Dagblad voor Leiden en Omstreken 3de JAARGANG. - DONDERDAG 28 DECEMBER 3922 - No. 830 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ABONNEMENTSPRI S IN LEIDBN EN BOTTEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL ,2-50 PER WEEK 10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2.90 V Een krachtproef. Van verschillende zijden is hulde ge bracht aan Mr. Ko-olen den voorzitter der Tweede Kamer, die het wist klaar te spe len dat de begreotingen voor de Kerst dagen werden afgehandeld, terwijl tus- schen de bedrijven door ook nog de On- derwijs-herzieping werd afgedaan. De vorige week werd zelfs van Donder dagmorgen tob Vrijdagmorgen half zee vergaderd. Ongetwijfeld een schitterende kracht proef van den voorzitter, die niet alleen de Kamer maan het werk wiet te houden, maar die ook zelf onafgebreken aanwezig was om do debatten te leiden. Hoeveel bewondering wij echter ook hebben voor het leidend talent van den hear Kooien, toch hopen we, dat de nu ge volgde methode geen verdere toepassing zal vinden. Het is waar, de begroetingen zijn er doorgejaagd. Maar van een behoorlijke „behande ling" kan men toch moeilijk 6preken als gedurende den nacht in tegenwoordigheid van slechte enkele leden, de artikelen wor den afgehamerd. Het doel is bereikt. De begrootingsarbeid is afgedaan. Maar dat was alleen mogelijk, door de toch zeker niet onbelangrijke Indische begrooting in een paar zittingen ter wijl de rumoerige Kamer op en top in vacantie-stemming verkeerde er door to jakkeren. Wij respecteeren de presidentale ener gie en de volgzaamheid van de Kamer. En wij gunnen gaarne aan de Kamer de zoozeer begeerde vacantie. Maar toch komt het ons gewenscht voor dat, dergelijke krachtproeven niet worden herhaald. STADSNIEUWS. Gemeenteraad. De bekende rijst-geschiedenis. De Commissie van Onderzoek, inzake de distributie van rijst voor zieken en zwak ken, bestaande uit de lieeren K. Sijtsma, B. D. Eerdmans, Jac. Wilbrink, J. F. X. San ders en B. J. Huurman Dzn„ heeft aan den Gemeenteraad het volgend rapport uitgebracht: Voor het verkrijgen van een zoo juist mogelijk inzicht in de aangelegenheid, voor Vervolgens wérd door het lid onzer Com- werd ingesteld, zijn door ons gehoord de heeren Dr. J. J. van Eek, Directeur van het Y.m. Levensmiddelenhedrijf en J. O. van ïtaay, lid der firma G. J. de Jongh en Co. Vervolgens werd1 door het lid onzer Com missie, den heer Sanders, een onderzoek in de boeken van het v.m. Levensmidde lenhedrijf ingesteld. Uit de met genoemde heeren gehouden besprekingen, alsmede uit het onderzoek in de boeken van het v.m. Levensmidde lenhedrijf, heeft onze Commissie de zeker heid geput, dat de te dezer zake door Bur gemeester en Wethouders aan den Ge meenteraad verstrekte inlichtingen geheel overeenkomstig de waarheid zijn goweost, en dat overigens Burgemeester en Wet houders, nadat zij van de quaestie hadden kennis gekregen, niet anders hebben kun nen handelen dan door hen is geschied. Evenwel heeft onze Commissie den indruk gekregen, dat de waarnemende Burgemees ter zich niet voldoende heeft „ingewerkt" in de distributie-aangelegenheden. Had hij dit wel gedaan en zich op de hoogte laten brengen van den gang van zaken, dan zou hij ook van het gebeurde met de rijst, bij üe firma de Jongh en Co. opgeslagen, heb ben gehoord. Het komt der Commissie voor, dat dit laten marcheeren van de za ken, zooals het ging bij het waarnemen van den Burgemeesterspost, zooals te voor zien was, gedurende langeren tijd, ftiet is goed te keuren. Te betreuren valt het ook, naar het oor deel der Commissie, dat de Raad niet reeds ten tijde van de door de firma de Jongh en Co. aangeboden schikking met een en ander in kennis is gesteld. Wel licht had de Raad een ander standpunt ingenomen dan de Burgemeester heeft ge daan, en, liever het zekere voor het on zekere nemende, de schikking aanvaard. De gemeente was dan voor een ernstig na deel gespaard gebleven. Ook meent de Commissie er op te moe ten wijzen, dat door de verordening op het Levensmiddelenhedrijf geëischte in structie van den Directeur van dat bedrijf door Burgemeester en Wethouders nimmer is vastgesteld. Het wil de Commissie voor komen, dat deze nalatigheid van Burge meester en Wethouders tot gevolg heeft gehad, dat de Directeur van het Levens middelenhedrijf te veel op eigen gelegen heid heeft gehandeld; dit althans zeker heeft gedaan gedurende de ongesteldheid van den Burgemeester. Vooral moge dit blijken uit het feit, dat, eerst nadat de firma de Jongh en Có. an dere rijst voor de door haar, aan het Le vensmiddelenhedrijf toebehoorende, ver kochte rijst in de plaats had gesteld en door een voor de gemeente aan die firma afgegeven verklaring alle mogelijkheid voor verhaal van de schade, die de ge meente tengevolge van do' onrechtmatige handeling dier finna leed, was afgesne den, door den Directeur van het Lcvens- middelenbedrijf met den waarnemenden Burgemeester over liet voorgevallene met de firma do Jongh en Co. is uitgesproken. Ook had naar het oordeel onzer Com missie door Burgemeester en Wethouders eene regeling moeten zijn in het leven ge roepen, waarbij de juiste verhouding van de grossiers tot het Levensmiddelenhe drijf was geregeld geworden. Was dit ge beurd, dan zou eene handelwijze, als door de firma De Jongh en Co. is gepleegd, wellicht niet zijn voorgekomen, of, zou zij al zijn voorgekomen, de gemeente met suc ces eene actie tot schadevergoeding heb ben kunnen ondernemen. Intusschen erkent de Commissie gaarne, dat achteraf de laatste opmerking ge makkelijk kaft worden gemaakt. Uit het oog moet toch niet worden verloren, dab Burgemeester en Wethouders zich gedu rende de crisisjaren voor vele nieuwe en moeilijke «werkzaamheden zagen geplaatst. Do Commissie meent evenwel, dat dit verzuim geen nadeel voor de gemeente- had behoeven op te leveren, indien de Direc teur van het Levensmiddelenhedrijf bijter cp de firma de Jongh had toegezien, toen zij rijst van de gemeente in bewaring had. Deze directeur had toch kunnen weten, dat nauwlettend toezicht op die firma gebo den was. Zij is dan ook van oordeel, dat de Directeur van het Levensmiddclenbe- drijf hier niet de rechte man op de rechte plaats was, zonder evenwel aan de goede trouw van dien ambtenaar te twijfeloa. Vervolgens nam met verwondering de Commissie kennis van den inhoud van do door den heer Trapman opgemaakte ver klaring, tegen afgifte wrirvan de rijst van de firma de Jongh en Co., ter vervanging Tan de door die firma onrechtmatig ver kochte ziekenrijst, werd geaccepteerd. Het valt der Commissie moeilijk den waren zin van die verklaring te vatten. In dit stuk toch verklaart de gemeente te hebben ontvangen rijst van de firma de Jongh en Co. en geen aanspraak te ma ken op levering van andere rijst cn ver volgens verklaart de "gemeente in datzelf de stuk zich op het standpunt te stellen dat aan de gemeente door de firma de Jongh andere rijst is geleverd dan de ge meente heeft ontvangen. De logica ont gaat hier der Commissie^ Ten slotte de houding van de firma de Jongh en Go. De Commissie houdt er zich van overtuigd, dat die firma op zeer laak bare wijze heeft gehandeld. Het laakbare van de handelwijze van de firma is hierin gelegen, dat zij handel heeft gedreven met rijst, welke haar niet toebehoorde en haar alleen door het Levensmiddelenbedrijf werd verstrekt teneinde op bons te worden afgeleverd ten behoeve van zieken en zwakken. De firma heeft daarmede be langrijke winsten gemaakt en heeft zich niet ontzien, teneinde zichzelve te bevoor- deelen, aan zieken cn zwakken de daarvoor bestemde rijst te onthouden en hun een slechtere soort rijst te doen verkoopen Deze houding van de firma in een tijd van groote schaarschte aan eerste levens behoefte is zeker niet genoeg te misprijzen. De Commissie heeft aan het lid der fir ma, don heer J. C. van Raay, nog gevraagd de met den onrechtmatigen verkoop ver kregen winst in de gemeentekas te stor ten, teneinde het verlies, hetwelk do ge meente aan de rijst heeft geleden eenigs- zins fee verminderen. De gemeenschapszin van de leden der firma bleek echter zoo weinig ontwikkeld, dat op die vraag van de Commissie ontkennend werd geant woord. Het gevolg van de onrechtmatige han delwijze van de firma de Jongh en Co. is, afgezien van de benadeeling van de zieken en zwakken die voor de rijst in aanmer king kwamen, dat de gemeente een gelde lijk verlies heeft geleden van ongeveer f 3000. Wel is in totaal eene schade door de gemeente op haro rijstvóorziening ge leden van plm. f 5000, doch in aanmerking moet worden genomen, dat, toen het Le vensmiddelenhedrijf in September 1920 tot verkoop van de rijst wilde overgaan, de prijzen van de rijst reeds waren gedaald beneden den prijs waarvoor het Levens middelenbedrijf de rijst had gekocht. Met juistheid is wel niet na te gaan welk ver lies de gemeente had geleden indien in September 1920 de verkoop van de rijst had kunnen doorgaan, doch de Commissie meent dit verlies te moeten stellen op on geveer f 2000. De vertraging van den ver^- koop, veroorzaakt doordat de rijst niet bij de firma de Jongh aanwezig was, heeft dus de gemeente een scliade berokkend van ongeveer f 3000. Waar deze schade, blijkens het advies van den rechtsgeleerden raadsman der ge meente, niet op de firma de Jongh en Co. is te verhalen en ook die firma meent die schade niet aan de gemeente te moeten vergoeden, is de Commissie van oordeel den Raad te moeten voorstellen deze aange legenheid als afgedaan te beschouwen. woningbouwvereeniging „Eensgezindheid". Zooals onze lezers zich nog zullen her inneren heeft de Politie naar aanleiding van de klacht van notaris van der Heijden tegen den voorzitter van de Woning bouwvereniging Eensgezindheid en den aannemer Dietz terzake van gepleegde verduistering of oplichting geen termen aanwezig gevonden om t.ot een strafver volging over te gaan," als zijnde de zaak zuiver civiel terrein. Gelden waren niet verduisterd, doch op zijn hoogst waren gelden aan verkeerde personen betaald. Naar wij vernemen is thans een civiele actie tegen de Eensgezindheid op touw gezet. Notaris van der Heijden en Mr. Sormani hebben zich bij request gewend tot den President van de Rechtbank te 's-Gravenhage met verzoek verlof to mo gen bekomen om conservatoir beslag te doen leggen op alle gelden die door de Eensgezindheid bij de Nationale Bank Is Leiden zijn belegd en bovendien op de door de huurders verschuldigde huurpen ningen. Als gronden worden bii dat re quest gesteld, dat de aannemer Dietz ter zake van het bouwen van 114 woningen aan den Zijlsingel gelden te vorderen had van de Woningbouwvereeniging „Eens gezindheid" of te vorderen zou krijgen. Dat die aannemer al die vorderingen op de „Eensgezindheid" bij behoorlijk geze gelde en geregistreerde acte van cessie van 12 Maart 1921, medeonderteekend door het moderamen van het Bestuur van „de Eensgezindheid", heeft overgedragen en verkocht aan notaris van der Heijden en Mr. Sormani. Dat alzoo^ niet, Dietz was de eigenaar van die vorderingen, doch no taris van der Heijden en Mrp Sormani. Dat nu enkele weken geleden de Woningbouw vereeniging „Eensgezindheid" opzettelijk en frauduleus een bedrag van ongeveer f27000.— niet aan de wettige eigenaren, 'n.l. notaris v. d. Heijden en Mr. Sormani. heeft uitbetaald, zoodat zij dat bedrag thans alsnog van „de Eensgezindheid" opvorderen en ter bewaring van hunne rechten bovengenoemd, beslag wenschen te d-oen leggen. De President van de Rechtbank heeft dat verlof verleend en dooT deurwaarder van der Wonde is reed6 onder verscheide ne houders van de „Eensgezindheid" be slag gelegd op de huurpenningen en ook op alle gelden die van de „Eensgezind heid bij de Nationale Bank staan. Als procureur voor de beslagleggers treedt op Mr. Vrijberghe de Coningh, terwijl de „Eensgezindheid", die volgens haar Statuten niet mag procedeeren zon der goedkeuring van de algemeeno leden vergadering, daartoe een vergadering zal moeten beleggen. Nader vernemen wo nog, dat dit het tweede belangrijke proces is. waarin de „Eensgezindheid" in korten tijd wordt be trokken. Een viertal onderaannemers van •het metselwerk van de huizen hebben nog een bedrag van ongeveer f 18000.van den aannemer Dietz te vorderen en heb ben gebruik gemaakt van hun recht om dit bedrag te vorderen van de „Eensge zindheid", aangezien deze op het moment dat zij hun votdering aanlegden nog gel den aan den aannemer Dietz verschuldigd was. De „Eensgezindheid" moet zich echter van deze actie niets hebben aangetrokken en doorgaan met uitbetalen aan den aan nemer. In deze zaak treedt voor de metse laars als procureur op Mr. de^ Haart te '6-Gravenhage en voor de „Eensgezind heid" en Dietz Mr. de Jongh te Leiden. Staatk. Geref. Partij. Voor de afd. Leiden van bovengenoem de partij trad gisteravond in openbare vergadering^ op de heer P. van der Men Ion van Kampen, met het onder werp: „Politieke bezinning". De voorz. de heer M. v'a n Klinken opende de vergadering met het laten zin gen van Ps. 33:7, gebed en het lezen van Lulcas 12:16-31. Vervolgens heette hij alle aanwezigen hartelijk welkom. Het doel van deze ver gadering is propaganda te maken voor de beginselen en zoo mogelijk het ledental uit te breiden, ook onder hen die niet tot de Gerof. Gemeente behooTen. Spr. gal dan een overzicht van het ontstaan der S. G. Partij. In 1918 werden ruim 5000 stemmen behaald, woltc getal in 1922 tot 500 pet. vermeerderde, wat tengevolge had, dat Ds. Korsten tot lid van de Tweede Kamer werd gekozen, en daar gelegenheid vond met kracht voor de beginselen op te lcomen en daar als een Elia op den Karmel te ge tuigen. Daarna werd het woord gegeven aan den heer v. d. Meulen, die begon met er op te wijzen dat de Staatk. Geref. Partij reeds eenige historie heeft gemaakt. Zij heeft van verschillende zijden 6teun ont vangen en mocht reeds een barer candi- daten naar de Tweede Kamer afvaardigen D. S. pG- Partij, aldus spr., is geboren -uit den nood der tijden; men gevoelde, er moet verandering komen. De vraag kan "gedaan worden of wo wel zijn op het goede pad. Daarom is het noodig ons telkens weer te bezin nen over de noodzakelijkheid van ons optreden. Politieke bezuiniging is vooral noodig omdat het hier gaat om de hoogste volks belangen, om de vraag in welke richting ons volksleven gestuurd wordt. Spr. hoopt dat de S. G. Partij zich ten slotte overbodig zal maken, in dien zin, dat zij de andere Christelijke partijen zal terugroepen naar Gods Woord. Ons doel is niet persoonlijke, of partijbelangen te <lienen, en daarom vooral is bezuiniging noodig. Het „Pro Reg e" mag maar niet een leuze zijn, maar werkelijkheid. Spr. wijst er dan op dat tengevolge van de zonde, de harmonie op aarde is. De antithese is dan ook realiteit. Er is een politieke antithese, maar o,ok een andere, antithese, tusschen hen die van beneden en die van boven zijn; tusschen hen die God belijden met "het hart en hen die misschien nog wel m o n dbelijders zijn. Vervolgens wees spr. er op, dat een ieder geroepen is aan de politiek to doen. Het gaat toch om de staatsbelangen, waarbij ook de geestelijke tegenstellingen zeer nauw betrokken zijn. De Staatk. Geref. Partij belijdt dan •ook dat zij de oorsprong van het gezag - vindt, niet- in den volkswil, maar in God, die de menschen er mee bekleedt. Dit beginsel komt in onze staats ge meenschap in vele opzichten nog uit. Of- ficieel wordt nog altijd beleden dat onze Koningin regeert bij de gratie Gods. Voorts is voor ons de Heilige Schrift de Kenbron der waarheid, in tegenstel ling met hen, die zich plaatsen op den grondslag der menscheliike rede. Hieruit volgt, dat zij zich kant tegen het algemeene kiesrecht, aan de invoe ring, waaraan de Christelijke partijen hebben meegewerkt. Het doel van den Staat is voor de S. G. partij geheel andere, dan bij hen die den Staat vergoden. De taak van den Staat is regelend en beschermend op te treden en niet te heerschen over de maat schappij. In den afgeloopen zomer is er geweest een roep om beginsel politiek, in 't bijzonder bij de A. R. partij. Aanvan kelijk was zij klein, maar naarmate zij grooter werd is zij gaan schipperen. Dit welcte weerzin bij velen, wat blijkt uit de verschillende brochures. De bovenlaag had het contact met de onderlaag (de kleine luyden) verloren. Die teleurstelling werd reeds openbaar onder het Minist. Kuyper .omdat het niet- bracht de oplossing van den schoolstrijd in den geest van het Unierapport. Spr. wijst in dit. verband op een uitlating van den heer Wirtz, die schreef, dat de On- derwijshorziening als een stuk spek voor de verkiezing moest worden bewaard. Ook tegen den vaccinedwang werd niets gedaan. Op onderwijsgebied werd niets anders gedaan, dan uitbreiding van het subsidie stelsel, inplaats van te handelen in den geest van bet Unierapoprt. Ook met andere principiële zaken, o.a. de Zondagswet werd geen voortgang ge maakt. Onder het Ministerie Heemskerk ging het niet andere. Wij hebben toen gekre gen de wetten-Talma die ons den verze- keringsdwang brachten. De hoer Hugo Visscher verklaarde dan ook, dat dit Kabinet met de A. R. begin selen zeer weinig rekende. Ditzelfde kan ook worden gezegd van de eerete periode van bet Kabinet. Ruys de Beerenbrouck. Spr. wees op de herzie ning van de Leerplichtwet die .werd ver scherpt met medewerking van sommige antirevolutionairen. Hier ligt hetzelfde beginsel van het Staatsalvermogen, dat do Staat alles mag doen. Zoo werden de beginselen verzaakt. De I heer Smeen-k verklaarde nadrukkelijk dat hij de principieolo bezwaren niet deelde en dat de hulp van de Overheid hier noo dig was. Spr. herinnerde v.oorts aan do herzie ning der Onderwijswet, waarbij de open bare school als norm werd gesteld. De oplossing van den schoolstrijd, was gevonden door een compromis; door toe passing van de leuze voor wat, hoort wat. Nog steeds is bestendigd het on recht, dat zij die tegen verzekering der scholen bezwaar hebben, geen scholen kunnen bouwen. De oplossing was zeer smadelijk, door het feit. dat zij gekocht weid, voor het algemeen en het vrouwenkiesrecht, wat naar Spr.. meende bleek uit do rede van den heer 't Hooft in de Eerete Kamer, de eenige die tegen de Grondwetsherzie ning 6tcmde. Hiernaast werden tal van principieele punten verwaarloosd -In dit verband wees Spr. op de nict-invoering van den dood straf, heb vertxranden van lijken enz. Prof. Fabius schreef dan ook niet ten onrech te van antirevolutionaire verwording. Het belang is ingeruild voor het begin sel, en daarmee is het bestaansrecht van een partij verdwenen. De heer Colijn wees trouwens op een neiging om den vasten grondslag te ver laten. Er was iels niet in orde. Men had de rails van Gods Woord verlaten. Het bot ste en kraakte. Toen is er ccn roep gekomen om bele ving van het beginsel. Spr. wees dan aog op wat do heer Heemskerk opmerkte omtrent de lijkver branding: hoe deze geen reden aanwezig achtte om in te grijpen; op het vraag stuk van cc Zondagswet, waarvoor geen ADVERTENÏiE-FRIJS DES ZATERDAGS f 0.30 PER GEWONE REGEL 10.221 KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent bij vooruitbetaling. :-ï INGEZONDEN RECLAME" IEP oplossing werd gebracht, naar de Te- 1 e g r. meldde tengevolge van een on derlinge afspraak, nadat de R. K. hunne processies niet "hadden gekregen; op het gezantschap bij den Paus, waartegen Ds. Kersten in de Tweede Kamer opkwam, en waarbij de A. R. speelden in do kaar van Rome. Spr. achtte het een voorrecht dat Ds. Kersten hierbij als een krachtig ge tuige optrad, en ijverde voor bestendi ging van het protestantseh karakter van ons volksleven. Dit was temeer noodig, omdat van Roomsche zijde onlangs terecht gezegd word: „Rome groeit, Rome is troef". Deze opmerking was zeer juist, maar juist daarom had onze Regeering geen gezant naar Rome mogen zenden. Eerst heette het, dat het gezantschap slechts tijdelijk was, maar later is het met ver krachting van de traditiön van ons volks leven in een vast gezantschap omgezri. Door het zenden van een gezant erkent men de pretentie van den Paus als hoofd der Christelijke kerk. Onze strijd, aldus Spr., gaat niet alleen tegen het ongeloof, maar ook tegen het bijgeloof. In dien strijd bij de reforma tie zijn wij groo'o geestelijke goederen deelachtig geworden.' Maar nu wenseht Romo terug te grijpen tot achter de ^re formatie, die zij mot de revolutie op ééne lijn stelt. De stellingen van Wijnkoop en Wittenberg werden in één adem ge noemd. Er is een krachtig pogen om Neder land te verroomschen en daartegen hébben wij stelling te nemen, zooals dat vroeger ook door Dr. Kuyper gedaan werd- Spr. acht het treurig, dat het geloof het bijge loof noodig heeft om het" ongeloof tc be strijden. Vervolgens wees Sur. nog op de sociale wetgeving, do subsidicermst van dramati sche kunst. Er is gezegd dat de hoeksteen van de politiek moest zijn de veiligstelling van de gulden. En dat is o o k vrn bete.ekenis. Maar van veel grooter beteek on is is toch' de veiligstel line van de heilieo beginse len van Gods Woord. Alleen als die begin-so1 cn hoog worden gehouden, is er nog hoop voor de toe komst. Die beginselen moeten de godragelim vormen van de Christelijke partijen en hef, afwijken van die beginselen ^geeP ons het recht tot afzonderlijke partijvorming. De S. G. Partij is uit den nood der tijden en -den nood der beginselen gebo ren. Zij leeft weer op de aloude leuze: Tegen de revolutie, het Evangelie. Van de gelegenheid om met den spre ker van gedachten te wisse1 en werd ge bruik gemaakt door den heer A. Won t9 dio vroeg: als het Vaticaan een diplo matiek centrum is, op welke wijze dan de Nederlandsche regeering de noodige in lichtingen moet ontvangen als zij den gezant terugtrekt? De heer R. Zuidoma maakte mede enkele opmerkingen. Deze sprak er zijn verwondering over uit, dat de rede van den spreker een doorloopende aanval was op de A. R. partij. Hii achtte het zeer verklaarbaar dat de S. G. Partij behoefte gevoelde de rodenen aan te gofen voor haar optreden maast en" tegenóver de A. R. Partij, maar toch. had het hem ver baasd, dat in dezen tijd. nu de tegenpar tijen steeds krachtiger optreden, in een vergadoing als deze feitelijk niet anders gedaan werd, dan de A. R. partij te be strijden. Voorts ontkende spr. dat do A. R. door de coalitie groot zou zijn geworden. De coalitie was integendeel voor meerderen een roden om zich te stellen tegen do A. R. Partij. De actie in verkiezingsdagen tegen Rome, trof gewoonlijk niet do Roomsche, maar wel de A. R. pari ij- Onjuist achtte spr. de voorstelling dat de Onderwijswet tegen het Algcm. Kies recht werd ingeruild, of, zooale de beer v. d. Meulen nader had betoogd, ver kocht. De zaak was dat Min. Cort v. d. Linden het lot van beide voorstellen aan elkaar verbond. Nu kan men het afkeuren dat do A. R. leden aan het Kiesrochtvoor- stel hun stem gaven -,maar dit geeft niet het recht om te zeggen, dat zij hunne be ginselen verkochten. Tenslotte keurde spr. af do wijze waar op de heer v. d. Meulen het gezantschap bij den Paus en do toenemende propa ganda van Rome had besproken, waar door do voorstelling gewekt wordt, alsof de vermeerderde invl. van Romo in one land een gevolg zou zijn van het gezant schap. En dat achtte hij onjuist. Door afschaffing van het gezantschap zal mon de Roomsche actie cn invloed niet ver minderen. Daarvoor zijn noodig andere, geestelijke wapensn. Nadat de heer v. d. Meulen nog kort had de spr. in dankzegging was voorgegaan door den voorzitter gesloten. Russische Jaarmarkt- Gelijk wij reeds ecnigen tijd geleden in ons blad vermeldden is op .initiatief van do afdeel in g Leiden van het Nansen-co^ mi té een Russische jaarmarkt georgani seerd- Deze jaarmarkt is gisteren avond go< op end. Indien er ooit ccn fleurige bazar is g®* wccst. zoo is dezo het toch wel. Een groot aantai keurige tentjes vullen de grootd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1