Tweede Blad Woensdag >4 Februari 1923 Op de Raadstrïtoune 'k Ging er enkele oogenblikken storm achtig toe in de Maandag gehoudeh ver gadering van den. Leidscken Raad. De atmosfeer was sterk geladen. De Voorzitter was genoodzaakt voort durend met den hamer te werken; scher pe interrupties knetterden door de zaal, er was gejoel en geschreeuw, heftige ver wijten werden gedaan en harstochtelijke uitroepen gehoord, en tenslotte was de Voorzitter zelfs in de noodzakelijkheid een der leden die weigerde zich aan de leiding te onderwerpen, tot de orde te roepen. Dit rumoer kwam niet onverwacht. 't Was te voorzien dat er iéts gebeureii zou. De vorige week werd mede onder lei ding van de Soc. Dem. raadsfractie een werkloozendemonstratie gehouden en aan den burgemeester een adres aangeboden waarin op uitvoering van verschillende werken werd aangedrongen. Van die politieke agitatie moesten nu de vruchten worden ingezameld, en een flink aantal belanghebbenden was dan ook op de tribune aanwezig om te zien hoe de zaak verder zou verloopen. Er moest dus wel iets „gedaan" wor den. Opzichzelf was er voor een heftig op treden geen enkele reden, zooals de voor zitter in een zakelijk speechje aantoon de. Over een paar weken komen plannen inzake woningbouw aan de orde, ver schillende aanbestedingen zijn op komst, plannen tot het aanleggen van een sport terrein zijn gereed, terwijl do verbrei ding van den Rijnsburgerwug, nog alleen wacht op goedkeuring van Ged. Staten. Duidelijk werd aangetoond, dat de uit voering van verschillende plannen nu eenmaal moest wachten omdat men van allerlei omstandigheden afhankelijk was. Nu waren door het agitatie-comité nog andere plannen aan de hand gedaan, als het dempen van het Levendaal en de Mare, maar het spreekt vanzelf, dat daar over maar niet zonder meer kan worden beslist, waarom voorgesteld werd het adres te stellen in handen van B. en W. om advies. Dat sprak zoo vanzelf, dat zelfs de Soc. Dem. niet poogden daarop aanmerking to maken. Maar men kon toch ook niet het voor stel van den voorzitter zonder meer aan nemen, want dan zou het doel dat men zich gesteld - had, nietworden bereikt. -Er moest agitatie worden verwekt,B. en W. moesten in gebreke worden ge steld. Vandaar dat gepoogd werd niet over het voorstel van B. en W., maar over al lerlei bijkomstige zaken het woord te voe ren, wat natuurlijk door den voorzitter, die het reglement van orde heeft te hand haven, niet kon worden toegestaan. En zoo kwam er de botsing, waarbij on der begeleiding van de scherpe tikken van den voorzittershamer zoo ongeveer de geheele Soc. Dem. fractie door elkaar schreeuwde. 't Was een hevig rumoer zoo nu en dan. En 't werd er niet minder op, toen de heer Knuttel zijnen geestverwanten dui delijk maakte, dat we hier weer met een poging tot partij-propaganda te doen hadden. Dat prikkelde de roode fractie. Hoe kon men nu toch zooiets denken! Intusr- schen bleek uit het rumoer dat los brak, maar al te duidelijk, dat de heer Knuttel den spijker op den kop had geraakt. En het bleek opnieuw, toen tenslotte het voorstel van den voorzitter zonder hoofdelijke stemming werd aan genomen. Toen deze film was afgedraaid en de kijkers tevreden waren gesteld, keerde onmiddellijk de gewone rust terug en ging met, alsof er niets gebeurd was, rus tig aan het werk. Zoo rustig zelfs, dat het gelukte de ge heele agenda met uitzondering van 'één punt dat werd aangehouden in de middagzitting af te werken. 's Raads ondcrwijs-specialiteit, de.heêr Meynen was bij de bestrijding van het voorstel van B. en W. omtrent de toeken ning van een gratificatie aan den waarn. directeur der Kweékschool niet gelukkig. Hij vond het bedrag (570.te hoog, en om dat duidelijk té maken, verdedigde hij een andere maatstaf dan door B. en W. was gebruikt, n.l. de marge voor het directoraat. Toen echter do heer v. d. Lip aantoonde dat deze maatstaf absoluut onbruikbaar wa,s, wat ook door deu beer Meynen werd toegegeven, was het stand punt van den bestrijder zoodanig ver zwakt, dat zijn voorstel met groote meer derheid werd verworpen. Bij een anderen „aanpak" zou niet on waarschijnlijk ook de uitslag van de stemming anders zijn geweest. Een volgend punt dat tot een vrij bree- de bespreking aanleiding gaf, betrof de onbewoonbaar-verklaring van een 70-tal woningen. Nu de gezondheidscommissie hierin was voorgegaan moesten B. en W. wel volgen, maar zij lieten duidelijk uitkomen dat dit besluit geen practische beteekenis heeft, om de eenvoudige reden, dat er voor de bewoners van deze krotten toch geen andere woningen zijn te vinden; Over de vraag of niettemin de onbe woonbaarverklaring gewenscht is, liepen de meeningen uiteen. Sommigen meenden dat het feit dat deze krotten officiéél als niet meer bewoonbaar worden gefeekend, toch dit voordeel heeft dat huurverhoo- ging wordt voorkomen, terwijl wanneer de woongelegenheid verruimd wordt, ge makkelijker tot ontruiming kan worden overgegaan. Wanneer dit zijn zal? De beschouwingen hieromtrent waren niet moedgevend. Wethouder Mulder ver klaarde tevergeefs particulieren geani meerd te hebben om ter vervanging van deze krotten woningen te bouwen. Men wilde er alleen toe overgaan, ingeval de gemeente niet alleen de huur, maar ook het onderhoud garandeerde. En voor gemeentelijke bouw als door den heer Wilmer werd bepleit, gevoelen B. en W. oek niets. Dat is tot op zekere-hoogte, verklaar baar. Maar daar staat tegenover dat hét toch ook. niet aangaat, die menschen, toch ook schepselen Gods, in die vochtige en ongezonde holen te laten Terkomme ren. Het zedelijk peil van het meerendeel der bewoners moge zeer laag zijn, het moge'waar zijn dat een groot deel van die menschen zelfs niet anders wil, vast staat ook dat het een vrijwel onbegon nen werk is pogingen tot verhooging van het zedelijk peil te doen, zoolang derge lijke woningtoestanden bestendigd blij ven. Er zal van welke zijde en op welke wij ze dan ook, iets gedaan moeten worden. Het laatste belangrijke puht dat behan deld werd, was een voorstel van B. en W. tot het maken van een nieuwe zwemin richting. Het voorstel ging er ongedacht gemak kelijk door. Er werden wei enkele be zwaren geopperd, omtrent do plaats waar de inrichting gevestigd zal worden, er werd terloops gewezen op de groote uitgaaf die de Gemeente hiermede op zich neemt, maar van een krachtige oppositie was geen sprake - Hiertoe werkte waarschijnlijk ook mee het feit dat dit plan gelegenheid biedt tot werkverschaffing, zoodat de uitgaven voor een deel misschien in mindering komen op de uitgaven voor steun aan werkloozen. Wel had tevoren de heer Wilmer laten uitkomen dat de woningbouw ter vervan ging der krotwoningen mdsschien meer in het belang der Gemeente zou zijn, maar daar hiervoor in elk geval een lan ge voorbereiding noodig zou zijn, werd hierop niet verder aangedrongen. Dij, is verklaarbaar. Het betere is zoo vaak de vijand van het goede, Maar toch schrijnt hier iets. Voor een nuttige zwemgelegenheid wordt gaar ne f95.000.beschikbaar gesteld. Maar het uiterst moeilijke, vraagstuk der on- menschelijke krotwoningen blijft even ge makkelijk rusten. Doordat het voorstel, inzake de verlen ging van den arbeidsduur van het ge meen tepersoneei onder een hoere'ije van de agenda werd afgevoerd, bleek het ook nu meti mogelijk een avondvergadering te voorkomen, terwijl toch belangrijke punten konden worden afgedaan. Na een geheime zitting werd nog be sloten een terrein aan den Lagen Morscli- weg bij bet. Kruithuis te koopen teneinde dit, zooaïs later bleek, voor woonwagen kamp in te richten. Zulk een kamp is ook noodig: Of echter de omwonenden met dit be sluit ingenomen zullen zijn, mag zeker wórden betwijfeld. KERK EN SCHOOL GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Boskoop: J. G. Fernlioufc fee St. Pancras en J. Oosterveen te Wilnis. DÖOPSG'EZ. GEMEENTE. Aan g e n o m c n. Naar TornaardJ. Kooiman té Akknim. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Zondag nam D s. ~W. G. K ri j kamp afscheid van de Ned. Herv. Gem. to Bir- daarcl (Fr.) na een tweejarig verblijf al daar. D s. J. E n k o 1 a a r, gekomen van Bles- kensgraaf deed Zondag zijn intrede te Rijsseu, na bevestigd te zijn door Ds. G. Enkelaar van Wierdon. Ds. P. van der Sïuijs nam Zondag afscheid van de Ned. Herv. Gem. te Hau- lerwijk, wegens vertrek naar Dedemsvaart. Ds. G. G. J. Bleeker nam Zondag af scheid van de Ned. Herv. Gem. te Uithui- zermeeden wegéns vertrek naar Dedeins- vaart. D r. L. J. Hp,ek te Utrecht, hoopt Zon dag den 27en Mei a.s. zijn intrede te doen bij de Remonstrantsche gemeente te Gouda na bevestigd te zijn door Dr. J. O. A. Fet ter van Rottercfam. Ds. J. B. C. Schuuring. f Op ruim 73-jarigen leeftijd is te Drimme- len overleden Ds. J. B. C. Schuuring, Ned. Herv. predikant aldaar. Hij werd geboren in 1849, candidaat in N.-H. in 1883, predi kant te Kruisland op 5 Oct. 18S4r te Ossen- drecht in 1886, Wapserveen in 1891 en Drimmelen 19 Nov. 1893. Dienstdoende Emeriti. De classis Deventer zal op haar eerstko mende vergadering een beslissing bobben te nemen over hét' volgende voorstel: „De classis Deventer van de Gereformeer de Kerken in Nederland, gezien de vele gevallen, dat geëmeriteerde predikanten, hetzij bij mondelinge of schriftelijke over eenkomst tegen genot van inkomsten, aan het ambt verbonden, in den dienst van een andere Kérk treden en daarvan zelfs aan stonds publiekelijk kennis wordt gegeven; gedachtig, hoe ter emeriteermg art. 13 K. O. spreekt van Dienaren, die door ouder dom, ziekte of anderszins, onbekwaam wor den tot uitoefening huns dienstee; zich overtuigd houdende, dat bij ,de la tere bepaling van den 70-jarigen leeftijd en 40-jarigen dienst, als recht gevende op emeritaat, met pensioen, toch wel niet be doeld kan zijn den geëmeriteerden predi kant de bevoegdheid te geven om, aan stonds of jaarna, zonder den formeèlen beroepsbrief, maai" krachtens een ander soort overeenkomst te kunnen overgaan tot cle vaste bediening! des Woord a in een an dere Kerk; in aanmerking nemende, dat tot hét eme- ïitaats traetemerifc door den predikant geen premie wordt gestort en de plichtmatig heid der betaling alleen op de betrokken Kerk drukt, besluit f a. tot de verklaring, dat het in dozen be doelde contractueel' verband niet richtig-en met het begrip emeritaat in strijd is; b. dit bezwaar bij de Particuliere Syv node van Overijsel in te dienen met ver zoek daaraan hare adhaesie te willen schenken en bij de aanstaande Generale Synode in te dienen, en bij haar aan ,te dringen tegen deze opkomende practijk haar stem te verheffen, in elk geval het recht der emeriteerende Kerk te vindicee- ren om in casu, wat het peusioenbedrag aangaat, desgewenscht billijkerwijze en in overleg met do classis, het inkomen, uit het gewraakte verband voortvloeiende, zoolang dit blijft bestaan, in aanmerking te nomen. Zending. Naar wij vernemen, is thans door het Be stuur van den Geréf. Zendingsbond tot missionair predikant op het Zendingster- rein van Midden-Celebes benoemd Ds. P. J. I, Steenbeek te Bergambacht. Zoo men weet, heeft Ds. R. Barthleina te Hoogeveen, die eerst deze benoeming had ontvangen, daarvoor bedankt-, R. J. F. J. H. Nogarede. De heer R. J. F. J. H. Nogarede, hoofd van de Chi4. school Hoveniersstraat te Rot terdam heeft aan zijn bestuur medegedeeld dat hij van plan is, met 1 September a.s. zijn pensioen aau te vragen. Op 75-jarigen leeftijd wijdt hij zich nog met onverdroten ijver en opgewektheid aan den schoolar- beid. Kweekscholen. Op de jn de vorige week gehouden be stuursvergadering van de Yerceniging van Onderwijzend Personeel aan Protestanfcsch Christelijke Kweekscholen is o.a. ook 'de vraag overwogen, hoe het bestuur heeft te staan tegenover het in den laatsten tijd gepropageerde denkbeeld van een drieja rige kweekschoolopleiding met als onder bouw een driejarige U. L. O.-school of een daarmee overeenkomende vooropleiding. Het bestuur was van meneing, dat mis schien in enkele groote steden eenderge lijke kweekschool voldoende met leerlingen en leerkrachten bezet kan worden, maar dat in het algemeen, zoowel in het belang van dé school als van de leerlingen, de op leiding vierjarig behoorde te blijven en onmiddellijk moet blijven aansluiten bij het gewoon lager onderwijs. Om die aan» sluiting te bevorderen, zou een uitbreiding van de kweekschool met een jaar naar be neden gewenscht zijn. Tevens is óp de vergadering een ontwerp regeling en programma van het in uitzicht gestelde scliooleindexamen besproken. Er is contact verkregen met de besturen van de Neutrale en R. K. Kweekschoolor- ganisaties en het is waarschijnlijk, dat binnenkort de drie organisaties zich met haar wenselien tot de Regeering kunnen wenden namens allen, die bij de kweek schoolopleiding betrokken zijn. Examens voor onderwijzer. Naar verluidt, zou de regeering van plan zijn reeds het volgend jaar een wijziging te brengen in de examens voor onderwijzer (es.) Behalve dat deze examens dan in plaats van in April in October zullen aan vangen, zullen óok de examenvakken wor den uitgebreid met twee moderne talen, naar keuze uit Fransch, Duitsch en En- gelsch, vrije en ordeoefeningen der gym nastiek en nuttige handwerken (voor do vrouwelijke, candidates) In verband hier mede zou dan het mondeling examen tot twee dagen worden uitgebreid. Daar dan de niet-geslaagden van het in April aa. te houden examen anderhalf jaar zouden moe ten wachtoii, voor hun weder de gelegen heid werd gegeven tot het opnieuw afleg gen van bedoeld examen, moéten verschil lende hoofden van de betrokken opleidings inrichtingen tot de regeéring het verzoek hebben gericht, aan dezen alsnog gelegen heid te geven tot het afleggen van het examen in October a.s. HUNNENLAND De haven te Scheveningen. Wegens de onmogelijkheid, de buiten haven te Scheveningen op de wettelijke bepaalde «Repte te houden met de tegen-» woordige wijze van baggeren, heeft de minister van oorlog, na overleg met diens ambtgenoot van waterstaat, faciliteiten van technischen aard verleend, waardoor, bij handhaving van de qischen, die uit defensie-oog-punt moeten worden gesteld, en binnen de grenzen van de wet, de ver wachting mag worden gekoesterd, dat in het vervolg de wettelijke diepte zal kun nen worden gehandhaafd. De Statenverkiezingen in Zuid-Holland. Nadat enkele noodig gebleken verande ringen zijn- aangebracht, luiden thans de anti-rev. candidatenlijsten in de onder scheiden Statenkieskringen als volgt: Rotterdam: 1. J. Schouten (aftr.); 2. Mr. A. de Jong, - 3. Krijn Verhoeven, 4. Th. Heukels, 5. Mr. P. B. Boumah, 6. A. Hanemaaijer, 7. J. de Bruin, 8.- H. A. C. v. d. Kraan, 9. W. Kortleve, 10. H. R. Lauwaars Jr., allen te Rotterdam. 's-Gr a v e n h ag e: 1. H. de Wilde (aftr.), 2.1. v. d. Loo (aftr.), 3. Mr. F. Èernhout, 4. Mr. A. J. L. van Beeck Gal- koen, 5. J. van Andel; 6. Mr. C. J. Heems kerk, 7. L. Slagter, 8. H. A. Dijkstra, 9. J. Schaafsma, 10. H. Smitskamp, allen te Den Haag. Leiden: 1. W. Warnaar te Sassen- heim (aftr.), 2. W. .Pera te Leiden (aftr.), 3. H. van Zonneveld te Sassenheim, 4. H. Veldhuyzen v. Zanten te Hillegom; 5. R. Ouwehand ie Katwijk aan Zee, 6. S. Schoneveld te Rijnsburg, 7. J. P. Segers te Lisse, 8. F. Eikerbout te Leiden, 9. R. Zuidema te Leiden, 10. K. Brants te Lei-- den. Gouda: i. Mr. V. H. Rutgers (aftr.), Den Haag, 2. R. U. Jongenhurger (aftr.), Gouda, 3. C. van Muiswinkel Mzn., Zwammerdam, 4. A. Verheul, Benthuizen, 5. H. A. Schreuder, Schoonhoven, 6. G. M. Herngreen, Alphen aan den Rijn, 7. S. Wouda, Berkel, 8. M. v. d. Berg, Zeven hoven, 9. J. Verweij, Alkemade, 10. G. J. Hoogendijk, Ouderkerk «a. d. IJsel. Delft: 1. Mr. G. van Baren te Delft (aftr.), 2. Mr. Dr. H. W. Hovy te Loos- duinen (aftr.), 3. IT. Boddeüs te Schie dam. 4. A. van Rijn te Vlaardingen, 5. F. V. Yalstar te Naaldwijk, 6. J. Schouten te Rotterdam, 7. Mr. J. P. Chardon te Delft» 8. J. H. Crezéo te De Lier, 9. Mr. J. A. de Wilde te 's-Gravenhage, 10. G. van Spronsen Antli.zn. te Loosduinen. Dordrecht: 1. P. Rijsdijk te Sli(H drecht (aftr.), 2. J. A. J. Jansen te Dordrecht, 3. Mr. F. Fernhout te 's-Gra venhage (aftr.), 4. G. R. Sterk te Leer-i dam, 5. H. G. Trapman te Molenaars-* graaf, 6. A. Pierhagen te Streefkerk, 7. H. F. den Hartogh te Lexmond, 8. A. v. Houweling te Peursum, 9. H. Wetselaar te Dordrecht, 10. D. de Leeuw te Schoon-; rewoerd.' Ridderkerk: 1. A. R, v. Nes te Rijsoord (aftr.), 2. G. Warnaer te Dirks- land (aftr.), 3. W. Stans te Henürik-Ido-' Ambacht (aftr.), 4. J. C. Diepenhorst te' Strij'en, 5. G. van Andel te Zuidland, 6t R. Medema te Pernis, 7. Mr. P. B. Boun man te Rotterdam, 8. C. Dubbelman te Slikkerveer, 9. A. J. van Vliet te Slikker veer, 10. W. J. Donkersloot Lzn., Ie Oolt- gensplaat. Uit het Sociale Leven Werkstakingen en uiisia. Het voorloopige overzicht der in 1922 in Nederland begonnen werkstakingen en uitsluitingen heeft aangewezen, dat het aantal stakingen weinig hooger is dan in 1921. Het aantal stakeis zelf is belangrijk lager evenals het aantal ondernemingen, waarbij gestaakt werd. Bedroeg in 1921 het aantal stakingen 290 (in 1920 zelfs 456) met 43.600 sta kers in 1885 ondernemingen, voor 1922 was dit 197 stakingen met 30.300 perso nen in 1673 bedrijven. Meer dan de helft dezer stakingen (nj. 58.25 vonden plaats in gemeenten met meer dan 50.000 inwoners; terwijl Noord-Holland met 118 stakingen, boven ale provincies uitstak, wees de statistiek voor Zuid-Holland 88 aan, waar naast Zeeland en Utrecht, elk met 2 stakingen, de laagste plaatsen innamen. Het groot ste aantal stakingen werd in Maart en Juni genoteerd (39), het minste aantal kwam in Januari (10) voor. Wat de bedrijven waarin gestaakt werd, betreft, vinden we de bouwbedrij ven bovenaan met 107 staan, verkeerswe gen met 34, bereiding van voedings- en genotmiddelen 22, en hout-, kurk- en stroobewerking enz. met 20 genoemd. Voorts nog fabricage van aardewerk, glas, kalk en steenen, warenhandel, kle dingindustrie en metaalbewerking resp. met 20, 18, 17 en 11 vermeld. In geen jaren zijn in verhouding tot het totaal der stakingen zooveel eischea gesteld tegen loonsverlaging als het vorig jaar, n.l. een vierde van het geheel of 25.59 Was vroeger „erkenning der organisa tie" nog al eens inzet van don strijd, de-« ze bedroeg in het afgeloopen jaar nog niet één zoodat in dit opzicht wel van een kentering gesproken mag worden. Van den uitslag der stakingen valt niet direct veel goeds te melden, als wij we ten, dat ruim 26 ten nadeele der werk lieden eindigde, ruim 44 geschikt wer den en even 19 ten hunnen gunste uitviel, welke cijfers voor 1921 iets gun stiger waren n.l.: 24 ten nadeele, 39 geschikt, en 27 ten. gunste der arbeid ders. In 1922 waren de werklieden in 18 uit-* sluitingen met 13.700 personen in 445 ondernemingen. Van deze 18 kwamen 6 in de groote steden voor, en nam de in- i voering van loonsverlaging de eersh» plaats in, "n.l. 39%; die betreffende den arbeidsduur bedroeg 17 Ook de uitslag der uitsluitingen was niet in het. directe voordeel der werkne mers, daar 55 geschikt werden, 16 ten voordeelo der arbeiders en 27 te hunnen nadeele uitvielen. Hoewel dit alles nog slechts een voor-* loopig overzicht is, valt wel to constateer 1 ren, dat staking en uitsluiting in 1922 niet, wat trouwens wel bekend is, voor-* deelig waren. De omvang van de stakingsr beweging kan nog niet worden vastge steld, daar het aantal stakingsdagen nog niet bekend was, zoodat we daar later nog op terugkomen. Loonsverlaging. In Noord-Holland hebben verschillende zuivelfabriegon aan de personeelen mede gedeeld, dat voor het komende jaar loons verlaging dient te worden ingevoerd, o.ra. te Uitgeest met 10 pCt., te Assendelft £3.per week. Dc personeelen wenselien handhaving der bcstaando loonen. FEUILLETON Van hooger 'Orde. Naar hefc Engelech. 37) 't Jonge meisje aarzelde een oogenblik, toen vulde zij 't blad opnieuw en gaf 't hem. Ik vrees, dat hij nog iets meer in dronk dan onschuldig water. Beiden werden ietwat ernstig en ston den elk aan een kant van de beek, erin neerziende en luisterend naar het ge- ï'uisch van 't water. Toen wij afscheid van hen namen was mijnheer Mar^li bijzonder beleefd en ver klaarde ons, dat ons gezelschap altijd een genoegen zou wezen voor hemzelf en zij ne dochter. „Hij zegt altoos zoo plechtig „mijn 'dochter", merkte ik op, toen zij waren heengegaan. „Ik ben nieuwsgierig wat haar naam is!" „Ik geloof Ursula." „Hoe ben je dat te weten gekomen?" ,,'t Staat in een van haar boeken." „Ursula!" herhaalde ik. „Wat een mooie naam." „Een mooie naam." HOOFDSTUK XIII. Den volgenden dag viel de regen jn stroomen neer, den ganschen tijd. 't Weer was blijkbaar omgeslagen, hoewel 't nog vroeg in de herfst was, want verscheide ne dagen achtereen hadden we niets dan wind, regen en storm. De hemel was grauw als juffrouw March's grijze japon. John ging die week eiken dag naar Norton Bury. Zijn geest schoen rusteloos. Hij was dubbel vriendelijk voor mij maar el- ken avond hoorde ik hem naar huiten gaan en in den storm wandelen. Op Zaterdagmorgen, aan 't ontbijt ko mend, hoorde ik hem mevrouw Tod vra gen hoe 't met mijnheer March was. We wisten, dat de zieke de geheele week on wel was geweest, we hadden niet één keer hem of zijn dochter gezien. Mevrouw Tod schudde onheilspellend haar hoofd. „Hij is erg slecht, mijnheer, slechter dan ooit, dunkt mij. Zij blijft 't grootste gedeelte van den nacht bij hem op." „Dat dacht ik wel; ik zag haar licht branden." „Wel, mijnheer Halifax, u wandelt toch 's nachts niet buiten, dat is erg slecht voor uwe gezondheid," riep de goede ziel, die nooit 't feit verbloemde, dat mijnheer Halifax haar moest geliefde logeergast was, behalve juffrouw March. „Dank u, dat u op mijn gezondheid let," antwoordde hij glimlachend; „maar zeg eens, mevrouw Tod, kunnen wij ook iets doen voor dien armen mijnheer?" „Niets mijnheer, dank u wel." „Als hij slechter wordt, laat me dan dokter Brown gaan halen. Ik ben den ge- heelen dag thuis." „Ik zal uw vriondelijk aanbod aan juf frouw March overbrengen, mijnheer," zei mevrouw Tod en met een bedrukt ge zicht ging zo heen. „Zou je vandaag niet naar Norton Bu ry gaan, John." „Ja, maar 't is toch eigenlijk niet noo dig; ik ben veranderd; gij zijt ook al zooveel alleen geweest. Of neen ik wil de waarheid niet verbergen ik had eigenlijk een andere reden." „Mag ik die ook weten?" „Natuurlijk, 't Is met 't oog op onze buren. Dokter Brown, dien jk van mor gen op den weg ontmoette, vertelde me, dat mijnheer March nog maar enkele da gen, misschien nog maar enkele uren zou te leven hebben.. En zij weet 't niet." Hij leunde togen den schoorsteenmantel, ik kon zien, dat hij zeer aangedaan was. Ik was zelf ook aangedaan. „Men zal om haar familie moeten zen den?" „Zij heeft geen familie. Dokter Brown zei, dat zij hem dat eens verteld had behalve de Brithwood's en we weten wie de Brithwood's zijn." „Neen, Pliineas maak je niet zoo be angst. Tenslotte zijn 't toch vreemden voor ons, vreemden. Kom, laat ons gaan ontbijten. Maar hij kon niet eten. Nu en dan zag hij afgetrokken. Tet slotte zei hij, plotseling „Phineas, ik denk, dat 't verkeerd is, heelemaal verkeerd van een dokter om hang te wezen aan een patiënt, te zeggen, dat hij sterven zal maar slechter mis schien nog om de nabestaanden in on wetendheid te laten, totdat de laatste ver-pletterende slag valt. 't Moet haar worden gezegd, 't moet haar worden gezegd misschien heeft zij haar vader nog veel te zeggen. En God helpe haar op zulk een slag dient ze toch wat voorbereid te worden, 't Zou anders doo- delijk voor haar kunnen zijn?" Hij stond op en liep de kamer op en neer. Eensklaps bleef hij staan: „Je bent net zoo geschokt als ik Phineas! -Wat kunnen we doen? Laat ons vergeten, dat 't vreemden zijn en laat ons handelen als Christenen. Vind je niet, dat zij 't weten moet?" „Zeer zeker. Misschien kunnen ze er nog iemand anders bij halen." „Bat zal niet geven. Dr. Brown zegt, dat 't geval hopeloos is en al lang hope-* loos geweest is; maar hij wilde 't niet ge-» looven en ook niet, dat men 't zijn doch ter zeggen zou. Hij klemt zich wanhopig aan 't leven vast. Hoe verschrikkelijk voor haar!" „Je denkt 't meest aan haar!" „Zeker, zeide hij beslist. „Hij oogst, 1 wat hij gezaaid heeft, de arme man! God weet, dat ik medelijden met hem heb. Maar zij is zoo goed als een engel uit den hemel." 't Was duidelijk, dat John, op de een of andere manier, beel wat w&s te weten gekomen aangaande vader en dochter. Maar 't was nu niet de meest geschikte tijd om hem daarover te vragen. Want op 't zelfde oogenblik bereikte ons door de geopende deuren een zacht gekeroun, dat van den zieken nu wellicht sier-» i venden man kwam. Mevrouw Tod, die Dr. Brown op zijn paard had gezien, kwam bij ons binnon block en met go- zwollen oogen. „O, mijnheer. Halifax," en ze begon weer opnieuw herig te schreien. John liet haar neerzitten en gaf haar een glas wijn. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5