Aan hei einde der Week j
Een week van spanning ligt achter ons.
De spanning is echter eenigermate ge
broken en naar uit Londen gemeld wordt"
meent met daar de stemming met „gema
tigd optimisme" te mogen kenschetsen.
In hoeverre er hier voor optimisme re
den- is, zal de toekomst moeten leeren.
Het schijnt evenwel dat er bij de Fran-
sche regeering een kentering is waar te
nemen, in dien zin, dat men tot de 'er
kenning komt dat de Roerbezettmg toch
eigenlijk niet loonend is en bovendien
ernstige gevaren, inhoudt.
Of liever, deze dingen heeft men reeds
lang geweten.
Maar» de „nationale trots" verbood dit
te erkennen, waarbij dan nog kwam de
zucht om Duitsohland ten koste van alles
te vernederen.
En eenmaal op dezen gevaarlijken weg
den voet gezet, was het heel moeilijk te
rug te keeren, zelfs toen men bemerkte
dat men kwam te staan voor een gapen
den afgrond.
Aan Engeland is het te danken, 'dat
tenslotte het gezond verstand schijnt te
zullen zegevieren.
Dank zij de milde houding van het
eilandenrijk tegenover zijne schuld-
eischers zou Frankrijk niet alleen bereid
zijn een ernstig onderzoek naar Duitsch-
lands draagkracht toe te staan, maar zou
het tevens bereid zijn aan de Roerbezet
tmg een einde te maken.
Daarmee is Duitschland nog niet gehol
pen.
Maar er is dan toch weer een kans op
oplossing van de moeilijkheden, die niet
alleen het vroegere keizerrijk naar den
afgrond voeren, maar die ook voor geheel
Europa noodlottig dreigen te worden.
Dat intusschen de bittere haat van
Frankrijk tegen Duitschland niet gewe
ken is, blijkt wel uit wat uit Londen
wordt geseind omtrent de eventueele toe
treding van Duitschland tot den Volken
bond.
In Engeland gevoelt men er blijkbaar
voor, Duitschland tot den Bond toe te la
ten.
Maar, zoo wordt daarnaast uit Parijs
gemeld, op denzelfden dag waarop
Duitschland tot den bond wordt toegela
ten, alvorens het al zijn schulden heeft
betaald en alle gedurende den oorlog in
Frankrijk aangerichte schade heeft ver
goed, zal Frankrijk uit den bond treden.
En dan meent men nog dat bij den
Volkenhond de waarborg ligt voor de toe
komstige wereldvrede.
Dat het gevaarlijk is op mensolien-
gunst te vertrouwen ondervindt Kemal
Pacha, de beroemde Turk, die in enkele
maanden het Turksche rijk hecht en
sterk wist te maken.
De vrede is nu geteekend.
En omdat de vrede geteekend is, wor
den de officieren op groote schaal ont
slagen, met het gevolg dat deze heeren
niet weinig ontevreden zijn.
Deze ontevredenheid nu, wordt door de
tegenstanders van Kemal Pacha aange
wakkerd en uitgebuit, terwijl te gelijker-
- tijd van de economische uitputting in
Klein-Azië gebruik wordt gemaakt om
het volk te prikkelen en een anti-Kemal-
Pacha-beweging uit te lokken.
In dit opzicht onderscheiden de Turken
zich dus niet van de Christenvolken.
Wij denken hierbij ook aan ons eigen
land.
Toen in 1903 de spoorwegstaking, die
voor ons volk tot een ramp dreigde te
worden, door de krachtige maatregelen
van het Kabinet-Kuyper bedwongen werd
waren vele liberalen vol lof over het op
treden van Dr. Kuyper.
Dat was nog eens een man!
Maar toen in 1905 de verkiezingen
kwamen toen gingen diezelfde liberalen
met de Sociaal-democraten, hand aan
hand om Dr. Kuyper ten val te bren
gen.
En in de toekomst zal het wel niet an
ders gaan.
Colijn is thans de man, ook van vele
liberalen.
Hij is immers de krachtige figuur, de
bekwame financier, de man. met den bree-
den blik en het scherpe verstand, die de
dreigende financieele rampen zal afwen
den.
Vol vertrouwen zien vele liberalen naar
Colijn op, en naar wij hopen niet ten on
rechte.
Maar als straks de stembus komt dan
zullen ze vergeten wat Colijn deed, en
dan zal men weer als van ouds, met hen
die op de omzetting van de maatschap
pelijke orde bedacht zijn eene lijn
trekken.
Laten wij dat, bij alle loftuitingen aan
het adres van den heer Colijn maar geen
oogenblik vergeten.
Gemeenteraad Voorschoten.
Vergadering van Vrijdag 17 Augustus
onder leading van burgemeester Vernède.
Aanwezig alle léden.
Na opening der vergadering worden de
notulen der vorige vergadering gelezen en
vastgesteld.
Do V o o r z. doet hierna mededeeling
van eenige ingekomen stukkien, w.o. het
verslag van den toestand der gemeente
Voorschoten over 1922; zal ter inzage
worden gelegd.
Voorts is ingekomen' ften' adres van
eenige vergunninghouders, waarin den
raad wordt verzocht een verordening in'
het leven te roepen! .waardoor het yoor,
n iet-inwoners der gemeente verboden! zal
zijn om bij bijzonder© gelegenheden;, zoo
als paardenmarkten, oranjefeesten enz.,
met stalletjes of kramen binnen de kom
der gemeente te venten. 'Adressanten lich
ten hun bedoeling toe door te verwijzen
naar de hooge lasten, die zij, in tegen
stelling met genoemde verkoopers hebben
to dragen, terwijl ook de slechte toegangs
wegen der gemeente ben reeds schade be
rokkenen. Op deee wijze! ontstaat eenl on
eerlijke concurrentie. B. en' iWl «tellen
voor het adres naar hun college te
renvoyeeren om proeadvies.
De heer C. E g g i n k Sr. merkt op dat
adressanten op die manier lang zullen
moeten "wachten op antwoord
De V o o r z. schrijft dit toe aan het late
indienen van het adres.
De heer Eggink staat wel sympathiek
tegenover deze aanvrage. Buitendien is
er in den raad al meer over gesproken om
den toevloed van vreemde kooplui iets te
weren, om te voorkomen dat de ingeze
tenen worden belemmerd in hun nering.
De Voorz. zegt dat voornamelijk de
juridische zijde van de zaak een spoedige
beslissing -niet mogelijk maakt. Spr. weet
niet of de gemeente wel bet recht beeft
een dergelijke -veroixLening in te voeren.
Het voorstel wordt aangenomen.
Van de betrokken aannemers is eten,
schrijven ontvangen waarin zij bun leed
wezen uitspreken over de genomen beslis
sing waarbij het bedekken van de nieuw
te bouwen woningen met z.g. onontvlam
baar riet, volgens de methode-Dubbeldam,
werd verboden. Het schrijven gaat verge
zeld van een uitvoerige toelichting, waarin
ten slotte gepledt wordt voor wijziging
van de bouwverordening in dit opzicht.
De Voorz. merkt op dat de verorde
ning niet behoeft te woraien gewijzigd
daar ze thans reeds gelegenheid geeft
voor het gebruiken van deze dakbedekking
Het bezwaar dat B. en W. er echter tegen
hebben is, dat hot riet na eenige ja-ren is
„uitgeloogd" terwijl het niet zeker, maar
zelfs twijfelachtig is5 of de eigenaar dan
bereid is de bedekking door een nieuwe te
laten vervangen. Men mag de bewoners
ep die wijze niet blootstellen aan brand
gevaar. De heer Eggink betreurt toch
dat het deze richting uit moet, omdat er
anders meer animo voor het, bouwen zou
bestaan. De V o oir a. merkt op (dat de
bouwers zoo fel zijn op deze bedekking
omdat ze zoo goedkoop is, wat de "heer
Nasveld niet onderschrijft. Spr. vindt
de genoemde bezwaren vrij overdreven.
Oniderteekend door vrijwel alle bewoners
van het Vernèdepark is een verzoek inge
komen, om dit park, in verband met de
talrijke ongevalLen, voor hét rij wiel verkeer
te sluiten, 't geen den V oorz. doet op
merken dat de bewoners, wier kinderen
het meestal zijn die daar den weg onveilig
maken, hiermee erkennen dat ze hun kin
deren niet in bedwang kunnen houden.
De hoer Eggink is het daarmede niet
eens. Spr. acht de argumenten der adres
santen volkomen gegrond. Ook de heer
Mens spreekt van een „Wielerbaan"....
De Voorz. wijst er op dat liet park bij
een. eventueel rij wiel verbod ook niet door
bakkers en slagers enz. zou mogen worden
bereden. Het stuk wordt gesteld in handen
van B. en W.
Het zelfde wordt besloten ten opzichte
van een adres van ,,Het Groene Kruis",
houdende een verzoek om subsidie van
f 200, welke aanvrage vergezeld is van
een verslag en rekening. Ook eenige ver
zoeken van de heeren dé Sirks en Schoen
maker om aansluiting van hun'woningen
aan de groote riolen.
Voor kennisgeving worden aangenomen
eenige missives van Ged. Staten houden
de mededeeling van goedkeuring van ge
nomen raadsbesluiten, alsmede van een
vastgestelde verordening, een verslag van
-den keuringsdienst van waren over het
eerste halfjaar van 1923 en het proces
verbaal van opname van kas en boeken
van den gemeente-ontvanger, volgens- het
welk alle bescheiden in orde zijn bevon
den.
Hierna wordt overgegaan tot vaststel
ling der benoeming van tijdelijk aangestel
de ambtenaren. De heer Braggaar
had verwacht dat die menschen nu wel
eens loonsverhooging zouden hebben gehad
maar de Voorz. kan hem daarover niet
inlichten, daar zulks alleen plaats heeft
na advies van den gas- of watermeester,
in wiens bedrijf zij werkzaam zijn. Be
sloten wordt dit advies alsnog af te wach
ten.
Op een verzoek van het R. K« Kerkbe
stuur, waarin gevraagd wordt gelden be
schikbaar te- stellenl voor aanschaffing van
meubileering voor de R. K. Jongensschool,
wordt gunstig beschikt.
Opheffing vervolgonderwijs.
In afwijking van het advies van de pl.
schoolcommissie adviseeren B. en W. het
vervolgonderwijs' op te heffen, daar de ge
meente voortaan alleen de kosten zal heb
ben te dragen en er voldoende gelegenheid
is voor Nijverheids- en Handelsonderwijs,
waarvan tevens meer gebruik wordt ge
maakt dan van het eerste. Bovendien
staat wettelijke invoering van het 7de leer
jaar spoedig te wachten. De heer Mens,
als lid der commissie, vraagt wat het on
derwijs de gemeente dan wel zou^kosten.
De Y o o r z.alleen voor de O. L. school,
en dan nog slechts voor het personeel,
buiten boeken enz., f 1500 p. jaar. De heer
Mens kan zich nu bij het advies neer
leggen, waarna in overeenkomst hiermee
wordt besloten.
Vaststelling nieuw uitbreidingsplan.
Het plan, omvattende de Wijngaarde- en
Papelaan, en opgemaakt door den heer
*W. Verschoor te 's-Gravenhage, is over
eenkomstig de plannen van de verschil
lende bouwers weshalve B. en Wj. ad
viseeren het goed te keuren.
Aldus besloten.
Het plan zal eenigen tijd ter secre
tarie ter visie worden gelegd.
Vergoeding Tramweg-Maatschappij in de
kosten van rioleering.
Als resultaat van de gevoerde besprekin
gen was thans een schrijven van de Maat
schappij ontvangen volgens het welk zij
bereid is f 1500 te geven. B. en Ww achten,
het beter dit aanbod te accepteeren, daar
men dan zelf over de wijze van uitvoering
yam de rioleering heeft te beschikken^ ter
wijl wanneer de maatschappij zelf de rio
leering zou moeten uitvoeren, dit waar
schijnlijk op primitieve wij zo zou plaats
vinden.
De heeren Eggink en Nasveld stel
len voor om eerst het oordeel van den
Prov. iW&teretaot te vragen! over de ver
plichtingen der Maatschappij. Wellicht
komt dit yoor de gemeente goedkooper uit,
Voetreizigers en Wandelaars
zijn Uw voeten gevoelig, branderig, stuk of
geblaard, is Uw huid op een of andere plaats
gesmet of stukgeloopen en heeft last van
zonnebrand, gebruikt dan de heerlijk ver
zachtende en snel-genezende huidzalf Purol.
In doozen van 30, 60 en 90 ets. Pharmac,
fabriek A. MIJNHARDT, Zeist. Bij apo
thekers en drogisten. 12857
■Overeenkomstig het laatste wordt beslo
ten.
Verzoek om subsidie van f 500 teni be
hoeve van de Naaischool.
Het is met die naaischool ©en soort van
lijdensgeschiedenis. Aan de inrichting wer
den allerlei hooge eischien gesteld om bij
de regeering te kunnen gelden! als ooder-
afd. van de Vakschool in Leiden, teneinde
in aanmerking te komen voor Rijkssubsi
die. Echter is tot nog toe van het Rijk
geen subsidie genoten; wel van de ge
meente, die er het vorig jaar reeds f 350
bijpaste. B. en W-. zouden het betreuren
wanneer de inrichting het niet zou kunnen
uithouden, weshalve zij voorstellen om
nog eenmaal een bedrag van f 500 beschik
baar te stellen.
De heer v. Wissen aeht het aantal
leerlingen te klein. De heer Mens maakt
een vergelijking met de R. K. naaischool
die 60 leerlingen, gediplomeerde en goed
betaalde krachten heeft en evengoed huur
moet betalen, terwijl zij toch zichzelf be
druipt.
De heer D. J. v. C u i 1 e n b u r g betwij
felt of de zaak wel in orde is. Spr. is be
kend dat veel probeslantsche meisjes zich
aanmelden bij de R. K. Naaischool. Daar
moet, zegt spr., toch ©en reden voor zijn.
Spr. is er niet voor om zonder meer weer
een dergelijk hoog bedrag voor dit onze
kere deel uit te geven
De heer P. Braggaar vraagt of de
school met dit bedrag gerei zoü zijn.
De Voorz. kan dat zonder meer niet
beoordeelen. Het is de vraag of de school
spoedig zal worden erkend als onderdeel
der Vakschool. Echter staat vast dat de
vorige subsidie verspild is, wanneer de
inrichting zou" w or dien opgeheven, waarbij
nog komt dat een bestuurslid uit eigen, zak
f282 heeft voorgeschoten.
De heer Eggink verdedigt het voorstel
van B. en W. Het zijn voor het meeren-
deel kinderen uit arbeidersgezinnen. die
van deze inrichting gebruik maken. Waar
nu het vervolgonderwijs is opgeheven, mag
de gemeente aan dit onderwijs wel iets
meer ten koste leggen. Als de school eerst
maar onder do oudo schuld vandaan is.
De heer Mens stelt voor een subsidie
van f350 te verleenen; wordt met 101
stem verworpen; dat van B. en W. aan
genomen.
Besloten wordt een bedrag van f 1000
beschikbaar te stellen voor de aa. Jubi
leum-feestviering op de scholen, waarvan
f 400 zal worden gebruikt voor de uitdee-
ling van een door de „Edelmetaalbedrij-
vên", vervaardigden metalen lepel met
mooie inscriptie.
De heeren B r a gaar en N a sv eld
verzoeken aanteekening dat zij tegen dit
besluit hebben gestemd.
Vaststelling nieuwe schoolgeld verorde
ning.
Voor de middenklasse zal de nieuwe hef
fing belangrijk lager zijn dan volgens de
oude verordening, getuige dat het kohier
van do Chr. School b.v. het vorig jaar
opbracht f 2325, terwijl dit nu slechts
f 1414 zal zijn.
De heer Mens vraagt of het wel bil
lijk is, dat bij de berekening van de hooge
aanslagen de kosten-, die niet de gemeente,
maar het Rijk draagt, n.1. die van het
onderw. personeel, ten laste van de aan-
geslageruen worden gebracht, zoodat de
gemeente die inpalmt. Spr. vraagt zich
af of de hooge aanslagen, b.v. van f 75,
niet in de hand werken dat de leerlingen
naar Leiden gaan.
De Voorz. zegt dat de wet de bevoegd
heid geeft om de kostprijs te betalen ook
volgens het bedrag dat het Rijk in de kos
ten bijdraagt.
De heer Eggink zag gaarne in het
vervolg dergelijke gewichtige stukken
thuisgestuurd. Overigens heeft spr. wel
©enigszins hetzelfde bezwaar als de heer
Miens.
De Voorz. zegt dat het onderwijs gem.
per leerling f 116 kost, terwijl de hoogste
aanslag slechts f75 is. Volgens dezen
aanslag krijgt do gemeente van een bedrag
van f 6000, dat zij eraan ten koste legt,
slechts f 1797 terug; wat dus alleszins bil
lijk is.
De heer Eggink vraagt of de maatstaf
van Leiden' niet kan worden overgenomen,
wat dejpoorz. niet gewenlscht acht, daar
men dan zelfs tot aanslagen van f 114
komt.
De heer Braggaar stelt voor om de
klassen 14, die zeer weinig waren ver
hoogd tot den ouden maatstaf terug bren
gen. De Voorz. merkt op, dat dit een
geweldige vermindering van inkomsten
tengevolge zou hebben, terwijl deze aan
slag toch niet hoog is. Iemand met een
inkomen van f 30 betaalt een dubbeltje
in de week. De heer Braggaar vindt
het toch te veel; zijn voorstel wordt ech
ter met 92 st. verworpen, en de veror
dening goedgekeurd.
Bij het nemen van Comptabele besluiten,
wordt gememoreerd dat de brand bij den
heer de Graaf f 800 heeft gekost. De heer
Duinisveld vragb of het wel deskun
digen waren die voor hooibroei hadden te
waken, waarop de Voorz. bevestigend
•antwoordt. Niemand heeft zien aankomen
dat het zoo erg zou worden.
Voor het door leerlingen uit deze ge
meente genoten Nijverheidsohdewrijs moet
f 700 aan Leiden! wordien betaald.
Bij de rondvraag vestigt de heer Bra g-
gaar de aandacht op de slechte verlich
ting bij den ingang van de Wijngaardo
laan, 't geen zeer gevaarlijk is. Zal worden
onderzocht.
De heer Eggink vraagt hoe het staat
met de electrificatie van 't dorp over 't
geheel, waarop de Voorz. zegt dat dé
onderhandelingen] nog in vollen gang zijn.
De heer y. d. Boon .wijst op dé ge
vaarlijke situatie van 'dé PapelaaH bij
avond. Spr. heeft er zelf bij zijn laatste
reis ter nauwernood het leven afgebracht.
In verband hiermede vraagt de heer Eg-
gink nog of de nieuwe brug aldaar wel
breed genoeg gehouden wordt, waarop de
Voorz. antwoordt date dit in het bestek
reeds is geregeld.
Niemand meer het woord verlangende,
neemt de Voorz. afscheid van den heer
Nasveld1, die Waarschijnlijk voor t
laatst ter vergadering aanwezig is. Spr.
dankt hem voor hetgeen hij voor de ge
meente deed tijdens zijn zitting hebben in
den raad, al was dit door omstandigheden
niet van langen duur. r
Hierna sluiting. r -
DE STRENGE LIJN VAN HET KRUIS*
Aan een rede van Ds. J. J. Knap, Ned.
Herv. Pred. te Groningen voor een der
Jongelingsvereenigingen in het Noorden
gehouden is het volgende ontleend:'
„De kinderen Gods moeten het aandur
ven puriteinen te zijn.
Neen, dat zit niet alleen in uw kleed, en
gij behoeft niet allen in lange jassen en
witte dassen te loopen.
Maar dat zit in de 1 e v e n s - u s a n-
ties. Gij reist niet op Zondag. Gij raakt,
op den dag des Heeren den.voetbal niet
aan. Gij speelt geen kaart en zijt niet dar
tel in uw gesprekken.
Gij sluit uw oor voor woorden, die men
niet in tegenwoordigheid zijner moeder
zou durven zeggen. Gij gaat niet mee naar
de danszaal, en op de kermis ziet men u
niet. Gij eerbiedigt de vrouweif als uw eigen
zusters. Gij zet een wacht voor uw lippen
want schunnige taal hoort in Babel.
Gij gaat op den sabbat naar Gods huis,
al preekt er een leeraar die u minder be
valt. En zoo richt gij uw heele leven in naar
de strenge lijn van het kruis, altoos de
rechte lijn van heiligen eenvoud.
Is dat te gewoon?
Trekt Babel met haar grillige en phan-
lastische lijnen u meer?
Welaan, let dan op het einde, zooals het
in Ket laatste bijbelboek.beschteven wordt.
Het stelt u Babel voor in de gedaante
eener vrouw, zittende op een scharlaken
rood beest, cn bekleed met kostbaar pur
per en scharlaken, versierd met goud, kos
telijk gesteente en raarlcn.alles even
prachtig en oogverblindend. Maar heel die
heerlijkheid gaat met één slag ten verder-
ve, zoodat de kooplieden der aarde, do
dienaars van mammon, er bij staan met
tranen van spijt in de oogen, zeggende:
,,Wee. wee, de groote stad, die bekleed
was met fijn lijnwaad, want in één ure
is zoo groote rijkdom verwoest!"
Zie, dat is het einde der wcreldpracht.
Maar de strenge lijn van het kruis,
waaraan het lam werd geslacht voor de
zonde der wereld, zie, zij loopt uit in do
eeuwige glorie, in de stad met paarlen
poorten en gouden straten, die verlicht
wordt door de heerlijkheid Gods en des
lams
LEIDSCHE PENKRASSEN
Amice.
Wanneer men bejaarde menschen
spreekt, dan kan men herhaaldelijk de
betuiging hooren, dat het menschdom
toch zoo slecht is tegenwoordig en dat we
in zedelijken en geestelijken zin de laat
ste jaren achteruithollen.
Het ongeloof treedt steeds driester op,
meer openlijk dan voorheen wordt in al
lerlei vorm de revolutie gepredikt, het
opgroeiend geslacht onderscheidt zich
door onverschilligheid en lichtzinnigheid,
de zeden worden steeds losser en het is
duidelijk dat de belijders van den Chris
tus al meer door do genietingen van de
wereld zich late,n meelokken waardoor de
geestelijke weerstand tegen de dreigende
gevaren al zwakker wordt.
Wat hiervan te zeggen, m'n waarde.
Er is inderdaad veel wat in dezen tijd
tot droefheid en ongerustheid stemt. En
we moeten er ons ook wel voor wachten
de breuke des volks op het lichtst te hee-
len en als vroeger de valsche profeten in
Israël te roepen: vrede, vrede en geen ge
vaar.
,Want het is geen vrede en er dreigt
wel gevaar.
Maar dit feit dat we geen oogenblik uit
het oog mogen verliezen en waarvan we
de beteekenis niet mogen onderschatten,
mag ons er toch ook niet toe leiden, om
de zegeningen die we ontvingen en nog
altijd ontvangen, licht te achten, of maar
heelemaal over het hoofd te zien.
En die zijn' toch niet gering.
Denk maar eens aan het kerkelijk leven
in onze dagen. Neen, het is niet alles
goud wat er blinkt en ook hier kan wel
gezegd dat de dingen lang niet altijd
zijn zooals ze schijnen.
Maar als we nu een vergelijking maken
met den veel geprezen goeden ouden tijd,
is er dan toch geen vooruitgang?
In het midden van de vorige eeuw
de ouderen weten er nog van mee te pra
ten vierde het modernisme hoogtij. Er
was nog wel een vragen naar de waar
heid, er was nog wel een honger naar het
brood des levens, maar in heel veel ge
vallen werden de schare steenen voor
brood geboden en werd met die steenen
ook genoegen genomen.
Op dat gebied is er wel heel veel ver
anderd. De moderne predikanten in en
buiten de Ned. Herv. Kerk, vinden zoo
goed als geen gehoor, terwijl zij die zich
in hunne prèdiking richten naar het
Woord des Heeren, de schare eiken
Zondag weer om zich heen welen te- ver
zamelen. 1 I
iWe hebben daarnaast onze Christelijke
scholen, waar de kinderen worden opge
voed in de vréeze des Heeren; we hebben
onze Christelijke Jongelings- en jonge-
dochtersvereenigingen, we hebben onze
.Christelijke vakorganisaties, die met de
daden toonden dat het Christendom maar
niet een etiket is dat er aan den buiten
kant opgeplakt is, maar levensbeginsel,
we hebben onze Christel?j&b patroonsom
ganisaties en om niet meer te noemeri
we hebben onzo Christelijke politieke
partijen die in slaat zijn gebleken een
grooten invloed op ons volksleven nit to
oefenen.
Nu wil ik niet ontkennen, mijn waar-;
de, dat er in dit alles veel oppervlakkigs
kan schuilen, en misschien ook inderdaad
schuilt, maar toch in vergelijking met
den tijd die voorbijging, hebben we toch!
dunkt mé wel reden om te roemen en te
danken voor do zegeningen die God ons
gaf.
De vorige week is Ds. Pierson gestor
ven, een der geloofshelden van de vorige
eeuw, die zich vooral heeft geworpen op
het zedelijk leven.
Ook op dit gebied is er nog heel veel
te klagen. Maar toch, als ik zoo lees wat
Pierson in zijn strijd tegen de ontucht
wedervoer, als we er aan denken hoe hij
in dien strijd zelf van de meest officieels
zijde werd bemoeilijkt en hoe er niets
werd gedaan om haar die als slachtoffers
van de ontucht in slijk en modder werden
neergesmeten en zonder mededoogen ver
trapt, op te heffen, dan gaat 't toch niet
aan om maar zonder meer te constalee-
ren, dat het vroeger toch zooveel beter
was dan in den tegenwoordigen tijd.
Ik denk hierbij ook 'aan den evangelie
satiearbeid, die zich de laatste jaren ta
melijk heeft ontwikkeld.
Deze week was ik 's middags te Kat
wijk aan het strand, waar temidden van
het badvQrmaak de blijde boodschap, dat
Jezus Christus in de wereld is gekomen
om zondaren zalig te maken, voor een
aandachtig luisterende schare werd ver
kondigd. Er waren er natuurlijk velen
onder de strandbezoekers, die deze predi
king met een onverschillig schouderop
halen voorbijgingen en uit de opmerkin
gen die ik hier en daar opving bleek me.
dat er onder de luisteraars ook menschen
waren, die alleen maar eens wilden hoo
ren, wat „deze klappers" toch wel hadden
le zeggen, maar over het geheel werd
toch met aandacht geluisterd, toen ge-!
sproken werd van het geheim om waar
lijk rijk te worden en teen een andere
spreker aandrong op een besliste levens
keuze.
Over de bcteekenis van deze strandpre-
diking kan men van meening verschillen.
Maar aan de vprheerlijkers van den goe
den ouden tijd, toen alles zooveel beter
was en zooveel beter ging, zou ik toch
willen vragen: denkt ge dat zulk een pre-
diking vroeger mogelijk zou zijn ge
weest? En hebben we hier ook al weer
-niet een reden om met dankbaarheid te
gedenken hoe de Heer heeft gunst bewe-
zen aan ons volk?
Ook in verband met het gewone dage-.
lijksche leven en de gewone dagclijksche
zorgen kan het geen kwaad aan deze din-
gen aandacht te schenken.
We leven in een tijd van achteruitgang.
Vrouw zorg waart rond door onze stra
ten en stegen. We hooren van loonsverla-
ging van werkloosheid van gebrek en, ar
moede.
En dit alles valt te meer op cn is te
zwaarder te dragen om dat we een tijd j
van betrekkelijke voorspoed hebben ge
kend en het een tijdlang den schijn heeft
gehad alsof een periode van welvaart zx)d
aanbreken als vroeger nooit gekend werd. I
Laten we over deze dingen niet te licht j
denken m'n waarde. Want er wordt
wat geleden in tal van gezinnen. De toe
komst is voor velen zoo hopeloos donker.
Toch moeten we ook hier de lichtzijde
willen zien en moeten we er ons voor
wachten het te doen voorkomen alsof de
ellende nu zooveel grooter zou -iin Jan I
vroeger.
Want dat is gelukkig niei u.i
Ouderen, die het leven kennen, welen èr
van mee te pralen, hoe ontzettend droe
vig in de vorigo eeuw de toestand was,
niet maar voor de enkelingen, maar voor
heele groepen der bevolking en hoe be
trekkelijk weinig toen tot leniging van
den nood werd gedaan.
Werkloosheidsverzekering kende" men
niet en de steun die genoten werd was
ondenkbaar laag. De invaliden onder do
arbeiders werden aan zichzelf overgela
ten en de ouden van dagen die niet meer
mee konden, ze moesten zich maar zien
te redden.
Bij al den nood van den tegenwoordi
gen tijd, mag met groote dankbaarheid
worden orkend, dat we, bij vroeger ver
geleken, een flinken stap vooruit hebben
gedaan en dat de nood althans'iels min
der nijpend is, dan voorheen.
Een vergelijking met den goeden ouden
tijd, valt dan ook, althans naar mijn in
zicht, niet uit in het nadeel van den tijd,
die wij thans beleven.
Als ik hierop de aandacht vestig dan.
is dat niet, om op te wekken voor de. ge
varen do oogen te sluiten eu de sccialo
nooden licht te achten. Maar ik doe het
wel, om ondanks alles-te prikkelen tot
dankbaarheid en tot een genieten van do
gaven die God ons belieft te schenken.
Wanneer we dat doen m'n waarde, dan
zal dat niel alleen ons eigen leven, maar
•ook dat van anderen veraangenamen, ter
wijl God daardoor zal worden verheer
lijkt.
Wie een dankbaar* hart heeft en oog
heeft voor do zegeningen die God hem
schenkt, die zal ook behoefte hebben dien
zegen aan anderen mee te deelen.
Wie in oprechtheid God dankt voor wat
hij ontving, die zal ook niet koud en on
gevoelig de nooden en behoeften van an
deren zien, maar hij zal het dragen van
eikaars lasten in practijk trachten te
brengen.
En als wé als volk de ocgen geopend
hebben voor de weldaden'Gods, dan zul-)
leri we zeker niet lichtzinnig door het le->'
ven dartelen, maar dan zal toch ook het'
zaad der ontevredenheid, dat in deze da
gen met zoo milde hand gezaaid wordt,1
in ons hart geen voedingsbodem vinden.
VERITAS. I
4