Tweede Blad Vrijdag 25 Mei 1923 ALGEMEEN WAARBORGVERDRAG. De ondergeteekenden, gezien het door Lord Robert Cecil in Januari 1923 gere digeerde algemeene waarborgverdrag, welk ontwerp in April 1923 door den Raad van den Volkenbond is toegezonden aan de Staten-Volkenbondsleden, met ver zoek hun gevoelen daarover te willen ken baar maken; overwegende, dat het voor de regecring van groot belang is, de stroomingen in den lande te dien aanzien te leeren ken nen; zijn het eens geworden over de volgen de hoofdpunten: lo. zij zijn overtuigd, dat om tot inter nationalen vrede en internationale bewa peningsbeperking te geraken of te nade- ren,- onmisbaar is een algemeen, behoor lijk georganiseerde, wederkeerige waar borg de? Staten tegen aanvals-oorlogen; 2o. zij achten evenwel een verdrag van deze strekking alleen dan aannemelijk, indien zoowel de beslissing over de vraag wie een aanvals-oorlog heeft ondernomen, als de leiding van een eoonomisoh of mi litair optreden tegen den schuldigen Staat berust bij organen, die voldoen aan de hoogst bereikbare eischen van inter nationale onpartijdigheid; So. zij achten voorts een verdrag van deze strekking alleen dan aannemelijk, in dien internationale organen worden in het leven geroepen, ten einde, anders dan door wapengeweld, de wijziging aan de orde te kunnen stellen van verhoudingen of verdragsbepalingen, welke den interna tionalen vrede in gevaar brengen. De in ternationale organen, bij zulk een herzie ning betrokken, zullen moeten voldoen aan de hoogst bereikbare eischen van in ternationale onpartijdigheid; 4o. zij achten de algemeenheid van een waarborgverdrag niet verzekerd, zoolang buiten het verdrag blijven Staten en Sta- tengroepen, welker sterkte bij machte is de werking van het waarborgverdrag te verlammen; 5o. zij achten afzonderlijke waarborg- verdragen tusschen bepaalde Staten of S talengroepen onvereenigbaar mot de grondgedachte van een algemeen waar borgverdrag en zelfs voor de internatio nale verhoudingen gevaarlijk. Zij meenen intusschen, dat de verplichting tot deel neming aan economisch of militair op treden naar omstandigheden kan worden beperkt; 6o. aanvaarding van een algemeen waarborgverdrag overeenkomstig de ge noemde beginselen brengt huns inziens ook voor kleine Staten den stelligen plicht mede, om, zij het op nader te precisee- ren wijze, hun aandeel te dragen in den beoogden waarborg tegen aanvalsoorlo gen. Vermits aan internationalen vrede en internationale bewapeningsbeperking het lot der menschheid hangt, behoort huns inziens naar een aannemelijk algemeen waarborgverdrag gestreefd te worden door alle volken en met allo kracht. 18 Mei 1923. Prof. mr. A. Anema, hoogleeraar te Amsterdam; Gen.-majoor J. M. Benteyn, inspecteur v. d. cavalerie. Mevr. mr. G. BakkerVan Bosse te 's-Gravenhage. H. Colijn, lid van de Tweede Kamer, mr. H. G. Dressclhuys: lid van de Tweede Kamer; prof. jhr. mr. ür. W. J. M. van Eysinga hoogleeraar te Leiden; A. W. F. Idenburg, lid v. d. Eerste Ka mer: mr. dr. D. A. P. N. Kooien, voorzitter van de Tweede Kamer; mr. J. Limburg, deken dor Orde van Advocaten te 's-Gravenhage. mr. K. P. van der Mandele, directeur der Roterdamsche Bankvereeniging; mr. R. Mees, lid der Firma R. Mees en Zonen te Rotterdam; G. E. ter Mculen, lid van de Firma Hope en Co. te Amsterdam; prof. mr. J. Oppenheim, lid v. d. Raad van State; J. Oudègeest, secretaris van het Inter nationaal Verbond van Vakverecnigingen mr. R. J. II. Patijn, buitengewoon ge*- zant en .gevolmachtigd minister, te 's- Gravenhage; FEÜSL.LETON Van boogsr Orde. Naar het Engelsch. 88) „Maar wat zij is, daarvan gaf' mij Jos- sop heel goede getuigenis een goede dochter, die ieder's kinderen te Norton Bury onderwijs geeft om een zieke moe der te onderhouden. Ursula, zoudt ge haar onze Maud willen laten onderwijzen?" „Is zij een Engelsehe? Zou zij bij ous móeten inwonen?" „Ja, dat denk ik wel." „Dan kan er niets van komen. We kun nen haar niet hebben. Het huis is nauwe lijks groot genoeg voor ons zelf. Neen we kunnen niemand hebben te Longfieid." „Maar we zouden Longfieid kunnen verlaten." De jongens begonnen te luisteren. „Longfieid verlaten!" herhaalde me vrouw Halifax, „zeker zeker" Maar toen zij naar liaren man zag, werd haar toon minder ongeduldig. Hij zat zorgvol in 't vuur te kijken. „Laat ons daarover niet spreken ten minste van avond niet. 't Hindert jc John. Laat 't rusten tot morgen." Neen, dat was nooit zijn gewoonte. Hij was een van de zeer weinigen, die niets mr. V. H. Rutgers, lid v. d. Tweede Kamer; jhr. mr: A. F. M. do Savornin Lobman minister van staat; mr. J. Schokking, lid v. d. Tweede Ka mer; mr. G. Vissering, president v. d. Ne- derlandsche Bank te Amsterdam; prof. mr. G. van Vollenhoven, hoogleer aar te Leiden; mr. G. L. Torley Duwol, directeur van hot Internationaal Intermediair Instituut secretaris, 68 Lange Voorhout, 's-Gra venhage. KEHK EN SSHOQL NED. IIERV. KERK. Drietal. Te BloemendaalT. J. Jan sen Schoonhoven te Almen; J. C. van Dijk te 's-Gravenhage en J, S. Hartjes le HaÏÏ. Aangenomen. Naar Ter AarG. Enkelaar te Wierden. Bedankt. Voor Meppel: G. van Rams- horst te Brummen; voor Polsbroek c.a.: F. van Asch te Den Ham (O.) Ds. A. F. van der Scheer, t Te Zeist is in den ouderdom van 76 jaar overleden ds. A. F. v. d. Scheer, Herv. em. predikant aldaar. De overledene diende achtereenvolgens de gemeenten Gapinge, Callantsoog, Appelscha, Waterlandkerkje, Surhuisiervecn, Wijdenes, Vledder, Oude- horne, Drempt, Ossendreelit en Roosen daal. Den I Mei 1908 werd aan ds. A. F. v. d. Scheer emeritaat verleend. Ds. T. Jongbloed. Naar men verneemt is Ds. T. Jongbloed te Hoboken (U. S. Amerika), die voor on geveer twee jaar nog een Dezoek aan Ne derland heeft gebracht en op verschillen de plaatsen in de Geref. Kerken in de Be diening des Woords is voorgegaan, ern stig ongesteld. Afscheid. Ds. P. A. Zoilstra bediende Zondag avond voor 't laatst het Woord in de Ge ref. Kerk van Nieuwkoop naar aanleiding van Joh. 7: 3739. Aan 't einde van den dienst werd hij door ouderling Van Dalen op hartelijke wijze toegesproken en zong de Gemeente Ps. 1214. Tweeden Pink sterdag nam Ds. Z. afscheid van de Geref. Kerk van Nieuwveen, het Woord bedie nend uit Zefanja 3: 12. Centr. Diac. Conferentie. Het Comité der Centrale Diaconale Conferentie der Gcrof. Kerken bericht ons dat de 34e Conferentie 18 Juli a.s. te Haarlem zal gehouden worden. Punten ter behandeling worden voor 11 Juni e,k. ingewacht aan het adres van den secreta ris M. O. Wijnbeek, Baarn. Algemeene Synodale Commissie der Nederi. Hervormde Kerk. VIII. De Synodale Conunisie behandelt de rekeningen der Fondsen van verschillen den aard. Hiertoe behooren het Fonds tot ondersteuning van de kei'ken der Wal denzen, tot ondersteuning van do Her vormde gemeente te Assweiler, van de Hervormde kerken in Litthauen, tot stichting van nieuwe predikantsplaat sen en de kas tot behartiging van de godsdien stige belangen van Hervormde Nederlan ders in het buitenland. Vervolgens wordt kennis genomen van het verslag van ds. W. A. Zeydnsr, pred. te '*s-Hecrenberg, aan wien de arbeid te Emmerik en te Kleef is opgedragen. In beide plaatsen is het aantal Nederlanders niet groot, maar aan belangstelling ont breekt het niet. Jammer echter, dat heb ook niet ontbreekt aan invloeden, die het werk schaden. Uit het verslag betreffende den geeste lijken arbeid te Gronau blijkt, dat aldaar om de veertien dagen des middags een predikdienst wordt vervuld. De eindcijfers van de totale bedragen, bestemd voor toelagen uit de verschillen de Synodale fondsen, worden vastgesteld. Dr. Aalders rapporteert over een aantal afschriften van besluiten, uitspraken en beslissingen. Opmerkingen zullen naar aanleiding daarvan niet worden gemaakt. Voorts komen eenige staten van kosten in behandeling. Volgens art. 22 van het Reglement op de predikant straktemc li ten worden geen uilkeeringen,- bedoeld in art. IS a, b en c van dab Reglement, gedaan voor predi- kantsplaatsen, die naar het oordeel der Synode met cene andere gemeente behoo ren gecombineerd te worden, en voor prc- dikants-plaatsen, die kunnen, worden op- toevci'trouwden aan een onzeker „mor gen". Zijno vrouw bemerkte, dat hij er over wilde spreken en luisterde. „Je, deze' zaak hindert me. Moeten we niet, nu onze kinderen grooter worden en ons inkomen verdubbelt en verdriedubbelt elk jaar, onze kring wat grooter maken, of 't rustig beperkt houden hinnen het kleine Longfieid? Lieve, wat zegt gij?" ,,'t Laatste, 't laatste omdat 't verre weg '-t gelukkigst is." „Ik ben bang niet 't laatste, omdat 't het gelukkigst is." „Longfieid verlaten!" herhaalde zij met een bitteren zucht. „Longfieid verlaten!" riepen de kinde ren, eerst de jongste, toen de oudsten, maar meer nieuwsgierig dan bedroefd. „Jongens, kom laat ons er eens over sproken." Zij schoven allen bijeen. „Ja, ik vrees, nadat ik ernstig over de zaak heb nagedacht, cn met uwe moeder heb overlegd dat we Longfieid moeten verlaten." „Zoo denk ik er ook over," zei juffrouw Maud, waarop wij allen, zelfs do moeder in den lach schoten. „Ik heb Beechwood-Eall nog eens rond geweest. Gij kent allen Beechwood?" Ja. Het was „het groote huis", le En- derksv, tegende helling van den heuvel heneden Rose Cottage. Er was een beu geheven. In gevolge dit artikel zullen eenigo aangelegenheden, op combinatie betrekking hebbende, bij de Synode wor den overgebracht. Het Classikaal Bestuur van Appingedam heeft bericht ingezonden betreffende de opheffing van de tweede predikantsplaats to Loppersum, en grenswijziging tusschen Loppersum en Garrelsweer. Christelijk Regeerbeleid. De classis 's-Hertogenbosch der Geref. Kerken stelt aan de a.s. Particuliere Sy node in Noord-Brabant en Limburg voor: „Do Generale Synode doe een getuige nis uitgaan aan de leidende personen in Staat en ICerk van Europa en Amerika om te protesteeren tegen elke politiek van haat en wraak, op te komen voor een re geerbeleid, dat rekent met de door God den natiën gegeven plaats en taak cn aan te dringen op grond van het gebod der naastenliefde, te streven naar ver zoening en vrede. Een opzienbarende bevestiging. „Zondag j.l. zoo lezen wij in de Goud- sche Courant, had te Stolwijk do bevesti ging plaats der orthodoxe ouderlingen en diakenen, door het classicaal bestuur van Gouda „doende wat des kerkeraads is" benoemd In zijn vergadering van 21 Maart. Op verzoek van de benoemden liad de predikant zijn 'beurt afgestaan aan D s. Steen beek van Bergambacht, onder voorwaarde echter, dat ook hij een woord zou kunnen spreken. Deze opzienbarende gebeurtenis was oorzaak, dat een zeer groote menigte getuige was van de plech tigheid; 't groote kerkgebouw was bijna geheel gevuld. Ds. Steenbeek hield eerst een pre dikatie naar aanleiding van Hebr. 12: 1 en 2. Vervolgens verrichtte hij de beves tiging met gebruikmaking van het formu lier van 1586. Na'lui den nieuwen ambtsdragers was toegezongen vers 3 van den morgenzang (iets gewijzigd) beklem D s. Kanis den kansel. Hij begon met een felicitatie aan de or thodoxe partij, aan wie het eindelijk ge lukt was na jaren van moeizame inspan ning getuigend van haar godsdienstig le ven en haar gehechtheid aan de Kerk der Vaderen, het bestuur in handen te krijgen eencr gemeente, die gedurende tientallen van jaren een bolwerk van het modernis me is geweest. Daarna behandelde hij de vraag of hij thans niet gehouden was zoo spoedig mo gelijk het veld te ruimen en 't eerste 't beste beroep aan te nemen. Zijn antwoord luidde ontkennend; hij achtte zich niet demissionair. Wat echter niet beteekende, dat hij wenschte te blijven. „Tenzij de vrijzinnigen tot inkeer komen en zich bewust worden van de schande, die zij over Stolwijk en de vrijinnige par tij hebben gebracht." Dat deze spoedig zou komen, verwachtte hij niet. Op zeer duidelijke wijze gispte hij de karakterloosheid, het gemis aan verant woordelijkheidsbesef en het gebrek aan geldelijke offervaardigheid zijner partij- genooten. Toch was hij overtuigd, dat de inkeer eenmaal zou komen en „elke dag, die ik hier nog blijf, zal daaraan bevorderlijk zijn. Want elke dag zal de schande ver meerderen dier vrijzinnigen aan wie 't te .wijten is, dat ik voortaan zal moeten le ven niet orthodoxe ouderlingen en diake nen. Als een leverjde aanklacht tegen hun lamlendigheid cn zouteloosheid zal ik in liun midden verkeeren, en ook wanneer ik mij van alle ambtelijke bezigheid onthield, zou ik alleen door mijn zijn hier ter plaatse reeds nuttig wezen. In de tweede plaats stond de spreker stil bij de vraag, op vrelko wijze samen werking mogelijk zou zijn. Hij verklaarde zich bereid tot belang rijke consessies. „Aan cén voorwaarde moet echter voldaan worden, n.l. dat mij het leven financieel mogelijk wordt ge maakt, in gehoorzaamheid aan de verorde ningen onzer kerk. Ik kan alleen de orthodoxe part-ij res- jpecfceeixm, wanneer zij mijn recht erkent cm mij zender broodzorgen geheel aan mijn geestelijke taak te wijden. Geschiedt dit niet, dan kan ik geenerlei concessie - doen en sta van meelaan op de meest gespannen voet met kerkeraad en ortho doxe partij. Ik zeg dit zoo nadrukkelijk, omdat ik niet zou willen, dat uit het feit der bevestiging door collega Stoenbeck de gevolgtrekking zou worden gemaakt, dat een tegemoetkomende houding mij nerzijds in iedcC geval verzekerd is. Daar mede heb ik alleen het bewijs! willen ge ven, dat ik van goeden wil ben en een vriendschappelijke verhouding op prijs 8 tel. kenbosch bij en uit -de tuinen, welke aan den braven James Tod waren toever trouwd, had deze menige zal vol peren meegebracht voor do jongens en menige heerlijk geurende ruiker voor Muriel. „Beechwood heeft vele jaren leegge- staan, vader? Zou 't een veilige geldbe legging zijn om het te koopen?" „Ik geloof 't wel, Eclwin, mijn prakti sche jongen," antwoordde de vader, glim lachend. „Wat zegt gij ervan kinderen? Zoudt gij daar willen wonen?" Ieder maakte zijn of hare opmerkingen. Guy's gezicht klaarde op bij de gedachte hoe vóel hij daar zou kunnen schieten en visscben, en Maud dacht aan do vele be zoekers, die bij John Halifax, do heer van Beecliwood-Hall zouden komen. „Dat zijn niet de redenen waarom je vader 't wil," zei mevrouw Halifax, kort af. Maai* John, die dikwijls zachter dacht over jeugdige dwaasheid dan zij, ant woordde: „Ik zal je zeggen, jongens, wat mijn redenen zijn. Toen ik een jonge man was, vóór je moeder en ik getrouwd waren, ja voor ik haar ooit gezien had, was er in mij een zeer sterke begeerte om iuvloed uit te oefenen in de wereld rijkdom men te verkrijgen, als ik kon maar boven alles invloed. Ik geloofde, dat ik dien goecl zou kunnen gebruiken, beter Ik wacht-nu rustig-af de voorstellen, waarmede de orthodoxie tot mij zal ko men. Voordat een overeenkomst is tot stand gekomen, sta ik den kansel niet af aan ©enigen orthodoxen collega, maar band- haaf zijn wettelijk recht om in elke offi- ciecle godsdienstoefening voor te gaan. Zelfs op doop- of avondmaalsbeurt mag niet gerekend worden. Laat nu .de Evangelisatie spoedig haar houding bepalen. Het is in ieder geval ge- wenscht, dat de onzekerheid, die nu over den kerkelijken toestand hangt, van den kortst mogelijken duur zij." Nadat Bs. Kanis geëindigd had, betrad Ds. Stccnbcek wederom den kansel om in hartelijke woorden zich tot de nieuwe ouderlingen en diakenen to richten, daar bij zijn vertrouwen uitsprekende, dat zij 't wel met den predikant zouden kunnen vin den. Hij ontveinsde zich de moeilijkheden niet, die hun te wachten stonden, maar gaf hun den raad, zoo zij geen uitweg wisten, God om wijsheid en inzicht to bid den. Ds. Steenbeek had zich in zijn predika tie onthouden van veel toespelingen op het feit van den dag, maar in zijn voorgebed en in zijn slotwoord liet hij zich, zegt de (Vrijz.) .Goudsche Courant verleiden .tot een paar uitdrukkingen, die zeer on aangenaam waren voor de aanwezige vrij zinnigen en inzonderheid voor hceren kerk voogden. De zaak was, dat hij door laatstgenoem den geprikkeld was, omdat zij niet hadden willen gedoogen, dat een Bergambachter, door hem meegebracht, als voorzanger zou fungeeren. Zij hadden den man gedwon gen de plaats te verlaten, die hij reeds ingenomen had. In zijn slotwoord nu zeide hij, terwijl hij zich naar dc kerkvoogdenbank richtte: „Als vrijzinnigen geen beginsel meer te verdedigen hebben, dan gaan ze ©en bankje verdedigen." Heeien kerkvoogden achtten zich door die uitdrukking ten zeerste beleedigd en zoo ontstond na afloop van den dienst een heftig twistgesprek tusschen heeren kerk voogden eenerzijds en oen paar kerke raad sleden anderzijds, dat niet veel goeds voorspelt ten. opzichte van de verhouding in de t-oekomst." i""' winkeliers voor der kleinen expert zoor gebaat zijn. want het huidige banuercllo- stelsel maakt voor .hen don uitvoer van kleine zendingen niet loonend. Het ontwerp is inmiddels- roods doorge zonden naar do Tabakseommissio, waar van het Twede Kamerlid mr. J. R. H. van Schaik voorzitter is. Vondelingen in Amsterdam. Er worden in den tegenwoordigen tijd in 't Bestedelingenhuis te Amsterdam heel wat minder vondelingen en verlaten kinderen aangebracht dan vroeger. In „De Stad Amsterdam" v*m 8 en 15 Mei schrijft J. Schuitemaker Cz. over „Ver laten kinderen en vondelingen" en geeft belangwekkende bijzonderheden dik wijls gruwelijke bijzonderheden over de zorg? voor verlaten kinderen in vroe ger tijden. De schrijver citeert „Het ge denkboek", eenigo jaren geleden uitgege ven door den tegenwoordigen directeur van het stadsbestedelingenhuis, W. F. van Voorst, waarin o. m. meegedeeld werd, dat dergelijke briefjes op vondelin getjes werden aangetroffen: „dit mvsie van tie Griffermeerde gods-, dienst nog ongedoopt verzoeke vrien delijk de Naam van anna uijt Doode- lijke armoede. De helft van 't op bijzondere wijze doorgeknipte speelkaart was er bij. De andere helft was door de moeder be waard, om bij mogelijke terugvrage van haar kind als recu te kunnen dienen. Op 't briefje bij 't ander kind staal: „Leentje R., 10 weeke cud, is rooms gedoopt en heeft nooit gezooge, maar eet goed pap". Sommige zijn heel kort. „Grietje E., Rooms gedoop pappet." Of nog lakonieker: Cop 't peperhuisje met potlood gekrabbeld): „Mie Rooms." Het gebeurt ook wel, dat een. tragene van schrijnende ellende en diepgaand zieleleven verborgen schijnt achter zoo'n briefje, zegt de heer Schuilemaker* „Deze kindtje aan do Goddelijke voor zienigheid opgedragen en door Sware Rampen tot deze stap moet overgaan, maar daar ik God tot getuigen neemt dat ik deze niet groot kent brengen want da Boom die deze vrugt heeft voortgebragt bestaat niet meer: lieet Anna, gedoopt "Luyters. Soo Jezus mijn gebed verhoort beloof ik de Weled. Heeren na later tijd mijn Pligt to bewijzen, want mijn Siul draagt Sware rouw over beijdc." Voorwaardelijk veroordeelde militairen. Do proeftijd, welke aan eene voorwaar delijk veroordeeling wordt verbonden, •dient slechts om te kunnen nagaan of de len uitvoerlegging van het vonnis achter wege kan blijven. Het vonnis zelf stelt onomstootelijk vast, dat liet misdrijf of de overtreding heeft plaats gehad. Houdt het vonnis verband met hande lingen, welke in strijd zijn met de begrip pen „eerlijkheid" en „trouw", clan kan van toekenning van een der onderschei dingsteekenen cn medailles geen sprake zijn en moet van den datum af, waarop het vonnis is geveld, opnieuw gedurende zes jaren van voldoende trouw en eerlijk heid zijn gebleken. Vermits het uit den aard dor zaak niet mogelijk is om vooraf met juistheid aan te geven in welke gevallen de toekenning al of niet kan plaats hebben, behoort in deze gevallen de beslissing bij het depar tement van Oorlog te worden gevraagd. Komt een voorwaardelijk veroordeelde gedurende zijn proeftijd voor bevorde ring in aanmerking, dan zal steeds ter zake de beslissing van den minister van Oorlog moeten worden gevraagd. Voor voorwaardelijke vercordeelipg be hoort in de straflijsten, aanteekening te worden gehouden. Hei bandercilc-systeem. Naar „De Msb." mededeelt is men in de kringen der Bossche tabak-, sigaren- en sigaretten-industrie tot overeenstem ming gekomen over het ontwerp van oen nieuwe regeling voor de heffing der ta baksbelasting ter vervanging van liet hui dige stelsel. Uit reeds geveerde onder handelingen valt af te leiden, dat dit nieuwe stelsel kans van slagen heeft. Volgens dit concept zal de tabak wor den belast „ad valorem" en de „draw back" zal van liet gewicht worden geresti tueerd. De groote voordeelen van een dergelijk systeem zouden zijn, dat voor de indus trie de toestand van vóór den accijns wordt geschapen met als gevolg een op leving in het algemeen en vermindering der huisindustrie. Bij een dergelijk systeem zullen ook de dan do meeste menschen; zij kunnen de armen het l^ste helpen, die de armen be grijpen. En dat kan ik; daar ge weet, dat ik, toen oom Phineas mij vond „Vader," zei Guy, die een kleur kreeg, „we kunnen dat laten rusten. We zijn nu menschen in goeden doen, fatsoenlijke lieden." „Dat zijn wo altijd geweest, mijn zoon." Het verwijt, juist wegens zijn zacht heid, trof den jongen man in 't hart. Hij sloeg zijn cogcn neer en kleurde weder-, om, maar nu van heilige schaamte. „Dat weet ik. Ga verder, vader." „En nu, vijf cn twintig jaren van ar beid hebben mij dc positie bezorgd, wel ke ik begeerde. Ik mag mij gelijk stellen met de mannen, dio in den laatsten tijd uit 't volk omhoog zijn geklommen, om bet volk te leiden cn te» helpen met de Cannings, Kuskissons en de Peels!" „Zou u lid willen worden van het Par lement? Mijnheer Herbert vroeg mij van daag nog of dat ooit uwe bedoeling was geweest. Hij zeide, dat u alles zoudt kun nen tot stand brengen als u zich ging wijden aan dc politiek." „Neen, Guy, neen. Wijsheid, ©venals liefdadigheid, begint bij huis. Laat mij leeren mijn eigen volk te regeeren voor ik beproef den staat te regeeren. En zoo kom ik weer op het vóór en tegen aan- s gaande Eeechwood-HaU." Beursvacantie. De minister van financiën hoeft be paald, dat op de Zaterdagen in de manle den Juni, Juli en Augustus 1923, op Za-i terdag 1 September 1923 en op Donder dag 6 September 1923 d,e beurzen voor den geld- en fondsenhandel zullen zijn gesloten, alsmede dat die dagen voor lee ningen, als bedoeld in afdceling V der beursvoorschriftcn 1914, niet als werk dagen zullen worden beschouwd. Invoerrecht voor viccsc'o. De Minister van Financiën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de com missie van deskundigen voor het invoer recht op versch en gekoeld vlecsch in ha re vergadering van 23 dezer de in de wet van 19 Mei 1922 bedoelde prijscourant beeft vastgesteld als volgt: Rund- en kalfsvleesch, versch of ge koeld, 100 K.G. f 100; paarden cn ander vleesch, versch of gekoeld, 100 K.G. f55. Gedurende do maand Juni 1923 zal mitsdien het invoerrecht voor de hierl>o- ven bedoelde \rleeschsoorten bedragen 10 pet. van de hiervoor vermelde waarden. Richiig beheer van gemeentegelden. Bij K. B. is vernietigd het besluit van den Raad der gemeente Zegwaard van 28 Oct. 1922 tot benoeming van G. A. va® Beek tot gemeente-ontvanger. Aan de overwegingen, waarop dit IC. B. is gegrond, ontleencn wij. dat gebleken is, dat de benoemde niet kekend is met d» werkzaamheden verbonden aan het ambt van gemeente-ontvanger, doch dat zijn* benoeming uitsluitend het gevolg is va», zijne toezegging om dat ambt te zullen waarnemen tegen eene belooning van f550 per jaar en om de rest van do ]*»- zoldiging, die volgons de door de Kroon goedgekeurde regeling bedraagt f 1500 met periodieke verliooging te zullen terug storten in dc gemeentekas onder aftrek van deswege verschuldigde belasting. Mitsdien heeft de raad der gemeente Zegwaard bij deze benoeming niet ol- dcende rekening gehouden met ca eis~! on te slellen aan een riohtig boboer van de gemeentegelden, en het desbetreffend be sluit is uit dien hooide to achten in strijd met hot algemeen belang. „Zeg het hun, John!" Dc redenen waren eerstens, dat t goed was voor do jongens zelf, want John Halifax behoorde niet tot die philantrlio- pislen, die de hccle wereld zouden willen weldoen, behalve hun eigen huishouding en familie. Hij wild© niet enkel zich zelf omhoog heffen, maar ook zijn zonen na hem. Hij wilde hen hoog genoeg opheffen om al lereerst hun eigen volk te kunnen helpen en om dan him invloed uit te breiden in de wereld, waar hun gaven en omstan digheden hen zouden heen leiden. „Ik begrijp 't," riep de oudste zoon. „IJ wilt de grondslagen voor een ge slacht leggen en zoo zal 't gebeliron 1 wij zullen ons nederzetten op Beechwood Hall; al de komende geslachten zullen daar wonen lot room en ©ore van uwen naamonzen naam „Mijn jongen, or is maar oen Naam. tot Wiens eere wij allen moeten leven. *Eón Naam, in Wien allo geslachten der aar de gezegend zijn. In zooverre aJlecn wcnsch ik een geslacht te grondvesten, zooals gij dat noemt, opdat ons licht mo ge schijnen voor de menschen opdat wij een stad op een borg mogen wezen opdat wij eerlijk tot allen, uic ons virgin kunnen zeggen: „Wal mij en na ja Iris aangaat, wij zullen Jon Uccuc dlencr.."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5