abonnementsprijs
Dagblad voor Leiden @n Omstreken.
IEDWE LEIDSCHE COURANT
t In LoidGn en buiten Leiden
v/aar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal ......f2.90
40e JAARGANG. - ZATERDAG 23 JUNI 1923 - No. 967
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel int. 8278 - Postrekening 58938
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 22# ceng 1
Ingezonden Mededeelingen, dubbel v&rieS j
CBij contract, belangrijke reductie. j
Kleine advertentië'n bij vooruitbetaal J
ling van ten hoogste 80 woorden, wordefl
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
Bit lausnBïisp bestaat uit 4weo
blarïsni
ANNEXATIE.
In „Daniël Sils", geschreven door J. J.
Gremer komt o.a. voor tante Trom, die
huishoudster is hij een ongerouwden on
derwijzer en hem telkens herinnert aan
do woorden van Paulus: „Het is een
mensch goed geen vrouw aan te raken."
Toen zij echter later door het hoofd van
een naburige school ten huwelijk ge
vraagd werd, huwde ze met meester Do
ren en vertelde aan ieder, die het hooren
wilde, dat zij nu een heter inzicht in
1 Corinthe 7 gekregen had.
We willen allicht om tante Trom
lachen, maar laten we daarmee even
wachten: misschien blijkt het, dat we nog
familie van haar zijn, want hetzelfde ver
schijnsel doet zich op ieder gebied voor.
'k Heb onderwijzers gekend, die sterk
ijverden voor de zelfstandigheid van den
klasse-onderwijzer, maar die later zelf
hoofd werden en dan een heel ander in
zicht kregen in die verhouding, 'k Heb
hoofden van scholen ontmoet, die duchtig
toornden op het schooltoezicht, als dit
zich wilde bemoeien met den inhoud, van
het leerplan: ze kwamen zelf hij het
schooltoezicht en eischten meer invloed
op de samenstelling van het leerplan dan
de wet hun toeliet. En als een burgemees
ter lid wordt van Gedeputeerde Staten,
wijzigen zich dan nooit zijn gedachten
over de autonomie dhr gemeenten?
Laten we eerlijk wezen en erkennen,
dat de begeerte naar macht ons allen te
sterk kan worden, wanneer we de gele
genheid krijgen op een of ander gebied
macht te oefenen: we zijn geneigd tot
allo kwaad.
Dit wil echter niet zeggen, dat we daar
aan mogen toegeven; integendeel, we
moeten die geneigdheid bestrijden en ons
■eigen hart telkens onderzooken, of het
nmchtsbeestje zich ook verheft.
En nu op het terrein der annexatie.
Dit is eigenlijk al een nieuw woord en
toch ook weer oud. In heel oude tijden
gingen vorsten en volken uit om een land
te veroveren.
Ook dit was, goed bezien a.1, wat de ge
leerden noemen een euphemisme, dat wil
zeggen een verzachtende uitdrukking, een
omschrijving van iets onaangenaams of
aanstootelijks. Men kon toch niet zeggen,
■dat een vorst een stuk land ging stelen!
Dat klinkt zoo onaangenaam en dus ging
hij het veroveren. Toen ook dit woord
een leelijken klank kreeg, ging men niet
meer veroveren, doch slechts an
nexeer en, wat precies op hetzelfde
neerkomt.
Ja, man dreef het nog. verder en op een
goeden dag, die later bleek een heel kwa
de to zijn, kon men in de kranten lezen,
dat Oostenrijk ertoe overgegaan was Bos
nië te bezetten.
Natuurlijk had men daarbij altijd een
heel mooi doel.
't Was niet uit zucht tot machtsuitbrei
ding, volstrekt niet; lees maar in do offi-
cieele stukken en dan zal blijken, dat En
geland wel verplicht was Egypte te bezet
ten terwille van de Egyptenaren, die zoo
■onderdrukt werden door den Mahdi of
door een ander.
En moesten de Franschon en Spanjaar
den niet Noord-Afrika hezelten om die
menschen daar te doen declen in de
vruchten van de beschaving? Dat men te
gelijkertijd afzetgebieden kreeg voor de
industrie was hijzaak, natuurlijk!
Wij gruwen van die dingen enstel
len alvast voor een of andere gemeente
te annexeeren, waarbij we als reden op
geven, dat de arbeiders daar zulke slech
te woningen hebben en noodig in het be
zit van hetero gesteld moeten worden.
1st dit nu in den grond der zaak iets
anders, dan wat de groote mogendheden
doen cn waardoor heel Europa op het
oogenhlik een chaos is geworden?
We hebben den President der Vereenig-
do Staten van Noord-Amerika toege
juicht, toen hij opkwam voor het zelf-be-
stemmingsrecht der volken en we heb
ben op de tanden geknarst, toen Frank
rijk, België, Polen e.a. dit recht schon
den.
Maar geldt dit zelfbestemmingsrecht niet
voor de inwoners van Nederlandsche ge
meenten? Moeten die eenvoudig overgele
verd worden aan de zucht naar macht
der groote steden? Moeten die er voor
boelen, als men daar de kunst niet ver
staat de tering naar de nering te zetten?
Maar er is toch nog zoo iets als „het
algemeen belang"?
Wel zeker: in het algemeen belang heb
ben de Romeinscho keizers de Christenen
vermoord, want die wilden naast God
geen andere goden erkennen en zelfs niet
aan de beeltenis van den Keizer eer be
wijzen; in het algemeen belang heeft Bo
dewijk XIV de dragonades bevolen, want
er moest zijn „un roi, une loi, une foi",
d.i. één Koning, één wet, één geloof. En
vraag nu eens aan Trotzky en Lenin,
waarom zij een wereldrevolutie hegecren,
waarom zij de kerken sluiten en de geloo-
vigen laten dcoden; hun antwoord zal
zijn: dal eisckt het algemeen bslang.
Domela Nieuwenhuis zei het heel
kort: „men kan geen ommelet krijgen
zonder eieren te breken."
Laten wij, Christenen, toch vooral niet
schermen met die uitdrukking „Algemeen
belang", want die wordt in verreweg de
meeste gevallen ten nadeele van Christus'
Kerk gebruikt.
Ik acht het een groot voorveckt, dat er
in ons land nog autoriteiten gevonden
worden, die rekening houden met het
self-beschikkingsrecht der inwoners van
een gemeente.
Zoo was er b.v. eenige jaren geleden in
de provincie Groningen ernstig sprake
van gemeenten te combineeren: Hoogezand
en Sappemeor vormen feitelijk één ge
heel; zoo ook Oude- en Nieuwe Pekela;
Veendam en Wildervank. Wie niet daar
thuis behoort, zal niet licht de grens kun
nen aanwijzen, 'k Moet zelfs erkennen,
dat ook in mijn oogen de voordeelen van
een paarsgewijze vereeniging veel groo-
ter zouden zijn dan de nadeelen.
Do voorbereidende werkzaamheden wa
ren zoover gevorderd, dat voor Hooge
zand en Sappemeer de dubbele raad reeds
was gekozen. Toen echter bleek, dat de be
volking er niet voor was en de toen
maals volbloed liberale autoriteiten heb
ben onmiddellijk van verdere pogingen
afgezien en de zes genoemde gemeenten
worden voorloopig niet tot drie ver-
Dat deed het Nederlandsch vrijheidlie
vend gemoed yoed, maar des te meer
voelde ik pijn, toen ik niet lang daarna
in gezelschap was van een rechtsch Bur
gemeester uit een groote stad.
Er was sprake van het bouwen in een
naburig dorp. „Uitstekend", zei de Bur
gemeester, „laten ze daar maar druk
houwen en als alles dan volgebouwd is,
zullen wij het wel annexeeren: wij kun
nen die belastingen goed gebruiken."
Mij komt het voor, dat wij, geloovige
Christenen, behalve terwille van het recht
der zelfbeschikking, nog om andere rede
nen eer moeten ijveren tegen dan
vóór uitbreiding der groote steden.
Daarover echter in een volgend artikel.
J. C. WIRTZ Cz.
V Be Antithese.
Toen Woensdagavond Mr. de Wilde te
's-Gravenhage in een openbare vergade
ring optrad was onder de debaters ook
do heer Coops de man van den Vrijheids
bond.
Dat wij ons, zoo verklaarde hij. zoo
goed als uitsluitend tegen rechts richten,
vindt daarin zijn oorzaak, dat de Vrij
heidsbond vreest voor mufheid en duf
heid en sufheid als rechts overwint.
De sympathie van den Vrijheidsbond
gaat niet naar de sociaal-democraten.
Ze sluiten niet heb oog voor de groote ge
varen van uiterst links.
Maar zoo ging hij voort in het
geestelijke vreezen wij meer van rechts
en kunnen dus onze heul alleen zoeken
bij links. Wij zijn niet bang voor de over-
hee^sching der sociaal-democraten. Van
rechts scheidt ons een wereld
van links een kloof.
Deze openhartige bekentenis is niet
nieuw.
Het is een bekende waarheid die door
dezen Vrijheidsbonder werd uitgespro
ken.
Tusschen liberalisme en socialisme is
geen principieel verschil.
Hier is geestverwantschap.
„Van rechts scheidt ons een wereld!"
Daar is ze weer de vaak dood verklaar
de antithese.
Ze is er nog en doet hare werking nog
altijd gevoelen.
Onze raadsleden.
De taak van onze Raadsleden is niet
zoo gemakkelijk als het wel schijnt.
Vraagstukken, zoowel van principieelen
als van practischen aard vragen hunne
aandacht en roepen om beslissing.
Zij worden genoodzaakt zich er over
uit te spreken.
En ze kunnen het niet laten bij alge
meenheden, maar ze moeten hun voor of
tegen laten hooren.
Dat is lang niet altijd gemakkelijk.
Vaak wordt daarom behoefte gevoeld
aan voorlichting.
De Bond van Anti-revol. Gemeente
raadsleden hoe nuttig overigens ook
kan in deze behoefte niet voorzien.
En wel worden door het Dr. A. Kuy-
perhuis gaarne adviezen en inlichtingen
verstrekt, maar dit is toch nog niet wat
onze Raadsleden behoeven.
Verklaarbaar is het daarom dat het
plan is geopperd te komen tot de stich
ting van een „Ring Ledden van A. R.
Raadsleden".
De gemeenten in dezen omtrek hebben
veelal ongeveer dezelfde belangen.
Dezelfde vraagstukken komen vaak aan
de orde.
Men stuit vaak op dezelfde moeilijk
heden.
Zeer gewenscht kan het daarom zijn,
zoo nu en dan bijeen te komen, om over
de meest urgente zaken onderling van ge
dachten te wisselen.
Er bestaat dan gelegenheid van eikaars
ervaring en inzicht te profiteeren en op
die wijze het peil van onze Gemeente
bestuurders op te voeren.
Verwacht mag dan ook "worden, dat, als
straks een oproep tot „Ringvorming"
uitgaat, zulk een oproep bij onze Raads
leden in broeden kring weerklank zal
vinden.
V Nieuwe voorschriften.
Over zaken van principieelen aard
hebben onze Raadsleden vaak behoefte
aan voorlichting.
Maar dit geldt ook van de meer prac-
tischo aangelegenheden.
In dit opzicht mogen onze mannen bij
hunne collega's niet achterstaan.
Wij zijn wat dit betreft nog niet waar
we moeten wezen.
Do Gemeentewet bevat voor velen nog
alteveel geheimenissen, evenals de voor
schriften waarmee te rekenen valt.
En niet zelden komt het voor, dat hier
van door gewiekste burgemeesters ge
bruik om niet te zeggen misbruik
wordt gemaakt.
Wij denken in dit verband aan de
nieuwe begrootings- en rekeningsvoor
schriften.
Die voorschriften Waren tot nu toe in
alle Provinciën verschillend.
Maar dat wordt nu anders.
Met ingang van 1 Januari 1924 zullen
voor alle gemeenten nieuwe en gelijk
luidende voorschriften van kracht wor
den, welko voorschriften door den kring
van griffiers (der Provinciale Staten)
zijn ontworpen en door de Gedeputeerde
Staten der verschillende provinciën zijn
overgenomen.
De begrootingen en rekeningen zullen
er nu geheel anders uitzien dan tot nu
toe het geval was.
Wij krijgen nu het z.g. netto-systeem,
Waarhij de inkomsten en uitgaven van
iederen tak van dienst naast elkaar mor
den geplaatst, en een behoorlijk overzicht
wordt bevorderd.
Dat is thans vaak onmogelijk na te
gaan.
Men kan b.v. de uitgaven en inkomsten
voor het Onderwijs berekenen. Maar wie
kan nagaan welk bedrag aan rente en
aflossing daarbij in rekening moet wor
den gebracht?
Volgens het nieuwe systeem wordt dit
anders. Alle uitgaven en inkomsten wor
den naast elkaar geplaats, zoodat men
een duidelijk en overzichtelijk beeld
krijgt van de totale kosten van iederen
tak van dienst.
Men zal nu voortaan kunnen nagaan,
„waar de centen blijven"
Het spreekt vanzelf, dat onze Raads
leden zich van deze nieuwe voorschrif
ten op de hoogte hebben te stellen.
Zouden bijeenkomsten, als hierboven
bedoeld, daartoe niet dienstig kunnen
zijn?
ST^OSfilEtJÜS
Kamer v. Koophandel en Fabrieken voor
Rijnland.
Jaarverslag 1922.
Genoemde Kamer, die alhier is geves
tigd, heeft thans in een jaarverslag een
overzicht aangeboden van do werkzaam
heden, door haar in het eerste jaar na de
reorganisatie 1 April '221 April '23
verricht.
De Kamer bestaat thans uit 26 loden
te weten:
Grootbedrijf: D. ten Gate Brouwer en
J. Spreij te Alphen a. d. Rijn; P. Boot
Sr. to Leiderdorp; N. G. F. van Ginkel,
P. A. do Gooyer, J. Heringa, J. F. X.
Sanders, A. L. Smits, Th. G. F. Stijn-
man, H. W. Tieleman Jr. en P. A. Wer-
nink te Leiden;P. Meerburg te Katwijk
a. Zee; G. G. J. Alkemade te Noordwijk.
Kleinbedrijf: H. v. Zonneveld te Sas-
senheim; M. v. d. Boom en G. J. v. d.
Kolk te Alphen a. d. Rijn; J. P. Creijgh-
ton, Joh. Dekker, G. J. M. J. Molken-
hoer, A. Mulder, J. v. d. Steen en R. de
Wilde te Leiden; P. de Jong Gzn. te Al
kemade; W. v. d. Laan te Voorhout; R.
Ouwehand en G. v. Schie te Katwijk aan
Zee.
Voorts beschikt de Kamer over een
comm. v. Financiën, welke door haar
bureau wordt gevormd; een comm. voor
het Verslag, die op dezelfde wijze wordt
samengesteld en waaraan is toegevoegd
de heer A. L. Smits.
Een comm. voor het Handelsregister.
Leden: N. G. F. v. Ginkel, Th. G. F.
Stijnman, G. G. J. Alkemade en J. v. d.
Steen (voorzitter sedert Jan. j.l.)
Een commissie voor Vervoer, Post en
Telegrafie. Leden: W. H. Tieleman Jr., P.
A. Wernink, G. J. v. d. Kolk, R. de Wil
de en W. v. d. Laan (voorzitter sedert 1
Jan.)
De comm. voor het Marktwezen. Leden:
'Joh. Dekker, P. de Jong Czrn, G. van
Schie en J. P. Creyghton (Voorzitter).
Het verslag vangt aan met eenige me
dedeelingen over do huidige samenstel
ling der Kamer, en van de verschillende
„afdeelingen".
Voorts bevat het een overzicht over de
in do verschillende vergaderingen behan
delde onderwerpen, adressen enz., alsook
van sommige gevallen waarbij do bemid
deling der Kamer werd verzocht.
Wat het Handelsregister betreft, op 1
April 1922 bedroeg het aantal ingeschre
ven handelszaken 2405, welk aantal in
do overige maanden van dat jaar nog
met 475 weTd verhoogd, zoodat op 31
Dec. 1922 in totaal 2880 handelszaken
stonden, ingeschreven»
Van de uitgave van de „Mededeelingen"
worden tevens eenige gunstige resultaten
Het grootste gedeelte van het verslag,
dat in totaal 106 bladzijden beslaat, is
gewijd aan een overzicht van Handel en
Nijverheid in het District Rijnland,
waarin achtereenvolgens een 29-tal be
drijven worden behandeld, behalve de
tram- en waterleidingmaatschappijen en
gemeente-bedrijven, waarover het even
eens mededeelingen bevat.
Ook aan de statistiek betreffende de
arbeidsgelegenheid, werkloosheid, werk
verschaffing, werk stallingen, uitsluitin
gen enz. is een ruime plaats toegekend.
Een opgave met korte beschrijving van
de door de Kamer verzonden adressen
geeft voorts eenigermate een beeld van de
werkzaamheden, waaruit blijkt dat de
Kamers thans een positie van heteekenis
innemen op maatschappelijk gebied, het
geen er van zelf toe leidt, dat reeds hij
voorbaat met haar wordt gerekend.
Naar wij vernemen is het maken
een er teekening (stadsgezicht in Leiden)
voor het aan H.M. de Koningin aan te
bieden album, opgedragen aan onzen
stadgenoot, den kunstschilder A. J. van
Driessen.
Eenige leden der Ncderl. Herv. Ge
meente alhier hebben een commissie ge
vormd, welke zal trachten gelden te ver
zamelen voor de restauratie van de Mare-
kerk.
- Wij maken er attent op dat Maan
dag a.s. voor de deelnemenden aan den
illustren 3-October-Optocht gelegenheid
bestaat, de maten voor de costumes te
doen opnemen.
Wie dus correct gekleed wil gaan, be-
geve zich naar „Zomerzorg" (8 uur).
Men leze verder de waarschuwing van
het bestuur in de advertentie van het
vorige nummer.
Gisteren werd op het Levendaal de
7-jarigo Greta B., een boek ontrukt door
een naar schatting 10-jarig meisje. Het
was een boek in prachtband, en getiteld
„De Sprookjes van Ander&en."
Tegen twee personen, B. en M., is
proces-verbaal opgemaakt wegens huis
vredebreuk, daar zij bij H. op den L. Rijn
dijk een paar fietsen weghaalden, die hun
weliswaar toebehoorden, maar waarop
eenig geld was afgegeven, zoodat de per
soon die de voorwerpen zoolang had ge
stald, niet erg over zijn clientele tevreden
Bij den directeur van den Markt- en
Havendienst zijn inlichtingen te bekomen
omtrent een schaap, dat op de markt van
15 Juni j.l. per abuis door een boer was
meegenomen.
Leerplichtwet.
Er loopen omtrent de door den Minis
ter van Onderwijs voorgestelde wijziging
der Leerplichtwet zulke vreemde verha
len, zegt do Maasbode, dat eenige op
heldering gewenscht mag heeten.
De Lager Onderwijswet van 9 October
1920 schrijft voor, dat het gewoon lager
onderwijs wordt gegeven in scholen met
ten minste zeven achtereenvolgende leer
jaren, doch bevat tevens een overgangs
bepaling, waarbij aan de niet sedert 1
Jan. 1921 gereorganiseerde scholen vrij
stelling van het nakomen der verplich
ting van een zevende leerjaar wordt ver
leend tot 1 Jan. 1925.
Verzuimd werd in de Leerplichtwet
eveneens een overgangsbepaling tot 1 Ja
nuari 1925 op te nemen, met gevolg, dat
er nu conflict is tusschen heide wetten.
Volgens de Leerplichtwet zouden
ouders verplicht worden hun kind zeven
jaar naar de school te zenden, terwijl
volgens de Lager Onderwijswet tot 1 Ja
nuari 1925 geen zevende leerjaar behoeft
te zijn.
Door de voorgestelde wijziging wensch-
te de Minister volkomen rationeel
heide wetten met elkaar in overeenstem
ming te brengen door ook do leerver
plichting voor het zevende leerjaar op te
schorten tot 1 Januari 1925.
Dcor sommigen' werd echter in het
hoogst eenvoudig en rationeel voorstel
een aanslag op het zevende leerjaar, ja
zelfs op de Arbeidswet gezier* hetgeen
ertoe heeft geleid, dat de Minister ver
zocht heeft de behandeling uit te stellen,
Aan het Zoeklicht
Leiden, 23 Juni 1923.
Er gaat zoo las ik ergens een golf 1
van ontevredenheid over ons land.
Ik weet niet of dit juist is. I
Geklaagd wordt er wel. Over de
slechte tijden, over het slechte weer, overf
menschen en zaken, ja, waarover niet.
Nu kan daarvoor wel eens reden zijn.
Maar me dunkt, hier past toch ook wel
een weinig voorzichtigheid. We loopen
toch zoo licht gevaar, al klagende on
dankbaar te worden en de groote zege
ningen, die we ontvangen, over 't hoofd
te zien.
Ik wil niet trachten ze op te noemen.
Maar op één ding wil ik toch wijzen.
Deze week werd een Congres voor In
wendige Zending gehouden.
En op dat Congres werd een Bood
schap van H.M. onze Koningin voorge
lezen.
Een Koninklijk woord was het.
Een Oranjetelg waardig.
Aangedrongen werd op het zooken van
eenheid in Christus.
En daarbij gevoegd de bede: „Moge de
zoekende liefde van onzen Heiland U den
weg wijzen tot tegemoetkoming aan de
diepste behoeften van onzen tijd en schen-
ke Gods Geest U bij vernieuwing de gaven
en krachten, die deze vprheven taak vor
dert".
Klagen kan goed zijn
Maar vergeten wij nooit hoe rijk we
zijn en hoe bewelda digd.
Want rijk is het land en gezegend, dat
zulk een Vorstin mag bezitten.
OBSERVATOR.
en het zoude ons niet verwonderen, in
dien daar niets meer van kwam.
Feitelijk kan de wijziging ook gevoeg
lijk achterwege blijven: alleen wettelijk
was ze noodig, en de Minister beeft in
zooverre zijn goeden wil getoond wes
halve hem later geen verwijt treffen kan.
Feitelijk heeft men zich echter reeds
2# jaar gered, en zal men zich de nu
resteerende 1# jaar ook nog wel weten
te redden, ook al zendt dp Minister geen
verdere circulaire.
Waar geen zevende leerjaar is beta
geen zich voordoet in verschillende plat
telandsgemeenten zal het schooltoet
zicht de bevolking wel niet dwingen de
kinderen nu tweemaal het zesde leerjaar
te doeD volgen, doch kalm afwachten tot
1 Januari 1925, wanneer nltes van zelf
in orde komt.
Gelijk men ziet, bestaat er dus n et de
minste grond allerlei gewichtige be
schouwingen vast te knoonen aan bet uit
stel van behandeling.
Alleen wettelijk ware het. frr ge
weest de wijziging tot stand te brengen,
wijl dan wettelijke grondslag zou bobben,
gehad, hetgeen nu tot 1 Januari 1925 op
sommige plaatsen feitelijk zal moeten
toegelaten worden.
De débacle van de Chr. „Amsterdammer".
Naar de Tele gr. verneemt staat bot
thans wel vast, dat tot een strafrechtelij
ke vervolging van den heer Ingwersen
de ex-directeur van de „Amsterdammer"
zal worden overgegaan op grond van het
publiceeren van valscho balansen en het
op valschc voorspiegelingen verkrijgen
van gelden van een aantal personen, dio
meenden hun geld in do Chr. Amster
dammer" te steken.
Het onderzoek van den recht .'-com
missaris, mr. de Vries, duurt in deze
zeer omvangrijke zaak nog steeds voort.
Binnenkort zal nog een tweede rechter
commissaris in deze zaak worden aange
wezen.
Voorts is er, op grond van hetgeen
reeds uit de verhooren van tal van getui
gen gebleken is, sprake van dat ook een
tweetal commissarissen van de-oude Chr.
„Amsterdammer" strafrechtelijk vervolgd
zal worden in verband met gebleken on
regelmatigheden bij een kapitaaluitbrei
ding ten behoeve van de Chr. „Amster
dammer".
Bovendien zijn door het z.g. comité-van
Leeuwen civiele acties tegen de commis
sarissen ingesteld ten einde terugbeta
ling te verkrijgen van de op de obligaties
van de „Amsterdammer" gestorte gelden.
De actie voor een nieuw dagblad van
het comité-Gerritsen heeft tot dusverre
evenmin resultaat gehad; de uitgifte van
een weekblad door Ingwersen heeft, na
dat drie nummers verschenen waren, op
aanraden der justitie een einde geno
men.
Gelijk we reeds schreven duurt het voor
onderzoek in de zaak tegen den ex-direc-
teur ononderbroken vootL Nog gister
middag zijn verschillende getuigen ge
hoord en met I. geconfronteerd. Ondanks
het feit, -dat reeds op 6 October 1922 do
eerste klachten van do zijde van het co
mité-van Leeuwen tegen den ex-directeur
hij de justitie waren ingediend, is het
volledig onderzoek eerst sinds een paar
maanden aan den gang. O.a. zijn reeda
de grootste crediteuren van do „Amster
dammer" gehoord. Gebleken is, dat het
geld van de „Amsterdammer" voor velo
doeleinden, biliten de krant om, gebruikt