Aan hel einde der Week
We zijn ten opzichte van de geschillen
.lie de wereld reeds zoo lang in beroering
iouden naar het schijnt een stapje nader
gekomen aan de oplossing.
Naar het s c h ij n l.
Die Teserve dienen we wel te maken;
want indien ooit, dan hebben de laatste
Jaren wel geleerd, dat de schijn menig
maal bedriegt en dat de dingen in wer
kelijkheid heel anders zijn dan ze schij-
aen.
Er werken ook in de internationale
politiek stille en onberekenbare krachten.
Er wordt zooveel achter de schermen
afgespeeld.
En bovendien, de officieele inlichtingen
zijn vaak zoo weinig betrouwbaar.
Zoo werd onlangs gemeld dat men op
de conferentie te Lausanne zoo goed als
lot overeenstemming was gekomen.
Maar nauwelijks had men gelegenheid
gehad zijn blijdschap daarover te uiten
of we werden opgeschrikt door het be
richt dat er nieuwe en zeer ernstige
moeilijkheden waren gerezen en dat zelfs
een nieuwe oorlog volstrekt niet on
waarschijnlijk was.
Gelukkig konden ook deze berichten la
ter weer worden tegengesproken.
En nu zijn we weer zoover dat de over
eenstemming volkomen heet te zijn en
dat de vrede nu inderdaad verzekerd is.
Wij hebben geen reden om deze be
richten te wantrouwen en dus zullen we
ons tot het tegendeel mocht blijken
kunnen verheugen over het feit, dat
eindelijk althans het Oostersche vraag
stuk is opgelost.
Het heeft wel lang geduurd. En het
heeft heel wat moeite gekost. Als nu ech
ter een duurzame vrede bereikt werd en
alle partijen tevreden zijn gesteld, dan
behoeven we over den langen duur van
de conferentie, waar uiterst moeilijke
kwesties geregeld moesten werden, niet
te klagen.
Laten we hopen dat zich nu geen nien*
we conflicten voordoen en dat de Balkan
waar het nu zoovele jaren geweldig
spookte, eindelijk eens tot rust komt.
Ook in ander opzicht is er eenige voor
uitgang te bespeuren. -
De Kabinetscrisis in België is n.l. nog
boven verwachting goed opgelost.
De Senaat heeft thans bij de höoge-
school-kwestie bakzeil gehaald en in de
Kamer is een kentering gekomen ten op
zichte van de legerwet. Het voorstel om
trent de verlenging van den diensttijd
met twee maanden, gedurende de Roer
bezetting, kreeg een grootere meerder
heid dan verwacht werd.
De Roerbezetting mag hoogst onaange
naam zijn voor Duitschland, uit dit een
voudige bericht-blijkt wel. dat België er
ook niet veel beter van zal worden. Het
Roergebied vertoont voor Frankrijk en
België heel veel overeenkomst met een
diepe zinkput; het geld dat er in gewor
pen wordt en het gaat bij handen-vol
ziet men nooit terug.
Intusschen is door de oplossing van de
Kabinetscrisis het voeren van besprekin
gen tusschen de goallieerde regeeringen
veel vergemakkelijkt.
Naar het heet zal onmiddellijk na de
ontvangst van de Britsche nota die
elk oogenblik verwacht kan worden
een bijeenkomst plaats hebben van Poin-
caré met Theunis om zoo mogelijk een
gezamenlijke gedragslijn vast te stellen.
Het zou van groote beteekenis zijn in
dien deze heeren konden besluiten hunne
door wraak beheerschte politiek to eindi
gen en het gezond verstand aan het
woord te laten.
Geheel Europa verlangt vurig dat de
spanning eindelijk gebroken zal worden.
Voor ons land was in de afgeloopen
week na de temperatuursverandering het
plotseling aftreden van Minister de Geer
het meest belangrijke feit.
Ook het eerste was van groote betee-
kenis.
Iedereen wist dat het buitengewoon
warm was geweest de laatste dagen,
maar de beteekenis daarvan drong toch
eigenlijk goed tot ons door bij het zien
van de lapge dóodenlijsten, die aan de
hitte hun ontstaan hadden te danken.
Tientallen kinderen en zwakken en
ouden van dagen bleken tegen de onge
wone hitte niet bestand en werden als
bloemen die Tas verdorren afgesneden.
Gelukkig is er verademing gekomen en
ontspanning.
In het staatkundige leven daarentegen
kwam plotseling een hevige spanning,
door het terugtreden van Min. de Geer in
verband met de Regeeringsplannen met
de Vlootwet.
Een moeilijke taak rust thans op hen
die ons volk hebben te leiden.
De landsverdediging, ook die van ïndie
mag niet worden verwaarloosd. En het
is hoog tijd dat aan het. stelsel van stel
selloosheid bij onze Marine een einde
wordt gemaakt.
Wij mogen ons ten dezen aan onze
verplichtingen als volk niet/ onttrekken.
En uit het feit dat de Regeering liever
een gezien en zeer bekwaam Minister
loslaat en de ongunst van een groot deel
van het volk trotseert dan het vlootpjan
te laten varen, is een bewijs dat het haar
met deze z^aak hooge ernst is.
Maar we moeten ook dringend noo-
dig bezuinigen, willen we als volk niet
ondergaan. En het feit dat de heer de
Geer, die toch ook met de eisohen yan de
internationale politiek volkomen op do
hoogte is, liever heengaat dan aan het
vlootplan zijne sanctie te geven, heeft ons
ook wel een en ander te zeggen.
Niemand weet nog wat van deze crisis
hot gevolg zal zijn.
Maar dat we een tijdperk van onrust
en verwarring op dit gebied tegemoet
g^an, behoeft naar het ons voorkomt
geen nader betoog.
De tijden zijn ernstig.
Moge een ieder zijne verantwoordelijk
heid gevoelen.
En geve God aan de leiders van ons
volk wijsheid en goed verstand, opdat ze
in waarheid mogen zijn: schilden der
aarde.
DE CRISIS AAN FINANCIËN.
Nog enkele persstemmen laten wij hier
volgen:
Het Friesch Dagblad maakt o.m.
de volgende opmerkingen-:
Blijkbaar staat de zaak zoo:
Het gansche kabinet is verantwoordelijk
voor de Defensie, zoo van 't vaderland als
van Indië en blijkbaar wil dit zonder on
verwijlde viootversterking, bij de tegen
woordige verhoudingen in de wereld, de
verantwoordelijkheid niet dragen.
Misschien is min. de Geer 't hier zelfs
.wel mee eens.
't Bericht zwijgt daar eenvoudig over.
Maar hij is meer speciaal aansprakelijk
voor 's Lands Financiën en nu één van
tweeën ook daarover is het bericht niet
duidelijk of hij staat voor een blinden
muur en weet absoluut de gelden niet te
vinden, of hij heeft, waar belastingverzwa-
ring op dit moment uitgesloten is, zulke
aller-ingrijpcndste nieuwe bezuinigings
voorslagen gedaan, dat de anderen daar
niet in treden konden.
Een ernstig conflict dus, waaruit veel
voortkomen kan.
Wat den toestand nog ingewikkelder
maakt, is, dat blijkbaar al de katholieke
ministers voor directe behandeling der
Vlootwet zijn en dat een Chr. Hist, minis
ter zich verzet.
Wie wat van de verhoudingen en denk
wijzen kent, zou het eer omgekeerd ver
wachten.
Het Huisgezin (R. K.) merkt op
Als het ministerie voor de Vlootwet een
kracht als den heer De Geer opoffert, dan
kan men er te zekerder op aan, dat alleen
het landsbelang het daartoe noopt.
Maar dan komt men vanzelf tot de drin
gende en alles beheerschende vraag: wat
is er gebeurd sinds, nu zeven maanden ge
leden, do xegeering verklaarde: „Afdoe
ning van het ontwerp-Vlootwet moet uit
finaneieele overwegingen- nog wachten?"
Onlangs heeft de gewezen Engelscho ge
zant bij ons hof in ons land gezegd, dat
wij geen nieuwe Vlootwet voor Indië be
hoefden, daar een oorlog ginds totaal uit
gesloten was: noch Engeland, noch Ame
rika, noch Japan dachten er aan.
Het woord van den Engelschen diplo
maat was ongepast en onverstandig, en
het spreekt vanzelf dat het voor onze re
geering geen aanleiding is geweest 'om te
zeggen en te besluiten: nu zeker doen.
Maar wat is er voorgevallen, dat onze
regeering, ondanks onzen benarden finan-
cieelen en economischen toestand, tot den
stap, en tot zooveel haast bij den stap
aanzet?
Dit behooren we te weten^ voordat we,
niet een gemakkelijk vonnis strijken, maar
naar billijkheid kunnen oordeelen.
Voor de Vlootwet voelen we geen. grein
geestdrift; wij zijn geneigd to zeggen: weg
met dat ding; maar we wachten af tot we
do motieven der .regeering kennen.
Late zij ons niet lang in do onzekerheid.
De Volkskrant eveneens R. K.
schrijft o.m.:
Wo hebben veel meer licht noodig dan
waarover we op het oogenblik beschikken,
om op de crisis den juisten kijk te hebben,
maar het feit van hedeni, de ontslagaan
vrage van den minister van Financiën, zal
in breede kringen ernstigo teleurstelling
wekkern
En yerheeld behoeft niet te worden, dat
speciaal het katholieke volksdeel dichter
om het ministerie zou staan als het de
Vlootwet had laten schieten, in plaats van
zijn lot daaraan te verbinden, 11
Het.Volk, het orgaan van de S.D.A.
P., betoogt dat de regeering behoort af te
treden.
Uitvoering van het vlootplan beteekent
volgens bet blad niet minder dan een po
litieke en sociale misdaad.
„Zal het mogelijk zijn deze misdaad te
voorkomen?
Dat hangt af van twee faktoren. Aller
eerst is daar de politieke faktor. Wélke
werking zal bet besluit van den minister
raad en de daad van den heer De Geer
hebben op de regeerings-meerderheid, op
de koalitie? Zij is stellig in de periode van
den neergang. De gebeurtenissen bij de
verkiezing der Gedeputeerde Staten en de
daarop gevolgde pers-polemieken hebben
het bewezen. Zal zij dezen nieuwen slag
kunnen doorstaan? Zal de Christelijk-His-/
lorische Partij liet toelaten, dat een harer
beste mannen alleen de woestijn, ingaat?
Zal zij koudweg een remplacant leveren?
of zal zij het werkloos aanzien, dat een
der twee andere groepen een nieuwen man
met minder skrupules levert? Zullen -de
anti-revolutionaire en katholieke Kamer-
frakties achter hun ministers blijven
staan en zullen de betrokken partijen dat
goedkeuren?
Omtrent de anti-revolutionaire partij
koesteren wij geen illusies. Maar de ka
tholieke partij heeft de traditie van gema
tigd te zijn in militaire zaken. Zal zij deze
reusachtige millioenen-verspilling mee
maken? Zullen do katholieke arbeiders en
kleine boeren zich er niet voor schamen,
dat een konservatieve christelijk-histori-
sche bewindsman hun een lesje moet geven
in de wijze waarop men zich tegenover
zulke volksvijandige plannen behoort te
gedragen
Dit alles zal in de komende dagen moe
ten blijken. Maar hoe zal het blijken?
Moet het vromen der publieke opinie wor
den overgelaten aan een kleine coterie van
dagblad-schrijvers?
Neen, de Volksvertegen
woordiging moet spreken!
Zij is met vakantie? Welnu, dat zij haar
rust onderbreke. Zij kan niet toelaten, dat
deze krisis achter haren rug wordt opge
lost. De poorten van het parlement moe
ten ontsloten worden, opdat, wat er van
deze Tegeering over is, opening van zaken
kan geven. Nog maar enkele maanden ge
leden schreef zij in een harer begrotings
stukken: „Afdoening van het ontwerp-
Vlootwet moet uit finaneieele overwegin
gen hog wachten
Waarom is er dan nu zoo'n haast bij?
Wat is er intusschen gebeurd? Het land
heeft er recht op dadelijk te weten, of het
geregeerd wordt door onafhankelijke man
nen, dan wel door marionetten van een
binnenlandsche of buienlandsche milita
risten-kliek".
DE INDRUK IN PARLEMENTAIRE
KRINGEN.
Naar do T e 1 e g r. in gesprekken met
eenige politici bleek heeft de ontslagaan
vrage van Jhr. de Geer in parlementaire
kringen een haast verbijsterende verras
sing gewekt.
Het conflict kwam zoo onverwacht, dat
sommigen zich met het denkbeeld van mi
nister Do Geer's beengaan nog moeilijk
vertrouwd konden maken en de mogelijk
heid eener oplossing onderstelden, waar
door deze bewindsman behouden zou kun
nen blijven. Eerder wilde men denken aan
een algemeene kabinetscrisis dan aan een
unaniem aanvaarden van. de Vlootwet in
haar huidige gedaante door alle overige
ministers.
Mocht dit toch het geval blijken te zijn,
dan meent men elke uitspraak over de
thans geschapen politieke situatie achter
wege te moeten laten, tot de regeering
naar men hoopte de gewijzigde vloot
wet aan de orde had gesteld.
Een der invloedrijkste R. K. Eersle-Ka-
merlcden zou zich als volgt hebben uitge
laten:
Het eerst noodigo is, dat de regeering
onverwijld deze motieven bekend maakt.
Noch het Nederlandsclie volk, noch de
Kamers mogen tot September in onzeker
heid worden gelaten. Het bijeenroepen
van het parlement in een buitengewone
ziting is daartoe, hoezeer bruikbaar, niet
eens noodig. Er zijn wegen genoeg, waar
langs de regeering haar beweegredenen
kan openbaar maken. Van de aannemelijk
heid van zulk een verklaring zou, naar do
stellige overtuiging van dit Kamerlid, do
houding der rechterzijde, in het bijzonder
der R. K. fractie, afhangen.
Vooralsnog kon dezo politicus zich niet
voorstellen, dat deze fractie met de Vloot
wet meo zou gaan. Bleef zulk een nadere
motiveering van de noodzakelijkheid der
onmiddellijke aanneming-en invoering ach
terwege, dan was de aanvaarding der
Vlootwet zi. uitgesloten.
Een der oudere leden der Christelijk
Historische Unie, zoo vertelt het blad,
noemde deze plotselinge breuk een onge
lukkige geschiedenis en een zeer onaange
name verrassing.
Hij verklaarde, dat de Christelijk-Histo-
rischen, hóe zeer ook voorstanders van de
Vlootwet in haar voorloopige aanhouding
zouden hebben berust-, indien de regeering
dit had mogelijk gemaakt.
Het heengaan van den heer de Geer,
wiens gezag in zijn partij zeer groot is,
heeft ontroering gewekt en een krachtigen
schok doen voelen.
Toch is het te verwachten-, dat de. fractie
daarin geen aanleiding zal vinden, zich te-
gieni de Vlootwet te verklaren-, daar zij in
dezen het gevoelen van den heer de Geer
niet deelt.
Op afval der Roomsch-Katholieken zou
naar de meening van dit Christelijk-Histo-
risch Kamerlid- niet vast te rekenen zijn,
daar het gezag van minister Ruys z.i. hoog
moet worden aangeslagen.
Zette deze al zijn invloed in, dan zou
een zwenking der R, K. tegenstanders niet
uitgesloten zijn. Mocht intusschen een val
van het kabinet bij de eerste ontmoeting
met de Tweedo Kamer het gevolg zijn, dan
zou de kans groot zijn, dat de heer de
Geer do leiding zou moeten overnemen."
Omtrent de oplossing der crisis aan Fi
nanciën werd in parlementaire kringen
het vermoeden geopperd, dat de portefeuil
le van minister Do Geer „indien deze in
derdaad aftreedt" tot September zou wor
den waargenomen door een der andere
leden yan het kabinet. Indiening van de
Vlootwet zou dan aanstonds een uitspraak
van de Tweede Kamer kunnen uitlokken
en het kabinet zou na dit votum zijn de
finitieve houding kunnen bepalen.
Minister De Geer verdedigt zich.
Naar aanleiding van een opmerking in
de Standaard, dat .duidelijk blijkt,
dat de Regeering in November 1922
nog vasthield aan het bekende vloot
plan, en dat bet toen dus de tijd
van den heer De Geer was geweest
om zich terug te trekken, heeft de Minis
ter in een onderhoud met een der redac
teuren van dé „N. R. G r t." zijn houding
nader verdedigt.
De Minister ontkent, - dat toen reeds
vaststond, dat tot spoedige invoering van
de Vlootwet zou worden overgegaan.
Ten overvloede voegde Z.Exc. hierahn
nog de stellige verklaring toe, dat hij zich
tijdens de kabinetscrisis in den zomer van
1922 en herhaaldelijk daarna alle vrijheid
ten deze heeft voorbehouden.
In dit verband ging hij verder is
het afgezien van deze persoonlijke kwes
tie, wel van belang op te merken, dat de
meerderheid der commissie adviseerde do
Vlootwet niet te behandelen, alvorens een
plan was overgelegd om te komen tot een
sluitend budget, met welk plan de regee
ring moest staan of vallen.
Wanneer men thans do persstemmen
leest, die op onmiddellijke behandeling
van de Vlootwet aandringen, dan blijkt
(zooals door de heeren Patijn en Trip
trouwens reeds werd voorzien), dat bo-
venbedoelde eisch daar niet naar voren
komt. Kwam hij wel naar voren, dan zou
de kans op aanneming van de Vloot.wet
verdwijnen, Aanneming van de Vlootwet
toch is in politieken zin alleen mogelijk,
wanneer men nalaat te doen wat de com
missie ten aanzien van de financiën juist
als onmisbare voorwaarde stelde.
De gedachtengang van do commissie, om
over de geheele linio van do staatsuitgaven,
behalve de marine, ingrijpende bezuiingin-
gen aan te brengen en de marine-uitgaven
daarbij immuun te stellen, kan ik al
dus de minister niet deelen, maar zij
spreekt althans van financieelen ernst,
welke in de betoogen van verschillende
voorstanders van onmiddellijke behande
ling wordt gemist.
Ned. Mij. voor Tuinb.- en Plantkunde.
Donderdag wérd te Zeist de gebruike
lijke vriend schapelij ke bijeenkomst van de
Kon. Ned. Mij. voor Tuint.- en Plantkunde
gehouden. Een 100-tal deelnemers uit alle
windstreken des lands bracht 's morgens
allereerst 'n bezoek aan ,,'t Valckenbosch",
de schoono buitenplaats van den voorzit
ter der Maatschappij, jhr. G. F. van Tets,
die als voorzitter van de afd. Zeist het ge
zelschap welkom heette.
Daarna begaf men zich in rijtuigen
naar het Chr. Sanatorium ter bezichtiging
van een vloeiveld. In hotel Figi werd de
lunch gebruikt, waarna het gezelschap of
ficieel door het gemeentebestuuf werd ont
vangen en door den burgemeester, G. J.
Baron van Tuyll van Sérooskerken, toe
gesproken.
De prachtige buitenplaats „De Breuk'
aan den Driebergschen Weg werd vervol
gens bezocht, alsmede de bekende kweeke-
rijen van do firma J. Abbing en Zonen.
INGEZONDEN
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Nationaal Huldeblijk.
Zeer geachto Redactie!
Het blijkt mij dat het nogal eens voor
komt dat men door uitstedigiheid of an
derszins niet deel genomen heeft aan do
plaatselijke bijdragen voor het Huldeblijk
aan H.M. de Koningin.
Voor hen, die nog in bovengenoemd ge
val verkeeren en gaarne door het zenden
van de bijdrage alsnog deel zouden willen
hebben in de aanbieding van de restaura
tie van het Koor van de Nieuwe Kerk te
Delft en van het Nationale Album, ver
vaardigd door medewerking van twee
honderd Nederlandscbe schilders, zij er
op gewezen dat liunne bijdragen nog zeer
welkom zijn en aan mijn adres (giro H
90210) gezonden kunnen worden. Men
ontvangt bericht van goede ontvangst.
Met beleefden dank, hooggeachte Redac
tie, voor de verleende plaatsruimte,
hoogachtend,
Uw dienstwillige
J. M. M. VAN ASCH VAN WIJGK,
Zeestraat 55, Den Haag.
LEIDSCHE PENKRASSEN
Amice.
In mijn vorig briefje merkte ik op, dat
nog niet bekend was of de Soc. Dem.
Raadsfractie bereid zou zijn een harer
leden, in het college van B. en W. zit
ting te doen nemen. In betzelfde blad,
waarin mijn briefje werd opgenomen,
stond echter ook reeds een bericht, dat
do Afd. van do S. D. A. P. besloten had,
dat geen Wethouderszetel mag worden
aanvaard.
De heer van Eek heeft dus nog do
meerderheid achter zich, maar lang zal
dat wel niet meer duren. En is toch in de
afd. al een zeer sterke strooming om wèl
één of meer zetels te bezetten. En dat
ligt, dunkt me, ook heelemaal voor de
hand. De roode- fractie is hier naar ver
houding sterker dan in andere plaatsen,
waar men zetels aanvaardt en waar men
geen bezwaar heeft ,de bestaande orde
te helpen, handhaven.
De heer van Eek staat echter, gelijk
bekend, op het standpunt, dat wie in een
college van B. en W. zitting neemt, feite
lijk verraad pleegt tegenover de arbei
dersklasse en zichzelf geheel vrijwillig
verplicht to helpen bouwen, wat de S. D.
A. P. bedoelt af te breken. En bij dit
principieele bezwaar kant dan bij hem
nog het practische bezwaar, dati door
het aanvaarden van een wethouderszetel
de aanvalskracht van de S. D. A. P.
wordt verzwakt, wat op den duur de
propaganda moet schaden.
Deze redeneering lijkt me heel logisch
en consequent. Wie zich inderdaad ten
doel stelt de thans heerschende maat
schappelijke orde, desnoods met gewéld
om te keer en en af te breken, doet niet
verstandig met een ambt to aanvaarden,
waardoor hij, zooals dat in den naam
ligt opgesloten, de wét heeft te hou
den. Men kan niet tegelijk opbouwen en
afbreken. Wie zich dus vrijwillig ver
plicht te hélpen bouwen en bewaren, is
wel genoodzaakt zijne afbraakplannen te
laten varen. En daarbij komt dan nog,
dat de ervaring in andere plaatsen leer
de dat zij die eenigen tijd van een col
lege van B. en W. deel uitmaken, het met
de bestaande orde van zaken, tamelijk
goed kunnen vinden en dat ze zich be
halve oen. enkele maal door staatssocia
listische voorstellen, van hunne vrijzin
nige collega's al heel weinig onderschei
den. Zij gaan dan ook redeneeren dat
rekening moet worden gehouden niet al
leen met het wenschelijke, maar ook met
"het m o g e 1 ij k e, dat de Gemeente zich
bij het bepalen van loonen enz. eenigs-
zins heeft te richten naar de maatschap
pij, in één woord, ze mogen zich vooruit
strevend toonen en vrijzinnig riet te ver
geten, maar van bet socialisme blijft
vaak weinig behouden.
Ook het practische bezwaar van den
heer van Eek, lijkt me volkomen logisch.
Do tactiek van de Socialisten is, door
veel te beloven en scherpe critiek te oefe
nen op wat anderen doen of ook wel niet
doen, zelf vroolijk te leven.
Dat is vaak heel ^onbillijk, ten opzichte
van hen die men critiseert, en het is vaak
buitengewoon onbarmhartig tegenover de
maatschappelijk zwakken die met mooie
en schoonschijnende beloften gepaaid
worden, maar toch is bet lang niet altijd
onvoordeelig.
Hier in Leiden is men er naar de eigen
verklaring van don heer van,Eek groot
bij goworden en tot nu toe groot bij ge
bleven, al is het waar dat men nog steedss
niet heeft teruggewonnen het aantal ze
tels dat men in 1919 bereikte.
De kiezers laten zich nu eenmaal vrij
gemakkelijk bedotten. Een partij die bij
hare propaganda met een zekere vrijmoe
digheid te werk gaat, heeft altijd kans op
winst, zooals ook met de Democratische t
Partij gebleken js.
De houding van den heer van Eek is
dus zeer wel to verdedigen, maar ik ge
voel toch nog meer sympathie voor hen,
die wel bereid zijn een zetel in het col
lego van B. en W. te aanvaarden.
De houding van den heer van Eek en
zijne volgelingen mag logisch zijn en
consequent, ze is tevens buitengewoon laf.
Als het inderdaad waar is, dat B. en W.
veel zouden kunnen doen voor de arbei
ders, als ze slechts wilden, dan moet men
al heel weinig voor de arbeidersbelangen
gevoelen als men dan toch weigert die
belangen als wethouder te bevorderen.
Intusschen, de S. D. A. P. is bij de ko
mende wethoudersverkiezingen weer uit
geschakeld, zoodat als ook de linkerzijde
in het college van B. en W. vertegen
woordigd zal zijn een keus gedaan zal
moeten worden uit de Vrijheidsbonders,
de Democraten of de Vrijz. Democraien.
De laatste groep blijft vanzelf buiten
beschouwing, maar toch kan zij bij de
keuze grooten invloed uitoefenen.
Ik heb n.l. hooren verluiden dat de
rechterzijde drie zetels zal bezetten en
dat zij het aan de vrijzinnige groepen zal
overlaten een vierden man aan te wijzen.
Van de Vrijheidsbondsche fractie komt
gelijk bekend alleen de lieer Reimcrin-
ger in aanmerking en hij werd dan ook
al meer dan eens als toekomstig wethou
der gedoodverfd. Maar nu is naar het
schijnt ook de heer Witmans zeer begee-
rig om aan het boveneinde van de tafel
een plaatsje te krijgen. De daar aanwezi
ge stoelen zijn echter clechts op één per-
soon berekend en dus zal een keus ge
daan moeten worden, waarbij dan do
Vrijz. Democraten den doorslag zouden
geven. En zoo zouden we dan het merk
waardige schouwspel beleven, dat de
heer Witmans bij de gratie van de door
zijn partij zoozeer gesmade Vrijz. demo
craten tot wethouder bevorderd werd.
Het omgekeerde is echter ook zeer goed
mogelijk.
Van de .recbtschc partijen worden a.s
wethouders genoemd de lieer Sanders,
die evenwel nog schijnt te aarzelen, de
heer Meynon die dan den heer v. d. Lip
zou opvolgen en» de heer Pera of Mulder.
Een van de beide laatste heeren zou dan
moeten afvallen. Wie van deze twee het
loodje zal moeten leggen zal zooals dat
de gewoonte is, moeten worden uitge-
maakt door de A. R. fractie. Naar ik
meen te weten is hieromtrent nog geen.
beslissing genomen, en zullen we nog een
poosje geduld moet oefenen.
Wij weten dus nog niet precies, amice,
hoe het nieuwe college er uit zal zien.
Laten we echter in het belang van de ge
meente hopen, dat het een sterk colle
ge zal zijn, dat mannen van stavast ge
kozen zullen worden.
Hoe noodig dat is, bleek nog weer in
de laatste raadsvergadering, toen aan da
orde kwam een verzoek van een gepen-
sionneerden ambtenaar om vrijstelling
van premiebetaling voor het weduwen-,
en weezenpensioen.
He Raad zelf heeft hieromtrent bepaal
de regelen gesteld en het ligt dus voor de
hand, dat hij die verordening nu ook zou
handhaven. Me dunkt dat is iets dat van
zelf spreekt. Waartoe dienen anders ver
ordeningen als ze toch niet worden ge
handhaafd? Maar neen, de Raad liet zijn
zelf gemaakte verordening los en bes_oot
den betrokken persoon een gratificatie te
verleenen, van welk voorrecht nu vanzelf
ook andere oud-ambtenaren die in dezelf
de conditie verhoeren zullen profiteeren.
Nu gaat het hier naar het schijnt niet
om een groot bedrag, maar dit verandert
toch niets aan het beginsel, dat men e.n
eenmaal vastgestelde regeling op sevoeJs-
overwogingen en dus naar willekeur -
laiets anders danwillekeur is het toch
niet tenzij men bereid mocht zijn alle
verordeningen in de prullemand te s.op-
pen en elk geval op zichzelf te beoordee-
len, wat practiscb eohter met mogeli.il. is.
Alles wacht hier om verandering,
zegt een bekend versje, en do waarheid
daarvan blijkt ook wel heel sterk a s we
even ons oog laten gaan over de thans
toegelaten raadsleden. Wat al lerande-
ringen, bij drie jaar geleden toen de te-
genwoordige Raad in functie trad.
Mocht, zooals hier en daar gefluisterd
wordt, de heer Pera niet als wethouder
worden herkozen, dan zal het college van
B en W met uitzondering van nen bur
gemeester geheel uit nieuwe mannen be-
S'nu kan dat op zichzelf wel eens goed
zijn. „Nieuw bloed" in een of ander col
lege kan soms uitstekend werken. Maar
alle verandering is gcon verbetering en
het komt me voor, dat als het nieuwe
college zijn taak op dezelfde wijze ver
vult als het bestaande, wc wel tevreueni
m°Ee™ gemakkelijke taak krijgt het niet.
De Soc. Dem. fractie wordt versterkt en
zal wel liaar kracht zoeken in een nog ,1
krachtiger oppositie. En daarlnj komt
dan nog de nieuwe Democratische fu.c
tic die ook al van critiek moet leven en
voor wie de critiek denkelijk eon kwestie
zal zijn van te zijn of met te zijn.
Nu zou dit nog niet zoo liocl eig zij
als de rechterzijde een dicht aaneenge
sloten geheel vormde, maar aan cue een
heid ontbreekt weieens 't een en ander.
En ook hier geldt, net als overal, dat
twec'dracht kracht breekt.
Het zal daarom zaak zijn de ecnaeia
zooveel mogelijk te bevorderen en door
regelmatig overleg te plegen bij alle be
langrijke punten, tot eenheid van hande
len te geraken.
Zonder aan iemands verdienste tekcit.
te doen, meen ik te mogen zeggen, dat de
rechterzijde ook afgezien van het a a n-
t a 1 leden door de laatste verkiezingen is
verzwakt.
Maar juist daarom is het temeer nood
zakelijk door eendracht tl.' kracht te
sterken. VERITAS.