iifdeiteCaiiit
Tweede Blad;'
Zaterdag 23 Juni 1923
Ik verwacht den Heere.
s i. Ik verwacht den. Heere, mijn ziel
i". i 'i'-1 verwacht, en ik hoop op Zijn woord,
jiMijn ziel wacht op den Heere, meer
dan de wachters op den morgen; do
i' wachters op den morgen.
Psalm 130 5, 6.
Uit do diepten klimt de ziel omhoog.
Langs de Jakobsladder van Gods barm
hartigheid stijgt zij, door do kracht des
gcloofs, tot den Heere op, en..."tot welk
een blijde hoogte mocht zij reeds nade
ren.
Zij begon met in haar donkerheid te
klagen, maar haar klacht is overgegaan
in vurige smeeking, en de smeeking is
geworden tot ootmoedige schuldbelijdenis
en de belijdenis is verkeerd in dankbaren
jubel over de vergeving, en dia jubel is
gevolgd door de uit haar eigen weelde
gewelde erkentenis, dat Gode de vreeze
en do aanbidding toekomt voor Zijn ont
ferming.
Uier beluistert gc in der waarheid een
lied Hammaaloth.
Deze zieletaal is een opgangspsalm.
Maar nu zijt ga er nog niet.
Deze ziel moet nog hooger.
Zij weet, dat do Heere hoort en ver
geeft, maar dit kan haar niet genoeg
zijn.
Zij weet, dat er een open hemel en een
gebaande» weg. is, doch er moetnog meer
geschieden, zullen haar diepten verdwij
nen en haar donkerheden wijken- Haar
God moet ook tot haar komen, en met
Zijn licht alle duisternis vervagen, en
met Zijn gemeenschap alle diepten ver
vullen, en... ziet, ook tot dat heil klimt
dit lied van den opgang, want, en haar
dankerkentenis verdiept zich tot verbei
den: ,,lk verwacht den Heere, mijn
ziel verwacht, en ik hoop op Zijn
woord."
In dit wachten spreekt eerst verlan
gen.
Dit kind des Heeren dorst naar zijn
God.
Met heilig heimwee hunkert het naar
liet cogenblik, dat het de nabijheid van
zijn hemelscben Vader mag ervaren, en
de spanning van dit vurig begeeren ge
voelt go in zijn lied.
Van dat verlangen getuigt ook bet beeld
van do wachters.
Deze ziel, die uit de diepten tot den
Heere opklimt, vergelijkt zich zelf met
de wachters, die den ganschen nacht op
dól muren waken, en vol ongeduld op den
morgen wachten.
Wat kruipen voor hen de uren traag
voorbij!
Wat duurt do donkerheid, van den
nacht lang!
Hoe toeven de eerste lichtstrepen van
den dageraad, en de wachters turen naar
het Oosten, en speuren den horizont af,
of de morgen nog niet komt, en het blijde
■licht van den nieuwen dag den nacht
verdrijft.
Zoo wacht deze ziel op den Heero.
Neen. sterker dan de wachters ver
beidt zij.
Zij hijgt naar haar God.
Wanneer zal Hij, haar Bondsgod, tot
■haar komen.
Het valt vaak moeilijk lang te wach
ten.
Wanneer het oogenblik. dat ons ziels
verlangen vervuld wordt, lang uitblijft,
veelt ons hart pijn, en kost het ons strijd
en zelfoverwinning om den rechten tijd
aan God over te laten.
En Gods kind weet van die pijn te
spreken, en ook in dit lied Hammaaloth
trilt dia smart van do uitgestelde hoop,
en klinkt ïo'ts van den weemoed der ziel,
die wachten en wachten moet, en in
heilig ongeduld vraagt: Ach wanneer?
Maar dit ongeduld is geen onzekerheid
Achter dit wachten schuilt geen on
geloof.
De wachters staren met verlangen naar
bet Oosten, of de morgen niet nadert,
doch zij waken niet in onzekerheid.
Zij weten zeker, dat de dageraad komt.
Hot staat zonder twijfel vast, dat de don
kerheid voor het Iicbt moet wijken.
Het zou zelfs dwaas wezen de hoop op
den morgen op te geven, en zóó zeker
is deze ziel. Haar God komt.
Haar Vader nadert. Hij komt door den
nacht heen, en lioe weet gij dat, vluch
tende ziel, die uit uw diepten tot God
roept? Wel, en het klinkt als een jubel
over alle diepten en golven ruischt: „ik
lioop op Zij n woord."
Daarin ligt al haar zekerheid. V
Zij steunt op Gods beloften.
Zij ankert zich niet in den onvasten
bodem van eigen ervaring, en zij hecht
zich nog minder aan anderer geloof,
maar zij laat zich ten diepste zinken op
het woord van haar God, dat zij in den
geloove, als ook tot haar gesproken,
aanvaard heeft.
En dat woord zegt: er is vergeving.
Die beloften prediken: de Heere is
barmhartig.
Dat Evangelie jubelt: God komt, en aan
dat heiiswoord geeft zij zich geheel en al-
over. Welke diepten er nog mogen zijn:
de Heere houdt Zijn woord. Welk ellen
de er nog donkert: God vervult Zijn be
loften. Welke nood mag prangen: de Ge
trouwe liegt niet, en nu dat woord voor
haar herlevend oog schittert, wijkt de
twijfel, en hiervan is zij ten volle over
tuigd: de morgen nadert, en de Heere
komt.
Die verwachting is liet rechte wachten.
Alleen als ge zoo den Heere verbeidt,
verlangt uw ziel in de rechte gestalte,
want zij strekt zich dan met geloofs-
heimvee naar Hem. uit, wanneer zij zich
eerst heeft kwijtgeraakt aan Zijn woord,
en op dat woord zich voor tijd en eeuwig
heid verlaat.
Dit wachten is geen lijdelijk wachten.
Wie op den Heer wacht, zit niet stil.
Gij kent het wachten van uw kind, dat
in de verte vader of moeder ziet komen.
Dat kind zit niet stil. Het is geheel in
beweging. Het trappelt en trilt, .en strekt
z'n armpjes uit, en giert van blijdschap,
en wil vader tegemoet snellen, en zoo
is deze ziel vol spanning, en moet gij vol
heilige actie zijn.
Luiheid en wachten kunnen niet sa
mengaan. Geestelijke verslapping hoort
in het waarachtige verbeiden niet thuis,
maar wie wacht als deze ziel, die haar
lied Hammaaloth zingt, spant alle krach
ten in, cm zijn God tegemoet te komen,
en werkt zijn zaligheid mot vreezö en
beven.
Weet ge waarom?
Omdat ge op den Heere vracht.
Dit kind des Heeren, dat in dezen
psalm aan zijn verwachting uiting geeft,
hoopt niet in do eerste plaats op red
ding en verlossing en heil en zegen, maar
op den Heere.
God is voor hem alles. Het is hem om
zijn hemelscben Vader te doen, want als
Deze komt heeft hij immers alles, en als
bij den Heere bezit, wijkt do macht cn
daagt de redding en licht de eeuwige ver-
losing aan.
S
Wa/jht gij zoo?
Met vurig verlangc-n naar uw God?
In de vaste zekerheid dat Hij komt?
Alleen hopende op Zijn Woprd?
In heilige actie en geestelijke werk
zaamheid?
En wachtende voor en boven alles op
Hem?
Ach, er is onder Gods volk zooveel
lauwheid, en het heimwee is vaak inge
zonken, en het "'.uur van verlangen
schijnt dikwerf gedoofd te zijn.
Wij moeten ons er over bedroeven, dat
we. te weinig wachten als dg wachters op
den morgen, en dat aan het uitzien naar
de komst van onzen Heiland bij ons
zooveel ontbreekt.
God schenke ons verlevendiging.
Hij make uw ziel tot een wachtende
ziel.
Hij geve u veel te bidden: Kom Heere
Jezus!
En als ge dit heimwee naar Zijn toe
komst kent, zult gij met bezieling en
ijver werken voor de uitbreiding van
;Zijn rijk, en wachten in de zekerheid:
'Christus komt.-
De Heere liegt 'niet.
Al duurt liet ook lang.
AI móet gij wachten en nog eens wadi-
ten.
Al vragen uw vijanden, waar is uw
God?
God blijft niet uit.
'Jezus komt.
De morgen nadert, en uw lied, wach
tende, mag 'n opgaanslied zijn, want gij
zult zeker uw Heiland toegevoerd wor
den in do lucht.
Maranatha!
FEUILLETON,
Van hooger Orde.
Naar het En gels ch.
105)
„Beste Vader en Moeder.
Ik heb u allen tot schande gemaakt. Ik
ben dronken geweest, in een speelhuis
maar gij zult 't wel hooren de heele
wereld zal 't spoedig hooren. Ik sloeg
hem, daar was iets in mijn hand en
de man is getroffen.
Hij kan wel dood zijn, ik weet 't niet.
Ik ga naar Amerika van avond. Ik zal
nooit meer thuis komen. God zegene u
allen.
GUY HALIFAX.
„P.S. Ik kreeg heden. den. brief van
moeder. Moeder, ik was niet bij mijn
zinnen, anders zou ik 't niet hebben ge
daan. Moeder* lieve moeder! vergeet mij.
Laat mij uw hart niet hebben gebro
ken."
Helaas, hij had 't gebroken.
„Nooit meer thuis komen! Nooit
meer thuis komen!"
Zij herhaalde maar steeds deze vier
woorden. Toen John zijn vrouw in zijn
armen nam was zij gevoelloos en bleef
zoo, met tusschenpoozen, uren aaneen.
Zoo was 't einde van Edwin's trouwdag
HOOFDSTUK XXXV.
Lord Ravenel wist gelijk ganscb Pa
rijs ondertusschen de geheele geschie
denis, hoewel bij, gelijk hij naar waar
heid zeide, Guy niet gezien had. De jon
gen was terstond gevlucht uit Arrees voor
do justitie, maar aan boord v®q het
schip had hij Lord Revenel geschreven
en hem verzocht ons den brief op Beech-
.wood te brengen.
De man, dien hij geslagen had, be
hoorde niet tot Lord Luxmore's gezel
schap. Het was een Engelschman, pas
bevorderd tot den rang van baronet. Zijn
•naam was Gerard Vermilye.
Zoodra Ursula hersteld was, gingen
mijnheer Halifax en Lord Ravenel samen
naar Parijs. Dit was noodzakelijk, niet
alleen wegéns de justitie, maar ook om
den jongen op het spoor te komen, van
wien zij niets anders wisten dan dat hij
in de wijde wereld, die Amerika heet,
was.
Guy's moeder had er zelf op aange
drongen', dat zij spoedig zouden vertrek-:
ken, zijn moeder, die van haar bed op
stond en door 't buis ging als een geest,
boven en beneden, overal, behalve in die
kamer, welke nog eens gesloten werd en
van welke 't buitenblind dicht gemaakt
werd, alsof de dood er beslag op gelegd
had.
DE MORGENSTOND.
O welkom, schoone dageraad!
Die uit een guide kamer gaat
Met glans van heldre straaleUï
1c Ontsluit mijn venster voor uw licht
Om met een vroolijk aangezicht
U minn'lijk in te balen»
Gij wacht niet, als ik open doe,
Maar dringt ten eersten mild'lijk too;
Ja, eer ik kom 't ontsluiten,
En noch in 't nare duister zij,
Zo staat en wacht gij al na mij
Voor toegelookte ruiten.
Zo ook de Meester, die u riep,
En tot een Licht der wereld schiep,
Die groot© Zon der Zonnen,,
Schijnd met eien glans van eeuwig goed.
Voor 'fc venster van het toe gemoed:
Met opdoen was 't gewonnen.
Stoiwormpje onder 't dak van stroo,
In 'b leeme huis, hoe zijt gij zol
Het is een Heer der Heeren,
Die voor u arme hutje staat,
En uwe kleinheid niet versmaad, v
Om zich tot u te keeren.
Laat in, laat in de waarde Gast,
Opdat uw heil voorspoedig wast,
Hij komt mot groote zegen,
En brengd een blijde boodschap mee,
Een eeuwig wel voor eeuwig wee:
Daar leid u aan gelegen.
JAN LUYKEN.
fTT-'USJS
I£il EU SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen. Te Karderen: E. V. J.
Jauchen, te Hei- en Boeikoop.
GËREF. KERKEN.
Bedankt. Voor Emmercompascutim
J. EL Vcnkenberg te Amersfoort.
G-EREF. GEMEENTEN.
Beroepen. Te Rotterdam: H. Kievit
Jzn., te Veenendaal; te Grand Rapids
(Mieh. Noord-Amerika)B. v. Neerbos te
Torneuzen.
De Generale Synode dep Geref. Kerken.
Volgens de Standaard zol de in Augus
tus te houden Generale Synode der Geref.
Kerken bestaan uit:
Groningen. Primids. P. Bos, te
Stadskanaal en ds. M. Meijering, te Delf
zijl; ouderlingen G. H. Kuik, te Wilder-
Yank en P. Koster, te Valthermond. Secun
di: ds. J. J. Miedema, te Groningen en ds.
H. Scholten, te Zuidhorn; ouderlingen:
O. Bouwman, te Uithuizen en J. van dei-
Laan, te Pieterbuien.
Friesland Noord. Primidr. W. A.
van Es, te Leeuwarden en ds. J. P. Klaar
hamer, te Dokkum; ouderlingen F. Bruins-
ma te Sexbierum en J. P. Reitsma te Fer-
werd: Secundi: d3. E. C. vein der Laan, té
Lóllum en ds. B. Bborda, té Driesum;
ouderlingen H. Sturing -te -Lioèssons en A.
F. do Jong te Dronrijp.
Friesland Zuid. Primi: ds. A. de
Geus te De Lemmer en ds. D. Koopmans,
te Sneek; ouderlingen S. A. Zanclstra te
Wommels cn B. Looyenga te IJIsfc. Secun
di: ds. J. op 'b Holt, te Bolsward (A.) en
ds. O. Bocrsma te Koudmn; ouderlingen S.
Smildo te Heeren veen en Joh. Cnossen
Johzn. te Hommerts.
Drente. Primi: dr. J. Thijs to Meppel
en ds. N. Duursema te N. Amsterdam;
ouderlingen dr. J. Wessels to Zuidlaren en
H. Scheffer to Assen. Secundi: dr. S. P.
Dee te Dwingeloo en ds. T. Gerber te As
sen; ouderlingen D. Ia Four te Beilen en
ds. W. Fokkens te Zuidwolde.
Overijssel. Primids. H. Meulink
te Enschede en ds. L. Kuiper te Kampen;
ouderlingen H. Waterink te Haaksbergen
en L. Lindeboom te Zwolle. Secundi: ds.
A. Brouwer Jr. te Zwartsluis en ds. J. H.
Broek Roelofs te Vroomshoop; ouderlingen
H. Morsink' G.Hzn. te Delden en J. Plen-
der te Kamperveen.
Gelderland. Primidr. G. Keizer te
Tiel en ds. J. G. Kunst te Arnhem; ouder
lingen F. Kortlang to Ermelo en L. Baren-
dregt te TieL Secundi: ds. G. Renting te
Winterswijk en dr. J. Hania te Geldermal-
sen; ouderlingen J. van Galen te Voorthui
zen en G. J. Colder te Harderwijk.
Utrecht. Primids. A. M. Donner te
Amersfoort en dr. J. C. de Moor te Utrecht
ouderlingen G. van der Woerd te Rens-
woude en V. Zuidd&m te Breukelen. Se
cundi: ds. J. J. Berends te Veenendaal en
ds. S. Datema te Driebergen; ouderlingen
J. Oudhof te Westbroek en C. van der
Kaaden te Driebergen.
Mijnheer Halifax ging heen. Daarop
volgde een akelige tijd, dien wij als op
gesloten op Beechwood doorbrachten.
Maar wij wisten dat onze naam, John's
smetloozo, achtenswaardige naam, in
ieders mond was, besproken in elk gezel
schap en in elk nieuwsblad. Walter en ik
trachtten de nieuwsbladen tegen te hou
den uit vrees, dat de moeder er gemeene
verhalen over haren jongen in zoude le
zen; of hooren, wat lang twijfelachtig
bleef, dat hij in Frankrijk en Engeland
voor een doodslager, een moordenaar
werd verklaard. Maar onze pogingen
waren ijdel, zij wilde alles lezen, alles
hooren, iedereen ontmoeten, zelfs die hu
ren, die uit nieuwsgierigheid of sympa
thie op Beechwood waren. Zij zeiden, dat
zij mevrouw Halifax niet konden begrij
pen; spoedig bleven allen weg, behalve
de goede, kleine Grace Oldtower.
„Kom dikwijls," hoorde ik haar tot 't
meisje zeggen, van wie zij zooveel hield.
„Kom vaak, is 't niet vreemd, dat mijn
heer Halifax er niet is?"
Ja, dat was vreemd, vreemder zelfs dan
wat er met Guy gebeurd was, want dat
scheen ons toe als een geschiedenis uit
een ander huisgezin. Wij voelden 't
meest het gemis, dat de moester en het
hoofd van het huis er niet was. Wij mis
ten hem voortdurend: op zijn plaats aan
*t hoofd van de tafel, in zijn stoel bij den
Noord-Holland. Primi: ds. W. Breu
keiaar t© Zaandam en ds. T. Fezvrerda te
'Amsterdam; ouderlingen P. S. van Dorp
te Amsterdam en G. v. Zeggelaar te Rans-
dorp. Secundi: ds. K. Fernhoufc te Amster
dam en ds. D. Hoek te Enkhuizen; ouder
lingen D. Watter en W. de Vries.
Zuid-Holland Noord. Primi: dr.
K. Dijk te 's-Gravenhage en ds. W. H. Gis
pen te Sche veilingen; ouderlingen mr. A.
J. v. Beeek Calkoen te 's-Gravenhage en.
D. de Bruijn te Hazerswoude. Secundi: ds.
N. ICoors te Noordwijk aan Zee en ds. H.
Meyering te Katwijk aan den Rijn; ouder
lingen J. G. Baart to Oudshoorn en J.
Groot te Delft.
Zuid-Holland Zuid. Primi: ds. J.
H. Landwehr te Rotterdam en ds. C. W. J.
van Lummel te Znidland; ouderlingen P.
Prins te Hellevoetsluia en T. do Vries to
Secundi: ds..J. D. van der Velden
to Kralingen en ds. W. W. Meynen to Dor
drecht; ouderlingen...;
Zeeland. Primi: ds. L. Bourna to Mid
delburg en d3. R. J. van der Veen te Goes;
ouderlingen D. Mulder te Zierikzee en N.
J. Bastmeijcr te Goes. Secundi: ds. F.
Staal te Colijnsplaat en ds. P. van Dijk
te Z&amSlag; ouderlingen: S. den Hartigh
te Middelburg en D. Schele Azn., to Ter-
neuzen.
N.-B ra bant en Limburg. Primi
ds. J. H. Dcnner te Breda en ds. H. do
Bruijn te Nieuwendijk; ouderlingen A.
Bax Kzn. te Zevenbergen en H. Both to
Sprang. Secundi: ds. L. G. Goris to Ze
venbergen en ds. A. And ree te Werken
dam: ouderlingen K. van der Graaf te
's-Hertogenbonch en L. J. Schalekamp te
Klundert.
Theologische School.
Te Kampen is do algemeeno vergadering
gehouden van de Vereeniging tot Stich
ting cn Instandhouding van een Hospitium
voor studenten dor Theologische School te
Kampen.
Nadat prof. dr. H. Bouwman als be-
I stuur slid herkozen en dr. O. Bouma te
Zwollo als zoodanig gekozen was, werd op
voorstel van het bestuur besloten tot het
aankoopen van het hotel „P&ys-Bas" aan
den Broederweg te Kampen.
Dit ruime gobouw met grooten tuin is
voor het doel uitnemend geschikt en zal
na doelmatige inrichting alleszins beant
woorden aan de eischen, welke aan een
Hospitium moeten gesteld worden.
Bond van Chr. Bewaarscholen.
Op Woensdag 20 dezer is te Utrecht de
Jaarvergadering gehouden van den Bond
van Christelijke Bewaarscholen.
De vergadering werd te 2 uur door den:
voorzitter, den lieer Joh. Zuidmeer, op de
gebruikelijke wijze geopend.
Uit de mededeelingen van het bestuur
bleek, dat door het modcrainen een uit
gebreid onderzoek was ingesteld naar den
toestand van het Protestantsch Christe
lijk bewaaxschoolonderwijs in ons land.
Voor zoover bekend, bestaan er 224 Pro
test. Chr. bewaarscholen. Uit de ingeko
men gegevens van 141 scholen is gebleken,
da-fc aan die scholen verbonden zijn, bekal-
ve de hoofden, 201 gediplomeerde cn 40 on
gediplomeerde onderwijzeressen terwijl er
308 helpsters en kweekelingen werkzaam
zijn. In totaal alzoo G90 personen. Een
overzicht van de door de hoofden genoten
salarissen doet zien, dat van de 118 hoof
den wier salaris bekend, is, 55 pet. een in
komen geniet van beneden f 2000 en 45
pcj;. boven f 2000; achttien hoofden genie
ten minder dan f 800 en een en twintig
hoofden genieten meer dan f 3000. Voor
zoover bekend wordt in 56 gemeenten van
ons land de Protest. Chr. bewaarschool
door een bijdrage uit gemeentekas ge
steund, terwijl in 21 gemeenten geen steun
wordt verleend.
Op de agenda voor deze vergadering
stond verder als punt ter behandeling:
„Het ambulantisme en do bewaarschool."
Laatst genoemd onderwerp werd ingeleid
door mejuffrouw P. E. Kragfc, hoofd der
Biiderdijkbewaarsehool te Botterdam. De
vergadering bleek in groote meerderheid
het eens te zijn met het standpunt door
de inleidster ingenomen, dab in bewaar
scholen met een böteekenend aantal leer
lingen, verdeeld over meerdcyo klassen, hot
hoofd in het belang van het onderwijs am
bulant moet zijn.
Bij do periodieke bestuursverkiezing
werden de aftredende bestuursleden, do
heeren Max J. Scfcreuder van Rotterdian.
en Mr. Schut van Amsterdam, herkozen.
De vergadering besloot tevens tob uit
breiding van het bestuur tot 9 leden. Ge
kozen werd Freule Lewe van Adna to
Zetten.
De behandeling van het punt: „Do wen-
sckelijkheid eener wettelijke regeling van
het bewaarschoolonderwijs", moest tot een
volgende vergadering blijven ovorstaan.
BSÜBiEHLaSiB
Compositie Jubilé-lied.
De keuzo van de jury voor een jubilé-
lied is gebleken een niet gelukkige te zijn
geweest.
De waarde van het gedicht van C. v.
Delen (pseudoniem) als litterair werk valt
niet te ontkennen, maar als volkslied en
jubilé-feesÜied voldoet het niet. Het Ned.
Volk heeft er zich met kracht tegen uit
gesproken. Dat bleek uit beschouwingen
in tal van dagbladen en tijdschriften, uit
taïlooze brieven en telefonische gesprek
ken aan en met den secretaris van den
Voïkszangbond.
Het Centraal Bureau van den Ned.
Voïkszangbond heeft daarom, mede op
advies van ter zake bevoegde personen
een ander gedicht van Mr. A. T. Vos te
Appingedam uit do inzendingen gekozen,
als het jubilé-feesllied 1923.
Door de hoog te waardeeren vriende
lijkheid en royaliteit van den heer Max
Goini te Amsterdam zal den maker van
het nieuw-gekozen gedicht eveneens een
boekenkast worden aangeboden.
Het gedicht luidt:
6 September 192 3.
Nu spreken duizend monden
Eenzelfde Hollandsch woord;
Nu wordt op beide ronden
Eenzelfde lied gehoord.
Nu richten duizend menschen
Tot U, hun vrome heê!
Nu stijgen zelfde wenschen
Van hier en over zee.
Nu wuiven duizend handen
Aan U éénzclfden groet;
In alle wereldlanden
Spreekt nu het Hollandsch bloed 1
Nu zingen duizend vrouwen'
En maünenj 't hóófd ontbloot:
..Wilhelmus van Nassauwe
Getrouw tot in den docd"
Voor dit 'gedicht wordt een compositie-
prijsvraag uitgeschreven.
Mededinging kan geschieden onder de
volgende voorwaarden:
1. Aan deze prijsvraag kunnen deelne
men vrouwen en mannen van Nederland-
sche nationaliteit.
2. Gevraagd wordt een lied in volks-**
toon, eenstemmig mei pianobegeleiding.
3. Als prijs wordt beschikbaar gesteld
een Uebel en Lechleïter-vleugel met op
dracht, geschonken door den heer I. van
Praag te Amsterdam, met medewerking
van den fabrikant.
4. Voor de beoordeeling der Ingekomen
composities is een jury benoemd, beslaan
de uit de heeren Hub. Cu ij pers', Herin.
Puitters en Bern. Zweers.
5. De' inzendingen moeten vóór 10 Juli
1923 zijn ingezonden hij den secretaris
van den Ned. Voïkszangbond:
Willem Galeslpot Cornz., Geraril Noodt-
straat 8bis, Utrecht,
mot inachtneming der volgende, bepa
lingen:
a. zij mogen geen enkel kenteeken -be
vatten aangaande den componist;
b. zij moeten blanco worden ingezonden
in gesloten enveloppe en vergezeld gaan
van een verzegelde enveloppe, waarin
naam en adres van den inzender.;
c. inzendingen, welke hieraan niet vol
doen, komen niet in aanmerking.
6. De Jury doet uitspraak vóór 15 Juli
7. De inzendineen blijven het eigendom
van jlen Ned. Voïkszangbond.
Het regeerinffsiubileum.
Do regeering van do Zuïd-Afrikaanscho
Unie heeft, naar Holl. Zuid-Afrika meldt,
besloten, dr. F. van Engelenburg, redac
teur van De Volksstem, hij gelegenheid
van het regoerïngsjuhilenm van Koningin
Wilhelmina als buitengewoon gezant
naar Nederland te zenden.
De gewijzigde paiivindcrsbcloflc.
Ia ,J)e Fadvindcr" schrijft Hopman
R. over -de cenigen tijd geladen gewij
zigde padvincerbcloftc, die nu luidt:
„Be zal ernstig traeLtew
Een goed Padriader te zijn;
Iedereen te helpen w*ar ik ken;
De Padviudorswct lo gehoorzamen**
Het eerste gedeelte der vroegere be
lofte: „mijn plicht te doen, tegenover
God, Koningin en vaderland" is vervan
gen docr: „een goed padvinder te zijn".
Zeker totwillo vaj da nctJ r^:' l'-
haard, zijn voetstap, zijn stem, zijn lach.
Het leven cn de ziel van het huis scheen
weg te zijn gegaan op 't oogenblik, dat
de vader was heengegaan.
Ik geloof, dat dit op te merken Ursula
goed deed, gelijk wij weten dat in ons
wonder leven alle dingen ons medewer
ken ten goede.
Het deed haar beseffen, dat zij, al had
zij Guy verloren, toch niet allo zegenin
gen miste.
En zoo begonnen langzamerhand, ter
wijl John's brieven eiken dag kwamen,
hoop en troost te dagen in het hart van de
treurende moeder. En toen John ten
slotte den dag bepaald had, op welken hij
thuis zou komen, zag ik Ursula het bun
deltje brieven van hem samenbinden,
zijn brieven, van welke in haar gelukkig
leven, zij zoo weinig had gehad, zijn tee-
dere, troostvolle brieven.
„Ik hoop, dat ik er nooit meer zal krij
gen," zeide ze half lachend.
En toen de dag aanbrak, bracht zij al
les in huis netjes in orde, kleedde zich
zelf in de mooiste japon, zat stil toen
Maud haar 't haar borstelde en krulde
hoe wit was dat haar in den laalstcn tijd
geworden! en toen wachtte zij, mot een
hl,os op haar wangen. Als een jong meis
je, dat wacht op haar minnaar, wachtte
ze, of zij ook hoorde 't geraas van wie
len.
Alles wal er te zeggen v-cl over Gay
en 't was beter nieuws dan iemand o:<zer
had kunnen hopen had John. .al ver
teld in zijn brieven.
Toen hij uit den postwagen sprong,
vond hij zijn vrouw bij do deur slaan,
lachend om hem een vroolijk welkom te
bereiden. Geen zegening op aarde kon
halen bij den zegen van des vaders te
rugkomst. John zag bleek, maar niet Mee
ker dan wij verwacht hadden. Ernstig
ook, maar toch niet zoo angstig cn be
zorgd; de eerste schok van dit zr aro
ongeluk was doorstaan. Hij had al do
schulden van zijn zoon betaald. Hij had
zooveel mogelijk zijn goeden naam gered.
Hij had den jongen eert veilig thuis h<v
zorgd in de niemvo wereld en had ge
hoord, dat hij daar goed en wol o air ge
komen was. Er was niet* meer lo doen.
dan ai te wacblen, dat de tijd het zijne
zou doen om deze schande weg te wis-
schen. Dat, aangezien aan Guy's bandon
geen bloed kleefde, cn mijnbeer Gerard
Vermilye, na zijn horstel, een soort held
geworden was in zijn omgeving, do men
schen langzamer!)and den indruk zouden,
vergelen van een daad, welke begaan was
in do hitte van do jeugd en die zoo Littor
was geboet.
(Wordt vervolgd.)