Tweede BSad Donderdag 23 iel 1923 VERZEKERING. lil „Oude Paden" vraagt een inzender het oordeel der redactie over de verzeke ring. Hij meent, en velen stemmen met hem in, dat het verzekeringswezen in strijd met Gods Woord en dus aan den Christen niet geoorloofd is. Hij grondt zijn overtuiging op Job 12: 6 „De tenten der vervroesters hebben rust en die God*tergen hebben verzekerdheden om hetgeen God met zijne hand toebrengt." 't Schijnt hem dus toe dat elke assuran tie (brand-, glas-, vee- en levensverzeke ring o. a.) niet door den beugel kan, en hij is zoo consequent om dezen stelregel voor eigen persoon en familie toe te passen. Ds. J. J. Knap antwoordt hierop als volgt: In vorige jaren hebben wij deze quaes- tie, indien wij ons wel herinneren, reeds besproken. Maar wij willen onzo opvat ting nog wel eens in 't kort weergeven. En dan beginnen wij met den aaugehaal- den tekst als niet ter zake dienende ter zijde te leggen. Dit woord van Job heeft niets met de assurantie uit te staan. Het verband wijst dit onweersprekelijk uit. Job antwoordt Kier op 't betoog zij ner vrienden. Zij hadden beweerd, dat het. den Godvruchtigein 't leven goed moest gaan en den goddelooze kwalijk, omdat God rechtvaardig is en de deugd beloont, terwijl Hij de zonde straft, een belooning cn straf, die dan gezocht werd in uitwendigen voorspoed en wel stand des lichaams, waarvan Job op dat oogenblik verstoken was. 't Was een oude Joodscbe dwaling, die zij hiermede als waarheid op 't tapijt brachten. Dc discipelen van Jezus waren er zelfs ook in bevangen, teen zij met het oog op den blindgeborene vraagden, of hij dit droeve lot aan zijn eigen zonden, dan wel aan de zenden zijner ouders te danken had.. Jezus wijst hen echter terecht, zeggende, dat noch het één noch het ander dc oor zaak dezer blindheid was, maar dat God zijn genademacht aan dien beproefden man wilde verheerlijken. Job ziet dc dingen dan ook beter in dan zijn zoogenaamde vrienden. Hoe kunt gij zeggen, antwoordt hij, dat voor spoed en tegenspoed ook maar iets bewij zen omtrent den zielestaat der msn- schen. Geef uw oogen den kost. Gij ziet dan dat „de tenten der verwoesters" dik wijls rast hebben, 't gaat hun vaak alles voor den wind, zij hebben nergens over te klagen wat het tijdelijke betreft, zij tergen God, en toch hebben zij „ver zekerdheden" cm hetgeen God met zijn hand toebrengt. D.w.z. wat het uitwen dige en materiëele betreft, hetwelk hun toekomt uit Gods hand, al erken nen zij dit niet zelf, leven zij in vol komen zekerheid, zij worden nergens door gekweld, zij leiden een rustig leven alsof zij in hun voorspoed onaantastbaar waren. Aldus en niet anders is dit woord te verstaan. Wat wij het verzekeringswezen noemen heeft er niets mee te maken: die God tergende menschen sloten geen verzeke ring tff, Job wil alleen zeggen, dat hun geld en goed, hun gezondheid en kracht een vast en onvervreemdbaar bezit schenen te zijn in weerwil van hun god deloosheid, en dat men dus uit rijkdom of welstand nooit iets mag afleiden om trent 's menschen geestelijken staat voor God. Hiermede is de tekst in Tt juiste licht gesteld. En wat nu 't verzekeringswezen be treft, een positieve uitspraak der Heilige Schrift bestaat er niet over. Dit zou ook onmogelijk zijn, omdat men toen de as- dus geen teksten zoeken maar wij moeten dus geen teksten zoeken, mar wij moeten vragen, of de assurantie geoorloofd is volgens de doorgaande leer der Heilige Schrift omtrent 's menschen roeping en verantwoordelijkheid. En dan wijzen wij op het volgende: Wij kunnen ons noch tegen brand, noch tegen ziekte, noch tegen invaliditeit noch tegen den ouderdom, noch tegen den dood verzekeren. Al deze dingen worden ons toebeschikt door het voor zienig bestel van den alwijzen God. Wanneer het zijn wil is, zullen zij ons overkomen, onverschillig of wij verzekerd zijn of niet. Maar nu de eenvoudige FEUILLETON! Van hooger Orde. Naar hefc Engelech. 87) „Niet dat alleen, lieve; er komen nog andere redenen hij. Weet ge, Phineas;" ging hij verder, „dat ik niet een -wijs rentmeester ben- yan de rijkdommen, welke zoo snel zijn vermeerderd. Op z'n vijftigste jaar moest iemand, die zoo ge zegend is, als ik hen geweest, werkelijk eenig nut hebben gesticht in de wereld en ik ben vijf en veertig. Eens hoop ik wondere dingen te hebben tot stand ge bracht voor ik vijf en veertig zou zijn. Maar het verlangen is, hoe dan ook, ver dwenen." Zijn vrouw en ik zwegen. Wij wisten heiden hoe 't was; dat, al was zijn uiter lijk bestaan, gedurende deze twaalf jaren, kalm voorbij gegaan, zonder dat hij een enkele plicht had verwaarloosd, al de hooge idealen, welke de glorie en beko ring van het leven uitmaken, gelijk de plichten en de kracht van vormen, dat al zijn actieve energie en nobele eerzucht, welke vooral eigen zijn aan den bloei van den mannel ijken leeftijd, in hem, mis- scf^en niet dood waren, maar slapende. vraag hiernaast: is het de bedoeling dei- assurantie ons voor deze dingen to vrij waren? Er is niemand, die het in ernst meent, want wat is de mensch dat hij Gods raad zou kunnen verijdelen? Men verzekert zich alleen tegen geldelijke schade, die zulke ongevallen vanzelf met zich medebrengen, of men verzekert zich tegen den Weidelijken nood, die velen op den ouden dag bedreigt, wanneer zij niet meer kunnen werken, of men verze kert zijn nabestaanden tegen.de finan- tieele gevolgen, dio uit het overlijden van den kostwinner kunnen voortkomen. En liet is dus de vraag of deze handel wijze op grond van Gods Woord geoor loofd is? Ons dunkt het antwoord is niet twij felachtig. Duidelijkheidshalve onderscheiden wij twee rubrieken. In de eerste plaats de verzekering te gen rampen, zooals brand, hagelslag, ziekte onder vee of menschen, waaronder dan te verstaan is de verzekering tegen de geldelijke gevolgen er van. Mogen wij ons tegen schade, uit zulke oorzaken voorkomend, verweren? Mogen wij een stoomgemaal in onze polders bouwen om het schadelijk water weg te malen, of schoon dat water door God gezonden wordt?zoo ja, dat is verzekering. Mogen wij reddingsbooten en reddings gordels op een reis naar Amerika mede- nemen om bij schipbreuk het leven er af te brengen, ofschoon de storm door God gezonden wordt?zoo ja, dat is ver zekering. Is het zonde, wanneer de bloe mist in zijn kassen stookt om dc nood lottige gevolgen van dc vorst voor zijn teero planten tc voorkomen, ofschoon die koude door God gezonden wordt?.... zóo neen, dan is dit verzekering. En mag de bouwer den strijd aanbinden tegen de druifluis, dio ook onder Gods bestuur staat, en zoo dc- mislukking van den oogst te weren?zoo ja, dan is dit .wederom verzekering. Nu is het toch duidelijk, dat, als het één geoorloofd is, het andere kwalijk verboden kan worden Mag ik nij verzekeren tegen boos ge- dierttf, koude, storm, overstroomingj dan mag ik het ook deen tegen brand- en glasschade. De Heerc leert ons dan ook in Zijn Woord om Hem wel te erkennen als den Zender van allerlei levcnsnoo- den, maar om er tevens den strijd tegen aan to binden, men denke. slechts aan Noach, die wist dat de zondvloed zou komen cn toch zelfs op Gods bevel, een ark bouwde als het middel om er aan te ontkomen. Zoo alleen wordt 's men schen veerkracht geprikkeld. Hij moet het hoofd buigen onder da tegenslagen, die hem treffen en er Gods hand in er kennen, maar zoolang het niet blijkt dat de gevolgen niet af te wenden zijn, zal hij met een biddend hart alle ge oorloofde middelen aan moeten grijpen om met Gods hulp aan den nood het .verpletterend karakter te ontnemen. De tweede rubriek raakte niet do ram pen, maar den natuurlijken loop van 't leven. Wij worden oud of sterven en loopen gevaar in den ouderdom gebrek te lijden of onze dierbaren onverzorgd achter te laten. Voordat het verzekerings wezen opkwam, trachtte men evengoed de finantieelo gevolgen van dien gang van zaken te voorkomen, 3^c-n deed het door in de goede dagen tc sparen. He laas wachten ouderdom en dood niet slechts totdat cr voldoende kapitaal bij eengegaard is. En nu rust liet verzeke ringswezen op precies hetzelfde beginsel van sparen. Men spaart dan niet meer alleen, doch in gemeenschap met ande ren. Het betalen van de premie is het spaargeld. '*t Is 'even hetzelfde als het betalen van de premie voor pensioen, waaraan wel gocn enkele predikant zich onttrekt ofschoon dit niets anders dan verzekering is. Welk redelijk bezwaar kan hiertegen aangèvoerd worden? Men zorgt voor den ouden dag of voor zijn nabestaanden, maar door het verzeke ringswezen verhoogt men de kans, dat het sparen niet vruchteloos geweest zal zijn, omdat invaliditeit of dood te vroeg komen. Onze slotsom is dan ook, dat men zich kan verzekeren met een goddeloos hart denkend dat men zijn toekomst door een polis veilig stelt en nu geen God meer noodig heeft. Maar men kan het ook doen met een geloovig hart, we tende dat God dc Heerc ten slotte alles in dc hand houdt, en dat Hij met of zon der pólis doet wat Hem behaagt. De tij den hebben ons wel geleerd, dat men op Verzekeringsmaatschappijen geen on beperkt vertrouwen kan stellen. Een oor log stuurt soms de knapste finantiën iq^ de war. Men zal zich natuurlijk van de Slapende, zonder dat cenigo menschelijke „Stil, we moeien niet over hen spreken, stem hem wakker roepen kon, onder do madeliefjes van een kindergraf te Ender- ley. Ik weet niet of dit goed was, mar 't was niet onnatuurlijk. In dat hart, dat lief had zooals weinig menschen lief heb ben, kon een wonde, zoo diep, nooit ge heel genezen. Iets scheen er in hem sedert veranderd, alsof een deel van des vaders eigen leven weggenomen was met Muriel en begraven lag met zijn eerstgeborene, zijn liefste kind. „Gij vergeet," zei mevrouw Halifax zacht „gij vergeet, John, hoeveel gij gedaan hebt en je voornoemt te doen. Zooals daar zijn je verbeteringen te En- derley, je katholieke Emancipatie je afschaffing van de slavernij en jo her vorming van het parlement wel, er wordt haast niets goeds beraamd of gij leent uwe helpende hand erbij." „Een helpende beurs misschien, wat een veel gemakkelijker zaak is." „Oom Phineas, wat zou John in al dezo jaren beter hebben kunnen doen dan op zijn molens passen en zijn drie zonen opvoeden?" „■Zeg liever, laten opvoeden," zcidc hij. „Ik geloof, John, dat Guy er niet meer aan denkt met Ralph Oldtower naar Cam bridge to gaan". soliediteit zooveel mogelijk moeten ver gewissen. Maar wie er God om. loslaat, is wel diep te beklagen. Alleen do man, die beseft tegenover God verantwoorde lijk te zijn voor zichzelf en zijn gezin ook wanneer hij gestorven is, zal met een vrij geweten oen verzekering kunnen sluiten; hij zal dit deen in de weten schap, dat dit middel wel baat kan bren gen cn ook wel geoorloofd is, maar dab het alleen vruchtbaar zal zijn, indien do Heerc er Zijn zegen op gebiedt. ICEÜSC EM SCHOOL NED. HERV. KERK. Bedankt. Voor Horsten-Musselkanaal G. J. Waardenburg te Hansweerf; voor GebaldeburenH. J. de Groot te Voorst. GEREF. KERKEN. Tweetal. Te Daard c.a.: Th. A. Bergs- ma tc. Drogeham en D. Speelman tc Sel- lingen. Beroepen. Tc Raardr'J. D. Speelman te Selling<en. GEREF. GEMEENTE. Beroepen. Tc Sliedrecht: H. Kievit te Voerjendaal. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Tc Gouda: J. A. Rickel tc Zaandam. Aig. Syn. Commissie der Ned. Herv. Kerk. De heer Voenman heeft voor de biblio theek der Algemeene Synode een door hem uitgegeven geserrift van Dr. Th. L'. Haitzema aangeboden, getiteld: „Hoog kerkelijk Protestantisme." Hiervoor is hem door den president dank betuigd. De behandeling van het groote aantal (pl.m. 120) ana vragen om steun uit de Generale Kas wordt voortgezet. Zooals wij hébben medegedeeld, is voor uitkeering f 57.146.19i beschikbaar. Het blijkt, dat indien de allernoodzakelijkste steun wordt verleend, voor gemeenten f 43.315 en voor personen f 9325 zal moeten worden gevo- teerd.' Bovendien iï er voor de kas tot be hartiging van dc godsdienstige belangen van Hervormde Nederlanders in het bui tenland een subsidie van f 1000 noodig, terwijl ook het Opvoedingsgesticht „Val- kenheide" zijn jaarlijkschen steun behoeft. Wat de eerstgenoemde „Kas tot beharti ging enz." betreft, hieruit wordt in 't bij zonder cfo geestelijke verzorging van onze landgenooten in Duitschland bekostigd. Ten gevolge van den oorlog is het aantal landgenooten in de Rijnprovincie zeer ver minderd. Maar, blijkens het verslag van den heer B. Kooyman, die in dienst der Alg. Synodale Commissie, te Duisburg en omliggende plaatsen arbeidt, wordt het werk aldaar door hen die nog in Duitsch land vertoeven, over 't algemeen zeer ge waardeerd. Wat het Opvoedingsgesticht „Valken- heide" betreft, zal oeiie reeds vroeger be noemde commissie, bestaande uit do h.li. Pica'rd, Timmers cn Boertman, in overleg treden met het bestuur, met betrekking tot dc financicelo aangelegenheden. „Johannes.* In de vergadering van do „Johannes"- vereeniging ten behoeve van gepensioneer de oude onderwijzers zijn de verslagen van'secretaris en penningmeester goedge keurd. De aftredende voorzitter, de heer A. J. Drcwes, weid herkozen. „Barnabas". Dinsdagmiddag heeft onder voorzitter schap van den heer H. J. Emous uit Am sterdam, Barnabas, vereeniging ter onder steuning van weduwen van onderwijzers, vergaderd. De verslagen van secretaris en penningmeester werden goedgekeurd. De secretaris, $e heer P. S. van Dorp, werd als bestuurslid herkozen. „Lukas". Woensdagmorgen is de algemeene ver gadering gehouden van „Lukas", vereeni ging tot uitoefening van barmhartigheid aan Chr. onderwijzers en -essen. Het jaarverslag van den secretaris werd goedgekeurd. Het vermeld o.m. dat de to tale steun dit jaar f 12.500 bedroeg, d.i. iets minder dan het vorig- jaar. Er traden weer 9 besturen als begunstiger toe. In de plaats van den heer K. de Bonte werd de heer M. Lührman gekozen. Het aantal leden bedroeg op 31 Dec. pl.m. 4804. Het verslag van den penningmees Ier werd eveneens goedgekeurd. Daarna had de bestuursverkiezing plaats Aan de beurt van aftreding was de heer O. W. Berghout, die herkozen werd. De contributie 1924 werd op f3 vast gesteld. „Ik geloof 't ookacademieleven is niets voor Guy," zei do vader, want daar komen de kinderen." Het waren twee groote jongens, die in de schemering er even mannelijk uitza gen als hjin vader. „Waar is je zuster, jongens?" „Maud bleef met Edwin bij de beek," an twoordde Guy, min of meer onver schillig. Maud of juffrouw Halifax, zooals zij genoemd werd onze overleden lieveling werd nooit anders dan Muriel genoemd kwam, hangend aan den arm van Ed win, wat zij zoo graag deed, en omdat zijn arm laag genoeg was voor haar kleine gestalte en omdat zij meer in 't bijzonder „Edwin's meisje" was en altijd geweest was. „Edwin's meisje" sloop wècr met hem heen, vroolijk pratend" Guy ging naast zijn moeder zitten en sloeg den arm om. haar middel. iZj liefkoosden haar^nog altoos als kinderen deze bijna vol wassen zoons, die nooit naar de school hadden gegaan en nooit van andere zóóns van heel andere moeders geleerd had den, dat de mannelijkheid van een jongen man. vooral daarin moet bestaan, dat hij de tcedere liefkozingen in huis veracht. „Guy, dwaze jongen!" en zij nam hem dc pet af cn streek zijn haar naar ach- De voorstellen inzake rcglementsherzic- ning werden aangenomen. Zondagschoolonderwijs. De cursus voor Zondagschoolkrachben van de Ned. Ver. v. Vrijz. Zondagscholen zal gehouden worden te Zeist op 31 Juli, 1 en 2 Augustus. Dr. H. L. van Oort van Utrecht zal spreken over Gösta Berling ds. J. van Dorp van Enschede behandelt het onderwerp: Bijbelsche figuren; ds. G. J. Sirks van 's-Gravenhage houdt een refe raat over: De plaats die Jezus inneemt in het geloofsleven der modernen. Do algemeene vergadering der Ned. Ver. v. Vrijz. Z. S. S. zal zijn op Woensdag 1 Aug., 's nam. half drie. Het is een tege moetkoming aan de Zondagschoolkrachton die tevens aan een inrichting van onder wijs zijn verbonden, dat de cursus voor dit jaar midden in de vacantia is gesteld. Leerstoel-Paedagogiek. Prof. Dr. H. H. Kuyper schrijft in de „Heraut": Ons Christelijk onderwijs eischt bovenal een zelfstandige ontwikkeling van de Pae- dagogiek. Goed onderwijs is zonder, beoe fening der Paedagogiek niet denkbaar. En onze Christelijke onderwijzers mogen daarbij niet worden overgelaten aan den invloed van een Paedagogiek, die van allerlei philosophischo beginselen uitgaat, welke met onzo Christelijke belijdenis in strijd zijn. Niet alsof dc studiën over de Paedagogiek verschenen, niet tal van ge gevens zouden bieden, waarmede ook onze onderwijzers winst zouden kunnen doen. Maar er is hier keur noodig, bovenal er moet uit onze eigen beginselen een zelf standige Paedagogiek worden opgebouwd. Geheel ontbroken heeft het aan zulke leiding niet. Prof. Woltjer Br. heeft over de Paedagogiek college gegeven en ook daardoor vormend op zijn leerlingen inge werkt. Alleen was het te betreuren, dat de vrucht van deze colleges niet in ruimer kring bekend werd gemaakt. Prof. Ba- vinck heeft dat gemis grootendeels ver vuld, doordat hij in het laatste deel van zijn leven vooral aan dit gebied zijn krach ten heeft gewijd, en de^ studies, die hij hierover uitgaf, zijn door onze Christelijke onderwijzers zeer hoog op prijs gesteld. Maar daarmede zijn we er niet. Wat noodig was, broodnoodig zelfs voor heel ons Chris telijk onderwijs, was dat er aan de Vrije Universiteit oen aparte katheder voor de Paedagogiek gesticht werd, waardoor dit vak tot zijn volle recht kon komen. Het is daarom zeer te waardeeren, dat van onze Christelijke onderwijzers zelf de actie is uitgegaan, om met hunne mede werking zulk oen katheder aan de Vrije Universiteit te stichten. Over de voorwaar den, waarop dit geschieden kan, zal wel overeenstemming worden bereikt. Moge nu ook spoedig de man gevonden worden, die in staat zal wezen dezo kathe der tc vervullen. Voor de Vrije Universi teit zal daarin een rijke aanwinst worden geboden. En wellicht zal deze idee van een katheder voor een bepaald vak te stichten navolging vindon. In ons land is dit nog een novum. In Amerika is de gewoonte reeds lang ingevoerd. En ze kan voor een Universiteit, die zelf over zeer bescheiden inkomsten beschikt, van groote beteekenis worden. BINNENLAND Verktepinfl Eerste Kainer. In een te Utrecht gehouden vergade ring van de club van vrijzinnig-demo cratische Statenleden der onderscheidene provinciën zijn als voorloopige candida- ten genoemd mevr. W. van Itallievan Embden, mevr. A. AukesTimmers, mevr. M. E. LelimanBosch, mevr. C. S. Kluyfer, de vier aftredende leden prof. dr. D. van Emden, mr. Slingenberg, J. B. Westerdijk, mr. H. J. Schönfeld en de hoeren mr. W. H. M. Werker, mr. J. H. Thiel, mr. M. P. de Wilde, Herman Snijders, mr. P. G. Andreae en prof. G. van Vollenhoven. Chr. Boeren- en Tuindersbond. Genoemde Bond zal D. V. Dinsdag 5 Juni, 's voorin. 11 uur, in hotel „De Beurs" to Hoofddorp (Haarlemmermeer) zijn jaarvergadering houden. Na een rede van den voorzitter en jaarverslagen worden de vereenigings- aangelegcnheden besproken en door de heeren Woldendorp en Wind, resp. direc teuren der Chr. landbouwscholen te Hoofddorp en Heemse, mededeelingen ge daan betreffende 't onderwijs. De heer H. Golijn denkt in de middag vergadering een rede te houden over: teren „wat heb je toch uitgevoerd den geheelen dag?" „Ik heb mezelf natuurlijk aangenaam gemaakt, moeder!" „Dat heeft hij," bekrachtigde Walter; hij sprak met Lady Oldtower en hij zong met juffrouw Oldtower en juffrouw Gra ce. Niemand kan halen bij onzen Guy." „Onzin!" zei zijn moeder, terwijl Guy lachte. „Wanneer gaat Ralph weer naar Cam bridge?" „Hij gaat heele maal niet meer. Hij gaat de academie verlaten om op reis te gaan om de Grieken te helpen. Vader, weet u, dat iedereen de Grieken gaat helpen? Zelfs Lord Byron is er heen. Ik wilde dat ik er ook was." „De hemel verhoede!" riep de moeder. „Waarom niet? Ik zou een goed sol daat zijn en ik zou 't liever doen dan wat ook." „Liever dan mijn rechterhand te wezen in de molens en jo moeders steun thuis? Lliever dan als onze oudste zoon onzo steun en hoop te wezen? ik geloof 't niet, Guy!" „U hebt gelijk, ;wader", antwoordde hij niet geheel op z'n gemak, nij nam alles licht op, maar had een edelmoedig, doch onstandvastig karakter, heel anders was hij dan Edwin, reeds geheel een zaken- Onzen eeonom. toestand, terwijl Ds. D. A. v. d. Bosch, Ned. Herv. predikant te Den. Haag, het slotwoord hoopt te spre ken. Te half 5 wordt een auto-rit gehouden naar Heemstede, Aerdenhont, Bloemen- daal en Zandvoort. De volgende dag wordt een excursie gehouden naar Aals meer en door de polders, vertrek half 10 van de landbouwschool. Bond van Ned. Herv. Jongelingsvcreen. op Geref. grondslag. Tweeden Pinksterdag hield genoemde Bond te Amersfoort zijn Bondsdag, on der voorzitterschap van Ds. G. Lans, tweede voorzittejj, daar de voorzitter, Ds J. Kraay, niet aanwezig kon zijn. Do voorzitter, die Efeze 4 vs. 1 tot lt voorlas en darna in gebed voorging, her innerde aan den Pinksterzegen en wees op de verhouding tot de andere groote Bonden. Uit het jaarverslag van den len secre taris, Ds. H. de Geus, bleek dat de Bond bloeit. Hij is nu geklommen tot tachtig afdeelingen met 1700 leden. Er waren 55 afdeelingen aanwezig en de aftredende bestuursleden, Ds. J. Kraay Ds. W. J. van Lokhorst en Ds. H. A. do Geus. werden herkozen. Den beiden sprekers Prof. Dr. Hugo Visscher en L. Duymaer van Twist werd Ps. 134 vs. 3 toegezongen, waarna do eerste spreker Prof. Visscher een rede •hield over: „Het Pinksterwonder en de jongelingschap". Spr. riep den jongelingen toe, dat ze het gezicht van de Kerk Gods moeten zien, opdat de nationale Geref. Kerk de bezielende macht des volks zij. In de middagvergadering sprak de heer L. F. Duymaer van Twist over: ..Jagen naar het doel". Spr. begon met ..Geef mij hot kind en de toekomst is mij". Zoo is de school in dienst van het ongeloof gesteld. De strijd blijft"om het bezit van het kind, tegenwoordig meer van den jongeling. Het wordt daarom den jonge lingen toegeroepen, dat zij te verstaan hebben hoe naar Gods bestel de cultuur om hen draait. De gevaren, die dreigen, moeten ze zien en weersta^Th. Spr. wekt© de jongelingen op zich te oriënteeren op het terrein der Waarheid Gods den. strijd te voeren, op dat hot doel bereikt worde, te weten Gods recht en Gods eeret Het verslag van den penningmeester aangaande den Bond en den Bondsboek- handel, alsmede dat van den hoofdredac teur van „De Vaandrager", resp. de hee ren Van Erven van .Utrecht en Notcboom van Oud-Beierland, was zeer gunstig. Nadat een paar wijzigingen in de nieu we statuten waren aangenomen en in d© rondvraag besloten was tot het blijven uitgeven van een jaarboekje en tot het deen drukken van een verslag van de vergadering, werd na enkele interne be sprekingen de vergadering door den voor zitter gesloten. Na het laten zingen van Ps. 25 vs. 4 eindigde de 2e secretaris, Ds. W. J. van Lokhorst met '"dankgebed. Wijziging Lagcr-OacJerwijsv.'ei 1920. Verschenen is het voorloopig verslag over het ontwerp van wet tot aanvulling der wet van den 16den Februari 1923 Lot wijziging der Lager-Onderwijswet 1920. Verschillende leden spraken de mee ning uit, dat door de aanneming van dit wetsontwerp geen werkelijke bezuiniging zal worden verkregen. Zij meenden daar in veeleer een bezuiniging „op papier" to zien, wijl de voorgestelde wijzigingen wel strekken tot verlichting van 's rijks las ten, maar de gemeenten daardoor zullen worden belast. Enkele leden betreurden, dat de regee ring het amendement-Gerhard niet heeft overgenomen. Met de voorgestelde wijziging van art. 28, 6de lid, konden sommige leden zich bezwaarlijk vercenigen. Zij wezen er op, dat daardoor scholen, die in 1922 sflerk zijn gegroeid, eerst in 1924 recht zulltSi krijgen op vergoeding voor die onderwij zers, wier aanstelling door genoemden groei noodzakelijk jv&s geworden. Het ware billijk geweest, dat met het aantal onderwijzers, in functie bij den aanvang van den nieuwen cursus in 1923, reke ning zou kunnen worden gehouden. Ook werd de opmerking gemaakt, dat door de aanneming van het aniendement- Tilanus teniet is gedaan dc wijziging in Doe. 1922 aangebracht door het amendc- ment-Rutgers. Men meende te moeien aandringen op gebruikmaking van do bij art. 56, 2d© lid. verleende bevoegdheid, opdat onbillijkheid in dezo wordt verine den. Gevraagd werd, waarom in art. 212 niet tevens een plaats is ingeruimd \oor te stichten bijzondere opleidingsscholen. man, dat mot taaie volharding van do Enderley-molens op en neer draafde naar een kleiner molen, welke de plaats had ingenomen van den korenmolen le Norton Bury. Mevrouw Halifax zei op haar vluggen, beslisten toon; „'t is tijd om naar binnen te gaan." Een aradig huiselijk tafereel daar bin nen: Ursala zat bij haar kléine werkta fel en John in een leuningstoel naast haar. De jongelieden zaten hier en daar in 't vertrek. „Lieve, toen ik vandaag moest wachten in Jeseop's bank (Do goede oude dokter en zijn vrouw waren gestorven en zijn broeder en erfge naam had de oude eetzaal veranderd in een „Bank" open van tien tot vier.") „Hoorde ik van een juffrouw, die mij voorkwam een goede gouvernante te zijn voor Maud." „Waarlijk!" zei mevrouw Halifax, iet-* wat koel. Maud was nieuwsgierig te ww ten hoe de dame er uitzag en ik vroeg, „wie 't was?" „Wie? Dat heb ik waarlijk niet go« vraagd," antwoordde John. met een glim* leah. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5