tuweLeittEfluraiii
m
m
m
m
W. WARNAAR
Tweede Blad
BS
Hei D90:ocmmenomterwi js.
De hor do Visser, Minister van Onder
wijs, Kunsten on Wetenschappen, heeft
mede namens zijn ambtgenoot van Fi
nanciën, op do vraag van den heer van
Lanschot betreffende het invoeren van
den in art. 128 der Lagér-onderwijswet
bedoelden algemeenen maatregel van be
stuur in zako doofstommen-ónderwijs
medegedeeld, dat zij zullen bevorderen,
dat de in do vraag bedoelde algemeene
maatregel van bestuur met ingang van 1
Januari a.s. zal worden ingevoerd.
i\ilo Aitli-Sa voluiionaire
Mannen en Vrouwen
in den Kieskring Leiden stemmen
WOENSDAG 11 APRIL a.s.f op
R!o. 1 van Lijst 12.
Alleen het witte puntje in het blokje
voor den naam van den heer
Woensdag 4 April 1923.
DE UNIE „EEN SCHOOL MET DEN
BIJBEL."
Gisteren, hield de Unie onder leiding
van Ds. de Geus oen algemeene vergade
ring.
Wij ontloenen daaraan het volgende:
In do middagvergadering kwam oen
hoogst belangrijk onderwerp aan de orde.
Ds. J. L. Pierson, van. Groningen, hield
een rede over de vraag:
„Kunnen. wij de Lager-Onderwijswet van
1920 aanvaarden als de rechtmatige op
lossing van den ouden Schoolstrijd?"
Ons ideaal is niet verwezenlijkt. Voor
78 vroegen wij dev rijheid om den Bijbel
in de school to mogen gebruiken. Heb
werd ons geweigerd. Daarna verstonden
wij almeer dat eigenlijk de Staat geen
recht heeft zich anders dan zijdelings
met het onderwijs t-e bemoeien. In zijn
handen kan het zich niet ontwikkelen. De
school moest zich, geheel vrij van den
Staat, kunnen ontwikkelen-, zij moest wor
den de Vrije School voor heel de
Natie.
Ons Unierapport wees den weg aan om
dit te bereiken. Het wil dat langzamer*
hand ook de Openbare School een Vrije
School worde. Decentralisatie. De wet
van 1920 bracht absolute centralisatie en
dus ook dwang. Zij erkent en handhaaft
het beginsel: dat het de eerste plicht is
van den Staat met heb onaerwijs zich te
bemoeien. Het Unie-rapport is eenvoudig
als niet-bestaandc aangemerkt. Dit wilde
geen gelijkstelling als doel, alleen als
middel cm tot een hooger doel te ge
raken, dat der Vrijheid. Waar men bij
heb ontwerpen der Wet zich die gelijk
stelling tot doel stelde, moest de wet van
zelf tot dwang leiden.
In zijn Memorie van Antwoord gegeven
bij de jongste wijziging der Web heeft de
Minister dit zelf erkend.
Hij verzekert wel dat het niet de b e-
doeling is een stap te doen in de rich
ting van „Onderwijs Rijkszaak" en dat
er van „toenemende centralisatie" geen
sprake is alleen de beste bedoelingen
zijn niet bij machte de practische conse
quenties van een verkeerd uitgangspunt te
voorkomen.
Hij erkent, dat heb stelsel niet strookt
met hetgeen het Unio-rapport wil. Dat de
hoofdgedachte daarvan een principiëele
herziening der wet zou eischen, een spe
ciaal onderzoek zou moeten voorafgaan,
hoe tot meerder vrijheid voor Openbaar
als voor Bijzonder Onderwijs te geraken
hij wil desnoods wel in die richting
gaan werken maar hij erkent daarmede:
dat toen de wet werd voor
bereid aan het Unie-rap
port niet is gedacht. Waarom,
zoo vragen wij, heeft de Ontwerper der
Wet 1920 niet eerst een onderzoek inge
steld naar do verwezenlijkigg van de zui
vere gedachte van het Unie-rapport, in
plan ts van zich te bepalen tot het Bevre
digingsrapport. Wij zouden een betere wet
hebben gekregen dan deze, die geen hoo
ger Ideaal kent dan angstvallige
- gelijkstelling.
Wij hadden mogen verwachten van
iemand, die jaren lang met ons streed in
de voorste gelederen, dat hij zonder meer
het Unie-rapport niet ware voorbijgegaan.
Wilde hij een anderen weg volgen, hij had
ons moeten aantoonen dat het Unie-rap
port niet als grondslag van Wetgeving
kan dienen.
In zijn Memorie van Antwoord van 7
Fcbr. jl. zegt de Minister Z ij died©
wet principieel willen
gewijzigd zien, moeten be
ginnen hun denkbeelden
nader in wettel ij kenvorm
uit te werken en aan de
p r a c t ij k te toetsen.
Deze verklaring is zijner onwaardig. Hij
schuift ons op de schouders den arbeid
die heel ons Christelijk Schoolwezen van
hem had mogen verwachten.
Iemand, die een hooge positie aan
vaardt, moet ook alle zedelijke verant
woordelijkheid, die eigen verleden
hem oplegt, durven, aanvaarden.
Al de beloften nu gegeven helpen ons
weinig. Als de Staat, d.w.z., de Ambte
narij zich met iets bemoeit, wordt die be
moeienis al intensiever en heeft de fatale
neiging: de vrijheid van beweging in eigen
FEUILLETON
Van hooger Orde.
Naar hei Engelsch.
57)
Dikwijls ging zo hij mo zitten
pralen met een ruwe, bruine pan op
haar schoot, erwten doppend, boonen
snijdend of hessen afhalend; haar vin
gers juffrouw March's mooie vingers
zagen er nog mooier uit door 't contrast
met het ongewone werk. Of anders, 's zo
mers avonds, zat zij aan 't venster te
naaien, altoos naaien, maar zat zoo,
dat ze met een oogopslag konzien of John
in de straat er aan kwam. Ver, veraf zag
zij hem al; en bij dat gezicht veranderde
liaar gelaat en klaarde op, gelijk 't wei
land, als de zon doorbreekt. Dan snelde
zij naar do open deur en ik kon liera
zacht hooren zeggen „mijn lieveling" en
dan bleven zij lang samen in 't portaal.
Zij waren zeer, zeer gelukkig in die
eerste dagen die rustgie dagen van ar
moede; toen zij niemand bezochten en
^.iemand hen opzocht; toen hun geheele
wereld begrensd was door 't donkere,
oude huis en den tuiu, met z'n vier hooge
-.luren.
Eens op een Juli- avond, wandelden
-'olm en ik de tuinpaden op en neer bij
zaak ie belemmeren; Het stelsel der Wet
doodt heb particulier initiatief, uit vrees
dat de Bijzondere School het van de
Openbare zal winnen.
Men zegt- wel van onzen kant: dat al is
onze beheer a-v r ij li c i d aan banden
gelegd, de pacdagogischo is behou
den. Et zijn al teekenen dio dit tegen
spreken.
Ik neem het verbod cm in de Lagere
School een vreemde taal te onderwijzen.
De Staatsdwang raakt hier heb interne
leven der school. Heb is de eerste stap
in de verkeerde richting, de tweede zal
v el velgen.
En nu is dit hot treurige dat de Unie
van Chr. Onderwijzers er zijn voldoening
over uitsprak dat de poging, om deze vrij
heid te heroveren, is mislukt. Het zal
moeite kosten heb principieel verschil aan
te wijzen tusschen dezen dwangmaatre
gel en. dien van de wet-Kappeyne in 1878,
die den Bijbel uit de school verbande. De
Staat heeft "uier geen recht, alleen do
ouders. Het doet smartelijk aan, dab men
in onze kringen deze aanranding der vrij
heid ka j tocjrrLlieu.
Fr is feitelijk niet veel in to brengen
tegen de bewering van Mcj. van Dorp,
die bij de technische herziening den toe
stand terecht aldus aangaf: dat de tegen
woordige Bijzondere Sciim-l r fts anders
is aan een jponbare Schorl, waaraan
zekere vr ij heden zijn toe
gekend.
Wij hebben geen recht meer te spreken
van de V r ij e School, hoogstens nog van
de Bijzondere, en dit is het pijnlijke. Het
verleden staat schril tegenover het heden.
De machtige stroom is ver
zand.
Nu de vraag: Wat moeten wij doen, om
heb betere te krijgen?
Het gemis aan zelfstandig durven, de
vrees voor verantwoordelijkheid, hebben
bij de totstandkoming der wet geleid tob
de SchipperspolitiekLavcercn.
Maar er is toch ook nog een wal, die
of het schip keert, of het te pletter stoot.
Laat ons die wal zijn.
Wijnkoop voorspelde bij de herziening
der wet: dat wij zullen krijgen een ont
ketening van een nieuwen schoolstrijd.
Laat ons ervoor zorgen, dab hij gelijk
krijgt, tenzij een geheel nieuwe wet ons
verlosso van de gebondenheid van thans,
door dc zuivero gedachto van het Unie-
rapport over te nemen en in werking te
stellen.
De Schoolraad heeft reeds een Commis
sie benoemd te dezer zake. Dit is echter
werk binnenskamers. Wij mogen naar bui
ten niet zwijgen. Alle ministeriiiclo belof
ten ten spijt staan wij nu veel zwakker
dan in den grooben schoolstrijd.
Zal ons volk even krachtig antwoorden
op de leuze: Vrijheid van Onderwijs, als
liet dat deed op de oude: Een School met
den Bijbel? Do strijd zal veel moeilijker
zijn, al3 hij niet voorkomen wordt.
Ik ben niet zeker dat allen zich weer
tot den strijd zullen laten aanmonsteren.
Er zijn nog Rubens gedeelten
met groote inbeeldingen des harben, maar
waar men blijft zitten luisterende naar
de blatingen der kudde.
Ik vind ze in dio vele Locale Comitc's
der Unie, die practisch den band met de
Unie verbreken door niet meer te collec
teeren.
Eigen belang wordt liooger geacht
dan algemeen belang.
Men wil niet zien liet groot gevaar voor
onze Vrijheid, dab al werkzaam
is.
Dit is ontrouw aan liet Vaandel; gemak
zucht, dio de energie doodt; die remmend
werkt en anderen meesleept.
Een leger vindt zijn kracht niet in zijn
aantal, maar in den geest, die liet be
zielt.
Bluscht dan den geest niet uit, noch in
uzelf, noch in anderen!
Zullen wij in den kring onzer onderwij
zers denzelfden steun vinden als vroeger?
Zal op politiek terrein de steun der
Roomseh-Katholieken ona helpen? Kun
nen wij zeker zijn ook van onze eigen
mannen? Wij hooren klanken, die ons ont
rusten.
Bij do behandeling der Herziening in
de Eerste Kamer, verklaardo een van on
ze mannen, oud-bestuurslid der Unie:
dat, wat het denkbeeld eener
principieel© herziening be
treft, men thans in redelijk
heid dezen eisch niet aan
den Minister mocht stellen.
Zulke uitlatingen mogen onzerzijds niet
zonder protest voorbijgaan. Zo verzwak
ken noodeloos onze positie.
Misschien vindt gij mijn beschouwing te
pessimistisch. Laat zo het zijn, als ik het
doel maar bereik: U diep in de ziel te
het licht der sterren, 't Was erg heet, zoo-,
dat men het gevoel had den halvcn nacht
huiten te willen blijven. Ursula was ge-
ruimen tijd bij ons geweest, rondslente
rend aan den arm van haar man: daar
na had hij haar naar binnen gezonden
om te rusten on wij bleven samen buiten.
„Hoe vreemd lijkt alles, hoe wonder-?
lijk!" zei John zacht nadat hij stilzwij
gend den tuin doorgewandeld had. „Phi-
neas, hoe erg vreemd lijkt 't."
„Wat?"
„Wat? o, alles!" en hij aarzelde oen
oogeiiblik. „Neen, niet alles, maar iets,
dat mij voorkomt nu verbonden to wezen
aan alles wat ik doe, of denk, of gevoel.
Iets wat gij niet weot maar van avond
zei Ursula me, dat ik 't je vertellen
mocht." Toch duurde 't eenige oogcnblik-
ken voor hij 't mij vertelde.
„Deze pereboom is vol vruchten niet
waar? Hoe dik hangen zij en toch lijkt 't
mij gisteren, dat Ursula en ik hier ston
den en probeerden de bloesems te tellen."
Hij hield op en raakte met zijn hand
een tak aan. Hij sprak zoo zacht, dat ik
't nauwelijks verstaan kon.
„Weet ge Phineas, dat als deze boom
kaal is wij zullen, als, met God's ze
gen, alles goed gaat wij zullen heb
beneen klein kind."
Ik drukte hem in stilte de hand.
,,'Jo kunt je niet voorstellen, wat con
leggen het recht en de noodzaak van het
bestaan der Unie.
Juist het niet bereiken van ons doel:
Losmaking van den Staat, dwingt tot nau
wer aaneensluiting en krachtiger actie.
Do machtige stem der Unie worde weer
overal gohoord.
Ik weet -niet of wij het noodigo zullen
bereiken, doch dit gaat ons niet aan. Wij
hebben genoeg aan het nobele woord van
Willem den Zwijger: Het is niet nooclig te
hopen om iets te ondernemen, noch te wel
slagen om to volharden.
Wij hebben de Unie nog evenzeer noodig
als in het verleden.
De Unie! Dat is niet e>en abstract be-"
grip, dat zijn niet dc enkele mannen,
die hier onze bestuurstafel versieren, dat
is elke Correspondent en olk
Locaal Comité, dat zijn die allen,
die groote schare, die verspreid door het
gansche land, met hun gave hun belang
stelling en meeleven toonen; en wier go-
bed ons Christelijk Onderwijs draagt.
Laat die Unie één blijven, dan zullen
wij een nieuwen Schoolstrijd noch vree
zen, noch moede worden.
Vroeger leefden wij enkel bij Gods
genade, zullen wij nu een leven aan
vaarden bij de gratie van den
Staat?
Zonder de vraag te noemen waarmede
mijn rede was aangekondigd, heb ik er
een antwoord op gegeven. Het had korter
kunnen zijn. Eén woord waro voldoende
geweest, het korte, besliste: Neen! Vinde
het een weerklank in aller harten. Dat
heel do Unie het overneme en in een
daad omzette, dan zal deze dag zijn als
het doorbreken van de zon door donkere
wolken; en de zon wint het altijd van do
wolk.
Zij is souverein.
Moge Gods aangezicht blijven liehlen
over onze Unio: „Een School met den
Bijbel."
KERK EN SCHOOL
Is EB. IIEBV. KEIiK.
Beroepen. Te N. "Wieerdingo (toez.)
G.Grootjans to De Meern (U.)te Zwain-
merdam (toez.): I. M. Blankhart te Nij-
vordal; te Everdingen: H. F. A. Schlcm-
port-, cand. to Utrecht.
Aangenomen. Naar 's-G ra vcla-nd
G. van Wolfswinkel te Welsrijp; naar
Haastrecht: J. W. Itoobol te Berkhout.
Bedankt. Voor Mussclkanaal (loez.):
J. P. A. Ie Roy te Almelo (bij do Evange
lisatie); voor Nieuw-Vennep: H. W. J. C.
Hanselaar te Hecrjansdam; voor Birdaard
(Fr.): H. W. M. Hupkes Jr., te Zander
veen; voor Bloemendaal: 'B. ter Haar
Bomeny.
GEREF. KERKEN.
B o r o e p en. Te OosterzeeJ. Hettinga
cand. te Apeldoorn; te Kollumerpomp
(Fr.): J. A. Schep, cand. te Utrecht; te
Meerkerk: M. Post te Bunschoten.
Aangenomen. Naar Britsum: J.
Douma te Riorum; naar Gorredijk: C. v.
d. Woude cand. te Sne-ek.
Bedankt. Voor Baarland, Borger, Ha-
zorswoude, Heinkenszand, Nederhorsb den
Berg, Nijomirdum, Oosterend (Texel), Oost
kapclle, Oosterzee, Vianen en Wons: C.
v. d. Woude, cand. te Sneek; voor Liver-
sens: P. Juklcenekke J.Pzn., te Epo.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt. Voor DriebergenH. Bies-
ma te Groningen; voor Lutten-Do Krim:
W. Vos te Drachten.
WAALSCHE GEM.
Aangenomen. Naar Utrecht; I. F.
Ie Cornu te 's-Hertogenboscli.
Bevestiging, intrede, Afscheid.
D s. D. J. Lazonder, hoopt Zondag
22 April a.s. afscheid te nemen van de
Ned. Herv. Gemeente te Tuil, en Zondag
4 Mei d.a.v. zijn intrede te doen bij de
Ncd. Herv. Gemeente te Oppenhuizen, na
bevestigd te zijn door zijn broeder Ds. E.
A. Lazonder van Tricht.
D s. W. van 't Sant nam Maandag
(Tweeden Paaschdag), des middags, af
scheid van do Geref. Kerk van Katen-
drccht (Rotterdam), wegens het aamiemen
van een beroep naar de Geref. Kerk van
Watergraafsmeer.
vreemd gevoel dat is. Een kind 't liaro
en 't mijne kleine voelen, dio door ons
huis zullen stappen een stemmetje om
te zeggen denk eens aan, ik zal met
Kerstmis een vader zijn."
Hij ging op de tuinbank zitten en sprak
geruimen tijd niet.
„Ik zou wel eens willen weten," zeide
hij ten slotte, „of, toen ik geboren werd.
mijn vader zoo jong was als ik ben en of
hij gevoelde, wat ilc nu gevoel. Jo kunt
je niet begrijpen hoe groote vreugde 't is
'een kind te verwachten; een zieltje, van
God gegeven, en 't op te voeden voor Zijn
Eeuwigheid. Hoe zullen wij 't kunnen!
wij, die beiden zoo onwetend en zoo jong
zijn zij zal pas negontien wezen, als
haar kind geboren wordt. Soms zitten we
's avonds uren lang op deze bank, zij en
ik, om er óver te spreken, wat wij moe
ten doen en boe wij 't kleine ding moeten
opkweeken, totdat wij stil worden, vol
ontzetting voor den zegen, welke over
ons komt."
„God zal je beiden helpen en je wijs
heid geven."
„Wij vertrouwen, dat Hij dat wil en 1
dan, we zijn niet bevreesd."
Nog een poosje zat ik zoo naast John, I
terwijl ik opmerkte, dat zij gezicht, half I
omhoog geheven, opzag naar die myriade
van werelden, welke, zooals men ons loert
te gelooven en zooals wij geloovcn, In het
Vereen. Geref. predikanten.
Do stellingen van Dr. J. G. de Moot bij
zijn referaat over de vraag: „Is do ver
kiezing* van ambtsdragers door de ge
meente een daad van regeermacht?" lui
den;
1. Do gegevens der Heilige Schrift om
trent do verkiezing van ambtsdragers lee-
ren:
a. Na Christus' hemelvaart moet de
aanwijzing der ambtsdragers door
menschen geschieden.
b. Daarbij moet nauwkeurig rekening
gehouden worden mot de door de
Heilige Schrift gestelde eischen en de
door God verleende gaven.
c. De aanwijzing zelve behoort te ge
schieden door dc „gemeente", in den
zin van: de georganiseerde gemeen
te, dus den kerkeraad.
d. Het is wenschelijk, dat deze laat
ste daarbij zooveel mogelijk rekene
met het advies der gemeenteleden.
e. Het is noodzakelijk, dat niemand
in het ambt gesteld worde zonder dat
de approbatio der „gemeente", in den
zin van: hare leden in volle rechten,
is verkregen.
2. Do bepalingen, door de Gereformeer
de kerken ten dezen oudtijds en thans ge
maakt, zijn, hoezeer ze ook uïteenloopen,
in volle overeenstemming met deze
Schriftgegevens, en onze Gereformeerde
theologen gaan in dezelfde richting.
3. De stemming door de gemeenteleden
om tot aanwijzing van ambtsdragers te
komen, is geen daad van regeermacht
doch draagt een adviseerend karakter.
4. Do georganiseerde „gemeente" mag
dit door haar zelf gevraagd advies niet
licht achten, doch is niet volstrekt er aan
gebonden. Wel heeft zij de regeermacht
der „gemeente", in den zin van d^ ge
meenteleden, te erkennen door zich stipt
te houden aan baar approbatie of liet
tegendeel daarvan.
ÉSlNNENLitüB
De ex-keizer.
Naar aanleiding van een bericht in de
Yorkshire „Evening News" over een
scheiding van den ex-keizer en zijn vrouw
meldt do correspondent van het H d b 1.
te Doorn dat voor deze geruchten abso
luut geen grond bestaat.
De nx-kroonprins te Zamivoori.
Zaterdag was de ex-kroonprins komen
de van Wieringen te gast bij Baron van
Heijdt to Zaudvoort. Do bezoeker kwam
per auto iu gezelschap van den burge
meester van Wieringen en diens echtge-
noote. De aankomst om elf uur geschiedde
in allen eenvoud. Bij de villa waren ver
sieringen aangebracht en tapijten ge
spreid. De ex-kroonprins vertrok om
streeks halfzcs. Zijn bezoek werd den vol
genden dag eerst bekend.
He! weer in Maart.
Met Meteor. Instituut in de Bilt publi
ceert het volgende voorloopige overzicht
van het weer in Maart.
Gemiddeld over de geheele maand was
de temperatuur ongeveer 2 graden Cel
sius boven normaal; in de derde dekade
was het dagelijksche maximum zelfs
ruim 6 en bet minimum 3 graden er bo
ven. Te Maastricht werd den 26sten een
maximum van 23.2 graden en te de Bilt
den 27sten een van 21.3 graden bereikt,
derhalve slechts weinig beneden de hoog-
sto vroeger bereikte, dio van 30 Maart
1911, resp. 23.4 en 21.8 graden. Vorstda-
gen kwamen nagenoeg niet voor, echter
was er op ongeveer tien dagen nacht-
'vorst.
Do regenval, gemiddeld over bet ge-
hoelo land, bedroeg slechts 31 mm. tegen
46 normaal.
De Bilt telde 117 uren met zonneschijn
tegen 105 uren normaal; de eerste helft
der maand was meest betrokken.
Do trawlvissebcrij.
Reeds geruimen tijd bestaat onder de
visschers, dio op de trawlvisscherij
dienst doen, groote ontevredenheid over
do wijze, waarop het loon wordt bere
kend. Toen tegen Paschen de visschers
oog van den Almachtige niet kostbaarder
zijn dan één levende menschenzieL
In den winter, toen de eerste sneeuw op
den grond lag, kwam de kleine, 't Was
een meisje -ik deuk, dat zij een zoon
hadden begeerd; maar zij vergaten dat
geheel en al toen 't kleine meisje ver
scheen. 't Was een aardige baby, ten
mins to alle vrouwen zeiden zoo, van me
vrouw Jessop tot Jael, die onze huishou
ding aan haar eigen lot had overgelaten
en plechtig die van mevrouw Halifax had
overgenomen, terwijl zij aan allo kijkers
het kind liet zien, dat zij heftig verklaar
de tot de sprekende gelijkenis van haren
vader.-* -
Ik zag John niet eer dan een dag later
toen hij bij ons thuis kwam, gelukkig,
glimlachend. Maar Jael vertelde me, dat,
toen zij 't eerst hot kind op zijn armen
legde, hij geschreid had als een kind.
Het kleine meisje groeide met de
sneeuwklokjes. Zij word Muriel gehee-
len, naar den ietwat bijzonderen naam
van John's moeder. Haar eigen moeder
wilde dat zoo; alleen wenschto ze, dat er
een kleine verandering zou worden ge
maakt in haar tweeden naam. Daarom
werd do baby genoemd: Muriel Joy
Muriel Joy Halifax.
Dien naam schoon, heilig en welke
nooit onder ons zal worden vergeten
schrijf ik nu met tranen terneder.
wordt rood gemaakt.
Zoo moet uw stembiljet cr uit
als het in de bus gaat.
Warnaar, W.
Pera. W.
Zonneveld, H. van
Veldhuyzen v. Zanteii, !l
Ouwehand, R.
Schoneveld. S,
Segers, J, P.
Eikerbout, F.
Zuidema, R.
Brants, K.
binnen kwamen verklaarden velen, op de
ze wijzo niet meer te zullen uitvaren.
Naar aanleiding hiervan werd Maan
dagnacht half 3 te Scheveninoen atn.~e-
kondigd, dat de Chr. Zeeliedenbond oen
vergadering had uitgeschreven ter be
spreking van do belangen. Zoo is g'sier-
nacht geen schip vertrokken.
Op de vergadering van Dinsdagmorgen
voerde dc voorzitter, de heer K. V'"1', het
woord en wees erop, dat de con Ir* le o er
do „onkosten" uitgeoefend door do Con-
missie-Bot'emaime, bestaande uit
rocder en twee ondeskundigen, nu t w *t
vertrouwd. Er behoort in dio oomrh. - e
ook een afgevaardigde der werhu s
zitting te hebben. Voorts wordt do i'-
nolcst-verzekering" thans onder
naam van „algemoeno onkos'.rr
steeds van de bruto-besomming a'g hok
ken, dus als zuivere winst voor don t-'-o-
der beschouwd.
De inkomens, vooral voo" hr, 'v
gpzin hebben, blijven beneden elk-w maat
staf, die voor een steunregeling Ion 'Po
nen.
Tegenover de vrije kost arm r.-v.ri
staat do uitwendige uitrusting -m-
heel op eigen rekening staat.
Hij stelde een motie voor, vr t
algemeene stemmen werd aargèrtóm'-n -
waarin aangedrongen wordt op ur!I,-bi-
ding der Commissie,-"Bottemanne mot en
deskundige uit don kring de- vi-- s.
ter beoordecling van do onkosten, die d*
reederi.i in rekening brengt, en verzoet-f
wordt de regeling voor do tra-ri i'-e-h-wn
zoodanig te herzien, dat zij. d.'e daaraan
deelnemen, in niet on gunst mor om?'--"-
digheden komen to verV-cron do
werklooze visschers, dio op sleunverlee-
ning zijn aangewezen.
Dc plattelanders cn dc Sfaafk. Ger. Partij
Naar aanleiding van het laatste .schrij
ven van Ds. Kersten doolt de boer A.
van den Hoven, van AlMassordam aan de
R o 11 e r d. mede, dat de kwestie van do
verbinding van dc lijstcn-Braat breed
voerig besproken is op de vergadering in
Febr. met Ds. K., maar het tor goeder
trcuw komt allerminst nu bij deze zaak
te pas, daar de juiste situatie Ds. K. be
kend is. Het is dan ook mocw als oen
dekmiddcl te beschouwen.
Dat ik en meer andoren, aldus de 'neer
v. d. H„ na onze.bespreking over zonden
gaan, is juist. Maar dat door ons is voor
gesteld mijn persoon, zoo vervol<rt do boor
v. d. H„ op no. 3 to plaatsen, is op hot
laatst een persoonlijk voorstel gow est
van een lid, dio geen candidaat was. en
ook zonder voorafspraak met do cmiviida
ten. En dit noomt de hoor v. d. II. con
valsche voorstolling.
Ten slotte zegt do hoer v. d. II.: Wij
blijven bij ons standpunt, „dat het niet
was om dos beginsels wil", maar dot Ds.
K.'s voorstel in zijn pari ij door belang
hebbenden is verworpen, on waar dit ons
4 dagen vóór do candidaatstellirg werd
meegedeeld, hebben wij behalve Noord-
Brabant geen caudidaten meer. kunnen
stellen.
In December 1802 werd zij geboren
onze Muriel. En op den negenden Fe
bruari helaas! ik heb reden mij do
zen datum zoo goed te herinneren ont
ving zij plechtig haar naam. "Wij din. er-
den allen bij John. Dr. eu mevrouw Jes
sop, mijn vader en ik.
't Was de eerste keer, dat mijn valer
had gegeten onder eeu ander dak, elan 't
zijne, gedurende twintig jaren. Wij had
den hem niet verwacht, omdat hij, als hij
gevraagd was en nog eens was verzocht,
alleen zijn hoofd schudde. Maar toen wij
juist allen aan tafel waren gezeten, hief
Ursula een kleine kroot van vreugde aan
en zie, daar stond mijn vader in do
deur!
Zijn breed gestalte, slechts weinig ge*
bogen, zijn glad geschoren gezicht, ge
rimpeld cn verouderd, maar nu nog
bleek-bruin, met z'n har© trekken en
scherpe oogen, vriendelijker dan gew on«»
lijk; zorgvuldig gekleed in zijn Zondag-
sche kleeren, niet zijn kwakerhocd in de
eeno hand eu zijn stok in de andere, ter
wijl hij naar "ons zag, half lachend, half
ernstig, zoo stond hij daar, zoo zie ik u
daar nog, mijn dierbare oude vader!
y X (Wordt vervo'gd).