n
a
1
Dagblad voor Leiden en Omstreken.
COURANT
ABOS9HEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Lelden
waar agonten gevestigd zijn
Per kwartaal f2.50
Per v/eek f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
4*Je JAARGANG. - Diï'SSDAG 7 AUGUSTUS 1923 - No. 1005
Bureau: Hooigracht 35 Leiden Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
V Wat Minister van Karnebeek
zegt,
Wij hebben gisteren de aandacht geves
tigd op een redevoering van Minister de
Geer, waarin op financieele gron
de n de invoering van de Vlootwet werd
verdedigd.
Naast Minister de Geer, plaatste zich
toen onze Minister van Buitenlandsche
Zaken, een man van erkende bekwaam
heid, die op andere gronden de noodza
kelijkheid van de totstandkoming der
Vlootwet in het licht stelde.
In de vrijzinnig-socialistische pers,
wordt thans dag aan dag betoogd, primo,
dat het vlootplan overbodig is, omdat
voor een aanval of voor schending van
onze neutraliteit in het verre Oosten geen
gevaar bestaat, en secundo, omdat het
ingaat tegen het streven van den Vólken
hond en op de omliggende mogendheden
prikkelend werkt.
Hieromtrent werd door Minister van
Karnebeek in April van het vorige jaar
het volgende opgemerkt:
„Het is bekend, dat door de Regeering
aan de Conferentie van Washington posi
tieve waarde wordt toegekend. Ons poli
tiek statuut in het verre Oosten heeft door
de verkregen verklaringen versterking
ondergaan. En als de staat van vertrou
wen van het viermogendhedenverdrag in
werking gaat, zal dit ons ten goede ko
men.
„Toch kan spreker niet zien, waarom
het vlootplan niet moet doorgaan. Het
vlootverdrag bedoelde niet: een aanbouw
ter verdediging tegen te gaan, maar den
wedstrijd in bewapening tot stilstand te
brengen, zooals die in den aanbouw der
slagschepen tot uitdrukking kwam. Aan
don aanbouw van and«* materiaal dan
slagschepen werd quantitatief geen be
perking ougelegd. Er is niets in ons plan
gelegen, dat tegen het vlootverdrag in
gaat.
„En wat de politieke situatie betreft,
nu wij deelnemen in den staat van ver
trouwen van. de andere Mogendheden, is
er reden om van het aanvankelijk plan
eenigszïns af te wijken. Het werd daarom
mogelijk, met het oog op de financiën,
bet langzamer tempo voor het plan te
aanvaarden. Dat op grond der resultaten
van Washington, waarvan de duurzaam
heid nog niet is bewezen, deze poging kan
worden nagelaten, om de Nederlandsche
marine in stand te houden, kan spreker
niet toegeven. Washington vordert dat
niet.
..Andere Mogendheden, die in Oost-Azië
belangen hebben, zijn van ontwapening
nog ver verwijderd. Had men zich niet
willen verhinden tot de veiligheid van
Indië. dan zou de vraag zijn, of wij met
dit minimum zouden kunnen volstaan.
„Men kan de vraag stellen of Neder
land met zijn koloniën een marine kan
ontberen, zoolang niet overal tot ontwa
pening is overgegaan.
„De vraag rijst, hoe we aan onze ver
plichting zouden voldoen, als een oorlog
of krijgstoestand uitbrak, welke de Vol
kenbond niet kan voorkomen. Spreker
zou alleen nog willen vragen, of wél door
uitdrukkelijk Indië maritiem te abandon-
neeren en het weerloos te laten, niet een
toestand in het leven komt, die in het
Oosten storend kan werken en waarvan
de bedenkelijke gevolgen, ook voor ons,
zich te eeniger tijd kunnen doen gelden.
Het is niet ons belang om een strategisch
gebied, zoo belangrijk als Indië, door een
renunciatie te plaatsen in 't licht der po
litieke berekeningen. Wij moeten geen
twijfel wekken aan don wil om ons in In
dië te handhaven.
„De Mogendheden hebben verklaard el
kanders eilandengebied te zullen eerbiedi
gen. Zij hebben een verklaring afgelegd,
'die ook ons eilandenbezit eerbiedigt en
spreker stelt er prijs op, dat niet van
eenig beding de rede is geweest.
„M aar als wij ons thans ont
slagen rekenen van den plicht
om Indië te verdedigen, dan
zou het standpunt der Mogend
heden, die ons in de sfeer van
haar vertrouwen hebben op
genomen, wel eens kunnen
■worden g e w i j z i g d in vormen,
die met onzo zelfstandigheid
'en waardigheid niet vereenig-
b a a r z ij n."
Minister van Karnebeek achtte de tot
standkoming van de Vlootwet dus in het
belang van ons land noodzakelijk.
En Minister De Geer voegde daaraan
toe, dat niet-uitvoering geen oent meer
in de schatkist brengt, cn de geldverspil
ling in de hand werkt.
Zou het niet verstandig zijn, met deze
deskundige adviezen ernstig rekening te
houden?
STADSNIEUWS
DE GEMEENTEREKENING.
De gemeenterekening over 1922 waar
van wij gisteren de eindcijfers publicerden
andere gegevens zijn trouwens nog niet
in ons bezit geeft van de gemeentefi-
nanciën een niet ongunstig beeld.
Evenals in andere groote gemeenten'
geeft de dienst 1922 een zeer belangrijk
saldo. Een overschot van f 940.386.22 is in
dezen tijd van inzinking een niet te ver
smaden bedrag.
Toch past bij de beoordeeling van deze
cijfse» cenige voorzichtigheid. In een van
de groote bladen zagen we de saldi van
1921 en 1922 (het eerstgenoemde jaar gaf
een batig saldo van f 266.566.78i) naast el
kaar gesteld, waaruit dan de conclusie
werd getrokken, dat de financieele toe
stand zich voor de gemeente in gunstige
richting ontwikkelt.
Nu hebbeni we zeker niet te klagen.
Maar vergeten mag niet worden, dat op
aandringen van den beer de Lange, bij de
verdediging van zijn voorstel tob verla
ging van het verxnenigvuldiging3cijfer in
Mei van heb vorige jaar, de Provinciale
voorschriften werden toegepast, waardoor
een bedrag van plan. f 500.000 door B. eni
W. voor den dixst 1921 bestemd, waar do
rekening over 1922 werd overgebracht.
Was dit niet geschied, dan zou de dienst
1921 een batig saldo hebben opgeleverd
van ongeveer f 800.000, terwijl het saldo
voor 1922 dan met ongeveer een half mil-
lioen zou zijn verlaagd.
Verder mag niet uit het oog worden ver
loren dat op de rekening 1922 een belang
rijk bedrag voorkomt als opbrengst van
het navorderingskohier 19201921.
Ook als we rekening houden met het
feit, dat sinds de belasting verlaagd wejrd,
dan gaat het toch niet aan van een gun
stige ontwikkeling van de gemeentefinan-
ciën te spreken.
Althans niet op grond van deze cijfers.
De landarbeider K. J. alhier, werd
door zijn oom met een z.g. stekeltrekker
dusdanig gestoken dat- er een gapende
wonde ontstond en een rib doorstoken
werd.
De toestand van den getroffene is zeer
ernstig. Oorzaak was een woordenwisse
ling tüsschen de vrouw van J. en den
oom.
Wij hebben dezer dagen reeds een
en ander megedeeld omtrent do plannen
voor het vormen van een schitterenden
lichtstoet op den feestavond van 31 Augus
tus.
Nu is de propagandacommissie uit de
Chr. Oranjevereeniging voornemens in de
zen stoet ook een groep te vormen be
staande uit leden van deze vereenaging.
Een plan dat ongetwijfeld mot sjmpa-
thie zal worden begroet.
Onze Christelijke Oranjevereeniging mag
hier niet achterblijven.
Wij vestigen daarom de aandacht onzer
lezers op een in dit niunmer voorkomende
advertentie, waaruit blijkt dat zij die aan
de vorming van een groep in den licht
stoet wenschen deol te njiruen daarvan
voor 11 Augustus mededeeling kunnen
deen aan den secretaris der propaganda
commissie, den heer C. J. van Cittert.
'Voor zoover dat nog noodig mocht zijn
wekken wij gaarne de leden op, zich voor
deelname aan te melden,
Do persoon die hier vorige week werd
aangehouden ter zake van liet uitgeven;
van een valsch bankbiljet k f 1000 is ter
beschikking van de Justitie gesteld.
Tem nadeele van v. R., op de Geero-
gracht, is gisteren op de Haarlemmer
straat een met eieren geladen handwagen
aangereden, door een met paard bespan
nen wagen bestuurd door Z. uit Rijnsburg,
tengevolge waarvan een 300-tal eieren! op
de straat terecht kwamen en onbruikbaar
werden.
Gistermiddag geraakte do 14-jarige
kruideniersbediende W., bij de Nieuwe
Rijn met zijn fiets te water, doordat hij
het beheer over zijn stuur miste.
De heer D., die juist passeerde, sprong
hem na, maargeraakte met zijn voe
ten in het rijwiel verward, zoodat hij geen
hulp kon bieden). Gelukkig werden beiden
na eenigen tijd op het droge gebracht door
den heer O., een goed zwemmer. Geen van
de drenkelingen had uitwendig letsel beko
men. W,, werd per auto van den E. H.D.
naar huis gebracht.
Op de Steenstraat, geraakte gisteren
eert greentenwagen waarvoor een paard
was gespannen bij het oprijden van de
Blauwpoortsbrug met de wielen bekneld
in de tramrails. Het paard bleef echter
doortrekken, met het gevolg dat de wagen
kantelde en de inhoud op de straat te
recht kwam.
Persoonlijke ongelukken hadden er niet
bij plaats. De tram ondervond 10 minuten
vertraging.
=-s De heer d r. W. H. K e e s o m,
nieuwbenoemd hoogleeraar om onderwijs
te geven in de natuurkunde aan de Uni
versiteit alhier, hoopt zijn ambt te aan
vaarden met het uitspreken eener rede
op Woensdag 26 September a.s., des na
middags te 2 uur, in het groot auditorium
van het Universiteitsgebouw.
Mej. M. J. Feringa alhier slaagde te
's-Gravenhage voor het examen Engelsch
L. O.
In de Stedelijke Werkinrichting
zijn in den week van 29 Juli tot 4 Aug.
opgenomen: 164 volwassen personen en
11 kinderen; totaal 175.
BlNBENLAaiD
DE CRISIS AAN FINANCIEN.
Naar het Gentrum verneemt zal in de
vacature van minister de Geer tot minis
ter van financiën benoemd worden de
heer H. G o 1 ij n, de leider der anti-revo
lutionaire partij en oud-minister van
oorlog.
Dit bericht schijnt ons vrij onwaar
schijnlijk.
Niet onmogelijk dat hier de wensch de
vader der gedachte is geweest.
Toestanden aan militaire werkplaatsen.
De minster van Oorlog heeft op schrif
telijke vragen van het Tweede Kamerlid
Henri ter Hall, betreffende publicatie van
het rapport der commissie tot onderzoek
naar de toestanden bij de Artillerie-Inrich
tingen aan de Hembrug en Instructiewerk
plaats te Delft, geantwoord,
De reden, waarom het rapport van de
commissie tot onderzoek naar de toestan
den bij de Artillerie-Inrichringen aan den
Voorzitter der Tweede Kamer is- toegezon
den, met verzoek het ter griffie te leggen,
is gelegen in de omstandigheid, dat de mi-
minster den inhoud daarvan zoo spoedig
mogelijk ter kennis wenschte te brengen
van de Tweede Kt„öèr, op wier wensch
bedoelde commissie is ingesteld.
Infcusschen wordt overwogen in hoeverre
het nuttig en mogelijk is, den inhoud van
het rapport ter openbare kennis te bren
gen.
Hcoge Raad van Arbeid.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Rutgers betreffende gedane mededelin
gen omtrent het behandelde in een ver
gadering van een commissie van den
Hoogen Raad van Arbeid, heeft minister
Aalbers geantwoord:
Het doen van mededeelingen omtrent
hetgeen zou zijn gesproken in een verga
dering van een commissie van den Hoo
gen Raad van Arbeid is ongetwijfeld in
strijd met de verplichtingen der leden
van zoodanige commissie. Het is den mi
nister echter niet geheel duidelijk ge
worden, welke mededeelingen bedoeld
worden, die niet reeds voortvloeiende
uit de openbaar gemaakte stukken in
strijd met vorenbedoelde verplichtingen
zijn gedaan. Overigens meent de minister,
dat, ook al mochten dergelijke mededee
lingen gedaan zijn, hem geenerlci rechts
middel ten dienste staat om het doen
van mededeelingen te voorkomen.
De werktijdregeling bij Wiltcft.
Gisteren is de 56-urige werkweek bij
Wilton's Machine-Fabrieken en Scheeps
werf ingevoerd.
Deze overwerk-vergunning is, zoo men
weet, voor zes maanden verleend. Gedu
rende dien tijd zullen de arbeiders het-
zelfdeloon ontvangen als bij de 48-urige
arbeidsweek werd betaald.
Aanvankelijk bestond er nog al verzet
onder de metaalbewerkers tegen deze
nieuwe werktijdregeling. Er was zelfs
sprake van, dat er heden een staking bij
Wilton zou uitbreken. Zoover is het ech
ter niet gekomen. 1
1 Nadat gistermorgen voor de poort der
werkplaats nog eenige besprekingen met
de arbeiders waren gehouden, zijn zij op
de gewone wijze aan het werk gegaan.
Tegen de Vlootwet.
In een vergadering te Arnhem van den
Bond van niet-Onder wij zend Schoolperso-
necl is een motie aangenomen, waarin dien
Bond zich verklaart tegen de Vlootwet,
omdat daardoor de tractementen van de
ambtenaren en beambten zoo kort pas op
peil gebracht, weder beneden het peil zul
len geraken.
De verbindingen met bezet Duitschland.
Nadat sinds de overneming der Duitsche
spoorwegen in het bezette gebied door de
Belgische regie het spoorwegverkeer over
de grensstations Simpelveld, Kerkrade R.,
Vlodorp en Venio geheel *tiI?tond(, zijn
©enigen tijd geleden tusschen de Neder
landsche autoriteiten uit de bezette gebie
den onderhandelingen gevoerd om 't ver
keer in gang te brengen.
Deze onderhandelingen hebben in zoo
verre een gunstig resultaat gehad, dat se
dert enkele dagen. Nederlandsche goede
rentreinen van Kerkrade weer doorgaan
tot Herzogenrath.
Ziivcrbons.
De Minister van Financiën brengt ter
algemeene kennis, dat, ingevolge het ko-
ADVERTENTIE-PHRJ9
Gewone advertentiën per regel 22^ cent*
^-Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefi
'Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta*
ïing van ten hoogste 30 woorden, vordert
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
ninklijk besluit van 13 Maart 1923 (StbL
no. 70), de ingetrokken zilverbons van
f 2.50 (model 1915), alsmede de ingetrok-i
ken zilverbons van f 1 (model 1916), als
nog tot en met 31 December 1923 ter in
wisseling kunnen worden aangeboden ten
kantore van het Agentschap van het Mi
nisterie van Financiën te Amsterdam
(Heerengracht 344/46).
Desverlangd kunnen do bons per post
aan bovenstaand adres worden toegezon-'
den met duidelijke opgave van naam en
adres van den afzender. Ter bevordering
van eeno spoedige afdoenning zullen de in
zenders goed doen, bij do bons te voegen
een behoorlijk ggfrankeerd en aan hen
zelf geadresseerd formulier van een post
wissel of wel een behoorlijk gefrankeerd,
stortingsformulier van den postcheque- en
girodienst, ten beloope van het bedrag de?
door hen ingezonden zilverbons.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de gele
genheid tot inwisseling niet meer wordt
opengesteld ten aanzien van de ingetrok
ken zilverbons van f 1, f 2.50 en f5 van
den ouden vorm (model 1914) en dat op
het oogenblik nog alleen in omloop zijn
de zilverbons van f 1 en f 2.50 van het
nieuwste type. Van de laatstbedoelde zil
verbons welke dus niet behoeven to wor
den ingewisseld, dragen de bons van f fc
de dagteekening van 1 Februari 1920, tei_
wijl de bons van f 2.50 zijn geda?teeken\*
1 Juli 1918 of later.
De Haarlemsche Infanterie-Kazerne.
Op vragen van het Tweede Kamerlid K.
ter Laan betreffende de veibouwingswer-
ken aan da Haailemsche infanteriekazerry?
aan den Kcudenhcrn gedurende dit jaar e*
oe bestrijding ce/ kosten var die werken,
heeft de minister van Oorlog het volgen
de geantwoord:
In de voormalige infanterie-kazerne to
Haarlem zijn in de eerste helft van dit
jaar verschillende voorzieningen getroffen
en wijzigingen aangebracht om het gebouw
voor zoover niet noodig voor legering, in
te richten voor onderbrenging van ver
schillende bureelen, magazijnen en andere
militaire inrichtingen, een en ander ten
behoevo van het garnizoen.
De werkzaamheden, die reeds zijn afge-
loopen, hebben plaats gehad ingevolge irt
het vorig jaar gehouden aanbesteding en
verleendo machtigingen.
Het uitvoeren van verders werkzaam^
lieden anders dan hetgeen strikt noodig is
voor het in behoorlijken staat onderhou
den van heb gebouw ligt niet in het voor
nemen.
De kosten worden bestreden uit art. 138
van de Oorlogsbegrooting 1922.
Steun voor arbeiders naar Frankrijk.
Uit de Drentsche veen- en lanbouwstre-
ken zijn nu vier ploegen landarbeiders
naar Frankrijk vertrokken en: er zullen
wel meer volgen.
Daar echter vele arbeiders, die van deze
gelegenheid zouden willen gebruik maken,
geldelijk onmachtig zijn om de reiskosten
te betalen, heeft de Raad der gemeente
Ernmen besloten, om zoodanige werklieden,
die goed ter naam en faam bekend zijn,
te steunen met de benoodigue gelden.
Conflict in de steenindustrio.
De staking te Dcest (Maas cn Waal)
driegt langzamerhand to verloopcn, door
dat de Deester directie werkwilligen uib
Nijmegen en de Maasstreek wist aan te
werven. Per auto en onder politie-gcleide
komen die aan.
Uitvoer van Aardappelen.
Do minister van binnenlandsche zaken
en landbouw brengt het volgende ter al
gemeene kennis:
De voorschriften in zake den invoer van
aardappelen, tomaten en. eiorplanten in
„Ik houd dat voor het leven," antwoord
de de schaapherder.
„Maakt je gereed." De luitenant wenkte
en zes man laadden hun geweren
„Wil-jo, of wil-je niet?"
„Nee, ik wil niet. Als Jan Bartels
daar nog één sprankje gevoel in zijn lijf
heeft, laat hij dan de groeten doen aan
■mijn vrouw; ik laat haar zeggen, dat
God een vader is voor weduwen cn wee-i
zen. En nou ben ik klaar."
„Leg aan!Wil-je den weg wijzen?"
De schaapherder schudde het hoofd.
„Als ik sterf, wil ik voor God als een eer-»
lijk man staan Jullie hebt do macht!"
„Zet af!Dat is ten minste een
man Maar wat zullen we met hem
doen? Laten we hem vrij, dan gaat hij
er van door en waarschuwt do Brunswij-t
kers Hier laten liggen? Dan vindt
zijn familie hem Meenemen? We
hebben al genoeg met ons zelf te doen."
Besluiteloos zag de luitenant om zich;-
zijn oog bleef rusten op Jan Bartels, dia
doodsbleek geworden was, omdat hij aan.
een zóo vreeselijk slot "nooit gedacht had.
Haastig droDg deze naar voren.
„Met uw verlof; daar in den ouden!
burcht is een hok, daar kan hij wel inge
stopt worden," zei hij met nadruk, „daan
vindt geen mensch hem." i
(Wordt vervolgd.)
FEUILLETON!
Den Vaderland ghetrouwe.
Een vertelling uit den
Franse hen tijd. -
Eén reeg onder 't voorbijgaan den grom-
menden waakhond aan zijn bajonet; een
tweede hakte 'n gent, die hem 'aanvloog,
den kop af en hing hem aan zijn koppel;'n
derde greep met van veel oefening getuid
«gende behendigheid een haan, die trotsch
«op een muur te kraaien! stond, bond hem
Ide pooten en hing hem zoo levend op den
frug; in overmoed schoot een vierde
'zelfs op den ooievaar in zijn nest, en al
'Schoot hij ook mis, de brandende pa
pierproppen vlogen uit den loop op 't
'dak, zoodat 't hier en daar al begon te
'smeulen en de boeren haastig aan 't
blusschen moesten tijgen. Lachend keken
kle Franschen toe, hoe zij zich haastten
'«n water sleepten.
„Wij maken feu sur toules les mai-
isons; overal den boel in brand steken;
'dan komen van zelf de Brunswijkers er
:uit," sloeg er een voor. Hij zsi 't lachend,
•maar de boeren namen 't als ernst op, en
Vergramd ging er meer dan een hooivor
ken en zeisen opzoeken om in geval van
hood huis en hof te verdedigen.
Met groot getier drongen de overmoe-
digon al de voor-laatste boerderij binnen,
Imaar nadat Jan Bartels hen met buiten
gewone hoffelijkheid begroet en in een
kamer met den luitenant alléén een tijd
lang had zitten praten, werd het plotse
ling rustig in het dorp tot verbazing
'allerboeren waren de Franschen in eens
'.weg; alle posten werden tegelijk ingetrok
ken en in goede orde marcheerde de
troep op het moeras aan.
Wat moest Jan Bartels bij hen? 0. die zou
ze zeker den Friezen aan den overkant op
het dak sturen; hij had hun zeker 't een
of ander op den mouw gespeld; ja, Jan
Bartels was niet dom; in 't moeras ken
de hij elk hoekje en gaatje en kon hij
ontsnappen, waar en wanneer hij maar
wou ei, wie weet, misschien lokte hij
hen wel zoover in 't moeras, dat ze nooit
den weg er uit vonden. Jan Bartels was
plotseling een held en werd door allen
als een redder beschouwd en geprezen.
Brun Dierks lag bij zijn kar en zon en
zon, en slechts nu en dan keek hij even
naar de schapen, die Sultan in de verte
"hoedde. Wat hij peinsde, baarde hem
groote zorg. De schapen: mpesten nog
wekenlang op deze wei blijven, en als ze
goed gedijen zouden, zooals voor een loo-
nenden verkoop noodig was, dan moch
ten ze niet eiken avond den langen weg
naar huis gedreven wordendan
moest hij 's nachts hier bij ze blijven
en toch vereischte de ziekte van zijn
vrouw zijn tegenwoordigheid thuis. Van
de opbrengst der kudde moest zijn gezin
leven tobde hij stil in zich zelf voort.
En daarplotseling stonden do Fran
schen voor hem; en eer hij had kunnen
opstaan, was elke uitweg hem al afge
sneden.
„Ben-jij de schaapherder? vroeg de lui
tenant den onhutst opspringenden man.
„Ja wel, dat ben ik," luidde het ant
woord.
„Jij hebt gisteren de Brunswijkers door
het moeras gebracht; vandaag moet je
ons er door heen brengen; maak je
klaar."
„Dat zal ik niét doen, voor zoover het
van mij afhangt."
1 „Geen praatjes; we weten alles van je
doen en laten. Maak je misdaad nu weer
goed, doordien je ons bij hen brengt; en
je kunt vrij uitgaan.
Met snellen blik had de schaapherder
achter de soldaten 't hoonendo gelaat be
speurd van Jan Bartels, verheugd over
de nieuwe poets, die hij zijn huurman
bakte.
„Als een buur 't vee van een ander
verraden kan, waarom zou hij don ook
niet den buur zelf verraden? Jullie zult
zeker wel alles nauwkeurig van hem
daarachter weten; maar oven zeker weet
ik, dat ik niet zoo'n schoelje worden wil,
als hij is."
„Och ja, dat gaat, zooals 't gaat, hè,"
lachte Jan Bartels behagelijk, „de een
maakt het bed op en de ander slaapt er
in."
„Wat jij bent en worden zult, is ons on
verschillig; de Brunswijkers zijn geen
buurlui."
„Nee, maar broeders zijn het."
Enkelen, die hem verstonden, lachten
luid-op, cn riepen: „Fijne boertjes! Land-
loopers, schooiers, hondsvotten; niet eens
eerlijke soldaten."
„Zijn dat eerlijke soldaten ganzen
en hanen to stelen!" zei de schaapher
der, die den geroofden buit ontdekt had.
„Stop dien brutalen hond den bek!"
werd dreigend terug gescholden. Eén
sliet hem den geweerkolf tusschen de
schouders; een tweede sloeg hem met de
vuist in 't gelaat, dat het bloed er uit
stroomde.
„Laat hem," weerde de luitenant af,
„wo hebben hem nog noodig. Vooruit
man, en wijs ons den weg; de avond daalt
en we hebben haast."
„Ik niet! Zoo waar als God in mijn
laatste uur me hclpe, zeg ik je: Duitsche
broeders verraad ik niet."
„Bezin, eer je begint," hoonde Bartels.
„Ik laat je fusilleeren; je praat je in
den dood," zei do luitenant.