Dagblad voor Lèiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURANT ABOSRtfEftiEmTSPRIJS In Lorden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal :r. ft.f 2.50 Per week *0,1^ Franco per post për'kwartaal f2.90 4de JAARGANG. DINSDAG 8 MEI 1923 - No. 929 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTEATIE-PHÏJS "'Gewone advertentien per regel 22}* cent /Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief; '§ij contract, belangrijke reductie. 'Kleine advertentien bij vooruitbeta* ling van ten hoogste 30 woorden, -wordei) dagelijks geplaatst ad 50 cent. V Nog eens hel tapverbod. Door den heer de Gijselaar was er, zooals wij in het vorig nummer lieten uitkomen, verwondering over uitgespro ken dat de Minister van Aribeid zijn oor spronkelijk standpunt inzake de al of niet handhaving van tapverboden had losgelaten. De Minister antwoordde hierop o.m. 'dat hij aanvankelijk een tapverbod ge- .wenscht achtte mits daarvoor zeer bij zondere redenen waren aan te voeren. De Hooge Raad bleek er echter anders over te denken ,en heeft zoo betoogde de minister, tot driemaal toe in een der gelijke aangelegenheid een andere, opvat ting gehuldigd dan door mij werd voor* gestaan. „De Hooge Raad ging eigenlijk geheel mede met mijn opvatting, behalve de restrictie. De Hooge Raad zeide: Op grond van art 135 van de Gemeentewet is de gemeente bevoegd en wat in de Drankwet staat, had er eigenlijk niet in behoeven te staan De beperking dus heeft er in die gevallen niets mede te maken. De beperkingen, die de Kroon eisckte, zijn dus naar de meening van den Hoogen Raad niet gegrond op de wet. Ik heb dat tot driemaal toe laten gaan. Toen het derde geval er geweest was, kreeg ik een verordening uit mijn goede oude vaderstad Leiden ter vernietiging en toen heb ik de zaak opnieuw bekeken. Nu gevoel ik iets voor de redeneering van den heer De Gijselaar, die zegt: gij hebt eigenlijk met den Hoogen Raad niets te maken, gij hebt de wet te hand haven, en wanneer de verordening is in strijd met de wet of met bet algemeen belang, dan moet gij die ter vernietiging voordragen. Maar ik heb toch ook een andere over weging gehad. Ik vond de zaak niet zoo eenvoudig; ik meende twee dingen te kunnen doen, nadat de Hooge Raad ten derden male deze jurisprudentie had ge handhaafd. Door den advocaat-generaal was er op gewezen, dat de vorige juris prudentie in strijd was'met de jurispru dentie van de Kroon, den Raad van State gehoord, en niettegenstaande dat heeft de Hooge Raad uitdrukkelijk gcmoti* verd waarom hij meende, dat zijn ju risprudentie juist was en die van de Kroon onjuist. Toén de zaak zoo stond, meende ik, dat ik niet zoo mocht doorgaan. Waarom? Omdat het toch eigenlijk geen houding is, dat ons "hoogste rechtscollege in naam van de Koningin uitspreekt wat recht is en dat een volgende dag die zelfde Konin gin bij Koninklijk besluit over een zelf de wetsartikel een andere meening hul digt. Staatsrechtelijk is dit volkomen ver klaarbaar, daar kan ge-en moeilijkheid over bestaan, maar ik geloof dat liet op ons volk zelf een allerzonderlingsten in druk moet maken, en ook een verkeer den indruk, dat twee hoogste rechtscol leges, die wij hebben, het administratief rechtscollege, de Raad van State - en er is niet gebleken van een afwijkend ad vies van dien Raad en ons hoogste rechtsprekende college, de-"Hooge Raad, ieder een andere opvatting hebben' van hetzelfde artikel. Ik geloof, dat dit op den duur op ons volk verwarrend moet werken; de men- schen begrijpen er eenvoudig niets van." De Minister bepaalde er zich dus toe mee te deelen, dat hij zich bij de opvat ting van den Hoogen Raad had aangeslo ten', waardoor een waardeering van de door den heer do Gijselaar aangevoerde argumenten achterwege bleef. Dit is eigenlijk wel jammer, omdat, naar het ons wil voorkomen, diens rede nering toch niet geheel zuiver was. De Hooge Raad grondt zijn oordeel op art. 135 van de Gemeentewet, dat aldus luidt: „Aan hem (den Gemeenteraad) be hoort het maken van de verordeningen, die in 't belang der openbare orde, ze delijkheid en gezindheid worden vc-r- eisoht en van andere, betreffende de huishouding der Gemeente." Dus, zegt de heer de Gijselaar, dan kan de regeling van een tapverbod alleen val len onder de woorden openbare orde en zedelijkheid, maar dan moet er ook vrees zijn voor drankmisbruik. Deze opvatting komt ons niet geheel juist voor. De bedoeling van den wetgever is toch naar het algemeen gevoelen niet ge weest, de bevoegdheid van den Gemeente raad te beperken. Wij hebben hier niet te doen met eon beperking, maar met een aanwij zing. De ontwerper van de .wet verklaarde zich huiten machte alles te vermelden' wat onder de huishoudelijke gemeente- aangelegenheden is te rangschikken en bepaalde er zich daarom toe „het voor naamste" te noemen, zoodat daaruit ten aanzien van het overige een besluit zou kunnen worden afgeleid. Er is dus geen sprake van, dat dé "ge meenteraad aan wat „in het belang der openbare orde, zedelijkheid en gezond heid wordt vereischt" zou gebonden zijn. De vraag is alleen of een verordening in het belang der' gemeente noodig is. En waar nu vermindering van drank misbruik een groot gemeentelijk belang is, daar is het zeer verklaarbaar niet al leen, maar zelfs toe te juichen, dat reeds tal van Gemeenteraden lot de invoering van een tapverbod besloten. STADSNIEUWS Gisterenavond hield de A. R. Kies- Verconiging een vergadering niet de hu- re au voorzitter s, waarin de maatregelen voor de komende verkiezing besproken werden. Er heerschte, ondanks alle bezwaren, een goede stemming. Besloten werd o.m. tot liet houden van een propaganda-fielstocht op Zaterdag 19 Mei. Dames en Heeren, die aan dezen tocht wenschen mee te doen,- kunnen zich aan melden aan een der adressen in een ad vertentie in dit nummer vermeld. Ondanks veler medewerking is er toch nog behoefte aan goede werkkrachten. Zij die in staat zijn, op welke wijze dan ook, medewerking te verleenen, worden drin gend uitgenoodigd zich daartoe hij een der bestuursleden aan te melden. Evenals de vorige week zal ook deze week iederen avond in het administratie- lokaal van ons blad zitting worden ge houden tot het verstrekken van inlichtin gen. De firma Zandvliet, weet steeds fle aandacht op haar etalageruimte te vesti gen. Thans iets geheel aparts. Zooals men onder de advertentieën zal kunnen lezen, wordt ditmaal een schaak- tournooi gehouden. Voor de liefhebbers van deze ontspan ning (of inspannning!) dus een aanma ning om het probleem, waarvan men in do etalage der firma kennis kan nemen, op te lossen. Prof. D r. H. A'. Lorentz, al hier heeft bericht gezonden dat hij zijn benoeming als lid van de commissie voor de intellectueel© sa-mènwerking uit den Volkenbond, in de plaats van Prof. Ein stein, aanneemt. i Het Sted. Museum *,De Lakenhal" werd in de maand April bezocht door 1516 personen, waaronder 614 betalende bezoe kers. i 1 De tentoonstelling van werken van den schilder Breitner trok 492 "bezoekers. Ons werd gevraagd het volgende te melden „Op de laatst gehouden ledenvergade ring der Staatk. Geref. Partij Afd. Lei den, werd o.m. besloten tot uitbreiding van het Bestuur; de Voorzitter wees op het noodzakelijke daarvan, door den ge- stadigen bloei der afdeeling. Bestond het bestuur tot heden uit leden der Gerefor meerde Gemeente, zeer gewenscht was dat het Bestuur een juister afspiegeling is der leden, en! spr. hoopte dan ook dat de stemming in die richting moest uitval len. Hierna werden met gröote meerder heid tot Bestuursleden gekozen de heeren C. H. Overduin en H. Jansen, leden der Chr. Geref. Kerk. K. F. van der Wilk en J. Kooreman leden der Ned. Herv. Kerk. Alle gekozenen verklaarden zich bereid hun benoeming te aanvaarden. De func ties zullen onderling worden verdeeld, Gisteren werd alhier zekere H. aan gehouden wegens bedelarij. Bij het verhoor gaf hij als reden op dat hij het thuis met zijn stiefmoeder niet kon vinden en reeds een half jaar zonder werk was. Door allerlei tegenslag was hij tenslotte aan het zwerven geraakt en gaan bedelen. Hij werd naar Den Haag overgebracht. Bij een vechtpartij nabij het Kort- Galgewater werd gisteren zekere R., mis handeld door zijn tegenstander H. W. uit Oegstgeest. -Tegen den laatste werd pro ces-verbaal opgemaakt. I De Commissaris van politie alhier verzoekt opsporing en aanhouding van den 27-jarigen C. R., die door een alhier gevestigde filantropische vereeniging was uitbesteed bij een patroon te Leimuiden. 'Bedoeld jongmensch is dezer dagen met de noorderzon vertrokken met mede neming van een' rijwiel. Daar hij vermoedelijk zal trachten, het rijwiel aan den man to brengen, wordt aanhouding niet onwaarschijnlijk geacht. Twee heeren, zekere K., uit Noord- wijk en P., uit Leiden waren gisteren1 op de Steenstraat aan het onderhandelen over den verkoop van een billart. Toen zij het daarbij niet geheel eens konden worden, werd naar de gewoonte der vaderen het vuistrecht toegepast, met het gevolg dat de politie zich met dezen „uitwas" inliet en beider namen optee- kencle. Tijdens een voorstelling werd gister avond uit de vestibule van het Luxor- Theater. een aldaar staand rijwiel gesto- len. De dader is onbekend. Ter hoogte van de Kaiserstraat had gisteren op het Rapenburg een aanrijding plaat-s. Ken aldaar fietsende jongen wilde n.l. uitwijken voor ©enige passeerende dames, toen uit andere richting een auto naderde. Het spatbord van de auto kwam in aan raking met het rijwiel waardoor dit tegen den grond sloeg en werd vernield. De jon gen bekwam gelukkig geen enkele verwon ding. Volgens opgave bedroeg de schade aan het rijwiel toegebracht pl.m. f 35. BIBMEMLAMP De Zomertijd. In de vergadering van den bond van melkveehouders te De Lier is besloten den a.s. zomertijd niet in te voeren, mits alle corporaties, vereend gingen en veilingen, zoo mogelijk in het geheele Westland, daarmede, accoord willen gaan, K - De Tweede Kamer nog niet naar huis. Naar de T e 1 e g r. verneemtj, ligt het niet gelijk in sommige bladen veron dersteld werd in het voornemen de Tweede Kamer reeds aan het einde der vblgende week te doen uiteengaan. Wel wordt, naar ons ter oore komt, overwogen, e>en mogelijk confict tuaschen de Tweede Kamer en den minister van Kooniën te vermijden door de Indische belastingvoorstellen en zelfs een supple- tbire begvooting niet meer op de agenda te plaatsen. Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922. Bij Kon. hesluiten zijn, te rekenen van 1 Mei 1923, als bedrijfsvereniging in den zin der Land- en Tuinbonwongevallenwet 1922 erkend do navolgende verenigin gen: De Centrale Landbouw Onderlinge, te Amsterdam; de Tuinbouw Onderlinge, te Amsterdam; de Boeren en Tuinders On derlinge, te 's-Gravenhage; de Federatie voor Onderlinge Landbouw-Ongevallen- verzekering in de provincie Groningen, te Groningen; de Onderlinge Bedrijfsver- eeniging „Land- en Tuinbouwbelang", te 's~Gra,venhage; de Bedrijfsvereniging „de Waarborg", te Leeuwarden; de Na tionale Boeren Onderlinge te 's-Graven hage; de Centrale Bond voor Ongevallen verzekering in het Land- en Tuinbouwbe- driuf in Nederland „Het Platteland", te 's-Gravenhage. De débacle van de Amsterdammer. In zake het faillissement van „De Am sterdammer" liggen de lijsten der door den curator mr. J. van Woudenberg Hamstra voorloopig erkende en betwiste schuldvorderingen ter inzage ter Griffie der Arrondissementsrechtbank. Volgens die lijsten bedraagt het totaal der hypothecaire of preferente sohuld- eischers f32.906.03, bet totaal der con- curreerende schuldeischers f 586.100.92. Onder deze laatste treft men aan de Ned. Spoorwegen voor het vervoer der oouranten voor f3150.37, de firma G. G. A. Corvey te Amsterdam voor geleverd papier met een bedrag van f 109.219.42, verder A. W. Frentzen te Leiden voor f38.778.65; P. Mayer te Broek in Water land met f 18.962.50; Joh. de Heer te Rijssenburg met f 10893. Arbeidsgeschillen-wet. De meerderheid der Eerste Kamer, zegt de Standaard, heeft niet geluis terd naar de actie, gevoerd tot verwer ping van de Arbeidsgcschillenwet, waarbij aan deze wet een beteekenis gegeven werd die haar zoowel in den opzet vreemd was als in de werking ervan vreemd zal blij ven. Het werd maar beweerd, dat men met deze wet met volle zeilen den' socailisti- schen staat tegemoet ging, terwijl juist het beginsel der wet dat van de sociaal democratie zeer krachtig weerspreekt. Niet ten onrechte heeft Prof. Diepen horst in zijn uitnemende rede ter verde diging van de gedachte, die aan de wet ten grondslag ligt, or op gewezen, dat liet- verzet voortvloeide uit weerzin tegen alle arbitrage. Onze Partij, die in haar program vraagt zooals Prof. Diepenhorst herinnerde: krachtige bevordering eener regeling ter voorkoming zooveel mogelijk van conflic ten in de wereld van den arbeid en tot oplossing van geschillen, indien deze des alniettemin ontstaan, kon, waar men te doen had met een vrijwillige arbitrage, in menig opzicht het voorstel met inge nomenheid begroeten, hoezeer onze ver wachting niet hoog gestemd kan zijn, ge zien de ervaring, die achter ons ligt, en die tot voorzichtigheid noopt. Wie in de Aan het Zoeklicht Leiden, 8 Mei 1923. Wat is de menschheid toch eigenlijk Daar zoekt men sinds jaren naar de oorzaken van den wereldoorlog en 't ia toch zoo héél eenvoudig. „Terpsichore", het orgaan van de Ned.; Vereen, tot bevordering der danskunst^ komt toch met het volgende verbluffende nieuws: Feitelijk was Duitschland's macht i op dansgebied in 1914 reeds gefnuikt I en had dat land toen beter den histo* rischen samenhang tusschen dansen en politiek bestudeerd, dan had het kun* nen oonstateeren, hoe 't Angelsak-; sisch element met de One Step, de danswereld veroverde en dus ook de 1 politiek zou gaan beheerschen. Zou dan de groote oorlog nog geko men zijn? 't Is verbluffend van eenvoud. De geheele internationale politiek te ruggebracht tot een kwestie van dansen. Intusschen krijgt men uit dit geschrijli den indruk dat het dansen op de hersens een slechten invloed heeft. OBSERVATOR. wereld van denl arbeid den klassenstrijd k weerstaat, moet den weg van vrede door recht begeeren. Het enquêterecht was ook ons eerst te weinig met waarborgen omringd. Maar nu, mede op initiatief van onze Kamer club, enkele wijzigingen waren aange bracht, kon deze „stok achter 'de deur" naar onze meening het afstemmen niet rechtvaardigen. Het scheepken van deze arbitrage zal nu de haven kunnen verlaten. Wij wen schen het gelukkige vaart. Moge de wet medewerken tot het kee- ren van een strijd in de bedrijven, dio niet alleen zooveel stoffelijke schade brengt, maar bovenal do harten verbit tert en steun geeft aan diegenen, die slechts oog hebben voor de macht en niet voor het recht. Vacantiekaarien. Naar wordt gemeld, zullen dit jaar van 1 Juli tot 15 September door de stations der Nederlandsche Spoorwegen wederom vacantiekaadrten afgegeven worden. De prijzen der vacantiekaarten zouden bedra gen voor de eerste klasse f 10, voor do tweede 'klasse f7.50 en voor de derde, klasse f 5. Koning Haakon te Amsterdam. Wij kondigden reeds de komst van ko ning Haakon van Noorwegen aan. Thaiis meldt het Haagsche Correspon dentie-bureau. Den 5en Juni a.s. wordt door H. M. de Koninigin het officieel bezoek tegemoet j gezien van Z. M. den Koning van Noor* 1 wegen. De koning, die voornemens ïs, de reis per oorlogsschip te doen, zal dien dag to j Amsterdam aankomen en den 7en Juni' weder ver trékken. Protestvergadering tegen de Tabakswet. Gisteravond werd, vanwege het Lande lijk Comité van Actie, in het Gebouw van K. en W. te Utrecht een protestvergade ring gehouden tegen de Tabakswet, onder voorzitterschap van den heer W. Goubitz, uit Amsterdam. Als spreker trad op de heer B. C. van Stralen („Vox Clamans"), die over deze j aangelegenheid reeds meermalen heeft ge schreven in „De Maasbode Ten slotte vereenigde de vergadering zich met de volgende motie: De Protestvergadering enz., constalee- rende, dat vele ondernemers in het tabaks- FEUILLETON Van hooger Orde. 78) Naar hefc Engelsch. Wij waren zeer gelukkig1 te Enderley. Muriel vroolijkte, reeds na enkele dagen, daar op. Zij ging overal met me mee. Ze zei ons telkens, dat dit de gelukkigste lento was, welke zij ooit had beleefd. John had het nu erg druk. Hij had zijn zaak te Norton Bury onder goed toezicht gesteld en wijdde zich zelf geheel aan den lakenmolen. Vroeg en laat was hij daar. Dikwijls gingen Muriel en ik met hem er heen en vermaakten ons geheele mor gens in de weiden rondom den molen. Soms kwam' dan do vader enkele oogen- blikken hij ons, liefkoosde Muriel en ver* telde mij hoe de zaken,in den molen ston den. i Op een morgen, toen we 'daar zoo zaten, met ons drieën op het steen werk van een kleine brug, onder een boom, waar 't wa ter zoo helder was, dat we een groote snoek konden zien zwemmen, zei John plotseling -■ "w'ï v „Wat zou er toch aan de beek haperen, kijk eens, Phineas?" „Ik heb al gedurende de laatste twee uren het water langzaam zien zakken; ik dacht, dat gij 't water afleidde." „Heelemaal niet ik moet eens een onderzoek instellen. Dag mijn dochter tje." ijn toon was opgewekt, maar toch keek hij bezorgd. Hij liep door de weide en ging haastig den molen binnen. Daarna ging hij weer heen in de richting van Luxmore Hall en 't duurde wel een paar uren voor we hem weer terug zagen ko men. Hij kwam op ons toe en sloeg nauw keurig acht op het water ln de heek; 't was meer en meer gezakt en we konden nu duidelijk den slijkerigen bodem zien. ,*rJa, dat is 't 't kan niets anders wezen. Ik dacht niet, dat hij dat zou heb ben durven doen!" „Wat doen, John en.wie?" „Lord Luxmore," en hij sprak op een toon van ingehouden woede. „Lord Lux more heeft de bedding verlegd van. de heek, welke mijn molen in beweging brengt." Ik trachtte te beweren, dat zoo iets on waarschijnlijk was en in den grond der zaak tegen de wet. „Niet tegen de wet van de grooten te gen de kleinen! Bovendien hij kleurde en zeide, dat hij de heek slechts drie dagen in de week noodig heeft om fonteinen op Luxmore Hall te maken. Maar ik begrijp wel, wat 't is, ik heb 't al een jaar lang zien aanokmen. Hij heeft besloten mij te ruïneeren. John zeide dit zeer opgewonden. Hij voelde nauwelijke de handjes van Muriel, welke hem betastten. „Wat beteekent dat „ruïneeren?" Maakt iemand vader boos?" „Neen, mijn lieveling, niet hoos, alleen erg ongelukkigl" Hij nam haar pp en drukte haar aan zijn borst. Zij kuste hem en streek hem' over zijn haar. ,,'t Is niets, lieve vader; gij zegt im mers, dat niets ons deren kan als wij slechts goed zijn; en vader is altoos goed." „Ik wilde, dat ik dat was." Hij ging zitten en zette haar op zijn knie; hij werd kalmer en langzamerhand waakte de energie weer in hem op, dat steeds ge beurde, naarmate zij heviger werd ter neer gedrukt. „Neen, Lord Luxmore zal mij niet ruï neeren! Ik lieb een plan bedacht. Maar eerst moet ik met mijn volk spreken ik zal een tijdlang de loonen moeten ver minderen. „Wanneer?^ „Nog dezen avond. Als 't gebeuren moet dan beter terstond, voordat de win ter invalt. Arme kerels, 't zal wel hard voor ze wezen, maar 't zal slechts lijde lijk zijn; ik moet hen tot geduld overha len, zoo ik kan." Hij knarste bijna met de tanden toen hij de zon zag schijnen op den witten vleugel van Luxmore Hall. „Zoudt gij u zeiven geen recht kunnen versahaffen? 't Is een onwettigo daad, waarom gaat gij niet procedeeren?" „Phineas, je vergeet, wat mijn beginsel is ^-* ik wil dat niemand opdringen, maar mijn beginsel is, dat ik nooit wil procedeeren, nooit!" Ik drong daar dus niet verder op aan. „Nu, oom Phinieas, ga gij met Muriel naar huis. Vertel mijn vrouw, wat er ge beurd is, en zeg, dat ik zoo spoedig mo gelijk op de thee zal komen. Maar ik zal misschien wat moeite met mijn volk hier hebben. Zij moet zich niet bezorgd ma ken." Neen, dat deed zij nooit. Wat er gedra gen moest worden dat droeg zij. Wat gedaan moest worden, dat deed zij, en zij maakte zelden eenige drukte over wat zij deed of leed. Zij begreep terstond de po* sitie, waarin John gebracht was. „Dus denkt gij, dat John gelijk heeft?" „Natuurlijk doe ik dat." Zij sprak er niet ov.er; maar zij bracht de kinderen naar bed en kwam toen be neden met haar hoed op. „Wilt ge met me mee gaan, Phineas? of zijt ge te ver moeid? Ik ga naar den molen." Het was bijna donker geworden en wij kwamen niemand tegen behalve éen jon-\ ge man, dien ik nu en dan 's avonds meer had gezien. Hij zag er wel wat vreemd; uit, wijl hij zich hulde in een groolen mantel en een vreemd soort hoed op had. i „Wie is dat, die zoo naar onze molens loopt te kijken," zei mevrouw Halifax r' hastig. En ik vertelde haar, wat ik van\ dien persoon gezien had. „Een papist) waarschijnlijk ik bedoel een katholiek .(John had tegen dit beleodigende woord) „papist") Mevrouw Tod zegt, dat er hierj velen verborgen zijn; zij vonden gewoon-; lijk een schuilplaats op Luxmore." In den leegen, stillen molen vonden wtf^' den moester; hij was erg verslagen Ursula raakte zijn arm aan voor hij haar nog gezien had. „Wel lieve ge weet wat er gebeurd is?" „Ja John maar 't is niets l" „Neen maar ik heb te doen met' mijn arm volk." /(Wordt vervolgd.)]}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1