Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LBIDSCHE COURANT
3tie JAARGANG. - MAANDAG 5 MAART 1923 - No. 886
Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
aE«Ne.igTSPfilJ6
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd rijn
Per ?/arlaai f2.5.0
P?r week f 0.19
F o per post per Kwartaal f2.90
V Verbinding van lijsten.
Ons worcU gevraagd of liet gewenscht
ii ij de a.s. Gemeenteraadsverkiezingen
c candidaten'iijsten met die van de
Christel. Historische Unie of van de
Staatk. Gereformeerde partij te verhin
den.
Het I.om'c ons voor, dat het niet aan
gaat hier een algemeene gedragslijn voor
te schrijven.
Veel hangt hier af van de plaatselijke
toestanden en verhoudingen.
Wat op de een plaats mogelijk is
en zelfs gewenscht moet worden geacht,
kan in een andere plaats ten eenenmale
ongewenscht zijn.
Alle speculatie moet hier vreemd blij
ven.
Do mogelijkheid bestaat echter, dat het
voor ieder duidelijk is, dat beide partijen
onmogelijk een zetel kunnen veroveren,
terwijl door verbinding der lijsten de ver
kiezing van een der candidaten verze
kerd is.
Id zulk een geval kan samenwerking
zeer gewenscht zijn.
Het kan ook voorkomen, dat door sa
menwerking, zoo goed als zeker de meer
derheid kan worden verkregen.
De eene partij kan b.v. rekenen op twee
zetels plus een overschot en de andere
partij op één zetel en een overschot.
Werkt men samen, worden de lijsteu
verbonden, dan kan ook een vierde can-
didaat worden verkozen, waardoor de
meerderheid is behaald.
Onder zulke omstandigheden verdient
het denkbeeld in elk geval ernstige over
weging.
In het algemeen pleit voor samenwer
king het feit, dat daardoor onderlinge
strijd wordt voorkomen.
Een algemeen advies kan hier ech
ter niet worden gegeven.
Ieder geval moet op zichzelf worden be
oordeeld.
V Huisbezoek.
Een van de meest belangrijke midde
len bij den verkiezingsarbeid is het
huisbezoek.
Het verspreiden van propagandablaad-
jes en verkiezings.courantèn en het hou
den van openbaro vergaderingen kan
goed en noodig zijn, maar wanneer daar
mee niet gepaard gaat het persoonlijk
bezoek, dan zal het bitter weinig vruchten
afwerpen.
Van veel beteekenis is, dat hiermee niet
tot het laatste oogenblik wordt gewacht.
Ook het huisbezoek moet worden voor
bereid.
Er moet gelegenheid zijn de propagan
disten behoorlijk te instrueeren.
Zij moeten worden gewapend, met pas
sende argumenten, opdat zij den tegen
stander kunnen antwoorden.
Daartoe kan ook het houden van sa
menkomsten, waarin de resultaten van
het bezoek worden behandeld en de voor
naamste bezwaren die men ontmoet, wor
den meegedeeld, dienstig zijn.
Er is dan gelegenheid elkaar te con
troleeren en voor te lichten en te bemoe
digen en te bezielen.
Met ernst dringen wij er bij onze kies-
vereenigingen op aan, inzonderheid aan
het huisbezoek, volle aandacht te schen
ken.
Men kan ook dc groote trom roeren.
In sommige plaatsen zal dit zelfs nood
zakelijk zijn.
Maar het stille, rustige overtuigende
persoonlijk bezoek, mag nergens ach
terwege worden gelaten.
STADSNIEUWS
Het tapverbod.
Het tapverbod is Zaterdag in werking
getreden, tot groote droefheid van vele
kroeghouders.
FEUILLETON
Vanhooger Orde.
Naar hefc Engelsch.
46)
„En John, vader?"
„John mag zich zelf te gronde richten,
zoo hij wil. Hij is z'n eigen meester."
„Dat ben ik altoos geweest," en dit ant
woord was minder trotsch dan droef.
„Ik zou te gronde zijn gegaan, al jaren
geleden, zonder de goedheid des Hemels
en uwe vriendelijkheid. Laat ons nu niet
twisten!"
„Uw eigen schuld, jongen. Waarom
blijf je niet in je stand? Wees een eerlijk
handwerksman, zooals^ ik ben geweest."
„En dat ik ook altijd hoop te wezen;
maar mijn beroep is niet mij zelf ik,
'John Halifax ben precies dezelfde in de
looierij als bij dokter Jessop. De eeno
toestand kan mij niet vernederen, noch
de andere mij verheffen."
„Wel?" en mijn vader liet van verba
zing zijn pijp vallen, „dan denk je, dat jo
heelemaal een heer bent?"
„Zooals ik u reeds zeide, ik hoop dat
te wezen."
„Geschikt om om te gaan, met'de groot-
flte lui in 't land?"
„Als zij dat willen en ik wil 't, sekerl"
Over 't algemeen toonden de vergun
ninghouders echter niet door uiterlij
ke daden hun misnoegen over het tapver
bod.
Bij een enkelen, den heer D. J. G. Speet
aan de Haarlemmerstraat stond in de
etalage een hoeveelheid sterke drang, be
dekt mot rouwfloers en daarop do woor
den: „Rust zacht tot Maandagmorgen".
Voorts had deze vergunninghouder het
volgende rijmpje voor de etalage gehan-.
gen:
Nu 't Tapverbod in werking gaat
En 't ons verboden wordt, docht niet door
staat,
Maar door onz' Vroede Vaderen,
Voel 'k mij verplicht er op te wijzen
Indien gij niet verdrogen wil
Door oorzaak van zoo'n droge gril
Of van verdriet zal grijzen, 'r
Dat gij ons wat ter wille zijt,
Doet uw bestelling steeds op tijd.
Kan het? Doet het Vrijdags nog,
Zoo niet? Een uur voor twaalven toch',
't Verbod hierboven toch bedoeld,
Verbiedt ons tappen en ook slijten,
Dus niet per glas, ook niet per maat,
Van Zaterdagsmiddag 12, tot Zondags
avonds laat.
Een glas of flesch met goede wijn
Zal steeds voor U voorradig zijn. y.
Ook zal op tijd een goed glas bier,
Wellicht U geven veel vertier.
De amtbenaron, belast met de naleving
der drankwet hebben het er ongetwijfeld
druk mede gehad. In twee gevallen,
waar het tapverbod werd overtreden, is
proces-verbaal opgemaakt.
Op aanwijzing van derden namen de
ambtenaren voorts een hoeveelheid ster
ken drank in beslag bij een verlofhouder,
die verklaard had voortaan sterken drank
te zullen verkoopen.
Noodlijdende kunstenaars.
Zaterdag 17 klaart a.s., des namiddags
te 2 uur, zodfc meldt men ons, zal het Ca
rillon van den Stadhuistoren zich doen
hooren. Het zal een melodie doen weer
klinken, getoonzet door Julius Röntgen
Sr. Zoodra het Carillon zijn lied zal heb
ben gezongen zal voor liet Stadhuis het
Zangkoor van de Mij. tot Bevordering der
Toonkunst, - aldeeling Leiden,-- hetzelfde
lied, getiteld: „de Torens zingen", gedicht
door Annie Salomons, onder leiding van
zijn vermaarden Dirigent, Anton Tierie,
ten gehoore brengen en het zal dien zang
op verschillende plaatsen in de stad her
halen.
Waartoe, vraagt men, het verschaffen
van dit muzikaal genot op straat? De
woorden van het gedicht, geven antwoord
op die vraag: „Reikt", roept de dichteres
toe, „aan den lijdenden kunstenaar de
hand." De kunstenaars, zoo beeldende als
andere, ook de Nedorlandsche, verkeeren
in nood! De Kunstgroep Bilthoven vestigt
in een circulaire, op dien steeds stijgen
den nood der beeldende kunstenaars en
musici, de aandacht. Steun is onmisbaar
en hulp op groote schaal een gebieden
de noodzaak. Door die circulaire aange
spoord, heeft bet Bestuur van het zang
koor der Mij. tot Bev. der Toonkunst,
afd. Leiden, gesteund door oenige dames
van het koor, een Comité gevormd, met
het doel, om, door het houden van eene
straatcollecte, gelden in te zamelen, ten
behoeve van de noodlijdende kunstenaars,
welke gelden zullen worden gestort in het
Fonds ten bate van Nederlandsche nood
lijdende kunstenaars en musici.
Het vespelen van het Carillon en het
zingen van het lied „de Torens zingen"
nu, zal dienen om de aandacht van de
Leidenaars te vestigen op de straatcollec
te. Do stem van toren en menschen zal
hen aansporen, hun steun te verleenen,
en zij zullen, niet te vregeefs, een beroep
doen op hun offervaardigheid. Ieder ge
ve naar zijn vermogen; het is plicht te
zorgen dat de kunstenaars niet ten onder
gaan. Leiden moge dan tevens toonen dat
liet de geheel belangelooze modewerking
„Jongen, jongen, je bent nog jong.
Maar dat zult go niet volhouden, dat zult
ge niet volhouden."' Hij klopte de witte
asch uit z'n pijp en bleef hoofdschuddend
zitten.
„Maar hoe moet 't morgen?" vroeg
John na een korte poos. „Ik zou kunnen
gaan, zonder dat u er van wist of 't hadt
toegestaan; maar ik wil 't liefst openlijk
doen. U weet, ik ben altoos openhartig te
genover u; u waart de vriendelijksto
meester en de trouwste vriend voor mij;
ik hoop, zoolang ik leef, vrede met u te
hebben en u nooit te bedriegen."
„John, waarom wil je toch naar die
groote lui gaan?"
„Niet omdat 't groote lui zijn; ik heb
andere redenen."
„Wees eerlijk, wat zijn die redenen?"
Hier was eenigo verlegenheid.
„Waarom kleur je, jonge man? Is 't
iets waar je je zelf voor schamen moet?"
„Voor schamen? Neen!"
„Wel, zeg de waarheid!"
„Ik wil ik wensch eerst te weten
voor mezelf of Lady Caroline Britkwood
goed genoeg is om onder haar leiding te
hebben iemand, die jong is onschuldig
en goed."
„Heeft zij zulk een? Een, die gij kent?"
„Ja."
„Man of vrouw?"
„Vróuw."
waardeert van het Toonkunst-koor en
zijn leider, welke waardeering tot uiting
moge komen door milde gaven.
Het Comité voornoemd bestaat uit do
dames: Mevr. Mr. A. v. d. Elst-Tak; Mevr.
Prof. N. J. Krom-v. d. Plas; Mevr. Mr.
E. A. Cosman-Mendes da Costa; Mej. G.
E. Filippo, Secretaresse; Mej. D. C. Meer-
Jyurg en Mej. Toos Gleuns en de heer en:
N. J. Brouwer, voorzitter; A. Uitten-
broek, penningmeester, N. Rijn 43a en G.
van Wijk, en is gaarne bereid reeds nu
giften in ontvangst te nemen.
Gemeenieraad.
Naar gemeld wordt, zal de heer S t ij n-
man (R.K.) niet opnieuw een candida-
tuur voor den Gemeenteraad aanvaarden.
Naar ons gemeld wordt, bestaan er
plannen om hier te komen tot de oprich
ting van eene Kiesvereeniging van Prote-
stantsch Christelijke kiezers. De bedoeling
"zou meer speciaal zijn een organisatie van
Christelijke arbeiders.
Zaterdagavond te omstreeks 11 uur
is de heer G. A. E., wollende aan de Hoo-
gewoord alhier, door een motorrijder aan
gereden, mét het gevolg, dat hij kwam te
vallen en zich vrij ernstig bezeerde. Zijn
kleeren werden daardoor gehavend. Tegen
den bestuurder van het motorrijwiel, ge
naamd M. B., landbouwer, wonende te
Leimuiden, zal ter zake van het woeste
rijden en het daardoor veroorzaakte onge
val proces-verbaal worden opgemaakt. Ge
noemde B. trachtte na de aanrijding hard
weg te rijden en bekommerde zich niet om
zijn slachtoffer, maar werd door eenige
personen vastgegrepen, zoodat hij ver
plicht was zijn motorrijwiel te doen stil
houden.
Bij de politie alhier zijn inlichtingen
te bekomen omtrent een hond (Duitscko
Herder) voorzien van lederen halsband
met beslag.
De 8-jarige jongen L. F. beeft zich
weder schuldig gemaakt aan diefstal en
wol ditmaal van een rijwiellantaam uit
eon bankgebouw. Hij schijnt er zijn werk
van te maken huizen en openbare ge
bouwen, wanneer dit mogelijk is, binnen
to gaan en daar weg te nemen alles wat
van zijn gading is.
Zaterdag is een valscho rijksdaalder
in beslag genomen, die op de markt in
betaling was aangenomen. Het muntstuk
is zeer slecht afgewerkt en kan gemakke
lijk, ook door niet vakkundigen, doordat
kleur en gewicht groote afwijking vertoo-
nen, van een echten rijksdaalder onder
scheiden woeden.
Aan het bureau van politie zijn Za
terdag twee portemonnaies gejleponeerd,
op den openbaren weg gevonden. Vermoed
wordt, dat zakkenrollers weer bezig ge
weest zijn op de markt, en dat deze daar
na do portemonnaies van liaron inhoud
ontdaan hebben weggeooid. Echter is tot
heden geen aangifte van zakkenrollen bin
nengekomen.
Mej. M. J. v. H. heeft aangifte ge
daan, dat zij Zaterdagavond op de Haar
lemmerstraat is mishandeld geworden door
A. R., die haar met een koffertje een
slag in haar gelaat zou hebben gegeven.
De liefde bij A. IL, een gewezen verloofde
van Mej. v. H., schijnt veranderd te
zijn in haat.
Door C. v. d. K. is aangifte gedaan,
dat gisteravond 4 ruiten van zijn woning
door een onbekende zijn vernield.
Het bestuur der Gercf. Sclioolver-
eeniging alhier heeft met het oog op den
omvangrijken administratieven arbeid
welke het beheer der vier scholen den
Mijn vader zag John recht in de oogen;
liard als die blik was, meende ik er toch
een wónder medelijden in te ontdekken:
„Jongen, ik dacht 't wel. Gij hebt de
vloek van eens man's leven gevonden
de vrouw!"
Tot mijn verbazing antwoordde John
niets.
„Voor den dag er mee! Wie misleidt je?
Is 't om een huwelijk te doen of al
leen
„Houdt op", riep John met z'n gezicht
vol vuur. „De dame
„Is 't een dame! Nu begrijp ik, waarom
je zoo graag een mijnheer wildet we
zen."
„O, vader hoe kunt u?"
„Dus jij weet 't ook ik zie 't aan je
gezicht wilt ge een tweede keer door
hem worden misleid! Maar dat zal niet
gebeuren. Ik zal je achter slot en grendel
sluiten vóórdat je je zelf le gronde richt
en schande brengt over je vader!"
Dit was moeilijk uit le staan, maar
John nam mijn hand en fluisterde mij in,
dat ik mijn geduld niet moest verliezen.
„Mijnheer, u heeft 't mis. Phineas heeft
met deze zaak niets uit te staan. Hij is
geheel onberispelijk en ik ook, als u alles
iioordet."
„Vertel mij dan alles; eer is stoutmoe
dig schande alleen houdt zich stil!"
„'t Doet niemand kwaad als ik daar-
laatsten tijd vordert besloten, over te gaan
tot benoeming van een vasten administra
teur.
In zijn laatst gehouden vergadering is
door het bestuur als zoodanig benoemd,
de heer D. Nieuwenhuis.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
in do week van 25 Febr. tot en met 3
Maart opgenomen: 183 volwassen perso
nen en 14 kinderen; totaal 197.
Aan liet jaarverslag van de vereeniging
tot voortdurende ondersteuning der nage
laten betrekkingen van verongelukte vis-
schers der reederijen te Katwijk aan Zee
en Noord wijk aan Zee, ontleenen wij het
volgende:
Gedurende het boekjaar 1922 werd ont
vangen:
Aan rente Grootboek f 2320.88.
Aan rente Spaarbank f 87.97.
Aan geïncasseerde coupons f 89.70.—
Aan contribution f 258.75.—
An rente Amsterd. Bank f 84.72.—
Totaal f2842.02
Uitgekeerd werd een bedrag van f 3888
aan 20 weduwen en 22 weezen.
Gedurende de zomermaanden ontving
een weduwe per week f2.50 en gedurende
de wintermaanden f 4.en voor een kind
gedurende de zomermaanden f 0.25 en
gedurende de wintermaanden f 0.50.
Benevens een Kerstgave van f 10.
De vaandrig H. P. van der Tak, alhier
tot arts bevorderd, is bestemd tot reser
ve officier van gezondheid bij de lands-
macht.
Tot hoofd der nieuwe bijzondere school
te Papekop is benoemd do heer F. Steen-
beek, alhier.
B3NNENL AÉÉO
Prov. Comité van -Anti-Rev. Kiesvereen.
in Zuid-Holland.
Onder voorzitterschap van den heer H.
de Wilde, die met gebed had geopend,
kwam Vrijdagmiddag genoemd comité lo
Rotterdam met de plaatselijke leiders in
Zuid-Holland bijeen.
Voor de druk bezochte vergadering gaf
hot Tweede Kamerlid, de heer J. Schou
ten in zijn onderwerp „Organisatie en
propaganda" aan, hoe gehandeld en ge
werkt moet worden met 't oog op den ko
menden Statenstembus.
Spr. wilde onderscheid zien gemaakt
tusschen de plaatselijke organisatie en
die over de kieskringen, waarbij Spr. uit
voerig beider taak uiteenzette.
Elk kieskringbestuur heeft den arbeid
der plaatselijke organisaties nauwkeurig
na te gaan en uiterlijk 20 Maart rapport
te ontvangen.
Al wordt echter de organisatie perfect
gemaakt, het is alles niets, als bezieling
ontbreekt. En aan bezieling ontbreekt
nogal iets.
Ook heeft men de dingen op politiek
terrein locaal te weinig bestudeerd.
Spr. wilde do propaganda onderschei
den in propaganda, die behoud bedoelt
en propaganda, die bedacht is op uitbrei
ding. Spr. was van meening dat de eerste
veel sterker dient gevoerd dan de twee
de, wat uitvoerig werd geïllustreerd.
Na kort de weldaad van een rechtscho
meerderheid in de Prov. Staten te heb
ben aangetoond, vestigde Spr. de aan
dacht op de militaire kwestie, de sociale
wetgeving en de financieele kwestie.
Spr. toonde aan, dat uit de verslagen
van vredescongressen enz. heel wat
strijdmateriaal ten opzichte van eerstge
noemde tegen de demagogen van links is
aan te voeren.
Op sociaal en politiek gebied kunnen de
oud-liberalen niet de leidslieden zijn. Hun
standpunt is lijnrecht in strijd mot dat
voor uitkom; zij weet 't niet en beant
woordt die liefde niet." En terwijl John
dit langzaam en plechtig zeide, week hij
een stap achteruit en ging zitten.
Mijn vader was zeer bewogen. De He
mel weet, welke geesten uit het verleden
voor hem opkwamen en aan het hart van
den ouden man klopten. Wij zwegen al
len een geruimen tijd, toen zei mijn va
der:
„Wie is zij?"
„Dat zou ik liever niet zeggen Zij is bo
ven mij in stand."
„Ah,"„Maar je zult jo toch niet
vernederen en je vrede vernietigen
voor je geheele leven? Je zoudt haar toch
niet willen trouwen?"
„Ik zou als ze mij had liefgehad.
Zelfs nu, indien ik op een eerlijke ma
nier tot haar stand opklimmen cn zoo in
staat zal zijn haar liefde te winnen
wil ik haar trouwen!"
„Doe zooals je denkt, dat 't beste is en
God helpe je!" zei hij vriendelijk. „Moge
je verlangen je nooit tot een vloek wor
den! Wees niet bang jongen, ik zal je
geheim bewaren."
„Ik wist, dat u dat zoudt doen."
Men stapte van 't onderwerp af. Mijn
vader stak z'n pijp. weer aan en blies de
rookwolken, stil en -droevig voor zich uit.
Jaren daarna, toen alles, wat er van
Abel Fletcher restte, een groene boon
AitlVERTEtaTflE.PtMJS
Gewone advertentiën per regel 22'A cent,
I Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief;
•Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, wordea
flp'reliil-s per>!«r»fst. ad PO f.
Aan het Zoeklicht
Leiden 5 Maart 1923.
Belastingheffen is ook al niet ieders
werk.
Dat is te Gouda gebleken.
Mijn had de zaakjes zoo mooi voor el
kaar.
Do schippers zouden betalen en de
burgerij zou genieten.
Maar de schippers pasten.
Zij lieten Gouda eenvoudig links Jiggen.
Verschillende booten die goede bin
dingen gaven bleven weg, tot groote scha
de van de fabrieken en allen, dia er bij
betrokken zijn.
't Werd zoo erg, dat de Kamer van Koop
handel, zich er mee is gaan bemoeien, en
aan de Vereeniging tot Behartiging van
de Stoomvaartbelangen de vraag voorleg
de, of de bootverbindingen niet verbeterd
kunnen worden.
Het antwoord bleef niet uit.
De schipper, zoo heette het, moet maar
botalen, hij vervoert oneindig veel meer
dan de spoorwegen, en deze worden op al
lerlei manieren bevoordeeld, tot zelfs met
millioenen uit de Rijkskas. Verlaag de be
lasting, want het aanloopcn van Gouda is
verlies.
't Is weer het oude liedjo.
Die liet onderste uit de kan wil hebben,
beloopt do kans. het deksel op den neus to
krijgen.
OBSERVATOR,
van Kuyper, Groen en Bildcrdijk. De
bindendvcrklarïng van het coll. arbeïds-*
contract heeft dat weer eens bewezen.
Ook wat de financieele kwestie betreft
moeten we zorgen geen sleepboot te wor*
den van 't lekke liberalo bootje
Laat ons, dus eindigde Sur. innerlijk
rustig ons werk doen en in ons werk een
stuk redelijke godsdienst zien.
Een enthousiast applaus volgdo op deze
rede.
F.cenigcu aanwezigen stelden vragen
welke door Spr. uitvoerig werden beanU
woord.
Na een oogenblik oauze bracht de oude
voortrekker, D s. G. W. J. van Lum-
m e 1, van Zuidland, in een rede, tintelend
van geestdrift, het ouvje adagium van
Groen: „Tegen de revolutie het Evangelie"
naar voren.
Spr. wees op de macht van het mate-»
rialismo in onze dagen, hoe het ons te
genwoordig wereldleven verpest en lioo
ook de christen van dien geest dor eeuw-
wel degelijk een stoot mee krijgt. Moeilijk
is do grens tusschen het persoonlijk en
het algemeen belang en elk geval dient
bijzonderlijk een voorwerp ie zijn van
ernstig onderzoek.
Bij de komende verkiezingen moet weor
de leuze: „Tegen de revolutie het Evange
lie" op den voorgrond staan.
Spr. wees in dit verband op een groots
gevaar dat ons bedreigt bij de bestrijding!
der soc.-dem., n.l. ee nier school gaan biji
do liberalen, speciaal bij de pers v«n|
Nijgh, die nooit anders dan zich schuU]
dig gemaakt heeft aan draaierij. Laten
we de oud-liberale fractie geen kans meer!
geven!
"Wat de sociale wetgeving betreft, zeer.'
zeker valt er te bezuinigen, maar wo mw|
gen niet staan op intrekking van maat
regelen. welke liggen in de lijn rm ons
christelijk sociale politiek. Wij moeten on-<
ze argumenten niet ontleenen aan de oud-*
liberalen tegenover de soc.-dem. We heb
ben niets van hen te leeren noch van de
soc.-dem.
Ook dit jaar gaan we weer met courage
vooruit met liet oude adagium van!
Groen: „Tegen de revolutie het Evangc-:\
lie".
Een hartelijk applaus beloonde den)
spreker.
De voorzitter merkte op. hoe er. i
was, naast een andere, op do begraaf
plaats der „Vrienden", hoorde ik wat
geheel Norton Bury, behalve ik, lang
wist dat mijn arme moeder, dat jonga
en onbezonnen schepsel, wier huwelijks*
leven zoo ongelukkig en kort was geweest*,
een geboren „damo" was.
HOOFDSTUK XVII.
Mevrouw Jcssop's salon, rossig besclus
nen door 't haardvuur, schitterend van 't
licht van waskaarsen; enkelo vrouwen,
gekleed in dof kleurige, gaasachtige japon-i
nen; enkele mannen met blauwe jassen,,
gouden knoopen, gele vosten, en glim-\
lachend dit was alles, wat ik opmerk-
te van dit tooneel, dat ganscU cn al nieuw J
voor mij was.
Do vrouw van den dokter had ons l
plechtig voorgesteld aan al haro gasten, I
zooals toen 't gebruik was, vooral op zul-; f
ke kleine, gezellige soupers. IIoo zij on3
begroetten herinner ik mij niet; alleen j
herinner ik me, dat mevrouw Jessop lui-:j
de en met een glimlach om don mond
zei
„Mijnheer Halifax, 't is erg vriendelijk f
van u, dat u gekomen zijt; Lady Caroline*
Brithwood zal «verrukt wezen; zij wil zoff
gaarne met u kennis maken."
(Wordt vervolgd.)