Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABOtfNEsfiEuïTSPHiJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal .....f2.50
Per v/eek f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
4de JAARGANG. - 03MSQAG 3 APiïiL 1023 - No. 909
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. !ntJ278 - Postrekening 58836
ADVERTENTIE-FUIJ3
Gewone advertentiën per regel 22H cent.
Ingezonden Medsdeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentië'n bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dar-diH-a rprlast** ad f>0 cr+K
V Onze derde verjaard a
Voor het eerst staat vandaag aan den
kop van ons blad: vierde jaargang.
Zondag 1 April was het drie jaren ge^
leden dat het eerste nummer van de
Nieuwe Leidsche Crt. verscheen.
In verband hiermede werd Zaterdag
avond aan directie en Tedactie een be
wijs van waar deer ing aangeboden dat
ten zeerste op prijs wordt gesteld en
waarvoor wij de onbekende gevers gaar
ne onze erkentelijkheid betuigen.
Een begeleidende kaart had tot op
schrift:
1 April 1920—1 April 1923.
Moedig voorwaarts!
Zulk een bewijs van sympathie ver
kwikt.
Vooral bij den arbeid voor de Christe
lijke pers, die vaak aan veel critiek bloot
staat en welker beteekenis voor de door
werking van de beginselen naar Gods
Woord, door velen nog steeds niet vol
doende wordt begrepen, doet hot goed
ook eens andere stemmen te beluisteren.
Moedig voorwaarts! Het klinkt zoo be
moedigend na een ingespannen en onaf
gebroken arbeid van drie jaren.
Moedig voorwaarts, dat is ook onze
leuze.
En het is heerlijk, als wij ons bij de
zen moeitevollen en teleurstellenden ar
beid gedragen weten, door de liefde van
een kern van mannen en vrouwen die de
beteekenis van een eigen dagblad gevoe
len en die met kracht willen medewerken
om de bestaanszekerheid van ons orgaan
te versterken.
Wij zijn op dezen weg, Gode zij dank,
gevorderd, maar volledige bestaanszeker
heid zal toch pas zijn verkregen wanneer
onze N.V. in het bezit is van ee'n eigen
drukker ij.
De verbetering, de uitbouw en uitbrei
ding van ons orgaan, van welks noodza
kelijkheid wij ten volle overtuigd zijn, is
alleen mogelijk, wanneer een eigen druk
kerij verkregen wordt.
Alleen dan zal het mogeljk zjn aan alle
£isc?ien die aan een A. B. dagblad gesteld
mogen worden, te voldoen, en een veel
breedere lezersgroep te bereiken.
Alleen dan zal bet mogelijk zijn, do
neutrale pers uit onze Christelijke buis
gezinnen te weren en allen die de Chris
telijke beginselen belijden te bereiken.
En nu spreken wij nog niet van de
groote gemakken die de directie en inzon
derheid de redactie zouden hebben, wan
neer wij eigen huis en eigen haard
konden betrekken, en aan ons leven als
commensaal een einde werd gemaakt.
Niet dat wij over onze hospita „Do
Leidsche Crt.", te klagen hebben! Integeri-
del, er is tusschen beide directie's en re-
dactie's een aangename verstandhouding
en samenwerking.
Maar toch, en niemand zal ons dat
kwalijk nemen, prefereeren wij een eigen.
Iiuis!
Moedig voorwaarts, daarom.
Het volgend jaar eindigt onze contrac-
tueele verbindtenis met onzen tegenwoor-
digen drukker.
Zij bet zóó, dat na afloop van bet con
tract, boven ons gebouw lean prijken
Dagblad en Drukker ij v
de Nieuwe Leidsche Courant.
Bij vernieuwing doen wij daartoe een
beroep op onze lezers en allen die onze
beginselen liefhebben.
Door eendrachtige samenwerking zal
onder den zegen Gods, ook dit ideaal wor
den bereikt.
Daarom, ook in den vierden jaargang:
Hoog liet vaandel!
Moedig voorwaarts!
Directie en Redactie.
PrQpaqasida-meeting te Leiden.
Wie gerekend had op een massale bij
eenkomst, gisteren in do Stadsgehoorzaal,
ter inleiding van de Statenverkiezingen,
d>e zal zich teleurgesteld hebben gevoeld.
Het heerlijke voorjaarsweer lokte naar
buiten; prikkelde tot een tocht naar de
bloemenvelden, tot het bezoeken van
vrienden en kennissen.
't Verwonderde daarom niet, dat de
groote Gehoorzaal slechts matig bezet
was.
Maar dit beteekent allerminst dat de
vergadering als gedeeltelijk mislukt moet
worden aangemerkt.
Integendeel.
De bedoeling was om onze mannen en
vrouwen die min of meer leiding hebben
te geven en die geroepen worden anderen
op te wekken en voor te gaan, nogeens te
.bepalen bij de groote belangen die op het
»spel staan en hen te bezielen en geestdrift
bij te brengen.
En dat doel is volkomen bereikt.
De aandacht werd weer eens afgeleid
van al het kleine dat vermoeit en de
strijdkracht breekt, en weer opnieuw be
paald bij de groote beginselen die den
strijd beheerschen.
De opening.
'Ic Zal met mijn gansche hart Uw eer
Vermelden^ Heer, U dank bewijzen;
'k Zal u in 't midden van de goön,
Op hoogen toon, met psalmen prijzen.
Met bet laten zingen van dezen psalm,
Sponde de voorzitter, de heer W. W a r-
.aaar de vergadering, waarna bij in ge
bed voorging om dan Ps. 111 voor te le
zen.
Vervolgens sprak de beer Warnaar een
Openingswoord, waarin hij wees op den
inhoud van den voorgelezen Psalm, waar
in wij worden opgewekt, de werken Gods
te loven.
De vreeze des Hoeren is het beginsel
der wijsheid. Dat is ook in den politieken
strijd een grooten troost.
Wij zullen vanmiddag spreken over de
komende verkiezingen. Dit moet ons een
voorrecht zijn, temeer nu do heeren de
Wilde en Schouten zich bereid hebben
verklaard tot ons te komen.
Spr. beet dan do heeren de Wilde en
Schouten hartelijk welkom, en dankt lien,
dat ze ondanks hun veelom vattenden ar
beid zich bereid verklaarden voor ons op
te treden.
Hierna was het. woord aan den heer H.
de Wilde, om te spreken over
Na 22 jaren.
Spr. begon met le berinneren aan de re
sultaten van den schoolstrijd, die hem
nog de vorige week bleken, bij de opening
van een nieuwe, aan de eiscbcn des tijds
ingerichte school.
Welk een verschil bij vroeger. 75 jaar
geleden konden Groen c.a. zelfs geen
verlof krijgen een bijzondere school op
to richten. Vier volle jaren werd geadres
seerd om uit eigen middelen een school
te mogen bouwen, maar liet duurde tot
1Ö48, eer de gevraagde vergunning ver
leend werd.
Zoo werden wij in dien tijd, op onder
wijs gebied behandeld.
En zoo ging het op schier elk gebied.
Er werd met ons niet gerekend.
Nog dezer dagen werd in de Eerste Ka
mer herinnerd aan' den smaad, den boon
en de laster, die wij van liet liberalisme
hadden te verduren.
Allengs is hierin verandering gekomen.
Maar toen in 1901, de Staten van Zuid-
Holland werden omgezet, was nog geen
enkel man» van rechts bekwaam geacht
om als Gedeputeeerde op te treden, ter
wijl de gelieelo Provincie slechts 3 Anti
revolutionaire burgemeesters telde.
Er was slechts één politiek die officieel
erkend werd.
Dit optreden herinnert aan liet optre
den der Socialisten in Pruisen en van dc
Communisten in Rusland.
Voor de R. K. werd nog eenige reserve
gemaakt, zooals de beer de Vos van
Steenwijk de vorige week terecht herin
nerde.
Met de protestantseh christelijke partij
en werd in geen enkel opzicht rekening
gehouden, maar de R. K. vond men nog
zoo gevaarlijk niet.
Zoo werd, toen de Staten van dit ge
west op het .punt stonden „om" te gaan,
aan de rechterzijde een zetel in het col
lege van God. toegewezen, mits het een
bepaald aangewezen R. K. man was.
In de Gemeenteraden was het niet an
ders. Antirevolutionaire wethouders wa-
ren uitzondering.
En thans, welk een verandering.
Thans is er geen sprake meer van liet
weigeren f van vergunningen voor het
bouwen van scholen.
Eerst kregen we de wet Mackay, die
eenige subsidie gaf. Toen de wetten Kuy-
per en Heemskerk clie dit stelsel uitbreid
den en thans kunnen we kostelijke scho
len bouwen, die ons zoo gced als niets
kosten.
Welke weldaden en zegeningen!
Het komt spr. voor, dat er in onze
kringen wel menscben zijn, die dit uit
liet oog verliezen, die niet voldoende oog
hebben voor de groote geestelijke zege
ningen.
Laten we niet vergeten, dat we die ze
geningen kregen na zwaren strijd, en
dat, als wij verslappen in dezen strijd,
die zegeningen ons voorbij konden gaan.
Dit geldt ook voor de Statenverkiezingen
Dr. Kuijper heeft altijd verband gelegd
tusschen de verkiezingen van do Stalen
en de Tweede Kamer.
Ook de Statenverkiezingen hebben
groote politieke beteekenis.
In dit verband wijst spr. op de verkie
zingen voor de Eerste Kamer.
Voorheen heette bet steeds, dat wij voor
dit collego geen geschikte mannen had
den.' Het „peil", zoo betoogde men, zou
dalen, tot schade van het land.
De Staten van Utrecht, waren de eer
sten die het niettemin waagden en lang
zamerhand zijn ook de andere provinciën
gevolgd en wanneer we zien de namen
van hen, die gekozen werden, dan be
hoeven we niet beschaamd te staan.
Er is in den laatsten tijd een felle cam
pagne gevoerd tegen de Eerste Kamer."
Onlangs echter, was het een Commu
nist die in de Tweede Kamer betoogde,
dat in de Eerste Kamer de zaken het
meest principieel worden behandeld.
Van andere zijden wordt dit toegege
ven.
En ontkend kan ook niet worden, dat
de debatten daar op hoog peil staan.
Spr. komt dan tot de Ged. Staten, waar
van het vroeger eveneens heette, dat wij
geen mannen hadden. Onze mannen had
den geen ervaring, zoo heette het, zij
waren bekwaam noch geschikt.
Zouden dus de Staten omgaan, dan
zouden de belangen van de Provincie
worden geschaad.
Nu zijn 22 jaren geleden de Staten
omgegaan en steeds in meerderheid rechts
gebleven.
En kan nu gezegd worden, dat de za
ken hier niet goed behandeld werden?
In geen enkel opzicht.
Van liberale zijde wordt hieromtrent
dan ook geen critiek gehoord.
"Wel wordt er in onze kringen soms
een klacht beluisterd.
Men meent dat Gedeputeerden niet al
tijd voldoende de autonomie van de Ge
meenten eerbiedigen.
Het is goed dat hierop wordt gewezen
mits men niet. vergeet, dat Ged. Staten
door de wet zijn gebonden en dat de
oorlogsjaren lien noodzaakten meer dan
gewoonlijk in de gemeentelijke zaken in
te grijpen.
In dien distributie tijd, hadden we over
al de levensmiddelenbedrijven. Het was
toen noodzakelijk, dat door Ged. Staten
nauwkeurig toezicht werd gehouden.
Er werd toen misschien over dit in
grijpen wel eens geklaagd, maar niet door
de ingezetenen, die er do voordeelen van
plukten.
Ook over hot optreden inzake de sala
rissen van" burgemeesters enz. werd soms
geklaagd.
In dit verhand wijst spr. er op, dat
enkele jaren geleden de salarissen van
onderwijzers enz. - sterk verhoogd wer
den.
Het was toen noodig dat ook van de
burgemeesters enz. de. salarissen werden
verhoogd en om nu eenige uniformiteit
te krijgen, zijn door het geheele land
zekere normen gesteld.
Dit was temeer noodjg, omdat de taak
van de burgemeesters omvangrijker werd
en verantwoorddijker.
Ook in andere opzichten is de indruk
gewekt, dat Ged. Staten buiten hunne
bevoegdheid gaan, wat echter een gevolg
is van allerlei wetten.
Spr. wijst er dan op, dat Ged. Staten
grooten invloed hebben uit te oefenen
vooral ook in verhand met de Onderwijs
wet, die niet altijd even duidelijk is.
Dit is van groote heteekeni§, daar een
liberaal ten opzichte van liet Chr. onder
wijs geheel anders staat, dan een voor
stander van dat onderwijs.
Vervolgons wijst Spr. op de taak van
de Provinciale Staten zelf.
Spr. verwacht, dat de meerderheid
rechts zal blijven, daar de ervaring ge
leerd heeft, dat dit is, in het belang der
provincie.
Wanneer we de belastingen nagaan dan
blijkt, dat die in provinciën met een link-
sche meerderheid het hoogst zijn. De pro
vinciale opcenten.zijn hier veel lager,
dan in andere provinciën.
In dit opzicht kunnen we de critiek zeer
goed doorstaan.
Maar is het nu, dat dit zuinig beheer
gaat, ten koste van de provinciale belan
gen?
Neen, zegt Spr., het omgekeerde is het
geval. De zaak is, dat de rechtsche col
leges, zooveel mogelijk het particulier ini
tiatief hebben bevorderd, ten opzichte van
de verpleging van de krankzinnigen en
het vakonderwijs.
Wat het eerste betreft, liet aantal
krankzinnigen breidt zich gestadig uit. En
nu hebben do Provinciën voor plaatsing
van die ongelukkiger te zorgen, door zelf
gestichten te bouwen of met bestaande ge
stichten een contract aan te gaan.
In Zuid-Holland heeft men, ondanks al
le pogingen van de overzijde het laatste
gedaan. Met name de A. R. leden hebben
zich steeds tegen eigen gestichten verzet,
ten vcordeele van de provincies, maar ook
ten voordeel© van de gemeenten die in de
verpleegkosten hebben hij te dragen, en
van do patiënten die in de Christelijke
inrichtingen liet best worden verpleegd.
Nu hebben de kiezers het in hunnen
hand dezen toestand te bevestigen.
Mocht de toeleg van de vrijzinnige par
tijen slagen, zoodat de Staten worden om
gezet, dat zal men zeker de gelegenheid
niet laten voorbijgaan om te komen tot
eigen inrichtingen, ten nadeele van de
belastingbetalers.
Hetzelfde geldt ook van het Vakonder
wijs, waarhij steeds is getracht het parti
culier initiatief te prikkelen.
Ik meen, zegt Spr., duidelijk te hebben
gemaakt, dat wij na 22 jaren gerust voor
de kiezers kunnen verschijnen.
De provincie is behoorlijk bestuurd, ter
wijl tevens de belastingen lager zijn ge*
houden, dan in eenige andere provincie
waar de linkerzijde de meerderheid heeft.
Het is dus zaak, te behouden -wat wij
hebben en dat met namo do A. R. partij
niet verzwakt wordt.
Zulk een verzwakking zou niet zijn in
het belang van de provincie, maar ook
niet in het belang van onze beginselen.
Met allen eerbied voor de Chr. Histori-
schen die steeds spreken van de eenheid
van ons volk, en waarschuwen tegen se
paratisme, moet toch worden geconsta
teerd, dat er aan die zijde een pogen is,
een wigge te drijven in het vakvereni
gingsleven.
Dit gaat z.g. tegen Rome, dat er echter
-niets mee te maken heeft.
Het is trouwens onjuist dat wij dicht
hij Rome staan. Wo staan er in geen en
kel opzicht dichter bij, dan de Chr. His-
torischen, die ook dit Kabinet steunen en
wier mannen ook in liet Kabinet zitting
hebben.
Met kracht komt Spr. op tegen het be
weren, dat wij separatisme willen. Het
streven van Dr. A. Kuyper is altijd ge
weest, tegen de revolutie te plaatsen het
Evangelie, door te veroenigen allen die
dat Evangelie liefhebben, onverschillig
tot welke kerk zij behooren.
Verder meent Spr. dat de Chr. Hist,
ten opzichte van het vrouwenvraagstuk
zwakker staan dan wij, getuige het ge
beuren onlangs in do Tweede Kamer en
liunne houding ten opzichte van het pas
sief vrouwenkiesrecht.
Met een krachtige opwekking om de
anti-revolutionaire Candida ten te steunen
en te ijveren voor do A. R. partij van
wie steeds de meeste kracht ten opzichte
van de beginselen is uitgegaan, eindigde
de heer de Wilde zijne rede, die met een
hartelijk applaus werd beloond.
De Voorzitter dankte den heer de
Wilde, en onderschreef het door dezen
gesprokene. Ook deze Spr. meende dat
er geen enkele reden is het roer om te
gooien- Het mooie Aar-kanaal b.v., be
wijst, dat ook de belangen in handen
van do rechtsche meerderheid volkomen
veilig zijn, evenals dat blijkt uit het op
treden van de Provincie ten opzichte van
de electriciteitsvoorziening, waarvan zoo
wel Leiden als de omgeving profiteert.
Hierna werd gezongen een couplot van
liet Luthcrlied:
Een vaste burcht is onze God,
Een toevlucht voor de Zijnen!
Vervolgens werd het woord gegeven aan
den heer J. Schouten om te spreken
over
Dc beicekenis der Statensfembus.
De heer Schouten begon met te wijzen
op de gewijzigde omstandigheden sinds
de verkiezing in 1922.
Toen een wekenlange actie cn nu aller
wegen slechts matige belangstelling.
Het is overal stil, hij ons en bij de an
deren zeker niet minder.
In zekeren zin behoeft dat voor ons
geen reden voor vrees te zijn. Wij hebben
meestal in stilte, rustig en gestadig ge
arbeid, terwijl er hij de tegenstanders
was het lawaai en het rumoer.
Stilheid beteekent voor ons niet werk
loosheid.
De stilheid bij de andereu hangt samen
met de zorgen van dezen tijd en de reac
tie die is ingetreden na een periode van
sterke spanning, zoowel van de beteeke
nis van het intellect, als van de beteeke
nis van de organisatie, de macht van het
getal en van de waarde die moest worden
toegekend aan internationale instituten.
Die overspanning is gebleken, wordt
door niemand, meer ontkend, en heeft in
liet loven geroepen een reactie die zich
openbaart hier in lusteloosheid, daar in
onverschilligheiden ginds in moedeloos
heid.
Nu kan niet worden ontkend, dat de
geest die in de wereld rondwaart ook hier
en daar onze menschen heeft aangetast.
De stilte is hier en daar ook bij ons ge
volg van werkeloosheid.
Wij moeten dit niet verbloemen, maar
ons afvragen wat van deze onnatuurlijke
niet-historische stilte, de oorzaak is.
Ontkend kan niet worden dat de zorgen
van het dagelijksclie leven al teveel be
slag leggen op onze krachten.
Onze tijd lieeft veel onevenwichtigs en
dat komt ook hierin uit, dat men al te
veel beteekenis hecht aan de maatschap
pelijke moeiten en zorgen.
Dezer dagen werd uit dezen kieskring
aan Spr. de vraag gesteld: waarom
moeten wij A. R. stemmen? En dan
werd gewezen op de bezwaren voor den
landbouw, het gesol met den zomertijd
enz.
Spr. ziet ook hierin een zekere oneven
wichtigheid. Wordt b.v. het al of niet af
schaffen van den zomertijd, niet voel te
veel op de spits gedreven. Is hier niet een
bedoelen stad en land tegen elkaar op te
zetten en verwijdering te bewerken?
Uit het feit, dat deze beweging ook on
ze mannen en vrouwen heeft aangegre
pen blijkt dat men is op het verkeerde
spoor en uit het oog verliest wat altijd
het hoogste geweest is in onze anti-revo
lutionaire politiek.
Die onevenwichtigheid zien wo overal.
De communisten grijpen elke gelegen
heid om agitatie te verwekken aan, even
als de Socialisten.
Zóó moet men trachten nog wat bewe
ging in de gemoederen te brengen.
Alsof een extra-wcrkloozenruitkeering
en de Huurwetten het belang vormen
van dezen tijd.
Wij breken den staf over dit optreden,
En wij moeten dat doen.
Maar dan op éóne voorwaarde: dat ons
eigen optreden aan al die buitensporig
heid van dezen tijd gespeend is.
Voorop moet staan, dat wij niet willen
heersclien, maar dienen.
Dienen ons volk, dienen onze nationale
instellingen, de belangen van onze volks
gemeenschap naar binnen en naar bui
ten.
Die gedachte moet overhoerschen.
Maar die gedachte overhcerscht ons
niet.
De maatschappelijke en economische
tegenstellingen worden toegespitst.
Ook in onze kringen bemerkt men daar
iets van.
Maar het eenige gevolg zal zijn, verlam
ming van onze kracht, schade voor onze
beginselen, afbraak van wat in moeite
vollen strijd bereikt werd.
Die toespitsing van de tegenstellingen
is geen vrucht van onze A. R. beginse
len.
Wij vinden die toespitsing zoowel bij
de liberalen als de communisten en socia*
listen.
Men kweekt daardoor een sfeer in strijd
met de werkelijkheid, verscheurt het le
ven, en poogt de heerschappij j&a een
bepaalde klasse, gezien van uit een be
paald en dan nag verkeerd ge*
zichtspunt te bevorderen.
Eenzelfde streven vindt men b» li
berale klassenstrijders. In dit verh^ad
wijst Spr. op het optreden van mannen
als Sim. A. Maas e.a. die willen rekeilen
alleen met het sterke, en die het zwakke
willen laten ondergaan. Het moet onder
gaan, om zoo te komen tot krachtige per
sonen en industrieën.
Wie nu meewerkt aan het toespitsen
van de klassentegenstellingen komt bij
een van beide uitersten terecht. Maar
geen van twee is anti-revolutionair.
Spr. wijst dan op het gezantschap bij
den Paus.
Velen zien dat, als het allerbelang-
r ij k s t e. Men ziet daarin een erkenning
van den Paus als Stedehouder van Chris
tus, en bevordering van de macht van
Rome en roept do Protestanten op daar
tegen te ageeren.
Maar, zoo vraagt Spr., ligt daarin do
zenuw van onze kracht.
Of is het dit, dat we leven bij Gods
Woord, dat wo .dat Woord aanvaarden
als de openbaring van Gods wil.
Al zou morgen aan den dag het ge
zantschap worden afgeschaft, dan is do
Roomsche macht in niets geschaad.
Ieder moet dat weten en wie het niet
weet, die is een slachtoffer van de on
evenwichtigheid en moet gaan stud-"eren
om de dingen beter te zien.
W ij hebben van die dingen niet veel
last.
Er zijn anderen die cr veel meer last
van hebben en die daarin tot op zekere
hoogte een gevolg zien van de gegeven
leiding cn die het zich tot taak hebben
gesteld Rome vaak in negatieven zin to
bestrijden.
Men komt op tegen de gedeeld!1 cid van
ons volk.
Maar is het niet een symptoon van on
evenwichtigheid als men Rome bestrijdt
cn geen oog heeft voor het feit dat op
eigen kansel God wordt geloochend, en
het Socialisme gepredikt. Dat men geen
oog heeft voor de werkelijke g e-
deeldheid van ons volk?
Onze kracht daarentegen ligt in de pro-
testantsche, tegelijkertijd protcstearende
beginselen, die wij vinden in ons Pro
gram van beginselen.
Ook in het optreden der Staatk. Geref.
Partij ziet Spr. zekere onevenwichtig
heid.
Spr. wenscht een ieder alles goeds, mits
men niet tracht te leven ten onzen koste,
ons in onze waarde laat en ons onze be
ginselen laat om die te belijden- en te be
leven.
Spr. ziet iiï de oprichting van deze par
tij, al is dit gedaan met de beste bedop-
lingen, een breken van onze politieke
kracht, en daarom moeten wij ons daar
tegen verzetten.
Als de S. G. P. optreedt met de bedoe
ling onze beginselen te handhaven, dan
kan ze dat slechts doen als zo achter
ons staat, in samenwerking mot
ons. Maar als ze gebruik maakt van aller
lei dingen die met principes niets to ma
ken hebben, om tot invloed te komen,
dan is ze op een gevaarlijken weg.
Meer dan eenige partij heeft dc A R.
partij geijverd, om aan de gemoedsbe
zwaren legen de verzekering tegemoet* le
komen. Maar als daarvan het gevolg zou
zijn, dat heel het verzekeringswezen wevd
ondermijnd, dan zou dit niet anders zijn
dan de overwinning van wat principieel
en practisch is een dwaling.
Met gemoedsbezwaren moot ernstig ro-
kening worden gehouden, maar icplaals
van wat voor ons volk tot een zegen werd
geheel te ondermijnen, moet het geweten
worden gebracht tot een zuiverder
sprake.
Spr. heeft gemeend op deze dingen to
moeten wijzen, omdat het de A. R. partij
is, die steeds als de kop van Jut heeft te
fungeeren.
En dit is temeer noodig als deze dingen
legen ons worden aangewend met minder
nobele bedoelingen.
't Vorig jaar b.v. is hier een strooibil
jet verspreid dat geen enkel G. H. leider
voor zijne rekening neemt, maar 't hoeft
toch maar gewerkt.
Zulk een pogen kan herhaaldelijk wor-«
den waargenomen.
Wij moeten ons door dergelijke dingen
niet van ons stuk laten brengen, al is hot
niet altijd gemakkelijk daartegen te slrij- j
don.
Laten wo echter niet vergeten dat onze
vijanden sterker worden, naarmate wij
zwakker zijn. Ditzelfde geldt ook van on-i
zo geestverwanten, Chr. Hist, en Staatk.
Gereformeerden.
Het eenige middel tegen verslapping is,
dat we de dingen zien in het juiste licht,
dat wo het kleine klein en het groolo
groot noemen.
En het groote is, dat we het c r staat
geschreven cn het is geschied
nooit uit het oog verliezen.