- DÉ NI EU WÉ KUliHJ» Va* FINANCIEN. Mr. R. J. H. Patijn te 's-Giavenhags schrijd: .Blijken de in omloop zijnde geruchten juist en ik heb aanleiding te onderstel len dat zij in hoofdzaak gegrond zijn dan zal ons volk spoedig uit zijn apathie op politiek gebied worden opgeschrikt door ingrijpende voorstellen van den nieuw opgetreden minister van financiën. De heer Colijn schijnt niet voornemens, het kwaad der aangroeiende tekorten, waaraan wij dreigen ten gronde te gaan, tc laten voortkankeren. Hij wil de tering naar de nering zetten. Dat hij daarhij in conflict moet kemen met de individueele belangen van verschillende categoriën van ingezetenen, spreekt van zelf. Het is on vermijdelijk, dat ook maatregelen zullen worden voorgedragen, die in tal van ge zinnen teleurstelling en zelfs ontsteltenis zullen wekkén. Met een beroep op het welzijn der natie in haar geheel zal me nig pijnlijk offer moeten worden ge vraagd. Men begint zich daarvan reken schap tc geven en er wacht ons rumor in casa "VVie met zorg en kommer de voort schrijdende verarming vau ons land gadeslaat cn diep doordrongen is van de noodzakelijkheid, aan ons puhliek leven weder als. vroeger een hechten finan- cieelen grondslag te geven, zal er zich onverdeeld in verheugen, dat eindelijk een krachtige poging zal worden gedaan om het financieele probleem in ^zijn vol len omvang tot oplossing te brengen, en met gespannen belangstelling volgen, hoe de minister van financiën zijn doel zal trachten te bereiken. Het is zeker een ongelukkige coïnciden tie, dat dit geschiedt naar aanleiding van een conflict in den ministerraad betref fende de vlootplannen. Het gevaar is niet gering, dat daardoor de strijd over het herstel van het budgetair evenwicht in hooge male zal worden vertroebeld. Wie overtuigd is, dat onze internationale po sitie als koloniale mogendheid eischt, het noodige te doen om onze neutraliteit in de Oost-Aziatische wateren te kunnen hand haven, laadt den schijn op zich dat hij zich van den berooiden staat der schatkist niets aantrekt; en wie nu voor bezuini-' ging opkomt, zal moeten hooren, dat het hem slechts te doen is om ruim baan te maken voor den vlootbouw. Door den loop der gebeurtenissen komt de bezui nigingsactie, die toch reeds niet veel kans heeft op populariteit, schijnbaar, te staan in het teeken van de defensie van Indic: het zal een klein kunstje zijn om alle anti-militaristische elementen te doen te hoop loopen tegen de maatregelen, die zullen worden voorgesteld om tot een sluitende begrooting te komen. Men kan bij voorbaat, niet ernstig ge noeg waarschuwen tegen een dergelijk streven. ..De heer Patijn wijst er verder op dat de bedragen, waarom het, gaat," maken, dat de geldelijke zijde van de vlootplan nen slechts een betrekkelijk pnbeteeie- nen(J onderdeel vormen van bet'finan cieele vraagstuk, dat tot oplossing moet worden gebracht. Wie zal zich het hoofd breken over de kosten van een nieuw slot op zijn voordeur, als de fundamenten van zijn huis verzakken en de regen door het dak stroomt? Vindt hij het geld om de fundamenten te herstellen en het dak te vernieuwen, dan zal hij ook wel in staat zijn,..een nieuw slot te bekostigen. Zoo ook hier: slagen regeering en Staten- Generaal er in, het bestaande tekort te boven te komen, dan behoeven de offers, die de vloot zal eischen, niet meer te groole zorgen te baren. De feitelijke toestand is dece, dat de buitengewoon zware taak, waarvoor mi- nisier Colijn staat, practisch gesproken bijna precies dezelfde zou zijn, ook' indien er geen vlootplannen aanhangig waren. Om die reden zou bet onlogisch zijn en niet overeen te brengen met de goede trouw, indien tegen de pogingen der re geering om orde te scheppen ia den fi- r.ancieelen chaos het odium werd uitge spoeld, dat bij een deel van ons volk al tijd bestaat tegen uitgaven in verband met de defensie. Het, zijn niet de vlootplannen, die de inzet zijn bij de financieele reorganisatie. Men kan dan ook wel steun weigeren aan de Vlootwet met het oog op hare gelde lijke consequenties, maar bet zou niet aangaan, tegen het heratel -ar» ha> finan cieel evenwicht le agtiicn met de Vlo:t- wet als schrikbeeld. Overbodige waarschuwing misschien? Het is te hopen, maar als men momen teel zijn oor te luisteren legt, is er reden voor ongerustheid. De heer Patijn betoogt dan, dat de heer De Geer, trots zijn uitnemende hoe danigheden, gebleken is niet de Hercules te zijn, dien men noodig had om den Augiasstal te reinigen. Men kan dit toegeven zonder aan zijn onmiskenbare verdiensten te kort te doen. Het komt mij voor, dat zich heeft ge wroken een fout, bij zijn optreden door hem, gemaakt. De nieuwe minister had hij den toestand, dien hij aantrof, beter ge daan, het zware ambt niet te aanvaarden zonder een uitgewerkt program van dras tische hervormingen te hebben ontworpen en zich vooraf daarvoor den steun van don ministerraad te hebben verzekerd. Ver moedelijk heeft hij zelf den omvang van het kwaad, dat hij zou hebben te bekam pen, niet geheel overzien en gemeend, het geleidelijk en met zachte middelen tc kunnen te boven komen. Eerlijkheidshalve moet men toegeven, 'dat het zeer de vraag is, of hij destijds voor zeer verstrekkende eischen gehoor zou hebben gevonden. De regeering begon wel is waar te bevroeden, dat het met de financiën verkeerd liep, maar zij was er ver van af, den toestand te zien zooals deze feitelijk was. Anders i;ou bijv. de handhaving van het dure ontwérp-Pen- si oen wat niet zijn te verklaren. En in ieder geval was toen bij de volks vertegenwoordiging en de natie nog niets te bespeuren van de mentaliteit, die voor waarde is voor het brengen van groote offers in 's lands belang. Het is dan ook allerminst zeker, dat in den zomer van 1921 een energieke poging om bet roer <om te gooien, al had. zij ongetwijfeld be- hooren te geschieden, reeds succes zou hebben gehad. Wat biervan zij, na twee jaren aan, het bewind te'zijn geweest zonder een ingrij pende hervorming op financieel gebied te. hebben doorgedreven, begreep minister De Geer, m.L terecht, dat hij ook in de toekomst daartoe de kracht tegenover zijn ambtgenooten en de Tweede Kamer" zou missen, indien hij berustte in de invoe ring van de Vlootwet voordat het herstel van het budgetair evenwicht was verze kerd. Vandaar het conflict, dat met zijn heengaan eindigde. Daar met hem de eenige man het kabi net verliet, die getoond bad althans den ernst van den toestand te, beseffen, wiens streven in de goede richting ging en van wien men meer hoopte, verwekte zijn af treden ontsteltenis. Zou nu niét wederom als in de periode 19181921, de. molen geheel door den vang gaan? Het zal, naar het schijnt, anders uitko men: vermoedelijk heeft jhr. De Geer met zijn aftreden voor de verwezenlijking .van datgene, waarvoor hij ijverde, meer ge- dajan dan hij, aanblijvend, had kunnen bereiken. Welke ook de juiste plannen jvan zijn opvolger mogen wezen, deze is er de man niet -naar om, als hij de koorden van de beurs in handen heeft, fatalistisch te be rusten in een verdere ontreddering van onze publieke financiën. Zijn persoonlijk heid, zijn antecedenten en zijn monde linge en schriftelijke uitingen waarbor gen, dat er aangepakt zal worden. Bovendien brachten de omstandigheden mede, dat de regeering met zijn inziphten had rekening te houden. Heeft deze zich tot den heer Colijn gewend, omdat de ontwerp-begrooting met haar tekort van 140 millioen op den gewonen dienst haar dé oogen had geopend voor den afgrond, waarnaar wij afglijden? Of is zij den in vloedrijken leider der anti-revolutionai ren niet kunnen voorbij gaan, omdat zij, in het moeilijk parket, waarin de vloot- quaestie en de crisis aan financiën haar hadden gebracht, het er niet op kon wa gen, hem met zijn goed gedisciplineerd vendel tegenover zich te Yinden? Men zal niet licht te weten komen, wel ke motieven bij de oplossing van de cri sis hebben gegolden, en dit is ook vrij on verschillig. ZooveeL schijnt zeker, dat de nieuw opgetreden bewindsman een finan cieel hervormingsplan gereed had. vóór- dathij de portefeuille aanvaardde en dat hij er zich op de meest afdoende wijze van heeft vergewist, voor de verwezenlijr king daarvan óp de medewerking van zijn ambtgenooten te kunnen rekenen. GEMENGD NIEUWS De storm van Woensdagnacht. De filiaal inrichting van het Kon. Ned. Meteorologische" Instituut te Amsterdam, deelt het volgende mede: De storm van Woensdagnachtdoet in veel opzichten denken aan dien van 26 op 27 Augustus 1912. Laatstgenoemde storm trok echter met zijn .windstil centrum over Amsterdam waarbij de barometer daalde tot 725.6; Woensdagnacht was de laagste stand 744.9. Het centrum passeerde ten Noorden van ons. De zwaarste druk was in beide stormen 75 K.G. per vierkante M. de grootste snelheid over 5 minuten ge middeld bedroeg 16 en IC minuten per se conde, waarbij natuurlijk stooten zijn voor gekomen van 25 m. per s. Als zomerver- schijnsel is het evenals die van 1912 een zware storm geweest, maar onder de wind- stormen komen er elk j&ar voor die veel zwaarder zijn. Het stormcentrum dat Donderdagmor gen 4 uur ons land passeerde, hg Woens dagmorgen 7 uur tusschen dé Scily's en Valentia ('zuidount Ierland). Het trekt blijkbaar sr.el verder. R a- g g e rm olen op de Zuiderzee losgeslagen. Woensdagmiddag vertrok van Mcdem- blik naar Urk de sleepboot ,ZuidTbzee kapitein L. Bakker uit Zeist met. een sleep bestaande uit een baggermolen, en twee modderbakken. Daar het weer steeds slecht ter werd, besloot de kapiteiji de baggermo len onder Enkhuizen ten anker te leggen en met de bakken door te gaan naar Urk, waar men den nacht overbleef. Daar de sleepboot Donderdagmorgen wegens nood weer niet kon uitvaren, werd getracht met de „Jhr. van Geusau" Van Urk den bag germolen tc bereiken. Ter plaatse bleek van heb vaartuig echter niets meer te bespeuren te zijn. Om half negenu Donderdagmorgen is de baggermolen van den Enkhuizer wal nog gézien, doch om negen uur bleek zij ver dwenen te zijn. Een noodvlag is hier niet opgemerkt. Aan boord bevonden zich J. Schild, en W. Melchers uit Hardinxveld en T. de Baad, M. de Baad en C. Erkelens uit Sliedrecht. Vier dezer personen zijn gehuwd. Op andere plaatsen. Te Zaandam heeft de storm groote schade toegebracht aan de inrichtingen en tenten op de kermis. Verschillende tenten zijn geheel of gedeeltelijk in elkaar ge waaid of door de krachtige windvlagen uit hun verband. gerukte De pxniaitanten lil den groote schade, daar zij bovendien al thans vandaag hun zaken niet kunnen ope nen. Een caroussel wist men te behouden door hem in werking, te-stellen en te laten draaien. T-' Op den Bildtscheweg te Utrecht viel door den storm een boom om,, die juist op een daar passeerenden auto terechtkwam. Dp chauffeur en dè in den auto zittende dame Werden ernstig erewond en later naar de. Bijksklinieken ïe-Utrecht vervoerd. De auto werd zwaar beschadigd, terwijl de te lefoonverbinding en de tramdienst gestremd werden. Uit vele andere plaatsen wordt mel ding gemaakt van schade tengevolge van den storm.' Overreden. Te Steenwijk is de 12-"jarige zoon van den directeur van het gasbedrijf, terwijl hij op zijn fiets reed, door een zwaar beladen ker miswagen overreden. Bewusteloos en met zwbre hoofdwonden werd de knaap opge nomen, die vijf minuten later overleed. Door een kanonschot gedood. Aneto meldt uit Bandoeng: De onderlui tenant der artillerie Boogaardt demon streerde alhier bij 'de theorie een 7 Vi c.M. kanon. Hij wist echter niet., dat het gela den was. Bij Ket aftrekken trof de vlam van een los schot hem aan den onderbuik, ten gevolge waarvan hij doodelijk werd verwond. Kort daarop is hij overleden. Door èen paard getrapt. Te St. Oedenrode ging het 7-jarige jon getje Adr. van Liempd aan den staart van eên paard hangen, waarbij het al spoedig een trap van het dier tegen hét hoofd ont ving. Het knaapje moest onmiddellijk voor zien worden van de H.H. Sacramenten der Stervenden. De toestand is zeer zorgwek kend. Bankbiljetten.in de brievenbus. De politie van liet bureau Kattenburg te Amsterdam, heeft dezer dagen een man aangehouden, die door zijn zonderling ge drag de aandacht trok. Hij bleek in hevige mate zenuwlijder te zijn. De man schijnt aan godsdienstwaanzin te lijden. Na een langdurig verhoor is het de poli tie gelukt den man de bekentenis te ontlok ken, dat hij de vijf bankbiljetten van f 10, die de koster van de Oostcrkerk Maandag avond in zijn brievenbus vond, in die bus gedeponeerd heeft. Mislukte berooving. Donderdagmorgen te ongeveer Tïalf 12 zou een kantoorbediende van de Maatschap pij „Nieuwe Waterweg" te Schiedanl, naar het gebouw van de Scliiedamsche Bank'ver- eenieing gaan met een bedrag van f 25.000. In dc nabijheid van het Sterrebosch werd dc bediende, die op een rijwiel reed, door een auto aangereden. Hij viel op den grond en rolde in een greppel, waar hij bewuste loos bleef liggen. Onmiddellijk kv:arn een man uit dc struiken, die den bediende de portefeuille ontrukte cn trachtte zich uit dé voeten te maken. Eenige voorbijgangers, die het ongeval en dén straatroof zagen gebeuren, achtervolg den den man. Deze wist de portefeuille aan een ancler over te geven, die het eveneens op een loopen zette. Ter hoogte van de 'zwemschool werd. de tweede vluchteling echter gegrepen. Hij wist zich les te ruk ken en in de richting van Rotterdam te uehten. Dc portefeuille moest hij. evenwel i achterlaten. „Hbld." LEIDSCHE PENKRASSEN Amice^ 't Zou niemand verwonderen, dunkt me, als ik, nu overal Oranjefeesten gevierd worden en iedereen van de huldigings feester en wat daarmee in verband staat spreekt, <le mij toegestane ruimte ge bruikte om ook over die dingen te schrij- ven. Ik kon dan tenminste zeggen dat ik ac tueel was. Tegelijkertijd zou ik echter ge vaar loopen vervelend te worden en daaronn is 't misschien beter dat ik dit onder\rerp laat rusten. Men kan immers ook van het goede teveel krijgen. En nu de Nieuwe Leidsche, behalve de gewone berichten op de huldiging betrek king hebbend en waarvan een goed kran tenlezer niet licht genoeg krijgt, ook nog een afzonderlijk feestnummer uitgaf, met een Oranjekleur en Orcnjeinhoud, zou de kans waarlijk niet gering zijn, dat mijn briefje ongelezen terzijde werd gelegd. In dagen als deze, amice, gevoelt men weer eens hoe snel het lévén voorbijgaat en hoe mén ongemerkt ouder wordt. Ik behoor nog wel niet tot hen dié ge woonlijk als ouderen aangeduid worden, maar ik herinner me toch liog heel goed dat we op scjiool* feestvierden omdat Ko ning Willem III veertig jaren had gere geerd. En ik herinner mé öok nog heel goed, boe kórt daarop de kranten - waarmee men in die dagen nog wat zui niger was dan tegenwoordig met een bikken rouwrand verschenen, omdat de oude Koning was gestorven en hoe toen langen tijd achtereen bet gebeier van de klokken werd gehoord. En wie weer wat Guder is weet zich nog beter tc herinneren dan ik hoewel ik er ook neg wel een flauwe voorstelling van heb hoe ontzettend koud liet in die dageii was en hoe groot toen de ellende was in breede kringen. We praten nu over malaise, en sjechte tijden en sociale ellende, maar bij toen vergeleken leven we nu in een para dijs en is het nu alles weelde en over vloed. - 1 Als ge zelf geen herinnering aan die dagen hebt m'n waarde, vraag het dan maar eens aan oudere kennissen, die mis- schied de moeite hebben genomen de be grafenisstoet te zien voorbijtrekken en die tevens in de gelegenheid waTen na te gaan wat er in die dagen op maatschap pelijk gebied te koop was. We kunnen ons dat nu bijna niet meer indenken. En het is gelukkig. Laten we er dankbaar voor zijn, vooral in deze da gen, nu er zooveel geklaagd wordt, door hen die werkelijk in moeilijke omstandig heden verkeeren, maar vaak ook door hen, die klagen omdat het nu eenmaal mode is en omdat iedereen het doet, maar die als ze eerlijk wilden zijn eigenlijk niets anders moesten doen dan danken, voor zóóveel gunstbewijzen als ze voort durend ontvangen. Gelukkig is er later langzamerhand eenige verbetering gekomen, zoodat er, toerv in 1898 H. M. de Koningin werd ingehuldigd in meer dan één opzicht re den was o:n met opgewektheid feest te vierer.. 1 En dat werd dan ook gedaan. Ik woon de in die dagen tamelijk ver van het cen trum des lands waar de feestvreugde het hoogtepunt bereikte verwijderd, maar ik herinner me toch heel goed met hoeveel opgewektheid toen ook in meer afgelegen platsen feest wertl gevierd.. Als ik daaraan terugdenk, dan is hel -of het gisteren gebeurde. En toch liggen die feesten nu al een kwarteeuw achter ons. De Koningin, toen nog in haar eerste jeugd heeft nu al 25 jaren den last der ree-eering getorst. Wat is er veel gebeurd iitedie jaren amice! Wat al veranderingen op elk ge bied. Het verkeer heeft een algeheele ver andering oudergaan, de electric; o'-t beeft haar intrede gedaan en heel het leven veranderd, wat zelfs uitkomt in de feest versieringen. Ik ga niet pogen al die veranderin gen op te sommen. Denk er maar eens rustig over na, en ge zult het met me eens zijn, dat we als in een nieuwe wereld te ven. En ge zult het ook wel met me eens zijn dunkt me, dat er voor ons volk waar lijk wel reden is om' God te danken voor ontvangen 'Zegeningen, en om op gepaste wijze feest te vieren. ."Als ge dit briefje, krijgt zijn de feeste lijkhedenhier in Leiden, die met lie.t oog op ie 8 Uclcbei'vlering - oen Oranjefeest levens! een sober karakter dragen al achter den rug, maar in tal van plaatsen ook in den omtrek, is de voorbereiding hog in vollen gang. - Uit alles blijkt dat er bij ons volk nog t wel enthousiasme is voor het 'Oranjehuis rn meer speciaal voor onze jubileercnde Koningin. Met genoegen zag ik dat mem in So cialistische kringen moeite heeft om on der do roode broederen en zusteren het Oranjevuur te dooven. 't Gaat hier net als overal: de natuur gaat boven de leer. Velen stemmen op de socialistische candidaten omdat die het meest beloven, ze zijn lid van een roode vakorganisatie en zij lezen de Socialisti sche bladen, maar diep in hun hart leeft vaak ook nog iets anders. Men 'kan ailerlei gevoelens begraven en trachten te verstikken, maar 't lukt nie» altijd en bij den voortduur. Ondanks alle pogingen om den Gods dienst te verstikken, blijft er in menig hart toch nog een zucht naar iets hcx> gers. Dit blijkt vaak in dagen van moeite en smart en rouw en het blijkt ook uit de surrogaten die voortdurend worden aangewend om- den. Godsdienst to vervan gen. Als bet er óp aankomt, dan blijkt toch telkens weer dat do njensch is van Gods geslacnt en dat hi': van brood, zelfs" van een Tijk stuk brood niet kan leven. En zoo gaat het ook wel met andere- dingen. Men preekt elkaar voor dat Va derlandsliefde dwaasheid is, maar als de oorlog uitbreekt, dan grijpt men een ge weer en snelt naar de grens. Men preekt elkarr voor dat Oranje voor ons land niets heeft beteekeiid dat wij aan de Oranje absoluut geen ver-' plichtingen hebben en dat we eigenlijk veel beter af zouden zijn als we de Ko ningin konden verruilen voor een of an deren, liefst- rooden, president, maarzóó ziet men .niet dat de Koningin nadert of men juicht mee en zingt met veel meer gevoel dan men z<lf wel weet het oude altijd ontroerende Wilhelmus.' Vandaar dat „Het Volk" de laatste we ken voortdurend bezig is, de. huldigings feesten in een bespottelijk daglicht te stellen en op smalenden toon te spreken van Oranjelol, veroorzaakt dof r Oranje bitter. Maar het wapen van de spot is blijkbaar niet afdoende. Eu daarom wer den een paar dagen geleden de ouders ernstig vermaand .om hunne kinderen, die zich met Oranje tooien en die niet na kunnen laten van Oranje te zingen, eens terdege onder handen te nenen. Vertel ze toch, zoo werd gewaarschuwd, dat de Koningin maar een heel gewone vrouw is, een vrouw als iedere andere, waarvoor men h rn-sr li geen drukte be hoeft te maken. En als dan de kinderen die zich misschien iets heel bijzonders hadden* voorgesteld dat inzien, dan zijn ze van de Oranjesïekte meteen gene zer). Natuurlijk is dat- een- greote vereLsswig.' Want we wisten allemaal wel, dat on ze Koningin een heel gewone vrouw is. Er,, loopen hónderden en duizenden vrou wen'en meisjes rónd met heel wat rh'cér drukte en veel meer opgedirkt dan de Koningn. En toch, als we die- ..heel ge wone" vrouw zién, dan vnrden vo ou ders. Ik 'herinner me, dat ik jaren geleden als soldaat in de Soerensche ho'sschen marcheerde. Plotseling werd halt gehou den. De Koningin zou passeergn. In een oogenblik stond het regiment larrr. den weg geschaard, de reghhentsmüziek zette het Oude Wilhelmus in, en we zagen voor ons een „heel gewone vrouw", met klein gevolg, te paard. Geen opzichtige toiletten, geen pracht geen praal, niets. En toch waren we, allemaal j-jp/c ke rels, geweldig onder den indruk. Je zag er bij, heusck geen jongejuffrouwen, maar kerels van stavast, die moeite bad-* den hun ontroering te verbergen. Jaren later w?.s ik in een vergader!n? waar H, M. de Koningin, werd. begroet met het Wilhelmus. Er was geen geklap en geschreeuw, geen gejuich of opwin-» ding, niets. En toch zag ik;ze,, ite steéx» mannen met eelt op do "knuisten, de v;.qu- wen dit de nuchterheid zelf serene'dis met geen mogelijkheid vérder kondén zingen. Hoe kwam dat? 't Was 'toch immers mar een heel gewor.e vrouw. Zeker amice. Maa:* die Vrouw war- oen Oranje. Die eenvoudige Vrouwe, wrs clo representante van een geslacht dat in lief en leed met ons vo'k heeft meege leefd, en dat door banden sterker dan van het bloed, dnor banden van innige liefde en hartelijke trouw, in nood en dood in blijdschap en vreugde, met Gas volk verbonden wc 3. Die ..gewon© vrouw" ze was K o n i n- gin bij Go-des gratie.die in" 1898 onder aanroeping van Gods Naam plech tig beloofde altijd en onder alle omstan digheden de belangen van ons vo'k l© zullen voorstaan en bevorderen. Die Vrouwe, onze Koningin, ze hoef! do 'liefde van ons hart en die liefde zal door geen revolutionaire propaganda "worden gedoofd. ij En als ik dan do Socialisten en hunne geesteer wan ten bezig zi'e het Oranjevuur te dooven, dan doet mij dat altijd genoe gen. Heusch, ze zouden 't niet doen, als daar niet wat gloeide onder de asch! Ik zou niet over Oranje schrijven e.n ziedaar mijn briefje is één stuk Oranje geworden. Neem het mo niet te kwalijk, m'n waar- dc. 1 Want die ..heel gewone vrouw", dte ju-» bileerende Vorstin bi.i Godes gratie, ze maakt m'n hart vol. En nietwaar, waar het hart vol van is, daar vloeit de mond van over/ Welnu dan, leve de Koningin! Spare God nog lang onze dierbare Vorstin! VERITAS. -X-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 6