abonnementsprijs Dagblad voor Leiden @n Omstreken. IEDWE LEIDSCHE COURANT t In LoidGn en buiten Leiden v/aar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal ......f2.90 40e JAARGANG. - ZATERDAG 23 JUNI 1923 - No. 967 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel int. 8278 - Postrekening 58938 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22# ceng 1 Ingezonden Mededeelingen, dubbel v&rieS j CBij contract, belangrijke reductie. j Kleine advertentië'n bij vooruitbetaal J ling van ten hoogste 80 woorden, wordefl dagelijks geplaatst ad 50 cent. Bit lausnBïisp bestaat uit 4weo blarïsni ANNEXATIE. In „Daniël Sils", geschreven door J. J. Gremer komt o.a. voor tante Trom, die huishoudster is hij een ongerouwden on derwijzer en hem telkens herinnert aan do woorden van Paulus: „Het is een mensch goed geen vrouw aan te raken." Toen zij echter later door het hoofd van een naburige school ten huwelijk ge vraagd werd, huwde ze met meester Do ren en vertelde aan ieder, die het hooren wilde, dat zij nu een heter inzicht in 1 Corinthe 7 gekregen had. We willen allicht om tante Trom lachen, maar laten we daarmee even wachten: misschien blijkt het, dat we nog familie van haar zijn, want hetzelfde ver schijnsel doet zich op ieder gebied voor. 'k Heb onderwijzers gekend, die sterk ijverden voor de zelfstandigheid van den klasse-onderwijzer, maar die later zelf hoofd werden en dan een heel ander in zicht kregen in die verhouding, 'k Heb hoofden van scholen ontmoet, die duchtig toornden op het schooltoezicht, als dit zich wilde bemoeien met den inhoud, van het leerplan: ze kwamen zelf hij het schooltoezicht en eischten meer invloed op de samenstelling van het leerplan dan de wet hun toeliet. En als een burgemees ter lid wordt van Gedeputeerde Staten, wijzigen zich dan nooit zijn gedachten over de autonomie dhr gemeenten? Laten we eerlijk wezen en erkennen, dat de begeerte naar macht ons allen te sterk kan worden, wanneer we de gele genheid krijgen op een of ander gebied macht te oefenen: we zijn geneigd tot allo kwaad. Dit wil echter niet zeggen, dat we daar aan mogen toegeven; integendeel, we moeten die geneigdheid bestrijden en ons ■eigen hart telkens onderzooken, of het nmchtsbeestje zich ook verheft. En nu op het terrein der annexatie. Dit is eigenlijk al een nieuw woord en toch ook weer oud. In heel oude tijden gingen vorsten en volken uit om een land te veroveren. Ook dit was, goed bezien a.1, wat de ge leerden noemen een euphemisme, dat wil zeggen een verzachtende uitdrukking, een omschrijving van iets onaangenaams of aanstootelijks. Men kon toch niet zeggen, ■dat een vorst een stuk land ging stelen! Dat klinkt zoo onaangenaam en dus ging hij het veroveren. Toen ook dit woord een leelijken klank kreeg, ging men niet meer veroveren, doch slechts an nexeer en, wat precies op hetzelfde neerkomt. Ja, man dreef het nog. verder en op een goeden dag, die later bleek een heel kwa de to zijn, kon men in de kranten lezen, dat Oostenrijk ertoe overgegaan was Bos nië te bezetten. Natuurlijk had men daarbij altijd een heel mooi doel. 't Was niet uit zucht tot machtsuitbrei ding, volstrekt niet; lees maar in do offi- cieele stukken en dan zal blijken, dat En geland wel verplicht was Egypte te bezet ten terwille van de Egyptenaren, die zoo ■onderdrukt werden door den Mahdi of door een ander. En moesten de Franschon en Spanjaar den niet Noord-Afrika hezelten om die menschen daar te doen declen in de vruchten van de beschaving? Dat men te gelijkertijd afzetgebieden kreeg voor de industrie was hijzaak, natuurlijk! Wij gruwen van die dingen enstel len alvast voor een of andere gemeente te annexeeren, waarbij we als reden op geven, dat de arbeiders daar zulke slech te woningen hebben en noodig in het be zit van hetero gesteld moeten worden. 1st dit nu in den grond der zaak iets anders, dan wat de groote mogendheden doen cn waardoor heel Europa op het oogenhlik een chaos is geworden? We hebben den President der Vereenig- do Staten van Noord-Amerika toege juicht, toen hij opkwam voor het zelf-be- stemmingsrecht der volken en we heb ben op de tanden geknarst, toen Frank rijk, België, Polen e.a. dit recht schon den. Maar geldt dit zelfbestemmingsrecht niet voor de inwoners van Nederlandsche ge meenten? Moeten die eenvoudig overgele verd worden aan de zucht naar macht der groote steden? Moeten die er voor boelen, als men daar de kunst niet ver staat de tering naar de nering te zetten? Maar er is toch nog zoo iets als „het algemeen belang"? Wel zeker: in het algemeen belang heb ben de Romeinscho keizers de Christenen vermoord, want die wilden naast God geen andere goden erkennen en zelfs niet aan de beeltenis van den Keizer eer be wijzen; in het algemeen belang heeft Bo dewijk XIV de dragonades bevolen, want er moest zijn „un roi, une loi, une foi", d.i. één Koning, één wet, één geloof. En vraag nu eens aan Trotzky en Lenin, waarom zij een wereldrevolutie hegecren, waarom zij de kerken sluiten en de geloo- vigen laten dcoden; hun antwoord zal zijn: dal eisckt het algemeen bslang. Domela Nieuwenhuis zei het heel kort: „men kan geen ommelet krijgen zonder eieren te breken." Laten wij, Christenen, toch vooral niet schermen met die uitdrukking „Algemeen belang", want die wordt in verreweg de meeste gevallen ten nadeele van Christus' Kerk gebruikt. Ik acht het een groot voorveckt, dat er in ons land nog autoriteiten gevonden worden, die rekening houden met het self-beschikkingsrecht der inwoners van een gemeente. Zoo was er b.v. eenige jaren geleden in de provincie Groningen ernstig sprake van gemeenten te combineeren: Hoogezand en Sappemeor vormen feitelijk één ge heel; zoo ook Oude- en Nieuwe Pekela; Veendam en Wildervank. Wie niet daar thuis behoort, zal niet licht de grens kun nen aanwijzen, 'k Moet zelfs erkennen, dat ook in mijn oogen de voordeelen van een paarsgewijze vereeniging veel groo- ter zouden zijn dan de nadeelen. Do voorbereidende werkzaamheden wa ren zoover gevorderd, dat voor Hooge zand en Sappemeer de dubbele raad reeds was gekozen. Toen echter bleek, dat de be volking er niet voor was en de toen maals volbloed liberale autoriteiten heb ben onmiddellijk van verdere pogingen afgezien en de zes genoemde gemeenten worden voorloopig niet tot drie ver- Dat deed het Nederlandsch vrijheidlie vend gemoed yoed, maar des te meer voelde ik pijn, toen ik niet lang daarna in gezelschap was van een rechtsch Bur gemeester uit een groote stad. Er was sprake van het bouwen in een naburig dorp. „Uitstekend", zei de Bur gemeester, „laten ze daar maar druk houwen en als alles dan volgebouwd is, zullen wij het wel annexeeren: wij kun nen die belastingen goed gebruiken." Mij komt het voor, dat wij, geloovige Christenen, behalve terwille van het recht der zelfbeschikking, nog om andere rede nen eer moeten ijveren tegen dan vóór uitbreiding der groote steden. Daarover echter in een volgend artikel. J. C. WIRTZ Cz. V Be Antithese. Toen Woensdagavond Mr. de Wilde te 's-Gravenhage in een openbare vergade ring optrad was onder de debaters ook do heer Coops de man van den Vrijheids bond. Dat wij ons, zoo verklaarde hij. zoo goed als uitsluitend tegen rechts richten, vindt daarin zijn oorzaak, dat de Vrij heidsbond vreest voor mufheid en duf heid en sufheid als rechts overwint. De sympathie van den Vrijheidsbond gaat niet naar de sociaal-democraten. Ze sluiten niet heb oog voor de groote ge varen van uiterst links. Maar zoo ging hij voort in het geestelijke vreezen wij meer van rechts en kunnen dus onze heul alleen zoeken bij links. Wij zijn niet bang voor de over- hee^sching der sociaal-democraten. Van rechts scheidt ons een wereld van links een kloof. Deze openhartige bekentenis is niet nieuw. Het is een bekende waarheid die door dezen Vrijheidsbonder werd uitgespro ken. Tusschen liberalisme en socialisme is geen principieel verschil. Hier is geestverwantschap. „Van rechts scheidt ons een wereld!" Daar is ze weer de vaak dood verklaar de antithese. Ze is er nog en doet hare werking nog altijd gevoelen. Onze raadsleden. De taak van onze Raadsleden is niet zoo gemakkelijk als het wel schijnt. Vraagstukken, zoowel van principieelen als van practischen aard vragen hunne aandacht en roepen om beslissing. Zij worden genoodzaakt zich er over uit te spreken. En ze kunnen het niet laten bij alge meenheden, maar ze moeten hun voor of tegen laten hooren. Dat is lang niet altijd gemakkelijk. Vaak wordt daarom behoefte gevoeld aan voorlichting. De Bond van Anti-revol. Gemeente raadsleden hoe nuttig overigens ook kan in deze behoefte niet voorzien. En wel worden door het Dr. A. Kuy- perhuis gaarne adviezen en inlichtingen verstrekt, maar dit is toch nog niet wat onze Raadsleden behoeven. Verklaarbaar is het daarom dat het plan is geopperd te komen tot de stich ting van een „Ring Ledden van A. R. Raadsleden". De gemeenten in dezen omtrek hebben veelal ongeveer dezelfde belangen. Dezelfde vraagstukken komen vaak aan de orde. Men stuit vaak op dezelfde moeilijk heden. Zeer gewenscht kan het daarom zijn, zoo nu en dan bijeen te komen, om over de meest urgente zaken onderling van ge dachten te wisselen. Er bestaat dan gelegenheid van eikaars ervaring en inzicht te profiteeren en op die wijze het peil van onze Gemeente bestuurders op te voeren. Verwacht mag dan ook "worden, dat, als straks een oproep tot „Ringvorming" uitgaat, zulk een oproep bij onze Raads leden in broeden kring weerklank zal vinden. V Nieuwe voorschriften. Over zaken van principieelen aard hebben onze Raadsleden vaak behoefte aan voorlichting. Maar dit geldt ook van de meer prac- tischo aangelegenheden. In dit opzicht mogen onze mannen bij hunne collega's niet achterstaan. Wij zijn wat dit betreft nog niet waar we moeten wezen. Do Gemeentewet bevat voor velen nog alteveel geheimenissen, evenals de voor schriften waarmee te rekenen valt. En niet zelden komt het voor, dat hier van door gewiekste burgemeesters ge bruik om niet te zeggen misbruik wordt gemaakt. Wij denken in dit verband aan de nieuwe begrootings- en rekeningsvoor schriften. Die voorschriften Waren tot nu toe in alle Provinciën verschillend. Maar dat wordt nu anders. Met ingang van 1 Januari 1924 zullen voor alle gemeenten nieuwe en gelijk luidende voorschriften van kracht wor den, welko voorschriften door den kring van griffiers (der Provinciale Staten) zijn ontworpen en door de Gedeputeerde Staten der verschillende provinciën zijn overgenomen. De begrootingen en rekeningen zullen er nu geheel anders uitzien dan tot nu toe het geval was. Wij krijgen nu het z.g. netto-systeem, Waarhij de inkomsten en uitgaven van iederen tak van dienst naast elkaar mor den geplaatst, en een behoorlijk overzicht wordt bevorderd. Dat is thans vaak onmogelijk na te gaan. Men kan b.v. de uitgaven en inkomsten voor het Onderwijs berekenen. Maar wie kan nagaan welk bedrag aan rente en aflossing daarbij in rekening moet wor den gebracht? Volgens het nieuwe systeem wordt dit anders. Alle uitgaven en inkomsten wor den naast elkaar geplaats, zoodat men een duidelijk en overzichtelijk beeld krijgt van de totale kosten van iederen tak van dienst. Men zal nu voortaan kunnen nagaan, „waar de centen blijven" Het spreekt vanzelf, dat onze Raads leden zich van deze nieuwe voorschrif ten op de hoogte hebben te stellen. Zouden bijeenkomsten, als hierboven bedoeld, daartoe niet dienstig kunnen zijn? ST^OSfilEtJÜS Kamer v. Koophandel en Fabrieken voor Rijnland. Jaarverslag 1922. Genoemde Kamer, die alhier is geves tigd, heeft thans in een jaarverslag een overzicht aangeboden van do werkzaam heden, door haar in het eerste jaar na de reorganisatie 1 April '221 April '23 verricht. De Kamer bestaat thans uit 26 loden te weten: Grootbedrijf: D. ten Gate Brouwer en J. Spreij te Alphen a. d. Rijn; P. Boot Sr. to Leiderdorp; N. G. F. van Ginkel, P. A. do Gooyer, J. Heringa, J. F. X. Sanders, A. L. Smits, Th. G. F. Stijn- man, H. W. Tieleman Jr. en P. A. Wer- nink te Leiden;P. Meerburg te Katwijk a. Zee; G. G. J. Alkemade te Noordwijk. Kleinbedrijf: H. v. Zonneveld te Sas- senheim; M. v. d. Boom en G. J. v. d. Kolk te Alphen a. d. Rijn; J. P. Creijgh- ton, Joh. Dekker, G. J. M. J. Molken- hoer, A. Mulder, J. v. d. Steen en R. de Wilde te Leiden; P. de Jong Gzn. te Al kemade; W. v. d. Laan te Voorhout; R. Ouwehand en G. v. Schie te Katwijk aan Zee. Voorts beschikt de Kamer over een comm. v. Financiën, welke door haar bureau wordt gevormd; een comm. voor het Verslag, die op dezelfde wijze wordt samengesteld en waaraan is toegevoegd de heer A. L. Smits. Een comm. voor het Handelsregister. Leden: N. G. F. v. Ginkel, Th. G. F. Stijnman, G. G. J. Alkemade en J. v. d. Steen (voorzitter sedert Jan. j.l.) Een commissie voor Vervoer, Post en Telegrafie. Leden: W. H. Tieleman Jr., P. A. Wernink, G. J. v. d. Kolk, R. de Wil de en W. v. d. Laan (voorzitter sedert 1 Jan.) De comm. voor het Marktwezen. Leden: 'Joh. Dekker, P. de Jong Czrn, G. van Schie en J. P. Creyghton (Voorzitter). Het verslag vangt aan met eenige me dedeelingen over do huidige samenstel ling der Kamer, en van de verschillende „afdeelingen". Voorts bevat het een overzicht over de in do verschillende vergaderingen behan delde onderwerpen, adressen enz., alsook van sommige gevallen waarbij do bemid deling der Kamer werd verzocht. Wat het Handelsregister betreft, op 1 April 1922 bedroeg het aantal ingeschre ven handelszaken 2405, welk aantal in do overige maanden van dat jaar nog met 475 weTd verhoogd, zoodat op 31 Dec. 1922 in totaal 2880 handelszaken stonden, ingeschreven» Van de uitgave van de „Mededeelingen" worden tevens eenige gunstige resultaten Het grootste gedeelte van het verslag, dat in totaal 106 bladzijden beslaat, is gewijd aan een overzicht van Handel en Nijverheid in het District Rijnland, waarin achtereenvolgens een 29-tal be drijven worden behandeld, behalve de tram- en waterleidingmaatschappijen en gemeente-bedrijven, waarover het even eens mededeelingen bevat. Ook aan de statistiek betreffende de arbeidsgelegenheid, werkloosheid, werk verschaffing, werk stallingen, uitsluitin gen enz. is een ruime plaats toegekend. Een opgave met korte beschrijving van de door de Kamer verzonden adressen geeft voorts eenigermate een beeld van de werkzaamheden, waaruit blijkt dat de Kamers thans een positie van heteekenis innemen op maatschappelijk gebied, het geen er van zelf toe leidt, dat reeds hij voorbaat met haar wordt gerekend. Naar wij vernemen is het maken een er teekening (stadsgezicht in Leiden) voor het aan H.M. de Koningin aan te bieden album, opgedragen aan onzen stadgenoot, den kunstschilder A. J. van Driessen. Eenige leden der Ncderl. Herv. Ge meente alhier hebben een commissie ge vormd, welke zal trachten gelden te ver zamelen voor de restauratie van de Mare- kerk. - Wij maken er attent op dat Maan dag a.s. voor de deelnemenden aan den illustren 3-October-Optocht gelegenheid bestaat, de maten voor de costumes te doen opnemen. Wie dus correct gekleed wil gaan, be- geve zich naar „Zomerzorg" (8 uur). Men leze verder de waarschuwing van het bestuur in de advertentie van het vorige nummer. Gisteren werd op het Levendaal de 7-jarigo Greta B., een boek ontrukt door een naar schatting 10-jarig meisje. Het was een boek in prachtband, en getiteld „De Sprookjes van Ander&en." Tegen twee personen, B. en M., is proces-verbaal opgemaakt wegens huis vredebreuk, daar zij bij H. op den L. Rijn dijk een paar fietsen weghaalden, die hun weliswaar toebehoorden, maar waarop eenig geld was afgegeven, zoodat de per soon die de voorwerpen zoolang had ge stald, niet erg over zijn clientele tevreden Bij den directeur van den Markt- en Havendienst zijn inlichtingen te bekomen omtrent een schaap, dat op de markt van 15 Juni j.l. per abuis door een boer was meegenomen. Leerplichtwet. Er loopen omtrent de door den Minis ter van Onderwijs voorgestelde wijziging der Leerplichtwet zulke vreemde verha len, zegt do Maasbode, dat eenige op heldering gewenscht mag heeten. De Lager Onderwijswet van 9 October 1920 schrijft voor, dat het gewoon lager onderwijs wordt gegeven in scholen met ten minste zeven achtereenvolgende leer jaren, doch bevat tevens een overgangs bepaling, waarbij aan de niet sedert 1 Jan. 1921 gereorganiseerde scholen vrij stelling van het nakomen der verplich ting van een zevende leerjaar wordt ver leend tot 1 Jan. 1925. Verzuimd werd in de Leerplichtwet eveneens een overgangsbepaling tot 1 Ja nuari 1925 op te nemen, met gevolg, dat er nu conflict is tusschen heide wetten. Volgens de Leerplichtwet zouden ouders verplicht worden hun kind zeven jaar naar de school te zenden, terwijl volgens de Lager Onderwijswet tot 1 Ja nuari 1925 geen zevende leerjaar behoeft te zijn. Door de voorgestelde wijziging wensch- te de Minister volkomen rationeel heide wetten met elkaar in overeenstem ming te brengen door ook do leerver plichting voor het zevende leerjaar op te schorten tot 1 Januari 1925. Dcor sommigen' werd echter in het hoogst eenvoudig en rationeel voorstel een aanslag op het zevende leerjaar, ja zelfs op de Arbeidswet gezier* hetgeen ertoe heeft geleid, dat de Minister ver zocht heeft de behandeling uit te stellen, Aan het Zoeklicht Leiden, 23 Juni 1923. Er gaat zoo las ik ergens een golf 1 van ontevredenheid over ons land. Ik weet niet of dit juist is. I Geklaagd wordt er wel. Over de slechte tijden, over het slechte weer, overf menschen en zaken, ja, waarover niet. Nu kan daarvoor wel eens reden zijn. Maar me dunkt, hier past toch ook wel een weinig voorzichtigheid. We loopen toch zoo licht gevaar, al klagende on dankbaar te worden en de groote zege ningen, die we ontvangen, over 't hoofd te zien. Ik wil niet trachten ze op te noemen. Maar op één ding wil ik toch wijzen. Deze week werd een Congres voor In wendige Zending gehouden. En op dat Congres werd een Bood schap van H.M. onze Koningin voorge lezen. Een Koninklijk woord was het. Een Oranjetelg waardig. Aangedrongen werd op het zooken van eenheid in Christus. En daarbij gevoegd de bede: „Moge de zoekende liefde van onzen Heiland U den weg wijzen tot tegemoetkoming aan de diepste behoeften van onzen tijd en schen- ke Gods Geest U bij vernieuwing de gaven en krachten, die deze vprheven taak vor dert". Klagen kan goed zijn Maar vergeten wij nooit hoe rijk we zijn en hoe bewelda digd. Want rijk is het land en gezegend, dat zulk een Vorstin mag bezitten. OBSERVATOR. en het zoude ons niet verwonderen, in dien daar niets meer van kwam. Feitelijk kan de wijziging ook gevoeg lijk achterwege blijven: alleen wettelijk was ze noodig, en de Minister beeft in zooverre zijn goeden wil getoond wes halve hem later geen verwijt treffen kan. Feitelijk heeft men zich echter reeds 2# jaar gered, en zal men zich de nu resteerende 1# jaar ook nog wel weten te redden, ook al zendt dp Minister geen verdere circulaire. Waar geen zevende leerjaar is beta geen zich voordoet in verschillende plat telandsgemeenten zal het schooltoet zicht de bevolking wel niet dwingen de kinderen nu tweemaal het zesde leerjaar te doeD volgen, doch kalm afwachten tot 1 Januari 1925, wanneer nltes van zelf in orde komt. Gelijk men ziet, bestaat er dus n et de minste grond allerlei gewichtige be schouwingen vast te knoonen aan bet uit stel van behandeling. Alleen wettelijk ware het. frr ge weest de wijziging tot stand te brengen, wijl dan wettelijke grondslag zou bobben, gehad, hetgeen nu tot 1 Januari 1925 op sommige plaatsen feitelijk zal moeten toegelaten worden. De débacle van de Chr. „Amsterdammer". Naar de Tele gr. verneemt staat bot thans wel vast, dat tot een strafrechtelij ke vervolging van den heer Ingwersen de ex-directeur van de „Amsterdammer" zal worden overgegaan op grond van het publiceeren van valscho balansen en het op valschc voorspiegelingen verkrijgen van gelden van een aantal personen, dio meenden hun geld in do Chr. Amster dammer" te steken. Het onderzoek van den recht .'-com missaris, mr. de Vries, duurt in deze zeer omvangrijke zaak nog steeds voort. Binnenkort zal nog een tweede rechter commissaris in deze zaak worden aange wezen. Voorts is er, op grond van hetgeen reeds uit de verhooren van tal van getui gen gebleken is, sprake van dat ook een tweetal commissarissen van de-oude Chr. „Amsterdammer" strafrechtelijk vervolgd zal worden in verband met gebleken on regelmatigheden bij een kapitaaluitbrei ding ten behoeve van de Chr. „Amster dammer". Bovendien zijn door het z.g. comité-van Leeuwen civiele acties tegen de commis sarissen ingesteld ten einde terugbeta ling te verkrijgen van de op de obligaties van de „Amsterdammer" gestorte gelden. De actie voor een nieuw dagblad van het comité-Gerritsen heeft tot dusverre evenmin resultaat gehad; de uitgifte van een weekblad door Ingwersen heeft, na dat drie nummers verschenen waren, op aanraden der justitie een einde geno men. Gelijk we reeds schreven duurt het voor onderzoek in de zaak tegen den ex-direc- teur ononderbroken vootL Nog gister middag zijn verschillende getuigen ge hoord en met I. geconfronteerd. Ondanks het feit, -dat reeds op 6 October 1922 do eerste klachten van do zijde van het co mité-van Leeuwen tegen den ex-directeur hij de justitie waren ingediend, is het volledig onderzoek eerst sinds een paar maanden aan den gang. O.a. zijn reeda de grootste crediteuren van do „Amster dammer" gehoord. Gebleken is, dat het geld van de „Amsterdammer" voor velo doeleinden, biliten de krant om, gebruikt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1