BieroleittCniiraiit Tweede Blad leerde en dan klonk tot ver na midder nacht het vrcugdcgesehal van het „ad tun- dum" langs haar kale muren. Somtijds waren planten vloerbedekking en wandversiering in staat de aula, bij goede verlichting, om te toovcren in een sprookjespaleis, maar in den regel duurde deze illusie slechts kort, en ontdaan van dezen luister werd ze weer wat zc „van nature" was. Dochzij ruste in vrede. Dc reuzen-plataan, 'n veertig jaar ge leden door Prof. Noordtzij als klein en tenger boompje geplant, zal vandaag of morgen moeten, vallen. Vele jaren heeft zijn kruin zich verheven temidden der ge leerden en konden zijn takken, bij open ramen, luisteren naar Exegese, Dogmatiek, etc., zoodat deze boom waarschijnlijk tot de geleerdst en onder zijn soortgenooten moet worden gerekend. Dochhoe hoog in staat, ook hij moet vallen. Niets bestendigs hier beneen. De jeugd veranderd niot. In „Problemen der Rijpere Jeugd" geeft Dr. J. H. Gunning Wzn„ de volgendo ver taling van A ris to tel es Bhet. II, 12: „Hun ondeugden zijn bijna alle ondeug den van overmaat en overdrijving, want in strijd met Chilons voorschrift („niets te veel") doen zij alles te veel; zij overdrij ven in hun haat en him liefde en in alle an dere dingen. Zij verbeelden zich alles te weten en staan stijf op hun stuk en dat is medo een oorzaak van hun overdrijvingen. Wanneer zij een ander onrecht aandoen, dan geschiedt dit meer uit overmoed, dan uit boosheid. Omdat zij alle mensehen voor braaf en beter houden dan zij zijn, worden zij lichtelijk bewogen tot medelijden, want hun kennissen afmetend naar hun eigen onverdorvenlieid, houden zij hen voor vor- ongeiijjet. Veel houden zij van lachen en dus ook van grappen makcu, want grap penmakerij is de ongemanierdheid der wel- gemanierden." mei cenigszins vereenvoudigdo cijfers *!- dus: Indien A., oud 49 joar, tengevolge van het overlijden van haar oud-oom B. krach tens een door B. en A. gesloten overeen komst van levensverzekering een lijfrente verkrijgt van f 100 per jaar, dan is voor die verkrijging een successierecht verschul digd van f 575. (De contante waarde des- lijfrente wordt nJ. berekend op f 1500 en het procent van het successierecht bcginfe voor de verkrijging door een zijverwante als A. met niet minder dan 38.) Nu had E, zich verzekerd bij „de Algcmeene", wellef zooals men weet, slechts 40 uitbetaalt, met het gevolg, dat A. niet f 100, doch f -i£ per jaar ontvangt. Niettegenstaande dez* aanmerkelijke vermindering der liifrent<v moet B. nu toch do volle f 575 aan bela.^ ting betalen, d.w.z. 15 jaar lang haar rente geheel aan den ontvanger afstaan. Deze beslissing werd gehandhaafd in eer ministerieelc resolutie, op grond van de overweging, „dat volgens art. 47 der suc cessiewet bij de waardebepaling van een lijfrente alleen rekening gehouden mag worden met het jaarlijksche bedrag der rente en niet met dc gegoedheid van den schuldenaar, zoodat het recht van succes sie terecht is geheven." Als gunst werd aan adressante toegestaan, dat zij het suo cessierecht, dat in werkelijkheid f 2503.11 bedroeg, in jaarlijksche termijnen var» f 200 zou mogen afbetalen. Tegen het dwangschrift. tot bijbetaling van het, door dezo beslissing alsnog ver schuldigde successierecht is verzet gedaan. We mogen ons wel veroorlooven, er aan toe te voegen, dat de ministerieele beslis sing van een ver strekkende cn ingrijpen de beteekenis is. Men denke slechts aan dc talrijke verzekerden, niet alleen bij „de Algeincenc" cn andere "binnenlaudscho verzekeringsmaatschappijen, die him ver plichtingen niet meer volledig kunnen na komen, doch ook bij de Duitsche maat schappijen, w.o. er zijn, die een nog ge ringer vooruitzicht op betaling bicden. Vrijdag 26 Januari 1923 „Patrimonium" Leiden. 1883-1923. Zooals wij reeds meldden herdenkt de Leidsche afdeeling van „Patrimonium" de zer dagen haar 40-jarig bestaan. Een feit, zeker wel de moeit© waard, daaraan bijzondere aandacht te schenken, wat dan ook zal gedaan worden in een binnenkort te houden wijdingssamen komst, waarop dan later een meer fees telijke vergadering zal volgen. Wij geven hier voor de belangstellende lezers enkele bijzonderheden omtrent het ontstaan en de ontwikkeling van de ju- bileerende afdeeling welke bijzonderheden ons door den heer H. C. de Jong, een der oprichters, welwillend werden verstrekt. In het jaar 1882 vormde zich eene com missie bestaande uit de heeren J. Burger, H. W. Warners en H. C. de Jong, met het doel hier ter stede eene afdeeling van Pa trimonium op te richten. Door deze commissie werd de hcei' K. Kater van Amsterdam uitgenoodigd voor het houden van een spreekbeurt, welke half December in de zaal Neordeindc ge houden werd. De heer Kater hield een krachtig plei dooi voor de handhaving ook op maat schappelijk gebied van do beginselen in Gods Woord geopenbaard en de traditiën van ons volksleven. Het resultaat van deze vergadering was, dat tot het oprichten van een afd. beslo ten werd en dat velen als lid toetraden. In Januari 1S83, werd de eerste verga dering gehouden en een bestuur gekozen van zeven leden. Als voorzitter trad op do heer Baalc. Na hem fungeerden als voorzitters de heeren van der Meer, Bosch, Xoppier, Mazurel en thans de heer N. de Graaf. Als leden van de commissie van Advies werden gekozen de heeren Pera, Leijh cn Groen. Aangezien de verhoudingen op het ter rein van den arbeid een 40 jaar geleden minder spannend waren droegen de ver gaderingen ook een geheel ander karakter dan tegenwoordig. De besprekingen be paalden zich in hoofdzaak tot verschillen de gedeelten van Gods Woord. Het ledental breidde zich aanvankelijk zeer snel uit, zoodat het spoedig ongeveer 500 bedroeg. In verband daarmede en mede voor de oprichting van een bibliotheek, werd be hoefte gevoeld aan een eigen gebouw. Na tal van voorbereidende vergaderin gen door het bestuur, werd tenslotte be sloten tot aankoop van hot pand op de Hooglandsche Kerkgracht, dat dienst had gedaan als Vendulmis. Bedoeld perceel werd in 1S85 aangekocht voor de som van f 4225. Door de bemoeingen van de heeren Pora en Leijh werd het benoodigde kapitaal te gen een matige rente verstrekt door den heer v. Kempen. DaaTop volgde de ver bouwing. Het bovenhuis wc ra verhuurd en het benedengedeelte ingericht voor verga derzaal en conciërgewoning. In 1893 herdacht Patrimonium haar 10- jarig bestaan in de zaal Noordeinde, waarbij de zangvereeniging der afdeeling onder leiding van den heer Pera hare me dewerking verleende. Velen zullen zich ongetwijfeld nog met genoegen dien feestavond herinneren. In 1S99 werd dc vereeniging gevoelig getroffen doordat in haar gebouw brand ontstond, waardoor zij opnieuw dakloos werd. Na veel vergaderen werd tenslotte tot herbouw besloten en na aanbesteding liet werk- gegund aan den laagstcn inschrij ver voor f 9793. Het bedrag uit de assurantie (f 6000) werd gebruikt om de eerste leening af te lossen, maar nu stond men voor de moei lijkheid, dat opnieuw een leeoing moest •worden gesloten. Alweer door dc bemociiugcn van de heeren Per.a en Leijh werd de afd. gehol pen door do heeren v. Kempen en Cook, - die resp. f 5000 en f 4000 tegen matige rente beschikbaar stelden. Bij de a.s. herdenking mogen ook niet vergeten worden do vele bemoeiingen van den toemnaligen voorzitter, den lieer J. Bosch. De eerste vergadeviug in het nieuwe ge bouw had plaat* op 27 Nov. 1S99. Het koste de eerste jaren aan bet be stuur groote moeite aan zijne finantieele verplichtingen te voldoen. Eens was het zelfs noodig een onderlinge leening ad f 500 te plaatsen. In 1904 werd door een der le den een collectereis naar verschillende ste den ondernomen, waarvan do opbrengst f 800 bedroeg. In 1908 werd op luisterrijke wijze het 25-jarig bestaan van de afd. gevierd. Eerst werd een bijeenkomst gehouden in de Stadszaal en daarna in de Graan- beurs, bovenal om te gedenkcu do daden des Heeren. Dat deze herdenking op zoo grootsche wijze kon plaats hebben, was vooral te danken aan eön aantal ingezetenen, die de afd. met hunne milde gaven verblijdden. In 1913 werd het 30-jarig bestaan her dacht, en thans staan we voor de herden king van liet 40-jarig bestaan. De vraag rijst zoo schrijft ons boven- genoemden broeder, of er nu toch eigenlijk wel reden is om feest te vieren. Is er niet veeleer reden tot klagen, wan neer wij zien op het wereldgebeuren van den laatstcn tijd, op de verwording op allo terrein van 't leven? Ook in ons vaderland is allcrwege een prediking van revolutie en ongeloof. Waar zijn de mannen die bij ons behoo- ren, maar van verre blijven? Ja zelfs, waar zijn de- leden die op de vergaderingen hunne plaats ledig laten cn geen behoefte hebben om onderlegd, versterkt en verlicht te. worden in de beginselen van „Patrimo nium", gegrond op Gods Woord? De. vijand rukt vast aan met opgestoken vaan. Dat wij ons dan door genade open baren in ons volksleven als een zoutend zout en een stad op een berg. Godc alleen tot eer." KEfiK SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. Te Rouveon: A. M. den Oudsten te Prinseland cn Dinieloord. Aangenomen. Naar Hcino: J. C. Salverda te Lemele en Archem. GEEEF. GEMEENTEN. Beroepen, Te Grand Rapods (Mich. U. S. A.): M. Hofman te Rijssen. Statistiek Geref. Kerken. Volgens officieele opgaven, te vinden in het pas verschenen Jaarboek, bedraagt het aantal Geref. Kerken in Nederland en Ned.-Indië 719, predikanten 544, vacatures 236, zielental 514972; belijdende leden 235813. Het aantal Kerken verminderde met 2: Norg, die te niet ging, en Dokkum, waar A en B ineensmolten; doch vermeer derde met 2: (Kollumerpomp en Bectster- zwaag), terwijl de buitenkerken op Java, in de classis Batavia vereenigd bij Zuid- Holland (Zuid) worden gevoegd, zoodafc het aantal Kerken in totaal met 8 ver meerderde; het aantal predikanten ver meerderde met 16, doch verminderde met 9 wegens overlijden (waarvan 6 emeriti), 1 wegens ontzetting uit het ambt, terwijl 15 emeritaat verkregen; het aantal vaca tures vermeerderde met 5; het zielental met 10537. Buiten vaste bediening staan de predikanten R, v. Giffen te Bloomen- daal, J .Joffers te Wolfkeze, E. Th. Ploos van Ainstel van Amsterdam, H. Eeinera te Xallenkote, F.* L. J. Smith te Rotter dam, die allen beroepbaar zijn, cn F. G. Petersen, legerpredikant, te Bloemendaal; met inbegrip van deze zijn er 108 emeriti, voor het meerendeel nog werkzaam als hoogleeraar, geestelijk verzorger, of in an dere betrekkingen, liier of in Indïë. Synode en orde. „Opvoedkunde zoo schrijft men aan de N. R. Crt. is een leervak, waarvan Yeol te zeggen valt en waarin toch nooit de noo- dige bedrevenheid aan anderen kan worden bijgebracht, omdat zij afhankelijk is van dat onbepaalbare begrip, waaraan wij den naam „tact" geven, dat zoo precies aan getoond kau worden waar liet aanwezig is en zoo uiterst moeilijk to omschrijven is waar het ontbreekt. Een leernar of leor- aTes die tact heeft, kan van een klasse ge daan krijgen wat in redelijkheid maar verlangd kan worden. Waar tact ontbreekt, hebben zelfs vrees voor 6traf of hoop op loon nog maar poovcre resultaten. Want er is niets, dat een tot bandeloosheid ge neigde klasse zoo spoedig in de gaten heeft als gebrek aan zelfbewustheid bij degenen aan wier leiding zij is onderwor pen. Dc 8vnode der Ned. Herr. Kerk ia als een bedaagde leerarcs oa de gemoentcn spelen do rol ran de kinderen der klasse. Zij weten, dat de Juffrouw niet al te best orde kan bewaren, cn niet zoo streng is als zij zich soms wel eens wil voordoen. Zij hebben de uitvaardiging van het regle ment voor de predikantstractementen eerst niet geheel „au sérieux" genomen. Mis schien was het niet tactvol, er direct zulke strenge maatregelen achter tc zetten, want daardoor is de boozo geest vare verzet, die in iedere klasse sluimert, wakker geroepen. Maar zooveel begrip heeft de Juffrouw toch wel opgedaan van tact, dat zij be greep, nu ook te moeten volhouden. En na oen periode van woelig verzet in de klasso tegen dit gebod, dat zoozeer in strijd was met alle totnogtoe geldende schoolgebrui ken, heeft zij kort en krachtig gezegd, dat het nu uit moet zijn, en dat wie niet ge hoorzaamt, niet langer mag meedoen bij de wekelijksche openbare les. Reed3 zijn een aantal leerlingen aldus gevoelig ge straft. Maar kinderen zijn zoo onbereken baar. De openbare les, vroeger het glans punt van de week, wordt nu door de ge straften omlaag gehaald. Zij trachten an deren te suggereeren dat er niets aan is. Dat het liet zoo prettig is op school zonder dat. Waar blijkt dat zij dc Juffrouw niet kunnen weerstaan, gaan zij nu haar maclits positie ondermijnen.Of de openbare les wel zulk ccn onmisbaar amusement is in het schoolleven wordt tot ccn kwestie ge maald. En de orde, die onder de leerlingen heersclit, tekent zich af als de stilte van innerlijke spanning, die tot een kracht proef leiden moet tusschen het gezag van de juffrouw en de teugelloosheid der kin deren Geine«et©n die geweigerd hebben, den aanslag der Synode tc voldoen, zitten zon der predikant. Pogingen om er een te be roepen moeten schipbreuk lijden (al wordt gefluisterd dat voor de residentie ccn uit zondering kan worden gemaakt.) Dan treedt d® ring op In de vacature. Niemand bemerkt verder iets bijzenders in den Toop van het onderwijs. Maar zoowel waar men zich niet heeft durven onttrekken als waar het verzet zich heeft getoond, blijft do hoop leven dat er iets gebeuren zal. Nu sy node en raad van beheer in Augustus ge toond hebben, niet te willen schipperen met het beginsel, worden do argumenten verzameld, die in den nieuwen aanval zul len kunnen dienen. Dat de predikanten den prikkel der promotie tot beter gesala rieerd o gemeenten zullen missen. Dat de gemeenten steeds zwaarder zullen worden belast. Dat de levensstandaard zal kunnen dalen en het wettelijk minimum een maat schappelijk maximum zal worden. Dat de synode haar recht om een aanslag te hef fen nog steeds bewijzen moet. Dat links aan rechts of rechts aan links opbrengt. Dat de raad van beheer willekeurig heeft geschat en geen cijfers publiceerde. Het verzet broeit. De juffrouw kijkt boos ernstig, bezorgd. In de klas is het stil, maar niet rustig. Hoe lang nog?" Theol. School ie Kampen. Men schrijft uit Kampen aan de Eot terd.: £>ndej de flinke leiding van den Amster- damschen aannemer vordert de afbraak van het gebouw der Theologische School snel. Reeds menig* historisch gedeelte werd met den grond gelijk gemaakt. Voor het oudere geslacht van onze Gere formeerde predikanten, alsook voor d© ge regelde bezoekers van den Schooldag, ligt in liet verdwijnen dezer oude gedeelten iets weemoedigs. Toch was het meer dan tijd, dat deze oudo gebouwen werden opgeruimd, om voor meer moderne en geriefelijke plaats te maken. Thans, terwijl ik dit schrijf, wordt de aula van haar dak beroofd. Ook deze on gezellige zaal met heur kale, witte muren zal weldra zijn verdwenen. En toch, wat is daar binnen die muren al niet afgespeeld in den loop van zoo vele jaren? Als ze konden verhalen van al het lief en leed, dat ze binnen haar ruimte za gen gebeuren, zouden ds kolommen van do „Rotterdammer" daarvoor nauwelijks ruim te genoeg bieden. Ik denk hier aan dc exa mens, met name de admissie-cxamcns. Hier ook was >het, dat jaren achtereen de can- didaten voor het eind-examen Gymnasium in het Latijn en het Grieksch aan den tand werden gevoeld. Van afwisseling zou deze zaak ook kim men spreken. Soms toonde ze een beeld van ernstig© deftigheid als de Curatoren er vergaderden cf wanneer in veel geleerdheid het recto raat. werd overgedragen, waarbij de pro fessoren, voorafgegaan door den pedel in rok, op zeer statige wijze heur drempel overschreden. Dan weer zag men in haar opgeslagen het tooneel als „Fidcs" de groenen instal- De afschaffing van den Zomertijd. Over den zomertijd en liet wetsontwerp tot afschaffing, door de heeren Braat en zijn plattelandersgezel ingediend, schreef een medewerker in de „RijnL Cour.": Hij geeft de volgende, rake opmerkin gen: Dat genoemde heeren een wetsont werp tot afschaffing indiende is hun recht. Maar wanneer ze van dat recht gebruik maken, is 't ook hun plicht om de medeleden behoorlijk voor te lich ten, zoodat het wetsontwerp ook als een „ernstig" stuk wordt beschouwd. En op welke wijze hebben die boe ren de Kamer ingelicht? Op een wijze, die beneden alle critiek is. In de stukken, die zij aan de Kamer toezonden komen de meest dwaze over drijvingen voor. Zoo wordt bijv. do schade, door den zomertijd aan het platteland berokkend, geschat op 9,313,920,000 gulden per jaar: zegge ruim 9 milliard gulden por j a a r. Èn daarbij behoort nog niet de scha de, die aan de gewassen wordt toege bracht, omdat dc heeren daaromtrent verklaren dat die niet juist in c i j- fers is te brengen. Ieder Nederlander, rijk of arm, klein of groot, stedeling of plattelander, lijdt dus pl.m. f 1300 schade door den zo mertijd. want ons land telt even 7,000,000 inwoners. Kan 't nog dwa zer? Als dat zoo was, dan waren wo onmiddellijk uit den brand. Immers de afschaffing van den zomertijd zou on middellijk een verhooging dor belasting brengen, waardoor alle bezuiniging overbodig werd. 'k Vermoed dat de heeren zijn uitge gaan van de gedachte dat 0 gelijk is aan niets, en dat zc dus enkele slordi ge nullen. aan 't getal hebben toege voegd in de meening. dat do zaak daardoor gediend zou worden. Is dat nu ernstige politiek? Komt er op die manier iets van terecht? Zulk optreden verwekt veeleer ergernis en doet schade aan de zaak. Dc schrijvpr spreekt dan als zijn hoop uit, dat dc Regeering zelf tevmen vinde, om de afschaffing voor tc stellen en dat diis de voorstemmers niet genoodzaakt zijn te stemmen voor een voorstel, dat op zoo onzinnige wijze verdedigd wordt. De meedoogenlooze tiscus. In het- „Weekblad voor Privaatrecht, No tarisambt cn Registratie", wijst een inzcu- der qp de toepassing van de successiewet, welke hoogst merkwaardige gevolgen heeft Het geval is, naar het „Hbld." meldt, eenigo ingang en die werd dubbel en driedubbel dichtgemaakt van binnen, wat in zulke tijden wel noodig was. We volgden mijn vader naar bovon, waar hij zijn graankisten had. Er wa ren er vele genoeg om, in deze tijden, er een groot fortuin uit te slaan oen gevloekt fortuin, aan mensehenlovens ont wrongen. „O, hoe kon vader 1" „Stil," fluisterde John, ,,'t was terwilie van zijn zoon." Maar toen we daar stonden en Abel Fletcher zijn graankisten telde, welke de waarde haddon van kisten vol goud hoorden we kloppen aan de deur beno den. De oproerlingen waren aaugekoinen. Ellendige oproerlingen een haudvol zwakke, uitgehongerde mannen, die ons met woorden en steenen bestookten. Eén pistoolschot zou hen allen hebben uiteen gejaagd maar mijns vaders leer van weerloosheid verbood zoo iets. „Breng de kisten naar buiten!" „We moeten brood hebben!" „Werp je graaii er uit, Abel Fletcher!" ..Abel Fletcher zal 't er uit smijten, gij lafaards!" riep m'n vader uit 't bovenste venster, terwijl vloeken en triomfkreten hem van beneden antwoordden. „Juist, dat is goed!" riep John. „Dank u. dank u. Mijnheer Fletcher ik wist dat u wel zou toegeven!" Een merkwaardig geval. Uit Ierland wordt het haast ongeloof lijke voorval gemeld, dat dezer dagen in het graafschap Tippcrary een sneltrein, waarin zich 209 passagiers bevonden en we'.ke reeds met een snelheid van 72 K.M. per uur, zonder ongevallen over een vier meter breede kloof gekomen is, terwijl de spoorbrug door de rebellen met dyna miet was opgeblazen. De „Evening News" meldt omirent liet merkwaardigo voorval. dat dc re bellen tusschen Lisduff en Templemoro een brug hadden opgeblazen. De brug werd vernield en a'.leen de rai's waren in_ tact gebleven en vormden zoo dc verbin ding tusschen de beide oevers. REACTIE. Over dit onderwerp maakte onlangs „De Ster" de volgende kostelijke opmerkin gen: „Neen. persona grata is zij niet. Honderdduizenden, als zij haar ont moeten, ja als ze do veer van haar hoed zien wapperen, of den indruk van haar voet meenen ie bespeuren op den weg, dien zij gaan, zonder haar rog zélf tc zien, ja als ze haar naam maar hooren noemen, heffen een gehuil op als wau- neer men een dollen hond opmerkt, o* een woesten stier. Letterlijk niemand durft met haar gaan. Wie haar spreken wil, haar raad wil vragen, die begeeft zich bij nacht on ontij naar haar woning en loochent bij daglicht, dat hij ook maar cénigc ken nis aan haar heeft. Wil men iemand onmogelijk maken: Men wrijft hem aan, dat hij met „haar" aan den arm in vertrouwelijk gesprek is gezien. 't Kwaad zit "m vooral in haav naam. Die naam is gehaat, in geslachten. En van dien naam en dien haat wordt sinds jaren een gewetenloos misbruik gemaakt, om zelfs de reinste reputatie te besmeuren: een ongeteekende beschul diging uit duisteren hoek. dat iemand mei „haar" zekere relaties hoeft, is vaak voldoende, om de volksverdenking te prikkelen, ook tegen wie het meest on berispelijke, politieke leven leidt. 't Heet dan, dat liij met de „Reactie" heult. Zoo is haar, duizendwerf gevloekte, naam. En zooals 't in sommige landen, he laas! reeds genoeg is, „sla den jood!" te roepen om de knuppels te doen heffen, zoo is 't bj ous voldoende „weg met don reacl ionairl" tc roepen om het „Naar de galg!" van duizenden automabsch ten antwoord te krijgen. Of men in '23 wijzer worden zaL" „Wist je 't jongen?" zei m'n vader. „Niet omdat zij u hebben gedwongen, niet om uw leven te redden maar om dat 't recht is." „Helpt me met deze kist," was 't cenig antwoord. Zij was erg zwaar, maar John's ster ke. jongo arm tilde haar op. „Open '1 venster sla de ruiten maar stuk 't doet er niets toe, open 't ven ster zeg ik je!" „Maar als ik dat doo zal do kist in do rivier vallen. Dat kan, o d a t kan u toch niet bedoelen!" „Zet de kist in 't venster! John Hali fax!" Maar John bleef onbewegelijk. „Dan moet ik 't zelf doen en bij een wanhopige poging, welke hij aanwendde, viel de graaukist op z'n kreupelen voet. (Wordt vervo'gd). De Kwakers in Engeland, gelijk bij ons de oude Doopsgezinden, evbicden "t dragen \an wapens en t eed zweren. De Kwakers houden bier strem: ann vast; in landen met dienstplicht vindt men ze niet. FEUSLLETOM Van hooger Orde. Naar hot Enprolsch. 53) Tensl o He, uitgeput, zonk ik neer op den runlioop, waar John en ik eens als jongens hadden gezeten. Hij moest nu meer dan twintig jaar zijn; ik was nieuwsgierig of hij ook veranderd was. „Oh, David, David," dacht ik, terwijl ik scherp luisterde naar de geluiden in de stad; „wat zou ik beginneu als je iets overkwam?" Op dat oogonblik boorde ik een voetstap over de werf. Neen, 't was niet die van mijn vader 't was ecu vluggere en jongere. Ik sprong van do runhoop. „Phineas „JcflTï!" We drukten elkander <la handen en hoe trotech zag ik hem in 't gezicht, nog steeds een jongensgezicht. Maar hij was nu heclemaal een man. Voor een oogonblik vergaten wc alle? 5n onze vreugde en toen liet hij m'n ban nen los en zei haastig: „Whar is je vader?" „Ik wou dat ik 't v- i-.t: hij is soldaten l&an halen, zeggen ze „Neen, dat sou hij nooit doen. Ik moot zien of ik hem vind, Dag." „Neen, Leste John!" ,,'t Kan niet 't kan niot," z.eide hij flink, „niet terwijl je vader '1 verbiedt; ik moet gaan," en hij ging. Hoewel mijn hart in opstand was, gaf mijn geweten hem gelijk. Na enkoio minuten zag ik hem en va der de looierij binnenkomen. Hij sprak ernstig en vader luisterde ja, luisterde en naar John Halifax! Maar hoe hij ook argumenteerde, hij gaf zich niet gewon nen. Erg zenuwachtig, maar hard als een rots, stond mijn oude vader daar, met z'n kreupele voet rustend op een hoop hui den. Ik ging naar hem toe, „Phineas," zei John angstig, „kom mij helpen." Neen, Abel Fletcher," voegde hij er trcttsch aan toe. als antwoord op een scherpen, achterdochtigen blik op ons beiden. ..Uw zoon en ik ontmoetten elkaar pas tien minuten geleden cn we hebben nauwelijks oen woord met elkander gesproken. Maar we kunnen hierover nu geen tijd verliezen. Phineas, help mij ie vader te overreden zijn eigendom to redden. Hij wil dc politie niet te hulp roepen, omdat hij een „Vriend" is. Misschien zou 't om dezelfde réden ord; vergeefs zijn tc vragen." .,Wi1'ijk'" -ei m'n va.lor. met een biltere, maar betekenisvolle. glimlach. „Maar zijn eigen mannen kunnen zijn goed verdedigen en hij behoeft niet, wat hij wil doen, zolf naar den molen te gaan." „Zeker wel!" was alles, wat Abel Flet cher zei, terwijl hij in de richting van den molen ging. Ik greep zijn arm. „Vader, ga niet „Mijn zoon," zei hij, naar mij ziende met een van zijn „ijzeren blikken" gelijk ik gewoon was die te noemen; „Mijn zoon, geen tegenspraak. Niemand kan mij tegenhouden; indien die menschen iwee dagen langer hadden gewacht zou ik hun al mijn tarwe voor f 60.de mud hebben verkocht: nu zullen ze niets heb ben. Dat zal hen leeren een andere keer wijzer le wezen. Ga jij gerust naar huis. Phineas. mijn zcon en gij oolc Jael." Maar wij gingen geen van beiden. Er was een privaat voetpad van de looierij naar de molen, en ik volgde hein. Jael verdween. John volgde mijn vader langs de rivier. Er was niemand toen we daar aankwa men; maar verderop hoorden we een ge klop en zagen een aantal mannen bezig met onzen tuinmuur af te breken. „Z® denken, dat hij naar huis gegaan is," fluisterde John, ..zoo kannen we hier veiliger inkomen. Vlug, Phineas." We gingen 't brugje over: John haalde den sleutel uit den zak en liet ons door de smalle deur in de molen binne.n. do

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5