Dagblad voor Leiden en Omstreken. IEUWE LEIDSCHE COURANT 4i!e JAARGANG. - MAANDAG 23 JULI 1923 - No. 992 BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Lelden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 Per wèek f 0.19 Franco per post per kwartaal ......f2.90 V Ds positie van het Kabinet. De linkschc pers is druk in de weer om de tegenwoordige regeering af te maken en hare positie te verzwakken. Het is daar in het iinksche kamp een gezaag en gevijl aan de posten van het Kabinet, van je welste. Alle onderlinge geschillen zijn weer voor een oogenbiik vergeten. De liberale N. R o 11. G r t. trekt weer eóne lijn, met Het Volk. Beide bladen vallen onvoorwaardelijk den heer de Geer bij en zijn het er over eens, dat het Kabinet behoort te verdwijnen. Met het feit dat de Regeering wel zeer ernstige redenen moet hebben om in de zen tijd van financieele misère spoedige totstandkoming en invoering van de Vlootwet te eischen, wordt geen rekening gehouden. Het feit dat men liever een zeer be kwaam en hoog gewaardeerd bewinds man ziet heengaan dan de vlootplannen los te laten, legt geen gewicht in de schaal. De verklaring, het vorig jaar ook door Mini ster de Geer onder- teekead, dat het onverantwoor delijk zou zijn op grond van den on- gunstigen staat van 's Lands financiën de verdediging te verwaarloozen, wordt genegeerd. Zonder een nadere verklaring van de Regeering af te wachten, staat het voor de gelieele Iinksche pers reeds van te vo ren vast dat in dit conflict het gelijk is hij den heer de Geer, en dat de positie van het coalitie-Kabinet onhoudbaar is gewerden. Deze opvratting is echter minstens voorbarig. Het spreekt wel vanzelf dat Tiier voor het Kabinet ernstige gevaren dreigen. Maar een eerste voorwaarde voor een krachtige regeering is wel, dat het i n n e r 1 ij k sterk is, dat de verschillen de leden van 't Kabinet een eenheid vormen. En die eenheid, die innerlijke kracht wordt door het heengaan van Minister de Geer versterkt. Gelukt het een opvolger te vinden die als financier den Leer de Geer kan ver vangen en die tevens onderschrijft wat de heer de Geer het vorig jaar verklaar de, n.l. dat de uitvoering van het vloot- plan niet in strijd is, met de zuinigheid die de regeering nastreeft, dan zal dat een niet geringe versterking van de posi tie van het Kabinet heteekenen. Een andere vraag is, of het met de Volksvertegenwoordiging tot overeen stemming zal kunnen komen. Wat dit betreft is de horizon de laat ste dagen ongetwijfeld verhelderd. V Een belangrijke uitspraak. Onder de verschillende persstemmen trekt niet het minst de aandacht een uit lating van Koningin en Vader land onder hoofdredactie van het Chr. Hist. Kamerlid den heer Snoeck Henke- mans. Dit blad schrijft naar aanleiding ^van de ontslagaanvrage vanden Minister van Financiën: Do heer De Geer is tijdens zijn lid maatschap van de Tweede Kamer meermalen afgeweken van de gedrags lijn zijner partijgenooten, bij stemmin gen over defensiezaken. Bij zijn optre den als minister van financiën, kon slechts op één punt vrees bestaan voor het welslagen van zijn ministerschap: de defensievragstukken. En op dat ééne punt is de breuk go- slagen. Wij betreuren het heengaan van den heer De Geer meer dan wij zeggen kunnen. Maar op het. punt der verde FEUILLETON Den Vaderland ghetreuwe. Een vertelling uit den Franschen tijd. „Die schoeljes," vloekte een hoer, „en mij hebben ze er vijftig gulden voor laten betalen." „Zoo, is er hier ook een van blijven Langen?" vroeg de vreemdeling. „Kunnen er allicht nog meer zijn," luidde 't voorzichtige antwoord. „Pas dan maar op, dat je de dieren ;wat op zij houdt, want de Franschen Lebben opdracht ze allemaal terug te ka- 't len. Weten ze, dat er eTgens een is, dan Mroi.gen ze den heelen boel in brand te steken; en ze sturen als kooplui vermom de spionnen rond en loeren op alles." Dreunend sloeg de schout op de tafel. „Je moest die schavuiten op d'r bek slaan," riep woedend een boer, bekom merd om zijn nieuwe span paarden. „Ik wou, dat ze de koude koorts krej gen," schold een tweede. De opwinding groeide, de hoeren be gonnen1 warm te worden. Daar weerklonk /weer do kraakstem: „Wie weet, of dat allemaal wel waar is. Een mensch kan «ooveel vertellen.'1 i wHet is waar," riep de schout, „van diging van onze onzijdigheid en van onze zelfstandigheid ziet hij de geva- Ten van den tegenwoordigen toestand te licht in. Er kan niet slechts oorlog komen; maar er zal oorlog komen en hij zal uitgevochten worden in den Stillen Oceaan, de wereldzee, begrensd door Japan, Amerika, Australië en on zen Oost-Indischen Archipel. Ons eilandenrijk moet daarbij ernstig bewijzen zijne neutraliteit te willen handhaven. i Doet het dit niet, dan moet Engeland onze eilanden opnemen in zijn plan van aanval en verdediging. Elk stuk van de verplichting tot be scherming van ons gebied tegen oor logvoerenden, welke zij ook zijn, dat wij laten liggen, moet en zal opgeno men worden door die oorlogvoerenden- zelf. Die het anders ziet, ziet het m i s." Uitspraken als deze moeten in elk ge val bij de beoordoeling van het conflict tot groote voorzichtigheid manen. Geen oogenbiik mag vergeten worden, dat op onze Regeering een groote ver antwoordelijkheid rust. STflDSMIEMWS Doodelijk ongeluk. Auto met 5 inzittenden te watert. Op den Leidsohen Straatweg, bij de Oude Posthrug hij Sassenheim had Zon dagavond een droevig ongeluk plaats. Te ongeveer kwart over zes uur kwam langs de Haarlemmertrekvaart uit de richting Noord wijk rijden een auto, waarin de familie Sp., uit Leiden een uitstapje maakte. Bij den Straatweg gekomen, wilde de heer Sp., die zelf het stuur bediende, rechtsaf gaan, en de brug over rijden. Waarschijnlijk door een klein defect echter, weigerde de mechaniek op dat oogenbiik, waardoor de auto die reeds halverwege de helling was opgereden, terug liep, ongelukkigerwijze juist den verkeerden kant op, zoodat het voertuig met de inzittenden in het water geraakte. De Twee in de auto aanwezige lieeren wisten er dadelijk uit te springen, en slaagden er in twee van de drie dames, n.l. Mèvr. Sp. en een niohtje, dat den tocht meemaakte, te redden. Eerst 20 mi nuten nadat het ongeval plaats greep was men zoover gevorderd, dat ook de 18-ja- rige dochter van het echtpaar Sp. kon worden op het droge gebracht, die helaas echter geen teekenen van leven meer gaf., Naar het schijnt was Mej. Sp. uit de auto gesprongen en verder afgedreven dan men aanvankelijk dacht, waardoor de redding bemoeilijkt werd. Onmiddellijk werden verschillende medici in den omtrek gewaarschuwd, waarna dr. Quant en Burg. Gouverneur uit Sas senheim, en dr. Timmermans op de plaats van het ongeval verschenen, en direct de eerste hulp verleenden aan de dochter, die helaas bleek overleden te zijn. Voor het gezelschap en in 't bijzonder voor de ouders een vreeselijk einde van dezen Zondag. Christelijke Oranjevoroenigïng. Een „Leiderdorpsck Oranjeman" deelt ons mede dat zijne bedoeling in het ver slag van de Vrijdag gehouden vergade ring van de L. C. O. V. niet geheel juist is weergegeven. Hij maakte tegen den genoemden da tum bezwaar, niet omdat dan de feesten te Leiderdorp in het honderd zouden loopen, maar omdat de Leiderdorpers niet in de gelegenheid zouden zijn het feest te Leiden; hij te wonen. En dat zou jammer zijn voor vele Leiderdorpsche Oranjeklanten die gaarne de door de Glir. Oranjevereen. te organiseeren her oclitend heeft een Franschegendarme bij mij navraag gedaan naar den baljuw. Ze will enhem doodschieten, omdat hij den Brunswijkers den weg gewezen heeft." „Maar eerst moeten ze hem hebben," zei de vreemdeling plotseling, ,,en als jul lie hem zien wilt, hier is hij." Een oogenbiik was 't stil rondom; slechts de grijze cogen blikten scherp den dapperen man aan; dan trad de scheper naar voTen en zei: „Geef me de hand, broeder; je hebt gedaan, zooals het een goed Oldenhurger past." Dahc de hoonende stem stoorde oogen- blikkelijk de plechtige stemming: „Alle maal zotteklap." „Wat is allemaal zotteklap?" stoof er een op. „Wat de Brunswijker zei." „Hoe bedoel-je dat?"- vroeg de- schout (bedachtzaam, maar in zijn stem dreigde iets. „Hoe ik dat bedoel? Ben-je dan zoo'n sufferd, dat je dat niet dadelijk be grijpt?" i „Laat ik een sufferd zijnpraat vrij uit en treiter niet zoo." „Wat heeft-io nou van al zijn waaghal-: zerij, hé, wat heeft-ie nou?" „Wat hij heeft, dat weet ik niet, maar wat hij niet hoeft, dat weet ik," zei de schaapherder, toen allen zwegen, en weer denking zouden hijwonen maar ook voor de Oranjevereeniging zelf. De feesten te Leiderdorp gaan evengoed door. De optocht waaraan een 300 rui ters deelnemen, zal eerst betrekkelijk laat geëindigd zijn en dan volgt nog het avondfeest. Eenige kans dat de Leider dorpers 's avonds naar Leiden zullen trekken is er dus niet, en in het belang van de Leiderdorpsche-feesten is het kie zen van een anderen avond dan ook niet noodig. Maar in het belang van de L. G. O. V. èn in dat van de Leiderdorpers die gaaT- ne naar hier zouden komen, zou liet zeer gewenscht zijn, indien het alsnog moge lijk bleek een anderen avond te kiezen. Een „Leiderdorpsck Oranjeman" ver zocht ons, hierop nog eens mét nadruk de aandacht van het bestuur der Ghr. Oranjevereen. te willen vestigen en het te verzoeken indien eenigszins mogelijk een anderen datum te kiezen dan voorloopig bepaald werd. Wat wij hij dezen doen. Een onzer lezers uit LeiJén, zendt ons een ingezonden stuk, waarin hij zij ne verbazing uitspreekt dat de L e i d- sche Chr. Oranjevereen. bij de L e i d- s c h e feestviering een n i e t-Leidsche Zangvereeniging aanzocht om de feest viering op te luisteren. „Zijn er, zoo vraagt hij, in onzen stad geen Zandvereonigingen die de bewuste stukken zouden kunnen leeren? Of is dit enkel mogelijk aan d i e vereenigingen welke den naam Koninklijke voeren? Is onze stad dan zoo misdeeld met be oefenaren der Zangkunst, dat die het feest niet konden opluisteren, met het uitvoeren van één der Cantates welke dit jaar het licht zagen? Ik meen te mogen, veronderstellen, dat er in onze stad genoeg koren zijn. die iets dergelijks zouden ten gehoore kun nen brengen. Elke stad of dorp viert feest op zijn eigene wijze, en met zooveel mogelijk eigen ingezetenen; dat is juist en geeft een zekere éénheid in de feestviering; maar de L. G. O. Y. is schijnbaar een an dere meening toegedaan; dit echter be treur ik, (en velen met mij) dat de Le i d- s c h e Ghr. Oranjevereeniging het in Leiden te vieren feest, grootendeels door n i e t-Leidenaars laat uitvoeren." Het is duidelijk dat de inzender het paard achter den magen spant. Deze bezwaren hadden in de Vrijdag gehouden vergadering ter sprake moeten vorden gebracht. Nu dat niet gedaan werd, kan naar het ons voorkomt moeilijk worden verwacht dat het bestuur door een anoniem protest zijne houding zal wijzigen. „Ex Animo". Donderdag 26 Juli a.s. zal do Chr. Zangvereen. „Ex Animo" (gemengd koor), directeur de heer M. Hekel, Rot terdam, 'n Tuinconcert geven in den tuin van Zomerzorg, met medewerking van het harmoniegezelschap „Werkmans Wilskracht", directeur de heer J. Noor- danus. Op het programma staat o.m. het verplichte en vrije koorwerk voor den Nationalen Zangwedstrijd van 3 Augst. 1923 te Katwijk waarmode „Ex Animo" in de eerste afd. gem. kooren zal debutee- ren. Jubileum. Het was vandaag 4.0 jaar geleden, dat de heer W. G. Verhoeven hij de fir ma P. J. Mulder en Zn., Drukkerij al hier, in functie trad. Hedenmorgen werd de jubilaris op het kantoor door de patroons en het perso neel gefeliciteerd en door den oudsten patroon in zeer hartelijke bewoordingen toegesproken. Zoowel door de patroons als het perso neel werden den jubilaris blijken van sympathie aangeboden. voer een schok door hem heen. „Wat heeft-ie dan niet, hé, magere lat, dat je bent?" i „Laten buigen heeft hij zich niet zich te schande laten maken heeft hij zich nietdoor dat schoelje, dien „Nee, maar, die is ook goed; Napoleon zit lekker in 't vet enlaclit hem uit." „Nee, daar kun-je zeker van zijn; die lacht hem niet uit; die knoerst woedend op zijn tanden, dat-ie hem niet te pakken •heeft kunnen krijgen en hem niet heeft kunnen laten doodschieten, zooals hij zooveel anderen gedaan heeft." „Hij lacht, zeg ik, en gelijk heeft-ie, dat-ie lacht." „Ja, hij lachtmaar waarom lacht hij, hé? Omdat hier niet zoo'n salg van volk woont zooals de Brunswijkers; alle- maal laten ze op d'r eigen trappen, laten ze d'r eigen mishandelen en geen mensch, die een mond open druft te doen." - Sarrend lachte luid op de kraakstem: „Hij lacht, zeg ik, en ik lach ook. Jij slakkenschcper. jij bijenjager, jij en Na poleon! Hij heeft maar één woord le zeg gen en duizend zooals jij vloekt hij van d'r plaats af." i „En ons Oldenburg dan? En onze her- tog?" „Ja, die ook. Allemaal krijgt-ie ze on der. Ja, dat is een kerel, die al veel hij de hand gehad heeft; dat beetje ligt hem In de Stedelijke Werkinrichting zijn in de week van 15 tot en met 21 Juli opgenomen: 132 volwassen personen en 11 kinderen; totaal 143. Van de twee luxeuse lantaarns, die aan het magazijn van fa. Hasselman en Fander op de Botermarkt ïijn beves tigd, is een Zaterdagavond een naar om laag komen vollen, juist op het Loofd van den brugwachter P., die daar passeerde. In den nacht van Zate dag op Zondag is op den Morschsingel in bcwuireloozen toestand gevonden juffr. M. Per auto van de E. Hulpdienst werd zij naar het acad. Ziekenhuis overgebracht, alwaar zij, na het bewust zijn te hebben herkregen, mededeelde, dat zij door haar man, van wien zij onlangs gescheiden was, maar met wien ze thans weder samen leefde, was mishandeld. Dc politie doet onderzoek. De puinschipper B. kwam Zondagmor gen tot de ontdekking, dat een tweetal met puin gela-den schuiten, die hij den vorigen avond in dc Mare had vastgelegd, waren verdwenen. Hij heeft de politie van deze vermissing in kennis gesteld. Op de Blauwpoortsbrug had heden morgen een motor-ongeval plaats. Do motorrijder van S. liit Bodegraven wilde om den verkeersagent heenrijden, maar nam daarbij 'n te wijden bocht waar door hij in aanraking kwam met het trot toir, waar hij oen juffrouw omver reed, die daardoor met het hoofd tegen de brug leuning viel en een hoofdwonde bekwam. Het voorwiel kwam tegelijkertijd in aan raking met de japon van een andere voor bijgangster, die nu^ecn bedenkelijke scheur vertoonde. De pseudo-Bonnot gaf aan laatstgenoemde f 5 als vergoeding. De aanhouding van den oplichter Zn uit Den Haag, wint nog steeds aan betee- kennis. Thans zijn als gevolg van een en ander ock de Vader en Moeder van het jong- merusch gearresteerd. Intussclien is het getal inbraken, ten opzichte waarvan hij oen volledige bekentenis heeft afgelegd, dat bij gepleegd heeft, gestegen tot 20. De waarbij van het hierbij gestolene wordt geschat op ruim f 25.000. De Heerenstraat is dezer dagen weer een winkel rijker geworden, en wel in een brache, waaraan daar ter plaatse groote behoefte bestond. De heer H. v. Vliet, opende Zaterdag middag in perceel 10, dat tot voor dien tijd oen woonhuis was, een zaak in drogist artikelen en Chemicaliën, en alles wat tot het drogistvak behoort. Het blijkt reeds bij den eersten opslag, dat de keuze doorden heer v. Vliet bij het betrekken van dit perceel gedaan, oen zeer gelukkige was, want men zal het ons toegeven dat de zaak daar e»en goed fi guur maakt en mooi uitkomt. Ook wat het inwendige betreft, en daar komt het niet minder op aan, is alles in de puntjes, zoo wel wat sorteering, uitstalling als^de be waring betreft. Hot verbouwingswerk werd uitgevoerd door de heereni Reijneveld (timmerman), Poeliejie (schilder) en Lepelaar (electrici- teit), zeer tot tevredenheid van den heer Van Vliet. Op het te 's-Gravenhage gehouden M. U. L. O. examen slaagden Vrijdag onze stadgenooten E. E. Engels, A. C. S. Kol- desman. I. J. A. Otto, M. M. J. Rees, C. A. Sybrand, A. E. Verboog, H. L. Chris- tiaanse. H. A. W. Colin en A. J. Voor winden ADV EHTES9TIE-PEHJS Gewone advertentiën per regel 22J* cent* Ingezonden Mcdedcelingen, dubbel tarief» i'Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta* ling van ten hoogste 30 woorden, wordeij dagelijks geplaatst ad 50 cent. De heer P. J. Gijsman herdacht j.L Vrijdag zijn 12}-iarig regentschap van het JuffrouwMaashofje. In den intiemen kring der regenten werd dit feit herdacht en de jubilaris gehuldigd. Hem werd een stoffelijk blijk van waar- decring aangebroken. BINNENR.AHU PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. Dc commissie, aan wie onlangs het on-* derzoek der rekening van de provinciale inkomsten en uitgaven over 1921 is op gedragen, stelt voor, deze rekening met een batig saldo van f 877.297.19 goed te keuren en de bedragen der ontvangsten en uitgaven vast te stellen, zooals die in het bij de rekening overgelegd ontwerp-, besluit door Ged. Staten zijn voorgedra gen. Do commissie, in wier handen zijn ge-* steld de voorstellen van Ged. Staten he-- treffende de wegenverbetering onder do gemeenten Barendrecht en Ridderkerk; Barendrechtscho weg; gevraagde hestra: ting; jaagpad langs den Vliet onder Rijs wijk; verbetering Zuidzijdscheweg onder Bodegraven, adviseeren tot aanneming van de voorstellen. Blijkens het verslag van de commissie van rapporteurs omtrent het onderzoek in deafdeelingen van de daarheen verzon den onderwerpen werd ten .aanzien van de wijziging der provinciale begrootin- gen voor 1922 en 1923 in een der afdee-* lingen aan Ged. Staten dank gebraokt, omdat zij zooveel aandacht wijden aan het wegenvraagstuk en daarbij zooveel spoed berachten. De vraag van een der leden of .het niet wenschelijk is, dat de werktijd van som mige ambtenaren en meer bepaaldelijk1 die der kantonniers van 45 uren tot 48 uren wordt uitgebreid, werd door alia leden bevestigend beantwoord. i Begrooting vcor 1924. Bij de beschouwingen over de proving ciale begrooting voor 1924 gaven ver-» schillende leden uiting aan hun ergernis. Ten aanzien van den weg van 's-Graven-* hage naar Dordrecht, een der voornaam-» ste verkeerswegen van ons land, die in.' desolaten toestand verkeert, werd aanges drongen, dat een commissie wordt inge steld, welke dient te trachten contact te krijgen met de verschillende helangheb-i henden, om daardoor in gemeen overleg tot een snelle en goede oplossing te ko-* men. Anderzijds werd opgemerkt, dat hier de vraag moet worden gesteld of met be-* trekking tot dezen verkeersweg de pro-* vincie wel de eerst aangewezene is om de zaak aan te pakken en of hier niet in de eerste plaats een taak voor het Rijk is weggelegd. Gewezen werd verder op den toestand hij de Laakhrug. Hierbij werd opgemerkt, dat de taak van verbetering in dit geval rust op de gemeente 's-Gravenhage. Een der leden wees er op, dat d^r het veelvuldig gebruik van autoV tA vooral van de zware vrachtauto's het n - -tercommunaal verkeer over wegen, wel ke bij gemeenten in onderhoud zijn. aan die gemeenten vaak al te zware lasten worden opgelegd en dat ia verschillende gevallen de toestand van een weg, die tot heden buiten do bemoeiing van de pro vincie stond, meer een provinciaal dan een lokaal belang is geworden. Zij dron gen er daarom op aan, dat de provincie zich ook financieel gaat interesseeren voor 't onderhoud van zulk wegen. Behalve het wegenvragstuk werd ook omtrent de drinkwatervoorziening, met name de voorziening ten p'.atten lande, de aandacht van Ged. Staten gevraagd. In meer dan een afdeeling wmd ge sproken over de eleclrificatio van de pro vincie, die op het platteland nog zeer veel te wenschen overlaat. niet zwaar in de maagen dan zoo'n man als dat is en zoo'n suffer als de sche per. Maar ik snap je welweet je, waar 't jou scheelt, hé? Dat de Fran schen jou die paar halfverhongerde koeien en paarden hebben afgenomen; daar scheelt het je." „Mijn vee mogen ze houden, en, als 't moét, ook mijn schapen en mijn bijen, en huis en hof „Jij kan mooi praten, dat is toch geen cent waard." „Als dan alles maar weer wordt, zooals 't geweest is onder onzen hertog; en we weer een vrij land hebben, en een vrij 'huis en vrije lucht „Is me dat een onzinjij met jo vrij heid. Geld is de hoofdzaag; en geld is er in 't land en geld rolt er overal. Hoor maar eens, hoe ze daar lachen en plei- zier maken.,, dat noem ik vrij. Zulke tijden hebben we nog nooit gehad „Nou moet ik lachen. Is dat vrij, als de Franschen hier door' 't land loopen te stroopen en te schooien en den baas spe len? Er uit met ze; er uit! "Wat doen die vreemden hier in 't land? Kun-jij me dat uitleggen?" „Wat deed de Brunswijker in 't land?" „Is dat een vreemde? schaam-je ja niet? Daar zit oen man; en die heeft zich geen oogenbiik bedacht, en is van huis en hof weggegaan en moet nu overal heenvluchten. Hij kijkt je aan en jo schaamt je niet?" „Neen, ik lach alleen om zijn stem migheid, dat-ie tegen Napoleon heeft wil len brullen a!s een leeuw en dat-ie nog niet eens kan hiaten als een schaap." „En jij, wat hen-jij? Jij bent oen niks, en een schobbejak en een verrader Jan Bartcls had al togeslagen, en op 't zelfde oogenbiik waren in blinde woede do heide mannen met elkander handge meen; zij hijgden en klemden de tanden opeen. en grepen elkaar zoo grimmig aan als werd hier een oude veete uitgevoch ten. „Niet tussehon kemen, lui, niet tus- selien komen," zei de schout, die zulks wist en met oen handgebaar wees hij allo inmenging af. Dadelijk daarop vloog Jan Bartela door de vuisten, die eens op zeo l et aan-» pakken geleerd hadden, weggeslingerd, met een doffen krak tc-gen de deur, en: daar deze openvloog, tog lijk in den estrik, waar hij een oogenbiik verdoofd liggen bleef; do muziek zweeg en verbluft kwamen de dansenden aanloopen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1