Tweede Blad Eaterriag 24 Februari 1923 Grn uw welbehagen te doen. Ik Ixeib lust, o mijn. God, om Uw i welbehagen le doen; cn Uwo wet is i -.r in het midden mijns ingewands. 1 Ps. 40 9. Twee waarheden worden in de Heilige Schrift ons met groote duidelijkheid ge openbaard. Vooreerst dat wij allen ge zondigd hebben, de heerlijkheid Gods derven, en voor eeuwig doemschuldig zijn. En dan dat de Heere onze God al- zoo lief de wereld gehad heeft dat Hij aan haar Zijn ééniggeboren Zoon tot een Heiland en Verlosser geschonken heeft. Daar is een eisch van het recht Gods •waarvan niet kan worden losgelaten, doch er is ook een drang van Goddelijke liefde dio groot en heerlijk is. Het recht van God den Heere eischt met majesteit als straf voor de bedreven zonde liet von nis des doods, des eeuwigen doods, bei do naar ziel en lichaam. En de eeuwige liefde Gods schenkt den Borg en Middelaar dio '/oor ons on in onze plaats de schuld be taalt, de zonde verzoent en al de straf draagt. Het recht Gods eischt dat, waar de zonde intrede deed, de dood als straf er voor zou volgen. Zonde-en dood zijn niet fe scheiden. De bezoldiging der zonde is de dood. Doch reeds in het Paradijs openbaart zich het wonder der genade dat God de Heere wel de zonde straft, maar zich over den zondaar ontfermt. Het bloed der offerdieren vloeit, en de naaktheid van Adam en Eva wordt met de vellen der dieren bedekt. Zinrijke ge beurtenis van zeer diepe beteekenis. Israël, dat leefde bij de wet der cere moniën, heeft alle eeuwen door, hij de of feranden in tabernakel en tempel, ge hoord van den eisch des rechts, als daar vlooide het offerbloed in liet Heiligdom, docli ook van de betooning der <*enade, dat niet het bloed van den zondaar, maar dat van het geslachte offerdier mocht vloeien. Mar tochbet is onmogelijk dat bet bloed van stieren en bokken de zonde wcgncmo. De mensch had gezondigd, en aan den eisch van het recht Gods kan niet vol daan worden door het offer van een on schuldig dier. maar alleen door het offer -van oen heilig en rechtvaardig menscli. Dio volmaakt rechtvaardige en heilige onder do kinderen der menschen, die nóchtans sterker is dan alle schepselen, die o o k waarachtig God is, is onze Hee re Jezus Christus, de Messias. En Hij, kóüienuo in deze wereld, beta'"4 door don mond der profeten: Gij hebt geen lust ge had aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt Mij do ooren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gii niet geëischt. Toen zeide Ik; zie Ik kom, in- de rol des Books is van mij geschreven. Ik heb lust, o mijn God, om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns inge- wands. De Christus Gods is het éêuige en waarachtige Lam dat de zonde der we reld wegneemt. Hij is om onze overtre dingen verwond, de straf die ons den vre de aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Het is de dwaasheid en de zonde van het Joodscho Israël geweest, te gelooven aan de verzoenende waardij van het dier- offor. Het is de genade aan het waar achtig en geestelijk Israël geschonken, te kunnen en temogen gelooven, dat al leen hot bloed van Christus Jezus reinigt van allé zonden. Doch, nu wij weer 'in de stille lijdens weken leven, en door Gods vrome volk in den lande met diepe ontroering in het harte overdacht wordt, al wat over den Zoon des menschen gekomen is, toen het de ure en de macht der duisternis was, au voegt het ook ons dat lijden en ster ven, met het oog des geloofs, te beschou wen als het groote en éénige schuld- cji. Zoenoffer, waardoor aan de gerechtigheid Gods volkomen is genoeg gedaan, en waarbij Gods genade zoo heerlijk schit tert uit den hooge. Het lijden en het sterven van den Man ranSmarte hebben wij te bezien ook in FEUILLETON, Van hooger Orde. Naar het Engelsch. il) In mijn schrik riep ik luide John's Saam maar er kwam geen antwoord. 15; ging blindelings voort, terwijl ik i"n ailjn wanhoop luid riep. Ton slotte strui kelde ik en viel. Er kwam iemand met 'arootc sprongen op mij af en nam mij op. „O, David David!" „Phineas, zijt gij 't. Ben je naar bui- csn gegaan in dezen donkeren nacht Waarom deed je dat?" Zijn zachtheid over mij, zelfs toen, haakte me week. Ik vergat, dat ik een öan was, ik viel hem om den hals en woonde. Ik had er later echter geen spijt win, want ik denk, dat mijn zwakheid hem kracht gaf. Ik denk, dat 't goed voor hem was, te midden van de vlaag van hartstocht, welke hem pijnigde, te gevoe len, dat hij een vriend en broeder had, die hom lief had met een liefde, gelijk die van Jonathan, „vrouwenliefde te bo- wm gaande." »Ik heb zeer verkeerd gedaan," zei hij, gebroken stem. „Maar ik was mij zelf niet. Ik ben nu beter kom, Iaat °ns naar huis gaan." het licht van dit woord: ïk heb lust, mijn God, om Uw welbehagen te doen, en Uwo wét is in het midden mijns inge- wands. Het welbehagen Gods ging niet uit naar het bloedig dieroffer. Er was geen sprake van, dat het geschonden recht Gods daardoor gewroken zou zijn. Op het altaar van Gods recht en majesteit moest vloeien het bloed van een heilig men- schenkind. Alleen dan zou gejubeld kun nen worden: de schuld Uws volks hebt Ge uit Uw boek gedaan, en Gij ziet geen van hunne zonden aan, de hitto van Uw gramschap is gebluscht. En dat offer is aan het Kruis van Golgotha gebracht door den lijdenden Borg eri Middelaar, die al onze schuld op Zich geladen, al onze zonden gedragen heeft, en die daar om van dat kruis zoo heerlijk en tot zoo zalige vertroosting van al Gods volk triomfeerend heeft uitgeroepen: liet is volbracht. En toch, toen in Gethsemané het Hitte re' en zware lijden een aanvang nam, on de lijdensbeker, gevuld met den wijn van den toorn Gods tégen de zonde van het gansche menschel!jk geslacht, aan Jezus lippen werd gezet, toen kwam er een angstwekkende huivering over de ziele van Jezus. Hij werd verbaasd en zeer beangst. Als een worm en niet als een man lag Hij met Zijn aangezicht ter aarde, biddende en smeekende met den heiligs ten aandrang tot driemalen toe: Vader, indien het mogelijk is dat deze drinkbeker van Mij voorbij ga. Hoe hebben wij dan te verslaan: Ik lieb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen, en Uwe wet is in het midden mijns ingewands. Ach, broeder en zuster die met zooda nige vraag in uw peinzend harte bezig zijt, ga naar Gethsemané, en luister daar met stillen eerbied en diep ontzag naar liet woord van volkomen onderwerping van uw Borg aan den wil des Vaders doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt! Ja waarlijk, er is bij onzen Heiland oen vrijwillige, een volkomen overgave aan het bittere lijden des doods, om het welbehagen Gods te volbrengen. Hij is gehoorzaam geweest, tot den dood, ja tót den dood des kruises. Dat gaf aan het zoenoffer op Golgotha die groote waardij. En daarin ligt uw heil en zaligheid, o, kinderen Gods, die tot in alle eeuwig heid het blijde lied der zalige verlossing eens zult zingen voor den troon van het Lam. DE WEG. De weg ten hemel is geen effen baan met veil'gend lommer voor ons zelf- [bohagen, waarlangs met vrome woorden en met [waan wij d' afgod van ons ik naar boven [dragen. De weg is Christus^! Christus heeft [bestaan té kiezen 't harde pad der oordeelsla^ [gen, en wie met Hem Gods vree wil binnen baan moet achter Hem z'n aardschen vrede [wagen. En 't lijdzaam volgen in dien wond'ren [stoet, dien boelgezang en zucht en kruisén [schuren langs stronk en steen bij duister kennen [doet, dat leert de ziel in onheilzwang're [uren, dio Gods Gena genade baren doet, wier wee z' allengs in wellust leert [verduren. Seerp Anema. El SCHOOL NED. HERV. KEEK. Beroepen. Te Eethen: D, van Lut- tervelt te Blauwkapel; te Staphorst; J. Kraaij te Gorinchem. Aangenomen. Naar Hontenisse (toez.): J. W. Maas Wzn., te Gapinge. Bedankt. Voor Zeist: W. J. van Lok horst te Bennekom. GEEEF. KEEKEN. Beroepen. Te Gorredijk cn to Oos- lerzee: C. van der Woude, cand. te Sncek. CHE. GEEEF. KEEK. Tweetal. Te Amersfoort: G. Salo mons te Bus sum en H. Velema te Kam pen. Hij sloeg z'n arm om mij heen en bracht mij veilig thuis. Hij ging zelfs bij 't vuur zitten om mot mij te spreken. Welke strijd daar ook geweest was, ik zag, dat deze nu gestreden was; hij zag er weer uit als zichzelf alleen) zeer, zeer bleek, en sprak met z'n gewone stem. „Zij gaat morgen hoen, is dat zeker, Phineas?" „Ik geloof van wel. Zult ge haar nog zien?" „Als zij het verlangt." „Zult gij haar iets zeggen?" „Niets. Al heb ik ook voor oen oogea* blik de waarheid niet kennend of er niet aan denkend, gemeend, dat ik alle hinderpalen zou kunnen opruimen ik zie nu duidelijk in, dat zelfs van zoo iets te droomen mij een dwaas maakt mis schien nog erger een lafaard. Ik wil geen van beiden wezen ik wil een man zijn!" Ik antwoordde niet; hoe zou men op zulke woorden kunnen antwoorden? kalm gesproken, hoewel elke lettergreep een deel van zijn hart als moet hebben uitgerukt. „Zei ze nog wat tegen je? Vroeg zij niet waarom ik zoo haastig weg ging, dezen morgen?" „Dat deed ze; ik zei, dat gij zelf haar wellicht de reden wel zoudt meedeelen." Br. KAKfURG'S KI?<"ABRÜFPELS hebben een zeer nüttige uil werking bij zwak te der zenuwen en der spijsverteeiingsorpanen. £047 w.g. Prof. Dr. med. Risom, Kopenhagen „Zoo wil ik. Zij moet niet langer in on wetendheid blijven aangaande mij on mijn positie. Ik zal haar de gansclie waarheid zeggen behalve één ding. Dat behoeft zij nooit to weten." Ik giste door door zijn gebroken stem, wat dat „ééne ding" was, dat hij voor niets achtte maar dat, naar mijne meening, elke goede vrouw alles waard zou hebben geacht de belangelooze gift van de liefde van een braaf man; een liefde, in zulk een karakter als 't zijne, welke eens opgevat, levenslang duren zou. En zij zou 't niet weten! 't Speet mij 't speet mij zelfs voor Ursula March. „Denk je niet, dat ik gelijk heb, Phi neas?" „Misschien ik kan 't niet zeggen gij weet 't zelE 't best." „Juist," zei hij flink. „Er is geen hoop mogelijk voor mij er blijft mij niet an ders over dan stil te zwijgen." Ik was 't niet geheel met hem eens. Ik kon niet inzien, dat voor eenig jong man, pas twintig jaar oud, met de gansche we reld voor zich, eenige liefde absoluut ho peloos wezen kon vooral voor een jongo man als John Halifax. Maar zooals de zaken stonden achtte ik 't beste hem aan zich zelf over te laten en hem geen raad ite geven of mijn meening te zeggen; ik Lxewaarde dus een volmaakt stilzwijgen., John verbrak dit cn sprak als tot zichzelf Augustus, Vèrinocdelijk ook een gedeelte van Juli 'cn. cukcJo dagen in September. Aanmelding voor April bij den inspec teur M. O. mr. J". H. Thiol, Nassau Dillen burgerstraat no. I, te 's-Gravenhage. BBffsaggaggawr mBSigEBBMBa&aMmassBBtgmgicsgBE „Te denken, dat z ij dat deed die eerste vriendelijkheid jegens een armen Jongen, zonder vrienden. Ik heb 't nooit vergoten nooit, 't Deed mij meer goed dan ik zeggen kan. En die schram op baar arm haar lieve, kleine, zachte arm, hoe zou ik dezen mQrgen de ge- heele wereld hebben gegeven om Hij brak plotseling af als bij instinct door een soort van gevoel, dat elk goed man beeft dat de heilige hart stocht, de innige teederheid van zijn lief de, geheel en al blijven moet tusschcn hemzelf en de vrouw, die hij verkozen heeft. Ik begreep, dat er in zijn hart een ver langen was gegroeid, sterker dan vriend schap sterker dan de hechtste band van broederlijke liefde en ik weet 'bijna niet waarom ik zuchtte. John keerde zich om „Phineas, je -moet niet denken omdat dit is gebeurd, dat je zelf wel begrijpen zult je moet niet denkon, dat ik ooit minder zou gaan gevoelen voor mijn broeder." Hij sprak ernstig hartelijk en wij drukten elkander stilzwijgend de hand. Ik denk dat wij deze keer .elkander goe den nacht weDgchten als pooit lo voren, gevoelend, dat de beproeving, yopx.onze Vriendschap r; gekomen was én voorbij gega?n tvasye11idal rad yd.," a ieder onzer ook ooit gebo. ckn zoude Wo kunnen niet nalaten tegen deze op- v; -;-'3 r te uiaLen, omdat we haar noodlo'. :;g:n invloed, achten op ons polnick© en parlementaire leven. 'Wil een staatscommissie tot een compro misvoorstel besluiten,- ons wel. Maar dan zonder verdere consekwentio voor de po litieke partijen, welker richting in zoon commissie vertegenwoordigd was. Wij ontzeggen aan een of meer perso nen het recht om op deze wijze een hoela parlementaire fractie en een gansche po litieke partij te kunnen binden. Nam 'n dergelijke opvatting do over hand dan werden compromissen nog veel slechter dan zij in den regel toch ai zijn, omdat zij dan tot gevolg zouden hebben, dat in de Volksvertegenwoordiging princi- pieele politiek op een bepaald punt onmo gelijk word gemaakt, gebonden als men zou zijn door handelingen van geachte geestverwanten, die geheel naar eigoa inzicht handelden en besloten, 't Zou bo vendien al spoedig de dood in den pot wor den voor heel bet politieke leven ook. Van zulk een compromissen-politiek, die in den regel bepaalde politici in de Ka mer niet meer geheel vrij doet staan, wil len we mets weten. JDe ervaring met het onderwijscompromis in de z.g. pacificatie- commissie, is in staat om van deze metho de van behandeling van politieke aange legenheden voor goed af te schrikken. Zij is uit den booze. „Met compromissen in een Staatscom missie heeft de Regeering, beeft de meer derheid en heeft ook de minderheid niets te maken. Zij kunnen noch mogen Regee ring cn Kamer binden, direct noch indi rect, zonder op zeer bedenkelijke wijze do verantwoordelijkheid weg te nemen van de plaats, waar zij thuis behoort". We zijn het met deso uitspraak van den Haagschen briefschrijver in „de Tijd" vol komen en van harte eens. Wat ons betreft moge dan ook cie eind stemming over do Bioscoopwet tevens be tekenen een vonnis over het „coinpromis" in Staatscommissies. Vier miliioen en drie ton. Het Maandschrift bevat een inter- ressant artikel van Mr. P. A. van Tooren- burg over do werkloosheidsverzekering. Wij kunnen, zegt Patrimonium, niet alle cijfers overnemen. Slechts op een paar gegevens willen wij de bijzondere aan dacht vestigen. Het aantal verzekerden steeg van 43.000 op 1 Januari löll tob 398.300 op 1 Januari 1921. Sedert trad een daling in. Op 1 October 1922 was het aantal verze kerden 342.300. De groote sprong wc/d gemaakt in d8 jaren 1919 en 1920. Van groot belang voor do waardeering der werkloosheidsverzekering zijn do bij dragen der arbeiders. Voor do inwerkingtreding van het werk loosheidsbesluit 1917 kwam voor rekening van do kassen f 335.700 in 1913, f 905.400 in 1014, f 146.200 in 1915, f 103.700 in 1916, f263.900 in 1917 en f45.200 in 1913. De lij- dragen der leden van volgens genoemd be sluit gesubsidieerde vereenigingen belie pen: ia 1917 f48.400, in 1918 f497.300, in 1819 f 1.152.500, in 1920 f 2.704.200, in 1921 f 3.252.600 en in 1922 (schatting) f 4.300.000. In 1922 hebben do arbeiders dus 4 mil li- oen en 3 ton gecontribueerd. De critici van de werkloosheidsverzeke ring mochten voor praestatie wel meer waard -enen i3E7«£T' d'GSKOSTEN. Volgens gegevens, vervat in een binnen kort verschijnende studie over dc Geschie denis der Duitschc bezetting in Frankrijk in 18711873, door Karl Linnebach, welke op nauwgezette studio van het archief materiaal berust, duurde de Duitschn be zetting in Frankrijk van 3 Maart 1871 tot 16 Juni 1873, dus 30} maand. Zij omvatte eerst 19 departementen, doch beperkte ziek na vier maanden tot zes Oostelijke departementen en Belfort en kostte aan Frankrijk ih tótaal ongeveer 341.000.000 francs, waarvan 294.000.000 kwamen voor het onderhoud cfer troepen. Iedere man kostte per dag 3.31 francs. Daarentegen belooppn do kosten der te genwoordige bezetting van het Rijngebied eveneens over 30} maand, cn zonder reke ning te houden met het later bezette „sanclie"-gcbiecl, ongovecr 6025.000.000 goud francs, wat per soldaat, der bezettingstroe pen per dag 33.S3 goud franca beteekent. Twee maanden van de huidige Rijnland- bezetting kosten ongeveer 395 milioen goud francs, dus 5-1 millioen meer dan de ge- heele Duilscho bezetting in Frankrijk van 1871 tot 1373, worden, onze beide harten aan elkander zonden verknocht blijven tot den dood! Dö volgende morgen verscheen zooals ik zoo menige morgen te Endorlcy heb zien verschijnen mistig en grijs. John. riep mij om een „wandeling to £aan ma ken; zijn stem klonk buiten raijn deur. zoo vroolijk, dat ik verheugd opstond en meeging. John zag er tevreden uit of 'tenminste geheel gekalmeerd. Wo kwamen dicht voorbij 't kerkhof cn zagen beiden onwil lekeurig naar een hoop verschc aarde van een nieuw gedolven graf. Er stond iemand bij. Ook als ik haar niet hor kend had, zou toch John's manier van doen mij verteld hebben, wie 't was. Hij werd doodelijk bleek zijn rustigheid was verdwenen elke spier trilde in z'n gezicht. „Zullen wo weggaan?" fluisterde ik, „een lange wandeling maken? zij zal Ro* so Cottage spoedig hebben verlaten." „Wanneer?" r» ..Voor den middag, hoordo ik. Kom, Da-* vid!" j Hij liet mij de arm in de zijne stoken j en zich con paar passen meo troonen, maar keerde zich toen om. ..Ik kan niet, Piu'ner.ik kan niet! Ik moot haar nog oens zienvoor eon oogenblik J kleip' QftgenbUk".^^v GEEEF. GEMEENTEN. Tweetal. Te AmsterdamA. de Blois, cand. te Vlaardingen en H. A. Mindennan te Dirksland. Beroepbaar verklaard. Do heer W. Doorenbos, Theol. cand., to Groningen, is in de gehouden vergadering van de classis Groningen praeparatoir ge- oxamineerd en met algemetne stemmen in de Geref. Kerken beroepbaar verklaard. Evangelisatie. De lieer G. B. Wurth, theol. cand.die reeds Evangelisatie-arbeid to Santpoort verricht, heeft thans op verzoek en onder leiding van den Kerkeraad der Geref. Kerk van Haarlem een aanvang gemaakt met bet Evangelisatiewerk te Spaarndam. Dr. J. C. Flach. Dr. J. C. Flach, uitgezonden door de Geref. Kerk van Utrecht naar Poerwored- jo, die vandaag weer met zijn gezin naar zijn arbeidsveld hoopt te vertrekken, heeft Woensdagavond te Sceek afscheid geno men van vele vrienden en, bekenden. In do consistorie der Noorderkerk heeft Ds. D. Koopmans hem en de zijnen een af scheidswoord toegespi-oken naar aanleiding van Ps. 27: 14. Mevrouw de Waal-Rcden- huis sprak als afgevaardigde van den zusterkring, waarna Ds. H. M. Dethmers de rij van sprekers kwam sluiten. Nadat Dr. Flach dank gezegd had voor de vrien delijke attentie, kwamen velen nog per soonlijk van hem cn zijn gezin afscheid nemen. Geloofsbelijdenis en Liturgie. Te Zwolle is in den Kerkeraad der Ge ref. Kerk door het ministerie (van predi kanten) rapport uitgebracht over het voor stel van oen broeder, om in de avondgods dienstoefening na het lezen van de Twaalf Artikelen de3 Geloofs, telkens écn artikel te lezen van de 37 Artikelen-van de Belij denis des Geloofs. Geadviseerd werd hierop niet in le gaan. Blijkens de „Bazuin" werd con form het advies der predikanten besloten. Men weet, dat er in Zeeland Kerken zijn, die bovenbedoelde gewoonte volgen. Allemaal hetzelfde lecren. G. M. te Gr. schrijft in „De School m. d. Bijbel": ,-Dat is nu een van do lastige dingen, waarvoor de school ons plaatst: w© willen zoo graag do kinderen allemaal even ver 'brengen en dat gelukt maar niet. Welnu, dat konden wo toch ook wel van tevoren uitrekenen. Daarvoor zijn ze van veel te veel verschillenden aanleg. En 't is gelukkig, dat de oogen van heel wat on derwijzers er voor open gaan. Wo laten bij verschillende vakken de kinderen zich reeds ontwikkelen naar aameg en vermo gen. Met dankbaarheid herinnor ik mij nog uit mijn schooljaren, dat onze meester -ons maar liet voortrekenen uit de Broe- sers. Wie 'b verst kwam, was de baas. Ef mocht aan het aanpakken van de sommen wel eens wat mankeeren, 't is zeker, dat we in ons rekenen wel eon behoorlijke zelfstandigheid kregen. Het wil mij altijd voorkomen, dat naast de sommen, dio er met do klas worden behandeld, cr ook nog moeten worden gegeven, die de leerlingen zelf hebben aan te pakken. Dan komt ook de individueele aarieg tot zijn recht. Met schrijven staat het ook zoo. Wie liet goed kan, mag verder gaan, leert rand schrift. We hebben ons altijd veel bekom merd over de achterlijken en dat was een braaf werk der barmhartigheid, maar we moeten ons ook eens afvragen, of wij aan de vluggen wel voldoende voedsel geven. Onze kinderen kunnen niet allemaal het zelfde leeren." Dit wil dus zeggen: het klassikale on derwijs nu en dan maar eens laten varen. Een aantal jaren geleden heeft ons blad een artikel gegeven over een school, waar dit en met het beste gevolg werd toege past. De begaafde leerlingen vinden daar bij de „vrije baan" dio voor hen wordt gevraagd. Ex. Handelswetenschappen M. 0. en Handelskennis L. 0. In den loop van dit jaar worden afge nomen de examens ter verkrijging Yan de akte M. O. handelswetenschappen (akte K. XII en Q) volgens het nieuwe pro gramma, en van do akte L. O. haiidels- kennis (akte U); het schriftelijk gedeelte in Juni en het mondeling gedeelte in Zijt voorzichtig! Uit Numansd'orp zendt raeö aan do „Rotfc." een schrijven, warin het blad aan leiding vindt om nog eens weer tegen on betrouwbare elementen te waarschuwen. Het blad vervolgt dan: Twee heeren, een tasch bij zich dragend, zijn daar huis aan huis. gegaan, "blaadjes voor de „Inwendige Evangelische Zending" aanbiedende. Wo hebben hier een exem plaar voor ons liggen. Het draagt tot op schrift: „Zendingsblad". En in den kop van liet blaadje lezen we nog: „Inwendige Evangelische Zending ter verbreiding van het Evangelie in Nederland. Voor corres pondentie en inlichtingen, Pairimoniums- hof 16b, Piotterdam." Over den inhoud van dit blaadje schrij ven wo niet. Maar wel over het werk van de heeren, die met zulke blaadjes op stap gaan. Onze berichtgever was door de mededee- lingen van de laatste weken voorzichtig geworden. Er is immers zooveel bedrog onder het werk van colporteurs-collectan ten Daarom vroeg hij, waar het Bestuur der organisatie, dat deze Inwendige Evan gelische Zending dreef, gestatiomieerd was. En hij wild© gaarne de namen van de Bestuursleden weten. Hij kreeg toen ten antwoord: Wij er kennen geen Bestuur, wij staan in dienst van den Koning en wij brengen het Evan gelie van den gekruisigden Christus. Toen ik aldus onze berichtgever de opmerking maakte, dat die Koning ook orde in Zijn dienst eischte, werd mij een geheel ontwijkend antwoord gegeven. Gezegd werd: De dominéés hebben soms wel f 7000 traetement en mogen wij dan geen boterham hebben. Ik loonde aan, dat hun optreden bij do menschen het vermoeden kon wekken, dat al de ontvangen gelden aan de verbreiding van heb Evangelie ten goede kwamei), ter wijl toch feitelijk de gelden uitsluitend of zoo goed als uitsluitend terechtkwamen in de zakken van de verspreiders van hot „Zondingsblad." Hoe ik ook, zoo lezen wo verder in liet door ons ontvangen schrijven, hun hande lingen als oneerlijk in het licht Stelde, zij gaven minachtend af op de kerken on do minees en spraken bijzonder vroom om op die wijze hun manier van werken goed to keuren. Er dient met kracht en volharding tegen zulk optreden gewaarschuwd te wor den. We zijn heb met onzen berichtgever vol komen eens. Als Iiij hét gesprek volkomen juist beeft weergegeven, en wo twijfelen daaraan niet dan is een waarschuwing zeker niet overbodig! Wo waarschuwen voortdurend: zijt voor- zichtig! Ge gaat den veiligs ten kant uit, wanneer ge aan zulke colporteurs-collectanten niets, absoluut niets geeft. Geen cont zelfs. Wie voor dc Zending offeren wil, kan dat doon in do godsdienstoefeningen als cr voor do Zending gecollecteerd wordt. Of anders geven aan bekende personen uit eigen Gemeente, die geregeld gelden opha len voor de Kerkelijke Zending, don Gere formeerden Zendingsbond, de Ned. Zon- dingsvereeniging, het Nod. Zendelingsge- nootschap, de Ehijnsehe Zéhding of het Sangir- en Talaud-Cómité. Maar overigens ontlioudo men zich strikt van het koopen van zulke „Zendingsblaad jes" of het geven van den allerkleinsten penning. €2 g gs f* g rot i s s e 5? gs o B i s e k Over dit onderwerp, maakt onze Nieu we H a a g s c h e C r t. de volgende rako opmerkingen: Bij de behandeling der Bioscoopwet >vcrd meermalen het woord „compromis" gebruikt, om verzet tegen bepaalde on- derdeelen der web to bestrijden. Meer dan ben amendement werd afgestemd, omdat do wet een „compromis" zou zijn. In de eerste plaats zou zij dit zijn krach tens haar oorsprong. De Staatscommissie, welke de web voorbereidde, zou zich met terzijdestelling van naar links en naar rechts afwijkende meeningen op het aan de Regeering ingediende ontwerp met al- getneene stemmen vercenigd hebben. Daar nit werd dan de conclusie getrokken, dat ook de Kamer, wijl do Regeering wet cn toelichting onveranderd had overgenomen zich aan de overeenkomst in de Staats- sommissie had tc houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5