Dagblad voor Leiden en Omstreken. fttÉOü&EiüËtrrspgigjs In Leiden cn buiten Leiden v/aar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 4Je JAARGANG. - WOENSDAG 4 APRIL 1923 - No. 901 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. h»t. 1278 - Postrekening 58936 AOVERTE^TiE.PilüS Gewone advertentiën per regèl 22lA cent. Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden darrplïH's ad 50 cp«t. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Meer- en minderwaardige kiezers. Gelijk men weet is door de Regeering een "Wetsontwerp aanhangig gemaakt tot regeling van de wijze van verkiezing van de leden der Eerste Kamer, op den grondslag van evenredige vertegenwoor diging. Do Regeering heeft daarbij een zooda nig stelsel gekozen, dat niet alleen met lijsten wordt gerekend, maar ook aan voorkeurstemmen grooto beteekenis wordt toegekend. Een stroven, dat naar het mij voor komt, allo lof verdient. De wijze waarop bepaald wordt wie ge kozen is, is nog al ingewikkeld, doch daar de vaststelling van den uitslag der stem ming alleen door het centraal stembureau geschiedt is dit geen groot bezwaar. Daarover wcrisch ik het dan ook niet te hebben. Maar op een tweetal andere punten der nieuwe regeling zou ik toch gaarne de aandacht willen vestigen. Do Regeering stelt voor om de provin ciën in 4 groepen to verdeelen: 1. Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg met 13 leden. 2. Gelderland, Overijsel, Groningen en Drenthe met 13 leden. 3. Noord-Holland en Friesland met 12 leden. 4. Zuid-Holland met 12 leden. Er komt dus een wijziging in het aan tal leden dat in de verschillend© groepen van provinciën wordt gekozen. Immers thans vaardigen de provinciën der twee de groep samen af 14 leden en die der derde groep 13, zoodat beide 1 vertegen woordiger minder te kiezen krijgen. Daartegenover staat., dat Zuid-Hollander 2 plaatsen bij ontvangt. Het komt van 10 op 12 leden. Naar mijne meening verdiende de vroe ger door mij in dit blad voorgeslagen splitsing in 6 groepen, waarbij in iedere groep het tegenwoor dig aantal afgevaardigden be houden zou zijn gebleven, de voorkeur boven het thans voorgestelde. V/ij zouden dan gehad hebben: 1. Friesland en Groningen met 7 leden. 2. Drenthe en Overijsel 5 3. Gelderland en Utrecht 8 4. Noord-Holland 9 5. Zuid-Holland 10 G. Zeeland, Noord-Brabant en Limburg „11 *Door de leden in de 1, 3 en 5, en die in de 2, 4 en 6 Kieskring gelijk te laten af treden, zou evengoed als door wat nu wordt voorgesteld aan het grondwettelijk voorschrift, dat om de 3 jaar de helft der leden van de Eerste Kamer aftreedt, kun nen zijn voldaan. Doch het getal leden voor de verschil lende groepen van provinciën zou onver anderd zijn gebleven. En wat voor mij vooral zwaar weegt, het provinciaal karakter zou beter zijn bewaard. Uit een rekenkunstig oogpunt be schouwd is natuurlijk een verdeeling in 4 groepen van provinciën beter om "even redige toekenning der zetels te verkrij gen. Nog boter zou dan zijn: bet geheele land één kieskring, zooals in het begin door de Regeering was voorgesteld! Doch het komt mij voor, dat het bewa ren van liet provinciale karakter der ver kiezingen meer beteekenis heeft, dan eene meer of minder preciese verdeeling der zetels volgons liet evenrcdigheidsstelsel. Voel ernstiger bezwaar echter bestaat er m.i. tegen hetgeen de Regeering, naar aanleiding eener opmerking in het voor- loopig verslag der 2de Kamer, bij nota van wijziging heeft voorgesteld. Zij heeft daarbij weder in de wet opge nomen, ccne bepaling, die ook in het vroe ger voorgestelde additioncele grondwets artikel voorkwam, dat n.l. aan de stom men der slatenleden in de verschillende provinciën eene verschillende waarde zal worden toegekend. Er zullen voortaan onder die statenle den moer en minderwaardige kiezers zijn. Volgens deze fraaie uitvinding zal dan een stom van een statenlid in Noordbrabant beteckenen 1J.0 st. in Gelderland 120 Zuid-Holland 2Ó§ Noord-Holland 170 Zeeland en Drenthe 60 Utrecht, Friesland en Gronin gen SO Overijsel 90 Limburg 100 v De reden van deze bepaling is gelegen in de omstandigheid, dat de verhouding tusschen het bevolkingscijfer en het aan tal Statenleden in de verschillende pro vinciën niet gelijk is. Dus (natuurlijk geredeneerd uit het standpunt der volks soevereiniteit) bezit oen Statenlid in Zuid-Holland die meer kiezers repre senteert dan zijn collega in Drenthe of Zeeland eon grooter stukje van de souve- reiiiiteit. Moet dus een evenredig grooter invloed hebben. Het is een teruggrijpen als het ware, over de hoofden der Stateleden heen, naar de kiezers, de eigenlijke „lastgevers" Het komt mij voor, dat dit alle gedach te aan organische vertegenwoordiging eenvoudig wegneemt. En ook in strijd is, zooal niet met de uitdrukkelijke bewoordingen, dan toch ze ker met de bedoeling der Grondwet. Deze bepaalt dat de leden der Pro vinciale Staten de leden der Eer ste Kamer zullen kiezen en daarmede be doelt ze dat die stemmen ook gelijkwaar dig zullen zijn. Ware de bedoeling anders geweest, dan had dit er uitdrukkelijk bij moeten zijn vermeld. Meervoudig stemrecht kent onze grondwet niet. En daarop komt, wat nu wordt voorge steld, toch feitelijk neer. Gelderland en Drenthe behooren tot dezelfde groep, stemmen gelijk. Maar de stem van een Geldersch Statenlid, beeft precies twee maal meer waarde, dan die van zijn Drenthsche collega. En als een Noord- Hollander stemt, geldt zijn stem voor 170, terwijl een Friesch Statenlid, die tot denzelfden kring behoort, maar voor 80 medetelt. In artikel 80 der Grondwet is bepaald dat de leden der Eerste Kamer gekozen worden door de leden van de Staten der Provinciën op den grondslag van even redige vertegenwoordiging. Hiermede kan niet anders bedoeld zijn dan dat de verkiezing, die nu volgens het gewone meerderbeidsstelsel plaats heeft, voortaan zoo zal moeten worden inge richt, dat do partijen, zooals zij inde Staten voorkomen, ook hare afspiege ling zullen vinden in de Eexsle Kamer. Het-komt mij voor dat het beginsel om aan de stem van een afgevaardigde meer invloed toe te kennen, naar mate hij ge acht kan worden meer kiezers te repre- senteeren, eene gevaarlijko nieuwigheid is, die tot alerlei consequenties leiden kan Want men vergete niet, beginselen zijn levenskrachtige kiemen die, eenmaal geplant, zich met onweerstaanbare kracht ontwikkelen. Waar nu de wet aan allo leden van eenzelfde bestuurslichaam gelijko be voegdheid toekent, gaat bet niet aan om eerst twee of meer bestuurslichamen te vercenigen in eenzelfde groep en dan aan de leden die lichamen ongelijken invloed toe te kennen. De onderscheiding, thans door de Re geering voorgesteld, van meer en min derwaardige kiezers, is ook op dien grond beslist verwerpelijk. Ik weet wel dat Zuid-Holland er niet slecht afkomt, daar het in de le Kamer voortaan 12 van de 50 leden zal kiezen, doch dit doet hier niet ter zake. Niet met kansberekening, maar met een belangrijk beginselvraagstuk hebben wij hier te doen. En het beginsel, thans door de Regee ring aanvaard, is m.i. verkeerd. Katwijk, 31 Mrt. 1923. DE WAAL MALEFIJT. V Provinciaal betfrijf. De vrijzinnig-socialistische meerder heid in do Staten van Noord-Holland, heeft dat gewest „gezegend" met de stich ting van een Provinciaal Electricileits- bedrijf. Bepaald voorspoedig is men met dat bedrijf niet geweest. In enkele jaren werd maar even d r i o en een half millioen gulden verspeeld. 't Is begrijpelijk dat den kiezers de schrik om het hart slaat. En eveneens begrijpelijk, dat de vrij zinnigen, nu straks de kiezers zich weer moeten uitspreken, een poging doen om hun paadje schoon to vegen. Zoo werd dan ook op den Vrijz. Dem. Landdag te Alkmaar gehouden, door den heer Kooiman betoogd, dat het licht be gint te dagen. Het ergste is acliter den rug. Het vorig jaar gaf een verlies van slechts f250.000 tegen f700.000 over 1921 Als dan ook, zoo betoogde de hoer Kooyman de concessie-voorwaarden ver beterd worden, do verhoogde tarieven worden gehandhaafd en het totaal verlies van f3.500.000 wordt afgeschreven d. w.z. geschreven op naam van de geza menlijke belastingbetalers, dan is het niet onmógelijk, dat het bedrijf nogeens winst gaat maken. Er staat niet bij dat het publiek na deze verblijdendo mededeelingen applau- diseerde. Vermoedelijk zal dit niet bet geval zijn geweest. Duidelijker dan ooit zal het begrepen hebben dat dit Provinciaal bedrijf voor de belastingbetalers zoowel als voor de lichtgebruikers niets minder dan een ramp beteekent. Gelukkig dat we in Zuid-Holland voor dergelijke proefnemingen bewaard bleven Ook hier is wel gepoogd tot een Pro vinciaal bedrijf te komen. Maar de recktsclie meerderheid was verstandiger. Wij zijn haar dankbaar dat zij ons voor financieel rampen als in Noord- Holland heeft bewaard. En wij willen die dankbaarheid too- nen, door Woensdag 11 April te stemmen op den heer W. ^Warnaar, no. 1 van lijst no. 12. V „Liberale stemmen". De Vrijheidsbond is voor deze omge ving een orgaan rijker geworden, dat aanvankelijk eens por week en later naar men hoopt als dagblad zal verschij nen. „Liberale stemmen" werd dit orgaan gedoopt, en wij zullen verstandig doen met naar deze stemmen te luisteren. Om te beginnen wordt geconstateerd, dat de „burcht van het clericalisme" in Zuid-Holland uiteTst zwak staat. Met die burcht van het clericalisme is natuurlijk bedoeld de rechterzijde. Als de schrijver de politieke geschie denis kende, dan zou hij weten dat deze aanduiding valsch is en onwaar, maar we willen hem dit niet al to kwalijk ne-i men, omdat sommige menschen in de ver kiezingsdagen licht ietwat koortsig zijn en uit hun evenwicht geslagen. Overigens is de opmerking volkomen juist. De recktsclie burcht staat uiterst zwak en hij kan met één forschen aanval val len. Het staat in de Staten 42 rechts, legen 40 links. Het verbes van slechts een recktsche zetel brengt de Staten op bet doode punt en het verlies van twee zetels doet de Staten „om" gaan. Zoo staat inderdaad de zaak. De vraag is nu maar hoe de anti-revo lutionaire kiezers daarover denken. Toen bij vorige verkiezingen de recht- sche burcht bedreigd werd, liepen onze kiezers te hoop om de aanvallen af tó slaan. Zal het nu anders zijn? Of zullen de vrijzinnigen bij bun 'storm loop de wallen van de bedreigde voste ontruimd vinden en een gemakkelijke overwinning behalen? STAKBSfüBEUWS Gemeenteraadsverkiezing. Gisterenavond hield de R. K. Kies- vereeniging een ledenvergadering voor het stellen van candidaten voor den Ge meenteraad. De vergadering was zeer druk bezocht. Meer dan 250 leden waren aanwezig. De uitslag van de stemmingen was, dat de volgende candidaten werden ge steld: 1. Th. B. J. Wilmer (aftr.), 2. J. F. X.-Sanders (aftr.), 3. E. J. Coster, 4. P. Heemskerk (aftr.), 5. A. J. Oostdam (aftr.), 6. H. Spendel, 7. Th. M. W. Ber gers, 8. G. J. van Tol. Uit deze lijst blijkt dat behalve de hee- ren Bots en Stijnman die zich niet meer beschikbaar stelden, ook de heer Bis schop niet meer in aen Raad zal terug- keeren. In een hedenavond le houden vergade ring zullen nog 7 candidaten worden aan gewezen. Bouwvakarbeiders. Het kan zijn nut hebben, schrijft „De Opbouw", het orgaan van den Chr. Bouw- arbei<Jersbond, de Leidsche bouwarbeiders nog eens precies te vertellen wat hen te doen staat in dezen „contractloozen" tijd. Ook wel hierom, omdat de toestand in Leiden eenigszins ingewikkelder is dan el ders. Wordt immers elders door de bouw- patroons een aanval gedaan op 't loon, in Leiden meenen de patroons te kunnen volstaan wat te knabbelen aan de socialo bepalingen. Wij kunnen en mogen zoowel het een als het ander niet toelaten. De sociale bepalingen, als daar zijn doorbeta ling bij onwerkbaar weer, op Chr. feestda gen, enz., zij zijn een door en voör onze organisatie een verkregen recht geworden, waaraan wij niet laten tornen. Het moet den patroon duidelijk worden, dat zij ook niet langs sluipwegen, over onze organisa ties heen, eenzijdig de arbeidsvoorwaarden kunnen vaststellen. Ieder bouwarbeider zal dus van elke af wijking van het contract, met de patroons afgesloten, direct kennis moeten geven bij zijn bestuur. Mej. M. M. de Bruin alhier slaagde voor het examen Nuttige Handwerken. Het Stedelijk Museum „De Laken hal", werd in de maand Maart bezocht door 1173 personen w.o. 628 tegen beta ling. Do tentoonstelling-„Breitner", die bin nenkort gesloten zal worden, telde 414 be zoekers. Uitslag der door Burgemeester en Wethouders gehouden Openbare Aanbe steding op Dinsdag den 3den April 1923 van bestek No. 17 „Het aanleggen van riolceringen en het uitvoeren van grond werken in een terrein benoorden den Hocrensingel met bijheb oorende werken." J. G. v. Evert. Leiden, f 9000; L. v. Es, Leiden, f9558; W. Bron en J. W. Hen- sen, Schoten en Vecnendaal f 10030; Fa. C. do Ruyter en L. Hoogendoorn, Oogst- geest, f 11600; W. F. Marcelis on H. G. i Heemskerk, Leiden, f11949: A. J. de La ter en P. H. Meyers. Leiden, f 12180; P. Kunst, Brielle, f 12200; D. Koenen, Schie dam, f 12400; H. J. de Heijder, Leiden, f13000; N.V. Tech.Bureau Rutgers, Waf- mond, f 13400; W. Oudshoorn en Zn., Leiden, f 13499; J. Warnaar, Leiden, f 13500; A. Geertsma, Leiden, f 13965; R. Massaar, Leiden, f 14000; M. v. d. Velden en P. G. de Jong,Leiderdorp en Alphei* a. d. Rijn, f 15385; A. N. do Waard, Slie- drecht, f 15489; J. P. Straathof, Leiden, f 17680; Pauw en 't Hart, Delft, f 19880; L. H. Goossens en A. do Nijs, Gecrtrui- denberg, f21775. Naar wij vernemen lioopt D s. Hoog onraad, emeritus predikant der Ned. Herv. Gemeente, dio jarenlang een geliefd leeraar was der Leidsche gemeen te, Zondag 8 April a.s. in de Pieterskerk op to treden. Op aandringen van do velo Leidsche vrienden, zal Z.eerw. Zaterdag 7 April a.s. van 89 uur een receptie houden in do consistorie van de Pieterskerk, waar een ieder dan de gelegenheid 2^1 hebben de oude banden van hartelijkheid en vriendschap weer aan te knoopen. In de Stedelijke Werkinrichting zijn opgenomen in de week van 2531 Maart 153 volwassen personen en 14 kinderen; totaal 107. Bij de Leidsche Spaarbank is in de maand Maart ingelegd f 228.118.90 en te rugbetaald f 252.218.85, terwijl 78 nieuwe inleggers zijn ingeschreven, en 80 boekjes geheel werden uitbetaald. net tegoed der 16098 inleggers bedroeg einde Maart f 5.041.988.80. ë31i£i4ENILAfe3ft> De Eerste Kamer en de Zomertijd. Verschenen is het Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer over het voorstel van wet tot intrekking van de wet van 93 Maart 191S tot tijdelijke afwijking van de "wet van 23 Juli 1903 tot invoering van een wetteliiken tijd. Blijkens dit verslag wdren vele leden van oordeel, dab de regeling van den nationa- len tijd niet een zaak is, die zich leent tot een initiatief-voorstel. Meer vertrouwen biedt een dergelijk ontwerp, indien heb van de regeering uitgaat, die beter in staat is te beoordeelen, wat in het algemeen be lang is. Ofschoon erkennend, dat hetgeen ten opzichte van de houding der regeering bij gelegenheid van het afdeelingsonderzoek van verschillende zijden is opgemerkt niet tot do voorstellers van deze wetsvoordracht kan worden gericht, meende men het toch van belang, dit in het verslag, een open baar staatsstuk, op te nemen, daar het op deze wijze ter kennis van de regeering komt. Het werd dan betreurd, dat de regeering zich geheel buiten deze aangelegenheid had gehouden,en zelf geen voorstel, in wel ken zin dan ook, had gedaan, ook niet na dat een voorstel, op alleszins onvoldoende gegevens berustend, door leden der Tweede Kamer was ingediend. Ongetwijfeld zouden dan de door haar verstrekte gegevens juis ter en vooral meer volledig zijn geweest. Maar ook zonder zelve met een voorstel te komen, nadat de heeren Braat en de Boer hot hunne aanhangig haddon gemaakt, had de regeering eenige leiding behooren te geven en tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van haar gevoelen kunnen doen blijken. Tevens had zij dan zorg kunnen dragen om zoo volledig mogelijk gegevens te kun nen verstrekken, ten einde het vraagstuk van alle zijden te kunnen bezien en tot een goed oordeel te komen. Er werd hierbij opgemerkt, dat de thans door de regeering, op verzoek, te elfder ure, verstrekte gegevens, nog zeer onvolle dig en van geen groote beteekenis zijn en aanvulling behoeven. Het werd door som migen wenschelijk geacht, dat dit zou ge schieden, alvorens over het wetsvoorstel een beslissing zou worden genomen. Tegen het gevoelen, dat meer leiding van de regeering noodig was geweest, stond dat van andere, leden, die oordeelden, dat zij goed deed, een passieve houding to blijven innemen, om do gelegenheid te geven, dat alle gevoelens tot uiting zouden, komen. Gevraagd werd naar de meening van de voorstellers omtrent het door de regee ring opgemaakte overzicht van de door liaar ingewonnen adviezen. Ook vroeg men of dc voorstellers zouden kunnen mededee- len, wat andere landen doen t. o. v. den zomertijd. Dc leden, die van gevoelen waren, dat de regeering zich de tijdregeling niet uit han den had moeten laten nemon, meenden, dat dc Eerste Kamer, overeenkomstig haar taak, is aangewezen dit wetsvoorstel af te wijzen. Het betreft volgens hen een belang, dat slechts door één groep in den lande wordt voorgestaan en de Eerste Kamer heeft voor de eenzijdige behartiging van de belangen of vermeende belangen van dc/.e groep le waken. Sommige leden verklaarden zich tegen het wetsvoorstel omdat zij daarin een ruwe poging zagen om, zonder meer, het be staande omver te werpen. Sommige leden betuigden hun instem ming met dit wetsvoorstel, dat algemeen steun vond in de verzoekschriften, te de zer zake tot de Staten-Generaal uit land- bouwkringen gericht. Men erkendo hierbij wel, dat de zomer tijd ongetwijfeld voordeelen biedt aan dn stadsbevolking, voordeelen, die echter groo ter werden voorgesteld, dan zij in werke lijkheid kunnen zijn, doch dio bovendien eveneens bereikt kunnen worden zonder de klok te verzetten. Tegenover de voordeelen staan echter zeer groote nadeelen voor de landbouwen de bevolking. Deze nadeelen kunnen ech ter moeilijk onder cijfers worden gebracht. Door de invoering van den zomertijd, dio den arbeidsdag voor den landbouwer met een uur vervroegt, moet gedurende een zekeren tijd het werk verricht worden, ter wijl de morgendauw nog sterk zijn in vloed doet gelden; do arbeid gedurende bet vochtige, zeer vroege morgenuur is na- deelig Voor de gezondheid, der op het land werkenden. Het. wieden in het natte ge was heeft veel bezwaar. Het hooien brengt eveneens groote moeilijkheden mee, wijl dit na de droge avonduren moet worden verplaatst, terwijl tal van werkzaamheden worden vertraagd omdat het landbouw product in drogen toestand moet worden verwerkt. Ook de bloemVllencul' uur lijdt schade door den zomertijd. De leden hier aan het woord zijnde, waren van gevoelen, dat. landbouw cn vee teelt recht hebben op den metcrologischen tijd. Vele andere leden dar. rente een Konden zich met het wetsvoorstel niet vereenigen. Men wees erop, dat het grootste deel der bevolking, genoemd werd 90 pCt., den zomertijd wens ebt; de stedeling, het over- groofc deel der bevolking, die op het land woont en niet direct bij don landbouw be trokken is. alle standen, vooral de midden- en de werkmansstand. De zomertiid ver schaft. kosteloos langer licht doet den mensch langer van de verkwiH-endc zon nestralen genieten. Tegenover de verzoek- 'irificn uit h.nd- bouwkringen staan de door honderddui zenden ondersteunde verzoekschriften uit de groote en kleine steden, welke alle een beroep doen op de Eerste Kamer om dat voorstel te verwerpen. Indien dan ook bij referendum dit vraagstuk aan het oordeel der bevolking zou worden onderworpen zou en dit werd algemeen erkend de bevolking den zomertijd willen behouden. De tegenstanders van den zomoiaiid generaliseeren dan ook wanneer zij zeg gen, dat de landbouwende bevolking den zomertijd wenscht afgeschaft te zien. De bezwaren aan vervroeging van den tijd verbonden, worden in hoofdzaak on dervonden door ben, die voor bun produc ten van zuivel of grpentcn op de stad zijn aangewezen; al de overigejj richten hun werkzaamheden in naar eigen inzicht, of goedvinden, althans kunnen zij dat dóen zonder dat de vervroeging van den tijd daar toe een beletsel vormt. De geheele beweging tegen den zomer tijd noemden onderscheidene leden groo- tendeels kunstmatig opgeschroefd. Zeer vele plattelanders zijn niet voor afschaf fing. Door de voorstellers worden rV econo mische voordeelen van den zommriid zeer onderschat. Een zaakkundige. <te voor zitter der Nod. Ver. van Gasfabrikcnten, heeft de kolenbesparing voor ons land ge schat op een millioen gulden. Hier'ij mag veilig nog een millioen geteld worden aan besparing van petroleum, enz. Vele leden op den voorgrond stellende, dat van beide zijden overdrijving plaats heeft, maar de voordeelen van dc eeno groep en de nadeelen voor de andere groep juist afwegende, waren van oordeel, dat vooral bij eonigo beperking van,den duur van den zomertijd do voordeelen eenerzijds gewichtiger zijn en een grooter aantal personen ten deel vallen dan do nadeelen anderzijds ernstig zijn cn het deel der bevolking, dat deze te dragen heeft, belangrijk is. Z ij zouden den zomer tij d willen doen gelden van 1 Mei—15 Sept. Grieven, als bet moeten melken bij kunstlicht, 't naar school gaan der kinderen in het donker, vervallen dan. Andere leden, die zich met do weisvoor dracht konden vereenigen, verklaarden zich vooral tegen de inkrimping van den zomertijd, omdat de aangevoerde bezwa ren tegen dien tijd zich juist cn vooral daar doen gelden gedurende dc maanden Juni, JuH en Augustus. Men kwam tot de slotsom, dat het op den weg der regeering ligt, om den ter mijn te bekorten, gedurende welken do zomertijd zou gelden of, gelijk cenigo leden aangaven', door in voorin g van dcit Miilden-Europeeschen tijd. Dc verwach ting werd daarom algemeen uitgesprokeu, dat bij evonlucelc verwerping van het voorstel-Braat c.s. de regeering in dien zin zou lian leien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1