Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABOtfNEsfiEuïTSPHiJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal .....f2.50 Per v/eek f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 4de JAARGANG. - 03MSQAG 3 APiïiL 1023 - No. 909 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. !ntJ278 - Postrekening 58836 ADVERTENTIE-FUIJ3 Gewone advertentiën per regel 22H cent. Ingezonden Medsdeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentië'n bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden dar-diH-a rprlast** ad f>0 cr+K V Onze derde verjaard a Voor het eerst staat vandaag aan den kop van ons blad: vierde jaargang. Zondag 1 April was het drie jaren ge^ leden dat het eerste nummer van de Nieuwe Leidsche Crt. verscheen. In verband hiermede werd Zaterdag avond aan directie en Tedactie een be wijs van waar deer ing aangeboden dat ten zeerste op prijs wordt gesteld en waarvoor wij de onbekende gevers gaar ne onze erkentelijkheid betuigen. Een begeleidende kaart had tot op schrift: 1 April 1920—1 April 1923. Moedig voorwaarts! Zulk een bewijs van sympathie ver kwikt. Vooral bij den arbeid voor de Christe lijke pers, die vaak aan veel critiek bloot staat en welker beteekenis voor de door werking van de beginselen naar Gods Woord, door velen nog steeds niet vol doende wordt begrepen, doet hot goed ook eens andere stemmen te beluisteren. Moedig voorwaarts! Het klinkt zoo be moedigend na een ingespannen en onaf gebroken arbeid van drie jaren. Moedig voorwaarts, dat is ook onze leuze. En het is heerlijk, als wij ons bij de zen moeitevollen en teleurstellenden ar beid gedragen weten, door de liefde van een kern van mannen en vrouwen die de beteekenis van een eigen dagblad gevoe len en die met kracht willen medewerken om de bestaanszekerheid van ons orgaan te versterken. Wij zijn op dezen weg, Gode zij dank, gevorderd, maar volledige bestaanszeker heid zal toch pas zijn verkregen wanneer onze N.V. in het bezit is van ee'n eigen drukker ij. De verbetering, de uitbouw en uitbrei ding van ons orgaan, van welks noodza kelijkheid wij ten volle overtuigd zijn, is alleen mogelijk, wanneer een eigen druk kerij verkregen wordt. Alleen dan zal het mogeljk zjn aan alle £isc?ien die aan een A. B. dagblad gesteld mogen worden, te voldoen, en een veel breedere lezersgroep te bereiken. Alleen dan zal bet mogelijk zijn, do neutrale pers uit onze Christelijke buis gezinnen te weren en allen die de Chris telijke beginselen belijden te bereiken. En nu spreken wij nog niet van de groote gemakken die de directie en inzon derheid de redactie zouden hebben, wan neer wij eigen huis en eigen haard konden betrekken, en aan ons leven als commensaal een einde werd gemaakt. Niet dat wij over onze hospita „Do Leidsche Crt.", te klagen hebben! Integeri- del, er is tusschen beide directie's en re- dactie's een aangename verstandhouding en samenwerking. Maar toch, en niemand zal ons dat kwalijk nemen, prefereeren wij een eigen. Iiuis! Moedig voorwaarts, daarom. Het volgend jaar eindigt onze contrac- tueele verbindtenis met onzen tegenwoor- digen drukker. Zij bet zóó, dat na afloop van bet con tract, boven ons gebouw lean prijken Dagblad en Drukker ij v de Nieuwe Leidsche Courant. Bij vernieuwing doen wij daartoe een beroep op onze lezers en allen die onze beginselen liefhebben. Door eendrachtige samenwerking zal onder den zegen Gods, ook dit ideaal wor den bereikt. Daarom, ook in den vierden jaargang: Hoog liet vaandel! Moedig voorwaarts! Directie en Redactie. PrQpaqasida-meeting te Leiden. Wie gerekend had op een massale bij eenkomst, gisteren in do Stadsgehoorzaal, ter inleiding van de Statenverkiezingen, d>e zal zich teleurgesteld hebben gevoeld. Het heerlijke voorjaarsweer lokte naar buiten; prikkelde tot een tocht naar de bloemenvelden, tot het bezoeken van vrienden en kennissen. 't Verwonderde daarom niet, dat de groote Gehoorzaal slechts matig bezet was. Maar dit beteekent allerminst dat de vergadering als gedeeltelijk mislukt moet worden aangemerkt. Integendeel. De bedoeling was om onze mannen en vrouwen die min of meer leiding hebben te geven en die geroepen worden anderen op te wekken en voor te gaan, nogeens te .bepalen bij de groote belangen die op het »spel staan en hen te bezielen en geestdrift bij te brengen. En dat doel is volkomen bereikt. De aandacht werd weer eens afgeleid van al het kleine dat vermoeit en de strijdkracht breekt, en weer opnieuw be paald bij de groote beginselen die den strijd beheerschen. De opening. 'Ic Zal met mijn gansche hart Uw eer Vermelden^ Heer, U dank bewijzen; 'k Zal u in 't midden van de goön, Op hoogen toon, met psalmen prijzen. Met bet laten zingen van dezen psalm, Sponde de voorzitter, de heer W. W a r- .aaar de vergadering, waarna bij in ge bed voorging om dan Ps. 111 voor te le zen. Vervolgens sprak de beer Warnaar een Openingswoord, waarin hij wees op den inhoud van den voorgelezen Psalm, waar in wij worden opgewekt, de werken Gods te loven. De vreeze des Hoeren is het beginsel der wijsheid. Dat is ook in den politieken strijd een grooten troost. Wij zullen vanmiddag spreken over de komende verkiezingen. Dit moet ons een voorrecht zijn, temeer nu do heeren de Wilde en Schouten zich bereid hebben verklaard tot ons te komen. Spr. beet dan do heeren de Wilde en Schouten hartelijk welkom, en dankt lien, dat ze ondanks hun veelom vattenden ar beid zich bereid verklaarden voor ons op te treden. Hierna was het. woord aan den heer H. de Wilde, om te spreken over Na 22 jaren. Spr. begon met le berinneren aan de re sultaten van den schoolstrijd, die hem nog de vorige week bleken, bij de opening van een nieuwe, aan de eiscbcn des tijds ingerichte school. Welk een verschil bij vroeger. 75 jaar geleden konden Groen c.a. zelfs geen verlof krijgen een bijzondere school op to richten. Vier volle jaren werd geadres seerd om uit eigen middelen een school te mogen bouwen, maar liet duurde tot 1Ö48, eer de gevraagde vergunning ver leend werd. Zoo werden wij in dien tijd, op onder wijs gebied behandeld. En zoo ging het op schier elk gebied. Er werd met ons niet gerekend. Nog dezer dagen werd in de Eerste Ka mer herinnerd aan' den smaad, den boon en de laster, die wij van liet liberalisme hadden te verduren. Allengs is hierin verandering gekomen. Maar toen in 1901, de Staten van Zuid- Holland werden omgezet, was nog geen enkel man» van rechts bekwaam geacht om als Gedeputeeerde op te treden, ter wijl de gelieelo Provincie slechts 3 Anti revolutionaire burgemeesters telde. Er was slechts één politiek die officieel erkend werd. Dit optreden herinnert aan liet optre den der Socialisten in Pruisen en van dc Communisten in Rusland. Voor de R. K. werd nog eenige reserve gemaakt, zooals de beer de Vos van Steenwijk de vorige week terecht herin nerde. Met de protestantseh christelijke partij en werd in geen enkel opzicht rekening gehouden, maar de R. K. vond men nog zoo gevaarlijk niet. Zoo werd, toen de Staten van dit ge west op het .punt stonden „om" te gaan, aan de rechterzijde een zetel in het col lege van God. toegewezen, mits het een bepaald aangewezen R. K. man was. In de Gemeenteraden was het niet an ders. Antirevolutionaire wethouders wa- ren uitzondering. En thans, welk een verandering. Thans is er geen sprake meer van liet weigeren f van vergunningen voor het bouwen van scholen. Eerst kregen we de wet Mackay, die eenige subsidie gaf. Toen de wetten Kuy- per en Heemskerk clie dit stelsel uitbreid den en thans kunnen we kostelijke scho len bouwen, die ons zoo gced als niets kosten. Welke weldaden en zegeningen! Het komt spr. voor, dat er in onze kringen wel menscben zijn, die dit uit liet oog verliezen, die niet voldoende oog hebben voor de groote geestelijke zege ningen. Laten we niet vergeten, dat we die ze geningen kregen na zwaren strijd, en dat, als wij verslappen in dezen strijd, die zegeningen ons voorbij konden gaan. Dit geldt ook voor de Statenverkiezingen Dr. Kuijper heeft altijd verband gelegd tusschen de verkiezingen van do Stalen en de Tweede Kamer. Ook de Statenverkiezingen hebben groote politieke beteekenis. In dit verband wijst spr. op de verkie zingen voor de Eerste Kamer. Voorheen heette bet steeds, dat wij voor dit collego geen geschikte mannen had den.' Het „peil", zoo betoogde men, zou dalen, tot schade van het land. De Staten van Utrecht, waren de eer sten die het niettemin waagden en lang zamerhand zijn ook de andere provinciën gevolgd en wanneer we zien de namen van hen, die gekozen werden, dan be hoeven we niet beschaamd te staan. Er is in den laatsten tijd een felle cam pagne gevoerd tegen de Eerste Kamer." Onlangs echter, was het een Commu nist die in de Tweede Kamer betoogde, dat in de Eerste Kamer de zaken het meest principieel worden behandeld. Van andere zijden wordt dit toegege ven. En ontkend kan ook niet worden, dat de debatten daar op hoog peil staan. Spr. komt dan tot de Ged. Staten, waar van het vroeger eveneens heette, dat wij geen mannen hadden. Onze mannen had den geen ervaring, zoo heette het, zij waren bekwaam noch geschikt. Zouden dus de Staten omgaan, dan zouden de belangen van de Provincie worden geschaad. Nu zijn 22 jaren geleden de Staten omgegaan en steeds in meerderheid rechts gebleven. En kan nu gezegd worden, dat de za ken hier niet goed behandeld werden? In geen enkel opzicht. Van liberale zijde wordt hieromtrent dan ook geen critiek gehoord. "Wel wordt er in onze kringen soms een klacht beluisterd. Men meent dat Gedeputeerden niet al tijd voldoende de autonomie van de Ge meenten eerbiedigen. Het is goed dat hierop wordt gewezen mits men niet. vergeet, dat Ged. Staten door de wet zijn gebonden en dat de oorlogsjaren lien noodzaakten meer dan gewoonlijk in de gemeentelijke zaken in te grijpen. In dien distributie tijd, hadden we over al de levensmiddelenbedrijven. Het was toen noodzakelijk, dat door Ged. Staten nauwkeurig toezicht werd gehouden. Er werd toen misschien over dit in grijpen wel eens geklaagd, maar niet door de ingezetenen, die er do voordeelen van plukten. Ook over hot optreden inzake de sala rissen van" burgemeesters enz. werd soms geklaagd. In dit verhand wijst spr. er op, dat enkele jaren geleden de salarissen van onderwijzers enz. - sterk verhoogd wer den. Het was toen noodig dat ook van de burgemeesters enz. de. salarissen werden verhoogd en om nu eenige uniformiteit te krijgen, zijn door het geheele land zekere normen gesteld. Dit was temeer noodjg, omdat de taak van de burgemeesters omvangrijker werd en verantwoorddijker. Ook in andere opzichten is de indruk gewekt, dat Ged. Staten buiten hunne bevoegdheid gaan, wat echter een gevolg is van allerlei wetten. Spr. wijst er dan op, dat Ged. Staten grooten invloed hebben uit te oefenen vooral ook in verhand met de Onderwijs wet, die niet altijd even duidelijk is. Dit is van groote heteekeni§, daar een liberaal ten opzichte van liet Chr. onder wijs geheel anders staat, dan een voor stander van dat onderwijs. Vervolgons wijst Spr. op de taak van de Provinciale Staten zelf. Spr. verwacht, dat de meerderheid rechts zal blijven, daar de ervaring ge leerd heeft, dat dit is, in het belang der provincie. Wanneer we de belastingen nagaan dan blijkt, dat die in provinciën met een link- sche meerderheid het hoogst zijn. De pro vinciale opcenten.zijn hier veel lager, dan in andere provinciën. In dit opzicht kunnen we de critiek zeer goed doorstaan. Maar is het nu, dat dit zuinig beheer gaat, ten koste van de provinciale belan gen? Neen, zegt Spr., het omgekeerde is het geval. De zaak is, dat de rechtsche col leges, zooveel mogelijk het particulier ini tiatief hebben bevorderd, ten opzichte van de verpleging van de krankzinnigen en het vakonderwijs. Wat het eerste betreft, liet aantal krankzinnigen breidt zich gestadig uit. En nu hebben do Provinciën voor plaatsing van die ongelukkiger te zorgen, door zelf gestichten te bouwen of met bestaande ge stichten een contract aan te gaan. In Zuid-Holland heeft men, ondanks al le pogingen van de overzijde het laatste gedaan. Met name de A. R. leden hebben zich steeds tegen eigen gestichten verzet, ten vcordeele van de provincies, maar ook ten voordeel© van de gemeenten die in de verpleegkosten hebben hij te dragen, en van do patiënten die in de Christelijke inrichtingen liet best worden verpleegd. Nu hebben de kiezers het in hunnen hand dezen toestand te bevestigen. Mocht de toeleg van de vrijzinnige par tijen slagen, zoodat de Staten worden om gezet, dat zal men zeker de gelegenheid niet laten voorbijgaan om te komen tot eigen inrichtingen, ten nadeele van de belastingbetalers. Hetzelfde geldt ook van het Vakonder wijs, waarhij steeds is getracht het parti culier initiatief te prikkelen. Ik meen, zegt Spr., duidelijk te hebben gemaakt, dat wij na 22 jaren gerust voor de kiezers kunnen verschijnen. De provincie is behoorlijk bestuurd, ter wijl tevens de belastingen lager zijn ge* houden, dan in eenige andere provincie waar de linkerzijde de meerderheid heeft. Het is dus zaak, te behouden -wat wij hebben en dat met namo do A. R. partij niet verzwakt wordt. Zulk een verzwakking zou niet zijn in het belang van de provincie, maar ook niet in het belang van onze beginselen. Met allen eerbied voor de Chr. Histori- schen die steeds spreken van de eenheid van ons volk, en waarschuwen tegen se paratisme, moet toch worden geconsta teerd, dat er aan die zijde een pogen is, een wigge te drijven in het vakvereni gingsleven. Dit gaat z.g. tegen Rome, dat er echter -niets mee te maken heeft. Het is trouwens onjuist dat wij dicht hij Rome staan. Wo staan er in geen en kel opzicht dichter bij, dan de Chr. His- torischen, die ook dit Kabinet steunen en wier mannen ook in liet Kabinet zitting hebben. Met kracht komt Spr. op tegen het be weren, dat wij separatisme willen. Het streven van Dr. A. Kuyper is altijd ge weest, tegen de revolutie te plaatsen het Evangelie, door te veroenigen allen die dat Evangelie liefhebben, onverschillig tot welke kerk zij behooren. Verder meent Spr. dat de Chr. Hist, ten opzichte van het vrouwenvraagstuk zwakker staan dan wij, getuige het ge beuren onlangs in do Tweede Kamer en liunne houding ten opzichte van het pas sief vrouwenkiesrecht. Met een krachtige opwekking om de anti-revolutionaire Candida ten te steunen en te ijveren voor do A. R. partij van wie steeds de meeste kracht ten opzichte van de beginselen is uitgegaan, eindigde de heer de Wilde zijne rede, die met een hartelijk applaus werd beloond. De Voorzitter dankte den heer de Wilde, en onderschreef het door dezen gesprokene. Ook deze Spr. meende dat er geen enkele reden is het roer om te gooien- Het mooie Aar-kanaal b.v., be wijst, dat ook de belangen in handen van do rechtsche meerderheid volkomen veilig zijn, evenals dat blijkt uit het op treden van de Provincie ten opzichte van de electriciteitsvoorziening, waarvan zoo wel Leiden als de omgeving profiteert. Hierna werd gezongen een couplot van liet Luthcrlied: Een vaste burcht is onze God, Een toevlucht voor de Zijnen! Vervolgens werd het woord gegeven aan den heer J. Schouten om te spreken over Dc beicekenis der Statensfembus. De heer Schouten begon met te wijzen op de gewijzigde omstandigheden sinds de verkiezing in 1922. Toen een wekenlange actie cn nu aller wegen slechts matige belangstelling. Het is overal stil, hij ons en bij de an deren zeker niet minder. In zekeren zin behoeft dat voor ons geen reden voor vrees te zijn. Wij hebben meestal in stilte, rustig en gestadig ge arbeid, terwijl er hij de tegenstanders was het lawaai en het rumoer. Stilheid beteekent voor ons niet werk loosheid. De stilheid bij de andereu hangt samen met de zorgen van dezen tijd en de reac tie die is ingetreden na een periode van sterke spanning, zoowel van de beteeke nis van het intellect, als van de beteeke nis van de organisatie, de macht van het getal en van de waarde die moest worden toegekend aan internationale instituten. Die overspanning is gebleken, wordt door niemand, meer ontkend, en heeft in liet loven geroepen een reactie die zich openbaart hier in lusteloosheid, daar in onverschilligheiden ginds in moedeloos heid. Nu kan niet worden ontkend, dat de geest die in de wereld rondwaart ook hier en daar onze menschen heeft aangetast. De stilte is hier en daar ook bij ons ge volg van werkeloosheid. Wij moeten dit niet verbloemen, maar ons afvragen wat van deze onnatuurlijke niet-historische stilte, de oorzaak is. Ontkend kan niet worden dat de zorgen van het dagelijksclie leven al teveel be slag leggen op onze krachten. Onze tijd lieeft veel onevenwichtigs en dat komt ook hierin uit, dat men al te veel beteekenis hecht aan de maatschap pelijke moeiten en zorgen. Dezer dagen werd uit dezen kieskring aan Spr. de vraag gesteld: waarom moeten wij A. R. stemmen? En dan werd gewezen op de bezwaren voor den landbouw, het gesol met den zomertijd enz. Spr. ziet ook hierin een zekere oneven wichtigheid. Wordt b.v. het al of niet af schaffen van den zomertijd, niet voel te veel op de spits gedreven. Is hier niet een bedoelen stad en land tegen elkaar op te zetten en verwijdering te bewerken? Uit het feit, dat deze beweging ook on ze mannen en vrouwen heeft aangegre pen blijkt dat men is op het verkeerde spoor en uit het oog verliest wat altijd het hoogste geweest is in onze anti-revo lutionaire politiek. Die onevenwichtigheid zien wo overal. De communisten grijpen elke gelegen heid om agitatie te verwekken aan, even als de Socialisten. Zóó moet men trachten nog wat bewe ging in de gemoederen te brengen. Alsof een extra-wcrkloozenruitkeering en de Huurwetten het belang vormen van dezen tijd. Wij breken den staf over dit optreden, En wij moeten dat doen. Maar dan op éóne voorwaarde: dat ons eigen optreden aan al die buitensporig heid van dezen tijd gespeend is. Voorop moet staan, dat wij niet willen heersclien, maar dienen. Dienen ons volk, dienen onze nationale instellingen, de belangen van onze volks gemeenschap naar binnen en naar bui ten. Die gedachte moet overhoerschen. Maar die gedachte overhcerscht ons niet. De maatschappelijke en economische tegenstellingen worden toegespitst. Ook in onze kringen bemerkt men daar iets van. Maar het eenige gevolg zal zijn, verlam ming van onze kracht, schade voor onze beginselen, afbraak van wat in moeite vollen strijd bereikt werd. Die toespitsing van de tegenstellingen is geen vrucht van onze A. R. beginse len. Wij vinden die toespitsing zoowel bij de liberalen als de communisten en socia* listen. Men kweekt daardoor een sfeer in strijd met de werkelijkheid, verscheurt het le ven, en poogt de heerschappij j&a een bepaalde klasse, gezien van uit een be paald en dan nag verkeerd ge* zichtspunt te bevorderen. Eenzelfde streven vindt men b» li berale klassenstrijders. In dit verh^ad wijst Spr. op het optreden van mannen als Sim. A. Maas e.a. die willen rekeilen alleen met het sterke, en die het zwakke willen laten ondergaan. Het moet onder gaan, om zoo te komen tot krachtige per sonen en industrieën. Wie nu meewerkt aan het toespitsen van de klassentegenstellingen komt bij een van beide uitersten terecht. Maar geen van twee is anti-revolutionair. Spr. wijst dan op het gezantschap bij den Paus. Velen zien dat, als het allerbelang- r ij k s t e. Men ziet daarin een erkenning van den Paus als Stedehouder van Chris tus, en bevordering van de macht van Rome en roept do Protestanten op daar tegen te ageeren. Maar, zoo vraagt Spr., ligt daarin do zenuw van onze kracht. Of is het dit, dat we leven bij Gods Woord, dat wo .dat Woord aanvaarden als de openbaring van Gods wil. Al zou morgen aan den dag het ge zantschap worden afgeschaft, dan is do Roomsche macht in niets geschaad. Ieder moet dat weten en wie het niet weet, die is een slachtoffer van de on evenwichtigheid en moet gaan stud-"eren om de dingen beter te zien. W ij hebben van die dingen niet veel last. Er zijn anderen die cr veel meer last van hebben en die daarin tot op zekere hoogte een gevolg zien van de gegeven leiding cn die het zich tot taak hebben gesteld Rome vaak in negatieven zin to bestrijden. Men komt op tegen de gedeeld!1 cid van ons volk. Maar is het niet een symptoon van on evenwichtigheid als men Rome bestrijdt cn geen oog heeft voor het feit dat op eigen kansel God wordt geloochend, en het Socialisme gepredikt. Dat men geen oog heeft voor de werkelijke g e- deeldheid van ons volk? Onze kracht daarentegen ligt in de pro- testantsche, tegelijkertijd protcstearende beginselen, die wij vinden in ons Pro gram van beginselen. Ook in het optreden der Staatk. Geref. Partij ziet Spr. zekere onevenwichtig heid. Spr. wenscht een ieder alles goeds, mits men niet tracht te leven ten onzen koste, ons in onze waarde laat en ons onze be ginselen laat om die te belijden- en te be leven. Spr. ziet iiï de oprichting van deze par tij, al is dit gedaan met de beste bedop- lingen, een breken van onze politieke kracht, en daarom moeten wij ons daar tegen verzetten. Als de S. G. P. optreedt met de bedoe ling onze beginselen te handhaven, dan kan ze dat slechts doen als zo achter ons staat, in samenwerking mot ons. Maar als ze gebruik maakt van aller lei dingen die met principes niets to ma ken hebben, om tot invloed te komen, dan is ze op een gevaarlijken weg. Meer dan eenige partij heeft dc A R. partij geijverd, om aan de gemoedsbe zwaren legen de verzekering tegemoet* le komen. Maar als daarvan het gevolg zou zijn, dat heel het verzekeringswezen wevd ondermijnd, dan zou dit niet anders zijn dan de overwinning van wat principieel en practisch is een dwaling. Met gemoedsbezwaren moot ernstig ro- kening worden gehouden, maar icplaals van wat voor ons volk tot een zegen werd geheel te ondermijnen, moet het geweten worden gebracht tot een zuiverder sprake. Spr. heeft gemeend op deze dingen to moeten wijzen, omdat het de A. R. partij is, die steeds als de kop van Jut heeft te fungeeren. En dit is temeer noodig als deze dingen legen ons worden aangewend met minder nobele bedoelingen. 't Vorig jaar b.v. is hier een strooibil jet verspreid dat geen enkel G. H. leider voor zijne rekening neemt, maar 't hoeft toch maar gewerkt. Zulk een pogen kan herhaaldelijk wor-« den waargenomen. Wij moeten ons door dergelijke dingen niet van ons stuk laten brengen, al is hot niet altijd gemakkelijk daartegen te slrij- j don. Laten wo echter niet vergeten dat onze vijanden sterker worden, naarmate wij zwakker zijn. Ditzelfde geldt ook van on-i zo geestverwanten, Chr. Hist, en Staatk. Gereformeerden. Het eenige middel tegen verslapping is, dat we de dingen zien in het juiste licht, dat wo het kleine klein en het groolo groot noemen. En het groote is, dat we het c r staat geschreven cn het is geschied nooit uit het oog verliezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1