bezuiniging op een manier alsof we nuvE
varen ht een ondengaondë cultuur..
Het land waarvan Nederland in hoofd
zaak afhankelijk is, DnifcsoMand, gaat
«teodis adhteirnit, terwijl de koloniën zicli
van het westelijke kapitaal gaan losma
ken. Als er verandering komt, dan is het
in dien zin, dat we nog meer achteruit
gaan. De. heer Wilbrink heeft gevraagd
hoe deze. maat schappij de mensehen voor
<io toekomstmaatschappij kan afleveren.
Dat kan ook niet.
Ails het mogelijk was, dan zon het de
vraag zijn of het wel noodig is deze maatv-
eohappij af te schaffen en of het dan wel
mogelijk zal zijn.
Dit moeten de arbeiders weten. rAls zij
do macht in handen krijgen zullen; ze nog
niet verder zijn, dian dat de fundamen
ten gelegd zijn.
Eveneens staat vast, dat naarmate do
arbeiders het langer uitstellen dezer
maatschappij omver te werpen, hun taak
moeilijker zal zijn. Er is haast bij.
Sor. behandelt dan de werkloozen-
kwestie.
Met genoegen heeft hij gezien dat op
productief werk is aangedrongen. Het
uitvoeren van werken, die toch noodig
zouden zijn, behoort daartoe niet.
De heer Wilbrink beeft gewezen op de
financieele bezwaren. Spr. acht het ga-
raamde bedrag 22000 per week) erg
weinig. Als we 30000 nemen, dan zou dat
1Y» millioen per jaar zijn, wélk bedrag ge
deeltelijk uit leeningen zon zijn te vinden..
Is de depressie voorbijgaand, dan komen
wel er wel door heen. Is dat niet het ge
val, dan is de ontreddering zoo groot,
diat het er toch minder toe doet.
Er is gewezen op do duurte van het
speelterrein. Spr. weet niet wat de oorzaak
is. Of men heeft het gewild, of Publieke
Werken zijn niet in staat zulk een werk
te leiden, wat dan wel onderzocht zou kun
nen worden. Gezegd ia dat de werklieden
'de lijn trokken. Dat is verklaarbaar, daar
niemand gaarne weer naar het B. A. gaat.
Laat men dius zorgen dat er steeds vol
doende werk is, dan zullen dergelijke din
gen zich niet voordoen.
Van groot belang bij dit vraagstuk is 3e
woningbouw. Daaromtrent heeft de heer
Eikerbout optimistische cijfers gegeven.
Spr. begrijpt dit niet. Misschien zijn er
landlen waar het no.g erger is. Men vergete
echter niet, dat ons lanld niet van den
oorlog heeft geleden, en dat bijna nergens
de bevolking op zulk een oalamiteuse
wijze is toegenomen aks hier.. Er is naar
apr. meent geen enkele reden: om de lof
trompet te steken. Hier i« nog een ruime
gelegenheid voor werkverschaffing.
Ook_ zooi de gemeente de fabricatie van
verschillende artikelen ter hand kunnen,
nemen. Dat is gedeeltelijk een verplaat
sing van de werkloosheid, maar het zou
toch de koopkracht versterken. De regee-
iring zou hier helpend kunnen optreden
löoor de betrekkingen met Rusland te
herstellen.
De Voorz.: zoudt u niet tot de be-
groobing terugkeenen Dit zou een sier
lijke speech zijn voor de Kamer.
De heer Knuttel betreurt het voorts,
dat de heer Elkerbout op versobering van
de woningen aandringt. We zijn toch al
aan die uiterste grens.
In verband1 met het gebrek aan pers-
/pootieven heeft spr. zich afgevraagd, waar-
om we niets Eooren van productieve-
•werkverschaffing. Denkt men zoo de Ico
nen te verlagen 1 En dian, spreekt men zich
met uit met het oog op de verkiezingen?
'Waarom is hier niets gezegd van de loonen
enz.
De heer Eiker bout: 3e heer Oost-
Icflam heeft het gedaan.
De heer Knuttel: O, dus de heer
Ooötdlam wek Ik ben wat laat ge,
komen. Ik kfaeht niet diat het „voor
werk" zoo kort zou duren. Dus de heer
Oo®tdam wel?
De heer O o s tdamhaj gelooft het nog
iriet.
De heer Knuttel: ja dat wel want
n vertegenwoordigt hier met den heer
'Eerdmans Ide uiterste reactie.
De heer v. Stralen: En de heer v.
Hamel 1
De heer Knuttel: die is soms minder
iFeactionair dan de heer Eerdmene.
Spr. vermoedt dat de verkiezingen hier
ten rol spelen.
flffii steunt gaarne het voorstel tot op-
- richting van een le^nsmwldelenbedrijf al
(verwacht haj er niet veel van.
De heer Heemskerk heeft opgemerkt:
jD"e heer Heemskerki Ik heb nog
fciet gesproken.
De heer Knuttel:' Men spreekt wel
fcene voor zijn beurt.
De V o o r z.dat heb ik ook opgemerkt
Die heer Knuttel zegt diat de heer
Heemskerk gewezen heeft op de concur
rentie maar door het groote aantal ^ven
tere is er een zekere grens.
Tot zijn leedwezen heeft spr. gezien dot
Mevr. D. het brood wil uitzonderen omdat
hier een coöperatie bestaat. Dat is voor
■pr. echter geen argument.
De beieren Wilbrink en Meijnen hebben
aanvallen gedaan op uitgaven. De eerste
•prak in Ifc algemeen en maakte daardoor
weinig indruk. Spr. heeft ook bezwaar
tegen de manier waarop vaak geilden wor
den besteed, maar daarom wil hij de sub-
aiedfiën niet afschaffen. De heer Wilbrink
ging verdter maar epr. acht School voeding
9m. van veel belang, ook uit moreel oog
punt.
Yender betoogt spr. diat bezuiniging weer
tot werkloosheid kan leiden. Wel wil bij
bezuinigen 'door die groote winsten bij
leveranties aan de gemeente te beperken
De heer Heemskerk ziet in de be
groeting wel perspectieven, voorzoover dat
Bjoodag is. De begroeting is sluitend, en er
5« geen reden te zeggen zooak de heer v.
Eek deed' dat er eert wonhoopstemmirLg is
Spr. is verheugd, dat B. en W. ten op
zichte van de bedrijven een matige winst
willen toepassen. Spr. wil er in geen ge
val een verkapte indirecte belasting van
maken. Voor groote ongerustheid ziet spr.
geen reden. In dit opricht is hij het met
de hoeren Oostdam en Wilbrink niet eens.
De eerste heeft gesproken van pensioeni-
etortdng wat Lij, nu B. en W. er --an zwij
gen, ongemotiveerd acht. De heenen Meij
nen en Wilbrink wilVr elke sociale ge
dachte op Oen' achtcrgroiid 'ï-f-luii^n, waar
tegen spr. zich verzet.
De heer Meijnen wil zelfs reeds de sub
sidies beperken, wat tengevolge zou heb
ben, dat het particulier initiatief belem
merd we-rd. Spr. meent diat er geen re,don
is db zaken zoo donker te bekijken1.
Inzake de werkloosheid1 zegt spr. diat hij
aan werkverschaffing de voorkeur geeft-.
Hij meent dat er in dit opicht meer ge-
dlaan zou kunnen wordien. Hij betreurt- het
dat B. en W. niets voelen _vk>or improduc
tieve werkverschaffing waardoor toch heel
wat menschen geholpen zouden kunnen
wordten. De menschen behoefden dan niet
langs de straten te slenteren en zouden
voor inzinking bewaard blijven. Het- zal
natuurlijk niet mogelijk zijn dat ieder
hierbij in zijn eigen vak blijft-.
Voor een levensmiddelenbedrijf gevoelt
spr. niet. Voor het ingrijpen van de Over
heid is hier zooals de oorlogstijd' leer
de geen plaais. Met ambtenaren kart
nu eenmaal geen handel gedreven worden
Tusschenpersonen uit den particulieren
handel zouden een zeer hoog salaris moe
ten hebben, waardoor de producten duur
zonden worden. Daarbij komt dat een
ambtenaar niet eigenmachtig kan optre
den.
De ervaringen te Amsterdam waren te
leurstellend en de w^th. Drees te 's-Gra-
venhage betoogde dat de hallen maar
moesten worden opgeheven. De men9chen
stellen mi eenmaal hun eischen. Daar
door worden de kosten hooger, maar dat
moet het publiek toch zelf wetenDe ri
sico zou naar spr. meent^e groot worden
Wat betreft de woningbouw zegt spr.
dat hij niet wil kleinere woningen, maar
wel sobere woningen.
De heer v. Stralen: Wat is het ver
schil?
De klacht van mevr. v. Itallie dat vrou
wen uit Comm ssies geweerd worden acht
de heer Heemskerk onjuist. Mevr.
Dubbeldeman bedankte voor de Comm.
van Financiën.
De heer Sijtsma had den spreektijd
willen rantsoeneeren, maar hij vond te
weinig -medewerking,
De heer Dubbeldeman: Je krijgt
vijf minuten.
De heer S ij t s m a meent dat vele be
schouwingen overbodig zijn. Spr. meent
dat de Voorz. mevr. v. Itallie niet biirijk
behandelde. Hij neemt het echter niet
kwalijk.
Spr. betoogt, 'dan, dat bezuiniging noo
dig is, wat in 't belang is van de geheêle
bevolking. Maar hoe te bezuinigen? Spr.
zou de diensten willen rantsocne-eren, wat
natuurlijk -met beleid behoort te geschie
den. Als b.v. tot de politie gezegd werd
dat 10 pet/moest bezuinigd worden, zou
den de zaken zeker evengoed gaan. Onze
ambtenaren zijn gewoon wat royaal te
doen en spr. betreurt het dat B. en W.
hierin niet krachtiger optreden.
Verder zou bezuinigd kunnen worden
door samensmelting. De brand-
wee zou b.v. bij de politie onderge
bracht kunnen worden. Verdér wijst spr.
op den markt- en havendienst die bij dé
belastingen ondergebracht zou kunnen
worden. De Reiniging bij Gemeentëwérken
Op die wijze zou veel bezuinigd kunnen
worden.
Spr. gevoelt bok niét veel voor salaris
verlaging, althans beneden ee.n zeker be
drag. B. en W. zeggen dat dan de verhou
dingen verbroken worden.' Als wb beden
ken dat onze eerste ambtenaar.
De Voorz.: Ik ben uw ambtenaar niet
De heer Sijtsma: Als we zien dat u
uw salaris met een zesde verlaagd wilt
zien, zouden we daarmee verder kunnen
gaan. Ook -tegen pensioenstorting heeft
spr. geen bezwaar.
Hij is voort-s oen voorstander van werk
verschaffing, maar hij wil daarbij niet be
ginnen met een nieuw politiebureau. Be
ter is bet woningen te bouwen en krotten
af te breken, het Levendaal te dempen,
den Rijnsburgerweg te verbeteren, door
het aanleggen van een parallelweg. Tegen
een levensmidde'ienbedrijf, dat een groot
fiasco zal worden heeft spr. ernstige be
zwaren, evenals tegen de voorstellen om
de winst van de Lichtfabrieken uit te
schakelen.
De heer v. Stralen bespreekt de
werkloosheidsvoorziening, wat hem hoop
werkloosheidsvoorziening. Spr. keurt
het af, dat er in dit o-pzicht van B. en W.
zoo weinig kracht uitgaat. Er i9 aan d:e
zijde een ongemotiveerd optimisme, dat
telkens beschaamd wordt. Spr. wijst er
op dat de werkloosheid dubbel zoo groot
is als het vorig jaar. Er waren er op 30
November mee? dan 1000.
De heer Knuttel: En krijgen die sa
men ƒ6000.
De heer v. Stralen gaat dan de ver
schillende vakken na. Voorts wijst hij er
op, dat de werkloosheid grooter is dan uit
do cijfers van de arbeidsbeurs blijkt, om
dat de menschen zich daar niet melden.
Het cijfer is naar spr. meent minstens
1500.
En wat doen B. en W.? Als er iets ge
beurt, dan is het dat ze tegen verbeterin
gen in actie komen, wat spr. met verschil'
lende voorbeelden tracht duidelijk te ma
ken. In dit verband wijst hij op het voor
stel tot verstrekking van goedkoope
cokes. Do houding van B. en W. was daar
bij beneden peil.
Do Voorz.: Als u nu voortgaat precies
hetzelfde te zeggen als in de vorige zit
ting, zult u niet veel indruk maken.
De heer v. Stralen gaat voort de
houding van B. en W. te critiseeren. Hij
is van oordeel dat B. en W. met den toe
stand der gezinnen niet op de hoogte zijn
Spr. heeft toestanden gezien, die iemand
door de ziel snijden. En dan zegt men hier
dat er geen termen zijn iets te doen. De
toestand wordt nog erger door de huur-
verhoogingen. Spr. onderschrijft wat de
heer v. Eek gezegd heeft omtrent de
rechterzijde.
De heer Oostdam: De verkiezingen
naderen. Nu luisteren.
De heer v. Stralen erkent dat 'de
Christelijke arbeidsleden soms een .uit
zondering mlJkër 'én 'dringt bij hêiï tip
verdere samenwerking aan.
B. en W. hebben, tegen de brandstoffen-
voorziening Wettelijke bezwaren gemaakt,
.evenwel «HïcPer ëeri onderzoek in te stel
len. Spr. beeft w él een onderzoek' inge
steld en 'daarbij bleek, dat in andere plaat,
sen, 'Amsterdam b.v., Rotterdam en' Den
Haag wel toeslagen worden verstrekt. 1
Die besluiten .zijn. nog wel niet goedge
keurd. maar Ook niet vernietigd. Waarom
doen B. en W, nooit iets In deze richting?
De Voprz.: U zegt nu zelf dat geen
besluit in die lichting is genomen. Waar
om wacht, u niet, wat de Comm. zal
doen?
De heer Dubbeldeman: Je bent te
voorbarig geweest.
De heer v. Stralen meent dat dit
geen verschil maakt.
De Voorz.: De Commissie zal toch uit
maken waar er behoefte is.
De heer v. Stralen: tegen den tijd
dat de Comm. aan het werk gaat, is het
niet meer noodig.
Verder vraagt spr. of er reeds stappen
zijn gedaan om voor de werkloozen toela
gen van het Rijk te krijgen.
Spr. komt dan tot do werkverschaffing,-
die hij zooveel mogelijk bevorderd wil
zien. Het idee van den heer Oostdam
keurt spr. af.
De heer Oostdam: Ik heb het als
voorbeeld genoemd.
De heer v. Stralen meent, dat er bij
B. en W. geen vaste lijn valt to ontdekken.
Het Delftsche Jaagpad wilden ze b.v. niet
onderhanden nemen. De heer Pera vertel
de in Juni, dat de zaak-breed was over
wogen, maar dat de bezwaren te groot
werden. Nu echter wordt het wel op de
begrooting gebracht. Spr. keurt bet af,
dat zij alles wat niet dadelijk noodig is,
improductief noemen.
Als geschikte zaken voor werkverschaf
fing noemt spr. ophooging van terreinen,
wegen verbetering, enz. Een verkeerden
Vorm acht spr. de 'werkverschaffing aan
de sigarenmakers, die nu is stopgezet. Er
is voor de inrichting van de werkplaats
een groot bedrag besteed, 'spr. meent
f 2500, dat nu niet bet minste nut doet.
Is er geen aanleiding in dit fabriekje de
sigarenmakers aan het werk te stellen?
Spr. zegt voorts dat door het Raamland
eeri bedrag van 8000 aan steun is be
spaard.
Tenslotte bespreekt hij het georgani
seerd overleg, dat absoluut onvoldoende
is geregeld. De organisaties' kunnen nu
alleen hunne wcnschen kenbaar maken.
Van overleg is geen sprake. De heer
Wilmer heeft, raar spr. meent-, de zaak
verward met de. dienstcommissie. Het
overleg beeft alleen betrekking op de ar-
beidSvoórwaardeii. II i er b ij komen de
af ge vaaT-d'l g rt en va n de o r-
ganisaties niet om het
gemeentebelang te. behar
t i g en. Het g a a t a I 1 e e n om
hot eigen be'lang.
Het optreden van den heer vf. Hints
acht spr. niet onjuist. Als hij onbehoorlijk;
optrad, dan is dat deschuld van den
heer Pera, den voorz'itfeë, -die geen begrip
heeft van zijn taak,, en die inderdaad al
leen de boodschappen overbrengt. Spr.
meeht dat. de he'er Pera door B. en W.6
het meest in'het oog wordt gehouden om
dat hij niet standvastig' zou zijn. Spr. cri-
tiscert ook- de houding van den wethou
der in de comm. voor werkverschaffing.
Do heer Dubbeldeman bespreekt
het woningvraagstuk. Hier is een groot
tekort en daarnaast een groot aantal krot
ten. Hier zal oen groote opruiming gehou
den moeten worden.
Mevr. v. Itallie: Al9 het dan maar
niet gaat als in Griekenland.
De beer Dubbeldeman: B. en W.
zien er geen weg in.
De heer Sijtsma: Dan moet jullie
wethouder worden.
De heer Oostdam: Eerst aan het
partijbestuur .vragen.
De beer Dubbeldeman: Dan wordt
er in elk geval wat gedaan.
De lieer v. d. Lip, wetli.: Dan moet ge
in het college zitting nemen.
De heer D ah beldeman critiseert
dan verder de houding van B. en W. Dat
ze. allerlei cijfers geven van wat gedaan
is, verandert niets aan de feiten. Een
schandaal is dat hier geen enkel college
is, dat ons kan zeggen hoe groot hot te
kort i9. Als B. en W. het weten, en het
niet zeggen, dan is dat een nieuw schan
daal. (Geroep: Wat 'n scbandelen).
De heer Sijtsma: een motie voorstel
len.
De heer Dubbeldeman: Neen, die
lappen ze aan hun laars.
Spr. zegt dat B. en W. huizen van leed
wezen bouwen, maar daarmee komen we
niet verder. Van dit Ministerie is- geen
steun te verwachten. Hier spreekt men
van versobering, maar als het nu nog min
der moet worden, dan zullen ze in minder
dan geen tijd tot krotten worden.
De heer Eikerbout: En de „Een
dracht" dan.
De héér Dubbeldeman: Daar ben ik
het ook niet mee eens. Ik zou tot B. en W.
zeggen: stik er mee.
De Voorz. kan dergelijke uitdrukkin
gen niet toelaten.
De heer Dubbeldem,an: Maar ik wil
het toch maar zeggen.
De Voorz.: U doet aan volksontwikke
ling maar u geeft al een heel slecht voor
beeld.
De heer Dubbeldeman meent dat
men de bouwvakarbeiders die in den oor
logstijd werkloos waren woningen had
moeten laten bouwen. We zitten nu met de
rotzooi en moeten trachten er af te ko
men.
De heer Sijtsma: Jij moest wethou
der van volkshuisvesting worden.
De heer Dubbeldeman: Dat heb jij
niet uit te maken. Hier moet iets gedaan
worden. We zitten onder den rook van
de universiteit, maar we komen niets ver
der met al die professoren.
De heer Wilbrink: Men kan ze toch
niet aan het metselen zetten (gelach.)
Dé heer D' u b b c 1 d e m a verdedigt
dan het bouwen in eigen beheer, dat veel.
voordecliger is.
Spr. heeft geeh vertrouwen in B. en W.
Een jaar geleden is op spr.'s voorstel prae-
advies beloofd en nog hebben wo het niet.
De heer v. Hamel had het woord ge
vraagd maar ziet er van af.
De heer Kooistra keert zich tegen
denheer Oostdam die gezegd heeft, dat
de ambtenaren verschillende voordeelen
hebben. Toen ze echter den toeslag kregen
hebben ze dien dadelijk uitgegeven, omdat
ze onder de schuld zaten.
De heer Oostdam: Daar raadt je ook
maar naar.
De heer Kooistra zegt dat de heer
Meijnen tegen subsidies was, omdat ze
niet altijd naar den zin der belastingbeta
lers besteed worden. Maar ons geld dan,
dat voor leger en vloot wordt besteed
De heer Elke r'b out: Dat moet u in
België zeggen.
De heer Kooistra: Ja ik wil ook
nog wat tot u zeggen.
De heer O o at dam: Een hecle eer
voor Eikerbout.
De heer Kooistra betoogt dan dat er
hier een groot woningtekort is en critiseert
de weinige medewerking van B. en W.
De lieer Groeneveld bespreekt de
samenstelling van het verslag der afdeelin-
gen. Hij zou de secties door een ambte
naar willen bijstaan. Het verslag wemelt
van fouten
De heer Knuttel omdat cenige amb
tenaren de aardigheid hadden het niet te
corrigeer en.
De heër Groeneveld zegt dat niet
ieder in staat is een verslag te maken.
Dat kan beter gedaan worden door de
ambtenaren.
De heer Oostdam: Nu zijn ze weer
goed.
De Voorzitter spreekt.
De Voorzitt er maakt thans een aan
vang mot de beantwoording der sprekers.
De debatten waren, zeer uitgebreid, zeker
niet korter dan andere jaren. Op een na
zijn alle leden van de S. D. fractie aan het
woord geweest.
Wat betreft het sectieverslag, zegt spr.
dat het weinig nut heeft, daar allerlei za
ken buiten dit verslag om, aan de orde
worden gesteld. Maar het nut wordt nog
geringer als het door een ambtenaar wordt
opgesteld. Men zal zich dan minder vrij
uiten. Bij de samenstelling kan men
hulp vragen.
De Baad heeft hét echter zelf in zijn
hand.
Over de begrooting zelf is weinig ge
zegd. Spr. zal vanavond slechts enkele op
merkingen maken, maar nu we staan aan
den vooravond van een prettigen dag wil
hij een weinig zonneschijn brengen.
De Gemeente Leiden is wel arm, maar
zij heeft betrekkelijk weinig schulden.
De heer Dubbeldeman: Dan kun
nen we huizen bouwen.
Dc Voorz. zegt dat de gemeente in
totaal f 10.318.000 schuld heeft, welk be
drag echter op- ongeveer 2 millioen na,
vopr rekening komt van de bedrijven. Voor
inproductieve dingen is er dus een schuld
van ongeveer twee millioen.
Hier gaat af de waarde van huizen, lan
derijen enz. zoodat er ongeveer één mil
lioen overblijft.
Dan is er nog aan loopende schulden
een bedrag van ongeveer 2i millioen
waarvan ook een zeer groot deel voor de
bedrijven komt.
Er is hier dus niet met het geld gesme
ten.
Een andere kwestie is echter, dat we hier
in verhouding tot het aantal inwoners zeer
weinig inkomen hebben.
We moeten bijna altijd dezelfde dingen
doen als andere gemeenten tengevolge
van wettelijke bepalingen, en, als we 't
niet mooi doen, dan komt er critiek uit
den Raad.
We zitten hier met een leelijken geld
nood. Dat blijkt ook wel uit den Hoofdei.
Omslag.
Er is bij de samenstelling van de be-
grooting aanzienlijk bezuinigd, maar toch
moeten we een bedrag aan H. O. halen
van f 20.080.00.
Nu krijgen we het volgend jaar waar
schijnlijk vfer uitkeeringen van 2 ton, in
totaal dus 8 ton, uit het dienstjaar Moi
tot Mei. Maar nu moet er mee worden ge-
Tekend dat het belastbaar inkomen ver
mindert, zoodat we dan nog over 1023 zes
uitkeeringen krijgen tot een bedrag van
f 960.000. Er is dan dus een tekort van
f 320.000 wat precies uitkomt met de oor
spronkelijke berekening van B. en W. toen
zij het vermenigvuldigingscijfer op 1.1 wil
den bepalen.
Nu is er een batig saldo van '21 en ook
1922 zal een mooi saldo geven.
We zullen er dus dit jaar nog wel ko
men, omdat de belasting wordt geïnd naar
de inkomsten uit de goede jaren, en om
dat we over 1922 door het systeem van don
heer de Lange meer hebben gekregen dan
ons oorspronkelijk toekwam.
De zaak is dus dat we de inkomsten
zeer hard noodig hebben. We kunnen wel
allerlei uitgaven doen, maar we moeten er
mee rekenen dat we ze moeten betalen.
De toestand is wat deze begrooting be
treft precair.
Spr. breekt zijn rede af tot a.s. Woens
dag.
RECHTZAKEN
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Voor de openbare zitting staan op de
rol 69 zaken, voor niet openbaar 4 zaken.
De zaak van C. C. v. V. te Zoete r-
w o u d e, wegens zonder verlof van het ge
meentebestuur doen verrichten van bag-
gerwerk, welke vorige week werd aange
houden, kwam eerst voor^
Gehoord werd nu dc gemeente-secretaris
Smeets, van Zoeter w oude. Deze geeft
nadere uitlegging van de strekking van b'A
bewuste artikel. Het gaat om de v
"beschermen, wélke cïoor te" veel afgraven
van de bermen veel te lijuen hebben.
De verdediger veert aan, dat de vergun
ning wel gevraagd was, doch eerst daags
na de bekeuring uitgereikt.
De "zaak werd daarna andermaal aange
houden tot 21 December om den getuige
Hoogenboom te liooren.
D. v. d. P. te R i j n s b u r g is beklaagd
in het café van den heer Coster te Rijns
burg vleesch geveild te hebben, welke'
plaats niet als verkoopplaats voor vleesch'
volgens verordening en vleeschkeuringswet'
mag gebezigd worden.
De heer van Gruting, Rijks veearts tel
Katwijk, als getuige gehoerd, gaf nadere
toelichting op het betrekkelijke artikel ïri
de verordening en art. 19 van de Vleesch
keuringswet, en zeide, deze'zaak uitgelokt
te hebben, om een 'principieèle uitspraak.
De caféhouder en eigenaar van het veiling-
lokaal beweerde, dat hij vrij was te laterï
veilen.
De Ambtenaar meende, dat onder de ge
bouwen en lokalen genoemd in het artikel,
een herberg is uitgesloten en eischte f 5
of 5 dagen.
Hierop kwam de verdediger Mr. de Jong
aan het woord, die beweerde dat juist het
niet noemen van die lokaliteit in het door
Dr. v. Gruting aangehaalde artikel er vart
spreekt, dat hier geen overtreding is be
gaan. Zou de kantonrechter van oordeel
zijn, dat zulks niet bedoeld wordt, dan
geldt z.i. de bepaling, dat nog een over
gangstijd van 5 jaren zal toegestaan wor
den, om het lokaal te doen beantwoorden
aan eischen die gesteld worden in de maat
regelen van bestuur, genoemd in het Staats
blad van 6 Juni 1921; terwijl die 5- jarieo
termijn dan in zou gaan 1 Juni 1922 als
zijnde voor die gemeente ingevoerd.
H. B. te A 1 p h e n heeft met een motor
rijtuig tegen de afsluitboomen van den
spooroverweg bij de Vink gereden, waar
door deze zijn gebroken.
Beklaagde bekent, doch voert r.m dat de
onvoldoende verlichting de oorzaak is ge
weest, en dat op een der voornaamste
spooroverwegen des lands, en er niet is
aan te ontkomen, wijl een motorrijder toch
op lichtseinen rijdt.
Eisch f 5 of 2 dagen.
A. Ch. te Heemstede is te Leiden :ii
den trein gestapt toen deze al in beweging
was, waarvoor geëischt werd f 4 of 2 d.
A. M. B., vr. D. te N o o r d w i j k e r-
h o u t is beklaagd melk te hebben afge
leverd met te hoog watergehalte.
Beklaagde bekent er 1 liter water op de
10 liter melk te hebben aan toegevoegd,
doch voordien deed zij het nooit.
Dr. v. Eek kwam bij liet onderzoek tot
een uitkomst van 27 wat de kanton
rechter nogal hoog vond. Zou de melkver-
kooper, wat ook wel eens voorkomt de
melk nu nog eens overdoopen, dan zouden
de menschen gauw meerwater dan melk
krijgen.
Nog worden gehoord dë-J-er m-eester en
P.- "YV. te Voorhout die de-melk" in- ont
vangst heeft genomen.
De Ambtenaar merkt op, dat déze zaak
ook voor den Officier" van ■•Justitie- in Den
Haag kon gebracht zijn en een
straf van 3 jaar had gef''nen wor
den. Tot 1 Maart wórdt vaak veroordeeld.
Hij wil in dit geval niet de hoogste boete
van f 2000 eischen maar v.\ - or -ld
stellen daar reeds of 6 maal zulko dingen
te Noordwijkerhout zijn voorgekomen. Hij
cischt daarna f 250 boete of 30 dagen.
De Kantonrechter zal er nog eens over
denkén, maar zegt toch een flinke boete
toe.
J. J. M. v. E., wonende te Br--;. 1. doch
te Leiden studeerend, en verblijvend,
heeft geweigerd zijn verhuisbiljct naar
hier over te brengen.
Beklaagde wijst op verschillende gron
den Boxtel als zijn hoofdverblijf aan, waar
mede de Ambtenaar het niet eens- is en
f 4 of 4 dagen eischt.
K. P. J., eveneens te L e i de 13 dee-
rend, doch dezen morgen niet frisch, van
daar niet verschenen, is beklaagd geen
kennis gegeven te hebben van een verhui
zing, waarvoor nadat de hospita gehoord
is f 4 of 4 d. wordt
M. K., los werkman te L mi e m. keeft
op een bovenkamer aan den N. Rijn geze
ten, toen Lij zich verslikte in een kruimpje
tabak. Hij heeft toen de nogal ruim sap
pige tabak uit het raam op straat ge
spuwd; waar dit juist met een sierlijken
boog op de hoeden en kleeren van de ge
zusters Ververs terecht kwam.
Deze hadden geen eisch tot schadever
goeding willen stellen doch wenschten dat
anderen er geen last vnn - kben.
De ambtenaar eischt f 5 of 5 dagen.
J. v. L., directeur veiligheidsdienst te
Leiden, heeft geen zegels geplakt voor
zijn werklieden, wat de opgeroepen getui
gen bevestigen.
Eisch 20 maal f 1 boete.
J. v. d. B., (64 jaar) te N o o r d vv i j k
heeft nog een strik gezet om een konijntje
tc snappen. Hij was 6 weken zonder werk
en de eigenaar van het land was cr niet
tegen, dat hij nog een guldentje snapt
Eisch f 2 of 2 dagen.
De Kantonrechter zal liet nog wel een»
overdenken, dan komt dat wel goed.
F. A., motorschipper tc N o o r d w i j k,
heeft na zonsondergang gestoomd, welke
overtreding ook C. D., aldaar heeft be
gaan; eisch f 3 boete en vergunning bij
Rijnland vragen.
P. W. die te Leiden verkeerd uitweek
met een rijwiel en daardoor een motor
rijder bracht te vallen, kreeg voor dezo
overtreding f 10 of 5 dagen als eisch.
H00GE RAAD.
De Hooge Raad verklaarde gisteren niet-
ontvankelijk het. verzoek van L. J. G. J. O.,
tct herziening van een vonnis van den kan
tonrechter te Leiden, wiatbij hij tot. een
gevangenisstraf van 6 nv-anc.en was vs>
oordeel 1.