Aan hei einde der Week j Een week van spanning ligt achter ons. De spanning is echter eenigermate ge broken en naar uit Londen gemeld wordt" meent met daar de stemming met „gema tigd optimisme" te mogen kenschetsen. In hoeverre er hier voor optimisme re den- is, zal de toekomst moeten leeren. Het schijnt evenwel dat er bij de Fran- sche regeering een kentering is waar te nemen, in dien zin, dat men tot de 'er kenning komt dat de Roerbezettmg toch eigenlijk niet loonend is en bovendien ernstige gevaren, inhoudt. Of liever, deze dingen heeft men reeds lang geweten. Maar» de „nationale trots" verbood dit te erkennen, waarbij dan nog kwam de zucht om Duitsohland ten koste van alles te vernederen. En eenmaal op dezen gevaarlijken weg den voet gezet, was het heel moeilijk te rug te keeren, zelfs toen men bemerkte dat men kwam te staan voor een gapen den afgrond. Aan Engeland is het te danken, 'dat tenslotte het gezond verstand schijnt te zullen zegevieren. Dank zij de milde houding van het eilandenrijk tegenover zijne schuld- eischers zou Frankrijk niet alleen bereid zijn een ernstig onderzoek naar Duitsch- lands draagkracht toe te staan, maar zou het tevens bereid zijn aan de Roerbezet tmg een einde te maken. Daarmee is Duitschland nog niet gehol pen. Maar er is dan toch weer een kans op oplossing van de moeilijkheden, die niet alleen het vroegere keizerrijk naar den afgrond voeren, maar die ook voor geheel Europa noodlottig dreigen te worden. Dat intusschen de bittere haat van Frankrijk tegen Duitschland niet gewe ken is, blijkt wel uit wat uit Londen wordt geseind omtrent de eventueele toe treding van Duitschland tot den Volken bond. In Engeland gevoelt men er blijkbaar voor, Duitschland tot den Bond toe te la ten. Maar, zoo wordt daarnaast uit Parijs gemeld, op denzelfden dag waarop Duitschland tot den bond wordt toegela ten, alvorens het al zijn schulden heeft betaald en alle gedurende den oorlog in Frankrijk aangerichte schade heeft ver goed, zal Frankrijk uit den bond treden. En dan meent men nog dat bij den Volkenhond de waarborg ligt voor de toe komstige wereldvrede. Dat het gevaarlijk is op mensolien- gunst te vertrouwen ondervindt Kemal Pacha, de beroemde Turk, die in enkele maanden het Turksche rijk hecht en sterk wist te maken. De vrede is nu geteekend. En omdat de vrede geteekend is, wor den de officieren op groote schaal ont slagen, met het gevolg dat deze heeren niet weinig ontevreden zijn. Deze ontevredenheid nu, wordt door de tegenstanders van Kemal Pacha aange wakkerd en uitgebuit, terwijl te gelijker- - tijd van de economische uitputting in Klein-Azië gebruik wordt gemaakt om het volk te prikkelen en een anti-Kemal- Pacha-beweging uit te lokken. In dit opzicht onderscheiden de Turken zich dus niet van de Christenvolken. Wij denken hierbij ook aan ons eigen land. Toen in 1903 de spoorwegstaking, die voor ons volk tot een ramp dreigde te worden, door de krachtige maatregelen van het Kabinet-Kuyper bedwongen werd waren vele liberalen vol lof over het op treden van Dr. Kuyper. Dat was nog eens een man! Maar toen in 1905 de verkiezingen kwamen toen gingen diezelfde liberalen met de Sociaal-democraten, hand aan hand om Dr. Kuyper ten val te bren gen. En in de toekomst zal het wel niet an ders gaan. Colijn is thans de man, ook van vele liberalen. Hij is immers de krachtige figuur, de bekwame financier, de man. met den bree- den blik en het scherpe verstand, die de dreigende financieele rampen zal afwen den. Vol vertrouwen zien vele liberalen naar Colijn op, en naar wij hopen niet ten on rechte. Maar als straks de stembus komt dan zullen ze vergeten wat Colijn deed, en dan zal men weer als van ouds, met hen die op de omzetting van de maatschap pelijke orde bedacht zijn eene lijn trekken. Laten wij dat, bij alle loftuitingen aan het adres van den heer Colijn maar geen oogenblik vergeten. Gemeenteraad Voorschoten. Vergadering van Vrijdag 17 Augustus onder leading van burgemeester Vernède. Aanwezig alle léden. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige vergadering gelezen en vastgesteld. Do V o o r z. doet hierna mededeeling van eenige ingekomen stukkien, w.o. het verslag van den toestand der gemeente Voorschoten over 1922; zal ter inzage worden gelegd. Voorts is ingekomen' ften' adres van eenige vergunninghouders, waarin den raad wordt verzocht een verordening in' het leven te roepen! .waardoor het yoor, n iet-inwoners der gemeente verboden! zal zijn om bij bijzonder© gelegenheden;, zoo als paardenmarkten, oranjefeesten enz., met stalletjes of kramen binnen de kom der gemeente te venten. 'Adressanten lich ten hun bedoeling toe door te verwijzen naar de hooge lasten, die zij, in tegen stelling met genoemde verkoopers hebben to dragen, terwijl ook de slechte toegangs wegen der gemeente ben reeds schade be rokkenen. Op deee wijze! ontstaat eenl on eerlijke concurrentie. B. en' iWl «tellen voor het adres naar hun college te renvoyeeren om proeadvies. De heer C. E g g i n k Sr. merkt op dat adressanten op die manier lang zullen moeten "wachten op antwoord De V o o r z. schrijft dit toe aan het late indienen van het adres. De heer Eggink staat wel sympathiek tegenover deze aanvrage. Buitendien is er in den raad al meer over gesproken om den toevloed van vreemde kooplui iets te weren, om te voorkomen dat de ingeze tenen worden belemmerd in hun nering. De Voorz. zegt dat voornamelijk de juridische zijde van de zaak een spoedige beslissing -niet mogelijk maakt. Spr. weet niet of de gemeente wel bet recht beeft een dergelijke -veroixLening in te voeren. Het voorstel wordt aangenomen. Van de betrokken aannemers is eten, schrijven ontvangen waarin zij bun leed wezen uitspreken over de genomen beslis sing waarbij het bedekken van de nieuw te bouwen woningen met z.g. onontvlam baar riet, volgens de methode-Dubbeldam, werd verboden. Het schrijven gaat verge zeld van een uitvoerige toelichting, waarin ten slotte gepledt wordt voor wijziging van de bouwverordening in dit opzicht. De Voorz. merkt op dat de verorde ning niet behoeft te woraien gewijzigd daar ze thans reeds gelegenheid geeft voor het gebruiken van deze dakbedekking Het bezwaar dat B. en W. er echter tegen hebben is, dat hot riet na eenige ja-ren is „uitgeloogd" terwijl het niet zeker, maar zelfs twijfelachtig is5 of de eigenaar dan bereid is de bedekking door een nieuwe te laten vervangen. Men mag de bewoners ep die wijze niet blootstellen aan brand gevaar. De heer Eggink betreurt toch dat het deze richting uit moet, omdat er anders meer animo voor het, bouwen zou bestaan. De V o oir a. merkt op (dat de bouwers zoo fel zijn op deze bedekking omdat ze zoo goedkoop is, wat de "heer Nasveld niet onderschrijft. Spr. vindt de genoemde bezwaren vrij overdreven. Oniderteekend door vrijwel alle bewoners van het Vernèdepark is een verzoek inge komen, om dit park, in verband met de talrijke ongevalLen, voor hét rij wiel verkeer te sluiten, 't geen den V oorz. doet op merken dat de bewoners, wier kinderen het meestal zijn die daar den weg onveilig maken, hiermee erkennen dat ze hun kin deren niet in bedwang kunnen houden. De hoer Eggink is het daarmede niet eens. Spr. acht de argumenten der adres santen volkomen gegrond. Ook de heer Mens spreekt van een „Wielerbaan".... De Voorz. wijst er op dat liet park bij een. eventueel rij wiel verbod ook niet door bakkers en slagers enz. zou mogen worden bereden. Het stuk wordt gesteld in handen van B. en W. Het zelfde wordt besloten ten opzichte van een adres van ,,Het Groene Kruis", houdende een verzoek om subsidie van f 200, welke aanvrage vergezeld is van een verslag en rekening. Ook eenige ver zoeken van de heeren dé Sirks en Schoen maker om aansluiting van hun'woningen aan de groote riolen. Voor kennisgeving worden aangenomen eenige missives van Ged. Staten houden de mededeeling van goedkeuring van ge nomen raadsbesluiten, alsmede van een vastgestelde verordening, een verslag van -den keuringsdienst van waren over het eerste halfjaar van 1923 en het proces verbaal van opname van kas en boeken van den gemeente-ontvanger, volgens- het welk alle bescheiden in orde zijn bevon den. Hierna wordt overgegaan tot vaststel ling der benoeming van tijdelijk aangestel de ambtenaren. De heer Braggaar had verwacht dat die menschen nu wel eens loonsverhooging zouden hebben gehad maar de Voorz. kan hem daarover niet inlichten, daar zulks alleen plaats heeft na advies van den gas- of watermeester, in wiens bedrijf zij werkzaam zijn. Be sloten wordt dit advies alsnog af te wach ten. Op een verzoek van het R. K« Kerkbe stuur, waarin gevraagd wordt gelden be schikbaar te- stellenl voor aanschaffing van meubileering voor de R. K. Jongensschool, wordt gunstig beschikt. Opheffing vervolgonderwijs. In afwijking van het advies van de pl. schoolcommissie adviseeren B. en W. het vervolgonderwijs' op te heffen, daar de ge meente voortaan alleen de kosten zal heb ben te dragen en er voldoende gelegenheid is voor Nijverheids- en Handelsonderwijs, waarvan tevens meer gebruik wordt ge maakt dan van het eerste. Bovendien staat wettelijke invoering van het 7de leer jaar spoedig te wachten. De heer Mens, als lid der commissie, vraagt wat het on derwijs de gemeente dan wel zou^kosten. De Y o o r z.alleen voor de O. L. school, en dan nog slechts voor het personeel, buiten boeken enz., f 1500 p. jaar. De heer Mens kan zich nu bij het advies neer leggen, waarna in overeenkomst hiermee wordt besloten. Vaststelling nieuw uitbreidingsplan. Het plan, omvattende de Wijngaarde- en Papelaan, en opgemaakt door den heer *W. Verschoor te 's-Gravenhage, is over eenkomstig de plannen van de verschil lende bouwers weshalve B. en Wj. ad viseeren het goed te keuren. Aldus besloten. Het plan zal eenigen tijd ter secre tarie ter visie worden gelegd. Vergoeding Tramweg-Maatschappij in de kosten van rioleering. Als resultaat van de gevoerde besprekin gen was thans een schrijven van de Maat schappij ontvangen volgens het welk zij bereid is f 1500 te geven. B. en Ww achten, het beter dit aanbod te accepteeren, daar men dan zelf over de wijze van uitvoering yam de rioleering heeft te beschikken^ ter wijl wanneer de maatschappij zelf de rio leering zou moeten uitvoeren, dit waar schijnlijk op primitieve wij zo zou plaats vinden. De heeren Eggink en Nasveld stel len voor om eerst het oordeel van den Prov. iW&teretaot te vragen! over de ver plichtingen der Maatschappij. Wellicht komt dit yoor de gemeente goedkooper uit, Voetreizigers en Wandelaars zijn Uw voeten gevoelig, branderig, stuk of geblaard, is Uw huid op een of andere plaats gesmet of stukgeloopen en heeft last van zonnebrand, gebruikt dan de heerlijk ver zachtende en snel-genezende huidzalf Purol. In doozen van 30, 60 en 90 ets. Pharmac, fabriek A. MIJNHARDT, Zeist. Bij apo thekers en drogisten. 12857 ■Overeenkomstig het laatste wordt beslo ten. Verzoek om subsidie van f 500 teni be hoeve van de Naaischool. Het is met die naaischool ©en soort van lijdensgeschiedenis. Aan de inrichting wer den allerlei hooge eischien gesteld om bij de regeering te kunnen gelden! als ooder- afd. van de Vakschool in Leiden, teneinde in aanmerking te komen voor Rijkssubsi die. Echter is tot nog toe van het Rijk geen subsidie genoten; wel van de ge meente, die er het vorig jaar reeds f 350 bijpaste. B. en W-. zouden het betreuren wanneer de inrichting het niet zou kunnen uithouden, weshalve zij voorstellen om nog eenmaal een bedrag van f 500 beschik baar te stellen. De heer v. Wissen aeht het aantal leerlingen te klein. De heer Mens maakt een vergelijking met de R. K. naaischool die 60 leerlingen, gediplomeerde en goed betaalde krachten heeft en evengoed huur moet betalen, terwijl zij toch zichzelf be druipt. De heer D. J. v. C u i 1 e n b u r g betwij felt of de zaak wel in orde is. Spr. is be kend dat veel probeslantsche meisjes zich aanmelden bij de R. K. Naaischool. Daar moet, zegt spr., toch ©en reden voor zijn. Spr. is er niet voor om zonder meer weer een dergelijk hoog bedrag voor dit onze kere deel uit te geven De heer P. Braggaar vraagt of de school met dit bedrag gerei zoü zijn. De Voorz. kan dat zonder meer niet beoordeelen. Het is de vraag of de school spoedig zal worden erkend als onderdeel der Vakschool. Echter staat vast dat de vorige subsidie verspild is, wanneer de inrichting zou" w or dien opgeheven, waarbij nog komt dat een bestuurslid uit eigen, zak f282 heeft voorgeschoten. De heer Eggink verdedigt het voorstel van B. en W. Het zijn voor het meeren- deel kinderen uit arbeidersgezinnen. die van deze inrichting gebruik maken. Waar nu het vervolgonderwijs is opgeheven, mag de gemeente aan dit onderwijs wel iets meer ten koste leggen. Als de school eerst maar onder do oudo schuld vandaan is. De heer Mens stelt voor een subsidie van f350 te verleenen; wordt met 101 stem verworpen; dat van B. en W. aan genomen. Besloten wordt een bedrag van f 1000 beschikbaar te stellen voor de aa. Jubi leum-feestviering op de scholen, waarvan f 400 zal worden gebruikt voor de uitdee- ling van een door de „Edelmetaalbedrij- vên", vervaardigden metalen lepel met mooie inscriptie. De heeren B r a gaar en N a sv eld verzoeken aanteekening dat zij tegen dit besluit hebben gestemd. Vaststelling nieuwe schoolgeld verorde ning. Voor de middenklasse zal de nieuwe hef fing belangrijk lager zijn dan volgens de oude verordening, getuige dat het kohier van do Chr. School b.v. het vorig jaar opbracht f 2325, terwijl dit nu slechts f 1414 zal zijn. De heer Mens vraagt of het wel bil lijk is, dat bij de berekening van de hooge aanslagen de kosten-, die niet de gemeente, maar het Rijk draagt, n.1. die van het onderw. personeel, ten laste van de aan- geslageruen worden gebracht, zoodat de gemeente die inpalmt. Spr. vraagt zich af of de hooge aanslagen, b.v. van f 75, niet in de hand werken dat de leerlingen naar Leiden gaan. De Voorz. zegt dat de wet de bevoegd heid geeft om de kostprijs te betalen ook volgens het bedrag dat het Rijk in de kos ten bijdraagt. De heer Eggink zag gaarne in het vervolg dergelijke gewichtige stukken thuisgestuurd. Overigens heeft spr. wel ©enigszins hetzelfde bezwaar als de heer Miens. De Voorz. zegt dat het onderwijs gem. per leerling f 116 kost, terwijl de hoogste aanslag slechts f75 is. Volgens dezen aanslag krijgt do gemeente van een bedrag van f 6000, dat zij eraan ten koste legt, slechts f 1797 terug; wat dus alleszins bil lijk is. De heer Eggink vraagt of de maatstaf van Leiden' niet kan worden overgenomen, wat dejpoorz. niet gewenlscht acht, daar men dan zelfs tot aanslagen van f 114 komt. De heer Braggaar stelt voor om de klassen 14, die zeer weinig waren ver hoogd tot den ouden maatstaf terug bren gen. De Voorz. merkt op, dat dit een geweldige vermindering van inkomsten tengevolge zou hebben, terwijl deze aan slag toch niet hoog is. Iemand met een inkomen van f 30 betaalt een dubbeltje in de week. De heer Braggaar vindt het toch te veel; zijn voorstel wordt ech ter met 92 st. verworpen, en de veror dening goedgekeurd. Bij het nemen van Comptabele besluiten, wordt gememoreerd dat de brand bij den heer de Graaf f 800 heeft gekost. De heer Duinisveld vragb of het wel deskun digen waren die voor hooibroei hadden te waken, waarop de Voorz. bevestigend •antwoordt. Niemand heeft zien aankomen dat het zoo erg zou worden. Voor het door leerlingen uit deze ge meente genoten Nijverheidsohdewrijs moet f 700 aan Leiden! wordien betaald. Bij de rondvraag vestigt de heer Bra g- gaar de aandacht op de slechte verlich ting bij den ingang van de Wijngaardo laan, 't geen zeer gevaarlijk is. Zal worden onderzocht. De heer Eggink vraagt hoe het staat met de electrificatie van 't dorp over 't geheel, waarop de Voorz. zegt dat dé onderhandelingen] nog in vollen gang zijn. De heer y. d. Boon .wijst op dé ge vaarlijke situatie van 'dé PapelaaH bij avond. Spr. heeft er zelf bij zijn laatste reis ter nauwernood het leven afgebracht. In verband hiermede vraagt de heer Eg- gink nog of de nieuwe brug aldaar wel breed genoeg gehouden wordt, waarop de Voorz. antwoordt date dit in het bestek reeds is geregeld. Niemand meer het woord verlangende, neemt de Voorz. afscheid van den heer Nasveld1, die Waarschijnlijk voor t laatst ter vergadering aanwezig is. Spr. dankt hem voor hetgeen hij voor de ge meente deed tijdens zijn zitting hebben in den raad, al was dit door omstandigheden niet van langen duur. r Hierna sluiting. r - DE STRENGE LIJN VAN HET KRUIS* Aan een rede van Ds. J. J. Knap, Ned. Herv. Pred. te Groningen voor een der Jongelingsvereenigingen in het Noorden gehouden is het volgende ontleend:' „De kinderen Gods moeten het aandur ven puriteinen te zijn. Neen, dat zit niet alleen in uw kleed, en gij behoeft niet allen in lange jassen en witte dassen te loopen. Maar dat zit in de 1 e v e n s - u s a n- ties. Gij reist niet op Zondag. Gij raakt, op den dag des Heeren den.voetbal niet aan. Gij speelt geen kaart en zijt niet dar tel in uw gesprekken. Gij sluit uw oor voor woorden, die men niet in tegenwoordigheid zijner moeder zou durven zeggen. Gij gaat niet mee naar de danszaal, en op de kermis ziet men u niet. Gij eerbiedigt de vrouweif als uw eigen zusters. Gij zet een wacht voor uw lippen want schunnige taal hoort in Babel. Gij gaat op den sabbat naar Gods huis, al preekt er een leeraar die u minder be valt. En zoo richt gij uw heele leven in naar de strenge lijn van het kruis, altoos de rechte lijn van heiligen eenvoud. Is dat te gewoon? Trekt Babel met haar grillige en phan- lastische lijnen u meer? Welaan, let dan op het einde, zooals het in Ket laatste bijbelboek.beschteven wordt. Het stelt u Babel voor in de gedaante eener vrouw, zittende op een scharlaken rood beest, cn bekleed met kostbaar pur per en scharlaken, versierd met goud, kos telijk gesteente en raarlcn.alles even prachtig en oogverblindend. Maar heel die heerlijkheid gaat met één slag ten verder- ve, zoodat de kooplieden der aarde, do dienaars van mammon, er bij staan met tranen van spijt in de oogen, zeggende: ,,Wee. wee, de groote stad, die bekleed was met fijn lijnwaad, want in één ure is zoo groote rijkdom verwoest!" Zie, dat is het einde der wcreldpracht. Maar de strenge lijn van het kruis, waaraan het lam werd geslacht voor de zonde der wereld, zie, zij loopt uit in do eeuwige glorie, in de stad met paarlen poorten en gouden straten, die verlicht wordt door de heerlijkheid Gods en des lams LEIDSCHE PENKRASSEN Amice. Wanneer men bejaarde menschen spreekt, dan kan men herhaaldelijk de betuiging hooren, dat het menschdom toch zoo slecht is tegenwoordig en dat we in zedelijken en geestelijken zin de laat ste jaren achteruithollen. Het ongeloof treedt steeds driester op, meer openlijk dan voorheen wordt in al lerlei vorm de revolutie gepredikt, het opgroeiend geslacht onderscheidt zich door onverschilligheid en lichtzinnigheid, de zeden worden steeds losser en het is duidelijk dat de belijders van den Chris tus al meer door do genietingen van de wereld zich late,n meelokken waardoor de geestelijke weerstand tegen de dreigende gevaren al zwakker wordt. Wat hiervan te zeggen, m'n waarde. Er is inderdaad veel wat in dezen tijd tot droefheid en ongerustheid stemt. En we moeten er ons ook wel voor wachten de breuke des volks op het lichtst te hee- len en als vroeger de valsche profeten in Israël te roepen: vrede, vrede en geen ge vaar. ,Want het is geen vrede en er dreigt wel gevaar. Maar dit feit dat we geen oogenblik uit het oog mogen verliezen en waarvan we de beteekenis niet mogen onderschatten, mag ons er toch ook niet toe leiden, om de zegeningen die we ontvingen en nog altijd ontvangen, licht te achten, of maar heelemaal over het hoofd te zien. En die zijn' toch niet gering. Denk maar eens aan het kerkelijk leven in onze dagen. Neen, het is niet alles goud wat er blinkt en ook hier kan wel gezegd dat de dingen lang niet altijd zijn zooals ze schijnen. Maar als we nu een vergelijking maken met den veel geprezen goeden ouden tijd, is er dan toch geen vooruitgang? In het midden van de vorige eeuw de ouderen weten er nog van mee te pra ten vierde het modernisme hoogtij. Er was nog wel een vragen naar de waar heid, er was nog wel een honger naar het brood des levens, maar in heel veel ge vallen werden de schare steenen voor brood geboden en werd met die steenen ook genoegen genomen. Op dat gebied is er wel heel veel ver anderd. De moderne predikanten in en buiten de Ned. Herv. Kerk, vinden zoo goed als geen gehoor, terwijl zij die zich in hunne prèdiking richten naar het Woord des Heeren, de schare eiken Zondag weer om zich heen welen te- ver zamelen. 1 I iWe hebben daarnaast onze Christelijke scholen, waar de kinderen worden opge voed in de vréeze des Heeren; we hebben onze Christelijke Jongelings- en jonge- dochtersvereenigingen, we hebben onze .Christelijke vakorganisaties, die met de daden toonden dat het Christendom maar niet een etiket is dat er aan den buiten kant opgeplakt is, maar levensbeginsel, we hebben onze Christel?j&b patroonsom ganisaties en om niet meer te noemeri we hebben onzo Christelijke politieke partijen die in slaat zijn gebleken een grooten invloed op ons volksleven nit to oefenen. Nu wil ik niet ontkennen, mijn waar-; de, dat er in dit alles veel oppervlakkigs kan schuilen, en misschien ook inderdaad schuilt, maar toch in vergelijking met den tijd die voorbijging, hebben we toch! dunkt mé wel reden om te roemen en te danken voor do zegeningen die God ons gaf. De vorige week is Ds. Pierson gestor ven, een der geloofshelden van de vorige eeuw, die zich vooral heeft geworpen op het zedelijk leven. Ook op dit gebied is er nog heel veel te klagen. Maar toch, als ik zoo lees wat Pierson in zijn strijd tegen de ontucht wedervoer, als we er aan denken hoe hij in dien strijd zelf van de meest officieels zijde werd bemoeilijkt en hoe er niets werd gedaan om haar die als slachtoffers van de ontucht in slijk en modder werden neergesmeten en zonder mededoogen ver trapt, op te heffen, dan gaat 't toch niet aan om maar zonder meer te constalee- ren, dat het vroeger toch zooveel beter was dan in den tegenwoordigen tijd. Ik denk hierbij ook 'aan den evangelie satiearbeid, die zich de laatste jaren ta melijk heeft ontwikkeld. Deze week was ik 's middags te Kat wijk aan het strand, waar temidden van het badvQrmaak de blijde boodschap, dat Jezus Christus in de wereld is gekomen om zondaren zalig te maken, voor een aandachtig luisterende schare werd ver kondigd. Er waren er natuurlijk velen onder de strandbezoekers, die deze predi king met een onverschillig schouderop halen voorbijgingen en uit de opmerkin gen die ik hier en daar opving bleek me. dat er onder de luisteraars ook menschen waren, die alleen maar eens wilden hoo ren, wat „deze klappers" toch wel hadden le zeggen, maar over het geheel werd toch met aandacht geluisterd, toen ge-! sproken werd van het geheim om waar lijk rijk te worden en teen een andere spreker aandrong op een besliste levens keuze. Over de bcteekenis van deze strandpre- diking kan men van meening verschillen. Maar aan de vprheerlijkers van den goe den ouden tijd, toen alles zooveel beter was en zooveel beter ging, zou ik toch willen vragen: denkt ge dat zulk een pre- diking vroeger mogelijk zou zijn ge weest? En hebben we hier ook al weer -niet een reden om met dankbaarheid te gedenken hoe de Heer heeft gunst bewe- zen aan ons volk? Ook in verband met het gewone dage-. lijksche leven en de gewone dagclijksche zorgen kan het geen kwaad aan deze din- gen aandacht te schenken. We leven in een tijd van achteruitgang. Vrouw zorg waart rond door onze stra ten en stegen. We hooren van loonsverla- ging van werkloosheid van gebrek en, ar moede. En dit alles valt te meer op cn is te zwaarder te dragen om dat we een tijd j van betrekkelijke voorspoed hebben ge kend en het een tijdlang den schijn heeft gehad alsof een periode van welvaart zx)d aanbreken als vroeger nooit gekend werd. I Laten we over deze dingen niet te licht j denken m'n waarde. Want er wordt wat geleden in tal van gezinnen. De toe komst is voor velen zoo hopeloos donker. Toch moeten we ook hier de lichtzijde willen zien en moeten we er ons voor wachten het te doen voorkomen alsof de ellende nu zooveel grooter zou -iin Jan I vroeger. Want dat is gelukkig niei u.i Ouderen, die het leven kennen, welen èr van mee te pralen, hoe ontzettend droe vig in de vorigo eeuw de toestand was, niet maar voor de enkelingen, maar voor heele groepen der bevolking en hoe be trekkelijk weinig toen tot leniging van den nood werd gedaan. Werkloosheidsverzekering kende" men niet en de steun die genoten werd was ondenkbaar laag. De invaliden onder do arbeiders werden aan zichzelf overgela ten en de ouden van dagen die niet meer mee konden, ze moesten zich maar zien te redden. Bij al den nood van den tegenwoordi gen tijd, mag met groote dankbaarheid worden orkend, dat we, bij vroeger ver geleken, een flinken stap vooruit hebben gedaan en dat de nood althans'iels min der nijpend is, dan voorheen. Een vergelijking met den goeden ouden tijd, valt dan ook, althans naar mijn in zicht, niet uit in het nadeel van den tijd, die wij thans beleven. Als ik hierop de aandacht vestig dan. is dat niet, om op te wekken voor de. ge varen do oogen te sluiten eu de sccialo nooden licht te achten. Maar ik doe het wel, om ondanks alles-te prikkelen tot dankbaarheid en tot een genieten van do gaven die God ons belieft te schenken. Wanneer we dat doen m'n waarde, dan zal dat niel alleen ons eigen leven, maar •ook dat van anderen veraangenamen, ter wijl God daardoor zal worden verheer lijkt. Wie een dankbaar* hart heeft en oog heeft voor do zegeningen die God hem schenkt, die zal ook behoefte hebben dien zegen aan anderen mee te deelen. Wie in oprechtheid God dankt voor wat hij ontving, die zal ook niet koud en on gevoelig de nooden en behoeften van an deren zien, maar hij zal het dragen van eikaars lasten in practijk trachten te brengen. En als wé als volk de ocgen geopend hebben voor de weldaden'Gods, dan zul-) leri we zeker niet lichtzinnig door het le->' ven dartelen, maar dan zal toch ook het' zaad der ontevredenheid, dat in deze da gen met zoo milde hand gezaaid wordt,1 in ons hart geen voedingsbodem vinden. VERITAS. I 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 6