bezuiniging op een manier alsof we nuvE varen ht een ondengaondë cultuur.. Het land waarvan Nederland in hoofd zaak afhankelijk is, DnifcsoMand, gaat «teodis adhteirnit, terwijl de koloniën zicli van het westelijke kapitaal gaan losma ken. Als er verandering komt, dan is het in dien zin, dat we nog meer achteruit gaan. De. heer Wilbrink heeft gevraagd hoe deze. maat schappij de mensehen voor <io toekomstmaatschappij kan afleveren. Dat kan ook niet. Ails het mogelijk was, dan zon het de vraag zijn of het wel noodig is deze maatv- eohappij af te schaffen en of het dan wel mogelijk zal zijn. Dit moeten de arbeiders weten. rAls zij do macht in handen krijgen zullen; ze nog niet verder zijn, dian dat de fundamen ten gelegd zijn. Eveneens staat vast, dat naarmate do arbeiders het langer uitstellen dezer maatschappij omver te werpen, hun taak moeilijker zal zijn. Er is haast bij. Sor. behandelt dan de werkloozen- kwestie. Met genoegen heeft hij gezien dat op productief werk is aangedrongen. Het uitvoeren van werken, die toch noodig zouden zijn, behoort daartoe niet. De heer Wilbrink beeft gewezen op de financieele bezwaren. Spr. acht het ga- raamde bedrag 22000 per week) erg weinig. Als we 30000 nemen, dan zou dat 1Y» millioen per jaar zijn, wélk bedrag ge deeltelijk uit leeningen zon zijn te vinden.. Is de depressie voorbijgaand, dan komen wel er wel door heen. Is dat niet het ge val, dan is de ontreddering zoo groot, diat het er toch minder toe doet. Er is gewezen op do duurte van het speelterrein. Spr. weet niet wat de oorzaak is. Of men heeft het gewild, of Publieke Werken zijn niet in staat zulk een werk te leiden, wat dan wel onderzocht zou kun nen worden. Gezegd ia dat de werklieden 'de lijn trokken. Dat is verklaarbaar, daar niemand gaarne weer naar het B. A. gaat. Laat men dius zorgen dat er steeds vol doende werk is, dan zullen dergelijke din gen zich niet voordoen. Van groot belang bij dit vraagstuk is 3e woningbouw. Daaromtrent heeft de heer Eikerbout optimistische cijfers gegeven. Spr. begrijpt dit niet. Misschien zijn er landlen waar het no.g erger is. Men vergete echter niet, dat ons lanld niet van den oorlog heeft geleden, en dat bijna nergens de bevolking op zulk een oalamiteuse wijze is toegenomen aks hier.. Er is naar apr. meent geen enkele reden: om de lof trompet te steken. Hier i« nog een ruime gelegenheid voor werkverschaffing. Ook_ zooi de gemeente de fabricatie van verschillende artikelen ter hand kunnen, nemen. Dat is gedeeltelijk een verplaat sing van de werkloosheid, maar het zou toch de koopkracht versterken. De regee- iring zou hier helpend kunnen optreden löoor de betrekkingen met Rusland te herstellen. De Voorz.: zoudt u niet tot de be- groobing terugkeenen Dit zou een sier lijke speech zijn voor de Kamer. De heer Knuttel betreurt het voorts, dat de heer Elkerbout op versobering van de woningen aandringt. We zijn toch al aan die uiterste grens. In verband1 met het gebrek aan pers- /pootieven heeft spr. zich afgevraagd, waar- om we niets Eooren van productieve- •werkverschaffing. Denkt men zoo de Ico nen te verlagen 1 En dian, spreekt men zich met uit met het oog op de verkiezingen? 'Waarom is hier niets gezegd van de loonen enz. De heer Eiker bout: 3e heer Oost- Icflam heeft het gedaan. De heer Knuttel: O, dus de heer Ooötdlam wek Ik ben wat laat ge, komen. Ik kfaeht niet diat het „voor werk" zoo kort zou duren. Dus de heer Oo®tdam wel? De heer O o s tdamhaj gelooft het nog iriet. De heer Knuttel: ja dat wel want n vertegenwoordigt hier met den heer 'Eerdmans Ide uiterste reactie. De heer v. Stralen: En de heer v. Hamel 1 De heer Knuttel: die is soms minder iFeactionair dan de heer Eerdmene. Spr. vermoedt dat de verkiezingen hier ten rol spelen. flffii steunt gaarne het voorstel tot op- - richting van een le^nsmwldelenbedrijf al (verwacht haj er niet veel van. De heer Heemskerk heeft opgemerkt: jD"e heer Heemskerki Ik heb nog fciet gesproken. De heer Knuttel:' Men spreekt wel fcene voor zijn beurt. De V o o r z.dat heb ik ook opgemerkt Die heer Knuttel zegt diat de heer Heemskerk gewezen heeft op de concur rentie maar door het groote aantal ^ven tere is er een zekere grens. Tot zijn leedwezen heeft spr. gezien dot Mevr. D. het brood wil uitzonderen omdat hier een coöperatie bestaat. Dat is voor ■pr. echter geen argument. De beieren Wilbrink en Meijnen hebben aanvallen gedaan op uitgaven. De eerste •prak in Ifc algemeen en maakte daardoor weinig indruk. Spr. heeft ook bezwaar tegen de manier waarop vaak geilden wor den besteed, maar daarom wil hij de sub- aiedfiën niet afschaffen. De heer Wilbrink ging verdter maar epr. acht School voeding 9m. van veel belang, ook uit moreel oog punt. Yender betoogt spr. diat bezuiniging weer tot werkloosheid kan leiden. Wel wil bij bezuinigen 'door die groote winsten bij leveranties aan de gemeente te beperken De heer Heemskerk ziet in de be groeting wel perspectieven, voorzoover dat Bjoodag is. De begroeting is sluitend, en er 5« geen reden te zeggen zooak de heer v. Eek deed' dat er eert wonhoopstemmirLg is Spr. is verheugd, dat B. en W. ten op zichte van de bedrijven een matige winst willen toepassen. Spr. wil er in geen ge val een verkapte indirecte belasting van maken. Voor groote ongerustheid ziet spr. geen reden. In dit opricht is hij het met de hoeren Oostdam en Wilbrink niet eens. De eerste heeft gesproken van pensioeni- etortdng wat Lij, nu B. en W. er --an zwij gen, ongemotiveerd acht. De heenen Meij nen en Wilbrink wilVr elke sociale ge dachte op Oen' achtcrgroiid 'ï-f-luii^n, waar tegen spr. zich verzet. De heer Meijnen wil zelfs reeds de sub sidies beperken, wat tengevolge zou heb ben, dat het particulier initiatief belem merd we-rd. Spr. meent diat er geen re,don is db zaken zoo donker te bekijken1. Inzake de werkloosheid1 zegt spr. diat hij aan werkverschaffing de voorkeur geeft-. Hij meent dat er in dit opicht meer ge- dlaan zou kunnen wordien. Hij betreurt- het dat B. en W. niets voelen _vk>or improduc tieve werkverschaffing waardoor toch heel wat menschen geholpen zouden kunnen wordten. De menschen behoefden dan niet langs de straten te slenteren en zouden voor inzinking bewaard blijven. Het- zal natuurlijk niet mogelijk zijn dat ieder hierbij in zijn eigen vak blijft-. Voor een levensmiddelenbedrijf gevoelt spr. niet. Voor het ingrijpen van de Over heid is hier zooals de oorlogstijd' leer de geen plaais. Met ambtenaren kart nu eenmaal geen handel gedreven worden Tusschenpersonen uit den particulieren handel zouden een zeer hoog salaris moe ten hebben, waardoor de producten duur zonden worden. Daarbij komt dat een ambtenaar niet eigenmachtig kan optre den. De ervaringen te Amsterdam waren te leurstellend en de w^th. Drees te 's-Gra- venhage betoogde dat de hallen maar moesten worden opgeheven. De men9chen stellen mi eenmaal hun eischen. Daar door worden de kosten hooger, maar dat moet het publiek toch zelf wetenDe ri sico zou naar spr. meent^e groot worden Wat betreft de woningbouw zegt spr. dat hij niet wil kleinere woningen, maar wel sobere woningen. De heer v. Stralen: Wat is het ver schil? De klacht van mevr. v. Itallie dat vrou wen uit Comm ssies geweerd worden acht de heer Heemskerk onjuist. Mevr. Dubbeldeman bedankte voor de Comm. van Financiën. De heer Sijtsma had den spreektijd willen rantsoeneeren, maar hij vond te weinig -medewerking, De heer Dubbeldeman: Je krijgt vijf minuten. De heer S ij t s m a meent dat vele be schouwingen overbodig zijn. Spr. meent dat de Voorz. mevr. v. Itallie niet biirijk behandelde. Hij neemt het echter niet kwalijk. Spr. betoogt, 'dan, dat bezuiniging noo dig is, wat in 't belang is van de geheêle bevolking. Maar hoe te bezuinigen? Spr. zou de diensten willen rantsocne-eren, wat natuurlijk -met beleid behoort te geschie den. Als b.v. tot de politie gezegd werd dat 10 pet/moest bezuinigd worden, zou den de zaken zeker evengoed gaan. Onze ambtenaren zijn gewoon wat royaal te doen en spr. betreurt het dat B. en W. hierin niet krachtiger optreden. Verder zou bezuinigd kunnen worden door samensmelting. De brand- wee zou b.v. bij de politie onderge bracht kunnen worden. Verdér wijst spr. op den markt- en havendienst die bij dé belastingen ondergebracht zou kunnen worden. De Reiniging bij Gemeentëwérken Op die wijze zou veel bezuinigd kunnen worden. Spr. gevoelt bok niét veel voor salaris verlaging, althans beneden ee.n zeker be drag. B. en W. zeggen dat dan de verhou dingen verbroken worden.' Als wb beden ken dat onze eerste ambtenaar. De Voorz.: Ik ben uw ambtenaar niet De heer Sijtsma: Als we zien dat u uw salaris met een zesde verlaagd wilt zien, zouden we daarmee verder kunnen gaan. Ook -tegen pensioenstorting heeft spr. geen bezwaar. Hij is voort-s oen voorstander van werk verschaffing, maar hij wil daarbij niet be ginnen met een nieuw politiebureau. Be ter is bet woningen te bouwen en krotten af te breken, het Levendaal te dempen, den Rijnsburgerweg te verbeteren, door het aanleggen van een parallelweg. Tegen een levensmidde'ienbedrijf, dat een groot fiasco zal worden heeft spr. ernstige be zwaren, evenals tegen de voorstellen om de winst van de Lichtfabrieken uit te schakelen. De heer v. Stralen bespreekt de werkloosheidsvoorziening, wat hem hoop werkloosheidsvoorziening. Spr. keurt het af, dat er in dit o-pzicht van B. en W. zoo weinig kracht uitgaat. Er i9 aan d:e zijde een ongemotiveerd optimisme, dat telkens beschaamd wordt. Spr. wijst er op dat de werkloosheid dubbel zoo groot is als het vorig jaar. Er waren er op 30 November mee? dan 1000. De heer Knuttel: En krijgen die sa men ƒ6000. De heer v. Stralen gaat dan de ver schillende vakken na. Voorts wijst hij er op, dat de werkloosheid grooter is dan uit do cijfers van de arbeidsbeurs blijkt, om dat de menschen zich daar niet melden. Het cijfer is naar spr. meent minstens 1500. En wat doen B. en W.? Als er iets ge beurt, dan is het dat ze tegen verbeterin gen in actie komen, wat spr. met verschil' lende voorbeelden tracht duidelijk te ma ken. In dit verband wijst hij op het voor stel tot verstrekking van goedkoope cokes. Do houding van B. en W. was daar bij beneden peil. Do Voorz.: Als u nu voortgaat precies hetzelfde te zeggen als in de vorige zit ting, zult u niet veel indruk maken. De heer v. Stralen gaat voort de houding van B. en W. te critiseeren. Hij is van oordeel dat B. en W. met den toe stand der gezinnen niet op de hoogte zijn Spr. heeft toestanden gezien, die iemand door de ziel snijden. En dan zegt men hier dat er geen termen zijn iets te doen. De toestand wordt nog erger door de huur- verhoogingen. Spr. onderschrijft wat de heer v. Eek gezegd heeft omtrent de rechterzijde. De heer Oostdam: De verkiezingen naderen. Nu luisteren. De heer v. Stralen erkent dat 'de Christelijke arbeidsleden soms een .uit zondering mlJkër 'én 'dringt bij hêiï tip verdere samenwerking aan. B. en W. hebben, tegen de brandstoffen- voorziening Wettelijke bezwaren gemaakt, .evenwel «HïcPer ëeri onderzoek in te stel len. Spr. beeft w él een onderzoek' inge steld en 'daarbij bleek, dat in andere plaat, sen, 'Amsterdam b.v., Rotterdam en' Den Haag wel toeslagen worden verstrekt. 1 Die besluiten .zijn. nog wel niet goedge keurd. maar Ook niet vernietigd. Waarom doen B. en W, nooit iets In deze richting? De Voprz.: U zegt nu zelf dat geen besluit in die lichting is genomen. Waar om wacht, u niet, wat de Comm. zal doen? De heer Dubbeldeman: Je bent te voorbarig geweest. De heer v. Stralen meent dat dit geen verschil maakt. De Voorz.: De Commissie zal toch uit maken waar er behoefte is. De heer v. Stralen: tegen den tijd dat de Comm. aan het werk gaat, is het niet meer noodig. Verder vraagt spr. of er reeds stappen zijn gedaan om voor de werkloozen toela gen van het Rijk te krijgen. Spr. komt dan tot do werkverschaffing,- die hij zooveel mogelijk bevorderd wil zien. Het idee van den heer Oostdam keurt spr. af. De heer Oostdam: Ik heb het als voorbeeld genoemd. De heer v. Stralen meent, dat er bij B. en W. geen vaste lijn valt to ontdekken. Het Delftsche Jaagpad wilden ze b.v. niet onderhanden nemen. De heer Pera vertel de in Juni, dat de zaak-breed was over wogen, maar dat de bezwaren te groot werden. Nu echter wordt het wel op de begrooting gebracht. Spr. keurt bet af, dat zij alles wat niet dadelijk noodig is, improductief noemen. Als geschikte zaken voor werkverschaf fing noemt spr. ophooging van terreinen, wegen verbetering, enz. Een verkeerden Vorm acht spr. de 'werkverschaffing aan de sigarenmakers, die nu is stopgezet. Er is voor de inrichting van de werkplaats een groot bedrag besteed, 'spr. meent f 2500, dat nu niet bet minste nut doet. Is er geen aanleiding in dit fabriekje de sigarenmakers aan het werk te stellen? Spr. zegt voorts dat door het Raamland eeri bedrag van 8000 aan steun is be spaard. Tenslotte bespreekt hij het georgani seerd overleg, dat absoluut onvoldoende is geregeld. De organisaties' kunnen nu alleen hunne wcnschen kenbaar maken. Van overleg is geen sprake. De heer Wilmer heeft, raar spr. meent-, de zaak verward met de. dienstcommissie. Het overleg beeft alleen betrekking op de ar- beidSvoórwaardeii. II i er b ij komen de af ge vaaT-d'l g rt en va n de o r- ganisaties niet om het gemeentebelang te. behar t i g en. Het g a a t a I 1 e e n om hot eigen be'lang. Het optreden van den heer vf. Hints acht spr. niet onjuist. Als hij onbehoorlijk; optrad, dan is dat deschuld van den heer Pera, den voorz'itfeë, -die geen begrip heeft van zijn taak,, en die inderdaad al leen de boodschappen overbrengt. Spr. meeht dat. de he'er Pera door B. en W.6 het meest in'het oog wordt gehouden om dat hij niet standvastig' zou zijn. Spr. cri- tiscert ook- de houding van den wethou der in de comm. voor werkverschaffing. Do heer Dubbeldeman bespreekt het woningvraagstuk. Hier is een groot tekort en daarnaast een groot aantal krot ten. Hier zal oen groote opruiming gehou den moeten worden. Mevr. v. Itallie: Al9 het dan maar niet gaat als in Griekenland. De beer Dubbeldeman: B. en W. zien er geen weg in. De heer Sijtsma: Dan moet jullie wethouder worden. De heer Oostdam: Eerst aan het partijbestuur .vragen. De beer Dubbeldeman: Dan wordt er in elk geval wat gedaan. De lieer v. d. Lip, wetli.: Dan moet ge in het college zitting nemen. De heer D ah beldeman critiseert dan verder de houding van B. en W. Dat ze. allerlei cijfers geven van wat gedaan is, verandert niets aan de feiten. Een schandaal is dat hier geen enkel college is, dat ons kan zeggen hoe groot hot te kort i9. Als B. en W. het weten, en het niet zeggen, dan is dat een nieuw schan daal. (Geroep: Wat 'n scbandelen). De heer Sijtsma: een motie voorstel len. De heer Dubbeldeman: Neen, die lappen ze aan hun laars. Spr. zegt dat B. en W. huizen van leed wezen bouwen, maar daarmee komen we niet verder. Van dit Ministerie is- geen steun te verwachten. Hier spreekt men van versobering, maar als het nu nog min der moet worden, dan zullen ze in minder dan geen tijd tot krotten worden. De heer Eikerbout: En de „Een dracht" dan. De héér Dubbeldeman: Daar ben ik het ook niet mee eens. Ik zou tot B. en W. zeggen: stik er mee. De Voorz. kan dergelijke uitdrukkin gen niet toelaten. De heer Dubbeldem,an: Maar ik wil het toch maar zeggen. De Voorz.: U doet aan volksontwikke ling maar u geeft al een heel slecht voor beeld. De heer Dubbeldeman meent dat men de bouwvakarbeiders die in den oor logstijd werkloos waren woningen had moeten laten bouwen. We zitten nu met de rotzooi en moeten trachten er af te ko men. De heer Sijtsma: Jij moest wethou der van volkshuisvesting worden. De heer Dubbeldeman: Dat heb jij niet uit te maken. Hier moet iets gedaan worden. We zitten onder den rook van de universiteit, maar we komen niets ver der met al die professoren. De heer Wilbrink: Men kan ze toch niet aan het metselen zetten (gelach.) Dé heer D' u b b c 1 d e m a verdedigt dan het bouwen in eigen beheer, dat veel. voordecliger is. Spr. heeft geeh vertrouwen in B. en W. Een jaar geleden is op spr.'s voorstel prae- advies beloofd en nog hebben wo het niet. De heer v. Hamel had het woord ge vraagd maar ziet er van af. De heer Kooistra keert zich tegen denheer Oostdam die gezegd heeft, dat de ambtenaren verschillende voordeelen hebben. Toen ze echter den toeslag kregen hebben ze dien dadelijk uitgegeven, omdat ze onder de schuld zaten. De heer Oostdam: Daar raadt je ook maar naar. De heer Kooistra zegt dat de heer Meijnen tegen subsidies was, omdat ze niet altijd naar den zin der belastingbeta lers besteed worden. Maar ons geld dan, dat voor leger en vloot wordt besteed De heer Elke r'b out: Dat moet u in België zeggen. De heer Kooistra: Ja ik wil ook nog wat tot u zeggen. De heer O o at dam: Een hecle eer voor Eikerbout. De heer Kooistra betoogt dan dat er hier een groot woningtekort is en critiseert de weinige medewerking van B. en W. De lieer Groeneveld bespreekt de samenstelling van het verslag der afdeelin- gen. Hij zou de secties door een ambte naar willen bijstaan. Het verslag wemelt van fouten De heer Knuttel omdat cenige amb tenaren de aardigheid hadden het niet te corrigeer en. De heër Groeneveld zegt dat niet ieder in staat is een verslag te maken. Dat kan beter gedaan worden door de ambtenaren. De heer Oostdam: Nu zijn ze weer goed. De Voorzitter spreekt. De Voorzitt er maakt thans een aan vang mot de beantwoording der sprekers. De debatten waren, zeer uitgebreid, zeker niet korter dan andere jaren. Op een na zijn alle leden van de S. D. fractie aan het woord geweest. Wat betreft het sectieverslag, zegt spr. dat het weinig nut heeft, daar allerlei za ken buiten dit verslag om, aan de orde worden gesteld. Maar het nut wordt nog geringer als het door een ambtenaar wordt opgesteld. Men zal zich dan minder vrij uiten. Bij de samenstelling kan men hulp vragen. De Baad heeft hét echter zelf in zijn hand. Over de begrooting zelf is weinig ge zegd. Spr. zal vanavond slechts enkele op merkingen maken, maar nu we staan aan den vooravond van een prettigen dag wil hij een weinig zonneschijn brengen. De Gemeente Leiden is wel arm, maar zij heeft betrekkelijk weinig schulden. De heer Dubbeldeman: Dan kun nen we huizen bouwen. Dc Voorz. zegt dat de gemeente in totaal f 10.318.000 schuld heeft, welk be drag echter op- ongeveer 2 millioen na, vopr rekening komt van de bedrijven. Voor inproductieve dingen is er dus een schuld van ongeveer twee millioen. Hier gaat af de waarde van huizen, lan derijen enz. zoodat er ongeveer één mil lioen overblijft. Dan is er nog aan loopende schulden een bedrag van ongeveer 2i millioen waarvan ook een zeer groot deel voor de bedrijven komt. Er is hier dus niet met het geld gesme ten. Een andere kwestie is echter, dat we hier in verhouding tot het aantal inwoners zeer weinig inkomen hebben. We moeten bijna altijd dezelfde dingen doen als andere gemeenten tengevolge van wettelijke bepalingen, en, als we 't niet mooi doen, dan komt er critiek uit den Raad. We zitten hier met een leelijken geld nood. Dat blijkt ook wel uit den Hoofdei. Omslag. Er is bij de samenstelling van de be- grooting aanzienlijk bezuinigd, maar toch moeten we een bedrag aan H. O. halen van f 20.080.00. Nu krijgen we het volgend jaar waar schijnlijk vfer uitkeeringen van 2 ton, in totaal dus 8 ton, uit het dienstjaar Moi tot Mei. Maar nu moet er mee worden ge- Tekend dat het belastbaar inkomen ver mindert, zoodat we dan nog over 1023 zes uitkeeringen krijgen tot een bedrag van f 960.000. Er is dan dus een tekort van f 320.000 wat precies uitkomt met de oor spronkelijke berekening van B. en W. toen zij het vermenigvuldigingscijfer op 1.1 wil den bepalen. Nu is er een batig saldo van '21 en ook 1922 zal een mooi saldo geven. We zullen er dus dit jaar nog wel ko men, omdat de belasting wordt geïnd naar de inkomsten uit de goede jaren, en om dat we over 1922 door het systeem van don heer de Lange meer hebben gekregen dan ons oorspronkelijk toekwam. De zaak is dus dat we de inkomsten zeer hard noodig hebben. We kunnen wel allerlei uitgaven doen, maar we moeten er mee rekenen dat we ze moeten betalen. De toestand is wat deze begrooting be treft precair. Spr. breekt zijn rede af tot a.s. Woens dag. RECHTZAKEN KANTONGERECHT TE LEIDEN. Voor de openbare zitting staan op de rol 69 zaken, voor niet openbaar 4 zaken. De zaak van C. C. v. V. te Zoete r- w o u d e, wegens zonder verlof van het ge meentebestuur doen verrichten van bag- gerwerk, welke vorige week werd aange houden, kwam eerst voor^ Gehoord werd nu dc gemeente-secretaris Smeets, van Zoeter w oude. Deze geeft nadere uitlegging van de strekking van b'A bewuste artikel. Het gaat om de v "beschermen, wélke cïoor te" veel afgraven van de bermen veel te lijuen hebben. De verdediger veert aan, dat de vergun ning wel gevraagd was, doch eerst daags na de bekeuring uitgereikt. De "zaak werd daarna andermaal aange houden tot 21 December om den getuige Hoogenboom te liooren. D. v. d. P. te R i j n s b u r g is beklaagd in het café van den heer Coster te Rijns burg vleesch geveild te hebben, welke' plaats niet als verkoopplaats voor vleesch' volgens verordening en vleeschkeuringswet' mag gebezigd worden. De heer van Gruting, Rijks veearts tel Katwijk, als getuige gehoerd, gaf nadere toelichting op het betrekkelijke artikel ïri de verordening en art. 19 van de Vleesch keuringswet, en zeide, deze'zaak uitgelokt te hebben, om een 'principieèle uitspraak. De caféhouder en eigenaar van het veiling- lokaal beweerde, dat hij vrij was te laterï veilen. De Ambtenaar meende, dat onder de ge bouwen en lokalen genoemd in het artikel, een herberg is uitgesloten en eischte f 5 of 5 dagen. Hierop kwam de verdediger Mr. de Jong aan het woord, die beweerde dat juist het niet noemen van die lokaliteit in het door Dr. v. Gruting aangehaalde artikel er vart spreekt, dat hier geen overtreding is be gaan. Zou de kantonrechter van oordeel zijn, dat zulks niet bedoeld wordt, dan geldt z.i. de bepaling, dat nog een over gangstijd van 5 jaren zal toegestaan wor den, om het lokaal te doen beantwoorden aan eischen die gesteld worden in de maat regelen van bestuur, genoemd in het Staats blad van 6 Juni 1921; terwijl die 5- jarieo termijn dan in zou gaan 1 Juni 1922 als zijnde voor die gemeente ingevoerd. H. B. te A 1 p h e n heeft met een motor rijtuig tegen de afsluitboomen van den spooroverweg bij de Vink gereden, waar door deze zijn gebroken. Beklaagde bekent, doch voert r.m dat de onvoldoende verlichting de oorzaak is ge weest, en dat op een der voornaamste spooroverwegen des lands, en er niet is aan te ontkomen, wijl een motorrijder toch op lichtseinen rijdt. Eisch f 5 of 2 dagen. A. Ch. te Heemstede is te Leiden :ii den trein gestapt toen deze al in beweging was, waarvoor geëischt werd f 4 of 2 d. A. M. B., vr. D. te N o o r d w i j k e r- h o u t is beklaagd melk te hebben afge leverd met te hoog watergehalte. Beklaagde bekent er 1 liter water op de 10 liter melk te hebben aan toegevoegd, doch voordien deed zij het nooit. Dr. v. Eek kwam bij liet onderzoek tot een uitkomst van 27 wat de kanton rechter nogal hoog vond. Zou de melkver- kooper, wat ook wel eens voorkomt de melk nu nog eens overdoopen, dan zouden de menschen gauw meerwater dan melk krijgen. Nog worden gehoord dë-J-er m-eester en P.- "YV. te Voorhout die de-melk" in- ont vangst heeft genomen. De Ambtenaar merkt op, dat déze zaak ook voor den Officier" van ■•Justitie- in Den Haag kon gebracht zijn en een straf van 3 jaar had gef''nen wor den. Tot 1 Maart wórdt vaak veroordeeld. Hij wil in dit geval niet de hoogste boete van f 2000 eischen maar v.\ - or -ld stellen daar reeds of 6 maal zulko dingen te Noordwijkerhout zijn voorgekomen. Hij cischt daarna f 250 boete of 30 dagen. De Kantonrechter zal er nog eens over denkén, maar zegt toch een flinke boete toe. J. J. M. v. E., wonende te Br--;. 1. doch te Leiden studeerend, en verblijvend, heeft geweigerd zijn verhuisbiljct naar hier over te brengen. Beklaagde wijst op verschillende gron den Boxtel als zijn hoofdverblijf aan, waar mede de Ambtenaar het niet eens- is en f 4 of 4 dagen eischt. K. P. J., eveneens te L e i de 13 dee- rend, doch dezen morgen niet frisch, van daar niet verschenen, is beklaagd geen kennis gegeven te hebben van een verhui zing, waarvoor nadat de hospita gehoord is f 4 of 4 d. wordt M. K., los werkman te L mi e m. keeft op een bovenkamer aan den N. Rijn geze ten, toen Lij zich verslikte in een kruimpje tabak. Hij heeft toen de nogal ruim sap pige tabak uit het raam op straat ge spuwd; waar dit juist met een sierlijken boog op de hoeden en kleeren van de ge zusters Ververs terecht kwam. Deze hadden geen eisch tot schadever goeding willen stellen doch wenschten dat anderen er geen last vnn - kben. De ambtenaar eischt f 5 of 5 dagen. J. v. L., directeur veiligheidsdienst te Leiden, heeft geen zegels geplakt voor zijn werklieden, wat de opgeroepen getui gen bevestigen. Eisch 20 maal f 1 boete. J. v. d. B., (64 jaar) te N o o r d vv i j k heeft nog een strik gezet om een konijntje tc snappen. Hij was 6 weken zonder werk en de eigenaar van het land was cr niet tegen, dat hij nog een guldentje snapt Eisch f 2 of 2 dagen. De Kantonrechter zal liet nog wel een» overdenken, dan komt dat wel goed. F. A., motorschipper tc N o o r d w i j k, heeft na zonsondergang gestoomd, welke overtreding ook C. D., aldaar heeft be gaan; eisch f 3 boete en vergunning bij Rijnland vragen. P. W. die te Leiden verkeerd uitweek met een rijwiel en daardoor een motor rijder bracht te vallen, kreeg voor dezo overtreding f 10 of 5 dagen als eisch. H00GE RAAD. De Hooge Raad verklaarde gisteren niet- ontvankelijk het. verzoek van L. J. G. J. O., tct herziening van een vonnis van den kan tonrechter te Leiden, wiatbij hij tot. een gevangenisstraf van 6 nv-anc.en was vs> oordeel 1.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 6