Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHB COURANT AiliÏK'iitiEnife.&iTAIPiKlJd In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 4tie JAARGANG. - ZATER3AG 2 JUNI 1923 No. 949 BureauHooigracht 35 leiüen - TeUni 1278 - Postrekening 58936 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Voorheen on thans. De lieer J. G. W i r t z Cz. te Oegst- geest, die sinds jaren zitting heeft in het Centraal Comité van Anti-Revolutionaire Kiesvereenigingen en die in de Provincie Groningen langen tijd een vooraanstaande plaats innam in ons partijleven, schreef enkele artikelen over de vraag of het ge- wenscht is en noodig bij de aanbeveling van candidalen de door de Kiesvereeni- gihgen gestelde volgorde streng te hand haven. Wij geven die artikelen een vooraan staande plaats, waaruit echter niet volgt dat wij het met den inhoud in alles eens zijn. De heer Wirtz is voor wat hij schreef zelf verantwoordelijk wat trouwens ook uit de onderteekening blijkt. Ik lees geregeld vijf antirevolutionaire bladen en in alle vijf heb ik klachten ge lezen over den afloop der verkiezingen: niet over het getal candidaten, dat geko zen werd, want dat is, wat Kamer, Staten en Gemeenteraad betreft, over het heele land gerekend, bevredigend; maar wel over misbruiken, die ingeslopen zijn. De Standaard noemde er in het nummer van 30 Mei een vijftal: Zetel- jacht, gemis aan contact tusschen Kies- vereeniging» en kiezers; afwijking van de volgorde; terzijde schuiven van vetera^ nen; intrigeeren. Onder deze vijf is er een, dat alleen kan plaats hebben bij onze tegenwoordige verkiezing n.l. het afwijken van de volg orde. Van de overige vier kan men met den Prediker zeggen: „Hetgeen er ge weest is, hetzelve zal er zijn, en. hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan wor den: zoodat er niets nieuws is onder de zon." 'k Heb de politiek nooit gezocht, maar 'k ben. al jong in den politieken strijd ge haald, zoodat ik nu ongeveer 40 jaar heb meegedaan en kan daardoor heel wat voorbeelden van zeteljacht bijbrengen. 't Is vele jaren geleden, dat ik in een openbare vergadering van Patrimonium sprak over den achterstand in sociaal op zicht ook bij onze partij. Een goede ken nis van me zei na afloop daarvan: „Ik zal het er nog wel dikker opleggen, maar ik doe het morgen in een huishoudelijke vergadering, dan komt het niet in de krant en dus komen de hooge oomes het niet te weten en die heb je toch noodig om "vooruit te komen." Hij heeft dat be ginsel trouw in toepassing gebracht en is tot eer en aanzien gekomen. Een ander klaagde in een gesprek on der vier oogen over alles en nog wat. Ik antwoordde: „Wel man, je schrijft vaak in de krant; zet het daarin, dat helpt mis schien". En wat hoorde ik toen? 'k Dank 1© wel, want dan kom ik stelling niet, Waar ik wezen wil." Persoonlijk is hij er wel bij gevaren: hij zit in het gestoelte aer eere. 'k Laat het bij deze twee voorbeelden, aaar ik kan ze heel gemakkelijk met an- iere vermeerderen. Gemis aan contact tusschen bestuur en kiezers. Slechts één voorbeeld wil ik hiervan «^even uit lang vervlogen dagen. Het geldt -en district, waar onze partij bij een ver-, ^iezing voor de Tweede Kamer steeds heel dicht bij de zege kwam, maar die niet kon behalen. Het bestuur besloot toen eens een her vormde candidaat te stellèn om daar-r door misschien een paar honderd her vormde kiezers te winnen. Alzoo geschied dede candidaat was hervormd, hij was predikant en had zijn kinderen steeds ^aar de openbare school gestuurd. Wel was er op zijn eerste standplaats een echool met den Bijbel, maar die ging van Ie Gereformeerden uit en waar do keus stond tusschen een gereformeerde en een spenbare school, koos dominé de laatste. Toen hij later een andere standplaats kreeg, stuurde hij zijn grooter geworden kinderen naar een neutraal instituut, hoe wel er in diezelfde plaats meer dan één christelijk instituut was, ook wel met een hervormd man aan 't hoofd. De Socialisten zorgden er voor, dat deze Gingen onder de kiezers bekend werden .on toen bleek, dat het bestuur der Kies- vereeniging het contact met de antirevo lutionaire kiezers verloren had: tegenover de aanwinst van enkele hervormde stem men stond het verlies van vele gerefor meerde. Het terzijde schuiven van veteranen is 'een zoo algemeen verschijnsel, dat ik geen bepaalde voorbeelden behoef te noemen. Wanneer men do moeite wil doen de oude notulenboeken op te slaan, zal men gemakkelijk een vrij lange lijst kunnen maken van de namen' der mannen, die telkens weer zich een candidatuur lieten welgevallen voor Tweede Kamer, Provin ciale Staten of Gemeenteraaddie dan «.vond aan avond gingen spreken en die toen de evenredige vertegenwoordiging kwam en kans bood op een plaats in 't geheel niet meer in aanmerking kwa men of een plaatsje konden krijgen onder aan de lijst. Hier zouden namen genoemd moeten worden en dus doe ik dit niet. Intrigeeren. Wanneer alle brieven be waard waren, die tusschen Dr. Kuyper de besturen van de Kiesvereenigingen en particuliere personen gewisseld zijn, zou den er heel wat staaltjes van dat intri geeren voor den dag komen. Ik hoop, dat ze verbrand zijn en dat degenen, die ze nog bezitten, ze zullen verbranden; ik zie, dat ik zelf ook geschreven stukken van dien aard bezit, maar ik zal ze ten vure doemen. Waarom ik dit schrijf? Omdat de indruk gewekt is, bedoeld of niet bedoeld, dat de genoemde zonden spe ciaal in onze dagen openbaar geworden zouden zijn. Daartegen kom ik op: het jonge geslacht is op politiek gebied niet beter, maar ook volstrekt niet slechter dan het oude: de zonden mogen zich in andere vormen openbaren; het zijn in den grond der zaak precies dezelfde zonden als vroeger enze zullen, helaas! wel blijven be staan. Wil men telkens en telkens weer de zeteljacht, het terzijde schuiven van de veteranen en het intrigeeren als zonden aanduiden; ik vind het uitstekend, mits men het niet voorstelle als iets nieuws, dat alleen ten laste komt aan het tegen woordig geslacht. Het gemis aan contact kan men moei lijk als een zonde beschouwen; 't is alleen een bewijs, dat het niet altijd gelukt de rechte mannen op de rechte plaatsen te krijgen. En het afwijken van de volgorde acht ik heelemaal geen kwaad; daarover ech ter in een volgend artikel. J. C. WIRTZ Cz. V Landbcuw. Op een andere plaats in dit blad heb ben wij in extenso opgenomen wat door den heer A. C o 1 ij n in de Tweede Ka^ mer omtrent de opheffing van het Depar tement van Landbouw werd opgemerkt. De heer Colijn, een man van ervaring op dit gebied en die niet gewoon is groo- te woorden te gebruiken, sprak het onom wonden uit, dat door de overbrenging van Landbouw naar Binnenlandsche Zaken ten ongunste van het platte land is gewijzigd. Wij kunnen niet beoordeelen of wat de heer Colijn opmerkte geheel juist is. Oppervlakkig bezien zijn we geneigd te zeggen dat 't toch weinig verschil maakt of Landbouw met Handel en Nijverheid ver^ eenigd is, dan wel of het bij Binnenland sche Zaken is gevoegd. Als echter de practijk het tegendeel leert, dan zal het verstandige politiek zijn daarmee rekening te houden. Bezuiniging is uitstekend. Maar er is ook een zuinigheid die de wijsheid bedriegt. En vooral in deze critieke tijden nu meer dan ooit voor behoud en uitbreiding van het afzetgebied gewaakt dient te worden, mogen we ons op dit gebied door de bezuinigingsidee niet laten leiden. Vóór alles is noodig dat aan de belan gen van land- en tuinbouw volle aan dacht kan worden geschonken. Desnoods zelfs door de oprichting van een afzonderlijk departement. Land- en tuinbouw mogen van finan- cieele en politieke handelingen niet de dupe worden. - •/Vak beweging. Met onze Christelijke vakbeweging gaat het bergafwaarts. Het schijnt haast alsof de snelle groei van voor enkele jaren door een even snelle inzinking zal worden gevolgd. Het ledental van de bij het Christel. Nationaal Vakverbond aangesloten orga nisaties dat in 1921 dicht de 75000 na derde is nu reeds teruggeloopen tot bene den de 60.000. Dat deze achteruitgang tevens ver-; zwakking beteekent behoeft geen be toog. Onze vakbeweging bedoelt te zijn een schild voor de zwakken. En naarmate dat schild kleiner wordt en minder weerstandskracht bezit zal ook de positie van hen die het wenscht te be- schefmen meer worden bedreigd. Onze vakbeweging bedoelt de toepas sing en doorwerking van de Christelijke beginselen ook op het terrein van den ar beid. En het gevaar bestaat dat met de ver zwakking van die vakbeweging onze be ginselen meer nog dan thans tusschen de revolutionaire theorieën van de meest conservatieve en de uiterste linksche ele menten, in de knel zullen komen. Niet genoeg kan daarom op versterking van de Christelijke vakbeweging worden aangedrongen. Laten de onverschilligen niet langer koud en gevoelloos blijven. En zij die deserteerden, laten zij onder het vaandel van de Christelijke vakorga.- nisatie terugkeeren. V Vliegende winkels. Het euvel van de vliegende winkel en de wijze waarop deze winkels in de belas tingen kunnen worden betrokken is reeds lang in studie. Met vliegende haast gaat het niet. Er is een tiental jaren over gepraat, met het resultaat dat de Minister van Binnenlandsche Zaken in de Memorie van Antwoord op de Staatsbegrooting kon meedeelen: „De vraag, in hoever vliegende win kels als zoodanig zouden zijn te betrek ken in gemeentelijke belastingheffing, maakt een punt uit van overleg tusschen de Departementen van Financiën en van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, in verband met de voorgenomen herziening van de wettelijke bepalingen betreffende de forensenbelasting." En de Minister voegde er aan toe dat hij zich vleit met de hoop dat binnen een niet ver verwijderd tijdstip het resultaat van dat overleg tot een voorstel van wet zal kunnen leiden. 't Begint dus te dagen. De heer van Wijnbergen echter die deze zaak ter sprake bracht kwam door deze toezegging niet in een jubelstem ming. „Niet ver verwijderd tijdstip", wat be teekent dat eigenlijk, zoo vroeg hij. Wil dat zeggen dat een in te dienen wetsont werp nog in den loop van het volgend zit tingsjaar kan worden behandeld? De Minister hield zich in de ruimte. Een besliste toezegging wilde hij niet doen. Indien de voortei1 euen niet bedriegen, zoo zeide hij, dan is 't niet onmoge- 1 ij k dat de indiening in het volgend zit tingsjaar zal plaats hebben. Inorde is de zaak dus neg niet Maar onze middenstanders toch den moed nog niet op te gever: V Herstel mogelijk? De Tweede Kamer heeft deze week een beslissing genomen, die een ietwat pijn lijk karakter draagt. Bij de behandeling van. het ontwerp- pensioenwet, stelde Mevr. Bakker-Nort een bepaling voor, ten gunste van de overblijvende zuster, welke de huishou ding bestierde van eenen ambtenaar, die overleed, zonder weduwe of wee zen na te laten. Het amendement werd door den Minis ter welwillend bejegend en aan alle zijden der Kamer gunstig ontvangen. En het zou zonder twijfel met groote meerderheid zijn aangenomenals niet de heer Win termans een spaak in het wiel had gestoken. Deze afgevaardigde wilde n.l. meer hebben dan het amendement van me vrouw Bakker bood. Dies stelde hij een sub-amendement voor, dat de gunst van dit buitengewoon pensioen ook zou ten deel vallen aan de zuster, die de huishou ding bestierde van haren broeder, die welweezen naliet De Minister moest deze gedachte on aannemelijk verklaren, omdat bij zooda nige regeling het pensioen der zuster zou gevonden woTden ten koste der wee zen; want het totaal pensioenbedrag is in de wet vastgelegd. De heer Wintermans liet zich echter, niet overtuigen en hij wist het zelfs zoo ver te brengen dat zijn voorstel met een kleine meerderheid werd aangenomen. Het onvermijdelijk gevolg was, dat de Minister nu genoodzaakt was, Liet op deze wijze verknoeide amendement van Mevr. Bakker onaannemelijk te verklaren. En zoo geviel bet, dat een zoowel door don Minister als door de meerderheid van de Kamer gewenschte bepaling, moest worden afgewezen. Er is in dit besluit, hoewel op zichzelf onafwendbaar, iets dat schrijnt. Vandaar onze vraag of het niet moge lijk is wat door het parlementair gevoel bedorven werd, door het ministerieel verstand te herstellen. V Landontginning. Bij de behandeling van de voorgestel de wijziging van de Landbouwbegrooting werd er door den jieer Weitkamp krach tig op aangedrongen de zaak der ont ginningen ter hand te nemen. Het bezwaar dat er geen geld is, zoo meende hij, behoeft bier niet te wegen. „De gaafheid van den gulden zal er niet onder lijden, zeer waarschijnlijk door verbeteren. Ook de heer van Lonkhuizen is van de zelfde opinie. Hij schrijft in het Kerst nummer van De Veldbode: „Daarom moeten wij zoeken naar middelen en wensch ik ook even het denkbeeld aan de hand te doen om van de nu reeds voedsel opleverende en zeer waarschijnlijk geen rente opleverende domeingronden in N.-W. Noordbrabant een gedeelte te verkoopen." Die grond ik was zoo vrij hem eens to gaan bezien en te gelijk te taxeeren -i-., lijkt mij, voor zooverre ik verstand van grond heb, een' waarde te kobben van f 3000 tot f 3500 per H.A. Voor f 3p00 is hij goedkoop. Als men dar nu bij wijze van proef een 100 of 200 H.A. in kavels van 2 tot 8 H.A. aan den slag bracht, dan zou er een mooi bedrag gebeurd worden, waarmede dan weer gronden, die nu niets opleveren, productief zouden kunnen gemaakt wor den. Zeer waarschijnlijk leveren die gron den geen 2pct. op van datgene, wat ze bij verkoop zouden opbrengen, en zeer waarschijnlijk zijn er in die streken lui genoeg, die behoefte hebben aan «enige expansie. Ik zou er op willen wijzen, dat ik hier niet uitsluitend denk aan het ontginnen van heide. Men zou met dit geld ook an dere improductieven of weinig opbren- genden gronden kunnen verbeteren, b.v. de gronden, gelegen onder bet waterschap Haselt en Zwartsluis. Sedert jaren wordt b.v. in deze Kamer besproken de bemaling van bet Meppeler- diep, en steeds wordt tegenover dit plan door den betrokken Minister een welwil lende houding aangenomen, maar daar bij blijft het. De gronden in die streek kunnen vijf-, zoo niet tienmaal zooveel meer opbrengen dan nu. Tevens is in die streek geweldige behoefte aan expansie. Zoo zijn er in ons land voorbeelden voor het grijpen; bv. de gronden aan den mond van de Eems bij Amersfoort Wanneer wij nu weten, dat de niets opleverende grond in ons land een opper vlakte beslaat van de geheele provincie Gelderland en misschien Utrecht er nog wel bij, dan moet toch alles in het werk gesteld worden, om hier iets te doen." Dit schijnt ons een woord op zijn pas. De Minister overweegt. Laten we hopen dat het niet bij over wegen blijft. aaa—aa— STADSNIEUWS HET GEBOUW VGRAVENSTEiN. Mien schrijft ons: Maandagmiddag zal in dien gemeente raad een voorstel aan de orde komen om een gedeelte van he tgebouw 's-Graven- stein op het Pietersekrkhof te verhuren aan do firma Burgersdijk en Nieooxans. Het andere deel, dat aan het Gerecht grenst, venschen B. en W. te bestemmen om e>r het Burgerlijk Armbestuur onder te brengen. Tegen dit laatste kan mrr.s inzie: s al te zeer bezwaar besteV'el e tegen het voorstel voor wat betreft c verhuur aan genoemde firma. M.L behoo.. dit deel van het gebouw geen andere be stemming te krijgen dan dat het voor het publiek ter bezichtiging wordt gesteld. 's-Gravenstein toch is een der merk waardige gebouwen van Leiden, niet al leen wat liet uiterlijk aangata, doch voor al wat betreft het inwendige. Het is een oude gevangenis. En nu wordt, gezien de verschillende cellen, die in het gebouw aanwezig zijn, het gevangeniswezen uit vroeger dagen nergens beter geïllustreerd dan juist in 's-Gravenstein Het is nu ongeveer een 20 jaar geleden, dat ik het voorrech thad dit egbouw te mogen bezichtigen. Ik zag daar toen don kere, van zware steenen gebouwde cellen, afgesloten door zware eiken deuren met zware ijzeren sloten. Een dezer cellen wes bestemd voor gevangenen, die, naar men mij toen mededeelde, veroordeeld waren om den hongerdood te sterven. Een groote steenen paal was daar aanweig, waarop eten werd gekookt, om door den geur van het eten den ter dood veroordeelden het lijden nog ondragelijker te maken. Het wil mij voorkomen dat, nu eenmaal dit gebouw is vrijgekomen, het als monu ment uit vroeger dagen volkomen tot zijn recht dient te komen. Er wordt tegen woordig zooveel gedaan om Leiden aan trekkelijk te maken voor vreemdelingenbe- zoek. Mij dunkt door dit gebouw voor het publiek toegankelij kte stellen, en ik neem daarbij aan dat de militairen tijdens hun verblijf in het gebouw deze cellen niet hebben vernield, zal Leiden een aantrekke lijkheid voor vremedelingen meer bezitten. Wel is waar derft de gemeente dan f 750 huur per jaar, doch door, evenals bij de Lakenhal, op door-de-weekscke-dagen een kleinen toegangsprijs te heffen, zal de ge meente deze f 750 niet geheel behoeven te missen. En ook al was dit het geval, dan nog beteekent dit geen ramp voor de ge meente. Aangezien het aan het Gerehct grenzen de deel zal worden bestemd voor het Bur gerlijk Armbestuur, kan misschien de con cierge of een andere beambte van deze instelling tevens worden belast om de be zoekers rond te leiden, zoodat een afzon derlijke ambtenaar daar uiet voor noo dig is. Moge do gemeenteraad Maandag de juistheid van mijn betoog inzien, niet al leen door het voorstel tot het aangaan van een huurovereenkomst af te stemmen, doch tovens door oen voorstel te doen en t© be sluiten. dit merkwaardige gebouw voor het publiek toegankelijk te stellen. Demping van de Mare. B. en W. stellen aan den G cmeeivteraad voor, de volgende punten alsnog aan do agenda van de Maandag te houden raads- vergadcri: toe te voegen een voorstel: ADVERTENTIE-PUIJS Gewone advertentiën per regel 22H cenU Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief, :Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij voomitbeta* ling van ten hoogste 30 woord prj dageli iks ge*:Ig.a.ts; 1 - o c©-;! Aan het Zoeklicht Beiden, 2 Juni 1923. Of het Liberale strijdlied, dat in Aals meer door de vrijzinnigen met zooveel geestdrift gezongen werd, letterkun- d i g e waarde heeft, weet ik niet. Ik vermoed van wel. Want bij de vrijzinnigen is het ver stand en de wijsheid en de karmis Maar ik behoor tot de „dompers", tot de „temers" en de „valsche flemers", zoo als het strijdlied zegt, en dus past mij geen oordeel. Maar verdienste heeft dit lied in elk geval. Er blijkt in de eerste plaats uit hoe de vrijzinnigen over ons, de „fijnen", den ken. En in de tweede plaats wordt hier nu eens met ronde woorden gezegd, hoe ze over z i ch z e 1 f denken. Fier klonk het uit de vrijzinnige kelen en met geestdrift werd het herhaald: „Ons schrijftdeKerk geen wet" Voor mij is dat niets nieuws. Ik wist het reeds lang. Maar in verkiezingsdagen zijn er altijd nog vrijzinnigen die zich met de witte das tooien en in zijn program spreekt de Vrijheidsbond zelfs van de groote 'betee- kenis van de religie. Maar men weet het nu: „Ons, Vrijzin nigen, schrijft de KeTk geen wet". OBSERVATOR a. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de kosten van rioleering en ophooging van een tprreiu bmoorden den Maresingel; b. tot overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van een sloothclft en bermstrook, kad. beleed Sortie K No. 2777 ged. Tertoelichting merken B. en V hier bij op „Zooals wij uwe vergadering in ons overzicht van hetgeen in Leiden v-in ge- meentowege op het gebied van verruiming van werkgelegenheid reeds is gedaan cn nog wordt gedaan, mededeelden (Ingek. Stukken no. 130 van dit jaar), was weldra een voorstel van ons College te verwach ten, strekkende tot rioleering en ophooeing van een terrein benoorden den Maresingel. De daarvoor noodige plannen zijn thans gereed. Het bedoelde terrein beslaat, de ^erceelcn Sectie N nis 134 en 136, groot km. 2 H.A., beide eigendom der gemeen te, en grenst, wat het noordelijk deel be treft, ten westen aan de bebouwing van „Ons Belang" en „de Goede Woning", waarvan de grondslag in 1920, oveneens in het belang van werkverschaffins. we1 op gehoogd en gerioleerd. De toegang tot het terrein wodt ge vormd door het mede aan de gemeente toe- behoorende perceel Sectie K no. 2775, waarover de toekomstige 15 M. breede straat zal worden geleid. Aanleg over le volle breedte is voorlcopig nog niet moge lijk, omdat daarvoor zoowel aan de Fri als aan de Zuidzijde van het perceel Sec tie K no. 2777 oenige huizen in den weg staan. De eigenaar dier perceelen is in middels bereid de hem toebehoorendc sloot lielft met aangrenzende bermstrook zonder kosten zijnerzijds aan de gem. af te staan, onder voorwaarde, dat de gmeeente voor een behoorlijke afscheiding zorg draagt. Aldus kan de toegang tot het achterliggen de terrein reeds over een breedte van pl.m. 12 M. worden aangelegd. Verder zal het werk gepaard gaan met het dempen van twee polderslooten en van een boezem- sloot, waarvoor de vergunning van den Grooten en Kleinen Stadspoldcr, resp. van het Hoogheemraadschap van Bijnland zal worden gevraagd. Do kosten van deze demping, rioleering, ophooging en bijbehoorende werken wor den globaal geraamd op pl.m. f 95000. Het is de bedoeling het werk volgens open bare aanbesteding te doen uitvoeren, met de gebruikelijke bepaling, dat do werklie den voor 80 zullen worden aangewezen en ter beschikking gesteld door of namens de Arbeidsbeurs. Wij geven u alsnu in overweging te bo sluiten a. een bedrag van f 95000.te onzer bo- schikking te stellen voor de uitvoering van bovenomschreven werkzaamheden, door vaststelling van den hierbij overge- legden suppletoiren begrootingsstaat dienst 1923; b. in eigendem en onderhoud zonder be taling van koopsom, bij do gemeente over te nemen de betreffende 3loothclft en bermstrook ,dee>l uitmakende van het per ceel Sectio K no. 2777 ter grootte van pl.m. 100 M2." Afscheidscollege Prof. van der Vlugt. Onder buitengewone belangstelling, zo» wel van studenten als hoogleeraren, ter wijl behalve de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen mede tegen woordig waren curatoren en de senaat, benevens vertegenwoordigers van studen ten-corporaties, hield prof. mr. W. van de>t Vlugt gistermiddag zijn afscheidscollege met oen rede over „twee leuzen van den dog." Na een inleiding ovor do vraag, tot hoe ver voorspellingen nopens do toekomst on-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1