Aan hel einde der Week We zijn ten opzichte van de geschillen .lie de wereld reeds zoo lang in beroering iouden naar het schijnt een stapje nader gekomen aan de oplossing. Naar het s c h ij n l. Die Teserve dienen we wel te maken; want indien ooit, dan hebben de laatste Jaren wel geleerd, dat de schijn menig maal bedriegt en dat de dingen in wer kelijkheid heel anders zijn dan ze schij- aen. Er werken ook in de internationale politiek stille en onberekenbare krachten. Er wordt zooveel achter de schermen afgespeeld. En bovendien, de officieele inlichtingen zijn vaak zoo weinig betrouwbaar. Zoo werd onlangs gemeld dat men op de conferentie te Lausanne zoo goed als lot overeenstemming was gekomen. Maar nauwelijks had men gelegenheid gehad zijn blijdschap daarover te uiten of we werden opgeschrikt door het be richt dat er nieuwe en zeer ernstige moeilijkheden waren gerezen en dat zelfs een nieuwe oorlog volstrekt niet on waarschijnlijk was. Gelukkig konden ook deze berichten la ter weer worden tegengesproken. En nu zijn we weer zoover dat de over eenstemming volkomen heet te zijn en dat de vrede nu inderdaad verzekerd is. Wij hebben geen reden om deze be richten te wantrouwen en dus zullen we ons tot het tegendeel mocht blijken kunnen verheugen over het feit, dat eindelijk althans het Oostersche vraag stuk is opgelost. Het heeft wel lang geduurd. En het heeft heel wat moeite gekost. Als nu ech ter een duurzame vrede bereikt werd en alle partijen tevreden zijn gesteld, dan behoeven we over den langen duur van de conferentie, waar uiterst moeilijke kwesties geregeld moesten werden, niet te klagen. Laten we hopen dat zich nu geen nien* we conflicten voordoen en dat de Balkan waar het nu zoovele jaren geweldig spookte, eindelijk eens tot rust komt. Ook in ander opzicht is er eenige voor uitgang te bespeuren. - De Kabinetscrisis in België is n.l. nog boven verwachting goed opgelost. De Senaat heeft thans bij de höoge- school-kwestie bakzeil gehaald en in de Kamer is een kentering gekomen ten op zichte van de legerwet. Het voorstel om trent de verlenging van den diensttijd met twee maanden, gedurende de Roer bezetting, kreeg een grootere meerder heid dan verwacht werd. De Roerbezetting mag hoogst onaange naam zijn voor Duitschland, uit dit een voudige bericht-blijkt wel. dat België er ook niet veel beter van zal worden. Het Roergebied vertoont voor Frankrijk en België heel veel overeenkomst met een diepe zinkput; het geld dat er in gewor pen wordt en het gaat bij handen-vol ziet men nooit terug. Intusschen is door de oplossing van de Kabinetscrisis het voeren van besprekin gen tusschen de goallieerde regeeringen veel vergemakkelijkt. Naar het heet zal onmiddellijk na de ontvangst van de Britsche nota die elk oogenblik verwacht kan worden een bijeenkomst plaats hebben van Poin- caré met Theunis om zoo mogelijk een gezamenlijke gedragslijn vast te stellen. Het zou van groote beteekenis zijn in dien deze heeren konden besluiten hunne door wraak beheerschte politiek to eindi gen en het gezond verstand aan het woord te laten. Geheel Europa verlangt vurig dat de spanning eindelijk gebroken zal worden. Voor ons land was in de afgeloopen week na de temperatuursverandering het plotseling aftreden van Minister de Geer het meest belangrijke feit. Ook het eerste was van groote betee- kenis. Iedereen wist dat het buitengewoon warm was geweest de laatste dagen, maar de beteekenis daarvan drong toch eigenlijk goed tot ons door bij het zien van de lapge dóodenlijsten, die aan de hitte hun ontstaan hadden te danken. Tientallen kinderen en zwakken en ouden van dagen bleken tegen de onge wone hitte niet bestand en werden als bloemen die Tas verdorren afgesneden. Gelukkig is er verademing gekomen en ontspanning. In het staatkundige leven daarentegen kwam plotseling een hevige spanning, door het terugtreden van Min. de Geer in verband met de Regeeringsplannen met de Vlootwet. Een moeilijke taak rust thans op hen die ons volk hebben te leiden. De landsverdediging, ook die van ïndie mag niet worden verwaarloosd. En het is hoog tijd dat aan het. stelsel van stel selloosheid bij onze Marine een einde wordt gemaakt. Wij mogen ons ten dezen aan onze verplichtingen als volk niet/ onttrekken. En uit het feit dat de Regeering liever een gezien en zeer bekwaam Minister loslaat en de ongunst van een groot deel van het volk trotseert dan het vlootpjan te laten varen, is een bewijs dat het haar met deze z^aak hooge ernst is. Maar we moeten ook dringend noo- dig bezuinigen, willen we als volk niet ondergaan. En het feit dat de heer de Geer, die toch ook met de eisohen yan de internationale politiek volkomen op do hoogte is, liever heengaat dan aan het vlootplan zijne sanctie te geven, heeft ons ook wel een en ander te zeggen. Niemand weet nog wat van deze crisis hot gevolg zal zijn. Maar dat we een tijdperk van onrust en verwarring op dit gebied tegemoet g^an, behoeft naar het ons voorkomt geen nader betoog. De tijden zijn ernstig. Moge een ieder zijne verantwoordelijk heid gevoelen. En geve God aan de leiders van ons volk wijsheid en goed verstand, opdat ze in waarheid mogen zijn: schilden der aarde. DE CRISIS AAN FINANCIËN. Nog enkele persstemmen laten wij hier volgen: Het Friesch Dagblad maakt o.m. de volgende opmerkingen-: Blijkbaar staat de zaak zoo: Het gansche kabinet is verantwoordelijk voor de Defensie, zoo van 't vaderland als van Indië en blijkbaar wil dit zonder on verwijlde viootversterking, bij de tegen woordige verhoudingen in de wereld, de verantwoordelijkheid niet dragen. Misschien is min. de Geer 't hier zelfs .wel mee eens. 't Bericht zwijgt daar eenvoudig over. Maar hij is meer speciaal aansprakelijk voor 's Lands Financiën en nu één van tweeën ook daarover is het bericht niet duidelijk of hij staat voor een blinden muur en weet absoluut de gelden niet te vinden, of hij heeft, waar belastingverzwa- ring op dit moment uitgesloten is, zulke aller-ingrijpcndste nieuwe bezuinigings voorslagen gedaan, dat de anderen daar niet in treden konden. Een ernstig conflict dus, waaruit veel voortkomen kan. Wat den toestand nog ingewikkelder maakt, is, dat blijkbaar al de katholieke ministers voor directe behandeling der Vlootwet zijn en dat een Chr. Hist, minis ter zich verzet. Wie wat van de verhoudingen en denk wijzen kent, zou het eer omgekeerd ver wachten. Het Huisgezin (R. K.) merkt op Als het ministerie voor de Vlootwet een kracht als den heer De Geer opoffert, dan kan men er te zekerder op aan, dat alleen het landsbelang het daartoe noopt. Maar dan komt men vanzelf tot de drin gende en alles beheerschende vraag: wat is er gebeurd sinds, nu zeven maanden ge leden, do xegeering verklaarde: „Afdoe ning van het ontwerp-Vlootwet moet uit finaneieele overwegingen- nog wachten?" Onlangs heeft de gewezen Engelscho ge zant bij ons hof in ons land gezegd, dat wij geen nieuwe Vlootwet voor Indië be hoefden, daar een oorlog ginds totaal uit gesloten was: noch Engeland, noch Ame rika, noch Japan dachten er aan. Het woord van den Engelschen diplo maat was ongepast en onverstandig, en het spreekt vanzelf dat het voor onze re geering geen aanleiding is geweest 'om te zeggen en te besluiten: nu zeker doen. Maar wat is er voorgevallen, dat onze regeering, ondanks onzen benarden finan- cieelen en economischen toestand, tot den stap, en tot zooveel haast bij den stap aanzet? Dit behooren we te weten^ voordat we, niet een gemakkelijk vonnis strijken, maar naar billijkheid kunnen oordeelen. Voor de Vlootwet voelen we geen. grein geestdrift; wij zijn geneigd to zeggen: weg met dat ding; maar we wachten af tot we do motieven der .regeering kennen. Late zij ons niet lang in do onzekerheid. De Volkskrant eveneens R. K. schrijft o.m.: Wo hebben veel meer licht noodig dan waarover we op het oogenblik beschikken, om op de crisis den juisten kijk te hebben, maar het feit van hedeni, de ontslagaan vrage van den minister van Financiën, zal in breede kringen ernstigo teleurstelling wekkern En yerheeld behoeft niet te worden, dat speciaal het katholieke volksdeel dichter om het ministerie zou staan als het de Vlootwet had laten schieten, in plaats van zijn lot daaraan te verbinden, 11 Het.Volk, het orgaan van de S.D.A. P., betoogt dat de regeering behoort af te treden. Uitvoering van het vlootplan beteekent volgens bet blad niet minder dan een po litieke en sociale misdaad. „Zal het mogelijk zijn deze misdaad te voorkomen? Dat hangt af van twee faktoren. Aller eerst is daar de politieke faktor. Wélke werking zal bet besluit van den minister raad en de daad van den heer De Geer hebben op de regeerings-meerderheid, op de koalitie? Zij is stellig in de periode van den neergang. De gebeurtenissen bij de verkiezing der Gedeputeerde Staten en de daarop gevolgde pers-polemieken hebben het bewezen. Zal zij dezen nieuwen slag kunnen doorstaan? Zal de Christelijk-His-/ lorische Partij liet toelaten, dat een harer beste mannen alleen de woestijn, ingaat? Zal zij koudweg een remplacant leveren? of zal zij het werkloos aanzien, dat een der twee andere groepen een nieuwen man met minder skrupules levert? Zullen -de anti-revolutionaire en katholieke Kamer- frakties achter hun ministers blijven staan en zullen de betrokken partijen dat goedkeuren? Omtrent de anti-revolutionaire partij koesteren wij geen illusies. Maar de ka tholieke partij heeft de traditie van gema tigd te zijn in militaire zaken. Zal zij deze reusachtige millioenen-verspilling mee maken? Zullen do katholieke arbeiders en kleine boeren zich er niet voor schamen, dat een konservatieve christelijk-histori- sche bewindsman hun een lesje moet geven in de wijze waarop men zich tegenover zulke volksvijandige plannen behoort te gedragen Dit alles zal in de komende dagen moe ten blijken. Maar hoe zal het blijken? Moet het vromen der publieke opinie wor den overgelaten aan een kleine coterie van dagblad-schrijvers? Neen, de Volksvertegen woordiging moet spreken! Zij is met vakantie? Welnu, dat zij haar rust onderbreke. Zij kan niet toelaten, dat deze krisis achter haren rug wordt opge lost. De poorten van het parlement moe ten ontsloten worden, opdat, wat er van deze Tegeering over is, opening van zaken kan geven. Nog maar enkele maanden ge leden schreef zij in een harer begrotings stukken: „Afdoening van het ontwerp- Vlootwet moet uit finaneieele overwegin gen hog wachten Waarom is er dan nu zoo'n haast bij? Wat is er intusschen gebeurd? Het land heeft er recht op dadelijk te weten, of het geregeerd wordt door onafhankelijke man nen, dan wel door marionetten van een binnenlandsche of buienlandsche milita risten-kliek". DE INDRUK IN PARLEMENTAIRE KRINGEN. Naar do T e 1 e g r. in gesprekken met eenige politici bleek heeft de ontslagaan vrage van Jhr. de Geer in parlementaire kringen een haast verbijsterende verras sing gewekt. Het conflict kwam zoo onverwacht, dat sommigen zich met het denkbeeld van mi nister Do Geer's beengaan nog moeilijk vertrouwd konden maken en de mogelijk heid eener oplossing onderstelden, waar door deze bewindsman behouden zou kun nen blijven. Eerder wilde men denken aan een algemeene kabinetscrisis dan aan een unaniem aanvaarden van. de Vlootwet in haar huidige gedaante door alle overige ministers. Mocht dit toch het geval blijken te zijn, dan meent men elke uitspraak over de thans geschapen politieke situatie achter wege te moeten laten, tot de regeering naar men hoopte de gewijzigde vloot wet aan de orde had gesteld. Een der invloedrijkste R. K. Eersle-Ka- merlcden zou zich als volgt hebben uitge laten: Het eerst noodigo is, dat de regeering onverwijld deze motieven bekend maakt. Noch het Nederlandsclie volk, noch de Kamers mogen tot September in onzeker heid worden gelaten. Het bijeenroepen van het parlement in een buitengewone ziting is daartoe, hoezeer bruikbaar, niet eens noodig. Er zijn wegen genoeg, waar langs de regeering haar beweegredenen kan openbaar maken. Van de aannemelijk heid van zulk een verklaring zou, naar do stellige overtuiging van dit Kamerlid, do houding der rechterzijde, in het bijzonder der R. K. fractie, afhangen. Vooralsnog kon dezo politicus zich niet voorstellen, dat deze fractie met de Vloot wet meo zou gaan. Bleef zulk een nadere motiveering van de noodzakelijkheid der onmiddellijke aanneming-en invoering ach terwege, dan was de aanvaarding der Vlootwet zi. uitgesloten. Een der oudere leden der Christelijk Historische Unie, zoo vertelt het blad, noemde deze plotselinge breuk een onge lukkige geschiedenis en een zeer onaange name verrassing. Hij verklaarde, dat de Christelijk-Histo- rischen, hóe zeer ook voorstanders van de Vlootwet in haar voorloopige aanhouding zouden hebben berust-, indien de regeering dit had mogelijk gemaakt. Het heengaan van den heer de Geer, wiens gezag in zijn partij zeer groot is, heeft ontroering gewekt en een krachtigen schok doen voelen. Toch is het te verwachten-, dat de. fractie daarin geen aanleiding zal vinden, zich te- gieni de Vlootwet te verklaren-, daar zij in dezen het gevoelen van den heer de Geer niet deelt. Op afval der Roomsch-Katholieken zou naar de meening van dit Christelijk-Histo- risch Kamerlid- niet vast te rekenen zijn, daar het gezag van minister Ruys z.i. hoog moet worden aangeslagen. Zette deze al zijn invloed in, dan zou een zwenking der R, K. tegenstanders niet uitgesloten zijn. Mocht intusschen een val van het kabinet bij de eerste ontmoeting met de Tweedo Kamer het gevolg zijn, dan zou de kans groot zijn, dat de heer de Geer do leiding zou moeten overnemen." Omtrent de oplossing der crisis aan Fi nanciën werd in parlementaire kringen het vermoeden geopperd, dat de portefeuil le van minister Do Geer „indien deze in derdaad aftreedt" tot September zou wor den waargenomen door een der andere leden yan het kabinet. Indiening van de Vlootwet zou dan aanstonds een uitspraak van de Tweede Kamer kunnen uitlokken en het kabinet zou na dit votum zijn de finitieve houding kunnen bepalen. Minister De Geer verdedigt zich. Naar aanleiding van een opmerking in de Standaard, dat .duidelijk blijkt, dat de Regeering in November 1922 nog vasthield aan het bekende vloot plan, en dat bet toen dus de tijd van den heer De Geer was geweest om zich terug te trekken, heeft de Minis ter in een onderhoud met een der redac teuren van dé „N. R. G r t." zijn houding nader verdedigt. De Minister ontkent, - dat toen reeds vaststond, dat tot spoedige invoering van de Vlootwet zou worden overgegaan. Ten overvloede voegde Z.Exc. hierahn nog de stellige verklaring toe, dat hij zich tijdens de kabinetscrisis in den zomer van 1922 en herhaaldelijk daarna alle vrijheid ten deze heeft voorbehouden. In dit verband ging hij verder is het afgezien van deze persoonlijke kwes tie, wel van belang op te merken, dat de meerderheid der commissie adviseerde do Vlootwet niet te behandelen, alvorens een plan was overgelegd om te komen tot een sluitend budget, met welk plan de regee ring moest staan of vallen. Wanneer men thans do persstemmen leest, die op onmiddellijke behandeling van de Vlootwet aandringen, dan blijkt (zooals door de heeren Patijn en Trip trouwens reeds werd voorzien), dat bo- venbedoelde eisch daar niet naar voren komt. Kwam hij wel naar voren, dan zou de kans op aanneming van de Vloot.wet verdwijnen, Aanneming van de Vlootwet toch is in politieken zin alleen mogelijk, wanneer men nalaat te doen wat de com missie ten aanzien van de financiën juist als onmisbare voorwaarde stelde. De gedachtengang van do commissie, om over de geheele linio van do staatsuitgaven, behalve de marine, ingrijpende bezuiingin- gen aan te brengen en de marine-uitgaven daarbij immuun te stellen, kan ik al dus de minister niet deelen, maar zij spreekt althans van financieelen ernst, welke in de betoogen van verschillende voorstanders van onmiddellijke behande ling wordt gemist. Ned. Mij. voor Tuinb.- en Plantkunde. Donderdag wérd te Zeist de gebruike lijke vriend schapelij ke bijeenkomst van de Kon. Ned. Mij. voor Tuint.- en Plantkunde gehouden. Een 100-tal deelnemers uit alle windstreken des lands bracht 's morgens allereerst 'n bezoek aan ,,'t Valckenbosch", de schoono buitenplaats van den voorzit ter der Maatschappij, jhr. G. F. van Tets, die als voorzitter van de afd. Zeist het ge zelschap welkom heette. Daarna begaf men zich in rijtuigen naar het Chr. Sanatorium ter bezichtiging van een vloeiveld. In hotel Figi werd de lunch gebruikt, waarna het gezelschap of ficieel door het gemeentebestuuf werd ont vangen en door den burgemeester, G. J. Baron van Tuyll van Sérooskerken, toe gesproken. De prachtige buitenplaats „De Breuk' aan den Driebergschen Weg werd vervol gens bezocht, alsmede de bekende kweeke- rijen van do firma J. Abbing en Zonen. INGEZONDEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Nationaal Huldeblijk. Zeer geachto Redactie! Het blijkt mij dat het nogal eens voor komt dat men door uitstedigiheid of an derszins niet deel genomen heeft aan do plaatselijke bijdragen voor het Huldeblijk aan H.M. de Koningin. Voor hen, die nog in bovengenoemd ge val verkeeren en gaarne door het zenden van de bijdrage alsnog deel zouden willen hebben in de aanbieding van de restaura tie van het Koor van de Nieuwe Kerk te Delft en van het Nationale Album, ver vaardigd door medewerking van twee honderd Nederlandscbe schilders, zij er op gewezen dat liunne bijdragen nog zeer welkom zijn en aan mijn adres (giro H 90210) gezonden kunnen worden. Men ontvangt bericht van goede ontvangst. Met beleefden dank, hooggeachte Redac tie, voor de verleende plaatsruimte, hoogachtend, Uw dienstwillige J. M. M. VAN ASCH VAN WIJGK, Zeestraat 55, Den Haag. LEIDSCHE PENKRASSEN Amice. In mijn vorig briefje merkte ik op, dat nog niet bekend was of de Soc. Dem. Raadsfractie bereid zou zijn een harer leden, in het college van B. en W. zit ting te doen nemen. In betzelfde blad, waarin mijn briefje werd opgenomen, stond echter ook reeds een bericht, dat do Afd. van do S. D. A. P. besloten had, dat geen Wethouderszetel mag worden aanvaard. De heer van Eek heeft dus nog do meerderheid achter zich, maar lang zal dat wel niet meer duren. En is toch in de afd. al een zeer sterke strooming om wèl één of meer zetels te bezetten. En dat ligt, dunkt me, ook heelemaal voor de hand. De roode- fractie is hier naar ver houding sterker dan in andere plaatsen, waar men zetels aanvaardt en waar men geen bezwaar heeft ,de bestaande orde te helpen, handhaven. De heer van Eek staat echter, gelijk bekend, op het standpunt, dat wie in een college van B. en W. zitting neemt, feite lijk verraad pleegt tegenover de arbei dersklasse en zichzelf geheel vrijwillig verplicht to helpen bouwen, wat de S. D. A. P. bedoelt af te breken. En bij dit principieele bezwaar kant dan bij hem nog het practische bezwaar, dati door het aanvaarden van een wethouderszetel de aanvalskracht van de S. D. A. P. wordt verzwakt, wat op den duur de propaganda moet schaden. Deze redeneering lijkt me heel logisch en consequent. Wie zich inderdaad ten doel stelt de thans heerschende maat schappelijke orde, desnoods met gewéld om te keer en en af te breken, doet niet verstandig met een ambt to aanvaarden, waardoor hij, zooals dat in den naam ligt opgesloten, de wét heeft te hou den. Men kan niet tegelijk opbouwen en afbreken. Wie zich dus vrijwillig ver plicht te hélpen bouwen en bewaren, is wel genoodzaakt zijne afbraakplannen te laten varen. En daarbij komt dan nog, dat de ervaring in andere plaatsen leer de dat zij die eenigen tijd van een col lege van B. en W. deel uitmaken, het met de bestaande orde van zaken, tamelijk goed kunnen vinden en dat ze zich be halve oen. enkele maal door staatssocia listische voorstellen, van hunne vrijzin nige collega's al heel weinig onderschei den. Zij gaan dan ook redeneeren dat rekening moet worden gehouden niet al leen met het wenschelijke, maar ook met "het m o g e 1 ij k e, dat de Gemeente zich bij het bepalen van loonen enz. eenigs- zins heeft te richten naar de maatschap pij, in één woord, ze mogen zich vooruit strevend toonen en vrijzinnig riet te ver geten, maar van bet socialisme blijft vaak weinig behouden. Ook het practische bezwaar van den heer van Eek, lijkt me volkomen logisch. Do tactiek van de Socialisten is, door veel te beloven en scherpe critiek te oefe nen op wat anderen doen of ook wel niet doen, zelf vroolijk te leven. Dat is vaak heel ^onbillijk, ten opzichte van hen die men critiseert, en het is vaak buitengewoon onbarmhartig tegenover de maatschappelijk zwakken die met mooie en schoonschijnende beloften gepaaid worden, maar toch is bet lang niet altijd onvoordeelig. Hier in Leiden is men er naar de eigen verklaring van don heer van,Eek groot bij goworden en tot nu toe groot bij ge bleven, al is het waar dat men nog steedss niet heeft teruggewonnen het aantal ze tels dat men in 1919 bereikte. De kiezers laten zich nu eenmaal vrij gemakkelijk bedotten. Een partij die bij hare propaganda met een zekere vrijmoe digheid te werk gaat, heeft altijd kans op winst, zooals ook met de Democratische t Partij gebleken js. De houding van den heer van Eek is dus zeer wel to verdedigen, maar ik ge voel toch nog meer sympathie voor hen, die wel bereid zijn een zetel in het col lego van B. en W. te aanvaarden. De houding van den heer van Eek en zijne volgelingen mag logisch zijn en consequent, ze is tevens buitengewoon laf. Als het inderdaad waar is, dat B. en W. veel zouden kunnen doen voor de arbei ders, als ze slechts wilden, dan moet men al heel weinig voor de arbeidersbelangen gevoelen als men dan toch weigert die belangen als wethouder te bevorderen. Intusschen, de S. D. A. P. is bij de ko mende wethoudersverkiezingen weer uit geschakeld, zoodat als ook de linkerzijde in het college van B. en W. vertegen woordigd zal zijn een keus gedaan zal moeten worden uit de Vrijheidsbonders, de Democraten of de Vrijz. Democraien. De laatste groep blijft vanzelf buiten beschouwing, maar toch kan zij bij de keuze grooten invloed uitoefenen. Ik heb n.l. hooren verluiden dat de rechterzijde drie zetels zal bezetten en dat zij het aan de vrijzinnige groepen zal overlaten een vierden man aan te wijzen. Van de Vrijheidsbondsche fractie komt gelijk bekend alleen de lieer Reimcrin- ger in aanmerking en hij werd dan ook al meer dan eens als toekomstig wethou der gedoodverfd. Maar nu is naar het schijnt ook de heer Witmans zeer begee- rig om aan het boveneinde van de tafel een plaatsje te krijgen. De daar aanwezi ge stoelen zijn echter clechts op één per- soon berekend en dus zal een keus ge daan moeten worden, waarbij dan do Vrijz. Democraten den doorslag zouden geven. En zoo zouden we dan het merk waardige schouwspel beleven, dat de heer Witmans bij de gratie van de door zijn partij zoozeer gesmade Vrijz. demo craten tot wethouder bevorderd werd. Het omgekeerde is echter ook zeer goed mogelijk. Van de .recbtschc partijen worden a.s wethouders genoemd de lieer Sanders, die evenwel nog schijnt te aarzelen, de heer Meynon die dan den heer v. d. Lip zou opvolgen en» de heer Pera of Mulder. Een van de beide laatste heeren zou dan moeten afvallen. Wie van deze twee het loodje zal moeten leggen zal zooals dat de gewoonte is, moeten worden uitge- maakt door de A. R. fractie. Naar ik meen te weten is hieromtrent nog geen. beslissing genomen, en zullen we nog een poosje geduld moet oefenen. Wij weten dus nog niet precies, amice, hoe het nieuwe college er uit zal zien. Laten we echter in het belang van de ge meente hopen, dat het een sterk colle ge zal zijn, dat mannen van stavast ge kozen zullen worden. Hoe noodig dat is, bleek nog weer in de laatste raadsvergadering, toen aan da orde kwam een verzoek van een gepen- sionneerden ambtenaar om vrijstelling van premiebetaling voor het weduwen-, en weezenpensioen. He Raad zelf heeft hieromtrent bepaal de regelen gesteld en het ligt dus voor de hand, dat hij die verordening nu ook zou handhaven. Me dunkt dat is iets dat van zelf spreekt. Waartoe dienen anders ver ordeningen als ze toch niet worden ge handhaafd? Maar neen, de Raad liet zijn zelf gemaakte verordening los en bes_oot den betrokken persoon een gratificatie te verleenen, van welk voorrecht nu vanzelf ook andere oud-ambtenaren die in dezelf de conditie verhoeren zullen profiteeren. Nu gaat het hier naar het schijnt niet om een groot bedrag, maar dit verandert toch niets aan het beginsel, dat men e.n eenmaal vastgestelde regeling op sevoeJs- overwogingen en dus naar willekeur - laiets anders danwillekeur is het toch niet tenzij men bereid mocht zijn alle verordeningen in de prullemand te s.op- pen en elk geval op zichzelf te beoordee- len, wat practiscb eohter met mogeli.il. is. Alles wacht hier om verandering, zegt een bekend versje, en do waarheid daarvan blijkt ook wel heel sterk a s we even ons oog laten gaan over de thans toegelaten raadsleden. Wat al lerande- ringen, bij drie jaar geleden toen de te- genwoordige Raad in functie trad. Mocht, zooals hier en daar gefluisterd wordt, de heer Pera niet als wethouder worden herkozen, dan zal het college van B en W met uitzondering van nen bur gemeester geheel uit nieuwe mannen be- S'nu kan dat op zichzelf wel eens goed zijn. „Nieuw bloed" in een of ander col lege kan soms uitstekend werken. Maar alle verandering is gcon verbetering en het komt me voor, dat als het nieuwe college zijn taak op dezelfde wijze ver vult als het bestaande, wc wel tevreueni m°Ee™ gemakkelijke taak krijgt het niet. De Soc. Dem. fractie wordt versterkt en zal wel liaar kracht zoeken in een nog ,1 krachtiger oppositie. En daarlnj komt dan nog de nieuwe Democratische fu.c tic die ook al van critiek moet leven en voor wie de critiek denkelijk eon kwestie zal zijn van te zijn of met te zijn. Nu zou dit nog niet zoo liocl eig zij als de rechterzijde een dicht aaneenge sloten geheel vormde, maar aan cue een heid ontbreekt weieens 't een en ander. En ook hier geldt, net als overal, dat twec'dracht kracht breekt. Het zal daarom zaak zijn de ecnaeia zooveel mogelijk te bevorderen en door regelmatig overleg te plegen bij alle be langrijke punten, tot eenheid van hande len te geraken. Zonder aan iemands verdienste tekcit. te doen, meen ik te mogen zeggen, dat de rechterzijde ook afgezien van het a a n- t a 1 leden door de laatste verkiezingen is verzwakt. Maar juist daarom is het temeer nood zakelijk door eendracht tl.' kracht te sterken. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 6