Dagblad voor Leiden en Omstreken.
3de JAARGANG. - MAANDAG 5 FEBRUARI 1923 - No. 862
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tei. int. 1278 Postrekening 58936
ABOHMEMiEMlTSPiftlJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f2.90
Arbeidslust.
Onlangs circuleerden in de pers berich
ten over bij Wilton te Rotterdam geble
ken arbeidsschuwheid onder de werkloo-
zen.
Doze berichten zijn later wel weer te
gengesproken, maar er is toch allicht
een en ander blijven hangen.
Een feit is trouwens, dat zich, mis
schien ook in verhand met gunstige
steunregelingen hier en daar, weieens
symptonen van arbeidsschuwheid voor
doen.
Om echter te voorkomen dat gegenera
liseerd wordt, laten we hier volgen een
bewijs van arbeidslust, zelfs onder
zeer moeilijke omstandigheden.
Een der redauteuren van de „N.
Rott. Crt." heeft een reis door Drenthe
gemaakt en deelt van zijn ervaringen
onder den titel „Onder de menschen" in
zijn blad het volgende mede:
„De overwegende indruk op onzen lan
gen, langen autotocht door een groot deel
van Drenthe, om een overzicht te krijgen
van de epidemisch heerschende werkloos
heid, waswat wordt er hier door
duizenden arbeiders nu toch een massa
werk verricht om de welvaart van deze
provincie te bevorderen.
Allerlei nuttige plannen, die vaak jaren
en jaren gelegen hebben, om de hoofd
bronnen van bestaan: de veenderij, de
scheepvaart en den landbouw in beter
doen te brengen, zijn plotseling tot uit
voering gekomen, juist tengevolge van den
geesel der werkloosheid.
En hoe eerbiedwaardig passen die
drommen van werkloozen, die soms in
andere beroepen reeds vergrijsd zijn, zich
aan dezen voor hen toch vaak vreemden
arbeid aan.
Eerst had ik ze bij duizenden bezig ge
zien om de onafzienbare, uitgestrekiheden
van renteloos liggende, woeste heidegron
den te ontginnen en er de bosschen voor
te bereiden, die binnen enkele tientallen
van jaren hun voordeelen zullen afwer
pen en het natuurschoon verhoogen;
Nu hielden wij telkens stil, waar de
ploegen bezig waren om den loop der
stroompjes te verbeteren, die wel zeer be
koorlijk het idyllische landschap in ein
deloos dartele bochten doorstoeien, met
schilderachtige boomgroepen en allerlei
romantisch struikgewas en ander groeisel
langs hun oevers, verlevendigd door een
gtroote verscheidenheid van watervogels;
maar, waardoor de afvoer van het water
dan ook telkens werd belemmerd, zoodat
de aangelegen gronden een groot deel
van 't jaar overstroomd lagen, of dras
werden tot schade van het land.
En al mag aanvankelijk zoo'n genor
maliseerd riviertje in zijn rechtgemaakte
bedding met zijn keurig glad afgewerkte
walletjes, waarlangs de oude, dichtgewor-
pen buigingen nu nog zandige gebieden
zijn, de rustieke schilderachtigheid wel
nuchter verstorende natuur is zoo
mild met haar tooi, dat nu reeds hier en
daar het gras alweer opkwam, dat aller
lei plantjes en veldbloemen de kunstma
tigheid in 't komende voorjaar alweer
liefderijk zullen verhullen, en, hoewel
er noodzakelijk veel lommerrijk hout
moest vallen, toch is zooveel mogelijk van
de hoornen gespaard, omdat de leiders
van dit werk immers- zelf de zoo intieme
schoonheid van het Drenthsche land lief
hebben.
Maar hoezeer verheugen zij zich toch
ook over de gunstige gevolgen van dit
omvangrijke werk voor de tienduizenden
hectaren uitgestrekete stroomgebieden,
waar het overtollige water nu geen hin
der meer zal veroorzaken, en waar wij nu
reeds enkele boeren bezig zagen om met
nie,uwen moed hun gronden te bewerken.
En was het toch ook niet eerbiedwaar
dig, al deze „werkloozen" hier zoo ijve
rig voortwerkende met hun vaak
iversleten schoeisel, dikwijls
tot aan de knieëft in 't koude wa
ter te zien staan spitten, de klut-
FEU1LLETON
Van hooger Orde.
Naar hefc Engelsch.
3,1)
Hij was erg vermoeid en had, wat hij
noemde, een „looierijgevoel", een bedruk
te zakenstemming.
„De lijden zijn hard," zeide hij, toen
mevrouw Tod 't licht binnen bracht en
ons goedennacht gcwenscht had en
"hoopte dat Mijnheer Halifax alles hadr
wat hij noodig had". Ze scheen hem al
toos van 't hoofd van onze kleine huis
houding te beschouwen.
„Do tijden zijn erg moeilijk," her-
naaide John als in gedachten. Ik begrijp
aiet hoe je vader zooveel zorgen op zich
kan nemen. Ik moet minstens vijf dagen
per week naar Norton Bury.
„Je zult zult 't eenzaam genoeg heb
ben, vrees ik."
..En gij zult niet veel geniéten van dit
landleven, wat je uitgeplant hebt en
waarin je zooveel vermaak scheen te
hebben.
«Dat hindert nietmischien is 't wel
goed voor me; ik heb een leven van hard
werken voor me en ik mag niet gewend
raken aan te veel pleizior. Maar we zul
len zooveel doen, als wo kunnen. Hoe heb
ten hoog opwerpende, soms hakende
over twee handen, waarbij een tweede
man de kluit vaardig opvangt, en de
derde haar met zijn spade op den wal
gooit, om geen kruiwagens te behoeven
gebruiken? Voor toch maar 'n zuinig loon
van 35 cent per kubieke meter net
voldoende, naar het oordeel van den com
missaris der koningin, om den honger uit
hun gezinnen te houden, zonder een
overschot voor iets meer aan kleeding,
aan ligging. En de opzichters en mijn
deskundige geleiders prezen het volk
waar ook het moeilijke afwerken van de
oevers, het maken van overvallen enz.,
door hen zoo onberispelijk uitgevoerd
wordt. En dan vijftig, zestig kilo-
meter fietsen soms, om van en
naar het werk te komen."
Is dat niet een gunstig getuigenis?
Zeker, hier en daar doen "ziek, met
name in de groote steden, gevalien van
arbeidsschuwheid voor.
Maar het gros der Nederlandsche werk
lieden zal honderdmaal liever onder
moeilijke omstandigheden een schamel
stuk brood verdienen, dan van „de
steun", in welken vorm dan ook, genade
brood ontvangen.
Aan de verschaffing van productieven
arbeid moet dan ook volle aandacht
worden geschonken.
V Het Overheidsbedrijf
Bekend is dat do Vrijz. Democraten
warme voorstanders zijn van het Over
heidsbedrijf.
Waar de werking van het vrije bedrijf
het algemeen belang schaadt, zoo leert
mon, heeft de Overheid zoo noodig den
privaten ondernemingsvorm terzijde te
stellen.
De liefde begint echter teverkoelen.
Dit blijkt wel heel duidelijk uit een ar
tikel van Dr. D. van Embden in de V r ij-
zinnig Democraat.
Na gewezen te hebben op de fouten
die het „overheidsbedrijf aankleven" stelt
hij de vraag of menig gebrek niet kan
genezen worden door die bedrijven, waar
mogelijk, meer aan concurrentie
te onderwerpen.
Dit zal, zegt hij, een bitter, maar tege
lijk heilzaam drankje kunnen zijn.
En voor het publiek kan de herleefde
concurentie de bevrijding brengen van
menige achterlijkheid of tyrannie, die ook
het overheadsmonopolie aan den dag legt.
Als voorbeeld wijst de schrijver dan op
de posterijen.
„Het is, meen ik, een vooroordeel, dat
men hier met een natuurlijk monopolie
te doen zou hebben. Neen, dat is traditie,
de traditie der Romeinsch-keizerlijke
postdiensten, der 17e en 18e ecuwsche
vorstelijke monopolies.
Maar of de moderne maatschappij, met
haar intensief handelsverkeer en haar
(reeds in ons land) honderden millioenen
te verzenden brieven die traditie nog
steeds ongerept bewaren moet, is nooit
overwogen. Voor overweging is echter
reden.
Natuurlijk zou k 1 e i nbedrijf hier ver
spilling meebrengen, maar dit wil nog
niet zeggen, dat het alternatief slechts
kan zijn alleenbedrijf. In sommige takken
van productie gaat de economische voor
sprong van het grootbedrijf verloren, in
dien zekere maat van concentratie over
schreden wordt. Het monopolie bezit te
genover concurrentie verschillende, be-
kendo nadoelen. Het staatsmonopolie be
zit er nog eenige extra.
Wie weet, hoeveel baat het publiek zou
vinden, indien brievenvervoer door par
ticulieren ton onzent eens niet langer
strafbaar ware!
Zoo zou b.v. denkbaar zijn, dat de con-
curreerende post-ondernemer, na scherpe
kostenberekeninig, voor stadsbrieven een
stuiversporto zou kunnen aajibieden; dat
zijn vervoertijden korter zouden zijn dan
je je van daag gevoeld? Sterk?"
„Erg sterk. Wat zullen we nu morgen
doen?,,
„Morgenvroeg zullen we een groote
wandeling maken; ik zal je wat van de
heerlijke natuur hier laten zien".
Om zeven uur, den anderen morgen,
waren we buiten op den top van den heu
vel 't dal strekte zich voor ons uit.
„Hoe vind je 't Phineas? Ik vind 't
prachtig; een lachend Engelsch dal, mei
zoo menig klein nest van Engelsche hui
selijkheid. Stel u voor patriarch over
zulk een streek lo wezen, dat gansche
dal in uw hand te hebben. Je kunt je
niet voorstellen wat eenvoudige lieden
hier in den omtrek zijn, afstammelingen
van een oude kolonie van Vlaamsche la
kenwevers en zij beoefenen dat vak nog.
Beneden in het dal staat een groote la-
kenmolen."
„Dat is net iets voor je John!" ik zag
zijn gezicht oplichten. „Waar is dat
kleine weeftouw gebleven, dat je gemaakt
hebt?"
„O, dat heb ik nog. Maar dit is zulk
een prachtige lakenmolenl Ik heb hem
heelemaal van binnen bezien. Als de eige
naar zijn oude Vlaamsche domheid maar
opzij wilde zetten. Ik geloof, dat hij en
zijn voorouders nog net zoo werken en
met dezelfde machinerie' als in den tijd
van Koningin Elizabeth. Nu, een of twee
van de staatspost; dat hij o aloude
maar vruchtelooze wensch van iedereen
aangeteekende brieven aan huis be
zorgen wilde. In gedachten zie ik de hoe
ren al tegen elkaar adverteeren en elk
hun voordeelen aanprijzen. Hoe ^ou de
staat van zijn eerbiedwaardigen mono-
polistentroon zijn gestooten. Maar ook,
hoe zou de verbruiker de lachende derde
zijn. Welk een prikkel tot inspanning en
aanpassing zou aan tante Post eindelijk
zijn toegediend."
Met belangstelling hebben wij van deze
beschouwingen van Prof. van Emden
.kennis genomen.
Er komt een kentering.
Het feit dat men in kringen waar aan
vankelijk met het staatsbedrijf niet wei
nig gedweept werd, thans het particulier
initiatief weer in eere wil herstellen, is
niet zonder beteekenis.
En er blijkt tevens uit, dat de A. R. be
schouwing niet alleen principieel®
beteekenis heeft, maar ook aan de eischen
van de p r a c t ij k beantwoordt.
STADSNIEUWS
Kon. zeil-, roei- en motorsportver.
„De Kaag".
In een smaakvol met vlaggen en minia
tuur-jachten versierde zaal van het Nuts-
gebouw, werd Zaterdagavond een voor
dracht gehouden betrekking hebbende op
de moderne watersport, in 't bijzonder
de zeilsport.
De Voorzitter, de heer van Hoolwerf,
leidde de vergadering, en hield zelf een
voordracht over verschillende in gebruik
zijnde modellen van zeiljachten, alsmede
over de klassen waarin zij worden onder
gebracht, en de diverse eigenschappen,
die zij ontleenen aan de wijze waarop zij
zijn samengesteld.
De voorlichting op deze wijze geboden,
werd alleszins aanschouwelijk gemaakt
door de uitgebreide collectie scheepsbe-
noodigdlieden, touwwerk, in 't kort alle
attributen waarvan het gebruik, en de
werking uitvoerig door den voordrager
werd uiteengezet. Vooral genoten. de aan
wezigen, voor 't meerendeel toekomstige
juniores, van de projectie-beelden, welke
verschillende tafereelen uit de watersport
naar voren brachten.
De beelden waren buitengewoon inter-
ressant en duidelijk, en werden door de
vaardige hand van den heer Stokhuizen
op 't doek gebracht.
Ongetwijfeld heeft de vereeniging haar
doel met deze voordracht bereikt, n.l. om
bij de jongere sport-generatie belangstel
ling te wekken voor deze edele, echt Hol-
landsche sport.
Een dankbaar applaus beloonde de hee-
ren voor hun arbeid.
Naar wij vernemen zal de eerstvolgen
de vergadering van den „Ring Leiden G.
O." van den Ned. Bond. v. J. V. op G. G.
gehouden worden op Vrijdag 9 Febr. des
avonds 8 uur in gebouw Patrimonium al
hier.
De lieer A. M. Bijvoet alhier, is aan
de Technische Hoogeschool te Delft ge
slaagd voor het ingenieursexamen werk
tuigkundig ingenieur; voor het eerste ge
deelte candidatasexamen werktuigkundig
ingenieur de heer J. J. W. Hogervorst, al
hier.
Prof. d r. K. H. R o e s s i n g h
alhier zal voor een zestal weken naar
Amerika gaan, teneinde daar een reeks
lezingen te houden.
A.s. Donderdag, ter gelegenheid van
den 348sten stichtingsdag van de Leid-
sche Universiteit, zal na afloop van de
rectorale rede do rector-magnificus,
prof. dr. L. van Italiie, receptie houden in
Huize Bruyns.
van onze moderne verbeteringen" zoo
als maar ik vergat, dat gij nooit iets
hebt begreqen van de mechanica.
„Leg 't maar eens duidelijk uit en ik
zal probeeren 't te begrijpen."
Zoo deed hij en ik stond verbaasd hoe
hij dat alles was te weten gekomen.
„O, dat is gemakkelijk genoog, ge weet
ik heb altijd een zwak gehad voor machi-
nerie;ik kon een uur lang naar een mo
len staan kijken, vooral Als 't met een wa
terrad werkte."
„Zou je zelf een molen willen hebben?"
„Hoe zou ik niet!" en zijn gehèele ge
zicht kleurde. „Maar 't is ijdel hierover te
praten; men kan zijn eigen beroep niet
kiezen, tenminste weinigen kunnen dat.
Ik ben leerlooier en ik hoop oen goede
leerlooier te worden. Apropos, ik ben
nieuwsgierig of mevrouw Tod. dio zoo
veel over deftige menschen spreekt, weet,
dat we leerlooiers zijn."
„Ik denk 't niet; ik hoop het niet. O,
David, laat ons voor deze maand tenmiu-
ste de looierij vaarwel zeggen!"
Want ik haatte haar meer dan ooit nu
in ons rustig landelijk leven.
Hij berispte mij zacht, hoewel hij, denk
ik, onwillekeurig van dezelfde meening
was als ik.
„Wie zou denken, zooals ik hier sta te
midden van deze heerlijke natuur, dat ik
gisteren den geheelen dag in looikuipen
De heer K. v. d. Berg, diaken der
Ned. Herv. Gem. alhier, heeft zijn benoe
ming als organist der Doopsgezinde ge
meente aangenomen en is daarom
verplicht als diaken af te treden.
De afdeling Leiden van de Vereeni
ging voor de verpleging van toevallenlij-
ders herdenkt dezer dagen haar 25-jarig
bestaan. Morgenavond zal ter herdenking
van dit feit een samenkomst worden ge
houden in de Oosterkerk waarin als spre
kers hopen op te treden D s. Joh, W.
Groot Enzerink, Herv. Pred. alhier,
en de heer J. Smit Diacoon te Heem
stede. Wij verwijzen voor bijzonderheden
naar de in dit nummer voorkomende ad
vertentie.
Zaterdagavond vergaderde opnieuw
de Ring Leiden en Omstreken van Ghr.
Zangvereenigingen.
De Voorzitter, do heer H. v. d. Me ij
uit Oegstgeest, opende met gebed, las
vervolgens voor Daniël 6 en riep daarna
den aanwezigen een hartelijk welkom toe.
Medegedeeld werd, dat aan tal van ver-
eenigingen een Reglement was toegezon
den. Eenige vereen, bleken niet voor het
doel van den Ring te gevoelen, van ande
ren wordt nog bericht van medewerking
verwacht.
Uit door het bestuur gedane mededcc-
lingen bleek voldoende de levensvatbaar
heid van dezen Ring.
Eerstdags zullen reeds enkele muziek
nummers worden aangeboden tegen ge
ringen prijs.
Tot Secretaris werd gekozen de heer
G. B. v. d. Zeeuw, Medusastraat 8 alhier,
waar men zich kan vervoegen voor in
lichtingen en correspondentie.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn op
genomen in de week van 28 Jan.3 Febr.
181 volwassen personen en 14 kinderen,
totaal 195.
Gisterenmiddag te circa 3 uur had
op den Rij nsburgorweg bij Pomona een
melodrama plaats.
Een tweetal wielrijders reden midden
op den weg, toen een auto in volle vaart
van de tegenovergestelde richting kwam
aansuizen. De ééne wielrijder wilde nu
rechts van den weg uitwijken, terwijl de
ander links zijn heil zocht
Het natuurlijk gevolg was, dat er tus-
schen de spaken en verdere onderdeelen
der respectievelijke voorwielen een gril
lige dooreenmenging plaats greep en door
het uiet minder grillige berglandschap,
dat in de wandeling de Rijnsburgerweg
wordt genaamd het kluwen van ver
schrikte wielrijders en gebroken rijwiel-
onderdeelen met een buitengemeen won
derlijke bocht in een vrij diepe sloot
naast den weg terecht kwamen.
Een heel gewoon verschijnsel.
Minder gewoon was echter dat de „nat-
gewordenen" in stede van, zooals ieder
gewoon mensch pleegt te doen, zoo spoe
dig mogelijk trachtten hun amphibie-be-
slaan in den kortst mogelijken tijd le
doen afloopen, de beide heeren als wijlen
de beide leeuwen in het Zeeuwsche wa
pen, tot de borst toe in de sloot stonden
en een interessant discours hielden over
de „question brulant"(?) wie van tweeën
de oorzaak van de ongewone „afwijking"
was.
Het eindigde bijna in een waterge
vecht!
Nadat de zich steeds meer opwindende
personen er op merkzaam op waren ge
maakt dat zij genoemde kwestio op min
der afkoelende wijze even goed naast
als i n de sloot, konden beslechten peurden
deze broederlijk de verdronken stalen
rossen op en Week toen men zich op het
droge bevondt:
In een wip was de lust
Om te twisten gebluscht
Bij het paar. Zelfs geen woord dorst
het spreken
heb omgeroerd en ruwe huiden icb ge- 5
hanteerd. Ik verwonder me, dat dez6
bloempjes niet ziek werden in nrja han
den zulke leelijko handen!"
„Onzin, Jein; ze zijn zoo kwsoi niet
en wat zou 't dan nog?"
„Je hebt gelijk, jongen, 't Zou niets. Zij
hebben mij goede diensten oewezen,
maar ze zijn niet bestemd om ruikers te
dragen."
„Ziet daar plukt iemand bloemen; ik
verklaar, dat ze veel gelijkt op je vrien
din, grijs japon, ik vraag excuus
op mejuffrouw March."
„Zij is 't," zei John, „kom, laat ons
heengaan, wij moeten een dame niet sto
ren in haar vermaak."
Hij troonde mij mco, tegeu mijn wil,
want ik had gaarne dat jonge, frissche
gezicht nog eens willen zien. Wij wan
delden verder.
Maar vlak voor huis, waarschijnlijk,
omdat haar ontbijtsuur 't zelfde was als
't onze, bevonden wij ons plotseling van
aangezicht tot aangezicht tegenover
juffrouw March.
Zij moest onze deur voorbij gaan, waar
mevrouw Tod met haar kind stond, 't
Kind strekte de armen* naar haar uil;
juffrouw March bleef staan en nam de
kleine op.
Werkelijk dat was een aardige ver
schijning, zooals zij daar stond met glin-
ABVEKTEMTIE-PtiiJS
Gewone advertentiën per regel 2214 cenfci
Ingezonden Mcdedeclingen, dubbel tariefc
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij voornitbetfrj
ling van ten hoogste 30 woorden. -» ordetf
dagelüks geplT^st p. "1 r-n
Aan het Zoeklicht
Leiden 5 Febr. 1923.
Het typografenconflict behoort nu go-
heel tot het verleen.
Tenminste in d i e n zin, dat de stakende
werklieden overal den strijd hebben moe
ten opgeven.
Voor het bedrijf is de staking achter
den rug, maar in de g e z i n n en der
slachtoffers voelt men nog terdege de ge
volgen.
Te Hilversum heeft men het langst stand
gehouden. Er zijn daar naar Het Volk
meldt elf slachtoffers, welk getal waar
schijnlijk spoedig tot zeven zal vermin
deren.
Dat be teekent dus voor wie weet hoe
langen tijd, zeven werkers op straat, ze
ven gezinnen in armoede.
Hulde aan die menschen zegt Het
Volk, dat geregeld trachtte door over
winningsbulletins den moed er in te hou-
deD.
Alsof de slachtoffers daarvoor ook maar
iets kunnen koopen.
Beter en méér in het belang van de ty
pografen zou geweest zijn, als Het Volk
den moed had gehad heb misdadig optre
den van* de leiders in hot licht te stellen.
Maar daar denkt men niet aan.
Men laat eerst de arbeiders stilletjes in
het ongeluk storten en als ze dan terwille
van do leiders op de keien staan, dan krij
gen ze een woord van hulde enwor
den verder aari hun lot overgelaten.
OBSERVATOR.
't Zag van kou zoo wit
Als een laken wen dit
Reeds een maand op het gras ligt to
bleeken.
(Vrij naar Pa at t jen s.)
SINNENLAktib
Hoor.e Raad va.i Ar„cui.
De Hooge Raad van Arbeid zal op 24
Februari vergaderen ter vaststelling van
zijn adviezen over do voorontwerpen van
nieuwe werktijden en rusttijden-besluiten
voor fabrieken of werkplaatsen. In do-*
zelfde vergadering komt tevens aan do
orde het enkele maanden geleden gepu
bliceerde praeadvies van commicssie XII
over vraagpunten betreffende bedrijfs
organisatie enz. De vergadering zal zoo
noodig op Zaterdag 3 Maart worden
voortgezet.
De zakelijke bedrijfsbelasting.
Vandaag wordt te Amsterdam een ver-»
gadering van groote industrieeion gehoua
den, waarin de middolen besproken zullen
worden om te komen tot intrekking van
de wet, regelende do zakelijke belasting
op het bedrijf.
De Raad van Apeldoorn heeft besloten
tot opheffing van de zakelijke bedrijfsbe*
lasting.
De Plattelandersbond.
In een op Donderdag 1 Februari to
Utrecht gehouden vergadering van den
Plattelandersbond, waarbij elle richtingen
rechts en links, zoowel als de Roomsch-Ka-
tholieke vertegenwoordigd waren, werd
con amore besloten, even eendrachtig als
voorheen te blijven samenwerken.
Bezuiniging.
Het Huisgz. deelt mee dat do minist. van
financiën hot oordcel van den comman
dant van het veldlegor gevraagd heeft over
de volgende door hem voorgenomen bezui
nigingen:
1. Het bedrag ad 1 cent por man en por
dag voor scheren en haarsnijden niet meer
beschikbaar to stellen.
Het gebruik van gratis knippen en sche
ren is gering en de betreffende barbier
storende oogen, terwijl het jonge bloed
haar door de forscho bruinachtige wangon
stroomde; ik was niet zeker of ik niet to
voorbarig was geweest met haar ~een
schoonheid" te noemen.
Waarschijnlijk dacht John. toon hij
haar zoo zag, 't zelfde. Zij stond juist
voor ons hekje; maar zij had blijkbaar
ons geheel vergeten zoo blij was zo met
mevrouw Tod's lieven jongen, totdat do
hospita haar vroeg de heeren te .laten
passeeren. 't Jonge meisje ging daarop
vlug opzij.
Toen John haar voorbij ging^sloeg hij
de oogen op; wat mij betreft, ik kon mijn
oogen bijna itiet van haar afhouden,
zoo'n lief schepseltje als 't was. Ze glim-»
lachte hij boog, wat zij beleefd beant-»
woordde en wij gingen binnen. Ik vertel
de hem, dat dit een good begin was om
met onze buren kennis te maken.
„O, neen, enkel een beleefdheid lus-»
sclion menschen, die onder 't zëifde dak
leven, meer niet; 't zal wel nooit moer w<H
zen."
„Wellicht niet."
,.Ik vond hnar gezicht nu veel mooier,
David, en gij?"
„Een goed, een nobel gezicht; innnr do
trekken zijn onregelmatig, ik kan haar
werkelijk niet „mooi" noemen."
„Ik ook niet."
(Wordt verveld),