Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COUKAN
ASOHEiEIIEWTSPliIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalf 2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal ......12.90
4de JAARGANG. - MAANDAG 6 AUGUSTUS 1923 - No. 1004
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58938
ADVERTENTIE-PRIJS
.Gewone cdvertentiën per regel 22H cent
i-Lwezondea Uededeelingen, dubbel tariefc
.§2j contract belangrijke reductie.
Kleine advertentlën bij vooruitbeta*
ling van tea hoogste 30 woorden, worden
dagelijki geplaatst Ad 50 cent.
V Minister de Geer ovsr het
vlootplan.
In een vorig-nummer hebben wij be
toogd, dat bij de beoordeeling van het
Tlootplan en wat daarmee samenhangt,
aiet het gevoel moet domineeren, maar
Jat de argumenten voor en tegen,
nauwkeurig moeten worden getoetst.
Wij willen daarom onder de aandacht
fcrengen wat door Minister de Geer
volgens de tegenstanders van de vlootwet
sen man die het volle vertrouwen ver
dient werd opgemerkt.
Het was in de Kamerzitting van 21
Maart 1922 dat de heer de Geer naar
aanleiding van een interruptie van den
keer Hugenholz, de volgende opmerkin
gen maakte:
„Ik wil op die opmerking, die allo
rede mist, nu wel eens ingaan.
Het is uit meeting-technisch
oogpunt wellicht juist om die 300 mil-
lioen, die ik hier hoor noemen, telkens
aan te voeren, maar concrete be-
teekenis hoeft dit niet.
De Minister van Financiën heeft er niet
aan, al wordt morgen 'de vlootwet inge
trokken. Dat geeft geen cent
moer in de schatkist.
Die 300 mililoen is een kapitaalsuit
gave voor Nederland en Indiö, waar
van 99 millioen komt voor rekening
van Nederland en dit bedrag is een
voudig gekapitaliseerd wat men ook nu
jaarlijks voor dit doel uitgeeft.
De jaarlijksche annuïteit zal nog
iets minder zijn dan het tegen
woordig bedrag.
Voor Indië beteekent de vlootwet
hoogere kosten, vooral in verband met
de daar in te richten steunpunten, maar
voor ons land beteekent zij n i e 18 a n-
dors dan regel stellen op de
tegenwoordige uitgaven, het
daarheen leiden, dat men niet lukraak
uitgeeft vioor nieuw materiaal, terwijl
men ten slotte niets dan oud roest
heeft.
Vele malen is vroeger van zeer onder
scheiden zijden gezegd: er moet meer
continuïteit komen in de aanschaffing
er moet een vast plan gemaakt worden,
waaraan een opvolgend Minister ge-
honden is; eerst dan krijgen wij voor
ons geld iets, dat waarde heeft.
Tot dusver ging de aanbouw stelsel
loos en telkens hadden wij oud roest.
Nu is de bedoeling van de Vlootwet
om te maken, dat wij voor het geld, dat
wij voor de marine uitgeven, iets van
waarde verkrijgen.
Het kost geen cent meer op
de begrooting.
„Ik zeg dit niet om de Vlootwet te
verdedigen. De keeren mogen er tegen
aanvoeren wat zij willen, en hoe meer
er op besnoeid wordt, hoe liever het mij
als Minister van Financiën zal zijn."
En de Minister voegde hieraan eenige
^ogenblikken later nog toe:
Ik wil maar zeggen, dat als de Mi-"
nister van Financiën overweegt, hoe
het budget sluitend te maken, de in
trekking van de Vlootwet hem geen
cent opbrengt.
„Ik herhaal, dat het noemen van die
300 millioen uit een meeting-technisch
oogpunt zijn waarde heeft, maar zake
lijk kan ik er niets mee doen.
Iets anders ware het natuurlijk
ook dat hoor ik hier zeggen wan-
neer men de marine afschafte.
Maar daarover gaat het hier niet en
daarvoor is zeker geen meerderheid.
Intrekking van de Vlootwet zou, wat
Nederland aangaat, beteeken en: voort
gaan op den ouden voet, d.w.z. veel
verspilling van geld."
Hier wordt dus geconstateerd, dat niet-
invoering van de Vlootwet, geen bate
geeft voor de schcikist.
Dat de Vlootwet bij de vraag hoe het
budget sluitend te maken geen gewicht in
de schaal legt.
Dat invooring van de Vlootwet betee
kent: „bezuiniging" en intrekking
van de wet: veel verspilling van
geld. i
Dat het schermen van de 300 millioen
voor de Vlootwet geen concrete beteeke-
nis heeft, maar alleen uit meeting-tech
nisch oogpunt gewenscht kan zijn.
Dit alles werd geconstateerd, door Mi
nister de Geer, de man wiens lof als be^
kwaam financier en als de man met den
„helderen kijk" en „den moed der over
tuiging" in de vrijzinnig-socialistische
pers thans in alle toonaarden wordt ge
zongen.
STAOS£§!Eiiü»S
De Huurverhooging.
Naar wij vernemen heeft de Minister
van Arbeid, evenals bij Rotterdam, be
zwaar om overeenkomstig artikel 7 van de
wet van 2 Juni 1923 (Staatsblad 235) tot
wijziging van de Huurcommissiewet, de
verklaring uit te vaardigen dat de maxi
mum verhooging, welke kan worden toe
gepast zonder goedkeuring van de Huur-
commissie, voor onze gemeente slechts zal
bedragen 40 %y respectievelijk 30
Die verklaring is dus thans alleen maar
voor Amsterdam uitgevaardigd.
Gemeente-rekening 1922.
Ingediend is de gemeente-rekening over
het dienstjaar 1922. Zij bedraagt in ont
vangst f 11.679.620.47, in uitgaaf
f 12308376.56 sluitende alzoo met een na-
deelig saldo van f 626556.09,
De gewone ontvangsten bedroegen
f 7180152.52, de gewone uitgaven
f 6239766.30, voordeclig saldo f 940386.22, de
buitengewone ontvangsten en uitgaven
opvolgend f 4499667^95 en f 6066610.26, al-
zoo met een nadeelig saldo van f 1566942.31
Door de woningbouwvereeniging
„De Eensgezindheid" is bij onderhand-
sche aanbesteding het vernieuwen van
een 12-tal deuren opgedragen aan den
heer A. v. Hoven, alhier.
Bij de te 's-Gravenhage gehouden
examens voor de Hoofdacte slaagde o.a.
onze stadgenoote, Mej. W. A. M. Eygen-
stein.
Do heer H. Zoutendijk, voorzitter
ivan den Leidsche Marktkoopliedenbond
is op het Zaterdag gehouden congres van
de federatie van Marktvereenigingen in
Nederland benoemd tot secretaris van het
Hoofdbestuur dier organisatie.
De heer J. S ch a a p JHz. alhier
slaagde heden voor het Staatsexamen
toelating Universiteit.
Do Rotterdamsche politie heeft naar
hier overgebracht een tweetal minderja
rigen, die te Rotterdam zwervende wa
ren getroffen, en van wie er een te Alphen
en de ander hier ter plaatse thuis be
hoorde.
Zij zijn aan de ouders terug gegeven.
1Op de Breestraat had Zaterdagmid
dag een botsing plaats tusschen een wiel
rijder en een motorrijder, waarbij eerst
genoemde van zijn voertuig werd geslin
gerd. Hij klaagde over pijn in de borst.
De schuld lag, naar hij zelf erkende,
bij den wielrijder zelf.
Het a-s. Regeringsjubileum.
Naar wij vernemen wordt de konink
lijke familie op den dag van haar aan
komst te Amsterdam Woensdag 5 Sep
tember in den namiddag ver
wacht.
Het juiste tijdstip van de aankomst is
nog niet vastgesteld, doch vermoedelijk
zal dit zijn tegen twee uur a half drie.
De Koningin-Moeder zal reeds in den
loop van den morgen van dien dag in de
hoofdstad aankomen.
In strijd met sommige geruchten, ver
nemen wij van bevoegde zijde, dat ter ge
legenheid van het a.s. regeeringsjubileum
van de Koningin, geen buitenlandsche
missies in ons land worden verwacht
De Koninklijke familie.
De Koningin en Prinses Juliana, die
thans de gasten zijn van de Koningin-.
Moeder ten paleize teSoestdijk, waren
voornemens vandaag weder naar Het Loo
te vertrekken.
Bestrijding der baldadigheid.
De burgemeesters van 's-Gravenhage en
Schiedam hebben een rondschrijven aan de
onderwijzers .in hunne gemeente gezonden
ten einde te komen tot een stelselmati'ge
opvoedkundige bestrijding van de balda
digheid onzer jeugd.
De Tucht-Unie is voornemens een com
missie te benoemen om deze zaak voor
heel Nederland bij de onderwijs-wereld
aanhangig te maken.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het Handels
informatiebureau van Van der Graaf en
Go's Bureaux voor denj Handel zijn over
de afgoloopen week, eindigende 3 Augus
tus, in Nederland uitgesproken) 55 faillis
sementen tegen 35 faillissementen in de
zelfde week van het vorige jaar.
Van 1 Jajiuari tot en met 3 Augustus
1923 2405 faillissementen tegieniover 1724
over hetzelfde tijdperk van bet vorige
jaar.
Rondom de crisis aan „Financiën".
Er loopen sedert eenige dagen geruch
ten, dat de Ministercrisis aan het Depar-.
tement van Financiën zou zijn opgelost.
Wij gelooven dichter bij do waarheid
te zijn, als wij de mogelijkheid veronder
stellen, dat na het aftreden van jhr. De
Geer een zijner ambtgenooten interimair
met de zorg voor zijn departement zal
worden belast, tot de regeering erin is
geslaagd een opvolger te vinden.
In parlementaire kringen meendo men
ons te mogen verzekeren, dat dit nu nog
niet het geval was. „Hbld."
Ned. locomotieven naar China.
De regeering van de Chineesche repu
bliek heeft aan de Nederlandsche fabriek
van Werktuigen en Spoorwegmateriaal
(„Werkspoor") te Amsterdam, de levering
opgedragen van drie groote compound
sneltrein-locomotieven met oververhitting
en vier gekoppelde assen, ten behoeve van
'den dienst van den Lunghai-spoorweg.
ï)eze locomotieven, welke de eerste zijn
'van Nederlandsch fabrikaat, die in
China zullen rijden, zijn van een zwaar
der type dan hier te lande in gebruik is.
Centrale commissie voor de Statistiek.
Bij Kon. Besluit zijn benoemd tot lid
der CentraleCommissie voor de Statis
tiek:
J. Dekker, voorzitter van het Algemeen
Nedorlandsch Vakverbond;
mr. J. H. van Zanten, directeur van liet
Bureau van Statistiek der gemeente Am
sterdam;
prof. dr, P. A. Diepenhorst, hoogleeraar
aan do Vrije Universiteit te Amsterdam;
dr. Th. van der Waerden, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Genieraal;
mr. H. J. D. van Lier, secretaris van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Rotterdam;
mr. A. Jonker, directeur-secretaris der
Vereeniging van Nederlandsche Gemeen
ten.
Emigratie naar Amerika.
Naar het „Hbld." verneemt, zouden de
heeren Walrave Boissevain, voorzitter
van de Bezuinigings-commissie der Ne
derlandsche Maatschappij van Nijver
heid en Handel, H. J. G. Hengeveld,
waarnemend directeur van de Neder
landsche Vereeniging voor Landverhui
zing, tevens vertegenwoordiger van het
Departement van Arbeid, de heer De
Vugt, chef van de passage der Holland-
Amerikalijn en mr. von Baumhauer, eer
ste secretaris van de Nederlandsch-Ame-
rikaansche Kamer van Koophandel, eer
gisterenavond naar Londen vertrekken,
teneinde een bespreking te hebben met
den heer Davis, Minister van Arbeid in
de Vereenigde Staten, die op het oogen-
blik in Londen vertoeft.
Do bedoeling is den Minister de weia-
schelijkheid uiteen te zetten van een bete
re regeling van emigratie en een ruimere
toelating van Nederlanders in de Ver
eenigde Staten.
Thans mogen per fiscaal jaar, loopen-
de van 1 Juli tot 30 Juni, 3600 Neder
landers als landverhuizers in de Ver
eenigde Staten komen. Voor het loopende
fiscale jaar eindigende dus 30 Juni 1924
is, zooals bekend, dit aantal thans reeds
bereikt.
Minister Davis heeft zich bereid ver
klaard de delegatie te ontvangen.
Reizigers nsaar Nederland.
De Londensche corr. van de „Msbd."
schrijft d.d. 4 dezer:
De avondbladen geven cijfers omtrent
den enormen omvang, welken het reizi
gersverkeer reeds heden, bij het officieele
begin der vacantie, genomen heeft. Deze
cijfers zijn natuurlijk slechts van locaal
belang, al verdient het vermelding, dat
niet minder dan 60.000 Engelschen zich
naar het buitenland begeven, of begeven
hebben.
Interessant evenwel is wat de „Evening
Standard" schrijft, n.l. dat het merk
waardige verschijnsel van het vacantie-
verkeer van dit jaar gelegen is in het
groot aantal biljetten naar Vlissingen,
terwijl ook het verkeer via Harwich
Hoek van Holland buitengewoon druk is.
Volgens het blad. zouden zeer vele Engel
schen verlangend zijn een bezoek aan
Holland te brengen.
Reorganisatie Rijksgebouwendienst
Men meldt van bevoegde zijde aan „Do
Msbd.":
Door do centralisatie van den Rijksge
bouwendienst onder bet departement van
financiën en de daarmee gepaard gaande
plaatsing van de bureaux van de Rijks
bouwmeesters voor de Landsgebouwen in
het 1ste en 2de district, voor de onder
wijsgebouwen, voor de justitiegebouwen
en van het bureau van den Eerstaanwe
zend Bouwkundig Ingenieur der Marine,
onder dat Departement, werd een reorga
nisatie van den geheelen technischen
dienst mogelijk, welke reeds in de memorie
van antwoord bij de begrooting van 1.923
werd aangekondigd.
Deze reorganisatie wordt thans tot
stand gebracht.
Met 1 October a.s. worden de vijf be
staande en hierboven genoemde Rijks-
bouwmeestersbureaux opgeheven en ver
vangen door één bureau, hetwelk in af
wijking van hetgeen tot nu too het geval
was, uitsluitend met het ontwerpen en
toezicht houden op de uitvoering van
nieuwe werken (z.g.n. nieuwbouw) en met
belangrijke verbouwingen belast wordt.
Ook het adviseeren omtrent den bouw
van gesubsidieerde scholen zal onder dit
bureau ressorteeren.
Daarnaast wordt een bureau ingesteld,
hetwelk de zorg zal hebben voor het onder
houd van alle Rijksgebouwen en leiding
zal geven aan de districtsbouwkundigen,
welke in de te vormen 17 districten met
toezicht en leiding van het onderhouds
werk worden belast.
Het bestaande Technisch Bureau voor
den Rijksgebouwendienst zal aan de beide
genoemde bureaux waartusschen overi
gens een nauw contact zal bestaan de
noodige hulp verleenen, zoo wat betreft
betonwerken als vraagstukken betreffend ff
verwarmings- en electrotechniek. Hierbij
wordt gebruik gemaakt van zich reeds in
Rijksdienst bevindende adviseurs. Het ligt
overigens geenszins in de bedoeling, om
hierbij do hulp van particulieren uit te
schakelen, veel minder nog om werken
in eigen beheer uit te voeren.
De instelling van de genoemde bureaux,
gepaard met eën sterke afneming van de
hoeveelheid onderhanden zijnde en te
verwachten werken, heeft tegengevolge, dat
een zeer belangrijk deel van het personeel,
hetwelk thans zoo op de bestaande bureaux
als bij den districtsdienst werkzaam is,
zal moeten afvloeien.
In de eerste plaats kwamen hiervoor in
aanmerking alle opzichters en ambtenaren
in tijdelijken dienst. Ook echter zullen 'een
aantal vaste ambtenaren, waaronder ver
scheidene leidende personen, op wachtgeld
dienen te worden gesteld; een maatregel
dus, welko in geen verband staat met hun
bekwaamheid of geschiktheid, doch geheel
het gevolg is van de reorganisatie van
hun dienstvak.
Door deze reorganisatie zullen de sala
rissen met 39 pGt. (een bedrag van
f 452,000 per jaar) dalen, ten opzichte van
die, welko op 1 Jan. 1923 werdon betaald.
Percentsgewijs bedraagt de verminde
ring van het aantal nmbtDn:.rrn m^noeg
hof:: 1 1 nn.l. 40 VCA
3UITEMLAÜb
HET SCHADtVERGOÈDING-
VRAAGSTUK.
Optimisme te Parijs.
Uit Parijs wordt gemeid, dat het wel
zoo goed als zeker is, dat ondanks de
minder gunstige berichten van de laatste
dagen, de gedachtenwisseling tusschen
de geallieerden zal worden voortgezet.
Het wordt zelfs niet zoo heel onwaar
schijnlijk geacht, dat in de nu aange
broken periode waarin de Engelsche en
Fransche parlementen niet vergaderen,
het tempo versneld kan worden.
Daarvoor pleiten de volgende factoren:
lo. Frankrijk begint den bodem van de
opslagplaatsen van de cokes aan de Roer
te zien, met welke cokes het zijn hoog
ovens aan den gang moet houden; 2o. de
financieele toestand in Duitschland is nu
zoo geworden, dat het financioren van
het lijdelijk verzet aan de Roer binnen
kort een nieuw onoplosbaar vraagstuk
dreigt te worden; 3o. in België volgt men
met bezorgdheid het duurder worden van
het leven ten gevolge van het dalen van
den franc.
In al de diplomatieke drukte van de
laatste werken heeft men eenigszins het
toch zeer belangrijke feit over het hoofd
gezien, dat de gesprekken, die Londen
over de Roerkwestie aan den gang heeft
gebracht, door Parijs en Brussel niet be-»
schouwd zijn als een ongepaste inmen-
ging, maar stilzwijgend aanvaard zijn.
Zoo lang Frankrijk en Engeland elkaar
nog antwoord geven, moet men den moed
niet geheel verliezen.
Een ander telegram zegt, dat de toe
stand als veel gunstiger wordt beschouwd
Frankrijk en België zullen thans in het
Roergebied nog krachtiger maatregelen
nemen, teneinde de productieve activiteit
te verhoogen. Dit zal vooral nut afwerpen
in verband met de kwestie, op welke wij
ze Duitschland zijn verplichtingen tot
herstel zal kunnen nakomen.
FEUILLETON
Den Vaderland ghetrouwe.
'12)
Een vertelling uit den
Franschen tijd.
Allen waren bij elkaar en de schaapher
der vertelde vol blijdschap van het ge
lukken der onderneming en van 't onder
dak bij den boer; en alles was volkomen
rjoed. En trotsch op zijn daad ging Beeke,
-oen de avond viel, met haar man huis
waarts.
HOOFDSTUK V.
En toen kwam de vreeselijke gast, de
koorts, plotseling terug. Het was, als had
to zich slechts een tijdlang in een hoek
je verscholen, zoo barstte ze uit en greep
Urenlang de vrouw in machtige omknel
ling vast, deed haar sidderen van koude
"rillingen, ontnam haar den adem, wierp
üaar in gloeihitte, pijnigde haar met on-
^eschbaren dorst en doodsangst, om dan
eindelijk tegen den morgen weer naar
sen donker hoekje terug te sluipen.
Erun Dierks verkeerde in groote verle
genheid. De schapen moesten noodzake
lijk op de verre hei gaan grazen; reeds
'gisteren haddoji ze al gebrek geleden. En
*o°. zond hij zijn oudste zoontje, den tién-
ïarigen Kors, met een boodschap naar
Anne-Kee, de oude dienstbode van zijn
buur Jan Dartels, met het verzoek, of ze
in den loop van den dag eens naar do
zieke wou omzien, en met een zwaar hart
dreef hij zijne kudde naar buiten.
Jan Bartels stond met Anne-Kee bij
de koebocht, waar zijn veo in liep, dat
hij eens uit de hand der stroopendo
Franschen had weten te redden door de
schuilplaats te verraden, waar de koeien
van zijn buurman gebracht waren, en
door den patrouille-commandant een rij
ke fooi toe te stoppen. Hij was zeer
trotsch op zijn fokvee en verkocht de kal
veren tot hooge prijzen. Zoo had hij
juist een kalf bij de moeder weggehaald
en aan den kooper overegegeven; de koe
loeide klagend en poogde de heining
rondom do bocht door te breken om haar
jong te beschutten.
Onverschillig wendde Jan Bartels zich
om en liet de geldstukken in zijn hand
klinken.
„Waar is Geesje?" zei hij.
„Die kan dat niet zien," zei Anne-Kee-
„zij heeft zelf :t kalf opgefokt. Kijk eens,
hoe 't ouwe dier te keer gaatzou je
dat wel kunnen denken? zulk vee!
Wees maar stil, hoor, jij blijft mijn beste
kuusseman
I „Ik geloof warempel, dat je tranen in
ije oogen hebt," hoonde de hoer. „Spaar
'ze liever op; je weet nog niet, wanneer
ije zo noodig hebt."
1 I „Zulke dieren zijn ook week van hart...
'als je 't niet zelf zag, zou je 't niet kun-
tnen gelooven."
i „Trek-jo er maar niets van aankijk
•liever naar de centen Hij schudde
'het geld, dat 't klonk.
I „Wat zou jij er wel van zeggen, als ze
izoo Geesje bij je vandaan haalden?" zei
lAnne-Kee.
t „Mankeert 't je soms daar?" en de
iboer wees op zijn voorhoofd „Mijn
Geesje en zoo'n kalf." Dan liep hij ver
der en zocht naar zijn dochtertje, buiten
'wie hij, sinds hij weduwnaar was, nooit
Hang kon.
„Als je van 't winter vlas spint, neem
ier dan bij ongeluk de vlecht niet bij,"
•schertste hij en bewoog het blonde haar
in de hand. „Heb-je de kruisbessen al
•gezien? Kom maar mee, dan trek ik de
•struik wat uit mekaar, middenin zitten
•de beste."
„Och! zei Geesje meelijdend, toen hij
de takken uit elkaar haalde, „daar is ec-n
•vogelnest. Laat zitten, vader laat zitten."
•Maar met een ruwen greep had hij 't er
al uit gerukt.
„Wat dan? Het wordt anders één en al
•een drekrommel," zei hij. „Zie zoo, tast
•nu maar toe."
Doch Geesje had nu geen lust meer in
bessen en Jan Bartels' goede luim dreig-
'de te verdwijnen, Inmiddels was Kors
•bij Anne-Kee gekomen en had van den
Ikommer in huis verteld. „Natuurlijk
kom ik eens overwippen. Loop maar even
door vent; Geesje is bij de kruisbessen;
•laat ze jou er ook waf geven."
Hei meisje zag den knaap aarzelend in
de verte staan blijven; riep hem toe, dat
hij gerust dichter bij komen mocht, en
noodigdo hem uit naar hartelust te smul
len. De boer, die aanvankelijk driftig op
hem had willen toeloopen, bezon zich
plotseling. „Tast maar toe," zei hij. „Wat
had je vader gisteren zoo in 't moeras te
doen?" Hij had den schaapherder blijk
baar zijn polsstok zien meenomen.
„Ja," zei de jongen, die zijn vader bij
de schapen 't verhaal had hooren doen,
„hij heeft de Brunswijkers en don bal
juw er door heen gebracht, dat de Fran
schen ze niet konden gevangen nemen."
Hij was trotsch op do daad, en het viel
'den boer gemakkelijk alles van den jongen
te weten te komen, wat dezo gehoord
had. Met een muts vol kruisbessen zond
hij hem toen naar huis.
Herhaaldelijk had Geesje het gevoel
gehad, als moest ze den knaap in de rede
vallen; de zoo vriendschappelijke manier
van uithooren door haar vader beangst te
haar; maar buurman had haar gisteren
een les geleerd, die zo nog-immer in haar
hart bewaarde. Daarom zweeg ze en keek
peinzend den vroolijk wegdravenden
knaap na, terwijl de boer met een grijns
lach zich verwijderde.
Tegen den middag kwamen schreiend
enkele vrouwen van 't veld aanloopen. De
Franschen rukten aan; in 't geheim had-»
den zo eerst posten uitgezet en hielden
zoodoende het dorp omsingeld, en na
maakten ze zich gereed om met een klei
ne dertig man de boerderijen te gaan
doorzoeken. De luitenant en enkele man
schappen waren uit Westphalen, en wa-»
ren meegekomen, omdat ze de taal van
de boeren kenden en zoo als tolk dienst
konden doen; de anderen waren Fran
schen, knappe speurders, maar even
knappe dieven.
Overal oefende do bende, die door da
'dagelijksche, eenzame strooptochten ge
heel verwilderd was, geweld uit cn toonde
tee haar overmoed, de boeren, dio niet
tgauw genoeg inlichting gaven, afranse
lend, zoodat menig mishandelde dagen
lang het bed houden meest. t