- DÉ NI EU WÉ KUliHJ» Va*
FINANCIEN.
Mr. R. J. H. Patijn te 's-Giavenhags
schrijd:
.Blijken de in omloop zijnde geruchten
juist en ik heb aanleiding te onderstel
len dat zij in hoofdzaak gegrond zijn
dan zal ons volk spoedig uit zijn apathie
op politiek gebied worden opgeschrikt
door ingrijpende voorstellen van den
nieuw opgetreden minister van financiën.
De heer Colijn schijnt niet voornemens,
het kwaad der aangroeiende tekorten,
waaraan wij dreigen ten gronde te gaan,
tc laten voortkankeren. Hij wil de tering
naar de nering zetten. Dat hij daarhij in
conflict moet kemen met de individueele
belangen van verschillende categoriën van
ingezetenen, spreekt van zelf. Het is on
vermijdelijk, dat ook maatregelen zullen
worden voorgedragen, die in tal van ge
zinnen teleurstelling en zelfs ontsteltenis
zullen wekkén. Met een beroep op het
welzijn der natie in haar geheel zal me
nig pijnlijk offer moeten worden ge
vraagd. Men begint zich daarvan reken
schap tc geven en er wacht ons rumor in
casa
"VVie met zorg en kommer de voort
schrijdende verarming vau ons land
gadeslaat cn diep doordrongen is van de
noodzakelijkheid, aan ons puhliek leven
weder als. vroeger een hechten finan-
cieelen grondslag te geven, zal er zich
onverdeeld in verheugen, dat eindelijk
een krachtige poging zal worden gedaan
om het financieele probleem in ^zijn vol
len omvang tot oplossing te brengen, en
met gespannen belangstelling volgen, hoe
de minister van financiën zijn doel zal
trachten te bereiken.
Het is zeker een ongelukkige coïnciden
tie, dat dit geschiedt naar aanleiding van
een conflict in den ministerraad betref
fende de vlootplannen. Het gevaar is niet
gering, dat daardoor de strijd over het
herstel van het budgetair evenwicht in
hooge male zal worden vertroebeld. Wie
overtuigd is, dat onze internationale po
sitie als koloniale mogendheid eischt, het
noodige te doen om onze neutraliteit in de
Oost-Aziatische wateren te kunnen hand
haven, laadt den schijn op zich dat hij
zich van den berooiden staat der schatkist
niets aantrekt; en wie nu voor bezuini-'
ging opkomt, zal moeten hooren, dat het
hem slechts te doen is om ruim baan te
maken voor den vlootbouw. Door den
loop der gebeurtenissen komt de bezui
nigingsactie, die toch reeds niet veel
kans heeft op populariteit, schijnbaar, te
staan in het teeken van de defensie van
Indic: het zal een klein kunstje zijn om
alle anti-militaristische elementen te doen
te hoop loopen tegen de maatregelen, die
zullen worden voorgesteld om tot een
sluitende begrooting te komen.
Men kan bij voorbaat, niet ernstig ge
noeg waarschuwen tegen een dergelijk
streven.
..De heer Patijn wijst er verder op dat
de bedragen, waarom het, gaat," maken,
dat de geldelijke zijde van de vlootplan
nen slechts een betrekkelijk pnbeteeie-
nen(J onderdeel vormen van bet'finan
cieele vraagstuk, dat tot oplossing moet
worden gebracht. Wie zal zich het hoofd
breken over de kosten van een nieuw slot
op zijn voordeur, als de fundamenten
van zijn huis verzakken en de regen door
het dak stroomt? Vindt hij het geld om
de fundamenten te herstellen en het dak
te vernieuwen, dan zal hij ook wel in
staat zijn,..een nieuw slot te bekostigen.
Zoo ook hier: slagen regeering en Staten-
Generaal er in, het bestaande tekort te
boven te komen, dan behoeven de offers,
die de vloot zal eischen, niet meer te
groole zorgen te baren.
De feitelijke toestand is dece, dat de
buitengewoon zware taak, waarvoor mi-
nisier Colijn staat, practisch gesproken
bijna precies dezelfde zou zijn, ook' indien
er geen vlootplannen aanhangig waren.
Om die reden zou bet onlogisch zijn en
niet overeen te brengen met de goede
trouw, indien tegen de pogingen der re
geering om orde te scheppen ia den fi-
r.ancieelen chaos het odium werd uitge
spoeld, dat bij een deel van ons volk al
tijd bestaat tegen uitgaven in verband
met de defensie.
Het, zijn niet de vlootplannen, die de
inzet zijn bij de financieele reorganisatie.
Men kan dan ook wel steun weigeren aan
de Vlootwet met het oog op hare gelde
lijke consequenties, maar bet zou niet
aangaan, tegen het heratel -ar» ha> finan
cieel evenwicht le agtiicn met de Vlo:t-
wet als schrikbeeld.
Overbodige waarschuwing misschien?
Het is te hopen, maar als men momen
teel zijn oor te luisteren legt, is er reden
voor ongerustheid.
De heer Patijn betoogt dan, dat de
heer De Geer, trots zijn uitnemende hoe
danigheden, gebleken is niet de Hercules
te zijn, dien men noodig had om den
Augiasstal te reinigen.
Men kan dit toegeven zonder aan zijn
onmiskenbare verdiensten te kort te doen.
Het komt mij voor, dat zich heeft ge
wroken een fout, bij zijn optreden door
hem, gemaakt. De nieuwe minister had hij
den toestand, dien hij aantrof, beter ge
daan, het zware ambt niet te aanvaarden
zonder een uitgewerkt program van dras
tische hervormingen te hebben ontworpen
en zich vooraf daarvoor den steun van don
ministerraad te hebben verzekerd. Ver
moedelijk heeft hij zelf den omvang van
het kwaad, dat hij zou hebben te bekam
pen, niet geheel overzien en gemeend, het
geleidelijk en met zachte middelen tc
kunnen te boven komen.
Eerlijkheidshalve moet men toegeven,
'dat het zeer de vraag is, of hij destijds
voor zeer verstrekkende eischen gehoor
zou hebben gevonden. De regeering begon
wel is waar te bevroeden, dat het met de
financiën verkeerd liep, maar zij was er
ver van af, den toestand te zien zooals
deze feitelijk was. Anders i;ou bijv. de
handhaving van het dure ontwérp-Pen-
si oen wat niet zijn te verklaren.
En in ieder geval was toen bij de volks
vertegenwoordiging en de natie nog niets
te bespeuren van de mentaliteit, die voor
waarde is voor het brengen van groote
offers in 's lands belang. Het is dan ook
allerminst zeker, dat in den zomer van
1921 een energieke poging om bet roer
<om te gooien, al had. zij ongetwijfeld be-
hooren te geschieden, reeds succes zou
hebben gehad.
Wat biervan zij, na twee jaren aan, het
bewind te'zijn geweest zonder een ingrij
pende hervorming op financieel gebied
te. hebben doorgedreven, begreep minister
De Geer, m.L terecht, dat hij ook in de
toekomst daartoe de kracht tegenover zijn
ambtgenooten en de Tweede Kamer" zou
missen, indien hij berustte in de invoe
ring van de Vlootwet voordat het herstel
van het budgetair evenwicht was verze
kerd. Vandaar het conflict, dat met zijn
heengaan eindigde.
Daar met hem de eenige man het kabi
net verliet, die getoond bad althans den
ernst van den toestand te, beseffen, wiens
streven in de goede richting ging en van
wien men meer hoopte, verwekte zijn af
treden ontsteltenis. Zou nu niét wederom
als in de periode 19181921, de. molen
geheel door den vang gaan?
Het zal, naar het schijnt, anders uitko
men: vermoedelijk heeft jhr. De Geer met
zijn aftreden voor de verwezenlijking .van
datgene, waarvoor hij ijverde, meer ge-
dajan dan hij, aanblijvend, had kunnen
bereiken.
Welke ook de juiste plannen jvan zijn
opvolger mogen wezen, deze is er de man
niet -naar om, als hij de koorden van de
beurs in handen heeft, fatalistisch te be
rusten in een verdere ontreddering van
onze publieke financiën. Zijn persoonlijk
heid, zijn antecedenten en zijn monde
linge en schriftelijke uitingen waarbor
gen, dat er aangepakt zal worden.
Bovendien brachten de omstandigheden
mede, dat de regeering met zijn inziphten
had rekening te houden. Heeft deze zich
tot den heer Colijn gewend, omdat de
ontwerp-begrooting met haar tekort van
140 millioen op den gewonen dienst haar
dé oogen had geopend voor den afgrond,
waarnaar wij afglijden? Of is zij den in
vloedrijken leider der anti-revolutionai
ren niet kunnen voorbij gaan, omdat zij,
in het moeilijk parket, waarin de vloot-
quaestie en de crisis aan financiën haar
hadden gebracht, het er niet op kon wa
gen, hem met zijn goed gedisciplineerd
vendel tegenover zich te Yinden?
Men zal niet licht te weten komen, wel
ke motieven bij de oplossing van de cri
sis hebben gegolden, en dit is ook vrij on
verschillig. ZooveeL schijnt zeker, dat de
nieuw opgetreden bewindsman een finan
cieel hervormingsplan gereed had. vóór-
dathij de portefeuille aanvaardde en dat
hij er zich op de meest afdoende wijze
van heeft vergewist, voor de verwezenlijr
king daarvan óp de medewerking van zijn
ambtgenooten te kunnen rekenen.
GEMENGD NIEUWS
De storm van Woensdagnacht.
De filiaal inrichting van het Kon. Ned.
Meteorologische" Instituut te Amsterdam,
deelt het volgende mede:
De storm van Woensdagnachtdoet in
veel opzichten denken aan dien van 26 op
27 Augustus 1912. Laatstgenoemde storm
trok echter met zijn .windstil centrum over
Amsterdam waarbij de barometer daalde
tot 725.6; Woensdagnacht was de laagste
stand 744.9. Het centrum passeerde ten
Noorden van ons. De zwaarste druk was in
beide stormen 75 K.G. per vierkante M.
de grootste snelheid over 5 minuten ge
middeld bedroeg 16 en IC minuten per se
conde, waarbij natuurlijk stooten zijn voor
gekomen van 25 m. per s. Als zomerver-
schijnsel is het evenals die van 1912 een
zware storm geweest, maar onder de wind-
stormen komen er elk j&ar voor die veel
zwaarder zijn.
Het stormcentrum dat Donderdagmor
gen 4 uur ons land passeerde, hg Woens
dagmorgen 7 uur tusschen dé Scily's en
Valentia ('zuidount Ierland).
Het trekt blijkbaar sr.el verder.
R a- g g e rm olen op de Zuiderzee
losgeslagen.
Woensdagmiddag vertrok van Mcdem-
blik naar Urk de sleepboot ,ZuidTbzee
kapitein L. Bakker uit Zeist met. een sleep
bestaande uit een baggermolen, en twee
modderbakken. Daar het weer steeds slecht
ter werd, besloot de kapiteiji de baggermo
len onder Enkhuizen ten anker te leggen
en met de bakken door te gaan naar Urk,
waar men den nacht overbleef. Daar de
sleepboot Donderdagmorgen wegens nood
weer niet kon uitvaren, werd getracht met
de „Jhr. van Geusau" Van Urk den bag
germolen tc bereiken.
Ter plaatse bleek van heb vaartuig echter
niets meer te bespeuren te zijn.
Om half negenu Donderdagmorgen is de
baggermolen van den Enkhuizer wal nog
gézien, doch om negen uur bleek zij ver
dwenen te zijn. Een noodvlag is hier niet
opgemerkt.
Aan boord bevonden zich J. Schild, en W.
Melchers uit Hardinxveld en T. de Baad,
M. de Baad en C. Erkelens uit Sliedrecht.
Vier dezer personen zijn gehuwd.
Op andere plaatsen.
Te Zaandam heeft de storm groote
schade toegebracht aan de inrichtingen en
tenten op de kermis. Verschillende tenten
zijn geheel of gedeeltelijk in elkaar ge
waaid of door de krachtige windvlagen uit
hun verband. gerukte De pxniaitanten lil
den groote schade, daar zij bovendien al
thans vandaag hun zaken niet kunnen ope
nen. Een caroussel wist men te behouden
door hem in werking, te-stellen en te laten
draaien.
T-' Op den Bildtscheweg te Utrecht viel
door den storm een boom om,, die juist op
een daar passeerenden auto terechtkwam.
Dp chauffeur en dè in den auto zittende
dame Werden ernstig erewond en later naar
de. Bijksklinieken ïe-Utrecht vervoerd. De
auto werd zwaar beschadigd, terwijl de te
lefoonverbinding en de tramdienst gestremd
werden.
Uit vele andere plaatsen wordt mel
ding gemaakt van schade tengevolge van
den storm.'
Overreden.
Te Steenwijk is de 12-"jarige zoon van den
directeur van het gasbedrijf, terwijl hij op
zijn fiets reed, door een zwaar beladen ker
miswagen overreden. Bewusteloos en met
zwbre hoofdwonden werd de knaap opge
nomen, die vijf minuten later overleed.
Door een kanonschot gedood.
Aneto meldt uit Bandoeng: De onderlui
tenant der artillerie Boogaardt demon
streerde alhier bij 'de theorie een 7 Vi c.M.
kanon. Hij wist echter niet., dat het gela
den was. Bij Ket aftrekken trof de vlam
van een los schot hem aan den onderbuik,
ten gevolge waarvan hij doodelijk werd
verwond. Kort daarop is hij overleden.
Door èen paard getrapt.
Te St. Oedenrode ging het 7-jarige jon
getje Adr. van Liempd aan den staart van
eên paard hangen, waarbij het al spoedig
een trap van het dier tegen hét hoofd ont
ving. Het knaapje moest onmiddellijk voor
zien worden van de H.H. Sacramenten der
Stervenden. De toestand is zeer zorgwek
kend.
Bankbiljetten.in de brievenbus.
De politie van liet bureau Kattenburg te
Amsterdam, heeft dezer dagen een man
aangehouden, die door zijn zonderling ge
drag de aandacht trok. Hij bleek in hevige
mate zenuwlijder te zijn. De man schijnt
aan godsdienstwaanzin te lijden.
Na een langdurig verhoor is het de poli
tie gelukt den man de bekentenis te ontlok
ken, dat hij de vijf bankbiljetten van f 10,
die de koster van de Oostcrkerk Maandag
avond in zijn brievenbus vond, in die bus
gedeponeerd heeft.
Mislukte berooving.
Donderdagmorgen te ongeveer Tïalf 12
zou een kantoorbediende van de Maatschap
pij „Nieuwe Waterweg" te Schiedanl, naar
het gebouw van de Scliiedamsche Bank'ver-
eenieing gaan met een bedrag van f 25.000.
In dc nabijheid van het Sterrebosch werd
dc bediende, die op een rijwiel reed, door
een auto aangereden. Hij viel op den grond
en rolde in een greppel, waar hij bewuste
loos bleef liggen. Onmiddellijk kv:arn een
man uit dc struiken, die den bediende de
portefeuille ontrukte cn trachtte zich uit
dé voeten te maken.
Eenige voorbijgangers, die het ongeval en
dén straatroof zagen gebeuren, achtervolg
den den man. Deze wist de portefeuille aan
een ancler over te geven, die het eveneens
op een loopen zette. Ter hoogte van de
'zwemschool werd. de tweede vluchteling
echter gegrepen. Hij wist zich les te ruk
ken en in de richting van Rotterdam te
uehten. Dc portefeuille moest hij. evenwel
i achterlaten. „Hbld."
LEIDSCHE PENKRASSEN
Amice^
't Zou niemand verwonderen, dunkt me,
als ik, nu overal Oranjefeesten gevierd
worden en iedereen van de huldigings
feester en wat daarmee in verband staat
spreekt, <le mij toegestane ruimte ge
bruikte om ook over die dingen te schrij-
ven.
Ik kon dan tenminste zeggen dat ik ac
tueel was. Tegelijkertijd zou ik echter ge
vaar loopen vervelend te worden en
daaronn is 't misschien beter dat ik dit
onder\rerp laat rusten. Men kan immers
ook van het goede teveel krijgen.
En nu de Nieuwe Leidsche, behalve de
gewone berichten op de huldiging betrek
king hebbend en waarvan een goed kran
tenlezer niet licht genoeg krijgt, ook nog
een afzonderlijk feestnummer uitgaf, met
een Oranjekleur en Orcnjeinhoud, zou de
kans waarlijk niet gering zijn, dat mijn
briefje ongelezen terzijde werd gelegd.
In dagen als deze, amice, gevoelt men
weer eens hoe snel het lévén voorbijgaat
en hoe mén ongemerkt ouder wordt.
Ik behoor nog wel niet tot hen dié ge
woonlijk als ouderen aangeduid worden,
maar ik herinner me toch liog heel goed
dat we op scjiool* feestvierden omdat Ko
ning Willem III veertig jaren had gere
geerd. En ik herinner mé öok nog heel
goed, boe kórt daarop de kranten -
waarmee men in die dagen nog wat zui
niger was dan tegenwoordig met een
bikken rouwrand verschenen, omdat de
oude Koning was gestorven en hoe toen
langen tijd achtereen bet gebeier van de
klokken werd gehoord.
En wie weer wat Guder is weet zich
nog beter tc herinneren dan ik hoewel
ik er ook neg wel een flauwe voorstelling
van heb hoe ontzettend koud liet in die
dageii was en hoe groot toen de ellende
was in breede kringen.
We praten nu over malaise, en sjechte
tijden en sociale ellende, maar bij toen
vergeleken leven we nu in een para
dijs en is het nu alles weelde en over
vloed. - 1
Als ge zelf geen herinnering aan die
dagen hebt m'n waarde, vraag het dan
maar eens aan oudere kennissen, die mis-
schied de moeite hebben genomen de be
grafenisstoet te zien voorbijtrekken en die
tevens in de gelegenheid waTen na te
gaan wat er in die dagen op maatschap
pelijk gebied te koop was.
We kunnen ons dat nu bijna niet meer
indenken. En het is gelukkig. Laten we
er dankbaar voor zijn, vooral in deze da
gen, nu er zooveel geklaagd wordt, door
hen die werkelijk in moeilijke omstandig
heden verkeeren, maar vaak ook door
hen, die klagen omdat het nu eenmaal
mode is en omdat iedereen het doet, maar
die als ze eerlijk wilden zijn eigenlijk
niets anders moesten doen dan danken,
voor zóóveel gunstbewijzen als ze voort
durend ontvangen.
Gelukkig is er later langzamerhand
eenige verbetering gekomen, zoodat er,
toerv in 1898 H. M. de Koningin werd
ingehuldigd in meer dan één opzicht re
den was o:n met opgewektheid feest te
vierer.. 1
En dat werd dan ook gedaan. Ik woon
de in die dagen tamelijk ver van het cen
trum des lands waar de feestvreugde het
hoogtepunt bereikte verwijderd, maar ik
herinner me toch heel goed met hoeveel
opgewektheid toen ook in meer afgelegen
platsen feest wertl gevierd..
Als ik daaraan terugdenk, dan is hel
-of het gisteren gebeurde. En toch liggen
die feesten nu al een kwarteeuw achter
ons.
De Koningin, toen nog in haar eerste
jeugd heeft nu al 25 jaren den last der
ree-eering getorst.
Wat is er veel gebeurd iitedie jaren
amice! Wat al veranderingen op elk ge
bied. Het verkeer heeft een algeheele ver
andering oudergaan, de electric; o'-t beeft
haar intrede gedaan en heel het leven
veranderd, wat zelfs uitkomt in de feest
versieringen.
Ik ga niet pogen al die veranderin
gen op te sommen. Denk er maar eens
rustig over na, en ge zult het met me eens
zijn, dat we als in een nieuwe wereld te
ven. En ge zult het ook wel met me eens
zijn dunkt me, dat er voor ons volk waar
lijk wel reden is om' God te danken voor
ontvangen 'Zegeningen, en om op gepaste
wijze feest te vieren.
."Als ge dit briefje, krijgt zijn de feeste
lijkhedenhier in Leiden, die met lie.t oog
op ie 8 Uclcbei'vlering - oen Oranjefeest
levens! een sober karakter dragen al
achter den rug, maar in tal van plaatsen
ook in den omtrek, is de voorbereiding
hog in vollen gang. -
Uit alles blijkt dat er bij ons volk nog
t wel enthousiasme is voor het 'Oranjehuis
rn meer speciaal voor onze jubileercnde
Koningin.
Met genoegen zag ik dat mem in So
cialistische kringen moeite heeft om on
der do roode broederen en zusteren het
Oranjevuur te dooven.
't Gaat hier net als overal: de natuur
gaat boven de leer. Velen stemmen op de
socialistische candidaten omdat die het
meest beloven, ze zijn lid van een roode
vakorganisatie en zij lezen de Socialisti
sche bladen, maar diep in hun hart leeft
vaak ook nog iets anders.
Men 'kan ailerlei gevoelens begraven en
trachten te verstikken, maar 't lukt nie»
altijd en bij den voortduur.
Ondanks alle pogingen om den Gods
dienst te verstikken, blijft er in menig
hart toch nog een zucht naar iets hcx>
gers. Dit blijkt vaak in dagen van moeite
en smart en rouw en het blijkt ook uit
de surrogaten die voortdurend worden
aangewend om- den. Godsdienst to vervan
gen. Als bet er óp aankomt, dan blijkt
toch telkens weer dat do njensch is van
Gods geslacnt en dat hi': van brood, zelfs"
van een Tijk stuk brood niet kan leven.
En zoo gaat het ook wel met andere-
dingen. Men preekt elkaar voor dat Va
derlandsliefde dwaasheid is, maar als de
oorlog uitbreekt, dan grijpt men een ge
weer en snelt naar de grens.
Men preekt elkarr voor dat Oranje
voor ons land niets heeft beteekeiid dat
wij aan de Oranje absoluut geen ver-'
plichtingen hebben en dat we eigenlijk
veel beter af zouden zijn als we de Ko
ningin konden verruilen voor een of an
deren, liefst- rooden, president, maarzóó
ziet men .niet dat de Koningin nadert of
men juicht mee en zingt met veel meer
gevoel dan men z<lf wel weet het oude
altijd ontroerende Wilhelmus.'
Vandaar dat „Het Volk" de laatste we
ken voortdurend bezig is, de. huldigings
feesten in een bespottelijk daglicht te
stellen en op smalenden toon te spreken
van Oranjelol, veroorzaakt dof r Oranje
bitter. Maar het wapen van de spot is
blijkbaar niet afdoende. Eu daarom wer
den een paar dagen geleden de ouders
ernstig vermaand .om hunne kinderen, die
zich met Oranje tooien en die niet na
kunnen laten van Oranje te zingen, eens
terdege onder handen te nenen.
Vertel ze toch, zoo werd gewaarschuwd,
dat de Koningin maar een heel gewone
vrouw is, een vrouw als iedere andere,
waarvoor men h rn-sr li geen drukte be
hoeft te maken. En als dan de kinderen
die zich misschien iets heel bijzonders
hadden* voorgesteld dat inzien, dan
zijn ze van de Oranjesïekte meteen gene
zer).
Natuurlijk is dat- een- greote vereLsswig.'
Want we wisten allemaal wel, dat on
ze Koningin een heel gewone vrouw is.
Er,, loopen hónderden en duizenden vrou
wen'en meisjes rónd met heel wat rh'cér
drukte en veel meer opgedirkt dan de
Koningn. En toch, als we die- ..heel ge
wone" vrouw zién, dan vnrden vo ou
ders.
Ik 'herinner me, dat ik jaren geleden
als soldaat in de Soerensche ho'sschen
marcheerde. Plotseling werd halt gehou
den. De Koningin zou passeergn. In een
oogenblik stond het regiment larrr. den
weg geschaard, de reghhentsmüziek zette
het Oude Wilhelmus in, en we zagen voor
ons een „heel gewone vrouw", met klein
gevolg, te paard. Geen opzichtige toiletten,
geen pracht geen praal, niets.
En toch waren we, allemaal j-jp/c ke
rels, geweldig onder den indruk. Je zag
er bij, heusck geen jongejuffrouwen,
maar kerels van stavast, die moeite bad-*
den hun ontroering te verbergen.
Jaren later w?.s ik in een vergader!n?
waar H, M. de Koningin, werd. begroet
met het Wilhelmus. Er was geen geklap
en geschreeuw, geen gejuich of opwin-»
ding, niets. En toch zag ik;ze,, ite steéx»
mannen met eelt op do "knuisten, de v;.qu-
wen dit de nuchterheid zelf serene'dis
met geen mogelijkheid vérder kondén
zingen.
Hoe kwam dat? 't Was 'toch immers
mar een heel gewor.e vrouw.
Zeker amice. Maa:* die Vrouw war- oen
Oranje. Die eenvoudige Vrouwe, wrs clo
representante van een geslacht dat in
lief en leed met ons vo'k heeft meege
leefd, en dat door banden sterker dan
van het bloed, dnor banden van innige
liefde en hartelijke trouw, in nood en
dood in blijdschap en vreugde, met Gas
volk verbonden wc 3.
Die ..gewon© vrouw" ze was K o n i n-
gin bij Go-des gratie.die in" 1898
onder aanroeping van Gods Naam plech
tig beloofde altijd en onder alle omstan
digheden de belangen van ons vo'k l©
zullen voorstaan en bevorderen.
Die Vrouwe, onze Koningin, ze hoef! do
'liefde van ons hart en die liefde zal door
geen revolutionaire propaganda "worden
gedoofd. ij
En als ik dan do Socialisten en hunne
geesteer wan ten bezig zi'e het Oranjevuur
te dooven, dan doet mij dat altijd genoe
gen. Heusch, ze zouden 't niet doen, als
daar niet wat gloeide onder de asch!
Ik zou niet over Oranje schrijven e.n
ziedaar mijn briefje is één stuk Oranje
geworden.
Neem het mo niet te kwalijk, m'n waar-
dc. 1
Want die ..heel gewone vrouw", dte ju-»
bileerende Vorstin bi.i Godes gratie, ze
maakt m'n hart vol. En nietwaar, waar
het hart vol van is, daar vloeit de mond
van over/
Welnu dan, leve de Koningin! Spare
God nog lang onze dierbare Vorstin!
VERITAS.
-X-