uitkwam in het optreden der Ko
ningin, die als Landsmoeder, met de tee-
derste zorg voor Hare kinderen vervuld,
tegelijk als Man en vader met vaste hand
het staatsschip door de hoogopslaande gol
ven heeft gestuurd, zoodat allo internatio
nale klippen vermeden en het nationale
spoor werd behouden.
Ditzelfde, zoo vervolgde do Minister,
geldt van de zoo gevaarlijke na-oorlogs
periode.
Men had voorspeld, dat de in den oor
log gekweekte mentaliteit, in verband met
Europa's inzinking, bij het staken van den
krijg noodlottige uitbarstingen zou kun
nen tengevolge hebben en ons voor allerlei
zware problemen plaatsen zou.
Ten deele is die profetie vervuld. Even,
maar ook slechts even kwam er een mete
oor, die op revolutie leek, maar zij kwam
en yerdween tegelijk.
Doch do geweldige vraagstukken van
den na-oorlogstijd zijn gebleven.
Het volkslic-haami bloedt nog uit vele
wonden. Het maatschappelijk raderwerk
hapert nog. Er wil maar geen schot in ko
men. Allerwegen heerscht nog onzekerheid
spanning, angst.
Ik vrees zelfs, dat wij nog onder menig
juk door moeten en dat de eerste jaren
groote soberheid in huis, maatschappij en
staat eiscli zal blijven, wil ons volk we
der den helderen, dag zien rijzen.
Maar toch ook hier mag de toon der
hope klinken: „De morgenstond komt."
Of is het geen verblijdend feit, dat over
bet algemeen do ordelievendheid groot
blijft en de bevolking steeds meer bewijs
levert van zelfbedwang?
Worden de handen niet krachtiger ineen
geslagen om te komen tot zedelijko en
stoffelijke verheffing van ons volk? Neemt
de verwarring in de geesten niet af en de
zielerust toe?
Ontplooit zich niet opnieuw de nuchtere
bedrevenheid van den Hollander op het
gebied der koopmanschap? Knoopen onze
intellectueelen niet met moed de banden
mej: het buitenland aan?
Hanteeren enze kunstenaars weder niet
hoopvol scalpel en lier? Gaan uit allerlei
gezindten niet met vernieuwde geestdrift
tal van heilgezanten onder ons volk uit?
Komen cr uit Indië geen gelukkige be
richten van ontwaking en greei, zoowel op
geestelijk alsop stoffelijk gebied? Span
nen in één woord niet alle krachten zoo
wel in het Moederland als in 'de koloniën
samen om Nederland te bevrijden van tie
boeien waarin de oorlog het sloeg?
Voorzekor en dit werk zal slagen, zoo
de oud-Hollandsche leuze: „Eendracht
maakt macht" blijft omgezet in de daad.
Welnu, de waarborg voor die eenheid
ligt in Oranje, en zoo is onze Koningin
ook voor de toekomst het middelpunt van
onze hoop.
Nooit was en is onder het Nederiand
sche volk het gevoel van saamhoorigheid
zoo sterk als wanneer men zich schaarde
of schaart cm den Oranjetroon.
Dan wordt een enghartig provincialisme
achtergesteld bij den gemeenschappelijken
dienst van liet ééne Vaderland. Dan vin
den do godsdienstige en kerkelijke gezind
ten een belang, dat lioogcr gaat dan on
derlinge strijd.
Dan krimpen de afstanden tusschen de
standen in en kemt er plaats voor ver
broedering. Dan staat het Nederiandsche
volk sterk van binnen en naar buiten."
,Het is dan ook uit het diepst van ons
hart, dat wij U, Majesteit, een© nog lang
durige, gelukkige en gezegende regeering
tcebidden.
God spare voor TJ en voor ons nog
lang Uw door het gansche volk zoo hoog-
vereerdo Moeder, die niet ophoudt ons
wèl te dcen l
Onze Hemelsche Vader blijve met liefde
neerzien op Uw huisgezin, den Prins, dien
wij danken voor zijn trouw aan Nederland
betoond, en de Prinses, die in het hart van
ons volk reeds zulk een plaats heeft ver
overd, dat men Haar liefst met een ver
kleinwoord aanduidt, niet uit oneerbiedig
heid, maar uit innigheid!
In die bede, die thans opstijgt uit^ onze
harten tot dén Koning der Koningen
mengt zich tevens eene belofte.
Het is deze, dat wij niet alleen gehoor
zame kinderen Gods, maar ook getrouwe
onderdanen onzer Vorstin zullen zijn en
den Oranjetroon als warme Vaderlanders
zullen schragen.
Eene belofte, die ik o^rzet in het schoo
ne woord van onzen BeetS:
„Oranje boven" blijft do kreet,
In nood en dood, in lief en leed:
Geen andere ga daarboven
Dan waar wij God mee loven."
STADSNIEUWS.
De Christelijke Oranjevereeniging.
Onze lezers hebben ongetwijfeld met
veel belangstelling kennis genomen van
het verslag van de Nationale Huldiging
te Amsterdam in ons nummer van giste
ren.
Inzonderheid het zingen van het huldi
gingslied waarin aan het slot den eed
van trouw aan de Koningin wordt afge
legd, heeft een niet te beschrijven indru\
gemaakt.
Met bijzonder genoegen zullen onge
twijfeld velen vernemen dat in de Woens
dagavond te houden feestvergadering van
de Christelijke Oranjevereeniging naast
de beroemde feestcantate ook dit huldi
gingslied door 300 zangers en zangeres
sen zal worden gezongen.
Het belooft dus een buitengewoon in
druk wekk§nd-samenzijn te worden.^
De feestcantate is deze week te 's-Gra-
venhage gezongen.
Naar ons werd medegedeeld heeft de
uitvoering allo verwachtingen overtroffen.
Er was dan ook enorme belangstelling,
zelfs zóo, dat lang niet alle liefhèbbers
een plaatsje konden bemachtigen.
Vermoedelijk zal het hier wel niet an
ders zijn.
De Hooglandsche Kerk is een groot ge
bouw dat cenige duizenden kan herber
gen, maar onbeperkt is de ruimto toch
niet.
Het zal dus aanbeveling verdienen dat
zij die den feestavond wenschen moe le
maken zich spoedig van een plaatsbe
wijs voorzien, temeer daar ook uit ande
re plaatsen velen worden verwacht.
Wij vernemen althans, dat zelfs vanuit
Den Haag telegrafisch toegangsbewijzen
waren besteld.
Dat er veel belangstelling is bleek ook
gisteravond bij de plaatsbespreking.
Toen te 7 uur de eerste kaarten werden
uitgereikt, stonden reeds vele tientallen
te wachten. Wie het bezit van een gere
serveerde plaats op prijs stelt zal daarom
verstandig doen van de hedenavond t©
geven gelegenheid gebruik te maken.
Chr. lelterk. Kring.
In de tweede helft dezer maand hoopt
de bovengenoemde kring na de zomerrust
weer le vergaderen. Hij vond één der
oud-leden, de heer. Chr. Teeuwen, vol
gaarne bereid een onderwerp in te leiden.
Naar wij vernemen zal worden gerefe
reerd over „Het huisje aan de sloot" van
Corry van Bruggen. Er wordt gerekend
op veel belangstelling.
De fade Binken Zn. aan den Stil
len Rijn alhier, actief als altijd, heeft ter
gelegenheid van de te houden winkel-cta-
lage-tenloonstelling een L. A. W. E. T.-
marsch laten vervaardigen, voor zang en
piano.
Deze marsch vormt een reclame voor
do L. A. W. E. T. maar meer nog voor
de uitgeefster die zelf de muziekdruk op
uitmuntende wijze verzorgde.
Wij twijfelen niet of aan de opwekking
Hoort het seir
Groot en klein
Op de Lawet moet je zijn!
zal wel gevolg worden gegeven. En het
ligt voor de hand dat daarbij de stand
Leidscho Straat 2, niet al worden verge
ten.
Tramlijn Den HaagLeiden.
De directie der Haagsché Tramweg
maatschappij meldt:
Omstreeks December van dit jaar den
ken wij voort le kunnen gaan met de in
gebruikneming van gronden tusschen
Haagsche Schouw en den Rijnsburger weg,
teneinde ook over dat traject de trambaan
verder te kunnen aanleggen; ook zullen
dan wellicht de onderhandelingen met
autoriteiten en Noord-Zuidholl. Tramweg-
mij. een eind verder gevorderd zijn, doch
van voltooiiing en in exploitatie nemen
van het traject Haagsche SchouwLeiden
kan tegen dien tijd nog geen sprake zijn.
Daartoe zal eerst de door het rijk te bou
wen nieuwe brug bij de Haagsche Schouw
gereed moeten zijn, hetgeen nog geruimen
tijd zal duren.
De Leidsche Winkelstand.
't Is eigenlijk wel geen winkel waarop
wij thans de aandacht onzer lezers wil
len vestigen, maar dan toch een bedrijf
dat er ten nauwste mee in verband staat.
Zooals uit een advertentie in dit num
mer blijkt heeft de heer P. G. v a n D e 1-
d en gistermiddag een Volk s-Lunch-
r o o m geopend in het perceel Nieuw-
straat, waarin tot voor kort het filiaal
van de Velo-waschmachine-maatschappij
was gehuisvest.
Onnoodig te zeggen, dat dit perceel zich
wat de inrichting betreft, uitnemend leent
voor een Lunch-room, vooral voor door
trekkende reizigers en schoolkinderen die
er hun twaalf-uurtje willen gebruiken.
Do tarieflijst die de voorbijganger ziet
hangen waarborgt hem dat hem het vel
•niet over de ooren wordt gehaald. De
netjes ingerichte lokaliteit biedt een aan
genaam, rustig zitje, dat door velen op
prijs wordt gesteld. De zaak is, zooals de
advertentie aangeeft, des Zondags geslo
ten, wat op zich zelf ook een aanbeveling
is voor het Chr. publiek, dat hier een ge
lijkgezinde aantreft.
De Gemeentelijke Hoogere Burger
school met 5-jarigen cursus opende dezen
cursus met 243 jongens en 55 meisjes. Dit
is zoowel wat jongens als wat meisjes be
treft 't grootste aantal, dat tot nu toe be
reikt is.
Wij vestigen de aandacht op de ad
vertentie voorkomende in dit nummer be
treffende de bijeenkomsten die vanwege
het Leger des Heils worden gehouden in
de Graanbeurs op morgen, Zondag 9
Sept.
De leider van het Leger des Heils in
Nederland, Kommandant Povlsen, die ge
durende de Tentsamenkomsten j.l. ver
hinderd was te komen, hoopt die bijeen
komsten te leiden. Gelet op de welgé-
slaegde Tentcampagne zal zeker ook a s.
Zondag een groote schare de Graanbeurs
vullen.
Muziekkorps en zangkoor hopen tegen
woordig te zijn alsook de welbekende L.
d. H.-componist Majoor Rawie.
Plannen bestaan om gedurende de win
termaanden meer dergelijke bijzondere
opwekkingssamenkomsten te organisee-
BINNENLAND
HET REGEERINGSJUBILEUM VAN
DE KONINGIN.
Gisterenmorgen had de Koningin een
paar uur een cour van gelukwenschen.
's Middags bezichtigde de Koninklijke
Familie vanaf het Paleis den verregen
den verkeersoptocht, terwijl daarna de
vlootrevue op het IJ werd bijgewoond, om
ten slotte de jubileumtentoonstelling in het
Koloniaal Instituut te bezichtingen. Er
heerschte weer groote geestdrift en warme
huldebetuigingen werden aan de vorstelij
ke familie gebracht.
Gisterenavond werd bijgewoond een gala-
concert in het Concertgebouw. Do tocht
werd gemaakt in de Gouden Koets. We
ontleenen het volgend verslag aan het
„Hbld.":
Een aantal dignitarissen komen binnen
en nemen hun plaatsen achter in de loge in.
Dan nog eenige minuten van gespannen
wachten; de Koninklijke familie is met ge
volg gearriveerd. In de zijgang aan den
kant van de Jfvn Willem Brouwersstraat
was een smaakvolle ontvangstsalon inge
richt: daar waren o.rn. ter begroeting aan
wezig de hecren C. G. Vat tier Kraane en
Th. F. A. Delpral, Jkvr. N. Six bood der
Koningin, mej. F. de Marez Oyens der Ko
ningin-Moe Ier bloemen aan.
Daar geeft Mengelberg een teeken de
pauken zet^'i een pleclitigen rhythmus in.
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel S2H cent,
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief*
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogst© 30 woorden, wordefl
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
Aan het Zoeklicht
Leiden, 8 September 1923.
Ik beklaag de ambtenaren, tenminste
een deel der ambtenaren,«als de geruch
ten omtrent de voorgenomen salarisher
ziening juist blijken.
De maat regel mag noodzakelijk zijn en
tenslotte zelfs in het belang van de ambte
naren zelf, toch blijft ze, althans in vele
gevallen pijnlijk.
Maar ik beklaag ook de Regeering.
Ons volk verwacht niet minder, dan dat
zij het millioenen-tekort weg zal werken.
Op zichzelf al een,, reuzenprestatie".
Velen verwachten bovendien nog, dat zij
do belastingen zal verlagen.
En dat alles moet gebeuren aldus is
de zeer begrijpelijke wensch van vcien
zonder aan de „verkregen Techtsn" van
de ambtenaren te raken.
Lezenswaard zijn de. gratis-adviezen die
de regeering eiken dag worden verstrekt.
Verminder het aantal ambtenaren roept
een.
Pak ze aan, aldus een ander, maar dan
over heel de linie.
Blijf van de salarissen af maant een
derde, maar zet de periodieke verhoogin
gen stop.
Dat in geen geval, betoogt een volgende,
want dat is nu juist het mooie van het
ambtenaar zijn.
Maar nog een beter advies geeft „een
hoofdambtenaar" in de N. R. Grt.
Het is onzin zoo betoogt hij, als fail-»
lissement dreigt voor ieder lid van het go-»
zin een afzonderlijk gerecht te bereiden.
En daarom is onmiddelijke
schorsing, gevolgd door af
schaffing van de schoolwet
onafwijsbare eisch.
Die meneer is er achter.
Jammer dat hij zijn naam niet neemt.
Was dit wel het geval, ik zou een bewe
ging op touw zetten,om dezen genialen
man te bevorderen tot adviseur van Go-
lijn. OBSERVATOR.
uit mysterieuse verte klinkt een diepe
toon: het is de aanvang van het Preludium
qver het oude Wilhelmus, door Mengelberg
gecomponeerd bij gelegenheid van de plech
tige inhuldiging, nu 25 jaar geledcni En
evenals toen, in die onvergetelijke ure van
September 1898, toen onze jeugdige
vorstin ter kerke ging naar het hooge feest
van haar kroning, trad zij nu de zaal bin
nen, terwijl diezelfde plechtige muziek
klonk, ons eeuwenoud, immer ontroerend
Wilhelmus f is een schoone dag opdoemend
uit het duister, in duizendwoudige, immer-
wisselende tinten aanglorend om ten slotte
uit te stralen in een glorie van klanken-
licht. Dat was nu weer een indrukwekkend
de plechtige „in kunste". Midderlerwijl heb--
ben de Koningin, de Koningin-Moeder, de
Prins en het gevolg de voor hen bestemde
zetels ingenomen. Een triomfantelijk ac-
coord van het orkest, dat klinkt als een
slot, maar toch weer iets doet verwachten
daar laten de instrumenten het woord
aan de menschelijke stem en uit honderden
kelen, zuiver, expressief, vol wijding klin
ken drie strophen van het Wilhelmus. En
allen staan op en luisteren stil naar dien
plechtigen zang.
Nog heeft onze gewijde hymne niet uit
gesproken. Want wij hooren haar telkens
in het volgend nummer, den Wilhelmus—
feestmarsch van E. von Brucken Fock, een
marsch in Wagneriaans.. ion trant, op een
volkslied gebouwd, terwijl soms martiale
fanfares schetteren. Het programma wordt
•lot afgewerkt. Na den feestmarsch heb
machtige Halleluja-Koor uit Handel s The
Massiah, die immer indrukwekkende lot
zang aan „der Goden God Dc Koningiit
geeft een teeken tot applaus, maar men
merkt heb niet, en na enkele oogenblikken
rust zet Mengelberg Int slotnummer in:'
Beethoven's Vijfde Symphonic. Men had
inmiddels kunnen zien, dat het met den
heérsehersarm van onzen dirigent niet vecht
in orde is: meestal gebruikt hij den linker
arm, maar in heb vuur van zijn leiding en
met zijn onbluschbare vitaliteit schijnt hij
het ongemak toch te vergeten. En links
of rechts.... zijn aanvoering is expressief
en de zijnen reageeren op zijn minste wen
ken.
De triomfantelijke zegezang van het slot
deel der symphonie is uitgejubeld. Eert
oogenblik van stille ontroering. Dan geeft
de Koningin weer het teeken tot applaus,
maar Mengelberg heeft zich weer tot zijn'
uitvoerenden gewend: nog eens wordt het
Wilhelmus ingezet en dan overbrugt <1© di
rigent opeens de kloof, die tot dusver po
dium en zaal had gescheiden; hij keert zich
tot het publiek, en allen, koor, orkest ert
genoodigden heffen ons volkslied aan, als
een geestdriftige, grootsche hulde aan onzrt
landsvrouwe. Het is, of de zaal nog ééns
zoo helder straalt bij die spontane jubeling
Nauwelijks is het uit, of Mengelberg roept!
„Leve do Koningin!", en allen antwoordcfl
met een daverend „hiep, hiep hoera" en get'
wuif van banden. „Lev© de Koningin-Mot*
der!" roept Mengelberg weer, en dan ..Lev*
de Prinses!" en „Leve de Prins!", tclkc^»
male onder alles enthousiaste instemming.
De hooge gasten danken, geroerd, glim
lachend, buigend naar allo kanten.
Dan vertrekt het hooge gezelschap. Maaf
als het verdwenen is, brengen de genoodig-