Dagblad voor Leiden en Omstreken. 3de JAARGANG. - MAANDAG 5 FEBRUARI 1923 - No. 862 BureauHooigracht 35 - Leiden - Tei. int. 1278 Postrekening 58936 ABOHMEMiEMlTSPiftlJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f2.90 Arbeidslust. Onlangs circuleerden in de pers berich ten over bij Wilton te Rotterdam geble ken arbeidsschuwheid onder de werkloo- zen. Doze berichten zijn later wel weer te gengesproken, maar er is toch allicht een en ander blijven hangen. Een feit is trouwens, dat zich, mis schien ook in verhand met gunstige steunregelingen hier en daar, weieens symptonen van arbeidsschuwheid voor doen. Om echter te voorkomen dat gegenera liseerd wordt, laten we hier volgen een bewijs van arbeidslust, zelfs onder zeer moeilijke omstandigheden. Een der redauteuren van de „N. Rott. Crt." heeft een reis door Drenthe gemaakt en deelt van zijn ervaringen onder den titel „Onder de menschen" in zijn blad het volgende mede: „De overwegende indruk op onzen lan gen, langen autotocht door een groot deel van Drenthe, om een overzicht te krijgen van de epidemisch heerschende werkloos heid, waswat wordt er hier door duizenden arbeiders nu toch een massa werk verricht om de welvaart van deze provincie te bevorderen. Allerlei nuttige plannen, die vaak jaren en jaren gelegen hebben, om de hoofd bronnen van bestaan: de veenderij, de scheepvaart en den landbouw in beter doen te brengen, zijn plotseling tot uit voering gekomen, juist tengevolge van den geesel der werkloosheid. En hoe eerbiedwaardig passen die drommen van werkloozen, die soms in andere beroepen reeds vergrijsd zijn, zich aan dezen voor hen toch vaak vreemden arbeid aan. Eerst had ik ze bij duizenden bezig ge zien om de onafzienbare, uitgestrekiheden van renteloos liggende, woeste heidegron den te ontginnen en er de bosschen voor te bereiden, die binnen enkele tientallen van jaren hun voordeelen zullen afwer pen en het natuurschoon verhoogen; Nu hielden wij telkens stil, waar de ploegen bezig waren om den loop der stroompjes te verbeteren, die wel zeer be koorlijk het idyllische landschap in ein deloos dartele bochten doorstoeien, met schilderachtige boomgroepen en allerlei romantisch struikgewas en ander groeisel langs hun oevers, verlevendigd door een gtroote verscheidenheid van watervogels; maar, waardoor de afvoer van het water dan ook telkens werd belemmerd, zoodat de aangelegen gronden een groot deel van 't jaar overstroomd lagen, of dras werden tot schade van het land. En al mag aanvankelijk zoo'n genor maliseerd riviertje in zijn rechtgemaakte bedding met zijn keurig glad afgewerkte walletjes, waarlangs de oude, dichtgewor- pen buigingen nu nog zandige gebieden zijn, de rustieke schilderachtigheid wel nuchter verstorende natuur is zoo mild met haar tooi, dat nu reeds hier en daar het gras alweer opkwam, dat aller lei plantjes en veldbloemen de kunstma tigheid in 't komende voorjaar alweer liefderijk zullen verhullen, en, hoewel er noodzakelijk veel lommerrijk hout moest vallen, toch is zooveel mogelijk van de hoornen gespaard, omdat de leiders van dit werk immers- zelf de zoo intieme schoonheid van het Drenthsche land lief hebben. Maar hoezeer verheugen zij zich toch ook over de gunstige gevolgen van dit omvangrijke werk voor de tienduizenden hectaren uitgestrekete stroomgebieden, waar het overtollige water nu geen hin der meer zal veroorzaken, en waar wij nu reeds enkele boeren bezig zagen om met nie,uwen moed hun gronden te bewerken. En was het toch ook niet eerbiedwaar dig, al deze „werkloozen" hier zoo ijve rig voortwerkende met hun vaak iversleten schoeisel, dikwijls tot aan de knieëft in 't koude wa ter te zien staan spitten, de klut- FEU1LLETON Van hooger Orde. Naar hefc Engelsch. 3,1) Hij was erg vermoeid en had, wat hij noemde, een „looierijgevoel", een bedruk te zakenstemming. „De lijden zijn hard," zeide hij, toen mevrouw Tod 't licht binnen bracht en ons goedennacht gcwenscht had en "hoopte dat Mijnheer Halifax alles hadr wat hij noodig had". Ze scheen hem al toos van 't hoofd van onze kleine huis houding te beschouwen. „Do tijden zijn erg moeilijk," her- naaide John als in gedachten. Ik begrijp aiet hoe je vader zooveel zorgen op zich kan nemen. Ik moet minstens vijf dagen per week naar Norton Bury. „Je zult zult 't eenzaam genoeg heb ben, vrees ik." ..En gij zult niet veel geniéten van dit landleven, wat je uitgeplant hebt en waarin je zooveel vermaak scheen te hebben. «Dat hindert nietmischien is 't wel goed voor me; ik heb een leven van hard werken voor me en ik mag niet gewend raken aan te veel pleizior. Maar we zul len zooveel doen, als wo kunnen. Hoe heb ten hoog opwerpende, soms hakende over twee handen, waarbij een tweede man de kluit vaardig opvangt, en de derde haar met zijn spade op den wal gooit, om geen kruiwagens te behoeven gebruiken? Voor toch maar 'n zuinig loon van 35 cent per kubieke meter net voldoende, naar het oordeel van den com missaris der koningin, om den honger uit hun gezinnen te houden, zonder een overschot voor iets meer aan kleeding, aan ligging. En de opzichters en mijn deskundige geleiders prezen het volk waar ook het moeilijke afwerken van de oevers, het maken van overvallen enz., door hen zoo onberispelijk uitgevoerd wordt. En dan vijftig, zestig kilo- meter fietsen soms, om van en naar het werk te komen." Is dat niet een gunstig getuigenis? Zeker, hier en daar doen "ziek, met name in de groote steden, gevalien van arbeidsschuwheid voor. Maar het gros der Nederlandsche werk lieden zal honderdmaal liever onder moeilijke omstandigheden een schamel stuk brood verdienen, dan van „de steun", in welken vorm dan ook, genade brood ontvangen. Aan de verschaffing van productieven arbeid moet dan ook volle aandacht worden geschonken. V Het Overheidsbedrijf Bekend is dat do Vrijz. Democraten warme voorstanders zijn van het Over heidsbedrijf. Waar de werking van het vrije bedrijf het algemeen belang schaadt, zoo leert mon, heeft de Overheid zoo noodig den privaten ondernemingsvorm terzijde te stellen. De liefde begint echter teverkoelen. Dit blijkt wel heel duidelijk uit een ar tikel van Dr. D. van Embden in de V r ij- zinnig Democraat. Na gewezen te hebben op de fouten die het „overheidsbedrijf aankleven" stelt hij de vraag of menig gebrek niet kan genezen worden door die bedrijven, waar mogelijk, meer aan concurrentie te onderwerpen. Dit zal, zegt hij, een bitter, maar tege lijk heilzaam drankje kunnen zijn. En voor het publiek kan de herleefde concurentie de bevrijding brengen van menige achterlijkheid of tyrannie, die ook het overheadsmonopolie aan den dag legt. Als voorbeeld wijst de schrijver dan op de posterijen. „Het is, meen ik, een vooroordeel, dat men hier met een natuurlijk monopolie te doen zou hebben. Neen, dat is traditie, de traditie der Romeinsch-keizerlijke postdiensten, der 17e en 18e ecuwsche vorstelijke monopolies. Maar of de moderne maatschappij, met haar intensief handelsverkeer en haar (reeds in ons land) honderden millioenen te verzenden brieven die traditie nog steeds ongerept bewaren moet, is nooit overwogen. Voor overweging is echter reden. Natuurlijk zou k 1 e i nbedrijf hier ver spilling meebrengen, maar dit wil nog niet zeggen, dat het alternatief slechts kan zijn alleenbedrijf. In sommige takken van productie gaat de economische voor sprong van het grootbedrijf verloren, in dien zekere maat van concentratie over schreden wordt. Het monopolie bezit te genover concurrentie verschillende, be- kendo nadoelen. Het staatsmonopolie be zit er nog eenige extra. Wie weet, hoeveel baat het publiek zou vinden, indien brievenvervoer door par ticulieren ton onzent eens niet langer strafbaar ware! Zoo zou b.v. denkbaar zijn, dat de con- curreerende post-ondernemer, na scherpe kostenberekeninig, voor stadsbrieven een stuiversporto zou kunnen aajibieden; dat zijn vervoertijden korter zouden zijn dan je je van daag gevoeld? Sterk?" „Erg sterk. Wat zullen we nu morgen doen?,, „Morgenvroeg zullen we een groote wandeling maken; ik zal je wat van de heerlijke natuur hier laten zien". Om zeven uur, den anderen morgen, waren we buiten op den top van den heu vel 't dal strekte zich voor ons uit. „Hoe vind je 't Phineas? Ik vind 't prachtig; een lachend Engelsch dal, mei zoo menig klein nest van Engelsche hui selijkheid. Stel u voor patriarch over zulk een streek lo wezen, dat gansche dal in uw hand te hebben. Je kunt je niet voorstellen wat eenvoudige lieden hier in den omtrek zijn, afstammelingen van een oude kolonie van Vlaamsche la kenwevers en zij beoefenen dat vak nog. Beneden in het dal staat een groote la- kenmolen." „Dat is net iets voor je John!" ik zag zijn gezicht oplichten. „Waar is dat kleine weeftouw gebleven, dat je gemaakt hebt?" „O, dat heb ik nog. Maar dit is zulk een prachtige lakenmolenl Ik heb hem heelemaal van binnen bezien. Als de eige naar zijn oude Vlaamsche domheid maar opzij wilde zetten. Ik geloof, dat hij en zijn voorouders nog net zoo werken en met dezelfde machinerie' als in den tijd van Koningin Elizabeth. Nu, een of twee van de staatspost; dat hij o aloude maar vruchtelooze wensch van iedereen aangeteekende brieven aan huis be zorgen wilde. In gedachten zie ik de hoe ren al tegen elkaar adverteeren en elk hun voordeelen aanprijzen. Hoe ^ou de staat van zijn eerbiedwaardigen mono- polistentroon zijn gestooten. Maar ook, hoe zou de verbruiker de lachende derde zijn. Welk een prikkel tot inspanning en aanpassing zou aan tante Post eindelijk zijn toegediend." Met belangstelling hebben wij van deze beschouwingen van Prof. van Emden .kennis genomen. Er komt een kentering. Het feit dat men in kringen waar aan vankelijk met het staatsbedrijf niet wei nig gedweept werd, thans het particulier initiatief weer in eere wil herstellen, is niet zonder beteekenis. En er blijkt tevens uit, dat de A. R. be schouwing niet alleen principieel® beteekenis heeft, maar ook aan de eischen van de p r a c t ij k beantwoordt. STADSNIEUWS Kon. zeil-, roei- en motorsportver. „De Kaag". In een smaakvol met vlaggen en minia tuur-jachten versierde zaal van het Nuts- gebouw, werd Zaterdagavond een voor dracht gehouden betrekking hebbende op de moderne watersport, in 't bijzonder de zeilsport. De Voorzitter, de heer van Hoolwerf, leidde de vergadering, en hield zelf een voordracht over verschillende in gebruik zijnde modellen van zeiljachten, alsmede over de klassen waarin zij worden onder gebracht, en de diverse eigenschappen, die zij ontleenen aan de wijze waarop zij zijn samengesteld. De voorlichting op deze wijze geboden, werd alleszins aanschouwelijk gemaakt door de uitgebreide collectie scheepsbe- noodigdlieden, touwwerk, in 't kort alle attributen waarvan het gebruik, en de werking uitvoerig door den voordrager werd uiteengezet. Vooral genoten. de aan wezigen, voor 't meerendeel toekomstige juniores, van de projectie-beelden, welke verschillende tafereelen uit de watersport naar voren brachten. De beelden waren buitengewoon inter- ressant en duidelijk, en werden door de vaardige hand van den heer Stokhuizen op 't doek gebracht. Ongetwijfeld heeft de vereeniging haar doel met deze voordracht bereikt, n.l. om bij de jongere sport-generatie belangstel ling te wekken voor deze edele, echt Hol- landsche sport. Een dankbaar applaus beloonde de hee- ren voor hun arbeid. Naar wij vernemen zal de eerstvolgen de vergadering van den „Ring Leiden G. O." van den Ned. Bond. v. J. V. op G. G. gehouden worden op Vrijdag 9 Febr. des avonds 8 uur in gebouw Patrimonium al hier. De lieer A. M. Bijvoet alhier, is aan de Technische Hoogeschool te Delft ge slaagd voor het ingenieursexamen werk tuigkundig ingenieur; voor het eerste ge deelte candidatasexamen werktuigkundig ingenieur de heer J. J. W. Hogervorst, al hier. Prof. d r. K. H. R o e s s i n g h alhier zal voor een zestal weken naar Amerika gaan, teneinde daar een reeks lezingen te houden. A.s. Donderdag, ter gelegenheid van den 348sten stichtingsdag van de Leid- sche Universiteit, zal na afloop van de rectorale rede do rector-magnificus, prof. dr. L. van Italiie, receptie houden in Huize Bruyns. van onze moderne verbeteringen" zoo als maar ik vergat, dat gij nooit iets hebt begreqen van de mechanica. „Leg 't maar eens duidelijk uit en ik zal probeeren 't te begrijpen." Zoo deed hij en ik stond verbaasd hoe hij dat alles was te weten gekomen. „O, dat is gemakkelijk genoog, ge weet ik heb altijd een zwak gehad voor machi- nerie;ik kon een uur lang naar een mo len staan kijken, vooral Als 't met een wa terrad werkte." „Zou je zelf een molen willen hebben?" „Hoe zou ik niet!" en zijn gehèele ge zicht kleurde. „Maar 't is ijdel hierover te praten; men kan zijn eigen beroep niet kiezen, tenminste weinigen kunnen dat. Ik ben leerlooier en ik hoop oen goede leerlooier te worden. Apropos, ik ben nieuwsgierig of mevrouw Tod. dio zoo veel over deftige menschen spreekt, weet, dat we leerlooiers zijn." „Ik denk 't niet; ik hoop het niet. O, David, laat ons voor deze maand tenmiu- ste de looierij vaarwel zeggen!" Want ik haatte haar meer dan ooit nu in ons rustig landelijk leven. Hij berispte mij zacht, hoewel hij, denk ik, onwillekeurig van dezelfde meening was als ik. „Wie zou denken, zooals ik hier sta te midden van deze heerlijke natuur, dat ik gisteren den geheelen dag in looikuipen De heer K. v. d. Berg, diaken der Ned. Herv. Gem. alhier, heeft zijn benoe ming als organist der Doopsgezinde ge meente aangenomen en is daarom verplicht als diaken af te treden. De afdeling Leiden van de Vereeni ging voor de verpleging van toevallenlij- ders herdenkt dezer dagen haar 25-jarig bestaan. Morgenavond zal ter herdenking van dit feit een samenkomst worden ge houden in de Oosterkerk waarin als spre kers hopen op te treden D s. Joh, W. Groot Enzerink, Herv. Pred. alhier, en de heer J. Smit Diacoon te Heem stede. Wij verwijzen voor bijzonderheden naar de in dit nummer voorkomende ad vertentie. Zaterdagavond vergaderde opnieuw de Ring Leiden en Omstreken van Ghr. Zangvereenigingen. De Voorzitter, do heer H. v. d. Me ij uit Oegstgeest, opende met gebed, las vervolgens voor Daniël 6 en riep daarna den aanwezigen een hartelijk welkom toe. Medegedeeld werd, dat aan tal van ver- eenigingen een Reglement was toegezon den. Eenige vereen, bleken niet voor het doel van den Ring te gevoelen, van ande ren wordt nog bericht van medewerking verwacht. Uit door het bestuur gedane mededcc- lingen bleek voldoende de levensvatbaar heid van dezen Ring. Eerstdags zullen reeds enkele muziek nummers worden aangeboden tegen ge ringen prijs. Tot Secretaris werd gekozen de heer G. B. v. d. Zeeuw, Medusastraat 8 alhier, waar men zich kan vervoegen voor in lichtingen en correspondentie. In de Stedelijke Werkinrichting zijn op genomen in de week van 28 Jan.3 Febr. 181 volwassen personen en 14 kinderen, totaal 195. Gisterenmiddag te circa 3 uur had op den Rij nsburgorweg bij Pomona een melodrama plaats. Een tweetal wielrijders reden midden op den weg, toen een auto in volle vaart van de tegenovergestelde richting kwam aansuizen. De ééne wielrijder wilde nu rechts van den weg uitwijken, terwijl de ander links zijn heil zocht Het natuurlijk gevolg was, dat er tus- schen de spaken en verdere onderdeelen der respectievelijke voorwielen een gril lige dooreenmenging plaats greep en door het uiet minder grillige berglandschap, dat in de wandeling de Rijnsburgerweg wordt genaamd het kluwen van ver schrikte wielrijders en gebroken rijwiel- onderdeelen met een buitengemeen won derlijke bocht in een vrij diepe sloot naast den weg terecht kwamen. Een heel gewoon verschijnsel. Minder gewoon was echter dat de „nat- gewordenen" in stede van, zooals ieder gewoon mensch pleegt te doen, zoo spoe dig mogelijk trachtten hun amphibie-be- slaan in den kortst mogelijken tijd le doen afloopen, de beide heeren als wijlen de beide leeuwen in het Zeeuwsche wa pen, tot de borst toe in de sloot stonden en een interessant discours hielden over de „question brulant"(?) wie van tweeën de oorzaak van de ongewone „afwijking" was. Het eindigde bijna in een waterge vecht! Nadat de zich steeds meer opwindende personen er op merkzaam op waren ge maakt dat zij genoemde kwestio op min der afkoelende wijze even goed naast als i n de sloot, konden beslechten peurden deze broederlijk de verdronken stalen rossen op en Week toen men zich op het droge bevondt: In een wip was de lust Om te twisten gebluscht Bij het paar. Zelfs geen woord dorst het spreken heb omgeroerd en ruwe huiden icb ge- 5 hanteerd. Ik verwonder me, dat dez6 bloempjes niet ziek werden in nrja han den zulke leelijko handen!" „Onzin, Jein; ze zijn zoo kwsoi niet en wat zou 't dan nog?" „Je hebt gelijk, jongen, 't Zou niets. Zij hebben mij goede diensten oewezen, maar ze zijn niet bestemd om ruikers te dragen." „Ziet daar plukt iemand bloemen; ik verklaar, dat ze veel gelijkt op je vrien din, grijs japon, ik vraag excuus op mejuffrouw March." „Zij is 't," zei John, „kom, laat ons heengaan, wij moeten een dame niet sto ren in haar vermaak." Hij troonde mij mco, tegeu mijn wil, want ik had gaarne dat jonge, frissche gezicht nog eens willen zien. Wij wan delden verder. Maar vlak voor huis, waarschijnlijk, omdat haar ontbijtsuur 't zelfde was als 't onze, bevonden wij ons plotseling van aangezicht tot aangezicht tegenover juffrouw March. Zij moest onze deur voorbij gaan, waar mevrouw Tod met haar kind stond, 't Kind strekte de armen* naar haar uil; juffrouw March bleef staan en nam de kleine op. Werkelijk dat was een aardige ver schijning, zooals zij daar stond met glin- ABVEKTEMTIE-PtiiJS Gewone advertentiën per regel 2214 cenfci Ingezonden Mcdedeclingen, dubbel tariefc Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij voornitbetfrj ling van ten hoogste 30 woorden. -» ordetf dagelüks geplT^st p. "1 r-n Aan het Zoeklicht Leiden 5 Febr. 1923. Het typografenconflict behoort nu go- heel tot het verleen. Tenminste in d i e n zin, dat de stakende werklieden overal den strijd hebben moe ten opgeven. Voor het bedrijf is de staking achter den rug, maar in de g e z i n n en der slachtoffers voelt men nog terdege de ge volgen. Te Hilversum heeft men het langst stand gehouden. Er zijn daar naar Het Volk meldt elf slachtoffers, welk getal waar schijnlijk spoedig tot zeven zal vermin deren. Dat be teekent dus voor wie weet hoe langen tijd, zeven werkers op straat, ze ven gezinnen in armoede. Hulde aan die menschen zegt Het Volk, dat geregeld trachtte door over winningsbulletins den moed er in te hou- deD. Alsof de slachtoffers daarvoor ook maar iets kunnen koopen. Beter en méér in het belang van de ty pografen zou geweest zijn, als Het Volk den moed had gehad heb misdadig optre den van* de leiders in hot licht te stellen. Maar daar denkt men niet aan. Men laat eerst de arbeiders stilletjes in het ongeluk storten en als ze dan terwille van do leiders op de keien staan, dan krij gen ze een woord van hulde enwor den verder aari hun lot overgelaten. OBSERVATOR. 't Zag van kou zoo wit Als een laken wen dit Reeds een maand op het gras ligt to bleeken. (Vrij naar Pa at t jen s.) SINNENLAktib Hoor.e Raad va.i Ar„cui. De Hooge Raad van Arbeid zal op 24 Februari vergaderen ter vaststelling van zijn adviezen over do voorontwerpen van nieuwe werktijden en rusttijden-besluiten voor fabrieken of werkplaatsen. In do-* zelfde vergadering komt tevens aan do orde het enkele maanden geleden gepu bliceerde praeadvies van commicssie XII over vraagpunten betreffende bedrijfs organisatie enz. De vergadering zal zoo noodig op Zaterdag 3 Maart worden voortgezet. De zakelijke bedrijfsbelasting. Vandaag wordt te Amsterdam een ver-» gadering van groote industrieeion gehoua den, waarin de middolen besproken zullen worden om te komen tot intrekking van de wet, regelende do zakelijke belasting op het bedrijf. De Raad van Apeldoorn heeft besloten tot opheffing van de zakelijke bedrijfsbe* lasting. De Plattelandersbond. In een op Donderdag 1 Februari to Utrecht gehouden vergadering van den Plattelandersbond, waarbij elle richtingen rechts en links, zoowel als de Roomsch-Ka- tholieke vertegenwoordigd waren, werd con amore besloten, even eendrachtig als voorheen te blijven samenwerken. Bezuiniging. Het Huisgz. deelt mee dat do minist. van financiën hot oordcel van den comman dant van het veldlegor gevraagd heeft over de volgende door hem voorgenomen bezui nigingen: 1. Het bedrag ad 1 cent por man en por dag voor scheren en haarsnijden niet meer beschikbaar to stellen. Het gebruik van gratis knippen en sche ren is gering en de betreffende barbier storende oogen, terwijl het jonge bloed haar door de forscho bruinachtige wangon stroomde; ik was niet zeker of ik niet to voorbarig was geweest met haar ~een schoonheid" te noemen. Waarschijnlijk dacht John. toon hij haar zoo zag, 't zelfde. Zij stond juist voor ons hekje; maar zij had blijkbaar ons geheel vergeten zoo blij was zo met mevrouw Tod's lieven jongen, totdat do hospita haar vroeg de heeren te .laten passeeren. 't Jonge meisje ging daarop vlug opzij. Toen John haar voorbij ging^sloeg hij de oogen op; wat mij betreft, ik kon mijn oogen bijna itiet van haar afhouden, zoo'n lief schepseltje als 't was. Ze glim-» lachte hij boog, wat zij beleefd beant-» woordde en wij gingen binnen. Ik vertel de hem, dat dit een good begin was om met onze buren kennis te maken. „O, neen, enkel een beleefdheid lus-» sclion menschen, die onder 't zëifde dak leven, meer niet; 't zal wel nooit moer w<H zen." „Wellicht niet." ,.Ik vond hnar gezicht nu veel mooier, David, en gij?" „Een goed, een nobel gezicht; innnr do trekken zijn onregelmatig, ik kan haar werkelijk niet „mooi" noemen." „Ik ook niet." (Wordt verveld),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1