Aan hei einde der Week
-Diiitschland lieeft een nieuwe regeering.
En dat beteekent in meerdere opzichten
ook het inslaan van een nieuwen koers.
Op de vraag of hiervan werkelijke ver
betering te wachten is moet men echter
het antwoord schuldig blijven.
Men hoopt het, althans, voorzoover
men nog lioopt.
Er zijn er ook in Duitschland die niets
meer hopen en niets meer verwachten
dan de chaos, die er feitelijk reeds is.
In de kringen van handel en idustrïe,
zoo lazen wij, begint een onverschillige
stemming te heerschcn.
Alles wat de Regeering zegt en doet,
laat hen koud, eenvoudig omdat ze niet
het minste vertrouwen meer hebben in
de toekomst van het Duitsche volk.
Deze stemming is enigermate verklaar
baar.
't Is een wanhopige toestand daar in
Duitschland.
Betalingsmiddelen zijn er feitelijk niet
meer.
De bankbiljettenpersen draaien nog wel
steeds door, maar de papieren die ze af-
léveren missep recele waarde.
De mark is feitelijk uitgeschakeld.
De Regeering neemt nu krachtige maat
regelen om door zware belastingen de
koers van de mark in het buitenland
eenigszins te steunen, terwijl tegelijker
tijd naar andere betalingsmiddelen wordt
omgezien, maar het is zeer de vraag of
hij wel zal slagen.
„De draaikolk -zoo schreef een der
bladen waarin Duitschland tengevolge
van de inflatie is geraakt, dreigt het ge-
heele land te verzwelgen."
En zoo is het ook.
Want met het grooter worden van de
moeilijkheden, neerot ook de onrust toe
en wordt de kans op conflicten grooter.
't Ziet er donker uit voor het vroeger
zoo welvarende Duitschland.
En terwijl dit land naar den afgrond
draait, gaan Engeland en Frankrijk
voort met te... onderhandelen.
Frankrijk vooral heeft geen haast.
Reeds weken lang is er nu onderhan
deld en geschreven en gewreven, en het
resultaat van dat alles is, dat men pre
cies even ver is, als toen" men begon.
Op de wijze- waarop de onderhandelin
gen worden geveerd geeft het volgende
een goeden kijk.
Frankrijk had een nieuw betalingsplan
bedacht.
Het is gelijk men weet aan Engeland
en Amerika 27 milliard schuldig. Welnu,
zoo heeft men gezegd, laten onze vrien
den ous deze schuld kwijtschelden, dan
zullen wij ook tegenover Duitschland een
gematigde houding aannemen.
In Engeland heeft men echter uitgere
kend, dat Frankrijk op die manier een
voordeeltje zou hebben van een kleine
twintig milliard.
Zoo worden de onderhandelingen ge
rékt, totja, wij weten het niet.
Maal' dat zich boven Europa donkere
wolken samenpakken, dat 'is voor ieder
duidelijk.
Terwijl het er bij onze naaste buren zoo
hopeloos donker uitziet, maken wij ons
op om feest te vieren en te herdenken dat
Koningin Wilhelmina gecjurohde een
kwart eeuw den scepter voefde.
Onder die omstandigheden waarvan
wij ook terdege den weerslag gevoelen
moeten de feesten een sober en ingetogen
karakter dragen.
Dat kan niet anders.
Maar de droeve tijdsomstandigheden
leun een ons toch niet weerhouden
het feestlied te stemmen en te uiten wat
er leeft in het hart van ons volk.
Deze week hebben reeds de Indische
vorsten aan hunne Gebiedster hunne hul
de gebracht.
Indië ging voor en straks zal Nederland
volgen.
Worde in de komende dagen de band
tusschen Vorstin en volk, tusschen Oran
je en Nederland versterkt.
Zij er bij ons blijdschap en oprechte
dankbaarheid jegens God voor genoten
zeeen.
Blijve het in" de toekomst, zooals het
.was in het verleden: God, Nederland en
Oranje.
Want een drievoudig snoer wordt niet
haast verbroken.
Kerk en Bioscoop.
Moeilijk kan de keus niet zijn.
De Bioscoop beschikt over alle middelen,
om te boeien, staat eiken avond open, ver
jaagt. voor een oogenblik de zorgen van
het leven, biedt een keurige gelegenheid
om volop te genieten, voorziet haar be
zoekers van muziek en ververschingen,
kortom, er is sinds 25 jaren geen plaats
van samenkomst, die zooveel gisnoegen
medt voor zoo weinig geld als de Bios
coop.
Met bioscoopgenot kost bovendien wei
nig of geen inspanning, verklaring in
woord en scli^-ift begeleidt de voorstellin
gen, en die voorstellingen zelf vergen geen
bijzondere denkkracht, hét wordt ons alles
om zoo te zeggen op een presenteerblaadje
voorgezet.
En de Kerk?
Och, die is maar een of twee keer per
week open, en dan nog juist op den Zon
dag, den dag, dat men er wel eens „uit"
wil zijn.
Te zeggen, dat wat men daar hoort, al
tijd even boeiend is, ware de zaak mooier
maken dan ze is. Van ververschingen is
geen sprake; muziek, nu die kan soms wel
eens mooi zijn, maar ze gaat meestal op in
het gezamenlijk zingen," wat ook. al geen
bijzondere schoonheidsgenietingen geeft.
Inspanning is er lang niet altijd overbodig
menige preek eischt een vlug begrip en
oen helder onderscheidingsvermogen.
Alleen het geld, dat gaat. Duur is het
kerkbezoek met; men kan volstaan met 2
of 3 centen, zonder dat men daarvoor zal
worden nagewezen.
De ervaring heeft spoedig geleerd, dat'
de Bioscoop het glansrijk wint van de
Kerk; in nog geen kwarteeuw tijds telden
Europa en Amerika pl.m. 47000 bioscoop
theaters (in Engeland alleen b.v. 4500, met
1075 millicen bezoekers jaarlijks), en als
wij b.v. Den Haag als maatstaf mogen
nemen, waar 15 Biosocpen en 75 Kerken
staan, dan nog zegt dat niets ten voordee-
le van de Kerk, omdat die 15 Bioscopen er
in 20 jaren zijn verrezen, terwijl die 75
Kerken, over eeutven verdeeld, in een
zeer langzaam tempo, zijn gebouwd.
Met de bezetting van Kerk en Bioscoop
is het eenzelfden weg gegaan; een half
volle kerk en erger kan men in ons
land meermalen aantreffen, maar een half-
gevulde bioscoop is iets, wat een uitzon
dering wordt geacht.
In de grootste steden is het zelfs renda
bel gebleken* de bioscoop van 's middags
één tot 's avonds elf uur onafgebroken
open te stellen, en dat dagelijks.
Et is geen enkele reden om te verwach
ten, dat de geschetste verhouding tus
schen' Kerk en Bioscoop beduidend zal
veranderen.
De Bioscoop staat als een boeiende
werkelijkheid midden in het leven, zij ont
vangt haar bezoekers uit alle levenskrin
gen en van alle leeftijden (de wettelijke
beperkingen voor kinderen vormen haar
hoogste eer niet), en zij heeft het volle
mienschenleven en het leven, der natuur,
der techniek en der fantasie als een onuit
puttelijke bron van onderwerpen ter her
schikking.
Van de Kerk kan men ongeveer hetzelf
de zeggen, maar men kan er ook nog iets
meer van zeggen.
Van haar kan men dit zeggen:
dat zij al bijna 60 eeuwen bestaan heeft,
iets wat van de Bioscoop nog moet b e-
wezen worden, Anna 7900;
dat zij het z6o lang heeft uitgehouden
zonder de middelen, waarover de Bios
coop beschikt;
dat zij veel en veel rijker is dan de
Bioscoop: deze brengt ons hoogstens
door _het leven tot aan de grens van den
dood.
De Kerk wijst ons den .weg uit het le-
.ven, door de vallei des doods, naar een
leven, dat geen afleiding meer noodig
heeft, om er den kommer van te verzet
ten, want in dat leven zal geen kommer
meer zijn;
dat zij eeuwenlang vervolgd en gehaat
en gehoond is geworden, en tot op dezen
dag in ongerepte kracht bestaat, iets'wat
van de bioscoop ook nog meet bewezen
worden. Anno 3900;
dat zij haar bezoekers geen ververschin
gen, maar vertroostingen meegeeft, ver
troostingen, die blijkens de feiten, iemand
van diep ongelukkig, vólkernen gelukkig
kunnen maken; en eindelijk:
dat zij de Kerk geen snel voorbij
gaande films van menschelijke hartstoch
ten, maar een eeuwigdurende -film van
Goddelijke liefde laat zien, met- een on
uitroeibare verklaring de Bijbel en
met een onnavolgbare muziek de har
pen des-.hemels'erbij.
- H. J. v. d. MUNNIK.
BINNENLAND
De bezuinigingsplannen van de
regeering.
In aansluiting aan de jongste mededee-
lingen, dat in de millioenennota van den
heer Golijn het cijfer van de 105 mil-
lioen tekort aanzienlijk gewijzigd zal
worden, verneemt de Residentiebode van
zeer betrouwbare zijde, dat thans defini
tief besloten is, met 1 Januari a.s. een
algemeene salarisverlaging in te voeren
voor het geheele rijkspersoneel, ook voor
de onderwijzers.
De daartoe noodige maatregelen zijn
reeds in 'bewerking.
Verder verneemt het blad, dat ook het
tekort op de spoorwegen gedekt zal wor
den door een algemeene salarisherziening
van het spoorwegpersoneel.
Aangezien dus de regeering nu ook tot
salarisverlaging besloten heeft voor het
reeds jaren in dienst zijnde personeel, zal
tot intrekking van art. 40 van het Bezol
digingsbesluit moeten worden overge
gaan. -
Nationaal huldeblijk aan H. M. de
G Koningin.
Voor het Nationaal Huldeblijk aan H.
M. de" Koningin zijn bij den secretaris
penningmeester vaii het Provinciaal Co
mité Zuid-Holland .sinds de laatstgepnbli-
oeerde bijdragen nog ingekomen:
Rijnsburg f 152.26 >2; Zoelermeer-Zeg-
waart f231.60; Haastrècht f 105.07
Woubrugge f 172.—; Nieuwveen-Zevenho-
ven f50.Nieuwvenn f 167.85;- Noord-
wijkerhout f326.08; Woerden f200.
Bodegraven f 101.7214; Hillegöm
f 221.87)4; Rietveld, Waarder en Bar-
woutswaarder f 428.20; Leimuiden en
Rijnzaterwoude f 110.Zwammerdam
f 283.82 Ter Aar f200.Voorburg
f500.Leiderdorp f 171.06)4; Heken
dorp f 57.90; Moerkapelle f 84.81; Zeven
huizen f 141 .25; Leiden (totaal f 3294.14;
en Gouda (totaal) f 1819.50.
Ministerieel bezoek.
Minister Ruys dé Beerenbrouck beeft
de landbouwtentoonstelling te Vorden
(Gld.) geopend met een rede, waarin hij
wees op de groote belangstelling der re
geering in den landbouw, maar tevens er"
den nadruk op legde, dat hier, meer dan
voor vele andere takken van bedrijf de
spreuk geldt: „Help u zelf, zoo helpt u
God".
De Zaandamsche wethouders.
In de gisteravond gehouden samen
komst van de leden van den Zaand.am-
schen gemeenteraad is omtrent de sa
menstelling van het college van B. en W.
de Ycreischte overeenstemming verkre
gen, zoowel ten opzichte van de onder
linge verdeelirig der zbtels als omtrent do
personen die deze zullen bezetten.
In afwijking van hetgeen oorspronke
lijk verluidde zijn als wethouders aange
wezen: "A. Kruvver (a.r.), J. C. Ferm ie
(midd.) J. F. KampJiuys (r.k.) en D. R.
van der Laan (s.d.), zoodat het college
geheel wordt vernieuwd.
Van het tegenwoordige hadden de hee-
ren Duys en Donia, beiden S. D. A. P.
zich niet meer als lid van den Raad be
schikbaar gesteld, terwijl de heeren Van
Velsen (r.k.) en Brinkman (v.d.) niet
werden herkozen.
De heer Van der Laan (s.d.) is reeds
vroeger eenigen tijd wethouder geweest.
Ons onderwijs in Zuid-Afrika.
Naar de „Nederl." meldt heeft dr. Vil-
joen, Super-Intendant van het Onderwijs
in do kaap-kolonie een langdurig onder
houd gehad met dén Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, dr. De
Visser, ten einde' zich bij dezen bewinds
man op de hoogte te stellen van de on-
deriwjstoestauden in Nederland;
De heer Viljoen zal in de volgende week
naar hij den Minister mededeelde, zijn
bezoek herhalen, thans in gezelschap van
twee Australiërs, die de heer Viljoen in
Engeland heeft leeren kennen, en die op
het 'gebied van het onderwijs in ons land
gaarne zouden worden ingelicht. t
De Middenstand bond en het
cadeaustelsel.
De algemeene vergadering en het bonds-
congres van den „Middenstandsbond",
zal op 17 en 8 October a.s. te Breda wor
den gehouden.
Op dit congres zal o.m. worden behan
deld: „Het cadeaustelsel in den handel",
praeadviseur H. Leemhuis te Amsterdam,
secretaris van den Ned. Grossiersbond.
De heer Leemhuis komt in het genoemd
praeadvies tot de volgende conclusies:
I. Als verkoop met cadeaux zijn te ver
staan alle stelsels, waarbij het „cadeau",
hetzij geheel of voor een gedeelte, inte-
greerejid bestanddeel uitmaakt van eiken
verkoop.
II. De .huidige ontwikkeling van het ca
deaustelsel ligt in den aard der tegen
woordige tijdsomstandigheden, maar het
is. twijfelachtig, of het met déze weer zal
verdwijnen.
III. De stelling, dat verkoop met ca
deaux op zich zelf niet reëel zou zijn, is
in zijn algemeenheid niet' te handhaven.
IV. Ten einde met voordeel als geregeld
stelsel van verkoop te worden toegepast,
leidt het echter noodzakelijk tot uitwas
sen, die noch in het algemeen belang,
noch in dat van den reëeleri handel wen-
schelijk zijn en dus dient te worden be
streden.
V. Bestrijding' dient plaats te hebben;
A. door gestrenge* handhaving en ruime
opvatting van art. 1 van de Loterijwet en
art. 383bis van het Wetboek van Straf
recht;
B. door propaganda en «voorlichting van
het publiek en waar mogelijk dóór direc
te actie, van georganiseerde belanghebben
den tegen degenen, die dit stelsel van
verkoop toepassfen. 'P - -
- ---- 7 -ft
Behoud van patuiirschapfv.
Dé'minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw:
I. vestigt er de aandacht der gemeente-
bésturen op, dat het tér bevordering' van
•de bewaring van natuurschoon binnen de
bebouwde kommen hunner gemeenten gê-
wenscht is,, dat zij aldaar niet overgaan
tot eenigszins belangrijke vellingen van
houtopstandén, zonder vóóraf het Staats-
hoschbedrijf te hebben gehoord;
II. vestigt er de aandacht van allé pu
bliekrechtelijke lichamen, alsmede van
vereehigingen en stichtingen van alge
meen nut op, dat zij van hun voornemen
om hunne hosschen en andere houtop-
standen te vellen of te doen dunnen ten
minste .één vmaand vóór de dunning of
velling schriftelijk kennis moeten geven
aan den inspecteur van het Staats-
boschbedrijf te Utrechtt;
III. noodigt al deze lichamen uit van
alle veilingen en dunningen, die in het
a.s. seizoen moeten plaats hebben, tijdig
in een kennisgeving mededeeling te doen.
De Belgische frank.
Ongeveer een week geleden, zegt de
Rotterd., heerschte er zoo'n soort pa
niekstemming in België. Do Regeering
had maatregelen getroffen om den frank
op peil te brengen en vooral op peil te
houden; de dollar, het pond en de gulden
hadden hun schoonstetriumphen gevierd,
het zou van nu af uit zijn.
En wat is de uitkomst?
De dollar, het pond, en de gulden gaan
hun rustigen gang, en de frank blijft
zakken.
De eenige regeeringsmaatregel, die zou
kunnen helpen, is het brengen van bud
getair evenwicht, de uitgaven in overeen
stemming te brengen met de inkomsten;
niet meer uit te geven dan men ont
vangt.
Een les, dok- voor Nederland.
We hebben het voorbeeld gehad bij on
ze Oosterburen, we hebben thans het
voorbeeld over onze Zuidergrenzen.
Slechts als we slagen in de beperking
onzer uitgaven _kunnen we het lot van de
landen met gedeprecieerde valuta ont
gaan.
De marteling der modeslavinnetjes.
We lezen in „St. Laurens", r.-k. week
blad te Rotterdam, hét volgende:
Als de mode iets voorschrijft, 't mag
nóg zoo gênant zijn, dan wordt het met
vreugde door onze dametjes en madame-
tjes verdragen. Of hoort en ziet ge niet
goed?
Gij zult schoentjes .dragen met puntjes
zoo fijn, dat er plaats is voor vier in
plaats van voor vijf teenen
't Zij zoo!
Gij zult op hielen loopen zoo hoog en
zoo smal, dat ge acrobatentoeren moet
doen om recht te blijven.
't Zij zoo!
Gij zult in plaats van zakken in uw
kleed voor altijd gestraft bijn met een
taschje aan uw handen, aan tafel, in den
6alon, op het hal, overal.
't Zij zoo!
Gij zult een corset dragen, dat uw
longen samengeperst, dat u belet' gèmak-
kelijk te kunnen neerzitten of buigen en
bukken Dat er misvorming en ziekten
uit kunnen voortkomen, daar moet ge
niet aan denken.
't Zij zoo!
Gij zult een hoed dragen, die u lucht
en licht beneemt en die u ten slotte zal
doen scheel kijken om te zien wat er
rondom u gebeurt.
't Zij zoo!
Gij zult uw zakdoeken met eau-de-co-
logne begieten, uw lippen en uw wangen
inpoeieren, uw haren laten verven, door
schijnende kousen dragen en kou aan de
voeten lijden,, laaggekleed loopen en
bronchitis opdoen, enz.
't Zij zoo!
Gij zult de verpestende lucht inademen
der cinema-zalen, ge zult tot haat in den
nacht uitblijven en van alle likeuren en
zoetigheden inslikken, gij zult dansen "en
foxtrotten totdat uw beenen ineenzakken,
't Zij zoo!
Gij zult uren en uren besteden aan
kleeden en ontkleeden, aan wassehen en
poetsen en insmeeren en frou-frous ma
ken en' gezichtjes trekken voor den -spie
gel.
't Zij zoo!
Gij zult elk een snoezig schoothondje
verzorgen, kleeden, wiegen en kussen en
op uw wandelingen blijven staam zoo dik
wijls als uw hondje het noodig vindt, eri
het mee nomen op tram en trein en op
koffie-visite.
't Zij zoo!
Allés is goed en niets weegt er te
zwaar.
En dan noemt met het vrouwelijk ge
slacht het zwakke geslacht!
.Welke man zou er tegen kunnen?
LEIBSCHE PENKRASSEN
Amice.
Bij de verschillende gemeenisëslukken
den laalsten tijd in ons blad gepubliceerd
zijn er sommige, die weieens wat nader
belicht mogen worden.
Ik denk hier in de eerste plaats aan de
Zakelijke Bedrijfsbelasting, die maar
even het dubbele heeft opgebracht van
wat geraamd werd. Volgens de begroo
ting zou de last hierdoor op de industrie
gelegd f 60.000.— bedragen terwijl in
werkelijkheid de opbrengst bedroeg
f 117.464.25.
Nu weet ik niet hoe men aan- deze veel
te lage raming gekomen is. Ik dacht dat
men op het Stadhuis wel over zooveel ge
gevens beschikte, dat '11 eenigszins zuive
re raming nog wel- mogelijk zou zijn, te
meer daar deze'heffing toch zeer eenvou
dig is.
'Blijkbaar heeft men er echter weinig,
moeite vcor gedaan. Haast zou ik zeggen
"mijni heeft niet g er a a m d,-.maar een
voudig een willekeutig bcidrag neerge
schreven!
Nu is dat op zichzelf niet zoo heel erg,
maar het verwondert me wel heel sterk,
dat men bij de behandeling van de jong
ste begróoting, toen voorstellen tot af
schaffing en vermindering van deze be
lasting aan de Orde kwamen deze „ra
ming" als uitgangspunt heeft genomen.
Me. dunkt het kohier moet toen toch
..wél zijn vastgesteld en dan moet toen ook
de vermoedelijkeontvangst bekend zijn
geweest. Toen echter door B. en W. bere
keningen werden overgelegd omtrent de
vermoedelijke gevolgen van deze voor
stellen, heeft men zich toch gebaseerd op
de geraamde cijfers, zonder met de wer
kelijkheid rekening te hpuden.
Het gevolg is geweest dat de Raad ver
keerd werd ingelicht en dat op die" ver
keerde inlichtingen een besluit werd ge
nomen, dat hoogstwaarschijnlijk anders
zou zijn uitgevallen indien men over meer
juiste gegevens, de beschikking had ge
had.
Interessant is de vraag welken invloed
de onverwacht groote opbrengst van deze
belasting zal hebben op de stemming van
de Raadsleden.
Ik kan mij indenken dat er leden zijn
die nu sterker dan vroeger voor a f-
s c h.aJf fin g-zijn, om'dat zij d,e last op
de?e wijze op de bedrijven gelegd, wel wat
al te groot achten.
Maar het is ook mogelijk, dat men ge
zien de hooge opbrengst, er voor terug
schrikt deze belasting af te schaffen om
dat dan een gat in de gemeentelijke schat
kist geslagen wordt, dat heel moeilijk zal
zijn te stoppen.
Bekend is dat inet name de heer San
ders het vorig jaar een sterk voorstander
van de afschaffing was. Zal hij het straks
nog zijn als hij in het college van B. en
W. zitting krijgt en misschien zelfs wel
de financiën zal hebben te beheeren?
Maar om nu op de raming, die toch
eigenlijk geen raming was, terug te ko
men,er zullen er misschien zijn die re
deneeren: Wat doet het er eigenljjk toe.
.We hebben nu een prachtige meevaller
en of die raming nu wat meer of minder
juist was, dat doet toch eigenlijk minder
te zake.
Wie zoo redeneeren vergeten echter,
dat op deze wijze het vertrouwen "in de
inlichtingen die B. en W. verstrekken en
waarop de Raad moet werken en zijne
beslissingen' baseeren, verloren gaat.
Ik denk hier ook aan de behandeling
van het voorstel-de Lange in Mei 1922
gedaan om het vermenigvuldigiijgscijfer
te verlagen. Door den wethouder van Fi
nanciën werden toen allerlei sombere
voorspellingen gedaan, die echter niet
klopten met de werkelijkheid.
De deze week ontvangen stukken heb
ben weer 'opnieuw een staaltje gegeven
van een raming die naar niets leek.
De rioleering en ophooging van een ter
rein benoorden den Maresingel, met bij-
behoorende werken, waartoe in Juni van
dit jaar besloten werd, was geraamd op
f 95000. Het geheele werk kan echter gCr
heel volgens de gestelde voorwaarden,
zoodat hel karakter" van'werkverschaffing
behouden blijft, worden uitgevoerd -*oor
f44027.of nog niet eens de helft van
de geraamde som.
Men heeft gevoeld dat dit toch dc spui
gaten uitliep en daarom wordt er in do
stukken de aandacht op gevestigd, dat
de globale raming van het onderhavigs
werk was gebaseerd op de eenheidsprij
zen van een soórtgelijk werk, v ij f
jaar geleden verricht, ten aanzien
van een naburig terrein.
Mc dunkt dat is toch wel v^at heel kras.
Of is het niet een schandaal dat Ge
meentewerken B". en W. met een dergelij
ke „raming" bij den Raad durven laten
komen? Op die manier kan men wel de
eerste de beste leerjongen opdragen ra
mingen te maken of beter nog de ramin
gen heelemaal achterwege laten.
Een raming van kosten gebaseerd op
cijfers van 1918!
In het onderhaviee geval heeft de zaak
geen ernstige gevolgen*. Maar het kan
toch ook anders zijn.
Stel dat op zulk een „raming" nu eens
een bepaald werk in „eigen beheer" was
uitgevoerd. Men had dan tweemaal het
nu benoodigde. bedrag kunnen uitgeven
terwijl men dan toch nog pl.m. f7000.
beneden de bcgrooling was gebleven wat
dan weer als bewijs kon dienen dat
eigen beheer toch niet onvoordeelig is.
Ik hoop amice, dat deze blunder niet
door me'er dergelijke misrekeningen zal
worden gevolgd en dat B. en W. de amb
tenaren duidelijk zullen maken dat zij
van zulke ramingen verschoond wen-
schen te blijven.
Nog een ander punt trok mijn aan
dacht, maar aangezien de redactie daar
aan reeds een artikeltje heeft gewijd, zal
ik daarop thans niet in- den breede in
gaan.
Ik bedoel het voorstel om gelden be-
schikbaar te stellen voor het verleenea
van maatschappelijke hulp'bij ziekte en
bij de verpleging van kinderen van 011-
en minvermogenden, die de Leidsche bui
tenschool bezoeken.
Ik begrijp eigenlijk niet goed waarom
dit voorstel nu reedsmeet behandeld
worden. De bedoeling is toch om de ge
vraagde gelden op de Gemeenlebegroo-
tirig voor den dienst 1924 uit te
trekken.
Me dunkt zoo, dat het toch heelemaal
vo.or de hand ligt dat de bes'.ising over
dergelijke posten aan den nieuwen Raad
wordt overgelaten.
Vooreerst al omdat dit heelemaal tot
zijn terrein behoort. Er is niet de minste
reden waarom de heengaande Raad in dU
opzicht vooruit zou werken.
Bovendien kan alleen de nieuw Raad
over den stand der financiën oordeelen.
Uit de middelenstaat over Juli hebben we
kunnen zien dat de opbrengst van de In
komstenbelasting zeer sterk begint te ver
minderen. En in de bladen las ik dat B.
en-W.1 van Amsterdam alleen voor die ge-
meente een verminderde ontvangst/ver
wachten van f 4.600.000. Dat is een ge
wéldige achteruitgang.
En als ik dan herinher aan de vrij pes-
simistiSche beschouwingen die B. en
onlangs ten beste gaven, dan- is -er reden
om te verwachten dat het Lier in Leiden
wel nic-t anders zal zijn. en dat hot hier
dan straks ook wel niet gemakkelijk zal
gaan om de einden aan elkaar te knoo-
pen.
Een reden temeer dunkt me voor den
bestaanden Raad om geen beslissingen
voor de toekomst te nemen, maar de ver
antwoordelijkheid hiervoor le laten aan
zijn opvolger die straks de begrooting
over 1924 zal hebben vast te steller.
Maar naast deze formeele en finan-
cieele bezwaren, want een a a n-
vangsbedrag van f 3000.dat zich
natuurlijk zal uitzetten is in dezen tijdi
pog zoo'n kleinigheid niet komen dan
nog de principieele bezwaren.
We hebben-naast de Diaconieën on het
Burgerlijk Armbestuur nog verschillende
ve'reenigingen die voor de belangen van
zieken en zwakken waken, en naar ik
meen te weten op uitnemende wijze.
Maar nu komt de Geneeskundige Dienst
en vraagt f.ori crediet, om ook in voorko
mende gevallen hulp te. kunnen 'verleenen,
welke hulp naar het heet als regel slechts
een tijdelijk karakter zal dragen.
We krijgen hier dus een zekere cate
gorie ambtenaren, die een geheel anderö
taak hebben die als armenverzorgers
zullen gaan fungeeren. De hedoeling is
inderdaad uitnemend. Men zou zelfs ver
der kunnen gaan en voor iederen genees
heer en iedere verpleegster een bedrag
beschikbaar stellen om waar noodig di
rect te kunnen ingrijpen.
't Is echter, dunkt me, duidelijk,"dat we
ep die manier de goede weg finaal kwijt
raken. De gemeente gaat zich begeven op
een terrein wat het h ire niet is en we
krijgen op deze wijze allerlei niet te con
troleeren uitgaven waarvan het eind niet
te zien is.
Kunnen deze ambtenaren beoordeelen
óf voor bepaalde gezinnen gemeentelijke
hulp inderdaad noodig is? Kunnen zij
zich overtuigen of Diaconieën en Armbe-
stuur hun plicht verzaken?
B. en W. hebben geen bezwaar omdat
slechts een klein bedrag geraamd is.
Maar als de Geneeskundige Dienst nu
eens dezelfde methode bij het maken van
ramingen volgt, als Gemeentewerker. en
er maar zoo'n beetje met de mufs naar
gooit, wat zal dan hef einde zijn?
't Spijt me waarlijk, amice, da! oen
rechtsch college van B. en W. cy> dezen
m. i. verkeerden weg voorgaat, oon weg
.waarop naar ik vrees do meerderheid
van den. Raad maar al le gaarne zal wil
len volgen.
Overigens kan worden geconstateerd
dat het den togen woord i gen Raad aan
werklust niet ontbreekt. Hij blijft tot liet
laatste oogenblik paraat.
Maandag krijgen we och lor toch wel do
laatste zitting. Eerst een lango agenda en
dan het scheiden, dat ook in gemeen
teraden wclcens pijn kan doen.
VERITAS.
7