Dagblad voor Leiden en Omstreken.
3de JAARGANG. - ZATERDAG 17 FEBRUARI 1923 - No. 873
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel Int. 1278 Postrekening 58936
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Por kwartaal f2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f2.90
Dit nummer bestaat uit twee
bladen.
De Statenverkiezinnen.
Wanneer we ons gaan voorbereiden
voor de verkiezingen voor de Provinciale
Staten en die tijd is nu langzamer
hand aangebroken dan is liet aller
eerst noodig dat we het terrein verken
nen en ons omtrent den stand der zaken
ecnigermate op do hoogte stellen.
En dan blijkt al dadelijk dat we nu
niet bepaald onder gunstige omstandig
heden den strijd tegemoet gaan.
De vooruitzichten zijn, 'althans wat
deze provincio en deze omgeving betreft,
voor ons niet moedgevend.
Do tijd ligt nog niet zoover achter
ons, dat de Christelijke partijen in de
.Provinciale besturen betrekkelijk weinig
invloed hadden en dat anti-revolutionaire
Gedeputeerden tot de zeldzaamheden be
koorden.
Zij waren in de minderheid, en bekend
Is, dat de liberalen ondanks hun vrij
heidszin er niet het minste bezwaar in
fiadden om wanneer dit profijtelijk
ïcheen, de minderheden te onderdrukken.
Voor het ambt van Gedeputeerde wer
den gekozen de „bekwamen" en „geschik-
ion" en die vond men nu eenmaal niet
in het antirevolutionaire kamp.
Daarin is een belangrijke verandering
srekomen, toen ons volk tot de overtuiging
li,wam dat met het oog op het bestuur der
provincie, de vorming van het college van
Gedeputeerde Staten en de samenstelling
van de Eerste Kamer, ook aan de verkie
zingen van de Provinciale Staten volle
fcandacht behoorde te worden geschon
den.
De actie op dit gebied is niet zonder
vrucht gebleven.
Door de voortdurende bewerking van
de kiezers en de samenwerking van de
rcchtsche partijen, was men in 1919 voor
tie invoering van de Evenredige Vertegen
woordiging zoover gekomen, dat van de
(1100 Statenleden, 313 tot de rechterzijde,
»:m 100 tot de Anti-revolutionaire partij
behoorden.
Hechts was dus in de meerderheid.
Schakelen we echter de overwegend
ïtoomsche provinciën Noord-Brabant en
Limburg uit, dan was de verhouding 284
teden links tegen 207 leden rechts.
Van de 70 Gedeputeerden behoorden in
die dagen 35 tot de rechterzijde, waaron
der 10 anti-revolutionairen.
De invoering van de Evenredige Verte
genwoordiging bracht ook hier een be
langrijke wijziging.
Overwegend vrijzinnige provinciën kre
gen nu ook een vertegenwoordiging van
■üe rechtscho minderheden, waar tegen
over stond, dat in andere gewesten, de
liinksche partijen naar boven kwamen.
Uit dien tijd toekent ook de geweldige
Mal van liet liberalisme.
Over het geheel ging door de Evenredi-
}[fc Vertegenwoordiging de rechterzijde
iels vooruit.
Van 313 klom zij tot 328 Statenzetels.
Met de versterking van de rcchtsche
tartijen, ging echter gepaard een daling
van het aantal anti-revolutionaire leden.
Van de 100 zetels die onze partij bezet
lad, gingen er 12 verloren.
Vooral in Zuid-Holland hadden we
zhrare verliezen to boeken en werd het
aantal onzer leden teruggebracht van 28
tot 17, terwijl de reclitsch* partijen ge
zamenlijk terugliepen van 46 tot 42 zetels.
De meerderheid bleef dus behouden,
naar liet werd een uiterst zwakke meer
derheid. Inplaats van 4636, werd het
42—40.
Nog een kloin stootje en met
de rechtscho meerderheid in
iEuid-Holland is het gedaan.
Zal liet zoover komen?
Wanneer we den uitslag van de jong-
frte Kamerverkiezingen tot maatstaf ne
men, dan is er reden om deze vraag toe
stemmend te beantwoorden.
De rechtscho partijen de Staatkun
dig Gereformeerde Staatspartij inbegre
pen verkregen in Zuid-Holland slqphts
ruim 49 pGt. van het totaal aantal stem-
tnen.
Geven dc straks to boliden verkiezingen
denzelfden uitslag en is het aantal toe te
kennen zetels met de stemmencijfers in
overeenstemming, dan is het dus met de
rechtscho meerderheid in de Staten van
f.nzo Provincie ge'daan.
Nu bestaat de mogelijkheid dat ook met
üoze cijfers, de meerderheid nog behou
den blijft.
Het meedoen van kleine partijtjes die
iliet den kiesdeeler halen geeft vaak oen
Vrij belangrijk stemmenverlies, waardoor
dan „gelukkige resten" worden verkre
gen, die aan verschillende partijen een
grooter aantal zetels geven, dan waarop
*ij naar evenredigheid recht hebben.
Maar de werkelijke toestand is dan toch
*oo, dat zooal niet in de Staten, dan toch
Onder de kiezers, de meerderheid is ver
plaatst van rechts naar links.
Nu weten wij niet hoe straks do uitslag
zal zijn, maar in elk geval kan worden
geconstateerd, dat de rechtsche partijen
zeer hard zullen moeten werken, willen
zij hare positie handhaven.
In 't bijzonder geldt dit van do A. R.
partij.
Zooals reeds werd opgemerkt, daalde
liet aantal onzer zetels in 1919 toen we
ver boven onze kracht leefden, van 28 tot
17 zetels. Volgens den uitslag van de Ka
merverkiezingen zal dit cijfer thans da
len op 15 of 16 zetels.
Op meer dan 16 zetels geeft het be
haalde aantal stemmen ons geen recht.
Opnieuw achteruitgang dus.
Het onaangename hierbij is, dat de
Statenkieskring Leiden wel in de eerste
plaats is aangewezen, om dit gelag te be
talen.
In 1919 toen de lijsten voor Leiden en
Gouda eveneens verbonden waren, kreeg
Gouda 2 zetels met een overschot van
1812 st. en Leiden 1 zetel met een over
schot van 1841 st. zoodat voor do geza
menlijke overschotten aan Leiden een
tweeden zetel kon toegewezen worden.
Volgens de laatste verkiezingen echter
zou het gezamenlijk overschot nog geen
1000 stemmen bedragen, zoodat O p
grond van die cijfers wel met
zekerheid kan worden voor
speld, dat de tweede A. R. zetel
voor Leiden verloren gaat
Zekerheid is hier natuurlijk niet.
In 1919 was het aantal uitgebrachte
stemmen 8 pet. lager dan in 1918 (287197
—311200) terwijl het aantal A. R. stem
men een vooruitgang vertoonde van bijna
7 pet. (5718461177). En in den Staten-
kring Leiden steeg het A. R. stemraencij-
fer met meer dan 10 pet.
Zoo zou het nu weer kunnen gaan.
Maar zoo zal hot alleen gaan,
indien met hetzelfde vuur en
denzelfden ij ver wordt ge
werkt als in 1919.
De omstandigheden zijn thans
anders, zeer zeker.
Maar de beginselen zijn dezelfde
gebleven.
Welnu, gaan we dan ook met hetzelfde
vuur en denzelfden ijver voor de zege
praal van die beginselen aan den arbeid!
V Zondagrus*.
Het debat in den Hillegomschen ge
meenteraad over de bevordering van de
Zondagsrust had een onbevredigend ver
loop.
Een tweetal adressen van den Chris-
telijken Besturenbond inzake verplichte
winkelsluiting en een verbod van voet
ballen op Zondag, werden met groote
meerderheid afgewezen.
Aan uitvluchten ontbrak het niet.
De een wide liever sluiting van de
café's, wat opzickzclf zeer gewenscht zou
zijn, maar wat toch geen motief kan we
zen om de winkels niet te sluiten.
Een ander betoogde dat God vrijwillig
gediend wil wezen en niet door wettelijke
bepalingen alsof het bevorderen van de
rust op den Dag des Heeren en het weg
nemen van wat de heiliging belemmert,
gelijk zou staan, met gedwongen heili
ging.
En wat het voethallen betreft, beriep
men zich op een mogelijke wetswijziging
waarvan het volstrekt niet vaststaat dat
zo komt en wanneer ze komt.
Zoo trachtte men'op alle mogelijke wij
zen van deze zaak af te komen en de heer
Vermeer had volkomen gelijk toen hij be
toogde dat men beter kort en goed had
kunnen zeggen: wij willen niet.
Onbevredigend was het debat.
Toch had het ook weer zijn goede zijde.
De kiezers weten nu wat zij in dit op
zicht van den Raad hebben te wachten.
Straks hebben ze de gelegenheid om uit
te spreken of zij het „wij willen niet" on
derschrijven, dan wel of zij bevordering
van de rust op den Dag des Heeren wen-
schelijk achten.
Aan onze A. R. raadsleden brengen wij
voor hun kloek en principieel optreden
gaarne een woord van hulde.
STADSNIEUWS
De ontwikkeling der Hindoe-Javaansche
Kunst.
In de serie Kunsthistorische voordrach
ten te Leiden behandelde prof. dr. N. J.
Krom, hoogleeraar aan de Universiteit
aldaar Vrijdagnamiddag bovenstaand on
derwerp.
Spr. ving aan met te verklaren, waar
om men zicli Van die onlwikkeling slechts
dan goed rekenschap kan geven, als men
zich op de hoogte heeft gesteld van de
gelijktijdige veranderingen in de Hindoe-
Javaansche cultuur in het algemeen. Niet
als zou men op die wijze kunnen bena
deren, waarom en hoe het kunstwerk als
zoodanig tot stand komt, ook niet, omdat
het alleen te genieten zou zijn voor wie
de omgeving kent waarin het thuis hoort,
maar wel, omdat men op die wijze de be
doeling van den schepper recht kan doen
wedervaren. De Oostersche kunstenaar
acht zich het werktuig eener lioogere
macht; het is nooit zijn doel, om iets te
maken, dat uitsluitend mooi is en om zijn
schepping ten volle to waardeeren, dient
men te kunnen navoelen, welke behoefte
haar in het leven riep.
De oudste Hindoe-Javaansche kunst,
welke uit onze zevende eeuw dateert, is
to karakteriseeren als Hindoeïstisch,
Voor-Indisch dus, van traditie, met Indo
nesische elementen in de wijze van uit
voering; in het bijzotrdcr aan de monu
menten ziet men dat de opzet Hindossch
is doch in de argumentatie de Indonesi
sche invloed optreedt.
Gedurende acht eeuwen ziet men nu
deze kunst zich in zeer belangrijke mate
vervormen en de aard der waarneem
bare wijzigingen vindt zijn verklaring in
de eigenaardige ontwikkeling der Hindoe-
Javaansche cultuur, waarin geleidelijk
de Hindoe traditie wordt verzwakt en te
ruggedrongen, terwijl In gelijke mate de
Indonesische geestesgesteldheid veld wint.
Men kan dit opmerken aan de taal, de
litteratuur, de staatsinrichting, den eero-
dienst; overal doen zich overeenkomsti
ge verschijnselen voor en het spreekt
vanzelf, dat ook 'de kunst daaraan deel
heeft gehad. Achtereenvolgens wordt dit
nagegaan aan he^afzonderlijk tempelge
bouw, waar de oorspronkelijke organi
sche samenhang der onderdeelen langza
merhand wordt losgelaten en aan de tem
pelcomplexen, aanvankelijk van strenge
traditioneele compositie, doch later als
liet ware uit elkaar gevallen in losse ge
bouwen; eveneens wordt aan het enkele
beeld waargenomen, hoe het begint met
in overeenstemming te zijn met den mo
numentalen stijl, allengs van bewogener
karakter wordt en eindelijk de innerlijke
eenheid verlies* Het ornament is eerst in
nauwen samenhang met de architectuur
gedacht, doch gaat on den duur een eigen
leven leiden en eindigt vaak met geheel
tegengesteld te zijn aan de bouwkundige
eischen. Bij de reljefcompositie valt op
te merken, vooreerst dat liet relief van
een onderdeel in den godsdienstigen opzet
van liet monument tot louter versiering
wordt en voorts dat de rustige epische
samenstelling' wijken moet voor den
drang naar het episodische en romanti
sche. Ook ontwaart men gaandeweg de
inwerking van animistische invloeden.
In al deze gevallen wordt de ontwikke
ling der kun$i bepaald door de ontwikke
ling van het geestelijk en maatschappe
lijk leven in het algemeen. Met vat deze
verandering doorgaans als een verminde
ring op, en inderdaad gaan eenige van
de voortreffelijkste kwaliteiten der Hin
doe-Javaansche kunst verloren. Daar
staat echter tegenover, dat zij juist door
haar blijvende overeenstemming met wat
er leefde in de geesten, zelf is blijven le
ven en liaar functie tot het einde toe heeft
kunnen vervullen en aan dat einde blijkt
eerst reclit, dat zij. gevoeld werd als de
nationale Javaansclic, immers ook de Is
lam heeft ondanks de verwerping van
den ouden eerëdienst getracht zich de
met dezen eeredienst zoo nauw aanslui
tende kunst eigen te maken.
Z o o is aldus besloot spr. de Hin
doe-Java ansche-kunst in haar histo
risch verloop te verklaren uit hetgeen ge
schiedde in de samenleving, waarvan zij
de hoogste uiting is. Slechts door deze
kunst te beschouwen in verhand met
haar scheppers is liet mogelijk haar vol
len omvang te waardeeren.
Orgelconcert.
Het orgelconcert dat op Woensdag 14
Maart ten bate van" de Verceniging voor
Christelijk bewaarschool-onderwijs in de
Hooigrachtkcrk gehouden zal werden,
belooft veel goeds.
Mevr. M. Pol»—v. d. Brink (Orgel) uit
Utrecht, Mej. Nel van N'io (Mezzo So
praan) uit Zeist en de heer H. H. Tobé
(Bas) uit Rotterdam, verleenen hunne
medewerking, en naar ons werd verze
kerd hetcekcnt dit, dat oen avond van
rijk uknstgenot is to verwachten.
Ds. Thomas die de leiding van den
avond heeft, hoopt na dc afwerking van
het cèrsle gedeelte van het programma
een toespraak to houden.
Er is dus zeker alle reden om een groo
te opkomst to verwachten on daar allo
baten komen ten voordeele van liet bo
vengenoemde doel, kan tevens worden ver
wacht, dat deze jeugdige verceniging, die
zulk een belangrijk doel nastreeft, van dit
concert rijke vruchten zal plukken.
Dat is ook dc reden waarom wij nu
reeds op deze .uitvoering de aandacht
vestigen.
„Altijd bereid tot verantwoording".
De Hervormd (Gereformeerde) Staats
partij hield gister een openbare vergade
ring, waarin do lieer T. A. Hagen zich
zou verantwoorden tegen de heswaren
tegen de H. G. S. met name door Ds. I.
Voorsteegh togen haar ingebracht.
De groote zaal van „Prediker" was ge
heel bezet met belangstellenden, toen de
voorz. der afd. Leiden, de heer P. Bloot,
opende met liet laten zingen van Ps. 1-15:
0 waarna dezelfde Psalm werfl gelezen
(Vrs. 113) cn in gebod werd voorge
gaan.
De voorzitter hield daarna een
kort openingswoord, waarin liij zoide,
dat in de debatavond der C.-H. partij de
H. G. S. er het slechtst afgekomen was.
maar, zeide spr., hoe meer wij worden
verdrukt en gesmaad, hoe meer wij zul
len volharden.
De beschuldiging, dat de H. G. S. nooit
debat toeliet kon spr. niet accepteeren,
daar het in de bedoeling lag in de vorige
verg. gedachtenwisseliug toe te staan,
waar om des tijds wil niets van was ge
komen.
Ton slotte merkte spr. nog op, dat Ds.
Voorsteegh tot 'deze vergadering was
uitgenoodigd, doch daar hij een spreek
beurt te Hilversum had te vervullen niet
aanwezig kan zijn en wekt op om alle
dingen eerlijk en met orde te doen ge
schieden en deswegen applaus achter
wege te laten. (Do waarheid behoeft geen
applaus, zei spr.)
De heer Hagen, hierna het woord ver
krijgende, begint te zeggen dat hij de wij
ze van bestrijding van den heer I. Voor
steegh niet in overeenstemming acht met
diens christen-zijn. Als aan spreker s
pariijgenooten laster wordt aangewreven
als „door het slijk sleuren van hoogstaan
de mannen" zal spr. zich daar niets van
aantrekken. Als er zelfs in het officieole
orgaan „Staat en Kerk" onderteekende
stukken verschijnen van Ds. Gravemeyer
e.a. wil dat nog niet zeggen dat men, wat
daar gezegd wordt, aTs do beginselen der
H. G. S. mag bestrijden.
Spr. zegt dat een partijgenoot de ge-
heele rede van Ds. Voorsttegh stenogra
fisch lieeft opgenomen.
Over de Opera-kwestie zal hij momen
teel niet spreken. Als de H. G. S. door Ds.
Voorsteegh wordt in de schoenen gescho
ven „De Arbeider stele niet" moet men dit
in zijn verhand lozen, en dan wordt in
het program genoemd „van boven af".
Dat de C.-H. U. de staat recht
streeks overlevert aan Rome is na
tuurlijk niet waar. Men moet niet over
een woord of uitdrukking gaan vallen.
Maar dat dit geschiedt is hij wijzo van
contract en toestaan van invloed aan Ro
me staat, zegt spr., vast.
Wat het stuk van partijgenoot Dr.
Woudstra betreft over het kiezen door
vrouwen:. De A. 11. zijn ook tegen vrou
wenkiesrecht en hun vrouwen stemmen.
Men mag zeggen: „Men moet Godc meer
gehoorzaam zijn dan de mensehen",
maar niet vergeten mag worden dat we
leven onder een goddeloozc wereld en een
revolutionaire wetgeving.
Het stemmen van vrouwen is een ge
wetenskwestie die iedere vrouw voor zich
zélf maar moet uilmaken.
De beschuldiging dat de H. G. S. hot
aantal partijen met één vermeerderde
werpt spr. verre van zich. De beginselen
bestaan reeds jaren, maar deze kwamen
eerst alleen tot uiting in het studeerver
trek. De praktijk heeft er zich niet aan
gestoord en heeft „laten studeeren". Ora
niet als Archimedes overvallen te worden
moest men wel de politiek in.
Wat het argument betreft, dat art. 36
niet zou zijn toe f.e passen: het gaat er
mee als met en persoon die aan eelt hart
kwaal lijdt. Als de dokter en bij gekomen
is stelt liij de diagnose vast, zegt: in hot
hart zit de kwaal. Indien de patiënt dan
meent dat zijn pantalon een andere snit
moet hebben, wiükt de dokter daan-oor
niet.
Zoo gaat liet ook met Art. 36: eerst
moet de diagnose vastgesteld worden.
Spr. hoopt dat er onder dc jongeren zal
komen een bevlieging van heilig idealis
me ofwel geloof. Dan gaan' we niet zien
of we wel succes zullen hebben. Paulus
heeft ook de neuzen niet geteld.
Het gaat er bij de H.G.S. om, dat aan
de waarheid weer publiek gezag .zal wor
den toegekend. Men mag Jezus Christus
niet als een afgod in het Pantheon
plaatsen. Om dat geloof te doen leven
heeft men „een partij moeten stichten"
om vat op de werkelijkheid te krijgen.
Het zwaartepunt moet van de eeuwig
heid naar den lijd verplaatst worden.
Maar jazegt spr., als men dat doet,
moet men „den van God gegeven Leider"
wel eens aantasten en dan ben jj 'n
doodsvijand.
Het gaat in de politiek niet om een
staatkunde van christenen (alle menschcn
zijn leugenaars) maar om christelijke
staatkunde.
In den verkiezingstijd is door verschil
lende partijen geroepen: Gods Woord,
Gods Woord, Gods Woörd! In een Ghr.
Staatkunde is noodig dc beginselen uit
het Woord le lialen.
Wie zal liet rechte beginsel vaststellen?
Hel centraal comité van dc A. R. partij
of liet hoofdbestuur van do H. G. S.? De
Kerk moet dit doen, en dc staat heeft
daar niet neutraal tegenover te staan,
maar onder deze uitlegging te regceren.
Wat niet mag is do Kerk in do Tweede
Kamer le doen afmaken.
Als Jlïr. De Sayornin Lobman zegt, dat
in de staat de kerkelijke scheidingslijn
heeft afgedaan heeft hij hot mis.
Het revolutionaire stelsel brengt mee.
dat de overheid geen Kerk (met een groo
te K) meer kent. Men heeft spr. ge
vraagd: ..welke Kerk bedoelt ge" Aan de-
ze kwestie is spr. nog niet toe
Zoo kan men vragen, als men de Kerk
als een genootschap besqhouwt.
Uitvoerig bestrijdt, spr de „modus vi-
vendi" van Prof. Vissclicr,
Béter 'lïeftige beginselstrijd in de Kerk,
ADVERTENTIE-PdlJS
Gewone advertentiën per regel 22)4 cent£
Ingezonden Modedcclingen, dubbel tarief
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruifcbeta*
ling van ten hoogste 30 woorden orders
Aan het Zoeklicht
Leiden 17 Februari 1923.
Wc klagen hier nogal eens over
vuile straten.
En een enkele maal is daar ook wel r£_
den voor.
Toch zullen we verstandig doen als wfc
voorloopig onze klachten maar voor one:
houden.
De burgemeester lieeft n.l. meegedeelc.
dat liet nu langzamerhand ernst gacf
worden met de nieuwe rioleering.
De plannen worden eindelijk rijp voo£
rijp voor uitvoering.
Een mooie zaak is dat.
Maar d'r zit een héél leelijke kant aau
Alle straten, voor geruim'en tijd "opgebro*
ken, en heel de stad één groote modder-s
poel, 't is om te rillen.
Ik heb er tenminste al over gedacht con
verceniging van bespetterde voetgangers
op te richten ter voorbereiding van pro-*
testbetoogingen tegen het college van B.
en W.
't Is wel waar, dat dit niets aan do
zaak zal kunnen veranderen als 't zoo
ver komt, maarwe zouden er groot
hij kunnen worden zou een bekend politic
cus zeggen.
En daarvoor doet men soms ook wat.
OBSERVATOR.
dan met warme handdruk en een zak mei
geld in stukken uiteen le vallen.
De pluriformiteitsleer der „afgeschei
denen" is slechts een pleister, die de won-*
de niet heelt. Het lichaam van Ghristui
kan en mag niet gescheurd worden.
Do Ned. Herv. Kerk is de wettiga
voortzetting van het lichaam van Chris-*
tus in Nederland. Een plantinge God's.
Daarom loochent de Vrije Kerk de Histo-s
rie (zegt spr.!)
De beschuldiging van kerkisnie is vol-i
gens spr. onwaar, 't Gaat niet om de vet
te haantjes, maar om de erkenning van
Christus c-n ZjjnLichaam. ook in do
Grondwet, 't Gaat om de Nationale Kerk
(groote of kleine K?)
Spr. heeft in do (A. R.) „RoUcrdam-
Ghristus en Zijn Lichaam, ook in do
partijvergadering van do G. H. U. zou
gezegd hebben, dat de belangen van do
Ned. Herv. Kerk ach ter de schermen vei
lig waren. „De Nederlander" had die uit
drukking niet, anders- zou spr. hier pro-s
testeeren.
De H. S. G. is anti-clericaal.
Spr. stqlt objectivisme en subjectivisme
naast elkaar en komt dan tot het Pro-s
testantsch karakter van Nederland.
Dit karakter wordt niet gemaakt bij de
stembus, maar is geboren door de refor
matie, die een wedergeboorte was.
Spr. geeft aan, dat de groote lijn van
de godsdienst liep van Heidendom tot
Rome, Dooperschen en Gereformeerden.
Zoo gaat liet ook met de teruggang. Do
H. G. S. weigert den warmen handdruk
van Rome.
Dan komt spr. op de Antithese. Het
saamwerken tot het vormen van een par
lementaire meerderheid acht hij uit den
hooze.
De theorie is anders dan do praktijk.
Groen van Prinsterer zocht in isolement
kracht dat was veel heter. Do „onder-
grondsche coalitie" acht spr. onwerke
lijk. Dit is wel gebleken bij de Roomschc-
Universitoitskwestie. Al dat praten over
de antithese berust op subjectivisme.
Uitvoerig gaat spreker dan te keer te
gen de verbijzondering van het land, op
School-, Kerk- en StaatknndiggebiecHij
beroept zich op een artikel in „Het Va
derland" om voor de nationale gedachte
te pleiten.
Ds. Voorsteegh heeft verbaasd gestaan,
dat nieuwelingen als de H. G. S.'ers zich
op politiek terrein begeven, maar ook hij
lieeft in de Universiteitsbibliotheek ge
lieft in de Universiteitsbibliotheek ge
vraagd naar een boek (over sociologie
h.v.) van Ds. Voorsteegh,maar hot
was nèt uitgeleend.
Dat de Unie uit heterogene bestanddee-
len bestaat handhaaft spr.. en tracht dit
met de geschiedenis vanaf 1889 aan te
loonen. Spr. zegt dit proefondervindelijk
te kunnen bewijzen door te zeggen, dat
kerkelijke kwestie op de Algora. Verg. der
Unie werkt als een reagens.
Dc Unie moest de oude trouwe banier
van de Friesch-Chr. Hist, opheffen!
Vervolgens komt spr. aan een'persoon
lijke zaak. Te Noordwijk heeft Ds. Voor
steegh gezegd, dat de H. G. S. het ge
richt had verspreid dat aan minister da
Geer was opgedragen een Kab.net te vor
men, die, na overleg met do anderen gc-<
weigerd luyj, waardoor we ecu Room-*
scbo Kabinetsformateur hadden gekre
gen cn ons land indirect aan Rome zou
zijn overgeleverd. Spacker's partij weet
van die geruchten niets af en is or n et
schuldig aap.
Evenwel dc Unie heeft er wel weer een
muntje uitgestegen... de H. G. S.-cjj^
waren zulke lasteraars, "'rouwens, al was
hot waar, het gerucht "is nooit tegenge
sproken.
Ook heeft Ds. Voorsteegh gezegd, dat do
doorvoering van art. 3G en den H. G. S>
boginsolon zou leiden tot don burgeroor
log. 5
Dat is niet waar. Er zal juist een oma
komen aan .dc ïranielooze verwarring dio