Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURANT ABORÜEÜEÜTSPR9JS In Leiden en bulten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 4tie JAARGANG. - DINSDAG 12 JUNI 1923 - No. 957 Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. int. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS ^Gewone advertentiën per regel 22& cenfc CIngezonden Mededeelingen, dubbel tariefi 'Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, wordetil dagelijks geplaatst ad 50 cent. f V Georganiseerd overleg. In Het Volk hebben de Sociaal De mocratische Wethouder van Amsterdam, de heer De Miranda en de secretaris van den rooden Gemeente- werkliedenbond het met elkaar aan den stok over het Geor ganiseerd Overleg in verband met de in voering van de 48-urige werkweek. Opvallend is het sterke wantrou wen dat er tusschen deze beide heeren beslaat. De laatste acht het zelfs noodig dat van de zittingen van de Centrale Com missie Voortaan de notulen stenografisch worden opgemaakt, of dat alleen de be sluiten worden vermeld, om te voorko men, dat van het daar gesprokene een verkeerde voorstelling wordt gegeven. De heeren vertrouwen elkaar blijkbaar niet langer dan ze elkaar zien. Dit is echter niet de hoofdzaak. Van meer belang is, dat men hier het zelfde conflict ziet, dat men overal waar neemt. Aan de eene zijde de wethouder, die "toch ook met de__gemeentebelangen moet rekenen en aan de andere zijde de ver tegenwoordiger van het personeel, die uitsluitend met de personeelsbelan gen rekening houdt. Men komt als p a r t ij e n bij elkaar, en staat als partijen tegen elkaar over. De heer Meurs wijst er openlijk op, dat zijn houding den indruk van dubbel zinnigheid maakte, omdat hij zooveel mogelijk de troeven in handen moest houden. Mijn plicht als onderhandelaar, zoo schrijft, hij, was het gemeentebestuur zoo lang em zoo sterk mogelijk in het on zekere te laten. Dus nier alleen als p a r t ij e n, met uiteenloopende belangen, maar als vij anden, die elkaar om den tuin trach ten te leiden en die als in den oorlog allerlei tactische manoeuvres uitvoeren, ■teneinde de ware bedoelingen te verber gen, staat men tegenover alkaar. Het is duidelijk dat op die wijze het Overleg niet aan de bedoelingen kan be antwoorden. Als aan de eene zijde het Gemeente bestuur komt te staan met de bedoeling de positie van hot personeel zooveel mo gelijk te verslechteren en aan de andere zijde de vertegenwoordigers van het per soneel om te balen wat slechts bij moge lijkheid te verkrijgen is, dan wordt een vruchtbare samenwerking onmogelijk. Het Gemeentebestuur heeft rekening te houden met wat het belang van de Ge meente en hare ingezetenen eischt. Maar het heeft tevens in te leven in de be hoeften van het personeel. Maar omgekeerd heeft ook het gemeen te personeel niet alleen met eigen positie en eigen wenschen te rekenen, maar heeft het ook de gemeentebelangen niet uit het oog te verliezen. Behoorlijk overleg is 'alleen mogelijk en dan ook zeer toe te juichen 1 als er is een sfeer van wederzijdsch vertrouwen Maar dat vertrouwen zal ten eenen- male ontbreken als de onderhandelaars elkaar als vijanden beschouwen en be jegenen. Dan maakt het overleg plaats voor strijd, waarbij de sterkste overwinnaar blijft. Maar met het gevolg dat het r e ch t geknauwd wordt. V Christelijke Werkgevers. Over onzo Christelijke vak-organisaties valt niet tes roemen. Het ledental is zeer belangrijk ge daald de laatste maanden. klaar in vergelijking met de Christe lijke Werkgevers-vereenigin'g, wier jaar verslag dezer dagen verscheen, maakt onze Christelijke Vakbeweging toch nog een goed figuur. Het ledental bedraagt thans 249. Gemiddeld op iedere vier gemeenten in ons land dus één Christelijk Werkgever die zich bij een Christelijke Organisatie aansloot. Een betreurenswaardig ver schijnsel. De Christelijke Werkgevers-vereenï- ging laat toch een eigen geluid hooren. Het woord Christelijk is hier maar niet een vlag, zonder meer. Dat is gebleken uit de onlangs gepubli ceerd© beginselverklaring. En het bleek ook uit de houding door deze organisatie ten opzichte van de Ar- beids-gesckillenwet aangenomen. Het spreekt echter vanzelf dat de in vloed van deze organisatie gering blijft, zoolang de groote meerderheid van de Christelijke patroons de voorkeur geeft aan een z.g. neutrale organisatie, die zich als regel door do oud-liberale economi sche beginselen laten leiden. Hierbij komt dan nog een ander be zwaar. Leeringen wekken, maar voor beelden trekken. Het voorbeeld van de patroons blijft op de werklieden niet zonder invloed. Wanneer onze patroons zich niet in de eerste plaats door hun beginsel laten leiden, moet het dan verwonderen als onze werklieden dit voorbeeld volgen en eveneens in de niet-Christelijke orga nisaties een onderkomen zoeken? Be Christelijke vakbeweging is reeds van groote beteefcenis geweest voor ons volk. Én zij kan het-ook in de toekomst zijn. Maar haar invloed zal niet weinig worden versterkt, wanneer zij naast zich ■vindt een sterke organisatie van patroons op positief Ckristolijken grondslag. STADSNIEUWS Het Leidsche Ziekenhuis. Naar aanleiding van wat de heer F. Dek ker, ingenieur bij de Rijksonderwijsgebou- wen, over dit. onderwerp schreef, merkb het Y a derland nog het volgende op We hebben den voornaamsten zegsman van onzen verslaggever het stuk van den heer Dekker laten lezen en het volgendo antwoord ontvangen: Inderdaad, een ziekenhuis, dat vóór den oorlog op 5 millioen berekend werd, kon onmogelijk thans voor dien prijs, zelfs voor het dubbele, gebouwd worden; tenzij met het aanzienlijk besnoeide. En dat had men moeten en kunnen doen. En men heeft liet niet gedaan, toen de omstan digheden toch al zeer duidelijk wezen op de dringend noodzaak van ernstige bezui niging. Men werkte voort alsof er geen wolkje aan de lucht was. Zoo kon dan bijv iedere wandelaar, dio het afgeloopen na jaar den weg van Leiden naar Oegstgeest ging, waarnemen, hoe daar aan de zieken huisgebouwen nog een geheel nieuw ge bouw van den grond af werd opgetrokken. Had dit gebouw wij meenen, dat 't een der reusachtige laboratoria was nu niet achterwege kunnen blijven? Had men althans niet kunnen wachten, tot er betere tijden in aantocht schenen te zijn? En hoe veel zal zulk een gebouw want nu het gereed is, zal men het ook wel dienen te betrekken nog verder aan inrichting, meubileering e.a. kosten? Om van het jaarlijks terugkeerend exploitatieprijsje maar te zwijgen! Zulk een manier van doen yinden wij geldvermorsing in een tijd als die van thans. Wij maken niet in de eerste plaats aanmerking op den o. i. veel te grooten opzet van het geheel en op de lioogo uitgaven gedurende en zelfs kort na den oorlog. Maar wel op 't kalm door gaan met bouwen en uitbreiden, toen het voor ieder denkend emnsch, die zich zij nen verantwoordelijkheid bewust is, duidelijk was, dat onder geen voorwaarde op den ingeslagen weg mocht worden voort- De geachte schrijver wil ons laten zeg gen, dat er bij een aantal van 600 bedden slechts op logies voor 150 verpleegsters gerekend was. We zeiden iets anders, n.l. „Men wilde bouwen voor 600 patiënten én men heeft maar aan een zusterhuis voor 150 verpleegsters gedacht." De geachte schrijver zal toch niet willen ontkennen, dat dit de waarheid is, en dat zulk een zusterhuis te klein is. De opmerking aangaande de ketels in het machinegebouw moet als inderdaad juist erkend worden. De stagnatie in ver band met het onderzoek naar mogelijk heid van bezuiniging, had echter niet be hoeven te beletten, dat gebouwen, die nu staan te verweeren, door de ketels waren droog (matig warm) gehouden. Die gebouwen hadden dan glasdicht moeten zijn. De geachte schriver gelooft toch niet, dat hangende het onderzoek geen glas had kuiinen zijn aangebracht? Bat men in een groot aantal buiten- landscke ziekenhuizen allicht de keuken aan den rand van het complex heeft ge bouwd, moge waar zijn, in ons eigen land heeft men dat toch niet gedaan. Men zie naar het Wilhelminagasthuis te Amster dam of naar het Groninger ziekenhuis, waar het economiegebouw, met wassche- rij keuken enz., ongeveer in het midden der gezamenlijke gebouwen staat. Be lucht van wasscherij en keuken zal de zieken weinig deren; de rook en stof al-^ licht meer (ofschoon dat bij een zieken huis, dat uit vele groote paviljoens be staat, toch niet van veel gewicht kan zijn)% Wij willen er echter even op wijzen, dat het warmteverlies van stoom enz., die in de geleidingen ondergronds (n.l. in do speciaal daartoe aangelegde tunnels) van liet ketelhuis aan den rand naar alle ge bouwen van liet terrein loopt, reusachtig is, zoo reusachtig, dat dan ook de groote laboratoria, die het verst verwijderd lig gen, ieder een eigen inrichting voor cen trale verwarming e. a. krijgen. Be gangen hadden zeker minder breed kunnen zijn; en zéér zeker minder hoog. Be schr. vergelijke daarmee eens de gan gen bijv. in het nieuwe gemeente-zieken huis van Bordrecht. En ga eens na de - lengte en het aantal dezer reusachtige gangen in het Leidsche ziekenhu'13, vooral daar, waar de gebouwen bestaan uit een voor- en een achtergedeelte, door gangen verbonden. Be groote afstanden tusschen operatie- en patiëntenzaal is, volgens het oordeel van tot oordeelen bevoegden, zeker ook niet zonder gevaar voor de patiënten zélf. Wij kennen een chirurg, zelf bezig met 't ontwerpen van plannen voor den bouw van een nieuwe ziekeninrichting, die ons verklaarde, uit dien hoofde zijn operatie zaal zoo dicht mogelijk bij de ziekenver trekken te willen hebben. Bat in buit.on- landsche moderne ziekenhuizen de geope reerde patiënten van de operatiezaal door do buitenlucht heen naar hun zieken kamer zouden vervoerd worden, kon deze chirurg nauwelijks gelooven. Be geachte schr. zou zeker den bedoelden chirurg en waarschijnlijk meerderen zijner col lega's verplichten met de door hem be doelde ziekenhuizen met name op te geven Overigens worde opgemerdkt, dat de moderne Amerikaansche ziekenhuisbouw bezig is, zich meer en meer in de richting te bewegen van het corridorstelsel en dus liet paviljioenstelsel vaarwel te zeggen. Niet alleen hij gebrek aan de noodige bouwruimte, maar hoofdzakelijk op be- zuinigingsgronden. Be geachte schr. blijkt ten slotte de toe komst met weinig minder zorg in te zien dan wij, waar hij de* vraag aanroert, hoe het Leidsche ziekenhuis zijn 600 zieken bedden zal vol krijgen. Bat js voor ons een bewijs, dat wij goed gedaan hebben met er op te wijzen, dat in Leiden niet op den ouden voet mag worden doorgewerkt. Het land kan zich de weelde van den bouw en de exploitatie van een ziekenstad als die te Leiden niet veroorloven. 'Jubileum. Heden was het 40 jaren geleden dat onze stadgenoot, de heer M. W. de Bol-, ster in dienst trad van de firma P. Clos en Leembruggen,' alhier. Be jubilaris, die vandaag vrijaf had, werd om 12 uur ten kantore der firma ontvangen, waar de directeur, de heer J. C. A. Binnendijk hem namens de directie in welgekozen bewoordingen toesprak naar aanleiding van zijn 40-jarige trou-_ we dienstvervulling en hem een enve loppe met inhoud overhandigde. Namens het Kantoorpersoneel werd den jubilaris een mooie stoel angeboden, terwijl zijn collega's hem in zijn woning een cadeau vereerden. Het jubileum werd verder in den hui- selijken kring herdacht. De Zakelijke Belasting op het bedrijf. De Leidsche Vereeniging van Indus- trieelen heeft aan den Raad dezer ge meente volgend adres gezonden, beplei tende afschaffing van de zakelijke belas ting op het bedrijf: Geeft met gepasten eerbied te kennen: De Leidsche Vereeniging van Indus- trieelen, gevestigd te Leiden, te dezer zake domicilie kiezende te Leiden aan de Breestraat No. 19, ten kantore van haar Secretaris, Mr. P. M. Trapman; dat zich reeds eenige malen, zoo wel bij de invoering van de verordéning op de heffing eener zakelijke belasting op het bedrijf, als later, tot Uw College hefet gewend en op de nadeelen aan deze wijze van belastingheffing verbonden, heeft gewezen; dat al hare pogingen echter steeds zon der succes zijn geweest, maar- dit haar niet heeft kunnen weerhouden thans nog maals de aandacht van Uwen Raad op de verderfelijke gevolgen van deze belasting heffing te vestigen; dat zij nogmaals onder Uwe aandacht brengt, hoe onbillijk deze belasting is, die in geen enkel opzicht rekening houdt met de uitkomsten der verschillende bedrij ven en door haar volkomen onjuisten maatstaf, d.i. de aanslag naar het aan tal in het bedrijf werkzaam zijnde perso nen, geheel ongelijkmatig op de diverse Industrieën drukt; dat zij in vroegere requesten er tevens op heeft gewezen, hoe noodlottig, spe ciaal voor de Gemeente Leiden, een der gelijke heffing is en hoe onze Gemeente, die toch aan de Industrie al weinig voor- deelen biedt, bij talrijke andere Ge meenten komt achter te staan; dat Uw Raad deze belasting destijds heeft ingevoerd in de verwachting, dat vrijwel alle Gemeenten van eenige betee- kenis deze belasting zouden invoeren; dat echter een onderzoek heeft uitgewe zen, dat deze belasting in een 40-tal Ge meenten, die alle min of moer belangrijke centra van industrie zijn, niet is inge voerd, b.v. niet in Alkmaar, Alblasser- dam, Alpben a. d. Rijn, Apeldoorn, Breda, Meppel, Oldenzaal, Eindhoven, Ensche dé, Gouda, Helmond, Hengelo, Katwijk, Maastricht, Schiedam, Tilburg, Veenen- daal, Zutplien; dat bovendien 111 verschillende andere Gemeenten b.v. in Groningen, besloten is de belasting niet meer te heffen en naar het zich laat aanzien binnenkort verschei dene andere Gemeenten dit voorbeeld zul len volgen; dat het hem, die eenigszins op de hoog te is van de soorten Industrieën in Lei den vertegenwoordigd, moot opvallen, hoe onder de bovengenoemde plaatsen juist zoodomVe ziin, waarin eroofe concurreu' ten van Leidsche fabrieken zijn gevestigd; dat het heffen der belasting hier ter stede in met veel personeel werkende be drijven als de Textielfabrieken, een groo te achterstelling beteekent bij gelijksoor tige bedrijven, zooals er zoovele in En schedé, Helmond, Tilburg, Veenendaai enz. zijn gevestigd; dat verzoekster Uwen Raad er niet ge noeg van kan doordringen, hoe deze ach-; terstelling der Leidsche Industrie een we zenlijk nadeel voor de geheele Leidsche bevolking beteekent; dat, nu de malaise te Leiden voortdu rend meerdere slachtoffers maakt en de toestand in alle bedrijven steeds slechter wordt, zonder twijfel alle middelen moe ten worden beproefd om de positie van de plaatselijke Industrie te versterken; dat verzoekster Uwen Raad met nadruk wijst op het standpunt van den Gemeente raad van Oldenzaal, toen zij besloot tot intrekking van de zakelijke belasting op het bedrijf, van welk besluit verzoekster hieronder de belangrijkste overwegingen doet volgen: „Overwegende, dat destijds van de ver- ondersTelling werd uitgegaan, dat deze nieuwe belastingheffing algemeen zou wor den ingevoerd en daarbij geen bevoordee ling van ingezetenen eener Gemeente te genover ingezetenen eener andere Ge meente zoude plaats vinden; Overwegende, dat sedert dien tijd ech ter gebleken is, dat o.m. eene nabuur- Gemeente tot deze belastingheffing niet is overgegaan en dientengevolge onze Indus- trieëelen en handel- en neringdrijvenden ten zeerste bij hunne vakgenooten in be doelde Gemeente ten achter staan en daar door valt aan te nemen ('t zij dan vroeg of laat) dat concurrentie tegenover dezen niet slechts ten deele kan worden volge houden en verder het oprichten van nieu we industrieën en bedrijven voor hier in zekeren zin wordt tegengegaan; Overwegende, dat het ons dientengevol ge billijk en rechtvaardig voorkomt, de hierbij bedoelde belastingheffing - voor deze Gemeente in te trekken, waardoor onze Nijverheid en Handel ten zeerste zullen worden gebaat, hunne bedrijfsonkos ten belangrijk zullen worden verminderd en het oprichten van nieuwe Industrieën en bedrijven daardoor niet zal worrlea be moeilijkt"; dat zij van harte hoopt, dat Uwe Raad, in het volle besef van het belang der Leidsche Industrie en den toestand, waar in deze verkeert, het standpunt van de Gemeente Oldenzaal tot het zijne zal ma ken; Redenen waarom verzoekster Uwen. Raad verzoekt tot afschaffing van de za kelijke belasting op hot bedrijf over te Ter benoeming tot gemeente-ontvan-» ger hebben B. en W. bij den gemeente raad de volgende aanbeveling ingediend: 1. J. A. A. van de Garde, ontvanger der gemeente Lochem; 2. H. Filippo W.Fzn., ontvanger der ge-i meente Harlingen. Geslaagd voor het Biploma voor Boekhouden en a.v.v., afgenomen vanwegö de Vereen, v. Leeraren in het Boekhou-? den, de heeren P. J. Bergers, G. Verra, en H. Zaalberg, leerlingen van het ge nootschap „Kennis is Macht" (leeraar de beer H. D. M. Knol) Hiermee zijn geslaagd alle leerlingen van liet Genootschap. Mede zijn voor dit examen geslaagd: Mej. G. Sassen en de beer H. Hegen- barth, leerlingen van den heer H. B. M. Knol, accountant alhier. Voor het examen Boekhouden, Handelsrekenen en Handelsrecht. afge nomen door de Vereeniging van Leeraren, in het Boekhouden, slaagde de hoer H. FEUILLETON Van hooger Orde. Naar het En gels ch. 99) „Mijn beste," zeide hij, ,.ik vrees dat wij gaan vergeten in Wiens hand 't is te huwen en uit te huwen des levens kruis en des levens kroon. Leed is ons overkomen terwijl wij 't niet verwacht ten. Laat ons zien, wat 't beste is om te doen." Urusula gaf zich gewonnen met een brekend hart, naar 't scheen maar zij gaf zich toch gewonnen, even als in hare jonge dagen, zij gaf toe, dat de wil van haren man de wijste en beste was. Hij vertelde haar in enkele woorden alles, wat Edwin dien dag zijn vader be kend had; hoe deze beiden, veel hijeen zijnde, aan elkander gehecht waren ge raakt. Opgaande in deze liefde van welke Edwin plechtig verzekerde, dat zij niet vóór dien morgen openlijk was ver klaard hadden zij geen van beiden aan Guy gedacht. En zoo was dit alles gebeurd wat geen aardsclie macht on gedaan kon maken dit alles, dat, van welke kant wij 't ook bezagen, enkel duis ternis scheen. We konden slechts geblind doekt voorlwandelen, stap voor stap, ver-r trouwende op dat geloof, dat door het verleden van ons allen was bevestigd ge worden het sterke geloof, dat voor de eenvoudigen en de God-vreezenden het kwaad niet anders is dan een vermomde bode van bet goede. Zooiets zeide John ook en zijn woorden vielen als balsem op haar gewonde hart. Ten slot':e zag zij op als om te zeggen, dat zij met God's hulp en den troost van haar man dit al les zou kunnen dragen. „Maar Guy weet 't niet. Hij behoeft 't nu ook nog niet te weten; niet voor hij wat sterker is. Edwin zal 't hem toch niet zeggen?" „Neen; hij beloofde mij, dat hij dat niet zou doen. Schrik niet zoo. Gei behoeft niet bang te zijn. Maar deze verzekering scheen juist haar vrees op te wekken. Zij spande haar gehoor in om het geringste geluid op te vangen, van de kamers boven de ka mers van de jongens. Guy en Walter had den oen kamer te samen; Edwin bad er een alleen. „Zij zullen zeker niet bij elkaar zijji. Guy lioudt ervan soms bij Edwin's haard te zitten. Hoorl ging Guy's kamerdeur daar niet open?" ,,Liev?," en hij hield haar terug. „Ik weet 't John. Ik denk er niet aan fn gaan. Guy zou iets vermoeden. Neen, zeker, .ik ben niet bang. Zij hielden altoos veel van elkander mijn jongens." Zij ging we.er zitten, terwijl zij zich zelf met geweld dwong niet te lusteren en niet bang te wezen. Maar do waarheid was haar te machtig. „Hoor! 't is zeker, dat zij met elkander spreken! John, gij zeidet, dat Edwin be loofd heeft?" „Hij heeft 't eerlijk beloofd." „Maar, als Guy op de een of andere manier achter de waarheid is gekomen? Hoor, zij spreken erg luid! Baar valt een stoel. O, John houd mij niet tegen! Mijn jongens mijn jongens." En zij vloog, in grooten angst, naar bo ven. Wat een tafereel voor een moeder om to zien! Twee broeders op wie wij trotsch waren en die, wij wisten dat, van hun kinderjaren af, nooit een hand tegen elkander hadden uitgestoken nu met elkaar vechtend als Kain en Abel. En te oordeelen naar de woede in hun gezicht, zou de strijd wel eens op dezelfde manier hebben kunnen eindigen. „Guy! Edwin!" Maar de moeder had even goed tegen den wind kunnen schreeuwen. Be vader kwam binnen en scheidde ze. „Jongens, zijt ge gek geworden? om zoo te vechten als beesten! Schaam je Guy! Edwin, ik vertrouwde je!" „Ik kon 't niet helpen, vader! -Hij had geen recht om heimelijk in mijn kamer te sluipen; geen recht om haar brief uit mijn hand te scheuren." ,,'t Was dus een brief van haar?" riep Guy, woedend. „Zij schrijft je dus? En gij schrijft haar terug?" Edwin antwoordde niet; maar hij stak zijn hand uit naar den brief, met een blik van woedende hartstocht, welke zoo zel den in hem kon worden opgemerkt misschien geen drie këer sedert zijn jon gensjaren. Guy lette er niet op. „Geef 't terug, Guy ik waarschuw je!" „Niet voor ik hem gelezen heb. Ik heb een recht er op." „Gij hebt geen recht er op. Zij is de mijne." „Be uwe?" en Guy lachte in zijn ge zicht. „Ja, de mijne. Vraag mijn vader vraag 't moeder. Zij weten 't". „Moeder!" en de brief viel den ar men jongen uit de hand „Moeder, gij zult mij niet bedriegon. Hij zegt 't maar om mij te ergeren, 't Was een vlaag van hartstocht, dat weet ik. Moeder 't is toch niet waar?" Bie erbarmelijke toon de bijna kin derlijke manier toen hij haar bij de mouw greep, terwijl zij zich van hem af keerde! Ach, die arme Guy! „Edwin, is 't mijn broeder Edwin? Wie zou dat hebben gedacht!" Half verbijsterd zag--hij van den een naar den ander; maar niemand sprak niemand sprak hem 'tegen. Edwin, wienst hartstocht geheel verdwe* nen was, hukte zich bedroefd en ootmoe* dig om den brief van zijn verloofde op te rapen; toen vloog Guy op hem toe en; greep hem bij de kraag, „Gij lafaard hoe durfde ge? Neon ik wil hem geen kwaad doen; zij houdt van hem. Ga weg gij allen. O, moeder, moeder! moeder!" Hij viel haar snikkend om den hals. Zij nam hem in hare armen, zooals zij placht te doen toen hij een kind was en zoo Vorw lieten wij hen. „Als een, dien zijne moeder vertroost.1* Ja, profeet van Israël, gij waart wijs. HOOFBSTUK XXXIII. 1 John en ik zaten bij den haard in da studeerkamer tot lang na middernacht. Menige angstige nachtwaak- had ik met hem gehouden, maar geen droeviger dan deze. Omdat nu, voor de eerste keer, ons huis tegen zich zelf verdeeld was. Een leed was gekomen niet van buiten maar' van binnen een leed, dat wij niet in het aangezicht konden zien en dragen al» cén huisgezin. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1