Dagblad voor Leiden en Omstreken.
IEUWE LEIDSCHE COURANT
4i!e JAARGANG. - MAANDAG 23 JULI 1923 - No. 992
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Lelden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f2.50
Per wèek f 0.19
Franco per post per kwartaal ......f2.90
V Ds positie van het Kabinet.
De linkschc pers is druk in de weer om
de tegenwoordige regeering af te maken
en hare positie te verzwakken.
Het is daar in het iinksche kamp een
gezaag en gevijl aan de posten van het
Kabinet, van je welste.
Alle onderlinge geschillen zijn weer
voor een oogenbiik vergeten.
De liberale N. R o 11. G r t. trekt weer
eóne lijn, met Het Volk. Beide bladen
vallen onvoorwaardelijk den heer de
Geer bij en zijn het er over eens, dat het
Kabinet behoort te verdwijnen.
Met het feit dat de Regeering wel zeer
ernstige redenen moet hebben om in de
zen tijd van financieele misère spoedige
totstandkoming en invoering van de
Vlootwet te eischen, wordt geen rekening
gehouden.
Het feit dat men liever een zeer be
kwaam en hoog gewaardeerd bewinds
man ziet heengaan dan de vlootplannen
los te laten, legt geen gewicht in de
schaal.
De verklaring, het vorig jaar ook
door Mini ster de Geer onder-
teekead, dat het onverantwoor
delijk zou zijn op grond van den on-
gunstigen staat van 's Lands financiën
de verdediging te verwaarloozen, wordt
genegeerd.
Zonder een nadere verklaring van de
Regeering af te wachten, staat het voor
de gelieele Iinksche pers reeds van te vo
ren vast dat in dit conflict het gelijk is
hij den heer de Geer, en dat de positie
van het coalitie-Kabinet onhoudbaar is
gewerden.
Deze opvratting is echter minstens
voorbarig.
Het spreekt wel vanzelf dat Tiier voor
het Kabinet ernstige gevaren dreigen.
Maar een eerste voorwaarde voor
een krachtige regeering is wel, dat het
i n n e r 1 ij k sterk is, dat de verschillen
de leden van 't Kabinet een eenheid
vormen.
En die eenheid, die innerlijke kracht
wordt door het heengaan van Minister
de Geer versterkt.
Gelukt het een opvolger te vinden die
als financier den Leer de Geer kan ver
vangen en die tevens onderschrijft wat
de heer de Geer het vorig jaar verklaar
de, n.l. dat de uitvoering van het vloot-
plan niet in strijd is, met de zuinigheid
die de regeering nastreeft, dan zal dat
een niet geringe versterking van de posi
tie van het Kabinet heteekenen.
Een andere vraag is, of het met de
Volksvertegenwoordiging tot overeen
stemming zal kunnen komen.
Wat dit betreft is de horizon de laat
ste dagen ongetwijfeld verhelderd.
V Een belangrijke uitspraak.
Onder de verschillende persstemmen
trekt niet het minst de aandacht een uit
lating van Koningin en Vader
land onder hoofdredactie van het Chr.
Hist. Kamerlid den heer Snoeck Henke-
mans.
Dit blad schrijft naar aanleiding ^van
de ontslagaanvrage vanden Minister
van Financiën:
Do heer De Geer is tijdens zijn lid
maatschap van de Tweede Kamer
meermalen afgeweken van de gedrags
lijn zijner partijgenooten, bij stemmin
gen over defensiezaken. Bij zijn optre
den als minister van financiën, kon
slechts op één punt vrees bestaan voor
het welslagen van zijn ministerschap:
de defensievragstukken.
En op dat ééne punt is de breuk go-
slagen.
Wij betreuren het heengaan van den
heer De Geer meer dan wij zeggen
kunnen. Maar op het. punt der verde
FEUILLETON
Den Vaderland ghetreuwe.
Een vertelling uit den
Franschen tijd.
„Die schoeljes," vloekte een hoer, „en
mij hebben ze er vijftig gulden voor laten
betalen."
„Zoo, is er hier ook een van blijven
Langen?" vroeg de vreemdeling.
„Kunnen er allicht nog meer zijn,"
luidde 't voorzichtige antwoord.
„Pas dan maar op, dat je de dieren
;wat op zij houdt, want de Franschen
Lebben opdracht ze allemaal terug te ka-
't len. Weten ze, dat er eTgens een is, dan
Mroi.gen ze den heelen boel in brand te
steken; en ze sturen als kooplui vermom
de spionnen rond en loeren op alles."
Dreunend sloeg de schout op de tafel.
„Je moest die schavuiten op d'r bek
slaan," riep woedend een boer, bekom
merd om zijn nieuwe span paarden.
„Ik wou, dat ze de koude koorts krej
gen," schold een tweede.
De opwinding groeide, de hoeren be
gonnen1 warm te worden. Daar weerklonk
/weer do kraakstem: „Wie weet, of dat
allemaal wel waar is. Een mensch kan
«ooveel vertellen.'1
i wHet is waar," riep de schout, „van
diging van onze onzijdigheid en van
onze zelfstandigheid ziet hij de geva-
Ten van den tegenwoordigen toestand
te licht in.
Er kan niet slechts oorlog komen;
maar er zal oorlog komen en
hij zal uitgevochten worden in den
Stillen Oceaan, de wereldzee, begrensd
door Japan, Amerika, Australië en on
zen Oost-Indischen Archipel.
Ons eilandenrijk moet daarbij ernstig
bewijzen zijne neutraliteit te willen
handhaven. i
Doet het dit niet, dan moet Engeland
onze eilanden opnemen in zijn plan van
aanval en verdediging.
Elk stuk van de verplichting tot be
scherming van ons gebied tegen oor
logvoerenden, welke zij ook zijn, dat
wij laten liggen, moet en zal opgeno
men worden door die oorlogvoerenden-
zelf. Die het anders ziet, ziet het m i s."
Uitspraken als deze moeten in elk ge
val bij de beoordoeling van het conflict
tot groote voorzichtigheid manen.
Geen oogenbiik mag vergeten worden,
dat op onze Regeering een groote ver
antwoordelijkheid rust.
STflDSMIEMWS
Doodelijk ongeluk.
Auto met 5 inzittenden te watert.
Op den Leidsohen Straatweg, bij de
Oude Posthrug hij Sassenheim had Zon
dagavond een droevig ongeluk plaats.
Te ongeveer kwart over zes uur kwam
langs de Haarlemmertrekvaart uit de
richting Noord wijk rijden een auto,
waarin de familie Sp., uit Leiden een
uitstapje maakte.
Bij den Straatweg gekomen, wilde de
heer Sp., die zelf het stuur bediende,
rechtsaf gaan, en de brug over rijden.
Waarschijnlijk door een klein defect
echter, weigerde de mechaniek op dat
oogenbiik, waardoor de auto die reeds
halverwege de helling was opgereden,
terug liep, ongelukkigerwijze juist den
verkeerden kant op, zoodat het voertuig
met de inzittenden in het water geraakte.
De Twee in de auto aanwezige lieeren
wisten er dadelijk uit te springen, en
slaagden er in twee van de drie dames,
n.l. Mèvr. Sp. en een niohtje, dat den
tocht meemaakte, te redden. Eerst 20 mi
nuten nadat het ongeval plaats greep was
men zoover gevorderd, dat ook de 18-ja-
rige dochter van het echtpaar Sp. kon
worden op het droge gebracht, die helaas
echter geen teekenen van leven meer gaf.,
Naar het schijnt was Mej. Sp. uit de
auto gesprongen en verder afgedreven
dan men aanvankelijk dacht, waardoor
de redding bemoeilijkt werd.
Onmiddellijk werden verschillende medici
in den omtrek gewaarschuwd, waarna
dr. Quant en Burg. Gouverneur uit Sas
senheim, en dr. Timmermans op de
plaats van het ongeval verschenen, en
direct de eerste hulp verleenden aan de
dochter, die helaas bleek overleden te
zijn.
Voor het gezelschap en in 't bijzonder
voor de ouders een vreeselijk einde van
dezen Zondag.
Christelijke Oranjevoroenigïng.
Een „Leiderdorpsck Oranjeman" deelt
ons mede dat zijne bedoeling in het ver
slag van de Vrijdag gehouden vergade
ring van de L. C. O. V. niet geheel juist
is weergegeven.
Hij maakte tegen den genoemden da
tum bezwaar, niet omdat dan de feesten
te Leiderdorp in het honderd zouden
loopen, maar omdat de Leiderdorpers
niet in de gelegenheid zouden zijn het
feest te Leiden; hij te wonen. En dat zou
jammer zijn voor vele Leiderdorpsche
Oranjeklanten die gaarne de door de
Glir. Oranjevereen. te organiseeren her
oclitend heeft een Franschegendarme bij
mij navraag gedaan naar den baljuw.
Ze will enhem doodschieten, omdat hij
den Brunswijkers den weg gewezen
heeft."
„Maar eerst moeten ze hem hebben,"
zei de vreemdeling plotseling, ,,en als jul
lie hem zien wilt, hier is hij."
Een oogenbiik was 't stil rondom;
slechts de grijze cogen blikten scherp
den dapperen man aan; dan trad de
scheper naar voTen en zei: „Geef me de
hand, broeder; je hebt gedaan, zooals het
een goed Oldenhurger past."
Dahc de hoonende stem stoorde oogen-
blikkelijk de plechtige stemming: „Alle
maal zotteklap."
„Wat is allemaal zotteklap?" stoof er
een op.
„Wat de Brunswijker zei."
„Hoe bedoel-je dat?"- vroeg de- schout
(bedachtzaam, maar in zijn stem dreigde
iets.
„Hoe ik dat bedoel? Ben-je dan zoo'n
sufferd, dat je dat niet dadelijk be
grijpt?" i
„Laat ik een sufferd zijnpraat vrij
uit en treiter niet zoo."
„Wat heeft-io nou van al zijn waaghal-:
zerij, hé, wat heeft-ie nou?"
„Wat hij heeft, dat weet ik niet, maar
wat hij niet hoeft, dat weet ik," zei de
schaapherder, toen allen zwegen, en weer
denking zouden hijwonen maar ook voor
de Oranjevereeniging zelf.
De feesten te Leiderdorp gaan evengoed
door. De optocht waaraan een 300 rui
ters deelnemen, zal eerst betrekkelijk
laat geëindigd zijn en dan volgt nog het
avondfeest. Eenige kans dat de Leider
dorpers 's avonds naar Leiden zullen
trekken is er dus niet, en in het belang
van de Leiderdorpsche-feesten is het kie
zen van een anderen avond dan ook niet
noodig.
Maar in het belang van de L. G. O. V.
èn in dat van de Leiderdorpers die gaaT-
ne naar hier zouden komen, zou liet zeer
gewenscht zijn, indien het alsnog moge
lijk bleek een anderen avond te kiezen.
Een „Leiderdorpsck Oranjeman" ver
zocht ons, hierop nog eens mét nadruk
de aandacht van het bestuur der Ghr.
Oranjevereen. te willen vestigen en het te
verzoeken indien eenigszins mogelijk een
anderen datum te kiezen dan voorloopig
bepaald werd.
Wat wij hij dezen doen.
Een onzer lezers uit LeiJén, zendt
ons een ingezonden stuk, waarin hij zij
ne verbazing uitspreekt dat de L e i d-
sche Chr. Oranjevereen. bij de L e i d-
s c h e feestviering een n i e t-Leidsche
Zangvereeniging aanzocht om de feest
viering op te luisteren.
„Zijn er, zoo vraagt hij, in onzen stad
geen Zandvereonigingen die de bewuste
stukken zouden kunnen leeren? Of is dit
enkel mogelijk aan d i e vereenigingen
welke den naam Koninklijke voeren?
Is onze stad dan zoo misdeeld met be
oefenaren der Zangkunst, dat die het
feest niet konden opluisteren, met het
uitvoeren van één der Cantates welke dit
jaar het licht zagen?
Ik meen te mogen, veronderstellen, dat
er in onze stad genoeg koren zijn. die
iets dergelijks zouden ten gehoore kun
nen brengen.
Elke stad of dorp viert feest op zijn
eigene wijze, en met zooveel mogelijk
eigen ingezetenen; dat is juist en geeft
een zekere éénheid in de feestviering;
maar de L. G. O. Y. is schijnbaar een an
dere meening toegedaan; dit echter be
treur ik, (en velen met mij) dat de Le i d-
s c h e Ghr. Oranjevereeniging het in
Leiden te vieren feest, grootendeels
door n i e t-Leidenaars laat uitvoeren."
Het is duidelijk dat de inzender het
paard achter den magen spant.
Deze bezwaren hadden in de Vrijdag
gehouden vergadering ter sprake moeten
vorden gebracht.
Nu dat niet gedaan werd, kan naar het
ons voorkomt moeilijk worden verwacht
dat het bestuur door een anoniem protest
zijne houding zal wijzigen.
„Ex Animo".
Donderdag 26 Juli a.s. zal do Chr.
Zangvereen. „Ex Animo" (gemengd
koor), directeur de heer M. Hekel, Rot
terdam, 'n Tuinconcert geven in den tuin
van Zomerzorg, met medewerking van
het harmoniegezelschap „Werkmans
Wilskracht", directeur de heer J. Noor-
danus. Op het programma staat o.m. het
verplichte en vrije koorwerk voor den
Nationalen Zangwedstrijd van 3 Augst.
1923 te Katwijk waarmode „Ex Animo"
in de eerste afd. gem. kooren zal debutee-
ren.
Jubileum.
Het was vandaag 4.0 jaar geleden, dat
de heer W. G. Verhoeven hij de fir
ma P. J. Mulder en Zn., Drukkerij al
hier, in functie trad.
Hedenmorgen werd de jubilaris op het
kantoor door de patroons en het perso
neel gefeliciteerd en door den oudsten
patroon in zeer hartelijke bewoordingen
toegesproken.
Zoowel door de patroons als het perso
neel werden den jubilaris blijken van
sympathie aangeboden.
voer een schok door hem heen.
„Wat heeft-ie dan niet, hé, magere lat,
dat je bent?" i
„Laten buigen heeft hij zich niet
zich te schande laten maken heeft hij zich
nietdoor dat schoelje, dien
„Nee, maar, die is ook goed; Napoleon
zit lekker in 't vet enlaclit hem uit."
„Nee, daar kun-je zeker van zijn; die
lacht hem niet uit; die knoerst woedend
op zijn tanden, dat-ie hem niet te pakken
•heeft kunnen krijgen en hem niet heeft
kunnen laten doodschieten, zooals hij
zooveel anderen gedaan heeft."
„Hij lacht, zeg ik, en gelijk heeft-ie,
dat-ie lacht."
„Ja, hij lachtmaar waarom lacht
hij, hé? Omdat hier niet zoo'n salg van
volk woont zooals de Brunswijkers; alle-
maal laten ze op d'r eigen trappen, laten
ze d'r eigen mishandelen en geen mensch,
die een mond open druft te doen."
- Sarrend lachte luid op de kraakstem:
„Hij lacht, zeg ik, en ik lach ook. Jij
slakkenschcper. jij bijenjager, jij en Na
poleon! Hij heeft maar één woord le zeg
gen en duizend zooals jij vloekt hij van
d'r plaats af." i
„En ons Oldenburg dan? En onze her-
tog?"
„Ja, die ook. Allemaal krijgt-ie ze on
der. Ja, dat is een kerel, die al veel hij
de hand gehad heeft; dat beetje ligt hem
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
in de week van 15 tot en met 21 Juli
opgenomen: 132 volwassen personen en
11 kinderen; totaal 143.
Van de twee luxeuse lantaarns, die
aan het magazijn van fa. Hasselman
en Fander op de Botermarkt ïijn beves
tigd, is een Zaterdagavond een naar om
laag komen vollen, juist op het Loofd van
den brugwachter P., die daar passeerde.
In den nacht van Zate dag op Zondag
is op den Morschsingel in bcwuireloozen
toestand gevonden juffr. M.
Per auto van de E. Hulpdienst werd zij
naar het acad. Ziekenhuis overgebracht,
alwaar zij, na het bewust zijn te hebben
herkregen, mededeelde, dat zij door haar
man, van wien zij onlangs gescheiden was,
maar met wien ze thans weder samen
leefde, was mishandeld.
Dc politie doet onderzoek.
De puinschipper B. kwam Zondagmor
gen tot de ontdekking, dat een tweetal
met puin gela-den schuiten, die hij den
vorigen avond in dc Mare had vastgelegd,
waren verdwenen.
Hij heeft de politie van deze vermissing
in kennis gesteld.
Op de Blauwpoortsbrug had heden
morgen een motor-ongeval plaats.
Do motorrijder van S. liit Bodegraven
wilde om den verkeersagent heenrijden,
maar nam daarbij 'n te wijden bocht waar
door hij in aanraking kwam met het trot
toir, waar hij oen juffrouw omver reed,
die daardoor met het hoofd tegen de brug
leuning viel en een hoofdwonde bekwam.
Het voorwiel kwam tegelijkertijd in aan
raking met de japon van een andere voor
bijgangster, die nu^ecn bedenkelijke scheur
vertoonde. De pseudo-Bonnot gaf aan
laatstgenoemde f 5 als vergoeding.
De aanhouding van den oplichter Zn
uit Den Haag, wint nog steeds aan betee-
kennis.
Thans zijn als gevolg van een en ander
ock de Vader en Moeder van het jong-
merusch gearresteerd. Intussclien is het
getal inbraken, ten opzichte waarvan hij
oen volledige bekentenis heeft afgelegd,
dat bij gepleegd heeft, gestegen tot 20.
De waarbij van het hierbij gestolene
wordt geschat op ruim f 25.000.
De Heerenstraat is dezer dagen weer
een winkel rijker geworden, en wel in een
brache, waaraan daar ter plaatse groote
behoefte bestond.
De heer H. v. Vliet, opende Zaterdag
middag in perceel 10, dat tot voor dien
tijd oen woonhuis was, een zaak in drogist
artikelen en Chemicaliën, en alles wat tot
het drogistvak behoort.
Het blijkt reeds bij den eersten opslag,
dat de keuze doorden heer v. Vliet bij
het betrekken van dit perceel gedaan, oen
zeer gelukkige was, want men zal het ons
toegeven dat de zaak daar e»en goed fi
guur maakt en mooi uitkomt. Ook wat het
inwendige betreft, en daar komt het niet
minder op aan, is alles in de puntjes, zoo
wel wat sorteering, uitstalling als^de be
waring betreft.
Hot verbouwingswerk werd uitgevoerd
door de heereni Reijneveld (timmerman),
Poeliejie (schilder) en Lepelaar (electrici-
teit), zeer tot tevredenheid van den heer
Van Vliet.
Op het te 's-Gravenhage gehouden
M. U. L. O. examen slaagden Vrijdag onze
stadgenooten E. E. Engels, A. C. S. Kol-
desman. I. J. A. Otto, M. M. J. Rees, C.
A. Sybrand, A. E. Verboog, H. L. Chris-
tiaanse. H. A. W. Colin en A. J. Voor
winden
ADV EHTES9TIE-PEHJS
Gewone advertentiën per regel 22J* cent*
Ingezonden Mcdedcelingen, dubbel tarief»
i'Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta*
ling van ten hoogste 30 woorden, wordeij
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
De heer P. J. Gijsman herdacht j.L
Vrijdag zijn 12}-iarig regentschap van het
JuffrouwMaashofje. In den intiemen
kring der regenten werd dit feit herdacht
en de jubilaris gehuldigd.
Hem werd een stoffelijk blijk van waar-
decring aangebroken.
BINNENR.AHU
PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND.
Dc commissie, aan wie onlangs het on-*
derzoek der rekening van de provinciale
inkomsten en uitgaven over 1921 is op
gedragen, stelt voor, deze rekening met
een batig saldo van f 877.297.19 goed te
keuren en de bedragen der ontvangsten
en uitgaven vast te stellen, zooals die in
het bij de rekening overgelegd ontwerp-,
besluit door Ged. Staten zijn voorgedra
gen.
Do commissie, in wier handen zijn ge-*
steld de voorstellen van Ged. Staten he--
treffende de wegenverbetering onder do
gemeenten Barendrecht en Ridderkerk;
Barendrechtscho weg; gevraagde hestra:
ting; jaagpad langs den Vliet onder Rijs
wijk; verbetering Zuidzijdscheweg onder
Bodegraven, adviseeren tot aanneming
van de voorstellen.
Blijkens het verslag van de commissie
van rapporteurs omtrent het onderzoek
in deafdeelingen van de daarheen verzon
den onderwerpen werd ten .aanzien van
de wijziging der provinciale begrootin-
gen voor 1922 en 1923 in een der afdee-*
lingen aan Ged. Staten dank gebraokt,
omdat zij zooveel aandacht wijden aan
het wegenvraagstuk en daarbij zooveel
spoed berachten.
De vraag van een der leden of .het niet
wenschelijk is, dat de werktijd van som
mige ambtenaren en meer bepaaldelijk1
die der kantonniers van 45 uren tot
48 uren wordt uitgebreid, werd door alia
leden bevestigend beantwoord. i
Begrooting vcor 1924.
Bij de beschouwingen over de proving
ciale begrooting voor 1924 gaven ver-»
schillende leden uiting aan hun ergernis.
Ten aanzien van den weg van 's-Graven-*
hage naar Dordrecht, een der voornaam-»
ste verkeerswegen van ons land, die in.'
desolaten toestand verkeert, werd aanges
drongen, dat een commissie wordt inge
steld, welke dient te trachten contact te
krijgen met de verschillende helangheb-i
henden, om daardoor in gemeen overleg
tot een snelle en goede oplossing te ko-*
men.
Anderzijds werd opgemerkt, dat hier
de vraag moet worden gesteld of met be-*
trekking tot dezen verkeersweg de pro-*
vincie wel de eerst aangewezene is om de
zaak aan te pakken en of hier niet in de
eerste plaats een taak voor het Rijk is
weggelegd.
Gewezen werd verder op den toestand
hij de Laakhrug. Hierbij werd opgemerkt,
dat de taak van verbetering in dit geval
rust op de gemeente 's-Gravenhage.
Een der leden wees er op, dat d^r
het veelvuldig gebruik van autoV tA
vooral van de zware vrachtauto's het n -
-tercommunaal verkeer over wegen, wel
ke bij gemeenten in onderhoud zijn. aan
die gemeenten vaak al te zware lasten
worden opgelegd en dat ia verschillende
gevallen de toestand van een weg, die tot
heden buiten do bemoeiing van de pro
vincie stond, meer een provinciaal dan
een lokaal belang is geworden. Zij dron
gen er daarom op aan, dat de provincie
zich ook financieel gaat interesseeren
voor 't onderhoud van zulk wegen.
Behalve het wegenvragstuk werd ook
omtrent de drinkwatervoorziening, met
name de voorziening ten p'.atten lande,
de aandacht van Ged. Staten gevraagd.
In meer dan een afdeeling wmd ge
sproken over de eleclrificatio van de pro
vincie, die op het platteland nog zeer
veel te wenschen overlaat.
niet zwaar in de maagen dan zoo'n
man als dat is en zoo'n suffer als de sche
per. Maar ik snap je welweet je,
waar 't jou scheelt, hé? Dat de Fran
schen jou die paar halfverhongerde
koeien en paarden hebben afgenomen;
daar scheelt het je."
„Mijn vee mogen ze houden, en, als 't
moét, ook mijn schapen en mijn bijen, en
huis en hof
„Jij kan mooi praten, dat is toch geen
cent waard."
„Als dan alles maar weer wordt, zooals
't geweest is onder onzen hertog; en we
weer een vrij land hebben, en een vrij
'huis en vrije lucht
„Is me dat een onzinjij met jo vrij
heid. Geld is de hoofdzaag; en geld is er
in 't land en geld rolt er overal. Hoor
maar eens, hoe ze daar lachen en plei-
zier maken.,, dat noem ik vrij. Zulke
tijden hebben we nog nooit gehad
„Nou moet ik lachen. Is dat vrij, als
de Franschen hier door' 't land loopen te
stroopen en te schooien en den baas spe
len? Er uit met ze; er uit! "Wat doen die
vreemden hier in 't land? Kun-jij me dat
uitleggen?"
„Wat deed de Brunswijker in 't land?"
„Is dat een vreemde? schaam-je ja
niet? Daar zit oen man; en die heeft
zich geen oogenbiik bedacht, en is van
huis en hof weggegaan en moet nu overal
heenvluchten. Hij kijkt je aan en jo
schaamt je niet?"
„Neen, ik lach alleen om zijn stem
migheid, dat-ie tegen Napoleon heeft wil
len brullen a!s een leeuw en dat-ie nog
niet eens kan hiaten als een schaap."
„En jij, wat hen-jij? Jij bent oen niks,
en een schobbejak en een verrader
Jan Bartcls had al togeslagen, en op 't
zelfde oogenbiik waren in blinde woede
do heide mannen met elkander handge
meen; zij hijgden en klemden de tanden
opeen. en grepen elkaar zoo grimmig aan
als werd hier een oude veete uitgevoch
ten.
„Niet tussehon kemen, lui, niet tus-
selien komen," zei de schout, die zulks
wist en met oen handgebaar wees hij allo
inmenging af.
Dadelijk daarop vloog Jan Bartela
door de vuisten, die eens op zeo l et aan-»
pakken geleerd hadden, weggeslingerd,
met een doffen krak tc-gen de deur, en:
daar deze openvloog, tog lijk in den
estrik, waar hij een oogenbiik verdoofd
liggen bleef; do muziek zweeg en verbluft
kwamen de dansenden aanloopen.
(Wordt vervolgd).