Tweede BSad
Donderdag 23 iel 1923
VERZEKERING.
lil „Oude Paden" vraagt een inzender
het oordeel der redactie over de verzeke
ring. Hij meent, en velen stemmen met
hem in, dat het verzekeringswezen in
strijd met Gods Woord en dus aan den
Christen niet geoorloofd is. Hij grondt zijn
overtuiging op Job 12: 6 „De tenten der
vervroesters hebben rust en die God*tergen
hebben verzekerdheden om hetgeen
God met zijne hand toebrengt."
't Schijnt hem dus toe dat elke assuran
tie (brand-, glas-, vee- en levensverzeke
ring o. a.) niet door den beugel kan, en hij
is zoo consequent om dezen stelregel voor
eigen persoon en familie toe te passen.
Ds. J. J. Knap antwoordt hierop als volgt:
In vorige jaren hebben wij deze quaes-
tie, indien wij ons wel herinneren, reeds
besproken. Maar wij willen onzo opvat
ting nog wel eens in 't kort weergeven.
En dan beginnen wij met den aaugehaal-
den tekst als niet ter zake dienende ter
zijde te leggen. Dit woord van Job heeft
niets met de assurantie uit te staan.
Het verband wijst dit onweersprekelijk
uit. Job antwoordt Kier op 't betoog zij
ner vrienden. Zij hadden beweerd, dat
het. den Godvruchtigein 't leven goed
moest gaan en den goddelooze kwalijk,
omdat God rechtvaardig is en de deugd
beloont, terwijl Hij de zonde straft,
een belooning cn straf, die dan gezocht
werd in uitwendigen voorspoed en wel
stand des lichaams, waarvan Job op dat
oogenblik verstoken was. 't Was een
oude Joodscbe dwaling, die zij hiermede
als waarheid op 't tapijt brachten. Dc
discipelen van Jezus waren er zelfs ook
in bevangen, teen zij met het oog op den
blindgeborene vraagden, of hij dit droeve
lot aan zijn eigen zonden, dan wel aan
de zenden zijner ouders te danken had..
Jezus wijst hen echter terecht, zeggende,
dat noch het één noch het ander dc oor
zaak dezer blindheid was, maar dat God
zijn genademacht aan dien beproefden
man wilde verheerlijken.
Job ziet dc dingen dan ook beter in
dan zijn zoogenaamde vrienden. Hoe
kunt gij zeggen, antwoordt hij, dat voor
spoed en tegenspoed ook maar iets bewij
zen omtrent den zielestaat der msn-
schen. Geef uw oogen den kost. Gij ziet
dan dat „de tenten der verwoesters" dik
wijls rast hebben, 't gaat hun vaak alles
voor den wind, zij hebben nergens over
te klagen wat het tijdelijke betreft,
zij tergen God, en toch hebben zij „ver
zekerdheden" cm hetgeen God met zijn
hand toebrengt. D.w.z. wat het uitwen
dige en materiëele betreft, hetwelk
hun toekomt uit Gods hand, al erken
nen zij dit niet zelf, leven zij in vol
komen zekerheid, zij worden nergens
door gekweld, zij leiden een rustig leven
alsof zij in hun voorspoed onaantastbaar
waren.
Aldus en niet anders is dit woord te
verstaan.
Wat wij het verzekeringswezen noemen
heeft er niets mee te maken: die God
tergende menschen sloten geen verzeke
ring tff, Job wil alleen zeggen, dat hun
geld en goed, hun gezondheid en kracht
een vast en onvervreemdbaar bezit
schenen te zijn in weerwil van hun god
deloosheid, en dat men dus uit rijkdom
of welstand nooit iets mag afleiden om
trent 's menschen geestelijken staat voor
God.
Hiermede is de tekst in Tt juiste licht
gesteld.
En wat nu 't verzekeringswezen be
treft, een positieve uitspraak der Heilige
Schrift bestaat er niet over. Dit zou ook
onmogelijk zijn, omdat men toen de as-
dus geen teksten zoeken maar wij moeten
dus geen teksten zoeken, mar wij moeten
vragen, of de assurantie geoorloofd is
volgens de doorgaande leer der Heilige
Schrift omtrent 's menschen roeping en
verantwoordelijkheid.
En dan wijzen wij op het volgende:
Wij kunnen ons noch tegen brand,
noch tegen ziekte, noch tegen invaliditeit
noch tegen den ouderdom, noch tegen
den dood verzekeren. Al deze dingen
worden ons toebeschikt door het voor
zienig bestel van den alwijzen God.
Wanneer het zijn wil is, zullen zij ons
overkomen, onverschillig of wij verzekerd
zijn of niet. Maar nu de eenvoudige
FEUILLETON!
Van hooger Orde.
Naar hefc Engelech.
87)
„Niet dat alleen, lieve; er komen nog
andere redenen hij. Weet ge, Phineas;"
ging hij verder, „dat ik niet een -wijs
rentmeester ben- yan de rijkdommen,
welke zoo snel zijn vermeerderd. Op z'n
vijftigste jaar moest iemand, die zoo ge
zegend is, als ik hen geweest, werkelijk
eenig nut hebben gesticht in de wereld
en ik ben vijf en veertig. Eens hoop ik
wondere dingen te hebben tot stand ge
bracht voor ik vijf en veertig zou zijn.
Maar het verlangen is, hoe dan ook, ver
dwenen."
Zijn vrouw en ik zwegen. Wij wisten
heiden hoe 't was; dat, al was zijn uiter
lijk bestaan, gedurende deze twaalf jaren,
kalm voorbij gegaan, zonder dat hij een
enkele plicht had verwaarloosd, al de
hooge idealen, welke de glorie en beko
ring van het leven uitmaken, gelijk de
plichten en de kracht van vormen, dat al
zijn actieve energie en nobele eerzucht,
welke vooral eigen zijn aan den bloei van
den mannel ijken leeftijd, in hem, mis-
scf^en niet dood waren, maar slapende.
vraag hiernaast: is het de bedoeling dei-
assurantie ons voor deze dingen to vrij
waren? Er is niemand, die het in ernst
meent, want wat is de mensch dat hij
Gods raad zou kunnen verijdelen? Men
verzekert zich alleen tegen geldelijke
schade, die zulke ongevallen vanzelf met
zich medebrengen, of men verzekert zich
tegen den Weidelijken nood, die velen op
den ouden dag bedreigt, wanneer zij
niet meer kunnen werken, of men verze
kert zijn nabestaanden tegen.de finan-
tieele gevolgen, dio uit het overlijden
van den kostwinner kunnen voortkomen.
En liet is dus de vraag of deze handel
wijze op grond van Gods Woord geoor
loofd is?
Ons dunkt het antwoord is niet twij
felachtig.
Duidelijkheidshalve onderscheiden wij
twee rubrieken.
In de eerste plaats de verzekering te
gen rampen, zooals brand, hagelslag,
ziekte onder vee of menschen, waaronder
dan te verstaan is de verzekering tegen
de geldelijke gevolgen er van. Mogen wij
ons tegen schade, uit zulke oorzaken
voorkomend, verweren? Mogen wij een
stoomgemaal in onze polders bouwen om
het schadelijk water weg te malen, of
schoon dat water door God gezonden
wordt?zoo ja, dat is verzekering.
Mogen wij reddingsbooten en reddings
gordels op een reis naar Amerika mede-
nemen om bij schipbreuk het leven er af
te brengen, ofschoon de storm door God
gezonden wordt?zoo ja, dat is ver
zekering. Is het zonde, wanneer de bloe
mist in zijn kassen stookt om dc nood
lottige gevolgen van dc vorst voor zijn
teero planten tc voorkomen, ofschoon
die koude door God gezonden wordt?....
zóo neen, dan is dit verzekering. En mag
de bouwer den strijd aanbinden tegen
de druifluis, dio ook onder Gods bestuur
staat, en zoo dc- mislukking van den
oogst te weren?zoo ja, dan is dit
.wederom verzekering. Nu is het toch
duidelijk, dat, als het één geoorloofd is,
het andere kwalijk verboden kan worden
Mag ik nij verzekeren tegen boos ge-
dierttf, koude, storm, overstroomingj dan
mag ik het ook deen tegen brand- en
glasschade. De Heerc leert ons dan ook
in Zijn Woord om Hem wel te erkennen
als den Zender van allerlei levcnsnoo-
den, maar om er tevens den strijd tegen
aan to binden, men denke. slechts aan
Noach, die wist dat de zondvloed zou
komen cn toch zelfs op Gods bevel, een
ark bouwde als het middel om er aan
te ontkomen. Zoo alleen wordt 's men
schen veerkracht geprikkeld. Hij moet
het hoofd buigen onder da tegenslagen,
die hem treffen en er Gods hand in er
kennen, maar zoolang het niet blijkt
dat de gevolgen niet af te wenden zijn,
zal hij met een biddend hart alle ge
oorloofde middelen aan moeten grijpen
om met Gods hulp aan den nood het
.verpletterend karakter te ontnemen.
De tweede rubriek raakte niet do ram
pen, maar den natuurlijken loop van 't
leven. Wij worden oud of sterven en
loopen gevaar in den ouderdom gebrek
te lijden of onze dierbaren onverzorgd
achter te laten. Voordat het verzekerings
wezen opkwam, trachtte men evengoed
de finantieelo gevolgen van dien gang
van zaken te voorkomen, 3^c-n deed het
door in de goede dagen tc sparen. He
laas wachten ouderdom en dood niet
slechts totdat cr voldoende kapitaal bij
eengegaard is. En nu rust liet verzeke
ringswezen op precies hetzelfde beginsel
van sparen. Men spaart dan niet meer
alleen, doch in gemeenschap met ande
ren. Het betalen van de premie is het
spaargeld. '*t Is 'even hetzelfde als het
betalen van de premie voor pensioen,
waaraan wel gocn enkele predikant zich
onttrekt ofschoon dit niets anders dan
verzekering is. Welk redelijk bezwaar
kan hiertegen aangèvoerd worden? Men
zorgt voor den ouden dag of voor zijn
nabestaanden, maar door het verzeke
ringswezen verhoogt men de kans, dat
het sparen niet vruchteloos geweest zal
zijn, omdat invaliditeit of dood te vroeg
komen.
Onze slotsom is dan ook, dat men
zich kan verzekeren met een goddeloos
hart denkend dat men zijn toekomst
door een polis veilig stelt en nu geen
God meer noodig heeft. Maar men kan
het ook doen met een geloovig hart, we
tende dat God dc Heerc ten slotte alles
in dc hand houdt, en dat Hij met of zon
der pólis doet wat Hem behaagt. De tij
den hebben ons wel geleerd, dat men
op Verzekeringsmaatschappijen geen on
beperkt vertrouwen kan stellen. Een oor
log stuurt soms de knapste finantiën iq^
de war. Men zal zich natuurlijk van de
Slapende, zonder dat cenigo menschelijke
„Stil, we moeien niet over hen spreken,
stem hem wakker roepen kon, onder do
madeliefjes van een kindergraf te Ender-
ley. Ik weet niet of dit goed was, mar 't
was niet onnatuurlijk. In dat hart, dat
lief had zooals weinig menschen lief heb
ben, kon een wonde, zoo diep, nooit ge
heel genezen. Iets scheen er in hem sedert
veranderd, alsof een deel van des vaders
eigen leven weggenomen was met Muriel
en begraven lag met zijn eerstgeborene,
zijn liefste kind.
„Gij vergeet," zei mevrouw Halifax
zacht „gij vergeet, John, hoeveel gij
gedaan hebt en je voornoemt te doen.
Zooals daar zijn je verbeteringen te En-
derley, je katholieke Emancipatie je
afschaffing van de slavernij en jo her
vorming van het parlement wel, er
wordt haast niets goeds beraamd of gij
leent uwe helpende hand erbij."
„Een helpende beurs misschien, wat
een veel gemakkelijker zaak is."
„Oom Phineas, wat zou John in al dezo
jaren beter hebben kunnen doen dan op
zijn molens passen en zijn drie zonen
opvoeden?"
„■Zeg liever, laten opvoeden," zcidc hij.
„Ik geloof, John, dat Guy er niet meer
aan denkt met Ralph Oldtower naar Cam
bridge to gaan".
soliediteit zooveel mogelijk moeten ver
gewissen. Maar wie er God om. loslaat,
is wel diep te beklagen. Alleen do man,
die beseft tegenover God verantwoorde
lijk te zijn voor zichzelf en zijn gezin
ook wanneer hij gestorven is, zal met een
vrij geweten oen verzekering kunnen
sluiten; hij zal dit deen in de weten
schap, dat dit middel wel baat kan bren
gen cn ook wel geoorloofd is, maar dab
het alleen vruchtbaar zal zijn, indien do
Heerc er Zijn zegen op gebiedt.
ICEÜSC EM SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Bedankt. Voor Horsten-Musselkanaal
G. J. Waardenburg te Hansweerf; voor
GebaldeburenH. J. de Groot te Voorst.
GEREF. KERKEN.
Tweetal. Te Daard c.a.: Th. A. Bergs-
ma tc. Drogeham en D. Speelman tc Sel-
lingen.
Beroepen. Tc Raardr'J. D. Speelman
te Selling<en.
GEREF. GEMEENTE.
Beroepen. Tc Sliedrecht: H. Kievit
te Voerjendaal.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Tc Gouda: J. A. Rickel
tc Zaandam.
Aig. Syn. Commissie der Ned. Herv. Kerk.
De heer Voenman heeft voor de biblio
theek der Algemeene Synode een door
hem uitgegeven geserrift van Dr. Th. L'.
Haitzema aangeboden, getiteld: „Hoog
kerkelijk Protestantisme." Hiervoor is hem
door den president dank betuigd.
De behandeling van het groote aantal
(pl.m. 120) ana vragen om steun uit de
Generale Kas wordt voortgezet. Zooals
wij hébben medegedeeld, is voor uitkeering
f 57.146.19i beschikbaar. Het blijkt, dat
indien de allernoodzakelijkste steun wordt
verleend, voor gemeenten f 43.315 en voor
personen f 9325 zal moeten worden gevo-
teerd.' Bovendien iï er voor de kas tot be
hartiging van dc godsdienstige belangen
van Hervormde Nederlanders in het bui
tenland een subsidie van f 1000 noodig,
terwijl ook het Opvoedingsgesticht „Val-
kenheide" zijn jaarlijkschen steun behoeft.
Wat de eerstgenoemde „Kas tot beharti
ging enz." betreft, hieruit wordt in 't bij
zonder cfo geestelijke verzorging van onze
landgenooten in Duitschland bekostigd.
Ten gevolge van den oorlog is het aantal
landgenooten in de Rijnprovincie zeer ver
minderd. Maar, blijkens het verslag van
den heer B. Kooyman, die in dienst der
Alg. Synodale Commissie, te Duisburg en
omliggende plaatsen arbeidt, wordt het
werk aldaar door hen die nog in Duitsch
land vertoeven, over 't algemeen zeer ge
waardeerd.
Wat het Opvoedingsgesticht „Valken-
heide" betreft, zal oeiie reeds vroeger be
noemde commissie, bestaande uit do h.li.
Pica'rd, Timmers cn Boertman, in overleg
treden met het bestuur, met betrekking
tot dc financicelo aangelegenheden.
„Johannes.*
In de vergadering van do „Johannes"-
vereeniging ten behoeve van gepensioneer
de oude onderwijzers zijn de verslagen
van'secretaris en penningmeester goedge
keurd. De aftredende voorzitter, de heer
A. J. Drcwes, weid herkozen.
„Barnabas".
Dinsdagmiddag heeft onder voorzitter
schap van den heer H. J. Emous uit Am
sterdam, Barnabas, vereeniging ter onder
steuning van weduwen van onderwijzers,
vergaderd. De verslagen van secretaris en
penningmeester werden goedgekeurd. De
secretaris, $e heer P. S. van Dorp, werd als
bestuurslid herkozen.
„Lukas".
Woensdagmorgen is de algemeene ver
gadering gehouden van „Lukas", vereeni
ging tot uitoefening van barmhartigheid
aan Chr. onderwijzers en -essen.
Het jaarverslag van den secretaris werd
goedgekeurd. Het vermeld o.m. dat de to
tale steun dit jaar f 12.500 bedroeg, d.i.
iets minder dan het vorig- jaar. Er traden
weer 9 besturen als begunstiger toe. In
de plaats van den heer K. de Bonte werd
de heer M. Lührman gekozen. Het aantal
leden bedroeg op 31 Dec. pl.m. 4804.
Het verslag van den penningmees Ier
werd eveneens goedgekeurd.
Daarna had de bestuursverkiezing plaats
Aan de beurt van aftreding was de heer
O. W. Berghout, die herkozen werd.
De contributie 1924 werd op f3 vast
gesteld.
„Ik geloof 't ookacademieleven is
niets voor Guy," zei do vader,
want daar komen de kinderen."
Het waren twee groote jongens, die in
de schemering er even mannelijk uitza
gen als hjin vader.
„Waar is je zuster, jongens?"
„Maud bleef met Edwin bij de beek,"
an twoordde Guy, min of meer onver
schillig.
Maud of juffrouw Halifax, zooals zij
genoemd werd onze overleden lieveling
werd nooit anders dan Muriel genoemd
kwam, hangend aan den arm van Ed
win, wat zij zoo graag deed, en omdat
zijn arm laag genoeg was voor haar
kleine gestalte en omdat zij meer in 't
bijzonder „Edwin's meisje" was en altijd
geweest was.
„Edwin's meisje" sloop wècr met hem
heen, vroolijk pratend" Guy ging naast
zijn moeder zitten en sloeg den arm om.
haar middel. iZj liefkoosden haar^nog
altoos als kinderen deze bijna vol
wassen zoons, die nooit naar de school
hadden gegaan en nooit van andere zóóns
van heel andere moeders geleerd had
den, dat de mannelijkheid van een jongen
man. vooral daarin moet bestaan, dat hij
de tcedere liefkozingen in huis veracht.
„Guy, dwaze jongen!" en zij nam hem
dc pet af cn streek zijn haar naar ach-
De voorstellen inzake rcglementsherzic-
ning werden aangenomen.
Zondagschoolonderwijs.
De cursus voor Zondagschoolkrachben
van de Ned. Ver. v. Vrijz. Zondagscholen
zal gehouden worden te Zeist op 31 Juli,
1 en 2 Augustus. Dr. H. L. van Oort van
Utrecht zal spreken over Gösta Berling ds.
J. van Dorp van Enschede behandelt het
onderwerp: Bijbelsche figuren; ds. G. J.
Sirks van 's-Gravenhage houdt een refe
raat over: De plaats die Jezus inneemt in
het geloofsleven der modernen.
Do algemeene vergadering der Ned. Ver.
v. Vrijz. Z. S. S. zal zijn op Woensdag 1
Aug., 's nam. half drie. Het is een tege
moetkoming aan de Zondagschoolkrachton
die tevens aan een inrichting van onder
wijs zijn verbonden, dat de cursus voor dit
jaar midden in de vacantia is gesteld.
Leerstoel-Paedagogiek.
Prof. Dr. H. H. Kuyper schrijft in de
„Heraut":
Ons Christelijk onderwijs eischt bovenal
een zelfstandige ontwikkeling van de Pae-
dagogiek. Goed onderwijs is zonder, beoe
fening der Paedagogiek niet denkbaar. En
onze Christelijke onderwijzers mogen
daarbij niet worden overgelaten aan den
invloed van een Paedagogiek, die van
allerlei philosophischo beginselen uitgaat,
welke met onzo Christelijke belijdenis in
strijd zijn. Niet alsof dc studiën over de
Paedagogiek verschenen, niet tal van ge
gevens zouden bieden, waarmede ook onze
onderwijzers winst zouden kunnen doen.
Maar er is hier keur noodig, bovenal er
moet uit onze eigen beginselen een zelf
standige Paedagogiek worden opgebouwd.
Geheel ontbroken heeft het aan zulke
leiding niet. Prof. Woltjer Br. heeft over
de Paedagogiek college gegeven en ook
daardoor vormend op zijn leerlingen inge
werkt. Alleen was het te betreuren, dat
de vrucht van deze colleges niet in ruimer
kring bekend werd gemaakt. Prof. Ba-
vinck heeft dat gemis grootendeels ver
vuld, doordat hij in het laatste deel van
zijn leven vooral aan dit gebied zijn krach
ten heeft gewijd, en de^ studies, die hij
hierover uitgaf, zijn door onze Christelijke
onderwijzers zeer hoog op prijs gesteld.
Maar daarmede zijn we er niet. Wat noodig
was, broodnoodig zelfs voor heel ons Chris
telijk onderwijs, was dat er aan de Vrije
Universiteit oen aparte katheder voor de
Paedagogiek gesticht werd, waardoor dit
vak tot zijn volle recht kon komen.
Het is daarom zeer te waardeeren, dat
van onze Christelijke onderwijzers zelf de
actie is uitgegaan, om met hunne mede
werking zulk oen katheder aan de Vrije
Universiteit te stichten. Over de voorwaar
den, waarop dit geschieden kan, zal wel
overeenstemming worden bereikt.
Moge nu ook spoedig de man gevonden
worden, die in staat zal wezen dezo kathe
der tc vervullen. Voor de Vrije Universi
teit zal daarin een rijke aanwinst worden
geboden. En wellicht zal deze idee van een
katheder voor een bepaald vak te stichten
navolging vindon. In ons land is dit nog
een novum. In Amerika is de gewoonte
reeds lang ingevoerd. En ze kan voor een
Universiteit, die zelf over zeer bescheiden
inkomsten beschikt, van groote beteekenis
worden.
BINNENLAND
Verktepinfl Eerste Kainer.
In een te Utrecht gehouden vergade
ring van de club van vrijzinnig-demo
cratische Statenleden der onderscheidene
provinciën zijn als voorloopige candida-
ten genoemd mevr. W. van Itallievan
Embden, mevr. A. AukesTimmers,
mevr. M. E. LelimanBosch, mevr. C. S.
Kluyfer, de vier aftredende leden prof.
dr. D. van Emden, mr. Slingenberg, J.
B. Westerdijk, mr. H. J. Schönfeld en
de hoeren mr. W. H. M. Werker, mr. J.
H. Thiel, mr. M. P. de Wilde, Herman
Snijders, mr. P. G. Andreae en prof. G.
van Vollenhoven.
Chr. Boeren- en Tuindersbond.
Genoemde Bond zal D. V. Dinsdag 5
Juni, 's voorin. 11 uur, in hotel „De
Beurs" to Hoofddorp (Haarlemmermeer)
zijn jaarvergadering houden.
Na een rede van den voorzitter en
jaarverslagen worden de vereenigings-
aangelegcnheden besproken en door de
heeren Woldendorp en Wind, resp. direc
teuren der Chr. landbouwscholen te
Hoofddorp en Heemse, mededeelingen ge
daan betreffende 't onderwijs.
De heer H. Golijn denkt in de middag
vergadering een rede te houden over:
teren „wat heb je toch uitgevoerd den
geheelen dag?"
„Ik heb mezelf natuurlijk aangenaam
gemaakt, moeder!"
„Dat heeft hij," bekrachtigde Walter;
hij sprak met Lady Oldtower en hij zong
met juffrouw Oldtower en juffrouw Gra
ce. Niemand kan halen bij onzen Guy."
„Onzin!" zei zijn moeder, terwijl Guy
lachte.
„Wanneer gaat Ralph weer naar Cam
bridge?"
„Hij gaat heele maal niet meer. Hij
gaat de academie verlaten om op reis te
gaan om de Grieken te helpen. Vader,
weet u, dat iedereen de Grieken gaat
helpen? Zelfs Lord Byron is er heen. Ik
wilde dat ik er ook was."
„De hemel verhoede!" riep de moeder.
„Waarom niet? Ik zou een goed sol
daat zijn en ik zou 't liever doen dan
wat ook."
„Liever dan mijn rechterhand te wezen
in de molens en jo moeders steun thuis?
Lliever dan als onze oudste zoon onzo
steun en hoop te wezen? ik geloof 't
niet, Guy!"
„U hebt gelijk, ;wader", antwoordde hij
niet geheel op z'n gemak, nij nam alles
licht op, maar had een edelmoedig, doch
onstandvastig karakter, heel anders was
hij dan Edwin, reeds geheel een zaken-
Onzen eeonom. toestand, terwijl Ds. D.
A. v. d. Bosch, Ned. Herv. predikant te
Den. Haag, het slotwoord hoopt te spre
ken.
Te half 5 wordt een auto-rit gehouden
naar Heemstede, Aerdenhont, Bloemen-
daal en Zandvoort. De volgende dag
wordt een excursie gehouden naar Aals
meer en door de polders, vertrek half 10
van de landbouwschool.
Bond van Ned. Herv. Jongelingsvcreen.
op Geref. grondslag.
Tweeden Pinksterdag hield genoemde
Bond te Amersfoort zijn Bondsdag, on
der voorzitterschap van Ds. G. Lans,
tweede voorzittejj, daar de voorzitter, Ds
J. Kraay, niet aanwezig kon zijn.
Do voorzitter, die Efeze 4 vs. 1 tot lt
voorlas en darna in gebed voorging, her
innerde aan den Pinksterzegen en wees
op de verhouding tot de andere groote
Bonden.
Uit het jaarverslag van den len secre
taris, Ds. H. de Geus, bleek dat de Bond
bloeit. Hij is nu geklommen tot tachtig
afdeelingen met 1700 leden.
Er waren 55 afdeelingen aanwezig en
de aftredende bestuursleden, Ds. J. Kraay
Ds. W. J. van Lokhorst en Ds. H. A. do
Geus. werden herkozen.
Den beiden sprekers Prof. Dr. Hugo
Visscher en L. Duymaer van Twist werd
Ps. 134 vs. 3 toegezongen, waarna do
eerste spreker Prof. Visscher een rede
•hield over: „Het Pinksterwonder en de
jongelingschap". Spr. riep den jongelingen
toe, dat ze het gezicht van de Kerk Gods
moeten zien, opdat de nationale Geref.
Kerk de bezielende macht des volks zij.
In de middagvergadering sprak de heer
L. F. Duymaer van Twist over: ..Jagen
naar het doel". Spr. begon met ..Geef
mij hot kind en de toekomst is mij". Zoo
is de school in dienst van het ongeloof
gesteld. De strijd blijft"om het bezit van
het kind, tegenwoordig meer van den
jongeling. Het wordt daarom den jonge
lingen toegeroepen, dat zij te verstaan
hebben hoe naar Gods bestel de cultuur
om hen draait. De gevaren, die dreigen,
moeten ze zien en weersta^Th. Spr. wekt©
de jongelingen op zich te oriënteeren op
het terrein der Waarheid Gods den.
strijd te voeren, op dat hot doel bereikt
worde, te weten Gods recht en Gods eeret
Het verslag van den penningmeester
aangaande den Bond en den Bondsboek-
handel, alsmede dat van den hoofdredac
teur van „De Vaandrager", resp. de hee
ren Van Erven van .Utrecht en Notcboom
van Oud-Beierland, was zeer gunstig.
Nadat een paar wijzigingen in de nieu
we statuten waren aangenomen en in d©
rondvraag besloten was tot het blijven
uitgeven van een jaarboekje en tot het
deen drukken van een verslag van de
vergadering, werd na enkele interne be
sprekingen de vergadering door den voor
zitter gesloten.
Na het laten zingen van Ps. 25 vs. 4
eindigde de 2e secretaris, Ds. W. J. van
Lokhorst met '"dankgebed.
Wijziging Lagcr-OacJerwijsv.'ei 1920.
Verschenen is het voorloopig verslag
over het ontwerp van wet tot aanvulling
der wet van den 16den Februari 1923 Lot
wijziging der Lager-Onderwijswet 1920.
Verschillende leden spraken de mee
ning uit, dat door de aanneming van dit
wetsontwerp geen werkelijke bezuiniging
zal worden verkregen. Zij meenden daar
in veeleer een bezuiniging „op papier" to
zien, wijl de voorgestelde wijzigingen wel
strekken tot verlichting van 's rijks las
ten, maar de gemeenten daardoor zullen
worden belast.
Enkele leden betreurden, dat de regee
ring het amendement-Gerhard niet heeft
overgenomen.
Met de voorgestelde wijziging van art.
28, 6de lid, konden sommige leden zich
bezwaarlijk vercenigen. Zij wezen er op,
dat daardoor scholen, die in 1922 sflerk
zijn gegroeid, eerst in 1924 recht zulltSi
krijgen op vergoeding voor die onderwij
zers, wier aanstelling door genoemden
groei noodzakelijk jv&s geworden. Het
ware billijk geweest, dat met het aantal
onderwijzers, in functie bij den aanvang
van den nieuwen cursus in 1923, reke
ning zou kunnen worden gehouden.
Ook werd de opmerking gemaakt, dat
door de aanneming van het aniendement-
Tilanus teniet is gedaan dc wijziging in
Doe. 1922 aangebracht door het amendc-
ment-Rutgers. Men meende te moeien
aandringen op gebruikmaking van do bij
art. 56, 2d© lid. verleende bevoegdheid,
opdat onbillijkheid in dezo wordt verine
den.
Gevraagd werd, waarom in art. 212
niet tevens een plaats is ingeruimd \oor
te stichten bijzondere opleidingsscholen.
man, dat mot taaie volharding van do
Enderley-molens op en neer draafde naar
een kleiner molen, welke de plaats had
ingenomen van den korenmolen le Norton
Bury.
Mevrouw Halifax zei op haar vluggen,
beslisten toon; „'t is tijd om naar binnen
te gaan."
Een aradig huiselijk tafereel daar bin
nen: Ursala zat bij haar kléine werkta
fel en John in een leuningstoel naast
haar. De jongelieden zaten hier en daar
in 't vertrek.
„Lieve, toen ik vandaag moest wachten
in Jeseop's bank
(Do goede oude dokter en zijn vrouw
waren gestorven en zijn broeder en erfge
naam had de oude eetzaal veranderd in
een „Bank" open van tien tot vier.")
„Hoorde ik van een juffrouw, die mij
voorkwam een goede gouvernante te zijn
voor Maud."
„Waarlijk!" zei mevrouw Halifax, iet-*
wat koel. Maud was nieuwsgierig te ww
ten hoe de dame er uitzag en ik vroeg,
„wie 't was?"
„Wie? Dat heb ik waarlijk niet go«
vraagd," antwoordde John. met een glim*
leah.
(Wordt vervolgd.)