Tweede Blad
Woensdag >4 Februari 1923
Op de Raadstrïtoune
'k Ging er enkele oogenblikken storm
achtig toe in de Maandag gehoudeh ver
gadering van den. Leidscken Raad.
De atmosfeer was sterk geladen.
De Voorzitter was genoodzaakt voort
durend met den hamer te werken; scher
pe interrupties knetterden door de zaal,
er was gejoel en geschreeuw, heftige ver
wijten werden gedaan en harstochtelijke
uitroepen gehoord, en tenslotte was de
Voorzitter zelfs in de noodzakelijkheid
een der leden die weigerde zich aan de
leiding te onderwerpen, tot de orde te
roepen.
Dit rumoer kwam niet onverwacht.
't Was te voorzien dat er iéts gebeureii
zou.
De vorige week werd mede onder lei
ding van de Soc. Dem. raadsfractie een
werkloozendemonstratie gehouden en aan
den burgemeester een adres aangeboden
waarin op uitvoering van verschillende
werken werd aangedrongen.
Van die politieke agitatie moesten nu
de vruchten worden ingezameld, en een
flink aantal belanghebbenden was dan
ook op de tribune aanwezig om te zien
hoe de zaak verder zou verloopen.
Er moest dus wel iets „gedaan" wor
den.
Opzichzelf was er voor een heftig op
treden geen enkele reden, zooals de voor
zitter in een zakelijk speechje aantoon
de. Over een paar weken komen plannen
inzake woningbouw aan de orde, ver
schillende aanbestedingen zijn op komst,
plannen tot het aanleggen van een sport
terrein zijn gereed, terwijl do verbrei
ding van den Rijnsburgerwug, nog alleen
wacht op goedkeuring van Ged. Staten.
Duidelijk werd aangetoond, dat de uit
voering van verschillende plannen nu
eenmaal moest wachten omdat men
van allerlei omstandigheden afhankelijk
was.
Nu waren door het agitatie-comité nog
andere plannen aan de hand gedaan, als
het dempen van het Levendaal en de
Mare, maar het spreekt vanzelf, dat daar
over maar niet zonder meer kan worden
beslist, waarom voorgesteld werd het
adres te stellen in handen van B. en W.
om advies.
Dat sprak zoo vanzelf, dat zelfs de Soc.
Dem. niet poogden daarop aanmerking to
maken.
Maar men kon toch ook niet het voor
stel van den voorzitter zonder meer aan
nemen, want dan zou het doel dat men
zich gesteld - had, nietworden bereikt.
-Er moest agitatie worden verwekt,B.
en W. moesten in gebreke worden ge
steld.
Vandaar dat gepoogd werd niet over
het voorstel van B. en W., maar over al
lerlei bijkomstige zaken het woord te voe
ren, wat natuurlijk door den voorzitter,
die het reglement van orde heeft te hand
haven, niet kon worden toegestaan.
En zoo kwam er de botsing, waarbij on
der begeleiding van de scherpe tikken
van den voorzittershamer zoo ongeveer
de geheele Soc. Dem. fractie door elkaar
schreeuwde.
't Was een hevig rumoer zoo nu en
dan.
En 't werd er niet minder op, toen de
heer Knuttel zijnen geestverwanten dui
delijk maakte, dat we hier weer met een
poging tot partij-propaganda te doen
hadden.
Dat prikkelde de roode fractie. Hoe
kon men nu toch zooiets denken! Intusr-
schen bleek uit het rumoer dat los brak,
maar al te duidelijk, dat de heer Knuttel
den spijker op den kop had geraakt.
En het bleek opnieuw, toen tenslotte het
voorstel van den voorzitter zonder
hoofdelijke stemming werd aan
genomen.
Toen deze film was afgedraaid en de
kijkers tevreden waren gesteld, keerde
onmiddellijk de gewone rust terug en
ging met, alsof er niets gebeurd was, rus
tig aan het werk.
Zoo rustig zelfs, dat het gelukte de ge
heele agenda met uitzondering van
'één punt dat werd aangehouden in de
middagzitting af te werken.
's Raads ondcrwijs-specialiteit, de.heêr
Meynen was bij de bestrijding van het
voorstel van B. en W. omtrent de toeken
ning van een gratificatie aan den waarn.
directeur der Kweékschool niet gelukkig.
Hij vond het bedrag (570.te hoog,
en om dat duidelijk té maken, verdedigde
hij een andere maatstaf dan door B. en
W. was gebruikt, n.l. de marge voor het
directoraat. Toen echter do heer v. d. Lip
aantoonde dat deze maatstaf absoluut
onbruikbaar wa,s, wat ook door deu beer
Meynen werd toegegeven, was het stand
punt van den bestrijder zoodanig ver
zwakt, dat zijn voorstel met groote meer
derheid werd verworpen.
Bij een anderen „aanpak" zou niet on
waarschijnlijk ook de uitslag van de
stemming anders zijn geweest.
Een volgend punt dat tot een vrij bree-
de bespreking aanleiding gaf, betrof de
onbewoonbaar-verklaring van een 70-tal
woningen.
Nu de gezondheidscommissie hierin
was voorgegaan moesten B. en W. wel
volgen, maar zij lieten duidelijk uitkomen
dat dit besluit geen practische beteekenis
heeft, om de eenvoudige reden, dat er
voor de bewoners van deze krotten toch
geen andere woningen zijn te vinden;
Over de vraag of niettemin de onbe
woonbaarverklaring gewenscht is, liepen
de meeningen uiteen. Sommigen meenden
dat het feit dat deze krotten officiéél als
niet meer bewoonbaar worden gefeekend,
toch dit voordeel heeft dat huurverhoo-
ging wordt voorkomen, terwijl wanneer
de woongelegenheid verruimd wordt, ge
makkelijker tot ontruiming kan worden
overgegaan.
Wanneer dit zijn zal?
De beschouwingen hieromtrent waren
niet moedgevend. Wethouder Mulder ver
klaarde tevergeefs particulieren geani
meerd te hebben om ter vervanging van
deze krotten woningen te bouwen. Men
wilde er alleen toe overgaan, ingeval de
gemeente niet alleen de huur, maar ook
het onderhoud garandeerde.
En voor gemeentelijke bouw als door
den heer Wilmer werd bepleit, gevoelen
B. en W. oek niets.
Dat is tot op zekere-hoogte, verklaar
baar. Maar daar staat tegenover dat hét
toch ook. niet aangaat, die menschen,
toch ook schepselen Gods, in die vochtige
en ongezonde holen te laten Terkomme
ren.
Het zedelijk peil van het meerendeel
der bewoners moge zeer laag zijn, het
moge'waar zijn dat een groot deel van
die menschen zelfs niet anders wil, vast
staat ook dat het een vrijwel onbegon
nen werk is pogingen tot verhooging van
het zedelijk peil te doen, zoolang derge
lijke woningtoestanden bestendigd blij
ven.
Er zal van welke zijde en op welke wij
ze dan ook, iets gedaan moeten worden.
Het laatste belangrijke puht dat behan
deld werd, was een voorstel van B. en W.
tot het maken van een nieuwe zwemin
richting.
Het voorstel ging er ongedacht gemak
kelijk door. Er werden wei enkele be
zwaren geopperd, omtrent do plaats
waar de inrichting gevestigd zal worden,
er werd terloops gewezen op de groote
uitgaaf die de Gemeente hiermede op zich
neemt, maar van een krachtige oppositie
was geen sprake -
Hiertoe werkte waarschijnlijk ook mee
het feit dat dit plan gelegenheid biedt
tot werkverschaffing, zoodat de uitgaven
voor een deel misschien in mindering
komen op de uitgaven voor steun aan
werkloozen.
Wel had tevoren de heer Wilmer laten
uitkomen dat de woningbouw ter vervan
ging der krotwoningen mdsschien meer
in het belang der Gemeente zou zijn,
maar daar hiervoor in elk geval een lan
ge voorbereiding noodig zou zijn, werd
hierop niet verder aangedrongen.
Dij, is verklaarbaar. Het betere is zoo
vaak de vijand van het goede,
Maar toch schrijnt hier iets. Voor een
nuttige zwemgelegenheid wordt gaar
ne f95.000.beschikbaar gesteld. Maar
het uiterst moeilijke, vraagstuk der on-
menschelijke krotwoningen blijft even ge
makkelijk rusten.
Doordat het voorstel, inzake de verlen
ging van den arbeidsduur van het ge
meen tepersoneei onder een hoere'ije van
de agenda werd afgevoerd, bleek het ook
nu meti mogelijk een avondvergadering
te voorkomen, terwijl toch belangrijke
punten konden worden afgedaan.
Na een geheime zitting werd nog be
sloten een terrein aan den Lagen Morscli-
weg bij bet. Kruithuis te koopen teneinde
dit, zooaïs later bleek, voor woonwagen
kamp in te richten.
Zulk een kamp is ook noodig:
Of echter de omwonenden met dit be
sluit ingenomen zullen zijn, mag zeker
wórden betwijfeld.
KERK EN SCHOOL
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Boskoop: J. G. Fernlioufc
fee St. Pancras en J. Oosterveen te Wilnis.
DÖOPSG'EZ. GEMEENTE.
Aan g e n o m c n. Naar TornaardJ.
Kooiman té Akknim.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Zondag nam D s. ~W. G. K ri j kamp
afscheid van de Ned. Herv. Gem. to Bir-
daarcl (Fr.) na een tweejarig verblijf al
daar.
D s. J. E n k o 1 a a r, gekomen van Bles-
kensgraaf deed Zondag zijn intrede te
Rijsseu, na bevestigd te zijn door Ds. G.
Enkelaar van Wierdon.
Ds. P. van der Sïuijs nam Zondag
afscheid van de Ned. Herv. Gem. te Hau-
lerwijk, wegens vertrek naar Dedemsvaart.
Ds. G. G. J. Bleeker nam Zondag af
scheid van de Ned. Herv. Gem. te Uithui-
zermeeden wegéns vertrek naar Dedeins-
vaart.
D r. L. J. Hp,ek te Utrecht, hoopt Zon
dag den 27en Mei a.s. zijn intrede te doen
bij de Remonstrantsche gemeente te Gouda
na bevestigd te zijn door Dr. J. O. A. Fet
ter van Rottercfam.
Ds. J. B. C. Schuuring. f
Op ruim 73-jarigen leeftijd is te Drimme-
len overleden Ds. J. B. C. Schuuring, Ned.
Herv. predikant aldaar. Hij werd geboren
in 1849, candidaat in N.-H. in 1883, predi
kant te Kruisland op 5 Oct. 18S4r te Ossen-
drecht in 1886, Wapserveen in 1891 en
Drimmelen 19 Nov. 1893.
Dienstdoende Emeriti.
De classis Deventer zal op haar eerstko
mende vergadering een beslissing bobben
te nemen over hét' volgende voorstel:
„De classis Deventer van de Gereformeer
de Kerken in Nederland, gezien de vele
gevallen, dat geëmeriteerde predikanten,
hetzij bij mondelinge of schriftelijke over
eenkomst tegen genot van inkomsten, aan
het ambt verbonden, in den dienst van een
andere Kérk treden en daarvan zelfs aan
stonds publiekelijk kennis wordt gegeven;
gedachtig, hoe ter emeriteermg art. 13
K. O. spreekt van Dienaren, die door ouder
dom, ziekte of anderszins, onbekwaam wor
den tot uitoefening huns dienstee;
zich overtuigd houdende, dat bij ,de la
tere bepaling van den 70-jarigen leeftijd
en 40-jarigen dienst, als recht gevende op
emeritaat, met pensioen, toch wel niet be
doeld kan zijn den geëmeriteerden predi
kant de bevoegdheid te geven om, aan
stonds of jaarna, zonder den formeèlen
beroepsbrief, maai" krachtens een ander
soort overeenkomst te kunnen overgaan tot
cle vaste bediening! des Woord a in een an
dere Kerk;
in aanmerking nemende, dat tot hét eme-
ïitaats traetemerifc door den predikant geen
premie wordt gestort en de plichtmatig
heid der betaling alleen op de betrokken
Kerk drukt, besluit f
a. tot de verklaring, dat het in dozen be
doelde contractueel' verband niet richtig-en
met het begrip emeritaat in strijd is;
b. dit bezwaar bij de Particuliere Syv
node van Overijsel in te dienen met ver
zoek daaraan hare adhaesie te willen
schenken en bij de aanstaande Generale
Synode in te dienen, en bij haar aan ,te
dringen tegen deze opkomende practijk
haar stem te verheffen, in elk geval het
recht der emeriteerende Kerk te vindicee-
ren om in casu, wat het peusioenbedrag
aangaat, desgewenscht billijkerwijze en in
overleg met do classis, het inkomen, uit
het gewraakte verband voortvloeiende,
zoolang dit blijft bestaan, in aanmerking
te nomen.
Zending.
Naar wij vernemen, is thans door het Be
stuur van den Geréf. Zendingsbond tot
missionair predikant op het Zendingster-
rein van Midden-Celebes benoemd Ds. P. J.
I, Steenbeek te Bergambacht.
Zoo men weet, heeft Ds. R. Barthleina
te Hoogeveen, die eerst deze benoeming
had ontvangen, daarvoor bedankt-,
R. J. F. J. H. Nogarede.
De heer R. J. F. J. H. Nogarede, hoofd
van de Chi4. school Hoveniersstraat te Rot
terdam heeft aan zijn bestuur medegedeeld
dat hij van plan is, met 1 September a.s.
zijn pensioen aau te vragen. Op 75-jarigen
leeftijd wijdt hij zich nog met onverdroten
ijver en opgewektheid aan den schoolar-
beid.
Kweekscholen.
Op de jn de vorige week gehouden be
stuursvergadering van de Yerceniging van
Onderwijzend Personeel aan Protestanfcsch
Christelijke Kweekscholen is o.a. ook 'de
vraag overwogen, hoe het bestuur heeft te
staan tegenover het in den laatsten tijd
gepropageerde denkbeeld van een drieja
rige kweekschoolopleiding met als onder
bouw een driejarige U. L. O.-school of een
daarmee overeenkomende vooropleiding.
Het bestuur was van meneing, dat mis
schien in enkele groote steden eenderge
lijke kweekschool voldoende met leerlingen
en leerkrachten bezet kan worden, maar
dat in het algemeen, zoowel in het belang
van dé school als van de leerlingen, de op
leiding vierjarig behoorde te blijven en
onmiddellijk moet blijven aansluiten bij
het gewoon lager onderwijs. Om die aan»
sluiting te bevorderen, zou een uitbreiding
van de kweekschool met een jaar naar be
neden gewenscht zijn.
Tevens is óp de vergadering een ontwerp
regeling en programma van het in uitzicht
gestelde scliooleindexamen besproken.
Er is contact verkregen met de besturen
van de Neutrale en R. K. Kweekschoolor-
ganisaties en het is waarschijnlijk, dat
binnenkort de drie organisaties zich met
haar wenselien tot de Regeering kunnen
wenden namens allen, die bij de kweek
schoolopleiding betrokken zijn.
Examens voor onderwijzer.
Naar verluidt, zou de regeering van plan
zijn reeds het volgend jaar een wijziging
te brengen in de examens voor onderwijzer
(es.) Behalve dat deze examens dan in
plaats van in April in October zullen aan
vangen, zullen óok de examenvakken wor
den uitgebreid met twee moderne talen,
naar keuze uit Fransch, Duitsch en En-
gelsch, vrije en ordeoefeningen der gym
nastiek en nuttige handwerken (voor do
vrouwelijke, candidates) In verband hier
mede zou dan het mondeling examen tot
twee dagen worden uitgebreid. Daar dan
de niet-geslaagden van het in April aa. te
houden examen anderhalf jaar zouden moe
ten wachtoii, voor hun weder de gelegen
heid werd gegeven tot het opnieuw afleg
gen van bedoeld examen, moéten verschil
lende hoofden van de betrokken opleidings
inrichtingen tot de regeéring het verzoek
hebben gericht, aan dezen alsnog gelegen
heid te geven tot het afleggen van het
examen in October a.s.
HUNNENLAND
De haven te Scheveningen.
Wegens de onmogelijkheid, de buiten
haven te Scheveningen op de wettelijke
bepaalde «Repte te houden met de tegen-»
woordige wijze van baggeren, heeft de
minister van oorlog, na overleg met diens
ambtgenoot van waterstaat, faciliteiten
van technischen aard verleend, waardoor,
bij handhaving van de qischen, die uit
defensie-oog-punt moeten worden gesteld,
en binnen de grenzen van de wet, de ver
wachting mag worden gekoesterd, dat in
het vervolg de wettelijke diepte zal kun
nen worden gehandhaafd.
De Statenverkiezingen in Zuid-Holland.
Nadat enkele noodig gebleken verande
ringen zijn- aangebracht, luiden thans de
anti-rev. candidatenlijsten in de onder
scheiden Statenkieskringen als volgt:
Rotterdam: 1. J. Schouten (aftr.);
2. Mr. A. de Jong, - 3. Krijn Verhoeven,
4. Th. Heukels, 5. Mr. P. B. Boumah, 6.
A. Hanemaaijer, 7. J. de Bruin, 8.- H. A.
C. v. d. Kraan, 9. W. Kortleve, 10. H. R.
Lauwaars Jr., allen te Rotterdam.
's-Gr a v e n h ag e: 1. H. de Wilde
(aftr.), 2.1. v. d. Loo (aftr.), 3. Mr. F.
Èernhout, 4. Mr. A. J. L. van Beeck Gal-
koen, 5. J. van Andel; 6. Mr. C. J. Heems
kerk, 7. L. Slagter, 8. H. A. Dijkstra, 9.
J. Schaafsma, 10. H. Smitskamp, allen te
Den Haag.
Leiden: 1. W. Warnaar te Sassen-
heim (aftr.), 2. W. .Pera te Leiden (aftr.),
3. H. van Zonneveld te Sassenheim, 4. H.
Veldhuyzen v. Zanten te Hillegom; 5. R.
Ouwehand ie Katwijk aan Zee, 6. S.
Schoneveld te Rijnsburg, 7. J. P. Segers
te Lisse, 8. F. Eikerbout te Leiden, 9. R.
Zuidema te Leiden, 10. K. Brants te Lei--
den.
Gouda: i. Mr. V. H. Rutgers (aftr.),
Den Haag, 2. R. U. Jongenhurger (aftr.),
Gouda, 3. C. van Muiswinkel Mzn.,
Zwammerdam, 4. A. Verheul, Benthuizen,
5. H. A. Schreuder, Schoonhoven, 6. G.
M. Herngreen, Alphen aan den Rijn, 7. S.
Wouda, Berkel, 8. M. v. d. Berg, Zeven
hoven, 9. J. Verweij, Alkemade, 10. G. J.
Hoogendijk, Ouderkerk «a. d. IJsel.
Delft: 1. Mr. G. van Baren te Delft
(aftr.), 2. Mr. Dr. H. W. Hovy te Loos-
duinen (aftr.), 3. IT. Boddeüs te Schie
dam. 4. A. van Rijn te Vlaardingen, 5. F.
V. Yalstar te Naaldwijk, 6. J. Schouten te
Rotterdam, 7. Mr. J. P. Chardon te
Delft» 8. J. H. Crezéo te De Lier, 9. Mr.
J. A. de Wilde te 's-Gravenhage, 10. G.
van Spronsen Antli.zn. te Loosduinen.
Dordrecht: 1. P. Rijsdijk te Sli(H
drecht (aftr.), 2. J. A. J. Jansen te
Dordrecht, 3. Mr. F. Fernhout te 's-Gra
venhage (aftr.), 4. G. R. Sterk te Leer-i
dam, 5. H. G. Trapman te Molenaars-*
graaf, 6. A. Pierhagen te Streefkerk, 7.
H. F. den Hartogh te Lexmond, 8. A. v.
Houweling te Peursum, 9. H. Wetselaar
te Dordrecht, 10. D. de Leeuw te Schoon-;
rewoerd.'
Ridderkerk: 1. A. R, v. Nes te
Rijsoord (aftr.), 2. G. Warnaer te Dirks-
land (aftr.), 3. W. Stans te Henürik-Ido-'
Ambacht (aftr.), 4. J. C. Diepenhorst te'
Strij'en, 5. G. van Andel te Zuidland, 6t
R. Medema te Pernis, 7. Mr. P. B. Boun
man te Rotterdam, 8. C. Dubbelman te
Slikkerveer, 9. A. J. van Vliet te Slikker
veer, 10. W. J. Donkersloot Lzn., Ie Oolt-
gensplaat.
Uit het Sociale Leven
Werkstakingen en uiisia.
Het voorloopige overzicht der in 1922
in Nederland begonnen werkstakingen
en uitsluitingen heeft aangewezen, dat het
aantal stakingen weinig hooger is dan in
1921. Het aantal stakeis zelf is belangrijk
lager evenals het aantal ondernemingen,
waarbij gestaakt werd.
Bedroeg in 1921 het aantal stakingen
290 (in 1920 zelfs 456) met 43.600 sta
kers in 1885 ondernemingen, voor 1922
was dit 197 stakingen met 30.300 perso
nen in 1673 bedrijven.
Meer dan de helft dezer stakingen (nj.
58.25 vonden plaats in gemeenten met
meer dan 50.000 inwoners; terwijl
Noord-Holland met 118 stakingen, boven
ale provincies uitstak, wees de statistiek
voor Zuid-Holland 88 aan, waar naast
Zeeland en Utrecht, elk met 2 stakingen,
de laagste plaatsen innamen. Het groot
ste aantal stakingen werd in Maart en
Juni genoteerd (39), het minste aantal
kwam in Januari (10) voor.
Wat de bedrijven waarin gestaakt
werd, betreft, vinden we de bouwbedrij
ven bovenaan met 107 staan, verkeerswe
gen met 34, bereiding van voedings- en
genotmiddelen 22, en hout-, kurk- en
stroobewerking enz. met 20 genoemd.
Voorts nog fabricage van aardewerk,
glas, kalk en steenen, warenhandel, kle
dingindustrie en metaalbewerking resp.
met 20, 18, 17 en 11 vermeld.
In geen jaren zijn in verhouding tot
het totaal der stakingen zooveel eischea
gesteld tegen loonsverlaging als het vorig
jaar, n.l. een vierde van het geheel of
25.59
Was vroeger „erkenning der organisa
tie" nog al eens inzet van don strijd, de-«
ze bedroeg in het afgeloopen jaar nog
niet één zoodat in dit opzicht wel van
een kentering gesproken mag worden.
Van den uitslag der stakingen valt niet
direct veel goeds te melden, als wij we
ten, dat ruim 26 ten nadeele der werk
lieden eindigde, ruim 44 geschikt wer
den en even 19 ten hunnen gunste
uitviel, welke cijfers voor 1921 iets gun
stiger waren n.l.: 24 ten nadeele, 39
geschikt, en 27 ten. gunste der arbeid
ders.
In 1922 waren de werklieden in 18 uit-*
sluitingen met 13.700 personen in 445
ondernemingen. Van deze 18 kwamen 6
in de groote steden voor, en nam de in- i
voering van loonsverlaging de eersh»
plaats in, "n.l. 39%; die betreffende den
arbeidsduur bedroeg 17
Ook de uitslag der uitsluitingen was
niet in het. directe voordeel der werkne
mers, daar 55 geschikt werden, 16
ten voordeelo der arbeiders en 27 te
hunnen nadeele uitvielen.
Hoewel dit alles nog slechts een voor-*
loopig overzicht is, valt wel to constateer 1
ren, dat staking en uitsluiting in 1922
niet, wat trouwens wel bekend is, voor-*
deelig waren. De omvang van de stakingsr
beweging kan nog niet worden vastge
steld, daar het aantal stakingsdagen nog
niet bekend was, zoodat we daar later
nog op terugkomen.
Loonsverlaging.
In Noord-Holland hebben verschillende
zuivelfabriegon aan de personeelen mede
gedeeld, dat voor het komende jaar loons
verlaging dient te worden ingevoerd, o.ra.
te Uitgeest met 10 pCt., te Assendelft
£3.per week. Dc personeelen wenselien
handhaving der bcstaando loonen.
FEUILLETON
Van hooger 'Orde.
Naar hefc Engelech.
37)
't Jonge meisje aarzelde een oogenblik,
toen vulde zij 't blad opnieuw en gaf 't
hem. Ik vrees, dat hij nog iets meer in
dronk dan onschuldig water.
Beiden werden ietwat ernstig en ston
den elk aan een kant van de beek, erin
neerziende en luisterend naar het ge-
ï'uisch van 't water.
Toen wij afscheid van hen namen was
mijnheer Mar^li bijzonder beleefd en ver
klaarde ons, dat ons gezelschap altijd een
genoegen zou wezen voor hemzelf en zij
ne dochter.
„Hij zegt altoos zoo plechtig „mijn
'dochter", merkte ik op, toen zij waren
heengegaan. „Ik ben nieuwsgierig wat
haar naam is!"
„Ik geloof Ursula."
„Hoe ben je dat te weten gekomen?"
,,'t Staat in een van haar boeken."
„Ursula!" herhaalde ik. „Wat een
mooie naam."
„Een mooie naam."
HOOFDSTUK XIII.
Den volgenden dag viel de regen jn
stroomen neer, den ganschen tijd. 't Weer
was blijkbaar omgeslagen, hoewel 't nog
vroeg in de herfst was, want verscheide
ne dagen achtereen hadden we niets dan
wind, regen en storm. De hemel was
grauw als juffrouw March's grijze japon.
John ging die week eiken dag naar
Norton Bury.
Zijn geest schoen rusteloos. Hij was
dubbel vriendelijk voor mij maar el-
ken avond hoorde ik hem naar huiten
gaan en in den storm wandelen.
Op Zaterdagmorgen, aan 't ontbijt ko
mend, hoorde ik hem mevrouw Tod vra
gen hoe 't met mijnheer March was. We
wisten, dat de zieke de geheele week on
wel was geweest, we hadden niet één keer
hem of zijn dochter gezien.
Mevrouw Tod schudde onheilspellend
haar hoofd. „Hij is erg slecht, mijnheer,
slechter dan ooit, dunkt mij. Zij blijft 't
grootste gedeelte van den nacht bij hem
op."
„Dat dacht ik wel; ik zag haar licht
branden."
„Wel, mijnheer Halifax, u wandelt
toch 's nachts niet buiten, dat is erg
slecht voor uwe gezondheid," riep de
goede ziel, die nooit 't feit verbloemde,
dat mijnheer Halifax haar moest geliefde
logeergast was, behalve juffrouw March.
„Dank u, dat u op mijn gezondheid
let," antwoordde hij glimlachend; „maar
zeg eens, mevrouw Tod, kunnen wij ook
iets doen voor dien armen mijnheer?"
„Niets mijnheer, dank u wel."
„Als hij slechter wordt, laat me dan
dokter Brown gaan halen. Ik ben den ge-
heelen dag thuis."
„Ik zal uw vriondelijk aanbod aan juf
frouw March overbrengen, mijnheer,"
zei mevrouw Tod en met een bedrukt ge
zicht ging zo heen.
„Zou je vandaag niet naar Norton Bu
ry gaan, John."
„Ja, maar 't is toch eigenlijk niet noo
dig; ik ben veranderd; gij zijt ook al
zooveel alleen geweest. Of neen ik wil
de waarheid niet verbergen ik had
eigenlijk een andere reden."
„Mag ik die ook weten?"
„Natuurlijk, 't Is met 't oog op onze
buren. Dokter Brown, dien jk van mor
gen op den weg ontmoette, vertelde me,
dat mijnheer March nog maar enkele da
gen, misschien nog maar enkele uren zou
te leven hebben.. En zij weet 't niet." Hij
leunde togen den schoorsteenmantel, ik
kon zien, dat hij zeer aangedaan was. Ik
was zelf ook aangedaan.
„Men zal om haar familie moeten zen
den?"
„Zij heeft geen familie. Dokter Brown
zei, dat zij hem dat eens verteld had
behalve de Brithwood's en we weten wie
de Brithwood's zijn."
„Neen, Pliineas maak je niet zoo be
angst. Tenslotte zijn 't toch vreemden
voor ons, vreemden. Kom, laat ons gaan
ontbijten.
Maar hij kon niet eten. Nu en dan
zag hij afgetrokken. Tet slotte zei hij,
plotseling
„Phineas, ik denk, dat 't verkeerd is,
heelemaal verkeerd van een dokter om
hang te wezen aan een patiënt, te zeggen,
dat hij sterven zal maar slechter mis
schien nog om de nabestaanden in on
wetendheid te laten, totdat de laatste
ver-pletterende slag valt. 't Moet haar
worden gezegd, 't moet haar worden
gezegd misschien heeft zij haar vader
nog veel te zeggen. En God helpe haar
op zulk een slag dient ze toch wat
voorbereid te worden, 't Zou anders doo-
delijk voor haar kunnen zijn?"
Hij stond op en liep de kamer op en
neer. Eensklaps bleef hij staan: „Je bent
net zoo geschokt als ik Phineas! -Wat
kunnen we doen? Laat ons vergeten, dat
't vreemden zijn en laat ons handelen als
Christenen. Vind je niet, dat zij 't weten
moet?"
„Zeer zeker. Misschien kunnen ze er
nog iemand anders bij halen."
„Bat zal niet geven. Dr. Brown zegt,
dat 't geval hopeloos is en al lang hope-*
loos geweest is; maar hij wilde 't niet ge-»
looven en ook niet, dat men 't zijn doch
ter zeggen zou. Hij klemt zich wanhopig
aan 't leven vast. Hoe verschrikkelijk
voor haar!"
„Je denkt 't meest aan haar!"
„Zeker, zeide hij beslist. „Hij oogst, 1
wat hij gezaaid heeft, de arme man! God
weet, dat ik medelijden met hem heb.
Maar zij is zoo goed als een engel uit den
hemel."
't Was duidelijk, dat John, op de een
of andere manier, beel wat w&s te weten
gekomen aangaande vader en dochter.
Maar 't was nu niet de meest geschikte
tijd om hem daarover te vragen. Want
op 't zelfde oogenblik bereikte ons door
de geopende deuren een zacht gekeroun,
dat van den zieken nu wellicht sier-» i
venden man kwam. Mevrouw Tod, die
Dr. Brown op zijn paard had gezien,
kwam bij ons binnon block en met go-
zwollen oogen. „O, mijnheer. Halifax," en
ze begon weer opnieuw herig te schreien.
John liet haar neerzitten en gaf haar een
glas wijn.
(Wordt vervolgd.)