WÏÏSE5RÖ?* Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
In Leiden en buiten Leiden
waar "agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
per week f 0.19
franco per post per kwartaal .f2.90
4de JAARGANG.
DINSDAG 14 AUGUSTUS 1923
No. 1011
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIJS
f Gewone advertentiën per regel 22K cent,
f'Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief»
i J3ij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
Het Raadspresidium.
In het ontwerp tot wijziging van de Ge
meentewet waaraan wij binnenkort meer
breedvoerig aandacht hopen te schenken,
"yordt -ook de positie van de burgemees
ters mét name in de grootere gemeenten
ier sprake gebracht.
De Regeering erkent dat deze burge
rmeesters, vooral ook omdat zij als „Rijks
orgaan" hunne medewerking hebben te
Terleenen aan de uitvoering van bepaalde
wetten en maatregelen van bestuur, in
derdaad met werkzaamheden overladen
<ijn.
Op wegneming van deze oorzaak der
verzwaring van 's burgemeesters ambts
werk is dan ook deze wetswijziging mede
gericht.
De hoog noodige verlichting wil de Mi
nister zien aangebracht door den burge
meester het recht toe te kennen, de van
hem gevorderde medewerking te delegee-
'ren op door hem aan te wijzen gemeente
ambtenaren.
„Krijgt aldus de toelichting de
burgemeester deze bevoegdheid, zoodat
hij in staat wordt gesteld bepaalde onder-
deelen van de door de hoogere regeling
van hem gevergde medewerking, van wel
ke hij meent dat zij niet noodwendig
.zijne persoonlijke bemoeiing vereischen,
op ambtenaren af te wentelen, dan zal
Zijn taak als OTgaan van zelfbestuur aan
merkelijk worden' vergemakkelijkt en zal
hij meer tijd beschikbaar krijgen voor
jzijne op de huishouding der gemeente
betrekking hebbende bemoeiingen."
Bovendien geeft het ontwerp aan den
burgemeester de bevoegdheid ook het
teekenen van stukken, waarvoor hij in
de groptste gemeenten den ganschen dag
gereed moet staan, terwijl het aantal dier
stukken leg;a is, onder zekere beperkin
gen en onder eigen verantwoordelijkheid
op te dragen aan ambtenaren.
In sommige bladen wordt het betreurd
dat niet het voorstel van de Staatscom
missie, is gevolgd, die de gemeenten bo
ven de 40.000 zielen den burgemeester de
'gelegenheid -wilde geven'zich te ontslaan
van de taak om den Raad te presideeren.
Dit zou ongetwijfeld de taak van den
burgemeester belangrijk hebben verlicht.
Do raadsvergaderingen vergen een
steeds grooter deel van den burgeme'es-,
terlijken tijd.
In de memorie van toelichting op liet
ontwerp "wordt daaromtrent terecht -opge
merkt:
„Met de lengte der raadsvergaderingen
Is -ook haar aantal ongemeen toegenomen.
Een vergelijking van het getal van zes
vergaderingen, dat de gemeentewet, be
ducht dat de raad niet vaak genoeg zou
worden bijeengeroepen, noodig oordeelde
als minimum voor 'n jaar voor te schrij
ven, met het aantal vergaderingen dat
thans in de aanzienlijke gemeenten jaar
lijks noodig is, loont meer dan iéts anders
de overlading van den raad aan.
Vergeleken bij voorheen is ook het ka
rakter van den raad* aanzienlijk veran
derd.
Hij is allengs, bepaaldelijk door de
Invoering van het nieuwe kiesstelsel een.
politiek lichaam geworden, waarin het
partijwezen zijn invloed doet gelden.
Als gevolg hiervan stelt de openbaar
heid der beraadslagingen, hoe heilzaam
jn zegenrijk ook in hare werking aan de
verzoeking bloot tegenover de kiezers te
getuigen en het debat te doen dienen niet
«Heen, of zelfs vooral, om de te behan-
ielen onderwerpen te belichten en daar
mee van zienswijze te doen blijken, maar
ïm, in navolging van de Rijksvertegen-
-voordiging aan staatkundige beginselen
50 getuigen en voor een bepaalde staat
kundige richting winst te behalen.
Wat noodwendig weder leidt tot ver
meerdering van het aantal vergaderingen,
verlenging van haren duur en veroorza
king van achterstand in de afdoening
van zaken".
Wat hier gezegd wordt in ongetwijfeld
juist.
De Grondwet verzet zich evenwel tegen
het denkbeeld van de "Staatscommissie.
Maar ook afgezien hiervan maakt de
Regeering tegen zulk een regeling be
zwaar en naar het ons voorkomt yolko-
men terecht.
De Regeering acht het voor 's Burge
meesters positie noodzakelijk, dat hij te
vens in 's raads vergaderzaal het eere-ge-
stoelte inneemt.
Voor de gemeente schijnt het ons niet
minder noodzakelijk.
Aan het hoofd van de gemeente staat
de raad.
Een burgemeester die zijn tank om de
gemeente te besturen en bij dat bestuur
leiding te geven, behoorlijk zal vervul
len, behoort ook de leiding te hebben van
's raads vergaderingen.
Wie daartoe niet in staat is, moet, hoe
bekwaam hij overigens ook moge zijn,
voor het burgemeesterschap niet geschikt
worden geacht, omdat de gelegenheid ont
breekt in vollen omvang leiding te geven.
Dit klemt temeer, om noodgedwongen
de positie van de wethouders almeer een
zelfcstandige wordt.
Het presidium van den Raad behoort
te berusten bij den burgemeester.
STADSNIEUWS
Jcruel.
Sinds eenigen tijd, kreeg, wie met Je-
rüel en haar sympathieken arbeid mee
leefde uit een en ander den indruk alsof
er in deze verecniging iets niet geheel in
orde was; o.a. uit sommige advertentiés,
waarin samenkomsten werden aangekon
digd, en die^om den eigenaardigen stijl
die. ze voerden, de veronderstelling wet
tigden dat zich een zeker deel van „Je-
riiel" had afgescheiden.
Op zich zelf kan het om deze reden
geen verwondering wekken, dat in de
plaatselijke pers een (advertentie)-bericht
verscheen volgens hetwelk de vereeniging
voornemens was een deurcollecle te hou
den ten bate van de verbouwing van een
pand aan de Middelstegracht, waar de
vereeniging voortaan haar evangelisatie-
arbeid zou verrichten
Echter drong zich daarbij de vraag op,
welke gewichtige redenen de vereeniging
er toe hadden geleid, het welbekende
pand in de Groenesteeg, in welks gevel de
naam van „Jerüel"prijkt en waar zij
jzich zoo populair heeft gemaakt, te ver
ia ten.
Onprettig en vreemd, om van niets an
ders te spreken deed daarbij een tenden-
sieus bericht aan dat gisteravond in een
der plaatselijke bladen een plaats w5rd
waardig gekeurd, waarvan de strekking
niets anders bedoelde dan te waarschu
wen tegen de te houden collecte daar de
hierdoor verkregen gelden, volgens dit
bericht, niet ten goede zouden komen aan
het Evangelisatiewerk van Jerüel, maar
aan een Evangelische „gemeenschap*' die
kortelings zou zijn gesticht.
Wij hebben ons onmiddellijk ter b e-
vocgde'r plaatse om inlichtingen
hebben gewend, teneinde ons definitief te
^overtuigen van wat wij in het vervolg
wel, en wat we niet onder de. vereeni
ging Jerüel zouden hebben te verstaan.
Wij vernamen toen, dat van een voort
zetting vdn. het oude „JerüëT in het ge-
jbouw-Groenesteeg geen sprake kan zijn,
omdat de vereeniging „Jerüel" on
geveer een half jaar geleden, op verlan
gen van de leden zelf, en met alge-
meene stemmen op 5 na, is omgezet in
een gemeenschap.
Het zijn deze 5 personen, onder wio
zich de eigenarese van het gebouw be-
jvindt, die, Da eenige jaren, inzonderheid
/het laatste half jaar blijk te hebben ge
geven van hun ontevredenheid, zich thans
opwerpen als „de vereeniging Jerüel".
De groote vraag was nu, of die 5 per
sonen recht hadden op de pretentie dat
izij de vereeniging: „Jerüel" vormen, en
of do gemeenschap „Jerüel" die straks
naar een ander pand zal verhuizen, in
fwerk of „richting" veranderd was.
Beide vragen konden op grond van of-
ficieelo bewijsstukken ontkennend wor
den beantwoord.
De naam „gemeenschap" heeft de ver
eeniging aangenomen om de leiding te
vrijwaren tegen belemmeringen die zij
van de zijde der genoemde personen on
dervond. In wezen blijft haar arbeid de
zelfde, terwijl haar „leer" en werk als
^voorheen worden gecontroleerd door 'de
zelfde predikanten die reeds eerder het
rvverk der vereeniging genegen waren.
Wat de kwestie van het gebouw in de
Groenesteeg betreft vernamen wij dat di
rect nadat het besluit tot omzetting in
April genomen was, de eigenaresse de
huur van het gebouw opzegde.
„Jerüel" slaagde er spoedig in een an
der pand tê vinden, n.I. op de Hooge-
■woerd, maar op voorslag van de eigena
resse van het gebouw in de Groenesteeg
betrok zij dit weer, totdat na eenige we
ken de huur verhoogd werd van f 12 tot
ff 14 terwijl de vereen, (toen gemeen
schap) zelf zou hebben le zorgen voor
bijkomende kosten.
Het gebouw verlaten wilde men echter
niet gaarne, en zoo wérd ook deze nieu
we last gedragen, totdat eenige weken
geleden de officieele huuropzegging volg
de. met de bepaling dat binnen 5 weken
alles ontruimd zou- zijn.
Den volgenden dag reeds werd „Jerüel"
(door vriendenhulp in staat gesteld naar
»'n ander pand uit te zien, en zoo werd het
igebouw aan de Middelstegraeht ge-
fkocht, dat spoedig ontruimd was, en
jzakelijk om de noodige onderhoudswer-
bouwingswerk hoopt aan te vangen.
Hel nieuwe Ziekenhuis.
De - houw van het nieuwe Ziekenhuis
schijnt thans definitief te worden stopge
zet. De fundamenten van het reeds in
aanbouw zijnde apothekersgebouw zijn
met zand bedolven. Zaterdag heeft het
laatste ontslag plaats gehad en werden
8 man, die langen tijd aan den bouw
werkzaam zijn geweest afgedankt.
De nog resteerende 40 man zijn nood
zakelijk voor de noodige onderhoudswer
ken en herstellingen van het kolossale ge
bouwencomplex te verrichten.
Geknoei bij den Ziekenhuisbouw.
De Tel. is op onderzoek uitgegaan
naar aanleiding van de arrestatie van
den rijksbouwmeester V., onlangs ver
meld.
Navraag, vooral bij thans ontslagen
arbeiders deed het blad verstaan, dat er
in den oorlogstijd een systeem van ge
knoei en malversatiën heerschte bij den
jZiekenhuishouw, dat van groot tot klein
tot een soort gewoonterecht was ontaard.
„Het begon, zegt het blad, met den
thans gearresteerden rijksbouwmeester
V. Deze liet in een tijd, dat toevallig
eënige timmerlieden vrij waren, door de
ze mannen een serre bouwen, die niet
voor het ziekenhuis was bestemd. De ser
re werd keurig afgewerkt, van glas voor
zien en door arbeiders van het Acade
misch Ziekenhuis naar Den Haag ge
transporteerd en daar aan een particu
liere woning geplaatst. De materialen
van deze serre waren rijksmaterialen, be
stemd voor den ziekenhuisbouw. En de
loonen werden genoteerd op den loon-
staat van het Rijk!
Hiermede was bet hek van den dam.
Opzichters en bazen begonnen nu zij
het kunstje van den hoogsten chef een
maal afgekeken hadden, aan de arbei
ders allerlei particuliere werkzaamheden
op te dragen. Hoe hooger de positie was,
die de opdracht-gever innam, des te om
vangrijker was de opdracht.
Er is meer dan één arbeider bereid en
in staat om te getuigen, dat op de terrei-
men va-n den ziokenbuisbou w# géheele
ameublementen werden gemaakt, die niet
voor het ziekenhuis waren bestemd en la
ter in de stad aan een opgegeven adres
werden bezorgd. Men ontzag zich zelfs
niet de timmerlieden tegen St. Nicolaas-
tijd schilderijlijsten en bouwdoozen te la
ten vervaardigen! Al deze extra werk
zaamheden werden verricht in de zagerij.
En als eenmaar per week de rijksbouw
meester V. op het werk kwam, dan wer
den de onderbanden zijnde meubelen
even weggestopt. Eenmaal per week, op
Vrijdag kwam de rijksbouwmeester V.
inspecteeren. En "dan was alles in orde.
Doch niet alleen op het terrein werd
voor particulieren gewerkt. Ook in de
stad werden graag allerhande karweitjes
als schilderwerk, witten en kleine repa
raties verricht, natuurlijk in den tijd en
voor rekening van den ziekenhuisbouw.
Die extra werkzaamheden waren zoo
gewoon geworden, dat de arbeiders er
een zegswijze op nahielden om aan te
duiden, dat er weer wat gebeurde.
„Weet je niks?" riepen zij elkander
toe. En dat beteekende, dat de vrager
weer iéts wist, maar de opdracht had ge
kregen „van niks te weten". Een arbei
der, die in het bijzijn van zijn chefs wat
al te vaak „weet je niks?", had geroepen,
zoodat men bevreesd was, dat hij al te
veel wist; werd van het terrein gehaald en
kreeg als uitsluitende taak „het ketel
huis aan te vegen". Met deze verheffende
taak was de volslagen bouwvakarbeider
van Maandag tot Zaterdag bezig. En als
hij 's Maandags weer op het werk kwam,
werd hem opnieuw opgedragen het ketel
huis aan te vegen. Het meerendeel der
arbeiders bevreesd voor de boterham,
deed wat hun opgedragen werd door de
verantwoordelijke cke's en vroeg niet
verder.
In de tijden van brandstof- en voedsel-
sckaarschte zijn de terreinen van het
Academisch Ziekenhuis gebruikt ter te
gemoetkoming aan dezen nood. Er wer
den machines aangeschaft voor briketten-
fabricage, de bouwarbeiders werden be
last met het persen en afwerken der bri
ketten, die in zakken verpakt buiten de
distributie om bij de chefs werden be
zorgd. Ook had men een volledige var-
kensmesterij, die uitstekenderesultaten
afwierp. Dat geheele partijen steigerhout
tot brandhout verza,agd werden en gratis
onder de chefs werden gedistribueerd is
te midden van al deze feiten slechts een
kleinigheid. Met de expeditie van brand
stof, meubelen en vleesch werden meestal
de Katwijkers belast, omdat men die min
der in de stad kende.
Ook met de aangevoerde materialen
werd, juist in een tijd, dat bouwmateria
len als zand, grint, cement en steenen
hun gewicht in goud waard waren, op
een eigenaardige manier omgesprongen.
Het trok de bijzondere aandacht der
arbeiders, dat bij de lossing van schuiten
met materialen de gevulde wagens soms
een andere richting namen, dan die wel
ke naar den ziekenhuisbouw leiden. Zoo
gingen wagens met steenen of cement,
gevuld uit de schuiten, die materialen
voor het ziekenhuis aanvoerden, vaak
naar particuliere bouwwerken in de stad.
Het zou wellicht de moeite loonen na te
gaan, in hoeverre in de boeken deze "ma
teriaal-distributie terug te vinden is. Zoo
verklaren de arbeiders, belast met het
verwerken der materialen, dat zij vaak
langer dan noodig was, op den nieuwen
aanvoer wachtten, omdat de geladen wa
gens wat zij noemden „de verkeerden
kant" waren uitgegaan. Ook kunnen de
arbeiders verklaren, dat meer dan ééns
cement uit den voorraad van den zieken
huisbouw op wagens werd geladen en
buiten de poort verdween naar parti
culiere bouwwerken in de
stad. Het zijn alweer de boeken, die
moeten uitwijzen, in hoeverre van deze
vrijgevigheid in een tijd van materialen-
nood aantoekening is gehouden.
Ook met het kruiwerk werd allesbehal-»
ve de zuinigheid betracht. Was er weinig
werk, dan kwamen de arbeiders met de
paarden toch op het terrein; ieder ver
voerde op zijn beurt een vrachtje op het
terrein en de betalingslijsten pareerden
eenige posten: „één dag werk voor man.
en paard". Dat arbeiders bij den zieken
huisbouw ingeschreven, elders te werk
werden gesteld, maar 's Zaterdags bij
-den ziekenhuisbouw hun weekloon haal
den, behoorde niet tot de uitzonderingen."
Het blad besluit met de opmerking dat
de commissie die een en ander te onder
zoeken krijgt, geen "benijdenswaardige
taak heeft, en raadt aan ook eens bij de
thans ontslagen arbeiders inlichtingen in
te winnen.
-Kapitein der veld-artillerie J. W.
Kolff alhier wordt overgeplaatst naar
Amersfoort.
Kapitein A. H. Drijfhout van
het regiment kust-artillerie, wordt over
geplaatst bij het 6e regiment veld-artille-»
In verband met de a.s. Jubileiunfees
ten, heeft men hedenmorgen een aanvang
gemaakt met het in orde brengen van de
installatie, benoodigd voor het illuminee-
ren van het Stadhuis.
Mej. A. M. E. Rollandet alhier op
het te Amsterdam gehouden examen
./Handenarbeid voor het diploma A.
De eigenaar heeft aangifte gedaan
dat in den nacht van Zondag op Maandag
uit zijn konijnenhokken die hij nabij een
perceel aan den Rijnsburgerweg had staan,
een 7-tal konijnen - zijn verscheurd, waar
schijnlijk door een losloopenden hond.
Ten pelitieb.ureele is een rijwiel ge
deponeerd, dat Vrijdagavond voor een
sigarenwinkel op den Stationsweg onbe
heerd door den berijder is achtergelaten.
Staatsblad No. 366 bevat het Kon.
Besluit van den 17den Juli 1923, tot
ischorsing van het besluit van den Raad
der gemeente Leiden, d.d. 25 Juni 1923,
•strekkende tot verlaging van den aftrek
lyan gezinsinkomsten \an ondersteunde
nverkloozen.
r De leden van de Leidsche Chri^telij-»
jke Oranje-Vereeniging wekken wij gaar-
jnc op zich voor of op 16 Augustus aan te
pielden bij den secretaris der Propagan-
«Commissie, den heer C. J. van Cittert,
Dostdwarsgracht 15 a voor deelname aan
iden groep der L. G. O. V. in de lichtstoet.
Oranjeliefde stelt - ook Oranjep lich
ten eereschulden.
BINNENLAND
Regeeringsjubileum der Koningin.
Bij min. beschikking is aan hoofden of y
bestuurders van ondernemingen, waarin
in het tijdvak van 20 Augustus tot en
met 2J£ Sept. aan arbeiders, werkzaam in
fabrieken of werkplaatsen, vacanlie wordt
verleend in verband met do feesten ter
viering van het regeeringsjubileum van da
Koningin, vergund, dat het tengevolge
daarvan ontstane verzuim met afwijking
van het bepaalde bij art. 24 der Arbeids
wet 1919 geheel of ten deele in ten hoog
ste drie weken, vallende binnen vorenge-
FEUILLETON
Oen Vaderland ghetrouwe.
17)
Een vertelling uit den
Franschen lijd.
Waar was zijn ster? Een zwart wolken
floers had er zich voorgeschoven. Nu
evenwel scherpte zich zijn gehoor. Waar
zijn oog thans rusten moest en geen heul
vond, daar hoorde^ hij 't fluisteren en
knetteren, sissen en suizelen, ritselen en
glijden, hijgen en steunen; hol en dof
kwam uit do diepte een klank en een
krassen en krijschen antwoordde uit de
hoogte. Naast hem raakte er iets den
^steen misschien een haas en er
gleed iets langs zijn voeten. Was Let een
slang, zooals hij er reeds ettelijke malen
gezien had? Het dier scheen onder den
steen te kruipen. Bracht het hem, die er
onder sliep, een boodschap, dat op het
doodenuur een menschenkind in zijn 'rijk
binnengedrongen?
•t Daar kwam het al aan... hoog door
'de luchtneen, over de kalmplui-
men vlak langs hem heen een ijzig
koude adem... het was, als streek een
vochtige gecsteshand over zijn gelaat
de oude ridders had de luitenant van
aackt meenen te zien... „de helscke ja
ger" zeide men in de buurtliu
hu op, op klonk hetsommige
lieden fluisterden, hoe er 's nachts een
draak over 't moeras' vloog; anderen
praatten van hazen, die zich in reusach
tige kalveren veranderden. Daar een
lange stoetsleepende gewaden ge
wrongen handen woestgolvende ha
ren hol-starende doodshoofden hij
sidderde was 't dan werkelijk waar,
dat allen, die 'hier verzonken lagen,
's nachts opstegen tot een afgrijsel "ken
dans? bliksemsnel warrelde 't alles
door zijn hoofd vertroebelde hem het
denken dat was te veel, hij begon te
sidderen. Opeens „bange wezel" hoor
de hij zich noemende angst was
weg hij sprong op.
Het sprak toch van zelf, dat er op dit
uur nèvels over 't moeras trokken; en bo
ven aan den hemel vlogen de wolken
voorthoe vaak schiepen wolken en ne
vels geen phantastisohe gestalten!
echter beiden was hun baan aangewezen
idoor den Almachtige zij zouden hem
hiet beangstigen. Aleen de wegals hij
Iden weg maar verder vinden kon!
Bij zijn eerste poging zonk hij tot de
iknieën weg; en hij kon zich slechts red-
|den door snel zich achterover op zijn
Ipolsstok te laten vallen andere pogin-
Igen gelukten niets beter: de duisternis
{was te zwaar, en zuchtend erkende hii.
/dat hij zou moeten wachten, tot de maan
Iwas opgegaan. Maar daarmee verloor hij
'kostbaren tijd en hij wist niet, of 't hem
{gelukken zou dien weer in te halen.
Weer leunde hij tegen den steen. Hoe
{klein en nietig voelde hij zich in de ge-
{weldigo ruimte rondom; hoe eenzaam
Iwas hij hier, waarlijk van alle menschen
{gescheiden en door allen j'erlaten. Op de
Jhei, achter zijn schapen, had hij nooit
pt gevoel van verlatenheid gekend; nu
leven wel moest hij- cr aan denken, hoe
imijlen ver in den omtrek geen huis, geen
{schuilplaats te vinden was, hoo nergens
leen boom zich verhief, hoe er alleen was
{het moeras, waarin onder riet en biezen
{allerlei klein gedierte krioelde; zwart en
{onbewegelijk lagen dag en nacht de poe-
!'.en; en in 't kreupelhout rondom was nog
{nooit een menschenvoet dogrgedrongen.
{Maar dit was zeker, dat het moeras Teeds-
{tal van personen verslonden had; de turf
stekers vertelden somwijlen van geraam-
iten en gruwelijk-grijnzende schedels.
Do Franschen, wier luide praten hij hij
.'t begin van zijn toch over 't moeras
{gehoord hjid, zwegen sinds geruimen
'tijd; zij sliepen zeker al en wachtten op
{de maan, omdat zij zich anders op den
{gebaanden weg niet voorwaarts waag-
!den en hij trachtte een ongebaanden
•te zoeken. Als hij hem niet vond, als hij
Verzonk, dan wist niemand, waar bü Cé-
jbleven was; zelfs de trouwe Sultan kon
{zijn spoor in 't water niet volgen, en de
{Brunswijkers vielen in de handen hunner
{vijanden, en werden neergeschoten,
i Neen, weggaan durfde hij niet; en toch
•wilde en moest hij. „Sta-je er voor, moet-
Ije er door." Een zweem van schemer
irees langzaam diezelfde schemering,
hvaarnaar hij op zee als scheepsjongen in
{donkeren nacht zoo dikwerf uiterst ver-
Hangend had uitgezien, als hij voor uit-
Jkijk zat in- de mand bóven in de mast.
{Nog een kort poosje slechts, dan ging de
{maan op, en de hemel werd weer helder.
Brun Dierks klom op den steen en keek
lom zich heen. Daar ginds lag-ergens de
Iweg, dien hij bereiken moest; zoover hij
{in zijn gedachten kon nagaan, moesten
izich in de streek daartusschen enkele
kandplaten bevinden, waarop laag wil-
igen-struikgewas woekerde en roeslroode
Imoerasbrem; hij had die als knaap wel
ieens moeten inzamelen; zijn vader nam
Jdan een mand vol mee naar de stad om te
Iverkoopen; de reuk ervan verdreef de
linottenHet hoogte'tje, dat 't dichtst
•bij was, geloofde hij te onderscheiden.
Het was een gang, die zelfs den moo-
i'digste had kunnen versagen. Hoe vaak
.'viel hij, zoodat hij alles verloren dacht;
{hoe. lang. als hij met groote moeite zich
iweer naar boven gewerkt had,-lag hij uit
geput om nieuwe kracht to winnen.
{Voortdurend boog en waggelde de bodem
londer zijn voeten; vaak zag hij aan de
{schaduw, dat de hpele omgeving mee be-
Iwoog; dan weer scheen uit 't struikge-»
.'was plotseling iets te wenken. Hot gorgel-i
Ide en borrelde onder den druk van den
{polsstok; nergens rust,, niet eens voor
Iden blik, want zwart en grijs en vormloos
,'en vervloeid was alles; alleen onophoude-.
«lijk was er in 't Tiet een geluid van slui-»
!pen en glijden. Een kille huivering liep
.'hem over den rug, want eenmaal dacht
{hij een kind te hooren schreien.
Somtijds bukte hij zich, als hij den
grond niet vertrouwde, om planten uit te
trekken, niet ten einde ze te bezien, maar
alleen om den smaak er van te proeven.
Als schaapherder kende hij de meeste
zoowel van soort als wat de werking bo
trof. Het vinden van klaver verheugde
hem want daar was de grond vast
jdo waterboterbloem deed hem verbaasd
opzien en de waterschéerling dreef bem
terug. Het witte wolkruid, dat in 't maan-*
licht opschemerde, waarschuwde hem al
van verre; luiskruid en paardestaart ver-»
trouwde hij, de gele rolklaver, die tegen
zijn voet ritselde, toonde .zandgrond aan,
en daar streek zijn hand eindelijk over
de scherpriekende brem en aan een ga-»
gelbosch je trok hij zich tegen den heuvel
Jop. (Wordt vervolgd).