Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURANT ABOüNE^ËHTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden v/aar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 4üe JAARGANG. - DONDERDAG 5 APRIL 1923 - No. 902 BureauHooigracht 35 - Leiden - Tei. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVEttTENTiE-PiflJS Gewone advertentiën per regel 22K cent. Ingezonden Mededcelingen, dubbel tarief. •Bij contract, belangrijke reductie. Kleins advertentiën bij vcoruitfceta- ling van ten hoogste 30 woordon, worden! <Ï9.ca1?'1-8 c^nTaltfsf ad KO ririt. V Klagende Liberalen. „Liberale Stemmen", het orgaan van den Vrijheidsbond voor deze omgeving beklaagt zich, dat van de zes plaatsen in net collego van Ged. Staten in Zuid-Hol- iand, vijf door leden van de rechterzijde zijn bezet. Het. kan niet anders dan verwondering wekken, een klacht als deze in een libe raal orgaan te beluisteren. Immers gedurende de 22 jaren dat do rechterzijde in de Staten de meerderheid heeft, is er nooit aan gedacht het vrijzin nige element uit de Ged. Staten te weren. Maar wat deden de liberalen? Het waren de liberalen, die toen zij nog de macht hadden, met de rechten van de minderheden in geen en kel opzicht Tekende Hot waren de liberalen, die er zorgvuldig voor waakten dat een man van rechts als Gedeputeerde zou worden gekozen. Het waren d e 1 i b e r a 1 e n, die alle zetels, altijd weer voor zichzelf op- eischten. Het waren de liberalen, die wisten te bewerken dat mannen van Christelijke belijdenis, niet dan bij hoo- go uitzondering als burgemeester worden benoemd. Het waren de liberalen, die op het gebied van het onderwijs, zich niet, schaamden het uit te spreken, dat de minderheden maar onderdrukt moesten worden. Hot waren de liberalen, die deze on-iiberalö theorie ook werkelijk in practijk brachten en die de minderheden onderdrukten op een schandelijke wijze. Het waren de liberalen, dio dat deel van ons volk dat hunne beginse len niet kon aanvaarden, als minderwaar digen behandelden. Het waren liberalen nog wel in een Universiteitsstad als Leiden die liet ten vorigen jaren uitspraken, dat de voorstanders van het Christelijk onder- Wijs feitelijk zijn schatkist-piraten, men schen dus die nemen wat hun niet toe komt, roovers, die men bij de eerste ge legenheid de beste aan banden moet leg gen. Ue liberalen hebben dus alle reden om zich te schamen en niet een hoogen toon- aan te slaan over achteruitzetting van de minderheden. Wie in een glazen huis woont, moet niet met steenen werpen. En wie boter op zijn hoofd heeft, doet heel dwaas als hij in de zon gaat loo- pen. STADSNIEUWS Christ. Hist. Unie. Voor de afd. Leiden van de Chr. Hist. Uiiie trad gisteravond in openbare verga dering op, bet Kamerlid de heer H. W. T i 1 a n u s. jJ3e voorzitter der afd., de heer J. B. Meijnen, opende de vergadering die scliaarsch was bezocht met gebed, whar- na hij wees op het doel van vergaderin gen als deze, n.l. de verbreiding der C. H. beginselen. Spr. deelde mede dat a.s. Maandag iv<ser een vergadering zal worden gehou den, waarin als spr. hoopt op te treden Mei. Frida Katz. Na de afdeelingskas in de milddadig heid der hoorders te hebben aanbevolen, gaf hij het woord aan den spreker, den lieer Tilanus. Ue spreker,' alvorens tot zijn onderwerp te komen, n.l.: „Wat willen de G. H. bij de Statenverkiezing", wenscht eerst een historische terugblik te geven. Spr. noemt dan den politieken toestand zooals deze was voor de 15e eeuw, toen bet geheele, dus ook het staatkundige leven werd beheerscht door den invloed der Roomsche Kerk. Het jaartal 1517 echter, bracht hierin verandering, door de mach tige strooming van geestesvrijheid die in de Hervorming haar loop begon. Spr. wijst dan op do ruime vrijheids- gedachten van den Vader des Vaderlands Prins Willem I; maar, zegt hij, deze groote vrijheidsheld is nooit ten volle door zijn volk begrepen; toen niet, en ook nu nog niet. Als voorbeeld daarvan noemt spr. de Herv. Geref. Staatspartij, die door de heerschappij die zij de Herv. Kerk wil toekennen, van hetzelfde beginsel uitgaat nis de R. K. Kerk. Vervolgens wijst spr. op het tijdperk 17951819, waarin de godsdienst werd opzij gedrongen. Spr. herinnert dan aan mannen als Ds. N. Schotsman, Bilder- dijk en da Costa en ten laatste Groen v. iPrinsterer, die ook het Chr. beginsel op sLe Staatkunde trachtte toe te passen. Een eeuw heeft het dus geduurd voor dat ons volk over 't algemeen bekend was snet de Chr."Staatkundige beginselen, en nog zijn ze niet in allo schakeeringen van bet volk bekend, waarom spr. met vrijmoedigheid zal voortgaan met het verbreiden ervan. Ue vraag, wat de C. H. willen, kan spr. niet beantwoorden, zonder cenigszins een inzicht te hebben gegeven in de algemee- ne landspoliliek der laatste jaren, en in verband daarmede in de economische om- etandigheden, waarin het land verkeert. Spr. wijst dan op den treurigen toest. waarin het visscherijbedrijf verkeert, als ook vele industrieën. Het gevolg hiervan is dat vele gezin nen in armoede komen te verkeeren, en inzonderheid met het oog daarop komt spr. steeds sterker onder den indruk van den zegenrijken invloed die van een gere- gelden arbeid kan uitgaan, ook op het moreele leven. Bestond er bij het begin van dit jaar voor den heer Heldring, voorz. v. d. Ka mer v. Kooph. te Amsterdam, aanleiding om als zijn meening uit te spreken, dat op dat moment het laagste punt van de malaise was bereikt, en dat mot recht eenige vooruitgang mocht worden ver wacht, do bezetting van liet Roergebied is oorzaak -geweest, dat deze verwach tingen opnieuw den bodem zijn ingesla gen, daar de Duitsche valuta nog steeds niet stabiel is, en onze industrie nog steeds heeft te kampen met een moorden de concurrentie. Tot de vraag gekomen, wat de C. H. bij de Statenverkiezingen willen, wil spr. eerst een overzicht geven van de gewij zigde omstandigheden in de volksverte genwoordiging, in verband met de in de grondwet vastgelegde evenredige verte genwoordiging, ten opzichte waarvan spr. opmerkt, dat hij deze niet zoo bijzonder toejuicht. Verleden jaar is met warmte gestreden voor het verkrijgen van een Chr. Kabi net. Men begrijpt nu aanstonds welke onge- wensebte verhoudingen zouden ontstaan wanneer de rechtsche Tweede Kamer naast zich zou. krijgen een linksche Eer ste Kamer. Uaarom is het noodzakelijk dat de kie zers van hun invloed dien zij op do sa menstelling der Eerste Kamer hebben gebruik maken, om die Kamer rechts te houden. Ook voor de samenstelling van het Col lege van Ged. Staten is het van groot be lang, dat rechts gestemd wordt. Boor de omstandigheden in do oorlogsjaren toch, is het noodig geworden dat Ged. Staten meer controle gingen uitoefenen op de Gemeentebesturen. Om te doen zien met hoeveel energie en vastberadenheid ons Chr. Kabinet zich gereed maakte om de financiën des lands te redden en het budget zooveel mogelijk in overeenstemming te brengen, leest spr. eenige zinsheden voor uit de bekende Mil- lioenen-nota, onlangs de volksvertegen woordiging aangeboden. Op elk gebied is de laatste jaren óp te grooten voet geleefd. Ue regeering heeft dan ook terecht ge toond doordrongen te zijn van den eiscli om te bezuinigen. Het is echter niet gemakkelijk om 17.5 pet. te bezuinigen, en do taak der re geering is vrij wat moeilijker dan die der oppositie-partijen, welke laatste zich niet ontzien om de pogingen tot veiligstel ling van den gulden, voor ons land van het grootste belang, in een verkeerd dag licht te plaatsen. „Met het oog op de toestanden die in het buitenland zijn ontstaan door de lage valuta, moest men bekennen, dat de vei ligstelling van den gulden wel degelijk eisch is van het Chr. beginsel. Spr. vraagt zich af, wat men wel zou zeggen van iemand die, hoewel trouw ter kerk gaande, de maatschappelijke belan gen van zijn gezin verwaarloost. Ook de bezwaren tegen de laatste wij zigingen der L. O. Wet, acht spr. niet steekhoudend, daar het volgens zijn mee ning niet schaadt of aan enkele klassen eenige leerlingen worden toegevoegd. Ue gemeentebesturen hebben evenwel de be voegdheid om, ingeval zij meenen in staat te zijn de oude bepalingen te handhaven, de klassen op het oude aantal te laten. Met het oog op de noodzakelijkheid om te bezuinigen acht spr. het echter wen- schelijk, dat de gem.liesturen met de wet meegaan. Ue C. H. partij heeft steeds als haar ideaal gesteld, do gekerstende Openb. school, maar daar dit practisch niet uit voerbaar is, zal spr. piet kracht het plei dooi voeren voor het Chr. Nationaal on derwijs in zijn huidigen vorm, hetgeen gunstig afsteekt bij het openhaar onder wijs welks vruchten volmaakt in tegen stelling zijn met de eischen van hot Evan gelie, dat ons een licfdosbeginsel predikt. Ten slotte wenscht spr. eenige princi- pieele opmerkingen te maken ten opzichte van de omringende partijen. In hoofdzaak onderkent spr. op het po litiek terrein 4 partijen. Allereerst is daar de R. K. Staatspar tij, bij wie alles draait om de Kerk, en om de Kerk alleen. Uit is wel te begrijpen als men in aan merking neemt dat zij vroeger net leven geheel beheerschte. De C. H. Unie acht het principieel on juist, dat een gezant naar den Paus. wordt gezonden, omdat men daarmede aan cb Kerk een afzonderlijken invloed toekent; evengoed zou men een gezant kunnen zenden naar den voorzitter der Herv. Sy node. Het spijt spr. dan ook, dat de A. R. broeders om redenen van foripeelen aard dat gezantschap hebben gesteund. Naast de R. K. partij de S. U. A. P., die alle heil alleen verwacht van de Staatsbemoeiing. j Men vindt daar, zegt Spr., een alleszins te waardeeren idealisme, 't geen echter bij spr. wordt gebroken, door de overtui ging, dat van den goeden wil des men- schen niets te verwachten is, gelijk uit de historie overvloedig blijkt. Naast de S. D. A. P. een derde groep, eene die steeds kleiner wordt, n.l. de Li berale. Wanneer men de staatkundige opvat tingen van de S. D. A. P. en de Liberale partij tot den bodem onderzoekt, blijkt dat zij van hetzelfde beginsel uitgaan, n.l. van de erkenning van de rechten van den mensch. Het eenige verschil is, dat de eene partij de Staat overal bij wil betrekken, terwijl de andere de overheid overal buiten wil houden. Tenslotte is daar een vierde partij. Zij is feitelijk één met de C. H.j en staat eveneens op den grondslag van Gods Woord. Ue C.H. beschouwen den Bijbel niet als een wetboek, waaruit men slechts naar willekeur een tekst heeft te nemen om een of andere zaak te argumenteeren. Wel is de Bijbel op deze. wijze dikwijls misbruikt, maar de C. H.'en, zegt spr., kiezen Gods Woord in zijn geheel als uitgangspunt, en werken dienovereen komstig, daarbij geleid door oGds Geest. Hiermede beëindigde spr. zijn rede, waarna de voorzitter hem dankte voor de gesproken woorden, en vervolgens ge legenheid gaf om van gedachten te wis selen. Hiervan wordt alleen gebruik gemaakt door den heer Tjalsma, die begint met den spr. te verwijten, dat hij en zijn par tij, hoewel sprekende over den treurigen toestand waarin de werkloozen verkeeren niets doen om deze te verbeteren, en zelfs in do Tweede Kamer hun stem gaven aan een voorstel waarhij de uitkeeringen werden verlaagd. Ten opzichte van het onrecht dat in het Roergebied wordt be dreven, wil spr. vragen waarom de C. H. mede oorzaak waren dat de Interfiella- tie-Troelstra niet werd tcegeslaam Met betrekking tot de samenstelling der Eerste Kamer vraagt spr. of de heer T., liet billijk acht dat de S. D. A. P. de ge legenheid is ontnomen (door de Evenr. vertegenw.) om af te vaardigen in Ged. Staten. Do financieele toestand, zegt spr., zou heel wat beter zijn geweest, wanneer men zooals de S. D. A. P. wilde een ex tra O. W.-beiasting zou hebben geheven, of een heffing ineens. Hier bedroeg de heffing slechts 30 pet. en in Engeland 80 pet. Ten slotte spreekt spr. zijn bevreemding uit over het feit dat do C. H. en A. R. in de Tweede Kamer zoo dikwijls in princi- picele zaken uiteenvallen, (spr. noemde de behandeling der bioscoopwet), terwijl zij er zich op laten voorstaan, op den zelfden voorstel stemmen. Tegenover de heer Tilanus wil spr. op merken dat deze zich in do Tweede Ka mer niet bezondigt aan veel spreken. Echter wil hij over één ding het woord voeren, n.l. over een pleidooi van den heer T., voor uitbreiding van de artille rie, en van de Chemische wetenschap bij het leger. Spr. vreest dat in een volgenden oorlog nog meer barbaarsche middelen zullen worden gebruikt, en keurt bet af dat een Chr. regeering zich daar voor leent. Spr. is wel voor verdediging van het vader land, maar hieraan kan Nederland met de huidige samenstelling van het leger toch niet denken, waarom spr. minstens evenveel waarborg meent te moeten zien in algeheele ontwapening. De heer Tilanus, het woord verkrij gende voor zijn dupliek, dankt den voor zitter voor de loyale wijze waarop hij den heer Tj., gelegenheid heeft gegeven zijn pleidooi te voeren. Spr. weerlegt op afdoende wijze dp verschillende bezwaren van den heer Tj. Wat het ontwapenings-vraagstuk betreft, een opvatting als deze kan spr. wel be grijpen van den idealist Tsjalsma; de historie leert echter anders. In de 14de eeuw, toen het buskruit werd uitgevon den hebben do menschen wellicht ge dacht, dat oorlogvoeren spoedig onmoge lijk zou worden. Tegenover iedere tech nische uitvinding om aan te vallen wordt woer een andere gedaan om te verdedi gen, of den tegenstander te overtreffen. Spr. zou het schande vinden wanneer on ze landszonen ter verdediging naar de grenzen zouden worden gezonden zonder voldoende te zijn bewapend. -Do heer Tj. heeft met veel gewicht ge sproken van de interpellatie Troelstra, maar uit de wijzo waarop zij in de Ka mer werd aangevraagd, bleek duidelijk, dat Troelstra er niet zoo bijzonder op was gebrand. Tegenover do houding der regeering kan de S. U. A. P. hoogstens bogen op: Wij hebben veel gepraat en., (applaus). Hetzelfde geldt ook ten opzichte van een wettelijko regeling van de werkloozen^. uitkeeringen. Het is buitengewoon moei lijk een wettelijke regeling te maken waaraan in het geheel geen fouten kle ven, Do her Tj. meende dat do S. D. A. P. ten onrechte is uitgesloten van een ver tegenwoordiging in Ged. Staten. De oor zaak waarom de S. D. A. P. er bij de Evenr. vertegenw. zoo slechts is afgeko men, ligt hierin dat zij teveel heeft ver wacht van do resultaten van het vrou wenkiesrecht. Wanneer de man des huizes zich avond aan avond liet opstoken door de oproeri ge krabbels in „Het Volk" en hij de vrouw ook trachtte te overtuigen, schoof zij de oourant terug daar zat iets achter(applaus), want de vrouw denkt er het hare van, al zegt zij het niet altijd. In België hebben de S. D. A. P. bij de laatste verkiezingen dan ook gezegd: Wij laten de vrouwen .thuis, want nu kunnen wij ze niet gebruiken. Spr. ontkent dat er een coalitie bestaat in de tegenwoordige regeering. Wel zou de S. D. A. P. gaarne met Rome samen werken, maar zij heeft geen kans (ap plaus.) Spr. vindt het eigenlijk schanda lig, dat men de regeering, wier eerste werlc het in 1918 was de ambtenaars- en ondorwij wCtssrJarissen le verbeteren, durft te verwijten dat zij iedere gelegen heid aangrijpt om uit to buiten en de sa larissen te drukken. In antwoord op hetgeen de heer T. heeft gezegd over liet stoelen op eenzelfden wor tel met de A. R. partij wenscht spr. uit drukkelijk te verklaren dat dit wel de meening was van Dr. Kuyper, maar dat do C. H. dit nooit beeft aanvaard, terwijl do houding der O. IT. bij de behandeling van het amendement-Beumer betreffende de Bioscoopwet berustte op technisch verzet, en met de beginselen niet in ver band stond. vSpr. verklaart aan het einde van zijn dupliek gekomen, nogmals dat de C. H -en menschen zijn die voor alles vrijheid wenschen, gebonden als zij moeien zijn aan Gods Woord. De voorzitter dankte den heer Tilanus voor zijn dupliek, waarna hij allen op wekte om. ook Maandagavond aanwezig t« zijn. De heer Tilanus eindigde met dankge bed. Jubileum E. Th. Wiüe. II. De volgende spreker Jhr. G. F. van Tets, voorzitter van de Ned. Maalsel ap- pij voor Tuinbouw cn Plantkunde, wees meer speciaal op wat de heer Wil te hui ten den Hortus voor de Plantkunde heeft gedaan. Het archief der Maatschappij en der jonge, doch krachtige Dibiiavereeniging alsmede de literatuur, die de heer Witte aau den Tuinbouw heeft geschonken, zou den veel kunnen vertellen. Het woord dat echter alle tuinbouwers uit het hart gegrepen zal zijn, is: Dank. Dank voor de werkzaamheden van den hortulantfs in zijn kwaliteit, doch ook dank voor zijn leiding in het Hoofdbe stuur der Maatschappij en als voorzitter der af deeling Leiden, doch niet minder voor zijn arbeid als persman. De heer Witte, aldus vervolgde spr., heeft meer voor den Tuinbouw gedaan, dan menigeen zou denken. De geheele tuinbouwwereld heeft dan ook eenparig aan den oproep van het huldigingsco- mitó gevolg gegeven. Hoewel het in de bedoeling lag, om als huldeblijk een schrijfbureau met bijpassend ameublement aan te bieden, moest hiervan om verschillende redenen worden afgezien. Daarom bood spr. een keurige portefeuille met inhoud aan, ter wijl dit blijk van waardeer, van oen door den heer N. J. Brouwer artistiek bewerk te marodain lederen album met enkele photo's en de namen der schen kers vergezeld ging. Een dor eerste leerlingen van den heer Witte, M e j. Hengst, directrice der Tuin bouwschool te Rijswijk, bracht de kwali teiten als „onderwijzer" vap den jubila ris naar voren en huldigde hem hierin. De heer J. K. B u d d e, hortulanus te Utrecht, bracht in een geestige speech in herinnering de moeilijke finantieele om standigheden, waaronder hortulani moe ten arbeiden, en stelde daartegenover de voer-werkzaamheid van den jubilari§, die mede door zijn energie de Leidschê Hor tus beroemd heeft gemaakt. Hij bood gedachtig aan de woorden van den heer Witte: „Laat bloemen uw tolk zijn" eenige schitterende orchideën aan „d e hortulanus van Nederland" aan. Do lieer Lubbe, Oegstgeest, verzocht daarna, om aan een prachtige nieuwe narcis-varéteit den naam „Hortulanus Witte" te mogen geven, wat volgaarne werd toegestaan. M e j. D r. De Baat dankte namens alle bloemenliefhebbers voor wat de ge huldigde door het schrijven van populai re hoeken heeft verricht. Namens de Ncderl. Bloemisten- en Tuindersvereeniging afd. Leiden bood de heer G a 1 j a a r d onder hartelijke en vleiende bewoordingen een bloemenhulde aan. Tenslotte kwam de hoer Witte zelf aan het woord. Hij dankte het collegium van curato ren, voor hot zeer vleiend schrijven hem in den loop van den dag aangeboden, en hoopte huil vertrouwen tot het einde waardig te zullen zijn. Den directeur van den Hortus. Prof. Janse, heeft spr. in velerlei opzicht te danken, waar deze hem toch de eerste beginselen der plantkunde heeft bijge bracht en ook later in andere verhouding, steeds op goede wijze heeft willen samen werken. Spr. dankte voor de wijze waarop hem de gelgenheid werd geboden om naast zijn arbeid voor den Hortus, ook voor do Nederl. Tuinbouw in het algemeen en voor de Maatschappij in het bijzonder iets te kunnen doen. "Den nadruk legt spr. er op, dat„ wil Nederland zijn uitstekenden naam van vóór den oorlog herwinnen, er dan j o n- g o energieke tuinbouwers noodig zullen zijn. Aan de Afd. Leiden heeft spr. zijn hart verknocht, en daarom wil spr. gaarne do toezegging doen ook in den vervolge zijn krachten hieraan te zullen wijden. In de eerste plaats is spr. echter hor tulanus. Men heeft opgemerkt, dat Witte naast z'a inktpot een fleschje azijn heeft staan hiermede doelende op zijn soms niet malscho critiek. Azijn is echter een beter desinfector dan siroop en ophouwen do critiek is ge zond. Uitvoerig wendt spr. zich tot het per soneel, dat hem steeds» op de meest plichtsgetrouwe wijze terzijde heeft ge staan en in 't bijzonder tot den heer Jong, dio 23 jaar hem heeft geholpen. Na nog mej. Hengst en de andere spre kers en spreeksters te hebben gedankt eindigde spr. met te constateeren, dat deze huldiging hem oen spoorslag zal zijn, om nog meer zijn krachten te wijden aan de bevordering van het schoone doel: Een bloeiende en groeiende Leidscho Hor tus en een welvarende Nederlandsche tuinbouw. Gemeenteraadsverkiezing. In de gisteren gehouden vergade ring van de R. Kath. Kiesvereeriiging werd do candidatenlijst voor den Gemeen teraad als volgt aangevuld: 9. L. J. Tobé, 10. A. H. Boekraad. 11. A. Bisschop (aftr.), 12. Mr. H. Scholtens, 13. J. H. A. Manders, ;ii. J. P uphorat, 15. G. Th. Kagie. Naar aanleiding van den u.Lsa,: der candidaatstelling waarbij met het be st uursadv ies zoo goed als geen rekening werd-gehouden meent het'best. de ver antwoordelijkheid niet langer te kunnen dragen, en heeft het in zijn geheel ontslag genomen. Mei Rusthuis. In do gisterenavond gehouden buiten-» gewone Kerkeraadsvergadering der Ge ref. Kerk alhier, werd na breedvoerige besprekingen de Diaconie gemachtigt tot exploitatie van liet Rusthuis "in het per ceel Hooigracht 38 over te gaan. Van verschillende zijden waren be zwaren gerezen tegen de wijze van in richting. Het oorspronkelijke voorstel van do Diaconie, n.l., om het Rusthuis in exploi tatie te nemen op een capaciteit van 20 verpleegden is thans door den Ilerkeraad goedgekeurd. In verband mei de droeve dingen dio sinds oen paar maanden plaats grijpen in het door de Fïanschen en Belgen be zette Roergebied, is op Zondag 18 Maart in de Pieterskerk een bidstond gehou den. Als sprekers traden dien avond op, do predikanten Ds. Boissevain en Ds. Groot Enzerink. De redevoeringen toen gehouden, zijn thans bij do fa. Jansen alhier in druk verschenen, terwijl mede is opgenomen, het door den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente aan II. M. de Koningin verzon den adres. Wij komen op deze uitgave nog nader terug maar vestigen daarop reeds nu do aandacht. De Gommisaris der Koningin heeft benoemd tot lid van' de Leidscho Gezond heidscommissie, wiens aflredmg, vol gens den rooster, zal plaats hebben op l Juli 1925, prof. P. C. Flu, alhier, met aanwijzing tevens tot voorzitter van die Commissie. Bij ministerieele beschikking is dr. H. Gcrth, conservator aan 's Rijks Geo logisch Mineralogisch Museum te Leiden, toegelaten als privaat-docent in de facul teit der wis- en natuurkunde aan do Rijksuniversiteit te Leiden, om onder wijs te geven in do palacontologic en do historisch© geologie. BiHHEMLaau Staatscommissie Hoogcr Onderwijl. De Vereeniging van hoogleeraren aan do Rijksuniversiteiten en. Hoogescholen heeft zich tot den Minister van Onderwijs ge wend met een adres, waar.n geklaagd wordt, dat in do onlangs ingcstcldo staats commissie voor het Hoogcr Onderwijs geen vertegenwoordiger van het bestuur dezer vereeniging is benoemd. Waar in do vereeniging do overgroote incerdorhcid der betrekken hoogleeraren veroenigd is, beschikt dezo over ervaring en gegevens, die het toch aangowezen doen zijn, dat in do staatscommissie oen der bestuursleden van de lioogleeraren-organisatio aanwezig zij. Frov. Bondsdag N. J. V. Tweeden Paaschdag v»rd-tc Rotterdam in het gebouw \.Do Eendracht" dc Zuid-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1