iifdeiteCaiiit Tweede Blad;' Zaterdag 23 Juni 1923 Ik verwacht den Heere. s i. Ik verwacht den. Heere, mijn ziel i". i 'i'-1 verwacht, en ik hoop op Zijn woord, jiMijn ziel wacht op den Heere, meer dan de wachters op den morgen; do i' wachters op den morgen. Psalm 130 5, 6. Uit do diepten klimt de ziel omhoog. Langs de Jakobsladder van Gods barm hartigheid stijgt zij, door do kracht des gcloofs, tot den Heere op, en..."tot welk een blijde hoogte mocht zij reeds nade ren. Zij begon met in haar donkerheid te klagen, maar haar klacht is overgegaan in vurige smeeking, en de smeeking is geworden tot ootmoedige schuldbelijdenis en de belijdenis is verkeerd in dankbaren jubel over de vergeving, en dia jubel is gevolgd door de uit haar eigen weelde gewelde erkentenis, dat Gode de vreeze en do aanbidding toekomt voor Zijn ont ferming. Uier beluistert gc in der waarheid een lied Hammaaloth. Deze zieletaal is een opgangspsalm. Maar nu zijt ga er nog niet. Deze ziel moet nog hooger. Zij weet, dat do Heere hoort en ver geeft, maar dit kan haar niet genoeg zijn. Zij weet, dat er een open hemel en een gebaande» weg. is, doch er moetnog meer geschieden, zullen haar diepten verdwij nen en haar donkerheden wijken- Haar God moet ook tot haar komen, en met Zijn licht alle duisternis vervagen, en met Zijn gemeenschap alle diepten ver vullen, en... ziet, ook tot dat heil klimt dit lied van den opgang, want, en haar dankerkentenis verdiept zich tot verbei den: ,,lk verwacht den Heere, mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn woord." In dit wachten spreekt eerst verlan gen. Dit kind des Heeren dorst naar zijn God. Met heilig heimwee hunkert het naar liet cogenblik, dat het de nabijheid van zijn hemelscben Vader mag ervaren, en de spanning van dit vurig begeeren ge voelt go in zijn lied. Van dat verlangen getuigt ook bet beeld van do wachters. Deze ziel, die uit de diepten tot den Heere opklimt, vergelijkt zich zelf met de wachters, die den ganschen nacht op dól muren waken, en vol ongeduld op den morgen wachten. Wat kruipen voor hen de uren traag voorbij! Wat duurt do donkerheid, van den nacht lang! Hoe toeven de eerste lichtstrepen van den dageraad, en de wachters turen naar het Oosten, en speuren den horizont af, of de morgen nog niet komt, en het blijde ■licht van den nieuwen dag den nacht verdrijft. Zoo wacht deze ziel op den Heero. Neen. sterker dan de wachters ver beidt zij. Zij hijgt naar haar God. Wanneer zal Hij, haar Bondsgod, tot ■haar komen. Het valt vaak moeilijk lang te wach ten. Wanneer het oogenblik. dat ons ziels verlangen vervuld wordt, lang uitblijft, veelt ons hart pijn, en kost het ons strijd en zelfoverwinning om den rechten tijd aan God over te laten. En Gods kind weet van die pijn te spreken, en ook in dit lied Hammaaloth trilt dia smart van do uitgestelde hoop, en klinkt ïo'ts van den weemoed der ziel, die wachten en wachten moet, en in heilig ongeduld vraagt: Ach wanneer? Maar dit ongeduld is geen onzekerheid Achter dit wachten schuilt geen on geloof. De wachters staren met verlangen naar bet Oosten, of de morgen niet nadert, doch zij waken niet in onzekerheid. Zij weten zeker, dat de dageraad komt. Hot staat zonder twijfel vast, dat de don kerheid voor het Iicbt moet wijken. Het zou zelfs dwaas wezen de hoop op den morgen op te geven, en zóó zeker is deze ziel. Haar God komt. Haar Vader nadert. Hij komt door den nacht heen, en lioe weet gij dat, vluch tende ziel, die uit uw diepten tot God roept? Wel, en het klinkt als een jubel over alle diepten en golven ruischt: „ik lioop op Zij n woord." Daarin ligt al haar zekerheid. V Zij steunt op Gods beloften. Zij ankert zich niet in den onvasten bodem van eigen ervaring, en zij hecht zich nog minder aan anderer geloof, maar zij laat zich ten diepste zinken op het woord van haar God, dat zij in den geloove, als ook tot haar gesproken, aanvaard heeft. En dat woord zegt: er is vergeving. Die beloften prediken: de Heere is barmhartig. Dat Evangelie jubelt: God komt, en aan dat heiiswoord geeft zij zich geheel en al- over. Welke diepten er nog mogen zijn: de Heere houdt Zijn woord. Welk ellen de er nog donkert: God vervult Zijn be loften. Welke nood mag prangen: de Ge trouwe liegt niet, en nu dat woord voor haar herlevend oog schittert, wijkt de twijfel, en hiervan is zij ten volle over tuigd: de morgen nadert, en de Heere komt. Die verwachting is liet rechte wachten. Alleen als ge zoo den Heere verbeidt, verlangt uw ziel in de rechte gestalte, want zij strekt zich dan met geloofs- heimvee naar Hem. uit, wanneer zij zich eerst heeft kwijtgeraakt aan Zijn woord, en op dat woord zich voor tijd en eeuwig heid verlaat. Dit wachten is geen lijdelijk wachten. Wie op den Heer wacht, zit niet stil. Gij kent het wachten van uw kind, dat in de verte vader of moeder ziet komen. Dat kind zit niet stil. Het is geheel in beweging. Het trappelt en trilt, .en strekt z'n armpjes uit, en giert van blijdschap, en wil vader tegemoet snellen, en zoo is deze ziel vol spanning, en moet gij vol heilige actie zijn. Luiheid en wachten kunnen niet sa mengaan. Geestelijke verslapping hoort in het waarachtige verbeiden niet thuis, maar wie wacht als deze ziel, die haar lied Hammaaloth zingt, spant alle krach ten in, cm zijn God tegemoet te komen, en werkt zijn zaligheid mot vreezö en beven. Weet ge waarom? Omdat ge op den Heere vracht. Dit kind des Heeren, dat in dezen psalm aan zijn verwachting uiting geeft, hoopt niet in do eerste plaats op red ding en verlossing en heil en zegen, maar op den Heere. God is voor hem alles. Het is hem om zijn hemelscben Vader te doen, want als Deze komt heeft hij immers alles, en als bij den Heere bezit, wijkt do macht cn daagt de redding en licht de eeuwige ver- losing aan. S Wa/jht gij zoo? Met vurig verlangc-n naar uw God? In de vaste zekerheid dat Hij komt? Alleen hopende op Zijn Woprd? In heilige actie en geestelijke werk zaamheid? En wachtende voor en boven alles op Hem? Ach, er is onder Gods volk zooveel lauwheid, en het heimwee is vaak inge zonken, en het "'.uur van verlangen schijnt dikwerf gedoofd te zijn. Wij moeten ons er over bedroeven, dat we. te weinig wachten als dg wachters op den morgen, en dat aan het uitzien naar de komst van onzen Heiland bij ons zooveel ontbreekt. God schenke ons verlevendiging. Hij make uw ziel tot een wachtende ziel. Hij geve u veel te bidden: Kom Heere Jezus! En als ge dit heimwee naar Zijn toe komst kent, zult gij met bezieling en ijver werken voor de uitbreiding van ;Zijn rijk, en wachten in de zekerheid: 'Christus komt.- De Heere liegt 'niet. Al duurt liet ook lang. AI móet gij wachten en nog eens wadi- ten. Al vragen uw vijanden, waar is uw God? God blijft niet uit. 'Jezus komt. De morgen nadert, en uw lied, wach tende, mag 'n opgaanslied zijn, want gij zult zeker uw Heiland toegevoerd wor den in do lucht. Maranatha! FEUILLETON, Van hooger Orde. Naar het En gels ch. 105) „Beste Vader en Moeder. Ik heb u allen tot schande gemaakt. Ik ben dronken geweest, in een speelhuis maar gij zult 't wel hooren de heele wereld zal 't spoedig hooren. Ik sloeg hem, daar was iets in mijn hand en de man is getroffen. Hij kan wel dood zijn, ik weet 't niet. Ik ga naar Amerika van avond. Ik zal nooit meer thuis komen. God zegene u allen. GUY HALIFAX. „P.S. Ik kreeg heden. den. brief van moeder. Moeder, ik was niet bij mijn zinnen, anders zou ik 't niet hebben ge daan. Moeder* lieve moeder! vergeet mij. Laat mij uw hart niet hebben gebro ken." Helaas, hij had 't gebroken. „Nooit meer thuis komen! Nooit meer thuis komen!" Zij herhaalde maar steeds deze vier woorden. Toen John zijn vrouw in zijn armen nam was zij gevoelloos en bleef zoo, met tusschenpoozen, uren aaneen. Zoo was 't einde van Edwin's trouwdag HOOFDSTUK XXXV. Lord Ravenel wist gelijk ganscb Pa rijs ondertusschen de geheele geschie denis, hoewel bij, gelijk hij naar waar heid zeide, Guy niet gezien had. De jon gen was terstond gevlucht uit Arrees voor do justitie, maar aan boord v®q het schip had hij Lord Revenel geschreven en hem verzocht ons den brief op Beech- .wood te brengen. De man, dien hij geslagen had, be hoorde niet tot Lord Luxmore's gezel schap. Het was een Engelschman, pas bevorderd tot den rang van baronet. Zijn •naam was Gerard Vermilye. Zoodra Ursula hersteld was, gingen mijnheer Halifax en Lord Ravenel samen naar Parijs. Dit was noodzakelijk, niet alleen wegéns de justitie, maar ook om den jongen op het spoor te komen, van wien zij niets anders wisten dan dat hij in de wijde wereld, die Amerika heet, was. Guy's moeder had er zelf op aange drongen', dat zij spoedig zouden vertrek-: ken, zijn moeder, die van haar bed op stond en door 't buis ging als een geest, boven en beneden, overal, behalve in die kamer, welke nog eens gesloten werd en van welke 't buitenblind dicht gemaakt werd, alsof de dood er beslag op gelegd had. DE MORGENSTOND. O welkom, schoone dageraad! Die uit een guide kamer gaat Met glans van heldre straaleUï 1c Ontsluit mijn venster voor uw licht Om met een vroolijk aangezicht U minn'lijk in te balen» Gij wacht niet, als ik open doe, Maar dringt ten eersten mild'lijk too; Ja, eer ik kom 't ontsluiten, En noch in 't nare duister zij, Zo staat en wacht gij al na mij Voor toegelookte ruiten. Zo ook de Meester, die u riep, En tot een Licht der wereld schiep, Die groot© Zon der Zonnen,, Schijnd met eien glans van eeuwig goed. Voor 'fc venster van het toe gemoed: Met opdoen was 't gewonnen. Stoiwormpje onder 't dak van stroo, In 'b leeme huis, hoe zijt gij zol Het is een Heer der Heeren, Die voor u arme hutje staat, En uwe kleinheid niet versmaad, v Om zich tot u te keeren. Laat in, laat in de waarde Gast, Opdat uw heil voorspoedig wast, Hij komt mot groote zegen, En brengd een blijde boodschap mee, Een eeuwig wel voor eeuwig wee: Daar leid u aan gelegen. JAN LUYKEN. fTT-'USJS I£il EU SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. Te Karderen: E. V. J. Jauchen, te Hei- en Boeikoop. GËREF. KERKEN. Bedankt. Voor Emmercompascutim J. EL Vcnkenberg te Amersfoort. G-EREF. GEMEENTEN. Beroepen. Te Rotterdam: H. Kievit Jzn., te Veenendaal; te Grand Rapids (Mieh. Noord-Amerika)B. v. Neerbos te Torneuzen. De Generale Synode dep Geref. Kerken. Volgens de Standaard zol de in Augus tus te houden Generale Synode der Geref. Kerken bestaan uit: Groningen. Primids. P. Bos, te Stadskanaal en ds. M. Meijering, te Delf zijl; ouderlingen G. H. Kuik, te Wilder- Yank en P. Koster, te Valthermond. Secun di: ds. J. J. Miedema, te Groningen en ds. H. Scholten, te Zuidhorn; ouderlingen: O. Bouwman, te Uithuizen en J. van dei- Laan, te Pieterbuien. Friesland Noord. Primidr. W. A. van Es, te Leeuwarden en ds. J. P. Klaar hamer, te Dokkum; ouderlingen F. Bruins- ma te Sexbierum en J. P. Reitsma te Fer- werd: Secundi: d3. E. C. vein der Laan, té Lóllum en ds. B. Bborda, té Driesum; ouderlingen H. Sturing -te -Lioèssons en A. F. do Jong te Dronrijp. Friesland Zuid. Primi: ds. A. de Geus te De Lemmer en ds. D. Koopmans, te Sneek; ouderlingen S. A. Zanclstra te Wommels cn B. Looyenga te IJIsfc. Secun di: ds. J. op 'b Holt, te Bolsward (A.) en ds. O. Bocrsma te Koudmn; ouderlingen S. Smildo te Heeren veen en Joh. Cnossen Johzn. te Hommerts. Drente. Primi: dr. J. Thijs to Meppel en ds. N. Duursema te N. Amsterdam; ouderlingen dr. J. Wessels to Zuidlaren en H. Scheffer to Assen. Secundi: dr. S. P. Dee te Dwingeloo en ds. T. Gerber te As sen; ouderlingen D. Ia Four te Beilen en ds. W. Fokkens te Zuidwolde. Overijssel. Primids. H. Meulink te Enschede en ds. L. Kuiper te Kampen; ouderlingen H. Waterink te Haaksbergen en L. Lindeboom te Zwolle. Secundi: ds. A. Brouwer Jr. te Zwartsluis en ds. J. H. Broek Roelofs te Vroomshoop; ouderlingen H. Morsink' G.Hzn. te Delden en J. Plen- der te Kamperveen. Gelderland. Primidr. G. Keizer te Tiel en ds. J. G. Kunst te Arnhem; ouder lingen F. Kortlang to Ermelo en L. Baren- dregt te TieL Secundi: ds. G. Renting te Winterswijk en dr. J. Hania te Geldermal- sen; ouderlingen J. van Galen te Voorthui zen en G. J. Colder te Harderwijk. Utrecht. Primids. A. M. Donner te Amersfoort en dr. J. C. de Moor te Utrecht ouderlingen G. van der Woerd te Rens- woude en V. Zuidd&m te Breukelen. Se cundi: ds. J. J. Berends te Veenendaal en ds. S. Datema te Driebergen; ouderlingen J. Oudhof te Westbroek en C. van der Kaaden te Driebergen. Mijnheer Halifax ging heen. Daarop volgde een akelige tijd, dien wij als op gesloten op Beechwood doorbrachten. Maar wij wisten dat onze naam, John's smetloozo, achtenswaardige naam, in ieders mond was, besproken in elk gezel schap en in elk nieuwsblad. Walter en ik trachtten de nieuwsbladen tegen te hou den uit vrees, dat de moeder er gemeene verhalen over haren jongen in zoude le zen; of hooren, wat lang twijfelachtig bleef, dat hij in Frankrijk en Engeland voor een doodslager, een moordenaar werd verklaard. Maar onze pogingen waren ijdel, zij wilde alles lezen, alles hooren, iedereen ontmoeten, zelfs die hu ren, die uit nieuwsgierigheid of sympa thie op Beechwood waren. Zij zeiden, dat zij mevrouw Halifax niet konden begrij pen; spoedig bleven allen weg, behalve de goede, kleine Grace Oldtower. „Kom dikwijls," hoorde ik haar tot 't meisje zeggen, van wie zij zooveel hield. „Kom vaak, is 't niet vreemd, dat mijn heer Halifax er niet is?" Ja, dat was vreemd, vreemder zelfs dan wat er met Guy gebeurd was, want dat scheen ons toe als een geschiedenis uit een ander huisgezin. Wij voelden 't meest het gemis, dat de moester en het hoofd van het huis er niet was. Wij mis ten hem voortdurend: op zijn plaats aan *t hoofd van de tafel, in zijn stoel bij den Noord-Holland. Primi: ds. W. Breu keiaar t© Zaandam en ds. T. Fezvrerda te 'Amsterdam; ouderlingen P. S. van Dorp te Amsterdam en G. v. Zeggelaar te Rans- dorp. Secundi: ds. K. Fernhoufc te Amster dam en ds. D. Hoek te Enkhuizen; ouder lingen D. Watter en W. de Vries. Zuid-Holland Noord. Primi: dr. K. Dijk te 's-Gravenhage en ds. W. H. Gis pen te Sche veilingen; ouderlingen mr. A. J. v. Beeek Calkoen te 's-Gravenhage en. D. de Bruijn te Hazerswoude. Secundi: ds. N. ICoors te Noordwijk aan Zee en ds. H. Meyering te Katwijk aan den Rijn; ouder lingen J. G. Baart to Oudshoorn en J. Groot te Delft. Zuid-Holland Zuid. Primi: ds. J. H. Landwehr te Rotterdam en ds. C. W. J. van Lummel te Znidland; ouderlingen P. Prins te Hellevoetsluia en T. do Vries to Secundi: ds..J. D. van der Velden to Kralingen en ds. W. W. Meynen to Dor drecht; ouderlingen...; Zeeland. Primi: ds. L. Bourna to Mid delburg en d3. R. J. van der Veen te Goes; ouderlingen D. Mulder te Zierikzee en N. J. Bastmeijcr te Goes. Secundi: ds. F. Staal te Colijnsplaat en ds. P. van Dijk te Z&amSlag; ouderlingen: S. den Hartigh te Middelburg en D. Schele Azn., to Ter- neuzen. N.-B ra bant en Limburg. Primi ds. J. H. Dcnner te Breda en ds. H. do Bruijn te Nieuwendijk; ouderlingen A. Bax Kzn. te Zevenbergen en H. Both to Sprang. Secundi: ds. L. G. Goris to Ze venbergen en ds. A. And ree te Werken dam: ouderlingen K. van der Graaf te 's-Hertogenbonch en L. J. Schalekamp te Klundert. Theologische School. Te Kampen is do algemeeno vergadering gehouden van de Vereeniging tot Stich ting cn Instandhouding van een Hospitium voor studenten dor Theologische School te Kampen. Nadat prof. dr. H. Bouwman als be- I stuur slid herkozen en dr. O. Bouma te Zwollo als zoodanig gekozen was, werd op voorstel van het bestuur besloten tot het aankoopen van het hotel „P&ys-Bas" aan den Broederweg te Kampen. Dit ruime gobouw met grooten tuin is voor het doel uitnemend geschikt en zal na doelmatige inrichting alleszins beant woorden aan de eischen, welke aan een Hospitium moeten gesteld worden. Bond van Chr. Bewaarscholen. Op Woensdag 20 dezer is te Utrecht de Jaarvergadering gehouden van den Bond van Christelijke Bewaarscholen. De vergadering werd te 2 uur door den: voorzitter, den lieer Joh. Zuidmeer, op de gebruikelijke wijze geopend. Uit de mededeelingen van het bestuur bleek, dat door het modcrainen een uit gebreid onderzoek was ingesteld naar den toestand van het Protestantsch Christe lijk bewaaxschoolonderwijs in ons land. Voor zoover bekend, bestaan er 224 Pro test. Chr. bewaarscholen. Uit de ingeko men gegevens van 141 scholen is gebleken, da-fc aan die scholen verbonden zijn, bekal- ve de hoofden, 201 gediplomeerde cn 40 on gediplomeerde onderwijzeressen terwijl er 308 helpsters en kweekelingen werkzaam zijn. In totaal alzoo G90 personen. Een overzicht van de door de hoofden genoten salarissen doet zien, dat van de 118 hoof den wier salaris bekend, is, 55 pet. een in komen geniet van beneden f 2000 en 45 pcj;. boven f 2000; achttien hoofden genie ten minder dan f 800 en een en twintig hoofden genieten meer dan f 3000. Voor zoover bekend wordt in 56 gemeenten van ons land de Protest. Chr. bewaarschool door een bijdrage uit gemeentekas ge steund, terwijl in 21 gemeenten geen steun wordt verleend. Op de agenda voor deze vergadering stond verder als punt ter behandeling: „Het ambulantisme en do bewaarschool." Laatst genoemd onderwerp werd ingeleid door mejuffrouw P. E. Kragfc, hoofd der Biiderdijkbewaarsehool te Botterdam. De vergadering bleek in groote meerderheid het eens te zijn met het standpunt door de inleidster ingenomen, dab in bewaar scholen met een böteekenend aantal leer lingen, verdeeld over meerdcyo klassen, hot hoofd in het belang van het onderwijs am bulant moet zijn. Bij do periodieke bestuursverkiezing werden de aftredende bestuursleden, do heeren Max J. Scfcreuder van Rotterdian. en Mr. Schut van Amsterdam, herkozen. De vergadering besloot tevens tob uit breiding van het bestuur tot 9 leden. Ge kozen werd Freule Lewe van Adna to Zetten. De behandeling van het punt: „Do wen- sckelijkheid eener wettelijke regeling van het bewaarschoolonderwijs", moest tot een volgende vergadering blijven ovorstaan. BSÜBiEHLaSiB Compositie Jubilé-lied. De keuzo van de jury voor een jubilé- lied is gebleken een niet gelukkige te zijn geweest. De waarde van het gedicht van C. v. Delen (pseudoniem) als litterair werk valt niet te ontkennen, maar als volkslied en jubilé-feesÜied voldoet het niet. Het Ned. Volk heeft er zich met kracht tegen uit gesproken. Dat bleek uit beschouwingen in tal van dagbladen en tijdschriften, uit taïlooze brieven en telefonische gesprek ken aan en met den secretaris van den Voïkszangbond. Het Centraal Bureau van den Ned. Voïkszangbond heeft daarom, mede op advies van ter zake bevoegde personen een ander gedicht van Mr. A. T. Vos te Appingedam uit do inzendingen gekozen, als het jubilé-feesllied 1923. Door de hoog te waardeeren vriende lijkheid en royaliteit van den heer Max Goini te Amsterdam zal den maker van het nieuw-gekozen gedicht eveneens een boekenkast worden aangeboden. Het gedicht luidt: 6 September 192 3. Nu spreken duizend monden Eenzelfde Hollandsch woord; Nu wordt op beide ronden Eenzelfde lied gehoord. Nu richten duizend menschen Tot U, hun vrome heê! Nu stijgen zelfde wenschen Van hier en over zee. Nu wuiven duizend handen Aan U éénzclfden groet; In alle wereldlanden Spreekt nu het Hollandsch bloed 1 Nu zingen duizend vrouwen' En maünenj 't hóófd ontbloot: ..Wilhelmus van Nassauwe Getrouw tot in den docd" Voor dit 'gedicht wordt een compositie- prijsvraag uitgeschreven. Mededinging kan geschieden onder de volgende voorwaarden: 1. Aan deze prijsvraag kunnen deelne men vrouwen en mannen van Nederland- sche nationaliteit. 2. Gevraagd wordt een lied in volks-** toon, eenstemmig mei pianobegeleiding. 3. Als prijs wordt beschikbaar gesteld een Uebel en Lechleïter-vleugel met op dracht, geschonken door den heer I. van Praag te Amsterdam, met medewerking van den fabrikant. 4. Voor de beoordeeling der Ingekomen composities is een jury benoemd, beslaan de uit de heeren Hub. Cu ij pers', Herin. Puitters en Bern. Zweers. 5. De' inzendingen moeten vóór 10 Juli 1923 zijn ingezonden hij den secretaris van den Ned. Voïkszangbond: Willem Galeslpot Cornz., Geraril Noodt- straat 8bis, Utrecht, mot inachtneming der volgende, bepa lingen: a. zij mogen geen enkel kenteeken -be vatten aangaande den componist; b. zij moeten blanco worden ingezonden in gesloten enveloppe en vergezeld gaan van een verzegelde enveloppe, waarin naam en adres van den inzender.; c. inzendingen, welke hieraan niet vol doen, komen niet in aanmerking. 6. De Jury doet uitspraak vóór 15 Juli 7. De inzendineen blijven het eigendom van jlen Ned. Voïkszangbond. Het regeerinffsiubileum. Do regeering van do Zuïd-Afrikaanscho Unie heeft, naar Holl. Zuid-Afrika meldt, besloten, dr. F. van Engelenburg, redac teur van De Volksstem, hij gelegenheid van het regoerïngsjuhilenm van Koningin Wilhelmina als buitengewoon gezant naar Nederland te zenden. De gewijzigde paiivindcrsbcloflc. Ia ,J)e Fadvindcr" schrijft Hopman R. over -de cenigen tijd geladen gewij zigde padvincerbcloftc, die nu luidt: „Be zal ernstig traeLtew Een goed Padriader te zijn; Iedereen te helpen w*ar ik ken; De Padviudorswct lo gehoorzamen** Het eerste gedeelte der vroegere be lofte: „mijn plicht te doen, tegenover God, Koningin en vaderland" is vervan gen docr: „een goed padvinder te zijn". Zeker totwillo vaj da nctJ r^:' l'- haard, zijn voetstap, zijn stem, zijn lach. Het leven cn de ziel van het huis scheen weg te zijn gegaan op 't oogenblik, dat de vader was heengegaan. Ik geloof, dat dit op te merken Ursula goed deed, gelijk wij weten dat in ons wonder leven alle dingen ons medewer ken ten goede. Het deed haar beseffen, dat zij, al had zij Guy verloren, toch niet allo zegenin gen miste. En zoo begonnen langzamerhand, ter wijl John's brieven eiken dag kwamen, hoop en troost te dagen in het hart van de treurende moeder. En toen John ten slotte den dag bepaald had, op welken hij thuis zou komen, zag ik Ursula het bun deltje brieven van hem samenbinden, zijn brieven, van welke in haar gelukkig leven, zij zoo weinig had gehad, zijn tee- dere, troostvolle brieven. „Ik hoop, dat ik er nooit meer zal krij gen," zeide ze half lachend. En toen de dag aanbrak, bracht zij al les in huis netjes in orde, kleedde zich zelf in de mooiste japon, zat stil toen Maud haar 't haar borstelde en krulde hoe wit was dat haar in den laalstcn tijd geworden! en toen wachtte zij, mot een hl,os op haar wangen. Als een jong meis je, dat wacht op haar minnaar, wachtte ze, of zij ook hoorde 't geraas van wie len. Alles wal er te zeggen v-cl over Gay en 't was beter nieuws dan iemand o:<zer had kunnen hopen had John. .al ver teld in zijn brieven. Toen hij uit den postwagen sprong, vond hij zijn vrouw bij do deur slaan, lachend om hem een vroolijk welkom te bereiden. Geen zegening op aarde kon halen bij den zegen van des vaders te rugkomst. John zag bleek, maar niet Mee ker dan wij verwacht hadden. Ernstig ook, maar toch niet zoo angstig cn be zorgd; de eerste schok van dit zr aro ongeluk was doorstaan. Hij had al do schulden van zijn zoon betaald. Hij had zooveel mogelijk zijn goeden naam gered. Hij had den jongen eert veilig thuis h<v zorgd in de niemvo wereld en had ge hoord, dat hij daar goed en wol o air ge komen was. Er was niet* meer lo doen. dan ai te wacblen, dat de tijd het zijne zou doen om deze schande weg te wis- schen. Dat, aangezien aan Guy's bandon geen bloed kleefde, cn mijnbeer Gerard Vermilye, na zijn horstel, een soort held geworden was in zijn omgeving, do men schen langzamer!)and den indruk zouden, vergelen van een daad, welke begaan was in do hitte van do jeugd en die zoo Littor was geboet. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5