Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEID» COURANT
In Leiden en buiten Lelden
v/aar agenten gevestigd zijn
Por kwartaal ...f2.50
Per week ...,f0.19
Franco per post per kwartaal f2.90
4de JAARGANG. - DONDERDAG 2 AUGUSTUS 1923 - No. I00I
Bureau: Hooigracht 35 - Leitien - Tel. Int. I278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 22H cent
i. Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
-iBij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling yan ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
Do Koningin-Moeder,
Meer nog dan andere jaren, toeven in
/fit jubeljaar onze gedachten hij H. M.
Adelheid Emma, Koningin-Moeder.
Wij kunnen niet in waarheid jubelen
over de gezegende regeering van onze
Koningin, zonder tevens te denken aan
Koningin Emma, die haar Dochter voor
hare Koninklijke taak heeft opgevoed en
?oorbereid.
Wij eeren H. M. als de Moeder van
onze straks jubileerende Vorstin.
Zij toch is het, die op het leven van: on
ze Koningin een stempel heeft gezet.
Een stempel van eenvoud, van liefde,
van trouw, van godsvrucht, niet te verge
ten.
Maar we eeren haar ook en niet min
der als K o n i n g i n-R e g e n t e s.
Een zware taak werd op hare schou
ders gelegd, toen in 1890 Koning Willem
III na een veertigjarige regeering het
tijdelijke met het eeuwige verwisselde.
De jeugdige Koningin nauwelijks 10
jaar oud was te jong om haar hooge
ambt te aanvaarden.
Krachtens de wet, werd gedurende ha
re minderjarigheid de Koningin-Moeder
geroepen om als Regentes het Koninklijk
gezag waar te nemen.
In de proclamatie waarmede zij zich
op 24 November 1890 tot het Nederland-
sche Volk richtte verklaarde zij o.m.:
„Vertrouwende op Hem in Wiens hand
het lot is der Vorsten en Volkeren, neem
ik de mij toevertrouwde regeeringstaak
op mij, met de hede, dat hare vervulling
in allen deele moge strekken tot heil van
Land en Volk en tot bevestiging van het
Koninkrijk."
Die Avensch en hede is vervuld.
Op 30 Augustus 1890 toen haar taak
was afgeloopen en zij opnieuw een pro
clamatie deed uitgaan mocht zij verkla
gen:
„Mij valt het onwaardeerbare voorrecht
•en deel. Mijne beminde Dochter den leef
tijd te zion hereiken, waarop zij naar het
voorschrift der Grondwet tot de Regee-
ring wordt geroepen.
In de dagen van smart en rouw trad
ik op als Regentes van het Koninkrijk,
thans schaart zich het geheéle volk in
vreugde om den troon zijner jonge Ko
ningin.
God heeft mij in deze jaren gesteund,
M; in dierbaarste wensch is vervuld.
Moge het ons land met zijne bezittin
gen en Koloniën onder de regeering van
Koningin Wilhelmina wel gaan! Het zij
groot in alles, waarin ook een klein volk
groot kan zijn!"
Als de hand tusschen Oranje en Neder
land nog altijd trekt en straks naar wij
hopen weer nauwer zal worden aange
haald. dan zal dat mede te danken zijn
aan de voortreffelijke wijze waarop Ko-
ningin Emma hare Dochter voor de re-
geertaak heeft voorbereid en aan de wij-
se waarop zij gedurende een aantal jaren
de hooge plaats in ons Staatswezen heeft
vervuld.
Het is onder gelukkige omstandighe
den flat Koningin Emma thans haar ver-
jan Hag mag vieren.
Zij geniet het zeldzame voorrecht^
-Jat hare Dochter haar 25-jarig re-'
-.-'perlngsjubileum mag vieren en dat zij
zelf niet minder dan hare Dochter zich
gedragen weet door de liefde van het
volk, waarmee zij zich een weet.
Spare God H.M. de Koningin Moeder
*aog tot in lengte van dagen.
STADSNIEUWS
De wethouders-verkiezing.
Naar wij vernemen hebben gisteren de
vechtsche raadsfracties vergaderd ter be
spreking van de a.s. wethoudersverkiezing.
Besloten werd drie rechtsche wethouders
te kiezen en aan de linksche groepen te
vragen een vierden eandidaao aan te.wij-
3611.
De candidaten van de rechtsche groepen
zijn: voor de A. R. fractie de heer A.
Mulder (aftr.)voor de Clir. Hist, frac
tie de heer J. B. M e i j n e n en voor de
R.K. fr. de lieer J. F. X. S a n d e rs, die
gelijk bekend geruimen tijd als tijdelijk
wethouder fungeerde. De heer P e r a zal
dus niet opnieuw als wethouder worden
gekozen.
Wanneer zich geen bijzonderheden voor
doen zal de heer Mulder de ©enige van de
thans in functie zijnde wethouders zijn,
die straks in het college van B. en W. zit
ting neemt.
Uit „jonge krachten" zal liet nieuwe col
lege niet bestaan. De heer Mulder, geboren
23 December 1855, nadert al dicht de 70
en de heer Meijnen, geboren 28 Juni 1858
<s ook reeds de 65 gepasseerd.
Alleen de heer Sanders, geboren 30 Mei
1876 behoort tot de jongere garde.
Gaan de linksche fracties op den voor
slag van do rechterzijde in, dan zal, daar
de S. D. A. P.geenj wethoudeszetel wienscht
6e aanvaarden, waarschijnlijk gekozen
moeten worden tusschen de heeren Reime-
singer en Witmans, „die beiden reeds de 60
fepasseerd zijn. Eerstgenoemde werd ge-
oren 12 Nov. 1860 en laatstgenoemde 1
December 1861.
Kinderzendingsfeest.
De heer H. v. Wee ren Jr., die nu het
woord verkreeg, begon met zijn gehoor in
gedachten te brengen naarhet land van de
„Nieuwe wereld", zooals Amerika wordt
genoemd, en wel naar een van de velé ka
toenplantages die zich daar bevinden. Het
vrhaal, waarvan spr. zijn stof ontleent
speelt zich af in den tijd van den slaven
handel. Het onderwerp is de Kleine Ja
cob Jesse, die met vader en moeder op die
plantage werkte. Op zekeren dag werd va
der, die al oud en stram werd verkocht,
Jacob vond dat niet zoo erg, als zijn va
der danmaar geen pijn meer leed. Hij had
zijn moeder hartelijk lief, zoodat hij, toen
hem werd voorgesteld om te vluchten,
daarvan niet wou weten maar beloofde
om altijd voor zijn Moeder te blijven wer
ken.
Dat was echter helaas piet lang noodig,
want zekeren middag, toen het erg heet
was, bezweek Moeder onder den zwaren/
arbeid.
Nu stond voor Jacob de gelegenheid
open om te ontvluchten. Hij liet er wel
niets van merken, maar toch werkte hij
voort aan zijn ontvluchtingsplan, zoodat
op zekeren morgen het bericht zich over
de plaats verspreidde, dat de kleine Ja
cob Jesse was ontvlucht. Jacob moest
zich geweldig inspannen, om zijn bewa
kers, die hem spoedig achterna kwamen,
uit de handen te blijven. Eindelijk geluk
te het hem de- rivier, die het gebied van
den slavenhandel afsloot, over te komen,
en toen was hij vrijvrij, heelemaal
vrij. Jacob leende den Heere Jezus nog niet
maar toch leefde er in zijn hart een heer
lijk gevoel; het gevoel van geluk om zijn
vrijheid.
Eenigen tijd liep hij rondzonder eten,
zonder geld, zonder doel eigenlijk totdat
hij terecht kwam ineen soldatenkamp,
waar hij wilde trachten om met het poet
sen van de schoenen der soldaten, een
paar centen te verdienen.
Hij moest echter bij den overste komen,
die hem in dienst nam om zijn wapens en
zijn kleeding to verzorgen. Jacob verdien
de nu in zijn oog veel geld, maar toch was
hij niet gelukkig, want hij dacht aan zijn
moeder, die zoo vroeg weg ging.
Op zekeren; dag werd Jacob ziek, ook al
ten gevolge na de groote inspanning en
werd lüj overgebracht naar oen kinderzie
kenhuis in de naastbijzïjnde stad.
Het verblijf in dat ziekenhuis werd het
keerpunt in zijn leven, want daar leerde
hij door middel vaneen dame, die de kin
dexen bezocht, en hen lekkernijen mee
bracht, den Heere Jezus kennén.
Zoo keerde hij, nadat hij genezen was,
naar het kamp terug, waar de soldaten al
spoedig bemerkten, dat er in Jacob iets
veranderd was. Jacob vloekte niet meer;
hij dronk geen jenever meer, en was heel
niet ongehoorzaam; zij begrepen er niets
van. Ook de overste bemerkte de veran
dering maar zijn gedachte over Jacob
werd er niet 'gunstiger op, toen hij be
merkte dat de jongéntelkens naar de stad
ging, en dan zonder geld terug kwam,
hoewel hij toch veel geld verdiende.
De overste besloot hem eens te volgen
toen hij weereens naar de stad. ging. Juist
was hij er getuige van, lioe Jacob zich in
de stad eerst voorzag van gebakjes en
bloemen, en zich, daarmee gewapend, naar
het kinderziekenhuis begaf, waar zijn
komst onder de knapeni groote vreugde
verspreidde.
Ook in het ziekenhuis volgde hij den
jongen, en zag daar juist hoe hij voor een
der knapenijdie ergziek was bad, en hem
tenslotte een doos achterliet, waarin zich
een prachtige witte roos bevond.
De tijd naderde, dat de overste naar het
oorlogsveld moest vertrekken, en de over
ste stelde Jacob voor, om naar een zen
dingsschool te gaan oindaar tot zendeling
te worden opgeleid. Hoewel dit denkbeeld
Jacob wel toelachte, weigerde hij tenslot
te toch den overste te verlaten, en verge
zelde hij dezen naar het oorlogsveld.
Eenige soldaten vertelden den overste,
dat Jacob daar op hetoorlogsveld zich on
verschrokken in het gevaar begaf, om
stervende soldaten op te zoeken en voor
lien te bidden.
Bij gelegenheid dat de overste hem op
zocht bij dit werk gebeurde het, dat Ja
cob ernstig werd gewond, toen hij den over
ste voor een naderend gevaar waar
schuwde.
Na eenigen tijd is hij in een hospitaal
gestorven, maar gelukkig niet zonder dat
hij van den overste de verzekering had ge
kregen, datook deze den Heere Jezus had
gevonden.
Onder groote aandacht hadden de kinde
ren naar het mooie verhaal, dat door allen
gelukkig duidelijk werd verstaan, geluis
terd.
Nu volgde de pauze, die mede, dank zij
de waardevolle medewerking van „Ren-
venuto'V vertegenwoordigers, een zeer ge
zellige werd.
Met het zingen van het altijd nieuwe
zendingslied „Als het ruischen veler waa-
t'ren", werd de pauze beëindigd, waarna
D s. J. G. "Wl G o e d li a r d optrad om
eenige interessante „Timoreesclie vertel
lingen" die hij zelf van een ouden zende
ling had gehoord, aan het aandachtig luis
terend gehoor over te brengen.
Het was den jangens en meisjes aan te zien
hoezeer zij genoten van de waarlijk zeer
mooie vertellingen, die voor den inlander
zoo groote bekoorlijkheid hebben, en
waarvan de genoemde zendeling dan ook
een nfwuttig gebruik maakte, door er de
vertellers betere verhalen voor in de plaats
te geven, die alle betrekking hadden op
het Evangelie van den Heere Jezus. Nog
lang zullen de jeugdige hoorders zich de
verhalen herinneren van de twee ondeu
gende jongens, die door hun liegen en pla
gen in handen kwamen van den Bosch
geest, en van de twee vrouwten, en de kro
kodil, van wie er één zoo bedrogen uit
kwam, omdat zij niet meende wat zij ge
zegd had. Het allermooist was voor het
doel van ziendeling zeker wel het verhaal
van den Menschenberg, en de jongens die
door omkwam endoor het bergspook, toen
'j de geiten aan het zoeken waren. Wat
zal die zendeling met vuur hebben ver
teld, van den berg Golgotha, waar geen
levensgevaar, maar redding ten Eeuwigen
Leven is voor alle zondaren, ook voor de
blinde heidenen.
Db. Goedhard liet zirrgen Psalm 67
4 waarvan het mooie slot:
en de blinde heiden,
nu van God gescheiden,
oen» Uw Heil erkenn*....
allen trof.
Nu volgde weer een flinke pauze, welke
ijverig benut werd om zich te vermeien in
de heerlijke lanen en op de grasvelden
van het landgoed waarop het verblijf, dank
zij het mooie weer, eten echt genot was.
Met het zingen van het bekende zenr
ngslied: Zijt gezegend, vredebode»" en
werd de laatste per. van hen zendingsfeest
aangevangen. Daar Ds, Kruijswijk van
Voorschoten door familie-omstandigheden
verhinderd was, werd hij ais spreker ver
vangen door den heer v. d. Baan hoofd
eener school die de aandacht van zijn ge
hoor bezig hield met de mooie geschiede
nis van „Den klokkeluider van
T o 11 n e s", een plaatsje in West-Indië
Ook dit verhaal was ontleend aan de In
dische toestanden tijdens den slavenhan
del. Die klokkeluider, Adriaan Kamp heet
te hij, had een eigenaardige levensge
schiedenis achter zich, die de heer v. d.
Baan duidelijk vertelde, tet groot genoe-
geen xan de jeugd, die daarin levendig be
lang stelde, getuige de groote aandacht
die spr. ten deel viel, De geschiedenis van
Adriaan, die eens door een tijger naar de
kerk werd gejaagd, zullen de jongens eni
meisjes zich nog lang herinneren. Gezon
gen werd nu: „Ga Gij nu met ons mede,
Getrouwe Heerwaarna de heer J. Bar
r e n s den heer v. d. Baan op het spreek
gestoelte afloste, om een slotwoord te
spreken. Spr. begon terecht met de jonge
feestgenooten te feliciteeren met dezfön
schoonen middag, op het welslagen waar
van het bestuur niet had durven hopen.
Spr. dankte dan de sprekers die het woord
hebben gevoerd, de leiders en leidsters die
het toezicht hielpen uitoefenen, niet het
minst dankte spr. de eigenaresse van het
landgoed die weer zoo welwillend was dit
ter beschikking te stellen, en einde
lijk de heeren dit het gezang begeleidden
en allen die meewerkten tot het welslagen
van het zendingsfeest, dat in den werke
lijk enzin des woords een feest was ge
worden. De mededeeling, dat de voorzit
ter, de heer v. Kamp in ondertrouw was,
en het voorstel om hem namens allo kin
deren daarmede te feliciteeren werd met
daverend gejuich ontvangen. Spr. ging
hierna voor in dankgebed, waarna met het
zingen van Psalm 72: 11: „Zijn Naam moet
eeuwig eer ontvangen", werd geëindigd.
Bij den uitgang bleek eerst goed, welk
een groot aantal bezoekers tegenwoordig
was geweest, dat volgens nadere gege
vens minstens 1150 bedroeg. Dank zij de
gunstige wending in de weersgesteldheid
slaagde het feest dus uitnemend en boven
ieders verwachting, op aller gelaat stond
dan ook dankbaarheid te lezen.
Der Rijnsburgsc-he Zondagschooljeugd
wachtte na afloop nog een extra-pretje
daar zij zich per motorboot weer naar huis
zag gevoerd; eeni vervoermiddel, dat er
wel „in" wilde.
Een woord van lof komt naast het be
stuur, dat voor een uitnemende regeling
zorgde, zeker ook toe aan de acht leden
van „Benvenuto" te Voorschoten, die met
elkander een krachtig enj welluidend ge
heel vormden. Dank ook aan de ijverige
verkoopsters, die nogal goede zaken maak
ten.
Het Kinderzendingsfeest van 1923 is
het eerste Lustrum voltooide, is schitte-
schitterend geslagad.
5 Door de Leidsche Chr. Oranjever-
eiging weid heden in verband met de ge
boortedag van H. M. de Koningin-Moeder
het volgende telegram verzonden:
Aan H. M. de Koning-Moeder
te Soestdijk.
De Leidsche Christelijke Oranjevereni
ging biedt Uwe Majesteit hare hartelijke
geluk wensch en aan. Moge Gods genade
nog velo jaren sparen en zegenen Uwe
Majesteit, die we bijzonder in dit jubel
jaar dankbaar gedenken als de onverge
telijke Moeder van onze beminde Konin
gin!
(THOMAS, voorzitter.
QUESTROO, Secretaris
De Chr. Zang-Vereen. ,,Ex Animo",
direct. M. Hekel, zal a.s. Vrijdag deelne
men aan den Nationalen Zangwedstrijd te
Katwijk en uitkomen in de le Afd. voor
Gemengde Konen.
Het zal dien dag juist een' jaar geleden
zijn dat Ex Animo zich, en met succes, op
zangwedstrijdgebied begaf, beginnende m
de 4e af deeling.
Nu, na een jaar zal zij debut eeren in
de le afd.waar zij zal trachten een prijs
te veroveren.
's Avonds om half 8 of 8 uur zal zij in
Leiden terug te keeren en tergelegenh. dat
zij dien dag voor het eerst in de eerst©
afd. gezongen beeft, den Burgemeester een
serenade brengen met begeleiding van bet
Leidscb Harmonie Muziek-Gezelschap
„Athalia", direct. J. Noordanus.
Het vrij wedstrijd-koorwerk, dat de bur
gemeester op het jongste concert van „Ex
Animo" wegens bet vergevorderd uur niet
meer kon beluisteren, zal nu voor bet buis
van Z. E. A. gezongen worden.
De te volgen weg is: Stationsweg, Steen
straat, Prinsessekade, Kort-Rapenburg,
Rapenburg, Steenschuur, Breestraat, Kort-
Rapenburg, Prinsessekade, Steenstraat,
Stationsweg.
De ontbinding van den stoet zal plaats
hebben in den tuin van „Zomerzorg", waar
Ex Animo met medewerking van Athalia
een Gezellige Bijeenkomst zal houden, die
voor het publiek toegankelijk is.
Mej. T. v. Tuinen alhier slaagde te
's Gravenhage voor het examen handtee-
kenen L. O.
De Gemeentelijke administratie.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
hebben bepaald, dat het met het oog op
de zeer vele daaraan verbonden werk
zaamheden onnoodig is de verschillende
posten wegens het geraamde bedrag voor
de begrooting 1923 en die volgens de
laatst vastgestelde rekening naar bet
nieuwe model om te werken.
Alleen voor de raming der begrooting
1924 behoeven de nieuwe voorschriften te
worden toegepast.
Werkverschaffing en Invaliditeitswet.
Op vragen van den heer Duys, lid van
de Tweede Kamer, betreffende het niet
betalen van premie ingevolge de Invalidi
teitswet door hen, die arbeid doen ver
richten bij wijze van werkverschaffing:
heeft de minister van arbeid, handel en
nijverheid geantwoord:
1. De Centrale Raad van Beroep heeft
verschillende uitspraken, o. a. bij zijn
uitspraak van 25 Januari 1923. I. W.
1922, no. 256, beslist dat werkzaamhe
den, welke een gemeente bij wijze van
werkverschaffing laat verrichten, niet in
loondienst verricht worden, maar ter
ondersteuning, onder de voorwaarde, dat
voor die ondersteuning wordt gearbeid,
zoodat voor genoemde werkzaamheden
geen premie ingevolge de Invaliditeitswet
verschuldigd is. Het is ondergeteekende
bekend, dat in verband met vorenbedoel
de jurisprudentie zij, die bij wijze van
werkverschaffing arbeid doen verrichten,
geen premie betalen in verband met de
Invaliditeitswet.
2. Indien de bedoeling van de tweede
vraag is, dat er gestreng op zal zijn toe
te zien, dat de werkgever niet ten on
rechte werkverschaffing noemt hetgeen
inderdaad arbeid in loondienst is. wordt
ook dio vraag door ondergeteekende be
vestigend beantwoord.
3. Voor zoover ingevolge de bij de be
antwoording van vraag 1 bedoelde juris
prudentie geen verplichting bestaat tot
premiebetaling, ontmoet het bezwaar, bij
het verstrekken van subsidies ter zake
van werkverschaffing de verplichting tot
premiebetaling op te leggen.
Rijwielen bij de Post
Het protest van den Bond van Rijwiel
handelaren inzake de bekende leverings
kwestie van rijwielen aan ambtenaren bij
de P. en T. heeft tot resultaat gehad, dat
de administratie der P. en T. thans bij
dienstorder het personeel heeft doen we
ten, dat haar tusschenkomst voor de aan
schaffing van rijwielen zich in het vervolg
alleen zal bepalen tot rijwielen welke uit
sluitend of mede voor den dienst benoo-
digd zijn.
Uii cfe slgarcnnijvorhsid.
De tijd van herstel en bloei in het siga-
renbedrijf to Kampen schijnt niet van
langen duur te zullen zijn. Althans is
reeds door de fabriek La Bolsa de werk
tijd van haar personeel beperkt tot 4/5,
terwijl bij Wascana aan 350 arbeiders
aanzegging is gedaan, dat voortaan de
arbeidsduur moet worden teruggebracht
tot 3 y* dag per week.
De HaringVisscherij.
Gelijlc men weet kwamen vorige week
de reedersvereenigingen bijeen om te
overwegen of met het oog op do zeer lage
haringprijzen tijdelijke stopzetting niet
gcweonscht zou zijn.
Hoewel de vergadering in 't algemeen
de wenschelijkheid erkende, zal er, naar
de R o 11 e r d. verneemt, van stopzetting
niets komen. Een tijdelijk stilleggen van
de Nederlandsche vloot zal weinig invloed
op de prijzen hebben, wanneer andere
landen, met name Engeland, gewoon
doorgaan met de visscherij.
Wel ziet men algemeen den toestand
donker in. Immers zijn de thans gelden
de prijzen zóó laag, dat menig reeder niet
in staat zal zijn het toch al lage garantie
loon van f 12 per week aan de beman
ning uit te keeren.
Duitsche invoer.
De aanvoer van goederen naar ons land
neemt zeer toe. Er zijn te Elten eenigo
treinen aan de dienstregeling ovor Ne
derland toegevoegd. Ook passeeren daar
geregeld weder lange treinen met steen
kool naar Nederland.
Do RijksktaedingsYoerziening.
Op de vraag van den heer Boon be
treffende de betaling door Polen van de
koopsom van de liquidatievoorrad en der
Rijkskleedingvoorziening, heeft de heer
De Geer, Minister van Financiën, het vol
gende geantwoord:
Door de Republiek Polen zijn, in min
dering van de schuld van Polen, ter za
ke van den aankoop van de liquidatie-
voorraden der Rijkskleedingvoorziening,
de nagenoemde betalingen gedaan, te we
ten:
1 Maart 1922 f2.000 000
11 October 1922 f 500.000—.
29 December 1922 f 1.500.000.—
1 Mei 1923 f 1.481.166 68
Laatstgenoemd bedrag vertegenwoor
digt tie eerste annuïteit van een in 1922
vastgesteld plan van aflossing. Krachtens
dat plan zal de gebeele schuM mogten
worden afbetaald in 10 jaarlijksc.be tor-
mijnen. onder bijberekening van 5 n«t.
rente. De eerste termijn verviel 1 Mei
1923 en is blijkens bovenstaande op:.r e
tijdig voldaan. De tweede termijn vervalt
1 Mei 1924 en bedraaet f 2.147.691 66
(hcnMeom f i AA1 IRR 6R4 rn5
SUïTEHLANt*
GEEN OVEREENSTEMMING
TUSSCHEN
FRANKRIJK EN ENGELAND
Zal Engeland Frankrijk loslaten?
Pessimisme te Lenden.
Er heerscht, naar uit Londen gemeld
wordt, in officieele Engelsche kringen
een pessimistische stemming.
Het Kabinet heeft gisteren meerdere
malen vergaderd, maar toch schijnt men
niet tot een besluit te zijn gekomen om
trent de in beide Huizen af te leggen ver
klaringen.
Dit is wel zeker, dat de meerderheid
van het Kabinet niet geneigd is Frank
rijk te volgen, en dat er geen kans is,
dat inzake het schadevergoedingsprobleem
een gemeenschappelijk antwoord aan
Duitschland zal worden gezonden.
Over de vraag welke politiek Engeland
dan wel denkt te volgen, doen allerlei
geruchten de ronde, waarvan de beteeke-
nis echter moeilijk te controleeren valt.
Deze geruchten hebben drieërlei strek
king.
Do eerste groep, die gesteund wort
door berichten uit Italiaanschen bro;
spreekt van een onmiddellijke uitnood?
ging aan Duitschland om toe te tredi*.
tot den Volkenbond. De tweede groep i.c-
ruchten zegt, dat Engeland een vergade
ring van alle leden der entente cn Ame
rika bijeen wil roepen, teneinde de
tegenover Duitschland aan te nemen kou-
ding onderling vast te stellen; terwijl de
derde groep spreekt van een afzonder
lijke eigen jaolitïek van Groot-Brit'.anx1 ië.
Er zou dan als vindicatie van dil besluit
de geheele correspondentie met Frank
rijk over deze aangelegenheid worden ge
publiceerd.
Er is, naar nader uit Londen wordt ge
seind, reden om aan te nemen, dat geen
dezer geruchten juist is, aangezien ieder
dezer drie stappen' noodzakelijkerwijs
zou leiden tot een breuk met Frankrijk,
hetgeen juist is, wat Baldwin door zijn
poging tot herstel van het diplomatieke
eenheidsfront tracht te voorkomen.
Vermoedelijk zal dan ook de regee-
ringsverklaring geen definitief besluit
aankondigen.
Inmiddels laat de regeering geen kans
voorbij gaan om de oeconomische moei
lijkheden, waarin Engeland door de be
zetting en den toestand in het algemeen
is geraakt, nader te onderstreepen. Zoo
zeide Montague Barlow, de minister van
arbeid, dat het getal werkloozen 1.185.OCX)
bedroeg, dat zoolang de Roerbezetting
duurt, op de "arbeidsmarkt geen verbclo-
ring is te verwachten.
Ontstemming in Frankrijk.
In Frankrijk heerscht over de houding
van do Engelsche regeering hevige ont
stemming. I
De bladen zijn vooral slecht te spreken
over de geruchten dat Engeland voorne
mens zou zijn de met Frankrijk gevoerde
correspondentie te publiceercn.
E^ is, zoo betoogt men, wel niets le