Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COUKAN ASOHEiEIIEWTSPliIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaalf 2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal ......12.90 4de JAARGANG. - MAANDAG 6 AUGUSTUS 1923 - No. 1004 BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58938 ADVERTENTIE-PRIJS .Gewone cdvertentiën per regel 22H cent i-Lwezondea Uededeelingen, dubbel tariefc .§2j contract belangrijke reductie. Kleine advertentlën bij vooruitbeta* ling van tea hoogste 30 woorden, worden dagelijki geplaatst Ad 50 cent. V Minister de Geer ovsr het vlootplan. In een vorig-nummer hebben wij be toogd, dat bij de beoordeeling van het Tlootplan en wat daarmee samenhangt, aiet het gevoel moet domineeren, maar Jat de argumenten voor en tegen, nauwkeurig moeten worden getoetst. Wij willen daarom onder de aandacht fcrengen wat door Minister de Geer volgens de tegenstanders van de vlootwet sen man die het volle vertrouwen ver dient werd opgemerkt. Het was in de Kamerzitting van 21 Maart 1922 dat de heer de Geer naar aanleiding van een interruptie van den keer Hugenholz, de volgende opmerkin gen maakte: „Ik wil op die opmerking, die allo rede mist, nu wel eens ingaan. Het is uit meeting-technisch oogpunt wellicht juist om die 300 mil- lioen, die ik hier hoor noemen, telkens aan te voeren, maar concrete be- teekenis hoeft dit niet. De Minister van Financiën heeft er niet aan, al wordt morgen 'de vlootwet inge trokken. Dat geeft geen cent moer in de schatkist. Die 300 mililoen is een kapitaalsuit gave voor Nederland en Indiö, waar van 99 millioen komt voor rekening van Nederland en dit bedrag is een voudig gekapitaliseerd wat men ook nu jaarlijks voor dit doel uitgeeft. De jaarlijksche annuïteit zal nog iets minder zijn dan het tegen woordig bedrag. Voor Indië beteekent de vlootwet hoogere kosten, vooral in verband met de daar in te richten steunpunten, maar voor ons land beteekent zij n i e 18 a n- dors dan regel stellen op de tegenwoordige uitgaven, het daarheen leiden, dat men niet lukraak uitgeeft vioor nieuw materiaal, terwijl men ten slotte niets dan oud roest heeft. Vele malen is vroeger van zeer onder scheiden zijden gezegd: er moet meer continuïteit komen in de aanschaffing er moet een vast plan gemaakt worden, waaraan een opvolgend Minister ge- honden is; eerst dan krijgen wij voor ons geld iets, dat waarde heeft. Tot dusver ging de aanbouw stelsel loos en telkens hadden wij oud roest. Nu is de bedoeling van de Vlootwet om te maken, dat wij voor het geld, dat wij voor de marine uitgeven, iets van waarde verkrijgen. Het kost geen cent meer op de begrooting. „Ik zeg dit niet om de Vlootwet te verdedigen. De keeren mogen er tegen aanvoeren wat zij willen, en hoe meer er op besnoeid wordt, hoe liever het mij als Minister van Financiën zal zijn." En de Minister voegde hieraan eenige ^ogenblikken later nog toe: Ik wil maar zeggen, dat als de Mi-" nister van Financiën overweegt, hoe het budget sluitend te maken, de in trekking van de Vlootwet hem geen cent opbrengt. „Ik herhaal, dat het noemen van die 300 millioen uit een meeting-technisch oogpunt zijn waarde heeft, maar zake lijk kan ik er niets mee doen. Iets anders ware het natuurlijk ook dat hoor ik hier zeggen wan- neer men de marine afschafte. Maar daarover gaat het hier niet en daarvoor is zeker geen meerderheid. Intrekking van de Vlootwet zou, wat Nederland aangaat, beteeken en: voort gaan op den ouden voet, d.w.z. veel verspilling van geld." Hier wordt dus geconstateerd, dat niet- invoering van de Vlootwet, geen bate geeft voor de schcikist. Dat de Vlootwet bij de vraag hoe het budget sluitend te maken geen gewicht in de schaal legt. Dat invooring van de Vlootwet betee kent: „bezuiniging" en intrekking van de wet: veel verspilling van geld. i Dat het schermen van de 300 millioen voor de Vlootwet geen concrete beteeke- nis heeft, maar alleen uit meeting-tech nisch oogpunt gewenscht kan zijn. Dit alles werd geconstateerd, door Mi nister de Geer, de man wiens lof als be^ kwaam financier en als de man met den „helderen kijk" en „den moed der over tuiging" in de vrijzinnig-socialistische pers thans in alle toonaarden wordt ge zongen. STAOS£§!Eiiü»S De Huurverhooging. Naar wij vernemen heeft de Minister van Arbeid, evenals bij Rotterdam, be zwaar om overeenkomstig artikel 7 van de wet van 2 Juni 1923 (Staatsblad 235) tot wijziging van de Huurcommissiewet, de verklaring uit te vaardigen dat de maxi mum verhooging, welke kan worden toe gepast zonder goedkeuring van de Huur- commissie, voor onze gemeente slechts zal bedragen 40 %y respectievelijk 30 Die verklaring is dus thans alleen maar voor Amsterdam uitgevaardigd. Gemeente-rekening 1922. Ingediend is de gemeente-rekening over het dienstjaar 1922. Zij bedraagt in ont vangst f 11.679.620.47, in uitgaaf f 12308376.56 sluitende alzoo met een na- deelig saldo van f 626556.09, De gewone ontvangsten bedroegen f 7180152.52, de gewone uitgaven f 6239766.30, voordeclig saldo f 940386.22, de buitengewone ontvangsten en uitgaven opvolgend f 4499667^95 en f 6066610.26, al- zoo met een nadeelig saldo van f 1566942.31 Door de woningbouwvereeniging „De Eensgezindheid" is bij onderhand- sche aanbesteding het vernieuwen van een 12-tal deuren opgedragen aan den heer A. v. Hoven, alhier. Bij de te 's-Gravenhage gehouden examens voor de Hoofdacte slaagde o.a. onze stadgenoote, Mej. W. A. M. Eygen- stein. Do heer H. Zoutendijk, voorzitter ivan den Leidsche Marktkoopliedenbond is op het Zaterdag gehouden congres van de federatie van Marktvereenigingen in Nederland benoemd tot secretaris van het Hoofdbestuur dier organisatie. De heer J. S ch a a p JHz. alhier slaagde heden voor het Staatsexamen toelating Universiteit. Do Rotterdamsche politie heeft naar hier overgebracht een tweetal minderja rigen, die te Rotterdam zwervende wa ren getroffen, en van wie er een te Alphen en de ander hier ter plaatse thuis be hoorde. Zij zijn aan de ouders terug gegeven. 1Op de Breestraat had Zaterdagmid dag een botsing plaats tusschen een wiel rijder en een motorrijder, waarbij eerst genoemde van zijn voertuig werd geslin gerd. Hij klaagde over pijn in de borst. De schuld lag, naar hij zelf erkende, bij den wielrijder zelf. Het a-s. Regeringsjubileum. Naar wij vernemen wordt de konink lijke familie op den dag van haar aan komst te Amsterdam Woensdag 5 Sep tember in den namiddag ver wacht. Het juiste tijdstip van de aankomst is nog niet vastgesteld, doch vermoedelijk zal dit zijn tegen twee uur a half drie. De Koningin-Moeder zal reeds in den loop van den morgen van dien dag in de hoofdstad aankomen. In strijd met sommige geruchten, ver nemen wij van bevoegde zijde, dat ter ge legenheid van het a.s. regeeringsjubileum van de Koningin, geen buitenlandsche missies in ons land worden verwacht De Koninklijke familie. De Koningin en Prinses Juliana, die thans de gasten zijn van de Koningin-. Moeder ten paleize teSoestdijk, waren voornemens vandaag weder naar Het Loo te vertrekken. Bestrijding der baldadigheid. De burgemeesters van 's-Gravenhage en Schiedam hebben een rondschrijven aan de onderwijzers .in hunne gemeente gezonden ten einde te komen tot een stelselmati'ge opvoedkundige bestrijding van de balda digheid onzer jeugd. De Tucht-Unie is voornemens een com missie te benoemen om deze zaak voor heel Nederland bij de onderwijs-wereld aanhangig te maken. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Handels informatiebureau van Van der Graaf en Go's Bureaux voor denj Handel zijn over de afgoloopen week, eindigende 3 Augus tus, in Nederland uitgesproken) 55 faillis sementen tegen 35 faillissementen in de zelfde week van het vorige jaar. Van 1 Jajiuari tot en met 3 Augustus 1923 2405 faillissementen tegieniover 1724 over hetzelfde tijdperk van bet vorige jaar. Rondom de crisis aan „Financiën". Er loopen sedert eenige dagen geruch ten, dat de Ministercrisis aan het Depar-. tement van Financiën zou zijn opgelost. Wij gelooven dichter bij do waarheid te zijn, als wij de mogelijkheid veronder stellen, dat na het aftreden van jhr. De Geer een zijner ambtgenooten interimair met de zorg voor zijn departement zal worden belast, tot de regeering erin is geslaagd een opvolger te vinden. In parlementaire kringen meendo men ons te mogen verzekeren, dat dit nu nog niet het geval was. „Hbld." Ned. locomotieven naar China. De regeering van de Chineesche repu bliek heeft aan de Nederlandsche fabriek van Werktuigen en Spoorwegmateriaal („Werkspoor") te Amsterdam, de levering opgedragen van drie groote compound sneltrein-locomotieven met oververhitting en vier gekoppelde assen, ten behoeve van 'den dienst van den Lunghai-spoorweg. ï)eze locomotieven, welke de eerste zijn 'van Nederlandsch fabrikaat, die in China zullen rijden, zijn van een zwaar der type dan hier te lande in gebruik is. Centrale commissie voor de Statistiek. Bij Kon. Besluit zijn benoemd tot lid der CentraleCommissie voor de Statis tiek: J. Dekker, voorzitter van het Algemeen Nedorlandsch Vakverbond; mr. J. H. van Zanten, directeur van liet Bureau van Statistiek der gemeente Am sterdam; prof. dr, P. A. Diepenhorst, hoogleeraar aan do Vrije Universiteit te Amsterdam; dr. Th. van der Waerden, lid van de Tweede Kamer der Staten-Genieraal; mr. H. J. D. van Lier, secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam; mr. A. Jonker, directeur-secretaris der Vereeniging van Nederlandsche Gemeen ten. Emigratie naar Amerika. Naar het „Hbld." verneemt, zouden de heeren Walrave Boissevain, voorzitter van de Bezuinigings-commissie der Ne derlandsche Maatschappij van Nijver heid en Handel, H. J. G. Hengeveld, waarnemend directeur van de Neder landsche Vereeniging voor Landverhui zing, tevens vertegenwoordiger van het Departement van Arbeid, de heer De Vugt, chef van de passage der Holland- Amerikalijn en mr. von Baumhauer, eer ste secretaris van de Nederlandsch-Ame- rikaansche Kamer van Koophandel, eer gisterenavond naar Londen vertrekken, teneinde een bespreking te hebben met den heer Davis, Minister van Arbeid in de Vereenigde Staten, die op het oogen- blik in Londen vertoeft. Do bedoeling is den Minister de weia- schelijkheid uiteen te zetten van een bete re regeling van emigratie en een ruimere toelating van Nederlanders in de Ver eenigde Staten. Thans mogen per fiscaal jaar, loopen- de van 1 Juli tot 30 Juni, 3600 Neder landers als landverhuizers in de Ver eenigde Staten komen. Voor het loopende fiscale jaar eindigende dus 30 Juni 1924 is, zooals bekend, dit aantal thans reeds bereikt. Minister Davis heeft zich bereid ver klaard de delegatie te ontvangen. Reizigers nsaar Nederland. De Londensche corr. van de „Msbd." schrijft d.d. 4 dezer: De avondbladen geven cijfers omtrent den enormen omvang, welken het reizi gersverkeer reeds heden, bij het officieele begin der vacantie, genomen heeft. Deze cijfers zijn natuurlijk slechts van locaal belang, al verdient het vermelding, dat niet minder dan 60.000 Engelschen zich naar het buitenland begeven, of begeven hebben. Interessant evenwel is wat de „Evening Standard" schrijft, n.l. dat het merk waardige verschijnsel van het vacantie- verkeer van dit jaar gelegen is in het groot aantal biljetten naar Vlissingen, terwijl ook het verkeer via Harwich Hoek van Holland buitengewoon druk is. Volgens het blad. zouden zeer vele Engel schen verlangend zijn een bezoek aan Holland te brengen. Reorganisatie Rijksgebouwendienst Men meldt van bevoegde zijde aan „Do Msbd.": Door do centralisatie van den Rijksge bouwendienst onder bet departement van financiën en de daarmee gepaard gaande plaatsing van de bureaux van de Rijks bouwmeesters voor de Landsgebouwen in het 1ste en 2de district, voor de onder wijsgebouwen, voor de justitiegebouwen en van het bureau van den Eerstaanwe zend Bouwkundig Ingenieur der Marine, onder dat Departement, werd een reorga nisatie van den geheelen technischen dienst mogelijk, welke reeds in de memorie van antwoord bij de begrooting van 1.923 werd aangekondigd. Deze reorganisatie wordt thans tot stand gebracht. Met 1 October a.s. worden de vijf be staande en hierboven genoemde Rijks- bouwmeestersbureaux opgeheven en ver vangen door één bureau, hetwelk in af wijking van hetgeen tot nu too het geval was, uitsluitend met het ontwerpen en toezicht houden op de uitvoering van nieuwe werken (z.g.n. nieuwbouw) en met belangrijke verbouwingen belast wordt. Ook het adviseeren omtrent den bouw van gesubsidieerde scholen zal onder dit bureau ressorteeren. Daarnaast wordt een bureau ingesteld, hetwelk de zorg zal hebben voor het onder houd van alle Rijksgebouwen en leiding zal geven aan de districtsbouwkundigen, welke in de te vormen 17 districten met toezicht en leiding van het onderhouds werk worden belast. Het bestaande Technisch Bureau voor den Rijksgebouwendienst zal aan de beide genoemde bureaux waartusschen overi gens een nauw contact zal bestaan de noodige hulp verleenen, zoo wat betreft betonwerken als vraagstukken betreffend ff verwarmings- en electrotechniek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zich reeds in Rijksdienst bevindende adviseurs. Het ligt overigens geenszins in de bedoeling, om hierbij do hulp van particulieren uit te schakelen, veel minder nog om werken in eigen beheer uit te voeren. De instelling van de genoemde bureaux, gepaard met eën sterke afneming van de hoeveelheid onderhanden zijnde en te verwachten werken, heeft tegengevolge, dat een zeer belangrijk deel van het personeel, hetwelk thans zoo op de bestaande bureaux als bij den districtsdienst werkzaam is, zal moeten afvloeien. In de eerste plaats kwamen hiervoor in aanmerking alle opzichters en ambtenaren in tijdelijken dienst. Ook echter zullen 'een aantal vaste ambtenaren, waaronder ver scheidene leidende personen, op wachtgeld dienen te worden gesteld; een maatregel dus, welko in geen verband staat met hun bekwaamheid of geschiktheid, doch geheel het gevolg is van de reorganisatie van hun dienstvak. Door deze reorganisatie zullen de sala rissen met 39 pGt. (een bedrag van f 452,000 per jaar) dalen, ten opzichte van die, welko op 1 Jan. 1923 werdon betaald. Percentsgewijs bedraagt de verminde ring van het aantal nmbtDn:.rrn m^noeg hof:: 1 1 nn.l. 40 VCA 3UITEMLAÜb HET SCHADtVERGOÈDING- VRAAGSTUK. Optimisme te Parijs. Uit Parijs wordt gemeid, dat het wel zoo goed als zeker is, dat ondanks de minder gunstige berichten van de laatste dagen, de gedachtenwisseling tusschen de geallieerden zal worden voortgezet. Het wordt zelfs niet zoo heel onwaar schijnlijk geacht, dat in de nu aange broken periode waarin de Engelsche en Fransche parlementen niet vergaderen, het tempo versneld kan worden. Daarvoor pleiten de volgende factoren: lo. Frankrijk begint den bodem van de opslagplaatsen van de cokes aan de Roer te zien, met welke cokes het zijn hoog ovens aan den gang moet houden; 2o. de financieele toestand in Duitschland is nu zoo geworden, dat het financioren van het lijdelijk verzet aan de Roer binnen kort een nieuw onoplosbaar vraagstuk dreigt te worden; 3o. in België volgt men met bezorgdheid het duurder worden van het leven ten gevolge van het dalen van den franc. In al de diplomatieke drukte van de laatste werken heeft men eenigszins het toch zeer belangrijke feit over het hoofd gezien, dat de gesprekken, die Londen over de Roerkwestie aan den gang heeft gebracht, door Parijs en Brussel niet be-» schouwd zijn als een ongepaste inmen- ging, maar stilzwijgend aanvaard zijn. Zoo lang Frankrijk en Engeland elkaar nog antwoord geven, moet men den moed niet geheel verliezen. Een ander telegram zegt, dat de toe stand als veel gunstiger wordt beschouwd Frankrijk en België zullen thans in het Roergebied nog krachtiger maatregelen nemen, teneinde de productieve activiteit te verhoogen. Dit zal vooral nut afwerpen in verband met de kwestie, op welke wij ze Duitschland zijn verplichtingen tot herstel zal kunnen nakomen. FEUILLETON Den Vaderland ghetrouwe. '12) Een vertelling uit den Franschen tijd. Allen waren bij elkaar en de schaapher der vertelde vol blijdschap van het ge lukken der onderneming en van 't onder dak bij den boer; en alles was volkomen rjoed. En trotsch op zijn daad ging Beeke, -oen de avond viel, met haar man huis waarts. HOOFDSTUK V. En toen kwam de vreeselijke gast, de koorts, plotseling terug. Het was, als had to zich slechts een tijdlang in een hoek je verscholen, zoo barstte ze uit en greep Urenlang de vrouw in machtige omknel ling vast, deed haar sidderen van koude "rillingen, ontnam haar den adem, wierp üaar in gloeihitte, pijnigde haar met on- ^eschbaren dorst en doodsangst, om dan eindelijk tegen den morgen weer naar sen donker hoekje terug te sluipen. Erun Dierks verkeerde in groote verle genheid. De schapen moesten noodzake lijk op de verre hei gaan grazen; reeds 'gisteren haddoji ze al gebrek geleden. En *o°. zond hij zijn oudste zoontje, den tién- ïarigen Kors, met een boodschap naar Anne-Kee, de oude dienstbode van zijn buur Jan Dartels, met het verzoek, of ze in den loop van den dag eens naar do zieke wou omzien, en met een zwaar hart dreef hij zijne kudde naar buiten. Jan Bartels stond met Anne-Kee bij de koebocht, waar zijn veo in liep, dat hij eens uit de hand der stroopendo Franschen had weten te redden door de schuilplaats te verraden, waar de koeien van zijn buurman gebracht waren, en door den patrouille-commandant een rij ke fooi toe te stoppen. Hij was zeer trotsch op zijn fokvee en verkocht de kal veren tot hooge prijzen. Zoo had hij juist een kalf bij de moeder weggehaald en aan den kooper overegegeven; de koe loeide klagend en poogde de heining rondom do bocht door te breken om haar jong te beschutten. Onverschillig wendde Jan Bartels zich om en liet de geldstukken in zijn hand klinken. „Waar is Geesje?" zei hij. „Die kan dat niet zien," zei Anne-Kee- „zij heeft zelf :t kalf opgefokt. Kijk eens, hoe 't ouwe dier te keer gaatzou je dat wel kunnen denken? zulk vee! Wees maar stil, hoor, jij blijft mijn beste kuusseman I „Ik geloof warempel, dat je tranen in ije oogen hebt," hoonde de hoer. „Spaar 'ze liever op; je weet nog niet, wanneer ije zo noodig hebt." 1 I „Zulke dieren zijn ook week van hart... 'als je 't niet zelf zag, zou je 't niet kun- tnen gelooven." i „Trek-jo er maar niets van aankijk •liever naar de centen Hij schudde 'het geld, dat 't klonk. I „Wat zou jij er wel van zeggen, als ze izoo Geesje bij je vandaan haalden?" zei lAnne-Kee. t „Mankeert 't je soms daar?" en de iboer wees op zijn voorhoofd „Mijn Geesje en zoo'n kalf." Dan liep hij ver der en zocht naar zijn dochtertje, buiten 'wie hij, sinds hij weduwnaar was, nooit Hang kon. „Als je van 't winter vlas spint, neem ier dan bij ongeluk de vlecht niet bij," •schertste hij en bewoog het blonde haar in de hand. „Heb-je de kruisbessen al •gezien? Kom maar mee, dan trek ik de •struik wat uit mekaar, middenin zitten •de beste." „Och! zei Geesje meelijdend, toen hij de takken uit elkaar haalde, „daar is ec-n •vogelnest. Laat zitten, vader laat zitten." •Maar met een ruwen greep had hij 't er al uit gerukt. „Wat dan? Het wordt anders één en al •een drekrommel," zei hij. „Zie zoo, tast •nu maar toe." Doch Geesje had nu geen lust meer in bessen en Jan Bartels' goede luim dreig- 'de te verdwijnen, Inmiddels was Kors •bij Anne-Kee gekomen en had van den Ikommer in huis verteld. „Natuurlijk kom ik eens overwippen. Loop maar even door vent; Geesje is bij de kruisbessen; •laat ze jou er ook waf geven." Hei meisje zag den knaap aarzelend in de verte staan blijven; riep hem toe, dat hij gerust dichter bij komen mocht, en noodigdo hem uit naar hartelust te smul len. De boer, die aanvankelijk driftig op hem had willen toeloopen, bezon zich plotseling. „Tast maar toe," zei hij. „Wat had je vader gisteren zoo in 't moeras te doen?" Hij had den schaapherder blijk baar zijn polsstok zien meenomen. „Ja," zei de jongen, die zijn vader bij de schapen 't verhaal had hooren doen, „hij heeft de Brunswijkers en don bal juw er door heen gebracht, dat de Fran schen ze niet konden gevangen nemen." Hij was trotsch op do daad, en het viel 'den boer gemakkelijk alles van den jongen te weten te komen, wat dezo gehoord had. Met een muts vol kruisbessen zond hij hem toen naar huis. Herhaaldelijk had Geesje het gevoel gehad, als moest ze den knaap in de rede vallen; de zoo vriendschappelijke manier van uithooren door haar vader beangst te haar; maar buurman had haar gisteren een les geleerd, die zo nog-immer in haar hart bewaarde. Daarom zweeg ze en keek peinzend den vroolijk wegdravenden knaap na, terwijl de boer met een grijns lach zich verwijderde. Tegen den middag kwamen schreiend enkele vrouwen van 't veld aanloopen. De Franschen rukten aan; in 't geheim had-» den zo eerst posten uitgezet en hielden zoodoende het dorp omsingeld, en na maakten ze zich gereed om met een klei ne dertig man de boerderijen te gaan doorzoeken. De luitenant en enkele man schappen waren uit Westphalen, en wa-» ren meegekomen, omdat ze de taal van de boeren kenden en zoo als tolk dienst konden doen; de anderen waren Fran schen, knappe speurders, maar even knappe dieven. Overal oefende do bende, die door da 'dagelijksche, eenzame strooptochten ge heel verwilderd was, geweld uit cn toonde tee haar overmoed, de boeren, dio niet tgauw genoeg inlichting gaven, afranse lend, zoodat menig mishandelde dagen lang het bed houden meest. t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1