Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS *,n Leiden en buiten Leiden ttaar agenten gevestigd zijn Per kwartaal ....f2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Y Lentelucht en Zomerwarmte. Onze altijd beperkte ruimte waarmee we zullen blij ren worstelen tot een eigen drukkerij ons in de ruimte brengt was oorzaak dat we van de rede door Dr. do Visser in de Nieuwe Kerk te Amsterdam gehouden, geen breedvoerig overzicht kon den geven. Onze lezers hebben daardoor een en an der gemist, dat wij ze toch niet willen onthouden. Belangwekkend was, de teekening, die de Minister gaf van den toestand in ons land gedurende de jaren an den oorlog voorafgaande, gekarakteriseerd als een tijdperk van lentelucht en zomerwarmte. Na een inleidend woord waarin hij wees pp de groote dankbaarheid die het hart van ons volk vervult, vervolgd© de Minister, Hoe geheel anders en opgewekter had onze feestviering kunnen zijn, als de vreeselijke oorlog met zijne gevolgen geen schaduw over alles had geworpen! Want het ging in ons goede land in ve lerlei opzicht zoo mooi. Er had zelfs een oploving plaats, als zelden was aan schouwd en die de schoonste beloften voor de toekomst bevatte. Voor 1914 kwam ons letterlijk van alle zijden een lentelucht togen. Ons volk toonde opnieuw zijn6 groote bedrevenheid op het gebied der practijk en de krachtige germaansche geestesvlucht bleef hem eigen. Oude roem werd gehandhaafd, nieuwe roem werd verworven. Ziet hoe Nederland op vreedzame wijze zijn grondgebied uitbreidde door ontgin ning en bebossching, waardoor geheele streken als uit den doodslaap werden op gericht. Let eers op al die nieuwe aderen van verkeer, die door ons nijvere volk werden geopend; op de verspreiding onzer wakke re handelsmannen over de wereld tot het Sianknoopen van internationale banden; op het zich vormen der koopvaardij tot sen geheel nieuw bedrijf. Gaat eens aandachtig na tot welk een hoog peil zich de nijverheid, ondanks de nidustrieele armoede van onzen bodem, verhief, hoezeer de productie van den bo dem werd verhoogd en de eigen mijnbouw zich ontwikkelde. Ik stip dit alles slechts aan om u een kijk te geven op het aan alle zijden uit bottende leven van ons volk gedurende de regeering onzer Koningin. Veel van dit alles, was zeker voor dien reeds gezaaid 3n geplant, maar de volle ontplooiing kwam in dien tijd en. middelerwijl ging inet stoere volharding bet zaaien en plan ben voort. Het was e<en veelszins mooie tijd! Ook wat het geestelijk leven van .ons rolk betreft. Of bihaalde de wetenschap jiet voortdurend nieuwe froinfenl Nam de letterkunde geen breed© vlucht? Her- ine fde meó de scheppende toonkunst? Wed ijverden niet enze schilder- en beeldhouw kunst met het beste in bet Buitenland] Spreekt men zelfs, op grond van dit alles, niet van een rieuwe, Nederiandsche cul tuur En wat de waarde van dit alles ver hoogde, was de in steeds breeder kringen doordringende eikenning, dat bet geeste lijk leven, dat bij wetenschap en kunst object bij uitnemendheid is, niet ontstaat cn sterft afs plant en dier, maar tot een andere, eene. hoogere orde der dingen be hoort. De vruchten daarvan bleven niet uit. De wijsbegeerte rees in waarde; de kunst spande zich in door de bijkomstigheden der werkelijkheid tot haar wezen door te dingen; oen verrassende belangstelling openbaarde zich in allerlei kringen onder jong en oud voor vraagstukken, van gods- dienstigen aard. O, dié eerste zestien ja ren van do regeering onzer Vorstin waren een bloeitijd voor ons volk! En practisch als ons volk is, huwde 't ook hier de daad aan het woord. Scharen van mannen en vrouwen trok ken uit om het verlorene en afgedwaalde zoeken; de duivels van prostitutie en drankmisbruik to knevelen; Bethels te houwen voor armen en ongelukkigen. De kerkeni ontwikkelden nieuwe kracht; zending nam een vlucht als nooit te yoren. Het licht van wat goed en schoon en; 3del is, brak zich in talrijke kleuren, en ilfet het minst werkten vrouwen, vrijer geworden door de machtige vrouwenbewe ging, hiertoe mede. Dit alles nu vond voortdurend meer -teun bij de georganiseerde gemeenschap, den staat. Wij allen denken bier aan de sterke po- ;-ringen om door middel der sociale wet geving het evenwicht te herstellen tus schen individualisme en socialisme; aan 5e wetten ter bescherming van het ldnd; aan al wat van Rijkswege gedaan werd tot moreele verheffing van ons volk. - Zoo merkten gemeenschap en enkelin gen in die jaren heerlijk samen tot den verhoogden bloei van ons volk. Het r.atio- juaal gevoel werd versterkt, terwijl een 40e JAARGANG. ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1923 No. 1032 BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58936 onberispelijke internationale politiek werd gevoerd. Ik herhaal: een veelszins schoone tijd! En in het middelpunt daarvan stond on ze geëerbiedigde Koningin. Met opzet zeg ik: in het middelpunt dier samenleving van gemeenschap en enke lingen. Want zoowel in Haar hoedanigheid van Staatshoofd als door spontane, geheel persoonlijke bemoeiiends had Hare Majes teit het voornaamste aandeel aan dien bloei. Een ontelbaar aantal dier bewegingenen corporaties danken aan Hare Majesteit's initiatief of steun haar welvaart. Nooit werd te vergeefs een beroep ge daan op de Vorstelijke hulp, als het 't be lang der natie gold. Steeds bewaarde onze Koningin het streng Nederlandsch karak ter van ons volksleven en eerde bovenal onze rijke Nederiandsche taal. En wat het allermeest tot bewondering stemde en eerbied afdwong, was de schoo ne harmonie, die bewaard bleef tusschen der Koninginne streng constitutioneelen zin met scherpen blik op de fijnheden van dat stelsel, en Hare sterke persoonlijk heid. Want met ijzeren hand werd al die ja ren mede vastgehouden aan de eenigo voorwaarde, waaronder een volk zichzelf kan zijn, dat is zijne vrijheid. Vrij als geen natie ter wereld, bleef de onze, dank zij Oranje's schild. Ook daarin bleek opnieuw de onschatbare waarde on zer dynastie, die in ons volk geworteld, den volksgeest verslaat en eert. Zoo onder den scepter van Oranje zich één en veilig voelend, kon het Nederiand sche volk in die jaren rustig voortweven aan de taak, die de Almachtige het heeft toebedeeld, en als dan ook later de ge schiedschrijver Holland's bloeitijd schil dert van 1898—1014, clan kan hij daarbo ven geen beter opschrift schrijven dan den bij eiken rechtgeaarden Vaderlander zoo dierbaren naam: „Koningin Wilhelmina." Gevraagd zou kunnen tvorcLen of de Mi nister niet met al te schoone kleuren heeft getcekend. Maar schoon ia de teekening zonder ©enigen twijfel. V De na-oorlogsperiode. Tegenover het bloeitijdperk van 1914 steekt schril qf het tijdvak der laatste negen jaren. Eerst de oorlogsscliok, toen het nijpend voedselvraagstuk, gevolgd aan de eene zijde door een uitspanningszucht dio aan het misdadige grenst en aan de andere zijde door een verbittering onder 's levens zorgen. In die dagen, scheen heb soms alsof do nuchtere, gezonde burgerzin van het Ne deriandsche volk bezig was plaats te ma ken - voor cjmisme, terrorisme, illusionis me, als waarvan de natie nooit wist. Maar in die dagen schitterden aan den nachtelijken hemel de starren van Gods trouw, de starren der hoop, wat niet het minst uitkwam in het optreden der Ko ningin, die als Landsmoeder, met de tee- derste zorg voor Hare kinderen vervuld, tegelijk als Man en vader met vaste hand het staatsschip door de hoogopslaande gol ven heeft gestuurd, zoodat allo internatio nale klippen vermeden en het nationale spoor werd behouden. Ditzelfde, zoo vervolgde do Minister, geldt van de zoo gevaarlijke na-oorlogs periode. Men had voorspeld, dat de in den oor log gekweekte mentaliteit, in verband met Europa's inzinking, bij het staken van den krijg noodlottige uitbarstingen zou kun nen tengevolge hebben en ons voor allerlei zware problemen plaatsen zou. Ten deele is die profetie vervuld. Even, maar ook slechts even kwam er een mete oor, die op revolutie leek, maar zij kwam en yerdween tegelijk. Doch do geweldige vraagstukken van den na-oorlogstijd zijn gebleven. Het volkslic-haami bloedt nog uit vele wonden. Het maatschappelijk raderwerk hapert nog. Er wil maar geen schot in ko men. Allerwegen heerscht nog onzekerheid spanning, angst. Ik vrees zelfs, dat wij nog onder menig juk door moeten en dat de eerste jaren groote soberheid in huis, maatschappij en staat eiscli zal blijven, wil ons volk we der den helderen, dag zien rijzen. Maar toch ook hier mag de toon der hope klinken: „De morgenstond komt." Of is het geen verblijdend feit, dat over bet algemeen do ordelievendheid groot blijft en de bevolking steeds meer bewijs levert van zelfbedwang? Worden de handen niet krachtiger ineen geslagen om te komen tot zedelijko en stoffelijke verheffing van ons volk? Neemt de verwarring in de geesten niet af en de zielerust toe? Ontplooit zich niet opnieuw de nuchtere bedrevenheid van den Hollander op het gebied der koopmanschap? Knoopen onze intellectueelen niet met moed de banden mej: het buitenland aan? Hanteeren enze kunstenaars weder niet hoopvol scalpel en lier? Gaan uit allerlei gezindten niet met vernieuwde geestdrift tal van heilgezanten onder ons volk uit? Komen cr uit Indië geen gelukkige be richten van ontwaking en greei, zoowel op geestelijk alsop stoffelijk gebied? Span nen in één woord niet alle krachten zoo wel in het Moederland als in 'de koloniën samen om Nederland te bevrijden van tie boeien waarin de oorlog het sloeg? Voorzekor en dit werk zal slagen, zoo de oud-Hollandsche leuze: „Eendracht maakt macht" blijft omgezet in de daad. Welnu, de waarborg voor die eenheid ligt in Oranje, en zoo is onze Koningin ook voor de toekomst het middelpunt van onze hoop. Nooit was en is onder het Nederiand sche volk het gevoel van saamhoorigheid zoo sterk als wanneer men zich schaarde of schaart cm den Oranjetroon. Dan wordt een enghartig provincialisme achtergesteld bij den gemeenschappelijken dienst van liet ééne Vaderland. Dan vin den do godsdienstige en kerkelijke gezind ten een belang, dat lioogcr gaat dan on derlinge strijd. Dan krimpen de afstanden tusschen de standen in en kemt er plaats voor ver broedering. Dan staat het Nederiandsche volk sterk van binnen en naar buiten." ,Het is dan ook uit het diepst van ons hart, dat wij U, Majesteit, een© nog lang durige, gelukkige en gezegende regeering tcebidden. God spare voor TJ en voor ons nog lang Uw door het gansche volk zoo hoog- vereerdo Moeder, die niet ophoudt ons wèl te dcen l Onze Hemelsche Vader blijve met liefde neerzien op Uw huisgezin, den Prins, dien wij danken voor zijn trouw aan Nederland betoond, en de Prinses, die in het hart van ons volk reeds zulk een plaats heeft ver overd, dat men Haar liefst met een ver kleinwoord aanduidt, niet uit oneerbiedig heid, maar uit innigheid! In die bede, die thans opstijgt uit^ onze harten tot dén Koning der Koningen mengt zich tevens eene belofte. Het is deze, dat wij niet alleen gehoor zame kinderen Gods, maar ook getrouwe onderdanen onzer Vorstin zullen zijn en den Oranjetroon als warme Vaderlanders zullen schragen. Eene belofte, die ik o^rzet in het schoo ne woord van onzen BeetS: „Oranje boven" blijft do kreet, In nood en dood, in lief en leed: Geen andere ga daarboven Dan waar wij God mee loven." STADSNIEUWS. De Christelijke Oranjevereeniging. Onze lezers hebben ongetwijfeld met veel belangstelling kennis genomen van het verslag van de Nationale Huldiging te Amsterdam in ons nummer van giste ren. Inzonderheid het zingen van het huldi gingslied waarin aan het slot den eed van trouw aan de Koningin wordt afge legd, heeft een niet te beschrijven indru\ gemaakt. Met bijzonder genoegen zullen onge twijfeld velen vernemen dat in de Woens dagavond te houden feestvergadering van de Christelijke Oranjevereeniging naast de beroemde feestcantate ook dit huldi gingslied door 300 zangers en zangeres sen zal worden gezongen. Het belooft dus een buitengewoon in druk wekk§nd-samenzijn te worden.^ De feestcantate is deze week te 's-Gra- venhage gezongen. Naar ons werd medegedeeld heeft de uitvoering allo verwachtingen overtroffen. Er was dan ook enorme belangstelling, zelfs zóo, dat lang niet alle liefhèbbers een plaatsje konden bemachtigen. Vermoedelijk zal het hier wel niet an ders zijn. De Hooglandsche Kerk is een groot ge bouw dat cenige duizenden kan herber gen, maar onbeperkt is de ruimto toch niet. Het zal dus aanbeveling verdienen dat zij die den feestavond wenschen moe le maken zich spoedig van een plaatsbe wijs voorzien, temeer daar ook uit ande re plaatsen velen worden verwacht. Wij vernemen althans, dat zelfs vanuit Den Haag telegrafisch toegangsbewijzen waren besteld. Dat er veel belangstelling is bleek ook gisteravond bij de plaatsbespreking. Toen te 7 uur de eerste kaarten werden uitgereikt, stonden reeds vele tientallen te wachten. Wie het bezit van een gere serveerde plaats op prijs stelt zal daarom verstandig doen van de hedenavond t© geven gelegenheid gebruik te maken. Chr. lelterk. Kring. In de tweede helft dezer maand hoopt de bovengenoemde kring na de zomerrust weer le vergaderen. Hij vond één der oud-leden, de heer. Chr. Teeuwen, vol gaarne bereid een onderwerp in te leiden. Naar wij vernemen zal worden gerefe reerd over „Het huisje aan de sloot" van Corry van Bruggen. Er wordt gerekend op veel belangstelling. De fade Binken Zn. aan den Stil len Rijn alhier, actief als altijd, heeft ter gelegenheid van de te houden winkel-cta- lage-tenloonstelling een L. A. W. E. T.- marsch laten vervaardigen, voor zang en piano. Deze marsch vormt een reclame voor do L. A. W. E. T. maar meer nog voor de uitgeefster die zelf de muziekdruk op uitmuntende wijze verzorgde. Wij twijfelen niet of aan de opwekking Hoort het seir Groot en klein Op de Lawet moet je zijn! zal wel gevolg worden gegeven. En het ligt voor de hand dat daarbij de stand Leidscho Straat 2, niet al worden verge ten. Tramlijn Den HaagLeiden. De directie der Haagsché Tramweg maatschappij meldt: Omstreeks December van dit jaar den ken wij voort le kunnen gaan met de in gebruikneming van gronden tusschen Haagsche Schouw en den Rijnsburger weg, teneinde ook over dat traject de trambaan verder te kunnen aanleggen; ook zullen dan wellicht de onderhandelingen met autoriteiten en Noord-Zuidholl. Tramweg- mij. een eind verder gevorderd zijn, doch van voltooiiing en in exploitatie nemen van het traject Haagsche SchouwLeiden kan tegen dien tijd nog geen sprake zijn. Daartoe zal eerst de door het rijk te bou wen nieuwe brug bij de Haagsche Schouw gereed moeten zijn, hetgeen nog geruimen tijd zal duren. De Leidsche Winkelstand. 't Is eigenlijk wel geen winkel waarop wij thans de aandacht onzer lezers wil len vestigen, maar dan toch een bedrijf dat er ten nauwste mee in verband staat. Zooals uit een advertentie in dit num mer blijkt heeft de heer P. G. v a n D e 1- d en gistermiddag een Volk s-Lunch- r o o m geopend in het perceel Nieuw- straat, waarin tot voor kort het filiaal van de Velo-waschmachine-maatschappij was gehuisvest. Onnoodig te zeggen, dat dit perceel zich wat de inrichting betreft, uitnemend leent voor een Lunch-room, vooral voor door trekkende reizigers en schoolkinderen die er hun twaalf-uurtje willen gebruiken. Do tarieflijst die de voorbijganger ziet hangen waarborgt hem dat hem het vel •niet over de ooren wordt gehaald. De netjes ingerichte lokaliteit biedt een aan genaam, rustig zitje, dat door velen op prijs wordt gesteld. De zaak is, zooals de advertentie aangeeft, des Zondags geslo ten, wat op zich zelf ook een aanbeveling is voor het Chr. publiek, dat hier een ge lijkgezinde aantreft. De Gemeentelijke Hoogere Burger school met 5-jarigen cursus opende dezen cursus met 243 jongens en 55 meisjes. Dit is zoowel wat jongens als wat meisjes be treft 't grootste aantal, dat tot nu toe be reikt is. Wij vestigen de aandacht op de ad vertentie voorkomende in dit nummer be treffende de bijeenkomsten die vanwege het Leger des Heils worden gehouden in de Graanbeurs op morgen, Zondag 9 Sept. De leider van het Leger des Heils in Nederland, Kommandant Povlsen, die ge durende de Tentsamenkomsten j.l. ver hinderd was te komen, hoopt die bijeen komsten te leiden. Gelet op de welgé- slaegde Tentcampagne zal zeker ook a s. Zondag een groote schare de Graanbeurs vullen. Muziekkorps en zangkoor hopen tegen woordig te zijn alsook de welbekende L. d. H.-componist Majoor Rawie. Plannen bestaan om gedurende de win termaanden meer dergelijke bijzondere opwekkingssamenkomsten te organisee- BINNENLAND HET REGEERINGSJUBILEUM VAN DE KONINGIN. Gisterenmorgen had de Koningin een paar uur een cour van gelukwenschen. 's Middags bezichtigde de Koninklijke Familie vanaf het Paleis den verregen den verkeersoptocht, terwijl daarna de vlootrevue op het IJ werd bijgewoond, om ten slotte de jubileumtentoonstelling in het Koloniaal Instituut te bezichtingen. Er heerschte weer groote geestdrift en warme huldebetuigingen werden aan de vorstelij ke familie gebracht. Gisterenavond werd bijgewoond een gala- concert in het Concertgebouw. Do tocht werd gemaakt in de Gouden Koets. We ontleenen het volgend verslag aan het „Hbld.": Een aantal dignitarissen komen binnen en nemen hun plaatsen achter in de loge in. Dan nog eenige minuten van gespannen wachten; de Koninklijke familie is met ge volg gearriveerd. In de zijgang aan den kant van de Jfvn Willem Brouwersstraat was een smaakvolle ontvangstsalon inge richt: daar waren o.rn. ter begroeting aan wezig de hecren C. G. Vat tier Kraane en Th. F. A. Delpral, Jkvr. N. Six bood der Koningin, mej. F. de Marez Oyens der Ko ningin-Moe Ier bloemen aan. Daar geeft Mengelberg een teeken de pauken zet^'i een pleclitigen rhythmus in. ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel S2H cent, Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief* Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogst© 30 woorden, wordefl dagelijks geplaatst ad 50 cent. Aan het Zoeklicht Leiden, 8 September 1923. Ik beklaag de ambtenaren, tenminste een deel der ambtenaren,«als de geruch ten omtrent de voorgenomen salarisher ziening juist blijken. De maat regel mag noodzakelijk zijn en tenslotte zelfs in het belang van de ambte naren zelf, toch blijft ze, althans in vele gevallen pijnlijk. Maar ik beklaag ook de Regeering. Ons volk verwacht niet minder, dan dat zij het millioenen-tekort weg zal werken. Op zichzelf al een,, reuzenprestatie". Velen verwachten bovendien nog, dat zij do belastingen zal verlagen. En dat alles moet gebeuren aldus is de zeer begrijpelijke wensch van vcien zonder aan de „verkregen Techtsn" van de ambtenaren te raken. Lezenswaard zijn de. gratis-adviezen die de regeering eiken dag worden verstrekt. Verminder het aantal ambtenaren roept een. Pak ze aan, aldus een ander, maar dan over heel de linie. Blijf van de salarissen af maant een derde, maar zet de periodieke verhoogin gen stop. Dat in geen geval, betoogt een volgende, want dat is nu juist het mooie van het ambtenaar zijn. Maar nog een beter advies geeft „een hoofdambtenaar" in de N. R. Grt. Het is onzin zoo betoogt hij, als fail-» lissement dreigt voor ieder lid van het go-» zin een afzonderlijk gerecht te bereiden. En daarom is onmiddelijke schorsing, gevolgd door af schaffing van de schoolwet onafwijsbare eisch. Die meneer is er achter. Jammer dat hij zijn naam niet neemt. Was dit wel het geval, ik zou een bewe ging op touw zetten,om dezen genialen man te bevorderen tot adviseur van Go- lijn. OBSERVATOR. uit mysterieuse verte klinkt een diepe toon: het is de aanvang van het Preludium qver het oude Wilhelmus, door Mengelberg gecomponeerd bij gelegenheid van de plech tige inhuldiging, nu 25 jaar geledcni En evenals toen, in die onvergetelijke ure van September 1898, toen onze jeugdige vorstin ter kerke ging naar het hooge feest van haar kroning, trad zij nu de zaal bin nen, terwijl diezelfde plechtige muziek klonk, ons eeuwenoud, immer ontroerend Wilhelmus f is een schoone dag opdoemend uit het duister, in duizendwoudige, immer- wisselende tinten aanglorend om ten slotte uit te stralen in een glorie van klanken- licht. Dat was nu weer een indrukwekkend de plechtige „in kunste". Midderlerwijl heb-- ben de Koningin, de Koningin-Moeder, de Prins en het gevolg de voor hen bestemde zetels ingenomen. Een triomfantelijk ac- coord van het orkest, dat klinkt als een slot, maar toch weer iets doet verwachten daar laten de instrumenten het woord aan de menschelijke stem en uit honderden kelen, zuiver, expressief, vol wijding klin ken drie strophen van het Wilhelmus. En allen staan op en luisteren stil naar dien plechtigen zang. Nog heeft onze gewijde hymne niet uit gesproken. Want wij hooren haar telkens in het volgend nummer, den Wilhelmus— feestmarsch van E. von Brucken Fock, een marsch in Wagneriaans.. ion trant, op een volkslied gebouwd, terwijl soms martiale fanfares schetteren. Het programma wordt •lot afgewerkt. Na den feestmarsch heb machtige Halleluja-Koor uit Handel s The Massiah, die immer indrukwekkende lot zang aan „der Goden God Dc Koningiit geeft een teeken tot applaus, maar men merkt heb niet, en na enkele oogenblikken rust zet Mengelberg Int slotnummer in:' Beethoven's Vijfde Symphonic. Men had inmiddels kunnen zien, dat het met den heérsehersarm van onzen dirigent niet vecht in orde is: meestal gebruikt hij den linker arm, maar in heb vuur van zijn leiding en met zijn onbluschbare vitaliteit schijnt hij het ongemak toch te vergeten. En links of rechts.... zijn aanvoering is expressief en de zijnen reageeren op zijn minste wen ken. De triomfantelijke zegezang van het slot deel der symphonie is uitgejubeld. Eert oogenblik van stille ontroering. Dan geeft de Koningin weer het teeken tot applaus, maar Mengelberg heeft zich weer tot zijn' uitvoerenden gewend: nog eens wordt het Wilhelmus ingezet en dan overbrugt <1© di rigent opeens de kloof, die tot dusver po dium en zaal had gescheiden; hij keert zich tot het publiek, en allen, koor, orkest ert genoodigden heffen ons volkslied aan, als een geestdriftige, grootsche hulde aan onzrt landsvrouwe. Het is, of de zaal nog ééns zoo helder straalt bij die spontane jubeling Nauwelijks is het uit, of Mengelberg roept! „Leve do Koningin!", en allen antwoordcfl met een daverend „hiep, hiep hoera" en get' wuif van banden. „Lev© de Koningin-Mot* der!" roept Mengelberg weer, en dan ..Lev* de Prinses!" en „Leve de Prins!", tclkc^» male onder alles enthousiaste instemming. De hooge gasten danken, geroerd, glim lachend, buigend naar allo kanten. Dan vertrekt het hooge gezelschap. Maaf als het verdwenen is, brengen de genoodig-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1