Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per week i 0.1,0 Franco per post per kwartaal f 2.90 4üe JAARGANG. - ZATERDAG 5 MEI 1923 - No. 927 BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22& caqft1 Ingezonden Mededeelingen, dubfc_j) tariff GBij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij voorurjbet»£ ling van ten hoogste 30 woorden, wordCf dagelijks geplaatst ad 50 cent. Dit nummer bestaat uit twee bladen. De practijk van het Liberalisme. Op bet wezen van bet liberalisme hebben wij onlangs de aandacht geves tigd. En wij hebben toen aangetoond dat bet evenals socialisme en communisme leeft uit do revolutionaire beginselen, dat bet hoewel meer gematigd in zijn optreden in wezen toch niet minder revolutionair is, omdat liet Gods Woord en wet als leid draad voor. het publieke leven verwerpt. Hot is noodig hierop telkens weer de aandacht te vestigen, omdat we er zoo licht toe komen ons in hoofdzaak tegen de uitersten te keeren en liet liberalisme als minder gevaarlijk uit bet oog te ver-: liezen. Dat dit gevaar niet geheel denkbeeldig is, behoeft voor wie kennis neemt van wat zich in het leven voordoet geen be toog. Er gaat door de wereld een roep om vrijheid. Van Overheidsdwang in welken zin dan ook wil men niet weten. Wij zijn een vrij.volk, zoo heet bet, we zijn de nakomelingen van een volk dat goed en bloed over had voor de vrijheid en we laten ons ook nu niet knechten. Laat de Overheid zich met name van het maatschappelijk terrein terugtrekken en het aan do vrije maatschappij over laten die regelen te treffen, die voor baar welzijn noodzakelijk zijn. Daar "zit iets moois in die roep om vrijheid. Maar toch moeten we terdege oppas sen dat we ons door den schoonen scuijn niet laten verblinden on dat we niet ge voerd worden op paden waar we niet willen en niet mogen wezen. En daarom kan het goed zijn ook met oen enkel woord op de p r a c t ij k van het liberalisme de aandacht te vestigen. Wat was hij het liberalisme de leiden de gedachte? De vrijheid van den monsch. Dat was het punt waarom bij den echten liberaal alles draaide. Op Staatkundig gebied werd de nadruk gelegd op den van alle bovennatuurlijk gezag ontslagen mensen, die wandelend bij het licht der rede geluk en welvaart "had te bevorderen. En op economisch geb'ed predikte- bet liberalisme de vrije ontplooiing van het individueel eigenbelang als h e t middel tot verheffing van de stoffelijke wel vaart. Het zocht op te bouwen „een stelsel waarin de mensch, de met gezonde rede begaafde mensch, niet belemmerd door staatsbemoeiing, ongestoord door organi satieband, vrijelijk zijn drift tot bevor dering van het eigenbelang zou kunnen bevredigen." .Het vrije spel der maatschappelijke krachten zou vanzelf tot een gezoiyien toestand leiden, want immers: ieder zoekt zijn eigen belang, ieder kent zijn eigen belang cn ieder kan dus ook zijn eigen belang, het best bevorderen. Als slechts do vrijheidsgedachte kon doorwerken, dan zou een heerlijke en schoone harmonie tot openbaring komen. Welnu, die vrijheidsgedachte heeft doorgewerkt. De organisatie die er was in het maat schappelijk leven werd finaal-vernietigd en alle vrijheidsbeperkende bepalingen der Overheid weggenomen. Het vrije spel der maatschappelijke krachten kon beginnen. Maar het was een droevig spel. Een spel, dat eiken Bijbelschen grond slag miste en waarin de brute macht den boventoon voerde. Wil men een paar staaltjes? Een Engelsch schrijver moest klagen: „Ofschoon Engeland verdoofd wordt door het lawaai der spinraderen is zijn eigen volk zonder Meeding; ofschoon Engeland zwart ziet van steenkool, die uit de aarde gedolven wordt, sterft zijn volk van kou de; en ofschoon het zijn ziel om winst te behalen, verkocht heeft, sterft zijn volk van honger." De vrouwen werden naar de fabrieken gehaald en dan nog liefst, de gehuwde vrouwen, omdat zij, door den nood van hare gezinnen tot de uiterste krachtsin-/ spanning werden gedwongen. Kinderen, zelfs van 7 en 8 jaar werden niet gespaard, maar naar de fabrieken gebracht waar ze soms tot 15 uur moei ten arbeiden. i In het Engelsche parlement werd voor lezing gedaan van contracten tusschen fabrikanten en Engelsghe armenhuizen Iwaarbij de laatste zeer jeugdige kinderen 'afstonden, om zonder eenige beperking In de fabrieken te arbeiden. Dag- en nachtploegen van kleine stak kerds, wisselden elkaar in dien trooste- loozen fabrieksarbeid af. Zoo was het in Engeland. Maar laten we hu-niet meenen dat het in ons land beter gesteld was. In 1874 verklaarde Dr. Kuyper bij de 'behandeling van het wetje-van Houten 'o.a.: „Waar uit de opgaven van industriee- len zelf blijkt, dat in ons land kinde ken van 7 jaren in den tijd van '6 dagen 85 a 87 uur arbeiden, 'spreekt het feit zoo van zelf, dat het van alle verder betoog ontslaat. Het kwaad is zooernstig, dat ik weet, hoe men kinderen van 5 en 6 jaar, om ze "s morgens naar de fabriek te doen gaan, maar niet meer wakker kan krijgen, ze tiit het bed moest nemen, in letterlijken zin wakker schudden en met water het 'hoofd bedruipen, om in dat geparaly seerde lichaam weer eenige beweging te doen komen." En bij de parlementaire enquête van '1886 verklaarde Pastoor *an Wijnen omtrent den arbeid der ovenwerkers te 'Maastricht: „Dat id een onmenscholijk werk. In den ■winter gaat het nog al goed bij het groo- 'te verschil van temperatuur, dan koelen 'de ovens tamelijk snel af, maar in den 'zomer, als. de thermometer 20 a 22 gra den Réaumur aanwijst, clan gaat bij de langzame lucktwisseling, het koelen veel minder snel. En wat is dan het geval? De fabrikant zou gaarne zijn waren uit den oven hebben; bij het verzenden is haast en 'van den anderen kant staan nieuwe wa- ïen gereed om in de ovens gebracht te worden. Nu wordt zulk een oven op een vreeselijke, allerverschrikkelijkste hitte opengebroken, en dan moet, na eenige tijd van afkoeling, de werkman daar in 'dien oven gaan, waarin ik durf 't rechtuit verklaren de fabrikant zijn hond niet zou wagen en daar moet zoo een mensch ingaan, zooals een zwemmer in het water gaat, en ik zou haast zeg gen, dat die nog fatsoenlijker gekleed is. De arme drommels hebben doeken om het hoofd om zich tegen de verschrikke lijke hitte te dekken. Het is mij door ooggetuigen verzekerd, dat het gebeurd is, dat door de verschrik kelijke overmaat van liitte, die doeken op het hoofd verschroeiden. De man komt gansch buiten adem uit den oven, na tien minuten of hoogstens een kwartier daar-* in gewerkt te hebben, hij valt dan op den grond néder, drinkt daarna een liter wa ter, rust een kwartier uit en moet dan weder in den oven." Dat was nu de schrikkelijke practijk van het vrije spel der maatschappelijke krachten. Dat was de practijk van het liberalis me, dat met zijn schoonklinkende vrij- heidstheoriën de brute macht tot grond-: slag maakte van alle sociale verhou ding. Neen, we moeten niet uit de hoogte neerzien op de werkgevers van die dagen. De ongebreidelde concurrentie zal ben vaak hebben genoopt tot dingen die zij in hunne ziel verfoeiden. Gezien de verhoudingen-was bet aan vaarden van die toestanden voor hen vaak een kwestievan te zijn of niet te zijn. Het is vaïsclie vrijheidsbeginsel dat deze droeve toestanden veroorzaakte en die de komst van socialisme en commu nisme voorbereidden. Er wordt ook in onze dagen geroepen om vrijheid. En het is zeker noodzakelijk dat-wordt toegezien, dat de Overheid niet gaat bui ten hare bevoegdheid. Maar laten we toezien, dat we met een roepen om vrijheid niet vallen in de fout van het Liberalisme en dat we strijdend tegen de revolutie ons niet door in den grond revolutionaire leuzen laten leiden. Zij de goddrfooze practijk van het libe ralisme ons tot een waarschuwend voor beeld. V Het Ziekenhuis-schandaal. De beer de Waal Malefijt heeft een goed werk gedaan door in de Eerste Ka mer nog eens de aandacht te vestigen op de tragedie die zich te Ledden met den Ziekenhuisbouw afspeelt. Er is voor dat ziekendorp reeds zeven millioen guldjen uitgegeven en nog is het einde niet. te zien. Intusschen staan verschillende gebou wen geheel doelloos. Wind en regen spelen hun verwoes tend spel en er is niemand die zich van deze dingen ook maar iets aantrekt. De minister 'vindt dit wel niet een ge- wenschten toestand, maar in verband met de hooge kosten kunnen de gebouwen toch niet worden ingericht voor het doe! waarvoor ze bestemd zijn. En zoo staat daar het gebouwen-com plex als een hecht of slecht monument =—5 de tijd zal het leerenvan de meer dan schandelijke wijze waarop de met moeite bijeengebrachte belastinggelden worden kend welke sommen bij dezen "bouw ge moeid zouden zijn. In elk geval moet het aan de deskundi-. gen reeds lang duidelijk zijn geweest dat men bezig was een monum/at der schan- moeid zouden zijn. Men wist toch vooruit dat de inrichting een uitgaaf van mil- lioenen zon eisch? En nu, nadait jaren gebouwd is een 'n be drag van zeven millioen gulden is weg geworpen, wat een jaarlijksche rente van dertig of veertig duizend gulden be- teekent, zal wprden onderzocht ofde gebouwen bijgeval ook voor iets anders gebruikt kunnen worden. V De Arbeidsgeschillenwet. De aanneming van bovengenoemde wet idoor de Eerste Kamer wordt door ons Rotterdamse he orgaan een feit van heug lijke beteekenis genoemd omdat thans aan de vrijwillige arbitrage weer bree der ontwikkeling wordt geschonken. „Die beslissing reikt veel verder dan over den inhoud van bet wetsontwerp. De draagkracht is grooter. De oppositie .had dit ontwerp gebracht in een sfeer, die .voor ons, antirevolutionairen, de be slissing niet moeilijk kon maken. Met een reactionair cynisme, dat uit gestorven scheen, werd het heer-in-eigen- huis standpunt gehuldigd ;op de meest drieste wijze. „Alle arbitrage is uit den booze. De productie zelve zal beslissen wat de ar beidskrachten waard zijn" zoo decre teerde mej. Mr. van Dorp in „De Econo-f mist". De productie zal zelve beslissen, dat wil zeggen, dat in hooghartige ver watenheid productie en ondernemers als gelijkwaardige begrippen werden aan vaard. Die leuze werd overgenomen dooT de oppositie, welke zich allengs meer uitzet te tot eene oppositie tegen Minister Aaï- berse en zijn socialerigheid. Welqu, die aanslag is afgekeerd daarover zijn wij verheugd. Was de wet .gevallen, dan zou daarmee aan de so ciaal-democratie onwaardeerbaar strijd materiaal zijn aamgc-'boden.. Dan zou daarmee aan het optreden van onze christelijke vakorganisatie, die zich weer in een barer ontwikkelingsmogelijkheden belemmerd zag, eep geduchte slag zijn toegebracht Dan zou onze christelijke arbeidersbeweging, die toch werkelijk be ter lot verdiend beeft, daarmee in haar hestaansstrijd ernstig zijn bemloeilijkt. Om dit alles en zooveel meer achten wij ■de beslissing van onzen Senaat een wijze en gelukkige." STADSNIEUWS Intusschen dringt zich de vraag op hoe het mogelijk is geweest dat zulk een treurspel vertoond kon worden. JVant het was toch van te voren be-: Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde. i Voorgezeten door Dr. G. J. Boeken-* oogen had Vrijdagavond in het Nutsge- bouw de maandvergadering plaats van de Maatschappij van Nederl. Letter- kunde. Als spreker trad op Prof. Dr. G. van Antal, van Rotterdam, met het onder werp: „Alexander Petöfi, (ter herdenking van diens 100-jarigen geboortedag)". Spr. begint met zijn dank uit te bren gen voor de hem op de laatste algemeene vergadering te beurt gevallen eer dat hij als buitenlander, lot lid der Maatschap pij verkozen werd, en tevens voor de be-, reidwilligheid van het bestuur welkejiem in de gelegenheid stelde om over den grootsten lyrischen dichter van Honga rije in het jaar van diens eeuwfeest te spreken. Spr. tracht de vraag: wait maakt Petöfi, dien nog onlangs Hermann Grimm vook een der weinige incarnaties van den wa-* ren poëtischen geest verklaard heeft, ,tot een bij uitnemenden lyrischeid dichter, te beantwoorden met een schets der meest karakteristieke trekken zijner individua liteit. Na den dichter in bet milieu van zijn tijd te hebben geschetst, schildert spr. op grond Van zijn gedichten het korte leven van dezen gedehkwaardigen man, over wiens geboorteplaats een tiental jaren onzekerheid lieerschtè en van wien nie mand met zekerheid weet, waar hij ge storven is, ofschoon het als vaststaande kan worden aangenomen, dat liij op 31 Juli 1849 op 'het slagveld gesneuveld is. Na dezen schets van zijn leven, wendt •zich spr. tot de beide hoofdthema's van tPetöfi's lyriek, die. de dichter zelf in een •motto voor de uitgave va.n zijn verza melde gedichten met deze beide woorden •aanduidde „Liefde en Vrijheid". Hierbij •wijdt hij uit over zijne liefde tot Julia (Szandrey, die hij tegen den wil van haren »vader, tot vrouw heeft verkregen en met :wie hij een bijzonder gelukkig, doch kort [huwelijksleven leidde, i Aangaande het woord „Vrijheid" laat spr. uit citaten zien wat Petöfi hieronder verstond en hoe hij deze als bet eenig middel beschouwde dat tot algemeen ge- iluk der menschheid leidt. Ten slotte sprak Prof. Von Antal over ide eigenaardige gave van Petöfi om zoo ,te zeggen de 'toekomst te kunne» voot- jzien, zooals deze gave zich in twee ^prachtige gedichten, waarin hij zijn ijdood op het slagveld en het spoedige bertrouwen van zijn vrouw voorspelt, in ^treffende woorden tot uiting komt. De gedichten van P. zijn door A. S. G. Wal lis uit het Hongaarsch vertaald. Na het eindigen -dezer belangrijke Jvoordracht iwerd spr. door den Voorzit ter, ook namens verdere aanwezigen, dank betuigd. Gisteren zijn te 's-Gravenhage ge- voor het onderwijzers-examen de W. H. Kouwenhove» en G. J. Schreuder alhier en N. E. Wille Hazers- woude, allen leerlingen van de Christel. Kweekschool alhier. Verder slaagden nog de dames N. Brouwer en J. Hendriks van hier. I De heer v. d. Wal, van wiens (sollici tatie voor gemeente-ontvan'ger wij mel ding makten, verzocht ons te melden dat bij met is adjunct-kassier bij de Rijks belastingen, maar le Kassier en dat bij is geslaagd voor het examen voor Rijks ontvanger. Wij vestigen de aandacht onzer lo zers en in 't bijzonder die onzer jeug dige lezers,' op een in dit nummer on der de advertentiën voorkomend prijs- Een mooi tijdverdrijf en tegelijk ge schikt het vernuft te scherpen. 't Is wel, naar 't ons voorkomt, geen ge makkelijk raadsel, maar des te eervoller is bet te bebooren tot de eerste honderd goede oplossers, die een prijs ontvangen. Wij mogen natuurlijk niet mededeelen wie de inizender is, want tijdens het zoe ken naar de oplossing komt die wel vopr dén dag. Aan hot werk dus! i Gistermiddag geraakte hij de Kal-< vermarkt een jongen te water. Een agent van politie die het ongeval zag gebeuren, liet zich, terWijl eenige voorbijgangers bom bij. de beenen vasthielden, voorover glijden en slaagde .er in het kind behou den op den vrij hoogen wal te brengen. De 16-jarige W. T., werd gister avond .op den boek BreestraatKort Rapenburg door een auto aangereden. Gelukkig bekwam zij geen letsel. BINNENLAND De Kon. Familie op Het Loo. De Kon. Familie arriveerde Donder dagmiddag per trein van 5.11 uur, waar aan de Kon. salonwagen verbonden was, voor het tweede perron van bet station Apeldoorn. Na den salonw.agen te hebben verlaten, begaven zich de Koningin, de Prins en de Prinses wandelend door de Kon. wachtkamer naar de gereedstaande auto, die onder luiden jubel eener talrijke me nigte naar het paleis Hét Loo reed. Ook bier had zich een talrijk publiek opge steld ter begroeting van het Vorstelijk gezin. v Prov. Stelen van Noord-Hollared. In de vacaure van E. J. van Det (die in de vacature-Jos. Loopuit gekozen was, maar bedankt had) is gisteren gekozen tot lid der Prov. Staten van Noord-Hol land de heer R. Hoogland te Amsterdam, die.dus zitting heeft tot Juli a.s. Er deed zich een eigenaardig geval voor. De lijst Wees als opvolger aan den heer R. Hoogland te Amsterdam. Bij een informatie bij den Burgerlijken Stand was meegedeeld, dat indertijd candidaat, was gesteld Hoogland, secretaris van de Federatie Amsterdam der S. D. A. P., Wonende Da Costakade aldaar. Nader was evenwel gebleken, dat Hoogland, se cretaris van de Federatie Amsterdam der S. D. A. P., wonende Da Costakade 13, niet R. maar P. Hoogland heette. Het stembureau dat zich aan de lijst der candidature» heeft te houden, be noemde echter tot lid der Provinciale Staten R. Hoogland. Uitvoering Rensioenwet 1922. Gedep. Staten der provincie Zuid-Hol land. hebben tot de gemeentebesturen in die provincie een circulaire gericht, waar in zij er op wijzen, dat zij bij de beoor deeling van de verordeningen regelende het verhaal van pensioenbijdragen en voor pensioenimkoop, zich op het stand punt hebben geplaatst, dat de rechten ontleend aan een bestaande pensioenrege ling, geëerbiedigd bebooren te worden. Voor de op 1 Juli 1922 in dienst zijn de gemeente-ambtenaren behoort dus de premieheffing vergoleken bij de oude ré geling in 't algemeen niet verzwaard te worden, terwijl evenmin verhaal op bij dragen v'oor inkoop van /diensttijd toe gepast moet worden van het tijdstip af, dat voor de gemeente-ambtenaren pre- mievrij pensioen ingevoerd werd. Deze maatstaf voor de beoordeeling geldt alleen, wanneer de financieel© toe stand van 't betrokken lichaam gunstig is. Is deze minder gunstig, dan wordt ieder geval op zichzelf beoordeeld en na gegaan of {toegestaan kan worden 'hot maximum of een gedeelte daarvaj. la verhalen. Met betrekking tot ambtenaren, steld na het in werking treden der wet, of wel tot ambtenaren, wien tot nu too geen pensioen dn uitzicht gesteld was, btw staan er hij Gedep. Stafen in het a'lgo-i meen geen bedenkingen tegen, deagoe wenscht het maximum toe te passet. I Zondagsrust. 7 De Nederlandsche Vereeniging tot bcw vordering van Zondagsrust zal 29 de2er te Utreoht een algemeene vergadc-r'»® houden, waarin o.m. aan de orde z*l k>i men een voorstel van de afdeeling Utr^oLt om de wenschelijkheid uit ie spreken tot bestudeering van de uitbreiding vw do bemoeiingen der vereeniging en de «osuïi, tarten dier studie neer te leggen in co» rapport. De heer (dn- J- Quast, 'oud-vcorzilter der afdeeling Utrecht, zal eeni'pj meuo-* deelingen doen omtrent de opriefcting en •de werkzaamheden van do ufdeeliag 'Utrecht, in rverband met baar 80-jarig bestaan. Werkloozenuitkecringer De Minister van Arbeid li-rtft bij cir culaire aan de gesubsiditerdo voreenigi»-- gen met werkloozenkas een circulaire ge richt, waarin hij omtrent de uitkeeringen aan gehuwden en ongehuwden het vol-: gende in herinnering brengt: a. Ongehuwd samenwonenden, die geen kinderen hebben worden ook ten opzicli'< van de uitkeeringen niet als gehuwd, be schouwd; b. Ongehuwd samenwonenden die kin deren hebben en daarmede in gezin sa menleven mogen ten opzichte van de uit keeringen slechts dan als gehuwd worden beschouwd, wanneer vaststaat, dat voor hen om wettelijke redenen voorshands geen huwelijk mogelijk is. c. Een gehuwde, die zijn vrouw verlaten heeft en niet voor het onderhoud yan zijn kinderen zorgt, wordt ten opzichte van de uitkeeringen met éon ongehuwde gelijk gesteld. Het Regereeringsjubileum. Het is de wensch van H M. de Koningin dat bij de* plechtige herdenking van den dag, wa^-op H.M. 25 jaar geleden dé re geering Aanvaardde, do grootst mogelijke eenvoiid worde betracht en de kosten tot de strikt noodige worden beperkt. In ver band hiermede wenscht H.M. zich dan ook te bepalen tot een bezoek aan de hoofdstad en zal zij daar ter plaatse gelegenheid jgeven ook aan ingezetenen van andere gemeenten aan hun gevoelens uiting to geven. Onderzoek van verlofgangers. De Minister van Oorlog heeft bij be schikking van 26 April vastgesteld een regeling voor het onderzoek van verlof gangers. In 1923 worden aan het onderzoek on-, derworpen de groot-verlofgangers (1e* lichtingen 1910, 1911 en 1912 (voormalige landweerlichtingên 1017. JPtSa en 1918b} Aan het onderzoek nemen ook deel da dienstplichtigen van de lichtingen 1911 en 1912, die een vrijwillige verbintenis heb ben aangegaan als verzorger bij den rijks-* postduivendiens t. Aan het onderzoek wordt niet deelge-* nomen door hen: a. die hun eerste oefening nog niet heb* ben volbracht; b. die in dit jaar voor den voor het on derzoek bepaalden dag in werkelijke» dienst zijn geweest uit anderen hoofde dan bij wijze van straf; c. die bestemd zijn om in dit jaar voor herhalingsoefeningen in werk elij ken dienst te komen; d. die elders wonen dan in Nederland; c. die zich buitenslands bevinden ter uitoefening van de buitenlandsche zee vaart (hieronder niet begrepen de zeevis- scherij buitenslands). Wanneer bij het onderzoek blijkt dat verlofgangers ten onrechte nog in het be zit zijn van wapens of toebehooren en ledergoed, dan worden deze voorwerpen ingenomen. Naar aanleiding van deze beschikking heeft de minister de volgende circulaire aan de burgemeesters gezonden: „Aangezien in de regeling bedoeld in art. 72 vierde lid van het Dienstplichtbe sluit, ook bebooren te worden vermeld de lokaliteiten of gebouwen, vanwege do go- meenten voor het onderzoek beschikbaar gesteld, noodig ik de districtscommandan ten uit zich te dien einde ten spoedigste met u in verbinding te stellen. Ter voorkoming van ongewenschle toe standen verzoek ik u in geen geval her bergen of vergunningslokalen voor het on derzoek aan te wijzen. Voorts noodig ik u uit het verlofsgan-» gersregister of de benoodigde declen van^ dit register voor 10 Mei a.s. aan den dia-^ trictscommandant in te zenden. Deze be-»* hoort het register, na daaruit de gegeven*^ te hebben overgenomen, die hij voor hei- onderzoek noodig heeft, voor 1 Juni a.8:^ aan u terug te zenden. Het staat u vrij om», indien u daaraan do voorkeur geeft in plaats van het register of van register- deelen deif* districts-commandant eon uit-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1