Dagblad voor Leiden en Omstreken
3de JAARGANG. - DONDERDAG 28 DECEMBER 3922 - No. 830
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ABONNEMENTSPRI S
IN LEIDBN EN BOTTEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL ,2-50
PER WEEK 10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2.90
V Een krachtproef.
Van verschillende zijden is hulde ge
bracht aan Mr. Ko-olen den voorzitter der
Tweede Kamer, die het wist klaar te spe
len dat de begreotingen voor de Kerst
dagen werden afgehandeld, terwijl tus-
schen de bedrijven door ook nog de On-
derwijs-herzieping werd afgedaan.
De vorige week werd zelfs van Donder
dagmorgen tob Vrijdagmorgen half
zee vergaderd.
Ongetwijfeld een schitterende kracht
proef van den voorzitter, die niet alleen
de Kamer maan het werk wiet te houden,
maar die ook zelf onafgebreken aanwezig
was om do debatten te leiden.
Hoeveel bewondering wij echter ook
hebben voor het leidend talent van den
hear Kooien, toch hopen we, dat de nu ge
volgde methode geen verdere toepassing
zal vinden.
Het is waar, de begroetingen zijn er
doorgejaagd.
Maar van een behoorlijke „behande
ling" kan men toch moeilijk 6preken als
gedurende den nacht in tegenwoordigheid
van slechte enkele leden, de artikelen wor
den afgehamerd.
Het doel is bereikt.
De begrootingsarbeid is afgedaan.
Maar dat was alleen mogelijk, door de
toch zeker niet onbelangrijke Indische
begrooting in een paar zittingen ter
wijl de rumoerige Kamer op en top in
vacantie-stemming verkeerde er door to
jakkeren.
Wij respecteeren de presidentale ener
gie en de volgzaamheid van de Kamer.
En wij gunnen gaarne aan de Kamer
de zoozeer begeerde vacantie.
Maar toch komt het ons gewenscht
voor dat, dergelijke krachtproeven niet
worden herhaald.
STADSNIEUWS.
Gemeenteraad.
De bekende rijst-geschiedenis.
De Commissie van Onderzoek, inzake de
distributie van rijst voor zieken en zwak
ken, bestaande uit de lieeren K. Sijtsma, B.
D. Eerdmans, Jac. Wilbrink, J. F. X. San
ders en B. J. Huurman Dzn„ heeft aan
den Gemeenteraad het volgend rapport
uitgebracht:
Voor het verkrijgen van een zoo juist
mogelijk inzicht in de aangelegenheid, voor
Vervolgens wérd door het lid onzer Com-
werd ingesteld, zijn door ons gehoord de
heeren Dr. J. J. van Eek, Directeur van het
Y.m. Levensmiddelenhedrijf en J. O. van
ïtaay, lid der firma G. J. de Jongh en Co.
Vervolgens werd1 door het lid onzer Com
missie, den heer Sanders, een onderzoek
in de boeken van het v.m. Levensmidde
lenhedrijf ingesteld.
Uit de met genoemde heeren gehouden
besprekingen, alsmede uit het onderzoek
in de boeken van het v.m. Levensmidde
lenhedrijf, heeft onze Commissie de zeker
heid geput, dat de te dezer zake door Bur
gemeester en Wethouders aan den Ge
meenteraad verstrekte inlichtingen geheel
overeenkomstig de waarheid zijn goweost,
en dat overigens Burgemeester en Wet
houders, nadat zij van de quaestie hadden
kennis gekregen, niet anders hebben kun
nen handelen dan door hen is geschied.
Evenwel heeft onze Commissie den indruk
gekregen, dat de waarnemende Burgemees
ter zich niet voldoende heeft „ingewerkt"
in de distributie-aangelegenheden. Had hij
dit wel gedaan en zich op de hoogte laten
brengen van den gang van zaken, dan zou
hij ook van het gebeurde met de rijst, bij
üe firma de Jongh en Co. opgeslagen, heb
ben gehoord. Het komt der Commissie
voor, dat dit laten marcheeren van de za
ken, zooals het ging bij het waarnemen
van den Burgemeesterspost, zooals te voor
zien was, gedurende langeren tijd, ftiet is
goed te keuren.
Te betreuren valt het ook, naar het oor
deel der Commissie, dat de Raad niet
reeds ten tijde van de door de firma de
Jongh en Co. aangeboden schikking met
een en ander in kennis is gesteld. Wel
licht had de Raad een ander standpunt
ingenomen dan de Burgemeester heeft ge
daan, en, liever het zekere voor het on
zekere nemende, de schikking aanvaard.
De gemeente was dan voor een ernstig na
deel gespaard gebleven.
Ook meent de Commissie er op te moe
ten wijzen, dat door de verordening op
het Levensmiddelenhedrijf geëischte in
structie van den Directeur van dat bedrijf
door Burgemeester en Wethouders nimmer
is vastgesteld. Het wil de Commissie voor
komen, dat deze nalatigheid van Burge
meester en Wethouders tot gevolg heeft
gehad, dat de Directeur van het Levens
middelenhedrijf te veel op eigen gelegen
heid heeft gehandeld; dit althans zeker
heeft gedaan gedurende de ongesteldheid
van den Burgemeester.
Vooral moge dit blijken uit het feit, dat,
eerst nadat de firma de Jongh en Có. an
dere rijst voor de door haar, aan het Le
vensmiddelenhedrijf toebehoorende, ver
kochte rijst in de plaats had gesteld en
door een voor de gemeente aan die firma
afgegeven verklaring alle mogelijkheid
voor verhaal van de schade, die de ge
meente tengevolge van do' onrechtmatige
handeling dier finna leed, was afgesne
den, door den Directeur van het Lcvens-
middelenbedrijf met den waarnemenden
Burgemeester over liet voorgevallene met
de firma do Jongh en Co. is uitgesproken.
Ook had naar het oordeel onzer Com
missie door Burgemeester en Wethouders
eene regeling moeten zijn in het leven ge
roepen, waarbij de juiste verhouding van
de grossiers tot het Levensmiddelenhe
drijf was geregeld geworden. Was dit ge
beurd, dan zou eene handelwijze, als door
de firma De Jongh en Co. is gepleegd,
wellicht niet zijn voorgekomen, of, zou zij
al zijn voorgekomen, de gemeente met suc
ces eene actie tot schadevergoeding heb
ben kunnen ondernemen.
Intusschen erkent de Commissie gaarne,
dat achteraf de laatste opmerking ge
makkelijk kaft worden gemaakt. Uit het
oog moet toch niet worden verloren, dab
Burgemeester en Wethouders zich gedu
rende de crisisjaren voor vele nieuwe en
moeilijke «werkzaamheden zagen geplaatst.
Do Commissie meent evenwel, dat dit
verzuim geen nadeel voor de gemeente- had
behoeven op te leveren, indien de Direc
teur van het Levensmiddelenhedrijf bijter
cp de firma de Jongh had toegezien, toen
zij rijst van de gemeente in bewaring had.
Deze directeur had toch kunnen weten, dat
nauwlettend toezicht op die firma gebo
den was. Zij is dan ook van oordeel, dat
de Directeur van het Levensmiddclenbe-
drijf hier niet de rechte man op de rechte
plaats was, zonder evenwel aan de goede
trouw van dien ambtenaar te twijfeloa.
Vervolgens nam met verwondering de
Commissie kennis van den inhoud van do
door den heer Trapman opgemaakte ver
klaring, tegen afgifte wrirvan de rijst van
de firma de Jongh en Co., ter vervanging
Tan de door die firma onrechtmatig ver
kochte ziekenrijst, werd geaccepteerd.
Het valt der Commissie moeilijk den
waren zin van die verklaring te vatten. In
dit stuk toch verklaart de gemeente te
hebben ontvangen rijst van de firma de
Jongh en Co. en geen aanspraak te ma
ken op levering van andere rijst cn ver
volgens verklaart de "gemeente in datzelf
de stuk zich op het standpunt te stellen
dat aan de gemeente door de firma de
Jongh andere rijst is geleverd dan de ge
meente heeft ontvangen. De logica ont
gaat hier der Commissie^
Ten slotte de houding van de firma de
Jongh en Go. De Commissie houdt er zich
van overtuigd, dat die firma op zeer laak
bare wijze heeft gehandeld. Het laakbare
van de handelwijze van de firma is hierin
gelegen, dat zij handel heeft gedreven met
rijst, welke haar niet toebehoorde en haar
alleen door het Levensmiddelenbedrijf
werd verstrekt teneinde op bons te worden
afgeleverd ten behoeve van zieken en
zwakken. De firma heeft daarmede be
langrijke winsten gemaakt en heeft zich
niet ontzien, teneinde zichzelve te bevoor-
deelen, aan zieken cn zwakken de daarvoor
bestemde rijst te onthouden en hun een
slechtere soort rijst te doen verkoopen
Deze houding van de firma in een tijd
van groote schaarschte aan eerste levens
behoefte is zeker niet genoeg te misprijzen.
De Commissie heeft aan het lid der fir
ma, don heer J. C. van Raay, nog gevraagd
de met den onrechtmatigen verkoop ver
kregen winst in de gemeentekas te stor
ten, teneinde het verlies, hetwelk do ge
meente aan de rijst heeft geleden eenigs-
zins fee verminderen. De gemeenschapszin
van de leden der firma bleek echter zoo
weinig ontwikkeld, dat op die vraag van
de Commissie ontkennend werd geant
woord.
Het gevolg van de onrechtmatige han
delwijze van de firma de Jongh en Co. is,
afgezien van de benadeeling van de zieken
en zwakken die voor de rijst in aanmer
king kwamen, dat de gemeente een gelde
lijk verlies heeft geleden van ongeveer
f 3000. Wel is in totaal eene schade door
de gemeente op haro rijstvóorziening ge
leden van plm. f 5000, doch in aanmerking
moet worden genomen, dat, toen het Le
vensmiddelenhedrijf in September 1920 tot
verkoop van de rijst wilde overgaan, de
prijzen van de rijst reeds waren gedaald
beneden den prijs waarvoor het Levens
middelenbedrijf de rijst had gekocht. Met
juistheid is wel niet na te gaan welk ver
lies de gemeente had geleden indien in
September 1920 de verkoop van de rijst
had kunnen doorgaan, doch de Commissie
meent dit verlies te moeten stellen op on
geveer f 2000. De vertraging van den ver^-
koop, veroorzaakt doordat de rijst niet bij
de firma de Jongh aanwezig was, heeft dus
de gemeente een scliade berokkend van
ongeveer f 3000.
Waar deze schade, blijkens het advies
van den rechtsgeleerden raadsman der ge
meente, niet op de firma de Jongh en Co.
is te verhalen en ook die firma meent die
schade niet aan de gemeente te moeten
vergoeden, is de Commissie van oordeel
den Raad te moeten voorstellen deze aange
legenheid als afgedaan te beschouwen.
woningbouwvereeniging „Eensgezindheid".
Zooals onze lezers zich nog zullen her
inneren heeft de Politie naar aanleiding
van de klacht van notaris van der Heijden
tegen den voorzitter van de Woning
bouwvereniging Eensgezindheid en den
aannemer Dietz terzake van gepleegde
verduistering of oplichting geen termen
aanwezig gevonden om t.ot een strafver
volging over te gaan," als zijnde de zaak
zuiver civiel terrein. Gelden waren niet
verduisterd, doch op zijn hoogst waren
gelden aan verkeerde personen betaald.
Naar wij vernemen is thans een civiele
actie tegen de Eensgezindheid op touw
gezet. Notaris van der Heijden en Mr.
Sormani hebben zich bij request gewend
tot den President van de Rechtbank te
's-Gravenhage met verzoek verlof to mo
gen bekomen om conservatoir beslag te
doen leggen op alle gelden die door de
Eensgezindheid bij de Nationale Bank Is
Leiden zijn belegd en bovendien op de
door de huurders verschuldigde huurpen
ningen. Als gronden worden bii dat re
quest gesteld, dat de aannemer Dietz ter
zake van het bouwen van 114 woningen
aan den Zijlsingel gelden te vorderen had
van de Woningbouwvereeniging „Eens
gezindheid" of te vorderen zou krijgen.
Dat die aannemer al die vorderingen op
de „Eensgezindheid" bij behoorlijk geze
gelde en geregistreerde acte van cessie
van 12 Maart 1921, medeonderteekend
door het moderamen van het Bestuur van
„de Eensgezindheid", heeft overgedragen
en verkocht aan notaris van der Heijden
en Mr. Sormani. Dat alzoo^ niet, Dietz was
de eigenaar van die vorderingen, doch no
taris van der Heijden en Mrp Sormani. Dat
nu enkele weken geleden de Woningbouw
vereeniging „Eensgezindheid" opzettelijk
en frauduleus een bedrag van ongeveer
f27000.— niet aan de wettige eigenaren,
'n.l. notaris v. d. Heijden en Mr. Sormani.
heeft uitbetaald, zoodat zij dat bedrag
thans alsnog van „de Eensgezindheid"
opvorderen en ter bewaring van hunne
rechten bovengenoemd, beslag wenschen
te d-oen leggen.
De President van de Rechtbank heeft
dat verlof verleend en dooT deurwaarder
van der Wonde is reed6 onder verscheide
ne houders van de „Eensgezindheid" be
slag gelegd op de huurpenningen en ook
op alle gelden die van de „Eensgezind
heid bij de Nationale Bank staan.
Als procureur voor de beslagleggers
treedt op Mr. Vrijberghe de Coningh,
terwijl de „Eensgezindheid", die volgens
haar Statuten niet mag procedeeren zon
der goedkeuring van de algemeeno leden
vergadering, daartoe een vergadering zal
moeten beleggen.
Nader vernemen wo nog, dat dit het
tweede belangrijke proces is. waarin de
„Eensgezindheid" in korten tijd wordt be
trokken. Een viertal onderaannemers van
•het metselwerk van de huizen hebben nog
een bedrag van ongeveer f 18000.van
den aannemer Dietz te vorderen en heb
ben gebruik gemaakt van hun recht om
dit bedrag te vorderen van de „Eensge
zindheid", aangezien deze op het moment
dat zij hun votdering aanlegden nog gel
den aan den aannemer Dietz verschuldigd
was.
De „Eensgezindheid" moet zich echter
van deze actie niets hebben aangetrokken
en doorgaan met uitbetalen aan den aan
nemer. In deze zaak treedt voor de metse
laars als procureur op Mr. de^ Haart te
'6-Gravenhage en voor de „Eensgezind
heid" en Dietz Mr. de Jongh te Leiden.
Staatk. Geref. Partij.
Voor de afd. Leiden van bovengenoem
de partij trad gisteravond in openbare
vergadering^ op de heer P. van der
Men Ion van Kampen, met het onder
werp: „Politieke bezinning".
De voorz. de heer M. v'a n Klinken
opende de vergadering met het laten zin
gen van Ps. 33:7, gebed en het lezen van
Lulcas 12:16-31.
Vervolgens heette hij alle aanwezigen
hartelijk welkom. Het doel van deze ver
gadering is propaganda te maken voor de
beginselen en zoo mogelijk het ledental
uit te breiden, ook onder hen die niet tot
de Gerof. Gemeente behooTen.
Spr. gal dan een overzicht van het
ontstaan der S. G. Partij. In 1918 werden
ruim 5000 stemmen behaald, woltc
getal in 1922 tot 500 pet. vermeerderde,
wat tengevolge had, dat Ds. Korsten tot
lid van de Tweede Kamer werd gekozen,
en daar gelegenheid vond met kracht
voor de beginselen op te lcomen en
daar als een Elia op den Karmel te ge
tuigen.
Daarna werd het woord gegeven aan
den heer v. d. Meulen, die begon met er
op te wijzen dat de Staatk. Geref. Partij
reeds eenige historie heeft gemaakt. Zij
heeft van verschillende zijden 6teun ont
vangen en mocht reeds een barer candi-
daten naar de Tweede Kamer afvaardigen
D. S. pG- Partij, aldus spr., is geboren
-uit den nood der tijden; men gevoelde, er
moet verandering komen.
De vraag kan "gedaan worden of wo
wel zijn op het goede pad. Daarom is
het noodig ons telkens weer te bezin
nen over de noodzakelijkheid van ons
optreden.
Politieke bezuiniging is vooral noodig
omdat het hier gaat om de hoogste volks
belangen, om de vraag in welke richting
ons volksleven gestuurd wordt.
Spr. hoopt dat de S. G. Partij zich ten
slotte overbodig zal maken, in dien zin,
dat zij de andere Christelijke partijen zal
terugroepen naar Gods Woord. Ons doel
is niet persoonlijke, of partijbelangen te
<lienen, en daarom vooral is bezuiniging
noodig.
Het „Pro Reg e" mag maar niet een
leuze zijn, maar werkelijkheid.
Spr. wijst er dan op dat tengevolge van
de zonde, de harmonie op aarde is. De
antithese is dan ook realiteit. Er is
een politieke antithese, maar o,ok een
andere, antithese, tusschen hen die van
beneden en die van boven zijn; tusschen
hen die God belijden met "het hart en hen
die misschien nog wel m o n dbelijders
zijn.
Vervolgens wees spr. er op, dat een
ieder geroepen is aan de politiek to doen.
Het gaat toch om de staatsbelangen,
waarbij ook de geestelijke tegenstellingen
zeer nauw betrokken zijn.
De Staatk. Geref. Partij belijdt dan
•ook dat zij de oorsprong van het gezag -
vindt, niet- in den volkswil, maar in God,
die de menschen er mee bekleedt.
Dit beginsel komt in onze staats ge
meenschap in vele opzichten nog uit. Of-
ficieel wordt nog altijd beleden dat onze
Koningin regeert bij de gratie Gods.
Voorts is voor ons de Heilige Schrift
de Kenbron der waarheid, in tegenstel
ling met hen, die zich plaatsen op den
grondslag der menscheliike rede.
Hieruit volgt, dat zij zich kant tegen
het algemeene kiesrecht, aan de invoe
ring, waaraan de Christelijke partijen
hebben meegewerkt.
Het doel van den Staat is voor de
S. G. partij geheel andere, dan bij hen
die den Staat vergoden. De taak van den
Staat is regelend en beschermend op te
treden en niet te heerschen over de maat
schappij.
In den afgeloopen zomer is er geweest
een roep om beginsel politiek, in
't bijzonder bij de A. R. partij. Aanvan
kelijk was zij klein, maar naarmate zij
grooter werd is zij gaan schipperen. Dit
welcte weerzin bij velen, wat blijkt uit
de verschillende brochures. De bovenlaag
had het contact met de onderlaag (de
kleine luyden) verloren.
Die teleurstelling werd reeds openbaar
onder het Minist. Kuyper .omdat het niet-
bracht de oplossing van den schoolstrijd
in den geest van het Unierapport. Spr.
wijst in dit. verband op een uitlating van
den heer Wirtz, die schreef, dat de On-
derwijshorziening als een stuk spek voor
de verkiezing moest worden bewaard.
Ook tegen den vaccinedwang werd
niets gedaan.
Op onderwijsgebied werd niets anders
gedaan, dan uitbreiding van het subsidie
stelsel, inplaats van te handelen in den
geest van bet Unierapoprt.
Ook met andere principiële zaken, o.a.
de Zondagswet werd geen voortgang ge
maakt.
Onder het Ministerie Heemskerk ging
het niet andere. Wij hebben toen gekre
gen de wetten-Talma die ons den verze-
keringsdwang brachten.
De hoer Hugo Visscher verklaarde dan
ook, dat dit Kabinet met de A. R. begin
selen zeer weinig rekende.
Ditzelfde kan ook worden gezegd van
de eerete periode van bet Kabinet. Ruys
de Beerenbrouck. Spr. wees op de herzie
ning van de Leerplichtwet die .werd ver
scherpt met medewerking van sommige
antirevolutionairen. Hier ligt hetzelfde
beginsel van het Staatsalvermogen, dat
do Staat alles mag doen.
Zoo werden de beginselen verzaakt. De I
heer Smeen-k verklaarde nadrukkelijk dat
hij de principieolo bezwaren niet deelde
en dat de hulp van de Overheid hier noo
dig was.
Spr. herinnerde v.oorts aan do herzie
ning der Onderwijswet, waarbij de open
bare school als norm werd gesteld.
De oplossing van den schoolstrijd, was
gevonden door een compromis; door toe
passing van de leuze voor wat, hoort
wat. Nog steeds is bestendigd het on
recht, dat zij die tegen verzekering der
scholen bezwaar hebben, geen scholen
kunnen bouwen.
De oplossing was zeer smadelijk, door
het feit. dat zij gekocht weid, voor
het algemeen en het vrouwenkiesrecht,
wat naar Spr.. meende bleek uit do rede
van den heer 't Hooft in de Eerete Kamer,
de eenige die tegen de Grondwetsherzie
ning 6tcmde.
Hiernaast werden tal van principieele
punten verwaarloosd -In dit verband wees
Spr. op de nict-invoering van den dood
straf, heb vertxranden van lijken enz. Prof.
Fabius schreef dan ook niet ten onrech
te van antirevolutionaire verwording.
Het belang is ingeruild voor het begin
sel, en daarmee is het bestaansrecht van
een partij verdwenen.
De heer Colijn wees trouwens op een
neiging om den vasten grondslag te ver
laten.
Er was iels niet in orde. Men had de
rails van Gods Woord verlaten. Het bot
ste en kraakte.
Toen is er ccn roep gekomen om bele
ving van het beginsel.
Spr. wees dan aog op wat do heer
Heemskerk opmerkte omtrent de lijkver
branding: hoe deze geen reden aanwezig
achtte om in te grijpen; op het vraag
stuk van cc Zondagswet, waarvoor geen
ADVERTENÏiE-FRIJS
DES ZATERDAGS f 0.30
PER GEWONE REGEL 10.221
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent
bij vooruitbetaling. :-ï
INGEZONDEN RECLAME" IEP
oplossing werd gebracht, naar de Te-
1 e g r. meldde tengevolge van een on
derlinge afspraak, nadat de R. K. hunne
processies niet "hadden gekregen; op het
gezantschap bij den Paus, waartegen Ds.
Kersten in de Tweede Kamer opkwam, en
waarbij de A. R. speelden in do kaar van
Rome. Spr. achtte het een voorrecht dat
Ds. Kersten hierbij als een krachtig ge
tuige optrad, en ijverde voor bestendi
ging van het protestantseh karakter van
ons volksleven.
Dit was temeer noodig, omdat van
Roomsche zijde onlangs terecht gezegd
word: „Rome groeit, Rome is troef".
Deze opmerking was zeer juist, maar
juist daarom had onze Regeering geen
gezant naar Rome mogen zenden. Eerst
heette het, dat het gezantschap slechts
tijdelijk was, maar later is het met ver
krachting van de traditiön van ons volks
leven in een vast gezantschap omgezri.
Door het zenden van een gezant erkent
men de pretentie van den Paus als hoofd
der Christelijke kerk.
Onze strijd, aldus Spr., gaat niet alleen
tegen het ongeloof, maar ook tegen het
bijgeloof. In dien strijd bij de reforma
tie zijn wij groo'o geestelijke goederen
deelachtig geworden.' Maar nu wenseht
Romo terug te grijpen tot achter de ^re
formatie, die zij mot de revolutie op ééne
lijn stelt. De stellingen van Wijnkoop en
Wittenberg werden in één adem ge
noemd.
Er is een krachtig pogen om Neder
land te verroomschen en daartegen hébben
wij stelling te nemen, zooals dat vroeger
ook door Dr. Kuyper gedaan werd- Spr.
acht het treurig, dat het geloof het bijge
loof noodig heeft om het" ongeloof tc be
strijden.
Vervolgens wees Sur. nog op de sociale
wetgeving, do subsidicermst van dramati
sche kunst.
Er is gezegd dat de hoeksteen van de
politiek moest zijn de veiligstelling van
de gulden. En dat is o o k vrn bete.ekenis.
Maar van veel grooter beteek on is is toch'
de veiligstel line van de heilieo beginse
len van Gods Woord.
Alleen als die begin-so1 cn hoog worden
gehouden, is er nog hoop voor de toe
komst.
Die beginselen moeten de godragelim
vormen van de Christelijke partijen en
hef, afwijken van die beginselen ^geeP ons
het recht tot afzonderlijke partijvorming.
De S. G. Partij is uit den nood der
tijden en -den nood der beginselen gebo
ren. Zij leeft weer op de aloude leuze:
Tegen de revolutie, het Evangelie.
Van de gelegenheid om met den spre
ker van gedachten te wisse1 en werd ge
bruik gemaakt door den heer A. Won t9
dio vroeg: als het Vaticaan een diplo
matiek centrum is, op welke wijze dan de
Nederlandsche regeering de noodige in
lichtingen moet ontvangen als zij den
gezant terugtrekt?
De heer R. Zuidoma maakte mede
enkele opmerkingen. Deze sprak er zijn
verwondering over uit, dat de rede van
den spreker een doorloopende aanval was
op de A. R. partij. Hii achtte het zeer
verklaarbaar dat de S. G. Partij behoefte
gevoelde de rodenen aan te gofen voor
haar optreden maast en" tegenóver de A.
R. Partij, maar toch. had het hem ver
baasd, dat in dezen tijd. nu de tegenpar
tijen steeds krachtiger optreden, in een
vergadoing als deze feitelijk niet anders
gedaan werd, dan de A. R. partij te be
strijden.
Voorts ontkende spr. dat do A. R. door
de coalitie groot zou zijn geworden. De
coalitie was integendeel voor meerderen
een roden om zich te stellen tegen do A.
R. Partij. De actie in verkiezingsdagen
tegen Rome, trof gewoonlijk niet do
Roomsche, maar wel de A. R. pari ij-
Onjuist achtte spr. de voorstelling dat
de Onderwijswet tegen het Algcm. Kies
recht werd ingeruild, of, zooale de beer
v. d. Meulen nader had betoogd, ver
kocht. De zaak was dat Min. Cort v. d.
Linden het lot van beide voorstellen aan
elkaar verbond. Nu kan men het afkeuren
dat do A. R. leden aan het Kiesrochtvoor-
stel hun stem gaven -,maar dit geeft niet
het recht om te zeggen, dat zij hunne be
ginselen verkochten.
Tenslotte keurde spr. af do wijze waar
op de heer v. d. Meulen het gezantschap
bij den Paus en do toenemende propa
ganda van Rome had besproken, waar
door do voorstelling gewekt wordt, alsof
de vermeerderde invl. van Romo in one
land een gevolg zou zijn van het gezant
schap. En dat achtte hij onjuist. Door
afschaffing van het gezantschap zal mon
de Roomsche actie cn invloed niet ver
minderen. Daarvoor zijn noodig andere,
geestelijke wapensn.
Nadat de heer v. d. Meulen nog kort had
de spr. in dankzegging was voorgegaan
door den voorzitter gesloten.
Russische Jaarmarkt-
Gelijk wij reeds ecnigen tijd geleden in
ons blad vermeldden is op .initiatief van
do afdeel in g Leiden van het Nansen-co^
mi té een Russische jaarmarkt georgani
seerd-
Deze jaarmarkt is gisteren avond go<
op end.
Indien er ooit ccn fleurige bazar is g®*
wccst. zoo is dezo het toch wel. Een groot
aantai keurige tentjes vullen de grootd