Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCI ABOMMEMIlLtfrSPftlJ* in Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd rijn Per kwartaal f2.50 Per week f0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Or. Bavinck's erflating Wie op mijn studeerkamer komt, wordt dadelijk getroffen door het mooie portret van Jhr, Mr. A. F. de Savornin Lobman, geteekenid door Jan Veth. Aan de andere zijde van de Kamer vindt hij de beeltenis van Br. A. Kuyper en als hij dan nog wat nader komt, ontdekt hij op het schrijfbureau het portret van Dr. H. Bavinck. Bie rangschikking is niet enkel het ge volg van de easchen der schoonheids leer, zelfs niet in de eerste plaats daar van: het is meer een gevolg van de his torie. We hebben gedurende de negen tiende eeuw een zwanen strijd gevoerd om vrijheid en financieel© gelijkstelling voor het lager onderwijs. In dien kamp stonden Br. Kuyper en Mr. Lobman vooraan. Bie strijd is tot een voorloopige beslis sing gekomen. Helaas! nog slechts voor- 1 e e p i g, want de bevrediging gaf wel financieel© gelijkstelling, maar ze kostte ons een groot stuk vrijheid, zoo dat we het zwaard nog niet kunnen op steken, maar het moeten blijven hantee- ren tot terugwinning van hetgeen verlo ren ging, wat alleen mogelijk is door een ander stelsel te zoeken voor hetgeen de wet van 1920 ons gegeven heeft. Toch hebben de wetten van 1889, van 1905 en vair 1920 alhthans dit bewerkt, dat we onze handen wat ruimer hebben; dat we bij de uitgaven niet alleen kunnen zorgen voor het allernoodigste, maar ook voor het noodige, soms zelfs voor het wensohelijke. Of, met andere woorden, we kunnen ons nu ook eens inlaten met de verdieping van ons onderwijs; met de eigenlijke opvoedkundige zijde van het En dat is het terrein, waarop Br. H. Bavinck zich bewogen heeft en waarop hij ons geleerd heeft de eerst schreden te zetten. Bat is het punt, dat nu aan de orde moet komen; dat dagelijks meer onze aandacht moet vragen en daarom staat de beeltenis van Br. Bavinck zoo heel dicht bij mij. Wat Kuyper en .Lobman voor het on-- der wijs deden kan nooit genoeg gewaar deerd worden, maar hun werk staat nu een klein beetje verdgr van ons af, ter wijl dat van Bavinck dichter bij geko men is. Volkomen terecht heeft deze groote denker in zijn „Paedaigogittche Beginse len" gezegd: „Veeleer hoop ik, dat ouders en onderwijzers door aandachti ge lezing van dit boek de overtuiging zullen bekomen of in do overtuiging ver sterkt zullen worden, dat wij met de Christelijk© School niet aan het einde, maar pas aan het begin staan van den strijd." De woorden, die hier vet gedrukt zijn, kan men precies zoo vinden in het genoemde boek. Nu is zoo iets gemakkelijk te zeggen en het is ook door anderen herhaaldelijk gezegd, maar Br. Bavinck deed meer: hij wierp zich op de studie der paedagogiek en werd een toonaangever, een leidsman, zelfs zoo, dat de Roomsohe pater Rom- bauts een inleiding heeft gegeven op zijn werken voor de Roomsohe onderwijzers om daarmee hun voordeel te doen. Zullen ook wij dan ndet dankbaar let ten op Dr. Bavinck's p&edagogische na latenschap en ons afvragen welke plich ten die ons oplegt? Die erfenig is tweeledig: ze bestaat ui't een reeks geschriften en uit een door liem in 't leven geroepen organisatie. Zijn boeken zijn vrijwel bekend; mijns inziens nog niet genoeg, want als alle christelijke onderwijzers en alle predi kanten een exemplaar gekocht hadden van zijn werken, zouden de herdrukken elkaar snel opgevolgd zijn, wat nu niet het geval is. En nu heb ik nog niet feens genoemd do leden der schoolbesturen. Moeten die 3(Ie JAARGANG. - MAANDAG 12 MAART 1923 - No. 892 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 Gewone advertentiën per regel ssji^cei 'Ingezonden Mededeelingen, dubbel i 'S®ij "contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooxuitbetö' ling -- van ten hoogste 30 woorden, wordeSj daceliiks eeolaatst ad 5!) cent. dan ook al paedagogiek studeeren? Mag ik een wedervraag doen? Vindt de lezer het zoo heel vreemd, als een ouderling dogmatische werken leest? Ik niet en daarom vind ik het wel vreemd, dat on ze schoolbestuurders de paedagogiek vrijwel geheel aan de onderwijzers over laten. Op die manier blijft de leuze: „de school aan de ouders" niets meer dan een holle klank, een woord zonder in houd. Wie zich de moeite getroost om de pae- dagogische werken van Dr. Bavinck te. gaan lezen, zal spoedig bemerken, dat dit geen heksentoer is, doch wel een werk, dat veel vrucht draagt. Laat men maar eens beginnen met „Het Christelijk Huisgezin" en daarop dan laten volgen: „PaedagOigisché Be ginselen", „Be Opvoeding der rijpere jeugd" en „De nieuwe Opvoeding", 'k Weet zeker, dat heel veel schoolbestuur ders deze werken met vrucht en met ze gen kunnen doorwerken en dat ze ten slotte zullen zeggen: „Bie perzik smaakt naar meer." Wat de dogmatiek is voor de Kerk, is de paedagogiek voor de school; dus is meer studie van Dr. Ba vinck's paedagogische werken zeer noo- dig en zeer gewenscht. In de tweede plaats heeft Dr. Bavinck ons nagelaten een organisatie, n.l. het Gereformeerd Schoolverband. Met zijn vooruitzien den blik had hij den dag voorzien, waarop de politieke schoolstrijd zou beëindigd worden; den dag, waarop de financieel© gelijkstelling in de wet zou worden vastgelegd. Maar ook had hij voorzien, dat dan de gevaren zich zouden vermenigvuldigen en daarom schreef hij reeds in 1904: „De toekomst van liet Christelijk Onderwijs". Daarin werpt hij eerst een blik achterwaarts in de geschiedenis, bespreekt dan het Unie- rapport, daarna de gevaren voor de toe komst, om dan te wijzen op onze roe ping en ten slotte een voorstel te doen tot reorganisatie. Dat voorstel werd op de algemeene vergadering der vereeniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs aan genomen en zoo ontstond het Gerefor meerd Schoolverband. Gaarne zal ik verder van de aangebo den gastvrijheid in dit blad gebruik ma ken om in enkele artikelen het een en ander te bespreken, dat tot den arbeid van dit Gereformeerd Schoolverband be hoort. J. C. WIRTZ Cz. STADSNIEUWS PROF. VAN DER VLUGT. Vandaag viert Prof. Mr. W. van der Vlngt zijn zeventigsten verjaardag, en is hij volgens de wettelijke bepalingen ge komen aan het eind van zijn professora len loopbaan. In verband met zijn wankele gezond heid mag Prof. van der Vlugt niet met openlijk huldebetoon worden lastig ge vallen, maar wel zullen op dezen dag velen een stillen groet zenden aan dezen in zoovele opzichten sympathieken ge leerde, die voor menigeen was, een leer meester en vriend. De kracht van Prof. van der Vlugt ligt in de studeerkamer, hoewel hij toch ook zoo nu en dan het publieke terrein heeft betreden. Bat hij in onze kringen bekendheid verkreeg, dankt hij inzonderheid aan zijn lidmaatschap van de Tweede Ka- mer. Het was toen, onder liet Kabinet-Kuy* per een tijd van hoog-opbloeiend poli tiek leven. Wat lang niet altijd gebeurt, was toen bijna regel: de Kamerverslagen werden gelezen. Schitterende redevoeringen werden ge houden niet het minst bij de behandeling van het ontwerp tot wijziging van de Hooger-Onderwijswet. Op meesterlijke wijze werd toen. het ontwerp door Mr. van der Vlugt bestre den, en het was vooral door zijn optre den dat Dr. Kuyper geïnspireerd werd tot het houden van een zijner schoonste redevoeringen, waarvan het ontroerende slot, nog langen tijd natrilde in veler hart. Prof. van dor Vlugt behoort niet tot onze geestverwanten. Maar op dezen dag brengen ook wij aan dezen meester in de rechten, aan dezen hoogbegaafden geleerde, gaarne onze hulde. Statenverkiezingen. Zaterdagmiddag hield de Centrale 'A. R. Kiesvereen. in de Statenkieskring Lei den een goed bezochte vergadering. In zijn openingswoord wees de voor zitter, de heer W. War naar van Sas- senheim, op de gevaren die ons bij den stembusstrijd bedreigen. Het is daarom noodzakelijk, dat wij al onze krachten inspannen. En we kunnen' dat doen met opgerichten hoofde. Zoo wel de beteekenis van onze beginselen als de uitslag van vorige verkiezingen, geeft ons reden om met opgewektheid en vol goeden moed aan den arbeid te gaan, waartoe Spr. dan ook met kracht op wekte. Nadat vervolgens de notulen waren gelezen en goedgekeurd deed de voorzit ter eenige. mededeelingen omtrent de te Rotterdam gehouden vergadering die een uitnemend verloop had en waar tal van nuttige wenken werden gegeven. Hierna gaf de heer J. Karstens, namens het bestuur een overzicht van de voorgenomen propaganda-maatregelen. Het ligt in de bedoeling op den twee den Paaschdag te Leiden een groote openbare vergadering te houden, waar bekende sprekers het woord zullen voe ren. Binnenkort zullen hieromtrent nadere mededeelingen worden gedaan. Voorts ligt het in de bedoeling een ver kiezingsblad te doen verschijnen enz. Na breedo bespreking werden deze plannen goedgekeurd,, terwijl tevens een regeling voor de financiën werd getrof fen. Nadat de gewone werkzaamheden wa ren afgedaan verkreeg de heer Wiepke- ma van Sassenheim het woord om te spreken over de wensclieiijkkeid van het vaststellen van een gemeenteprogram. Eerst werden aangegeven de voornaam ste eischen waaraan zulk een program heeft te voldoen, en de punten die in de eerste plaata dienen te worden omschre ven. Daarna werd voorlezing gedaan van een concept-program zo'oala dit te Sas senheim werd vastgesteld. Daar ook andere gemeenten allicht met dit concept hun voordeel kunnen doen, hopen wij het in zijn geheel op te nemen, zoodat we daarvan thans geen overzicht behoeven te geven. Deze inleiding werd door een breede bespreking gevlo-gd. De goed geslaagde vergadering werd door den heer Eggink van Voorschoten met dankzegging gesloten. Op uitnoodiging van de vereeniging Instituut voor Tropische Geneeskunde RotterdamLeiden zal Woensdagavond in liet Botanisch laboratorium, in de Nonnensteeg te Leiden, prof. dr. W. Scbüffner, inspecteurvan den burger- lijkon geneeskundigen dienst in Neder- landsch-Indië een voor geneeskundigen en andere belangstellenden toegankelijke lezing (verduidelijkt door lichtbeelden) houden over: de mogelijkheid van assai- ïieeringen tegen malaria in Indië. Do Vereeniging van den Ghr. Han- deldr. en Industr. middenstand, aid. Lei den, zal a.s. Donderdag, 's avonds te 8.15 uur in 't Nutsgebouw vergaderen. O.m. komen de volgende punten aan de orde: Afhandeling punt vakorganisatie; Be spreking wetsontwerp afschaffing zo mertijd en Rondvraag, waarbij ruime gelegenheid wordt gegeven tot het opge ven van punten welke de leden gaarne behandeld zouden zien. Het bestuur rekent er op, dat de leden door een flinke opkomst van hunne be langstelling voor de Middens {landsbelan gen blijk zullen geven. Het is gebleken dat J. B., die zich, als verdacht van verduistering van een Heerenrijwiel, in bewaring bevindt aan het politiebureau alhier, zich ook heeft schuldig gemaakt aan verduistering van verschillende meubelstukken, waaronder een buffet, enz. Hij zal ter beschikking van de Justitie worden gesteld. Zaterdagmorgen is to 's-Gravenhage door de Leidsche recherche aangehouden P. J. R. (een Leidenaar) die 6 maanden ge vangenisstraf moest ondergaan en om zich daaraan te onttrekken, sedert eenige da gen uit Leiden was vertrokkén, met een onbekende bestemming. P. M'. deed bij de politie aangifte, dat enkele ijzeren ramen uit zijn pakhuis worden vermist. Ons koopend publiek dat zijn weg neemt door de Diefsteeg zal in de etalage van de fa. J. W. Hartman zijn aandacht zien gevraagd voor iets nieuws op het ge bied van de lampeirappen.ar Ha. Deze firma heeft zich n.L in verbinding gesteld met een schilder, waardoor zij in staat is om, volgens opgegeven ontwerp, of patroon, uw lampekappen te beschilde ren en ze zoodoende in passende overeen stemming te brengen met de overige meu belen. Men zie de advertentie in dit num mer. =5 ïn de Stedelijke Werkinrichting zijn in den week van 4 tot en met 10 Maart opgenomen 176 volwassen perso nen en 14 kinderen; totaal 190. BiHBEBSLAgili Invoerverbod schoenwerk. Het hoofdbestuur van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel heeft naar aanleiding van het ontwerp, tot tijdelijke beperking van invoer van schoenwerk, een adres aan de Tweede Ka mer gericht, waarin wordt gezegd, dat de algemeene vergadering van genoemde maatschappij de vraag heeft besproken „of do volkswelvaart gebaat wordt door invoerverboden." Deze vraag is toen met algemeene stemmen ontkennend beant woord. Nederland aldus wordt in het adres gezegd met zijn reeds zoo dicht© be volking, kan alleen door exporteeren zijn welvaartspeil behouden en export ver- eischt concurreerende productiekosten. Be lemmeringen in den invoer zullen echter tot verliooging van het prijsniveau leiden. Als dit ontwerp mocht worden aangeno men, zal over het principe beslist zijn en zal de minister ook andere industrieën ter wille moeten zijn, doch iedere uitbrei ding van bescherming moet weder verhoo ging van de kosten van levensonderhoud tengevolge hebben. In een land als 't onze met zoo een voch tig klimaat, is goedkoop -schoeisel een volksbelang van de eerste orde. Het be doelde invoerverbod zal ook schade bren gen aan andere takken van nijverheid, die de kans loopen, gotroffen te worden door represailles (b.v. stroocartonfabriekon.) Ten slotte wijst het adres op den ter mijn, welke het ontwerp voor het verbod noemt, n.l. tot 31 Dec. 1924. Deze voorspie geling kan niet anders dan tot teleurstel ling leiden, aangezien de groote voorraden van schoenwerk, welke hier te lande ge leidelijk zijn opgeslagen, uitbreiding vaiï werkgelegenheid voor do Nederlaudschö schoenfabrieken voorloopig denkbeeldig zullen maken. Op grond van dezo overwegingen dringt het hoofdbestuur ten sterkste aan op ver werping ^an genoemd voorstel. Kolen uit het Roergebied. Naar aanleiding van het ophouden der voor Nederland bestemde kolen treinen die tot 25 Februari regelmatig naar Hol-» land vertrokken, docht thans de Fran-i sche blokkadeposten niet meer kunnen passeeren, verneemt de „Information" uit Essen, dat de belemmering in de uit- voering van het tussohen Nederland en Duitschland bestaande contract waar-* sc-liijnlijk gelegen is in de omstandig heid dat geen van beide landen geneigd is de kolenbelasting, die moet worden be taald, in de in het contract genoemde geldsoort, aan Frankrijk te voldoen. Zooals reeds gemeld werd, worden er tusschen de Fransche, Belgische en Ne derlandsche regeeringen besprekingen over de onderhavige kwestie gevoerd. Stijgende koolprijzen. Een ongemeene drukte en opgewektheid heerscht aan de veilingen, los- en laad plaatsen van den Langendijk en omstre ken. Waar zoovelen zoo lang te vergeefs op hadden gewacht, is gelukkig voor tal van tuinders thans gekomen. Als gevolg van de uiterst lage prijzen, welke den geheelen winter voor de sta pelgroenten zijn besteed, zijn hier nog groote voorraden aanwezig, althans ge zien het vergevorderde seizoen. Was men bevreesd, dat dit de prijzen ten slotte zou drukken, deze vrees is niet bewaar heid geworden. De koolprijzen zijn met 200-300 pet. gestegen. De roode kool heeft reeds f 6.70 per 100 K.G. gegol den, waar men 3 weken terug uog met moeite f2 bedong. Gele kool haalde de f 6, terwijl men toen anuwelijks f 1.20 kon maken. Witte kool steeg met 300 pet. en meer. Als deze prijzen zich nog wat kunnen handhaven, zal nog veel worden goed gemaakt, wat reeds als verloren werd geacht. Uit het Sociale Leven Conflict in de irejbe!-. Naar wij vernemen is door de leden van den Modernen, R.-K. en Ghr. Mem belmakersbond te Utrecht besloten om da door de patroons aangekondigde loons verlaging, die Maandag a.s. zou ingaan, niet te accepteeren. Op de werkplaatsen, waar de patroons de loonsverlaging toch doorvoeren, zullen de arbeiders in sta-i king gaan. Uit de Textielindustrie. In tegenstelling met de daaromtrent verschenen berichten, blijkt achteraf, dat er ook tusschen de Christelijke organisa ties en de R. K. werkgevers in do tex-i tielindustrie, nog geen overeenstemming is verkregen over de G. A. O. Uit een art. in 't Textielarbeidersblad blijkt, dat de concept-overeenkomst; door bet bestuur van de werkgeversvereeni-* ging aan genoemde organisaties tooge* zonden, belangrijk afwijkt van hetgeen op de laatst gehouden conferentie was toegewezen. De christelijke organisaties, die in haar ledenvergaderingen de oorspron kelijke voorstellen besproken hebben en met algemeene stemmen aangenomen, hebben daarvan bericht gezonden aan da werkgevers vereeniging, daaraan toevoer gende een krachtig protest tegen de wij-* ze, waarop deze zaak door de werkgevers was behandAld. FEUILLETON Van hooger Orde. Naar het Engelsch. - 48) „Neen!" riep Ursula, „Gij hebt alleen getoond, wat ik mijn geheele leven zal onthouden dat een Christen alleen .waarlijk een „gentleman" kan wezen. Zij begreep hem hij gevoelde dat, zij gaven elkander nog eens de hand eq zagen elkander zonder aarzelen in de ©ogen. Alle menschelijke hartstocht was opzij gezet, dezo beiden erkenden in el kander één doel, één streven, één geloof, iels hoogers nog dan liefde, iets beters nog dan geluk. 'fc Moet een gezegend oogenblik voor beiden zijn geweest. Mevrouw Jessop kwam niet tusschen- beidc. Zij wist zelf, wat echte liefde was, als zij, wat men vertelde, dertig jaren lang trouw gebleven was aan onzen waar den dokter. Maar zij was een verstandige vrouw en kende de wereld. „Gij moet nu heengaan," zei ze, terwijl zij haar hand zacht op John's arm legde. „Ik ga. Maar zij \^at zal zij doen?" „Wees niet bezorgd voor mij. Jane zal voor mij zorgen," zei Ursula, terwijl zij «te armen om haar oude gouvernante sloeg en haar hoofd tegen mevrouw Jes- sop's schouder legde. John zag haar een oogenblik aaneen lange, wilde, begee- rige minuut, waarop hij mij heesch toe fluisterde: „Ik moet gaan." We namen haastig afscheid en gingen samen naar buiten in den kouden, gu- ren nacht, vol wind en storm. - -- HOOFDSTUK XVIII. De weken, welke hierop volgde, gingen gewoon voorbij; Ursula March woonde vlak bij ons. Zij was van haar neef weg gegaan en was komen wonen bij dokter Jessop en zijn vtouw. 't Was oen harde beproeving voor John. Geen van ons bei den was weer door mevrouw Jessop ge- noodigd. We konden haar geen ongelijk geven; zij had veel verantwoordelijkheid en Nor ton Bury was een verschrikkelijke plaats voor gebabbel. Verhaal na verhaal had reeds de ronde gedaan over „do ondank baarheid" van juffrouw March jegens haar bloedverwanten. De anecdote van „den jongen Halifax en den jonker" werd reeds op alle mogelijke manieren verteld, waar en onwaar door elkander. Ik sloeg John dagelijks gade met vrees en beven; want, hoewel hij niets zei de, een groote verandering had er in hem plaats gegerepon. Zijn kracht, de roem van een jongen man, begaf hem hij werd mager, zwak, en zijn oogen stonden onrustig. „Hoe heb ik 't met je, David?" zei ik eens op een avond tot hem, toen hij bin nen kwam, er slechter uitziende dan ge woonlijk ik wist wel waarom; want s Ursula en haar vriendin waren juist ons huis voorbij gekomen. „Ge zijt erg ziek, vrees ik?" „Heelemaal niet. Mij mankeert niets, in 't minst niet, laat mij met rustt" Maar oen paar minuten later vroeg hij mij excuus voor die scherp uitgesproken woorden. We stonden voor het raam en zagen naar buiten. ,,'t Is een heerlijke avond!" zei hij. „John!" en ik zag hem in 't gezicht. „Heb je iets van haar gehoord?" „Ja," steunde hij. „Zij gaat Norton Bury verlaten." „Goddank!" ontglipte mij. „Misschien moet ik ook zeggen, God dank. Dit zou zoo niet lang meer hebben kunnen duren of ik zou zijn bezweken." „John", zei ik. „Waarom, in plaats van dit stilzwijgen ie bewaren, gaat gij niet naar haar en vertelt haar alles?" „Daar heb ik ook aan gedacht een prachtige gedachte voor een armen leer jongen! Twee keer op verschillende avon den, was ik dwaas genoeg tot de deur van dr. Jessop te gaan, welke ik niet binnen gegaan ben want let wel zij heb ben mij sedert dien avond nooit meer gevraagd. Maar telkens, als ik zou aan kloppen, kwam ik tot mij zeiven en ging naar huis gelukkig, want nu heb ik mij niet aangesteld als een gek of een lafaard." Ik antwoordde niet. Helaas! Ik wist net zoo goed als hij, dat 't voor 'n jongen man van nog geen een-en-twintig jaar, een leerjongen, 'n groote dwaasheid was, de hand te vragen van een jonge dame, van wie hij niet zeker wist, dat zij hem beminde. Bovendien zou 't in het oog van de wereld weinig minder dan schur kerij schijnen voor oen straatarm jong menseh om te dingen naar een dame met fortuin, ook al was 't kleiner (de Brith- woods zorgden wel dat wereldkundig te maken) dan mor eerst dacht. Er was geen uitkomst, hoegenaamd! „David", steunde ik. „Ik wou, dat gij haar nooit gezien had." „Bedaar! Spreek zoo niet. Als ge alles boordet, wat ik van haar heb gehoord haar onbaatzuchtigheid, baar energiek, warm, edelmoedig hart! 't Is een zegen zelfs haar te hebben gekend. Zij is een engel neen beter nog, een 'vrouw! O, ik zou zulk een goede man kunnen zijn als ik haar tot vrouw had. Nu Hij stond op en liep haastig op en neer. Hij. zag er wild uit. „Kom, Phineas, gesteld we gaan haar tegemoet op den weg zooals ik haar bijna eiken dag ontmoet. Soms buigt zij alleen en glimlacht, soms steekt zij liaar kleine hand uit cn „hoopt, dat ik wel ben!" En dan gaan zo weer voorbij cn sta ik haar na te gapen als een idioot. Zie daar zijn ze!" Aan den overkant van den weg liepen mevrouw Jessop en juffrouw March! naast elkander te praten en to lachen, vroolijk zooals zij gewoon waren. Zij dachten in 't geheel niet aan ons. Alleen toen zij ons huis voorbij gingen, zag Ur-« sula even om. Zij zag niemand, want John trok mij van 't venster en ging zelf ook uit 't gezicht. Beiden verdwenen. „Nu, Phineas, alles is voorbij!" y „"Watr bedoelt ge?" „Ik heb haar voor 't laatst gezien." „Neen zij gaat nog niet heen." „Maar ik ik. ontvlucht don duivel. Hurrah, Phineas, jongen, laat ons een vroolijken avond hebben. Morgen ga ik naar Bristol en onder zeil naar Aukh rika!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1