Aan tiet emoe der week. BINNENLAND. Een belangrijke week ligt achter ons. De reeds lang dreigende bezetting van het Roergebied door de Franschen en Bel gen is dan eindelijk een feit geworden. Engeland doet niet mee, de Engelsche regeerders vreazcn dat de bezetting tenslotte ook Frankrijk meer schade dan bato zal brengen, maar de Franschen zet ten door. Duitschland heeft niet aan zijn ver plichtingen voldaan en daarom zal het nu worden gedwongen, zoo noodig door geweld van wapenen. Met do bezetting van het Roergebied is het economische loven van Duifschland in het hart getroffen. Als Duisehland geen kolen meer heeft of als do kolenproductie niet geregeld voortgaat, dan is het met Duitschland economische leven, dat toch al heel zwak is, gedaan. De kolen spelen in dezen tijd een groote rol. Zonder kolen geen stoom en electriciteit Zonder kolen geen vervoer en verkeer. Zonder kolen heeft men aan de beste machines niets. Dat welen de Socialisten, en daarom willen zij. in de eerste plaats de kolen- productie socialiseeren. Kolen beteekent macht. Dat weten ook de Franschen en daarom is nu het kolengebied bezet. En een machtig leger, tot de tanden ge wapend, staat klaar om eventueel verzet in do geboorte te verstikken. Voor Duitschland zijn het donkere dagen Het wordt wel diep vernederd. En er is niemand die kan zeggen wat nog het einde zal zijn. Geen wonder dat er getreurd wordt, en het is ook heel verklaarbaar dat een bfficieelen treurdag is uitgeschreven Even verklaarbaar als het feit, dat niet officieel tot bidden werd uitgenoodigd. President Ebert is een veelszins voor beeldig man. Maar hij is Sociaal-Democraat, En daarom k&n hij niet zijn volk tot bidden manen. In het Oosten blijft het nog steeds broeien. Maar alles wijst er op, dat de Turken aan het langste eind zullen trekken. Dank zij de verdeeldheid van het offi- cièele Europa blijft de Turk opnieuw overwinnaar. Of Griekenland dan opnieuw naar de wapenen zal grijpen? Het schijnt wel in de bedoeling te lig- eer. Maar het blijft een gevaarlijk avon tuur. Ex-k oning Ko n s tan tijn van Grie konlaod is dood. Ook hij was een van de greoten der aarde wien het leven veel moeite bracht en verdriet. De oorlog bracht hem, toen hij pas aan het bewind was. groote zorgen, en bet eind van het li,ed was, dat hij in 1917 door de geallieerden gedwongen werd af te tre den. In 1920 scheen de zon van voorspoed voor hem op fe gaan, toen hij door het nrtelsechc volk. met een geweldig en thousiasme werd ontvangen. Maar de vreugde duurde slechts kort. Na den noodloUisren afloop van denw< rckloorlog werd hij andermaal onttroond en ging bij opnieuw in ballingschap. En nu is ook aan zijn omzwerven een einde gekomen. Voorwaar, het. leven is ijdelheid. De afgeloopen week bracht voor ons land het- ernde der lypografenstaking. F.n zooals te voorzien was, een smade lijk einde. De kiding ontbrak. Do bestuurders die in hun hart over tuigd waren van het ongemotiveerde van deze slaking. die daarom ook niet gewon nen kén worden, hadden niet den moed de leden te leiden. Als betaalde bedienden sjokten a eb ter de ontevreden elementen aan en dreyen daardoor ook anderen tot staking Er zijn slachtoffers gevallen. Dat kon niet anders Maar de slachtoffers zitten niet onder de hoofdbestuurders Natuurlijk niet. Domela Nieuwenhuis heeft al gezegd dat men geen omelet kan bakken zonder eieren te breken. Alleen maar jammer, dat het altijd en altijd weer de misleide arbeiders zijn die die eieren mogen betalen. DE VASTSTELLING VAN DE CANDIDATELIJST. Bij het opmaken van de voorloopige candidatenlijst voor de Provinciale Staten in den Kieskring Leiden ie bot bekend© punteneteleel gevolgd. Deze wijze van 6temraon heeft, evenals alle andere methodes bezwaren en geeft als vanzelf tot eenige ontevredenhe-id aan leiding. In verband daarmede Bchrijft ons de heer G. K u y p e r secretarie van de Leid- .softe Kiesvereeniging het volgende: De kiosverOenigmgen hebben gestemd voor de groslijst voor de Statenverkie zing. de getallen zijn geeomd en me nigeen denkt nu, dat het steramenoijfer volkomen naar billijkheid de rangorde bepaalt. Wijziging der rangorde behoort dus buitengesloten te zijn, wil men de rechten van de leden der kiesvereenigin gen niet. aantasten. Oppervlakkig beschouwd ie dit volko men waar, maar een eenvoudige rekening toont aan, dat de wijze van stemmen vol strekt niet het beeld te voorschijn behoeft te brengen, dat de leden hebben gewild. Stel er zijn drie namen genoemd A. B. en C. en er worden een negental stemmen uitgebracht, dan zouden de stemmen zich als volgt kunnen groepeoren: 4. A-C-B 5. A-C—B 6. B-C-A' 7. B-C-A 8. B-C—A 9. B-C-A A-B-C A-B-C C-B-A' C-A—B C—A-B C-A-B Geeft men nu hun die op de eerste plaats staan het cijfer 2 en op de derde plaats 1 dan krijgt men in het eerste ge val A 19 B 20 en C 13 en voor het twee de geval A 22 B 15 en C 17. Deze uitkomst is in beide gevallen in strijd met de verlangens der kiezers. Waar er 9 stemmen zijn uitgebracht en A 5 maal op de eerste plaats voorkomt is het duidelijk dat aan A de eerste plaats toekomt, Wat B betreft zien we, dat hem onbetwistbaar de tweede plaats toekomt in beide gevallen, want in het tweede ge val hebben 6 kiezere hem op de twee de plaats begeerd en in het eerste re val hebben 4 kiezers hem voor de eerste plaats, dus als hij daar niet kwam zeker voor de tweede plaats en 3 kiezers voor de tweede plaats dus totaal 7. Volgens de telling zooale die gevolgd is komt B in het eerste geval op de eer ste plaats en in het tweede goval op de derde plaats. Hieruit ziet men dus. dat de bij deze stemming gevolgde calculatie volstrekt geen zekerheid geeft, dat de uitslag beant woordt aan de wenschen der kiezers. Nu is het zeer gemakkelijk de gevolgde methode af te keuren, maar minder ge makkelijk is het er een andere methode voor in de plaats te stellen, die zuiver is en tevens practisch uitvoerbaar. Waar het hier ging om drie candida ten zou men met twee afzonderlijke stem mingen in het reine gebracht zijn, maar als men met tien candidaten te doen heeft dan wordt het bijna een hopeloos werk. Niet dat ik mij in alle opzichten met de gevolgde wijze van stemmen kan vereeni gen, een betere methode zal ik straks aan- zen maar die ondervangt het bovenge noemde bezwaar niet. In het reglement van do Stafen-Cen- traJe komt een bepaling voor. dat het ma- deramen recht heeft af te wijken van de volgorde zooale. die aangewezen is door de behaalde cijfers. Gezien het boven staande kan men deze bepaling in alle op zichten billijken. De bewering, dat deze bepaling onde mocratisch is en het zelfbeschikkingsrecht der kiesvereenigingen aantast is na het bovenstaande niet houdbaar, omdat de stemming niet het beeld behoeft te geven van de beschikking der kiesvereenigingen, maar die beschikking alleen benaderen. Laat het moderamen zich dan bij zijn beslissing nog leiden door de voorlichting van de vertegenwoordigers der kiesver eenigingen want die vormen de St.aten- Centrale, dan kan van een aufcocratischen maatregel niet gesproken worden. Toch heb ik een bezwaar tegen de go- volgde stemmethode, daar men hierbij twee geheel onderscheiden zaken dooreen gemengd heeft, namelijk: lo. wie behoo- ren op de groslijst; 2o. in welke volgor de behporen zij daarob te staan. Ieder zal mij toegeven, dat men het -on der 2o. genoemde eerst kan bepalen als men weet, wie op de groslijst zullen voor' komen. Bij onze eerste vergadering brachten wij uit 3795 stemmen, uitgebracht op 19 r. A-B-C 2. A—B—C 3. A-B-C A-B-C A—B—C A-B-C Op de groslijst van twintig namen, waaruit wij ten slotte te kiezen hadden kwamen 7 dezer personen voor, die totaal 1960 stemmen bij de eerete stemming op zich vereenigd hadden. Leiden verloor daardoor 1835 stem men. die geheel waardeloos war, dus bij na de helft, van haar invloed. Oordeelkundig zou het geweest zijn, waar we slechts tien namen voor de gros lijst mochten inleveren, eerst een stem ming te houden welke tien er op de lijst zouden komen en daarna pas een stem ming te houden over de volgorde, die de personen op de lijct zouden moeten inne men. We hadden dan minstens twee perso nen meer op do groslijst gekregen, die de Staten-Centrale eaamgestold heeft. Doch dit was niet geoorloofd, wo zouden ons aan een truc hebben schuldig gemaakt. Maar het resultaat is dat een kiesver eeniging die met 35 loden ter stemming ging en tien candidaten op de groslijst bracht en geen enkele meer. evenveel in vloed oefende als Leiden met 69 leden. Hier ie een leemte, die in het vervolg dient ondervangen te worden. In overweging ware te nemen, iedere kiesvereeniging tien candidaten voor de groslijst, te laten opgeven en iedere candi- daat, dan de coefficient te geven van het aantal stemmen, dat door de kiesvereeni ging was uitgebracht, onverschillig de volgorde waarin de candidaten voorko men. Brengt een Kiesvereeniging dus 70 stemmen uit, dan zouden alle candidaten 70 punten krijgen, brengt zij er 10 uit, dan krijgen alle candidaten 10 punten. Aan de kiesvereenigingen kan dan wel overgelaten worden on welke wijze zij die lijst, willen samenstellen. Door het moderamen van de Staten- Central© wordt vervolgens een voorloopi- ge groslijst samengesteld van 20 namen door de candidaten te nemen, die in het district de meeste stemmen behaalden. Door de kiesvereenigingen wondt nu uit die 20 een tiental gekozen, voor de definitieve groslijst. En dat tiental wordt eindelijk de kiesvereenigingen aangebo den om ze op de nu gevolgde wijze te rangorden. De toekenning van verschillende waar den aan een 6tem komt dus in dit systeem slechts éénmaal meer hoeft te stemmen: ete stemming. Veel omslachtiger is deze wijze van vaststellen der groslijst niet. daar men slechte éénmaal meer heeft to stemmen, volgens de nu gevolgde wijze tweemaal, volgens de voorgestelde driemaal. Men kriigt dan wel niet een volkomen zuiver beeld, maar toch in ieder geval een beeld, dat veel meer de werkeïiike wen schen der kiezers zal naderen, dan door het thans gevolgde systeem, waarbij cir ca do he-ft der stemmen reen invloed uit oefent op het eindresultaat. Or. NANNING'S KINADRUPPELS eohat ik zeer hoog als eetlustopwekkend maag middel, ook schrijf ik ze reeds vele jaren voor tegen onpasselijkheid gedurende de zwangerschap, w.g. Prof. Dr. O. BEUTTNER, 805 Univorsiteits Vrouwenkliniek, Genève HET M1LLI OEN. Eindhoven (totaal gest. f 475) f 145. Haaf ten 92. Oud District Bedum 11.40 N.N. te St. Pancras 1. Lexmond 100.90 Lopik, 3e storting 170.02 E. B. (door A. C. G.) 2.50 Mej. E. G., van N. N. te A2.50 Collecte Raamkerk „Voor geno ten zegeningen" 'v 2.50 Fam. B., te A10. Z. P., te A5.— „Twee zusters", gecollecteerd in de Geref. Kerk te Water graafsmeer 25. N. N., te A10.-- Wed. H., te A., opgespaarde halve stuiverstukken 1.50 Kruiningen 5.50 E. D. J. de J., te K42.50 B. C. L., te J5.— M. de B., te W. R10.— G. de K. te B5. D. R., te A12.- K. M., te U50.— Uit de Jong.-Vereen, te L10. Meisjesver. „Dorcas" te Hom- merts 10. Eenige zusters uit het Coolsin- gel-Ziekenhuis te Rotterd12. N. N., te G., bijeengezongen 6.75 W. S., to Z10.— Uit de West 50. Mej. J. W. S., te H25. Wed. D., te S10. Totaal f 842.13 65ste verantwoording 906403.43 f 907245.56 Prciracvorlafling Ongevallenwet. Naar aanleiding van de verklaring van Minister Aalberse dat in voorbereiding is een Kon. besluit waarbij aan de werkge vers, die als premie-betalers zijn aange sloten bij de R.V.B., over 1923 een bijzon dere premieverlaging zal worden ver leend, heeft de redacteur van de „R.-K. Werkgever" zich gevend tot de Centrale Werkgevers Risico-Bank en gevraagd, wat deze Bank za<l doen. De houding der directie staat nog niet vast. In het Maandblad der Bank zullen nadere mededeeling'cn geschieden. De statuten der Ri9ico-vere©nigingen schrijven voor, dat behoudens bijzondere gevallen, de indeeling der bedrijven in gevaren-klassen gelijk is aan die van de R V. B. Verlaagt de R. V. B. de premies, dan ligt het voor de hand, dat de C. W. R. B. hetzelfde doet. Omtrent de laatste zinsnede van '9 Minis ters antwoord hebben zij geïnformeerd of voor de bijzondtero premie-verla ging alleen in aanmerking komen de pre miebetalers bij de R. V. B., dan- wel alle risico-dragers. Wanneer de reserve ge kweekt zou zijn uitsluitend uit de bijdra gen van de premie-belalers der Rijksbank, dan zou inderdaad art. 40 snib 7 der O. W. niet toelaten.dat ook anderen van de extra verlaging profiteoren; is evenwel het over schot gekweekt mede uit bijdragen van de overige premiebetalers. dan zou het hoogst onbillijk zijn. wanneer slechte één groep daarvan voordeel trekken zou. Terdege zal nagegaan moeten wn^rV^ uit welke factoren het batig slot der Rijks bank samengesteld is. Drukwerken in het buitenland gepost. Zooals bekend zijn door de postadmi nistratie maatregelen getroffen, tegen het ter postbezorging van drukwerken in het buitenland door hier te lande gevestigde firma's, met het oogmerk, om zoodoende het. hoogere binnenlandsche port te ver mijden. Thans wordt getracht aan dezen maatre gelen te ontkomen door de bedoelde druk_ werke-n te frankeren volgens het tarief der briefkaarten. In verband hiermede is bepaald, dat de bovenbedoelde maatregelen van toepas sing zijn op alle dergelijke drukwerkzen dingen uit het buitenland afkomstig, on geacht het op die zendingen verantwoorde port. „Sonnevanck". Naar wij vernemen, zal het Chr. Sanato rium ,.Son,nevanck" bij Harderwijk, bin nenkort wegens voortdurend plaatsgebrek eenige uitbreiding ondergaan, zoodat het getal verpleegden met 20 a 30 zal worden vermeerderd. De fnaffers en de fnuiters. Een belangstellend lezer informeert in de „Groene": „Is „vanuit" wel een fout? „Vanaf", is natuurlijk absurd, omdat men hier als voorzetsel gebruikt een voorzetsel met een bijwoord verbonden, evenals men dat zou doen in „tottoe", „metmee", enz. Maar „van" en „uit" zijn beide voorzetsels, die men evengoed kan samenvoegen als „totaan, tegenover", enz. Charivarius antwoordt: „Zeker hebben de fnuiters recht op zachter oordeel dan de fnaffers. Maar „vanuit" is overbodig. „Uit" is altijd genoeg. Het is onder don invloed van de fnafmodo ontstaan. Toen men nog niet fnafte de mode is pas eenige jaren oud en komt voort, zooals alle leelijke mo- de-termèn die men in onze beste romans vindt, uit de advertentiekolommen van de kranten fnoot men evenmin. Toen zei men: „De trein vertrekt uit A." Thans is men dermate verfnaft, dat men zich niet kan bedwingen, en juicht: „De trein ver trekt vanuit A.', hoewel dat precies 't zelf de beteekent. Het fnaffen leiddo tot 't fnuiten, en mocht mij de ontfnaffing luk ken, dan verdwijnt ongetwijfeld het an dere euvel door wat de zcLToedvuieixiO „N. R. C'rt." zou noeinc... ..n^uiting." Tegen ficL v.. i.3r. Te Deventer wil men een ccmité oprich ten om aan te Sturen op afschaffing oi grondige herziening van het Handelsregis ter, dat men in zijn huidigen vorm te koat» baar en te weinig doeltreffend acht. De vroedvrouw voorheen en thans. In het Nederl. Tijdschr. v. Geneeskunst vinden we van de hand van Dr. E. Sluiter het een en ander over bovengenoemd on derwerp. De eischen, die men vroeger aan de vroed vrouw stelde, waren al heel gering, onder zoek naar bekwaamheid werd niet gedaan. Zelfs de dokter bemoeide zich weinig of niet met de verloskunde; aan de hoogc- school werd deze wetenschap alleen theo retisch behandeld; te Leiden werd pas in 1699 hierin practisch onderwijs gegeven. Later moest een vroedvrouw een getuig schrift bezitten, het voornaamste, wat ge vraagd werd was: vriendelijke behandeling van de kraamvrouw, bereidwilligheid om in moeilijke gevallen de hulp van den dok ter in te roepen. De opleiding voor dit ge tuigschrift was allertreurigst; de meeste vroedvrouwen bemoeiden zich weinig met haar leerlingen. Tegen het einde der 17e en het begin der 18e eeuw kwam er eenige verbetering. Een soort van examen werd nu in 1870 aan de vroudvTouwen afgenomen. De exa.men- eischen werden geleidelijk verhoogd, die in verschillende gemeenten evenwel zeer wisselden. De leerlingen moesten behooren tot den Gereformeerden godsdienst, bur gerschap van de stad bezitten, gehuwd of weduwe zijn, een welgevormd lichaam hebben, geen kromme ledematen, niet te opvallende welgedaanheid, geen onaange naam humeur en een bepaalden leeftijd, die in verschillende plaatsen verschillend was. Enkele stadsbesturen, bijv. Dordrecht, schreven uitdrukkelijk voor, dat de vroud- vrouw geen tazak of sterken drank bij een verlossing moclit gebruiken en dat consult nog mocht worden geweigerd. Toch waren er ook vroedvrouwen die in hooge eere stonden; in 1654 en 1657 werd een vroed vrouw uit Arnhem, naar Berlijn ontboden om de gemalen van keurvorst Frederik Wilhelm van Brandenburg te helpen. De betaling was in die dagen niet schitterend, zoodat de vroedvrouwen» op allerlei wijzen haar onvoldoende inkomen trachtten te vermeerderen. Hoewel dergelijke misstanden thans niet meer voorkomen, zijn de bestaansvoorwaar den voor de vroedvrouw, vooral op bet platteland nog niet schitterend. Een gevolg daarvan is, dat er daar een groot tekort aan vroedvrouwen is. In de steden is de toestand anders; daar is zelfs een surplus aan vroedvrouwen. Hierdoor gaat een ge deelte over naar het beter gewaardeerde en betaalde beroep van verpleegster. We willen als bewijs hoe de stand der vroedvrouwc aanmerkelijk gestegen is met vroeger vergeleken en haar opleiding veel beter is geworden, in dit verband aanha len wat Prof. Kouwer op de conferentie van het Genootschap tot ondersteuning van behoeftige Nederlandsch-Israëlitische kraamvrouwen te Amsterdam zei, dat hij het liefst alle natuurlijke bevallingen aan vroedvrouwen toevertrouwd zag. Leidsche Penkrassen. Amice. 't Ie zeker 'n 'verblijdend teeken dat we deze week avond aan avond in onze Nieu we Leidsche konden lezen, dat de Oo6ter- kerk overvol was. Zooals ge weet worden daar als naar gewoonte do samenkomsten van de week der gebeden gehouden, waarbij sprekers uit verschillende kerken voorgaan en op wekken tot dankzegging, verootmoediging en gebed. Verblijdend is de groote opkomst, in de eerste plaats omdat daaruit blijkt dat ook in Ledden door velen wordt beseft dat er in deze donkere tijden slechte één weg is tot redding: het Evangelie van Jezus Christus, dat verlossing en genezing, ver nieuwing en wedergeboorte predikt' aan volken en menschen. Maar de groote op komst is mede verblijdend, omdat daaruit blijkt een drang naar eenheid. Er is ook onder Christenen zooveel ver- deeldtheid, ook onnoodige verdeeldheid vaak. Ik ben in 't algemeen geen vriend van de eyntheso-predikere, die alle grenslij nen willen wegdoezelen en alle verschillen bemantelen. Zulk een eenheid geeft geen kracht en kan zelfs zondig zijn. Er zijn allerlei verschillen die we kunnen betreu ren, maar die we toch niet kunnen en 6oms ook niet mogen wegnemen, 't Ge volg zou zijn dat- we nogal meer gingen afglijden. Maar wat we moeten afkeuren, dat is dat de verschillen meer dan noodig is worden opgeblazen, dat er vaak veel meer een zoeken ie naar wat verdeelt dan naar wat vereenigt. Dat we genieten in de verschillen en er in groeien. Dat vele christenen het liefst rug aan rug. staan inplaats van schouder aan schouder. Dat moet wörden afgekeurd en daarom juich ik liet zoo van harte toe, dat er al thans één week in liet jaar is, waarin op de diepere eenheid den nadruk wordt ge legd. Toen ik deze week een der samenkom sten bezocht, trek het mijn aandacht, dat het vrouwelijk element zoo sterk in de meerderheid was. Onwillekeurig dacht ik daarbij aan het opschrift' van een ouden govcl in een on zer zeestadjes. Op dien gevel i6 een zee slag uitgebeeld. Men ziet daar de vloot van de geuzen in gevecht met die van de Spanjaarden. -En op den achlergrond lig gen geknield de vrouwen dio voor de strijders bidden. In het bedoelde vers, wordt er dan cp gewezen hoe de mannen op de zee en de vrouwen op Uicfc land feitelijk eenzelfde taak verrichten. Zoo zou het hior in Leiden ook kunnen zijn- De mannen in den strijd. In den strijd voor do belangen /an land en vo.k en voor de eere van hun Koning. Maar, amice, waar waren dan de man nen! Vergaderingen werden deze week zoo goed als niet gehouden en a's ze ge houden worden dan is de opkomst vaak zoo bedroevend klein, dat hot, bezoek van een bidstond daaronder niet kan lijden. En daarom, hoe verblijdend het groote bezoek in dc week der gebeden ook is. ais gelet wordt op de velen dio er ontbraken, en die. ook ontbroken als er gewerkt moet worden en gestreden, dan is er zoker aller minst reden om tevreden te zijn en to roemen. Met bijzondere belangstelling heb ik deze week gelezen wat de heer G. Kuyper, de secretaris van de Leidscho A. R. Kies vereeniging schreef. Hi j herinnerde aan de feest vergadering den dag na do verkiezingen gehouden. Ja, amice, dat waren eoedo uren. Wat een geestdrift was er toen. Hoe dankbaar waren we over het behaalde re sultaat. Wat werd er kranig en krachtig gezon gen, dat de goden van den tijd ons oude Nederland toch niet zullen hebben, maar dat het, bleef een blijft, Gods en der va- d'ren pand. Er was geestdrift en ontroering, toen er zingend holeden werd: Mijn schild en mijn hot,rouwen Zijt Gij, o God en Heer. Op U zoo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmer meer. En toen van verschillende zijden gewe zen werd op de weinige actie die ontwik keld was, op hot gebrek aan medewerkers in den verkiezirigsarbeid, en de verwach ting word uitgesproken dat het anders zou worden, toen daverde de zaal van het applaus en gejuich. Later hebben we den partijdag gehad. Schitterend geslaagd! Hoe werd er geluisterd toen do heeren de Wilde en Schouten wezen op onze groo te verantwoordelijkheid met 'het oog op den stembusstrijd in 1923. En hoe tintqiden de oogen, toen Ds„ van Lummel met den.gloed der overtui ging de aanwezigen opwekte te zijn en to blijven „een goot instrument" in Gods hand. Welk een geestdrift! En nu--zijn wo een paar maanden ver der, en nu, waar zijn ze d6 mannon en do vrouwen en do jongeren, die toen zoo geestdriftig gestemd waren? Waar zijn ze als de propagandaclub vergadert? Waar zijn ze, als de Kiesvereeniging bijeenkomt om candidaten te stellen voor de Provinciale Staten of om een gemeente- program te behandelen? En waar zullen ze zijn, ala straks de candidaten mooten worden aangewezen voor den Gemeenteraad en als de Organi satie helpers en helpsters vraagt voor den V erïriozin gearbeid? Was het dan toch maar een stroovuur, dat, daar gebrand hoeft, in de Burchtza- len? Waren ket dan toch slechts ijdele klan ken, die wo hoorden in de Gehoorzaal? Ik weet het niet mijn waarde,, maar ik bén er niet geheel gerust op- Wanneer ge zegt. amice, dat de weinige animo toch wel eenlgermate verklaarbaar is, dan ben ik dat met u eens. Dan geef ik n volkomen gelijk. De tijd is voor velen ver van gunstig, er zijn zorgen van allerlei aard. Zeker, dat is -waar, maar mag dat, een reden ziin, om wel te gaan naar uitvoeringen en op voeringen en de belangrijke volksbelan gen te verwaarloozen? De gemeentepolitiek heeft den laatsten tijd ook al niet. veel aantrekkelijks. Al weer. ge hebt gelijk. Maar moeten we nu maar de zaken laten loepen en ons on verschillig toon en. waar het betreft de regeering van de Stad. die God ons gaf ten woonplaats. Of zullen we meewerken om ook hier den invloed van onze begin selen te versterken? De candidatenlijet. voor de Provinciale Staten ziet er anders uit. dan menigeen misschien wel wenscht. Toegegeven al weer. Maar dan vraag ik u toch, amice, waar om gaat het in onzen strijd. Om beginse len of om belangen. Vochten we voor on ze beginselen of voor bepaalde -personen? Als 't alleen gaat om belangen, om wat meer of mindor, ach dan is -t niet zoo erg als we ons slap aanstellen. Als 't gaat om personen, och laten wc dan maar lie ver het. werk staken. Maar als dat niet, het geval is. amice, als 't, bij ons inderdaad gaat om onz-e A. R. beginselen, d. w. z. als wij in waarheid opkomen voor do eere van God. ook in Ihet Staatkundige leven, dan kunnen en dan mogen we niet, werkloos blijven en ons als de Rubenieten weleer, verheugen over do bl a ringen der kudden. Laten we ons maar eens afvragen, hoe wij er nu toch eigenlijk voorstaan. Wat nu in den grond der zaal» onze drijfveer ie. Ik zou willen amice, dat allen die dit briefje lezen, het bewaarden, tot er wc-er een vergadering van de Kies-vereen, wordt gehouden. Hier in Leiden, maar ook in do dorpen. TV zou willen dat. onze vrouwen dit bri; Ite. uitknipten,. en dat ze 't, slraks als haar man van. oordeel is, Gat hij toc-h be ter achter de kachel op zijn plaats is dan jn do Kiesvereeniging, het hem nogeens voorlazen. Misschien m'n waarde misschien dat hij dan toch niet gaat. Want hoe te een menseh. Niemand laat zich gTaag bij de kraag pakken en naar een vergadering 6'eepen. Best, moselijk daarom dat meerder© mannen zullen zoggen: en todh. ga ik niet. Maar ook mogelijk, dat ze dan tocb ook een minder aangenaam uurtje achter de kachel, zullen krijgen. Ik kan op dit uiterste practisch© onder worp thans niet verder ingaan, al zcu er zeker nog wel een en 'andor van to zceuren zijn, me,ar ik wil alleen do hoor» u)teT»re ken, dat ho' schrijven vau den heer Kuv- r>c-r doel zal treffen en tot moor rr^'ey.-n thier en in heel ons district ze' n-te-ir-'m VERTT\S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 6