Dagblad voor Leiden en Omstreken ABONNEMENTSPR JS IN LEIDEN BN BUITEN LEIDEN WAAK AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL t 12.50 TER WEEK 10.(9 FRANCO PER POST PER KWARTAAL i 2.90 3de JAARGANG. - VRIJDAG 24 NOVEMBER 1922 - No. 803 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 AD VERTEN Ti E-PRJJS. DES ZATERDAGS 10.30 PER GEWONE REGEL 8 8 10.221 KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 80 woorden 50 cent; Zaterdags 73 cent ïsJ bij vooruitbetaling. INGEZONDEN RECLAME* 'Cp Dit nummer bestaat uit twee bladen Bloembollencultuur. Het ie good dafe over bezuiniging ge sproken wordt niet allen, maar dat ook rustig wordt bezuinigd en dat aan de donkerheid van deze tijden, nok op eco nomisch gebied ernstig aandacht wordt geschonken. Wij hebben ons te wachten voor een ongegrond optimisme. Voor alles is noo- dig, werkelijkheidsbesef. Maar ook voor een ander uiterste moe ten we ons wachten. Terecht is daarop door Minister de Geer de aandacht gevestigd. Mijn standpunt, zoo zeide hij ie „Het gevaar bestaat maar wij belmoren mans genoeg te zijn om het te koeren; wij moe ten niet duizelig, worden en ons alvast in den afgrond medegobrokken gevoelen, aan welks rand wij ons bevinden". Dat is gezonde taal. Den toestand onder de oogen zien, nuchter en klaar, geen vage geruststellende betoogen, dat het nog zoo erg niet is, en dat het nog wel te recht zal komen, maar ook niet duizelig worden en- doen' alsof alles verloren is. Met bijzóndere sympathie hebban wij daarom gezien de activiteit door de man man van de Bloembollencultuur ontwik keld. Ook deze tak van volkswelvaart wordt door ernstige gevaren bedreigd. Daarvoor sluit men niet het oog, neen, men gaat ze regelrecht tegemoet om ze zoo noodig -af te wenden. Daarom werd een delegatie naar Amerika gezonden om zoo mogelijk dit afzetgebied te behouden, en aanvankelijk met goed resultaat. Maar men doet meer. Ook naar uitbreiding van afzet gebied wordt gestreefd, zooals het vol gende bericht leert: „De drie groote organisaties in het bkemb ollenbedrijf hebben onder lei ding der Algemeene Vereemgin'g voor Bloembollencultuur en meti si bun van enkele vrienden van Frankrijk aan de Fransche regeering een omvangrijke tulpemplanthig aangeboden voor den tuin der Tuilerien te Parijs. Het aanbod door bemiddeling van onzen gezant te Parijs, jhr. Loudon, aan wien de eer van het denkbeeld toekomt, gedaan, is door de Fransche regeering met de meeste ingenomenheid aanvaard, en dezer dagen zijn twee leden der commis sie van uitvoering naar Parijs vertrok ken om leiding te geven aan het planten der meer dan 200-000 bollen van tulpen en hyacinthen, welke in hst aanstaande voorjaar de Parijzesniaare en de talrijke vreemdelingen in de Fransche hoofd stad in verrukking zullen, brengen door hun kleurenspel en hun zacht aroma. De plannen voor. de beplanting zijn dit voorjaar vastgesteld in overleg met den chef der Tnüeriën-tuinen, die daar toe op uitnoodiging der Algemeene Voreeniging voor Bloembollencultuur eene vergadering der Commissie van voorbereiding te Haarlem bijwoonde. Voor do beplanting is in hoofdzaak dat gedeelte van het zeer uitgestrekte park gekozen, dat aan weerszijden van de Rui des Tuüeriën gelegen' is derhalve 1 door een overtalrijk publiek dagelijks gezien wordt. Het doel der beplanting era aan het Frarischo publiek te toonen, welke ef fecten mot een oordeelkundige beplan ting: mot deze bolgewassen kunnen wor den verkregen, zal dus volkomen wor den bereikt, terwijl uit nationaal oog punt beschouwd, de goede betrekkin gen tusschen beide landen door het even kostbare als bekoorlijke geschenk uit de bloembollens treek slechts zullen kunnen winnen. Toen de voorzitter der Haaclemscho Kamer van Koophandel die tevens voorzitter der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur is, den Fran- schen gezant bij zijn bezoek aan Haar- lam de voorgenomen beplanting aan kondigde, voorspelde de heer Benoist terstond, dat de Parijzenaars de Tuile- - riën zouden verdoopen in Tulperios. Maar ook als dit „bon mot" niet ver wezenlijkt wordt, de tulp*7ubeplanifcing zal er niet minder de aandacht om trekken." Met groote voldoening hebben wij deze mededeeiing gelezen. En gaarne brengen wij aande actieve ibollenkweekers, die niet bij de pakken igaan neerzitten, maar die alle middelen aangrijpen om hun vak vooruit te bren gen, een woord van warme hulde. Dit streven is van nationale beteeke- nia ook in verband met de thans aller wegen heerschende werkloosheid. De slachtoffers van deze maatschappe lijke kwaal moeten werden geholpen. Maar van veel meer belang is dat po gingen werden gedaan de werkloosheid te bestrijden door handel en industrie te be vorderen. Onze bollenkweekers hebben dit ver sta an en bogrepen. Mogen ook regeering en vollcsvertegen- Roordigers dit voor oogen houden- STADSNIEUWS. Geloofsbezinning en redelijk denken. Gisteravond hield Dr. Haitjema uit Apeldoorn zijn tweede voordracht voor de Ver. tot Vestiging van Biiz. Leerstoe len. Het klein auditorium was geed be zet. In de Roomscho tendenz-roman „ïïim- melfahrt" wordt geteekend een kunst schilder Höfeling, die de leegheid vaneen leven buiten God heeft gezien, en die zich bij het pleiten voor die waarheid, laat meeslepen door paradoxen, als hij door dringt tot het wezen der dingen. Hij ziet in, dat hij van zijn verstand- moet worden genezen. Van verstandelijke 'overreding is geen heil te wachten voor de ziel. Paradox is een Grieksch woord, dat betcekent: wat lijnrecht ingaat tegen de algemeene opvattingen. In heb N. Testa ment komt het woord oek eenmaal voor (Luc. 5:26), waar het vertaald is door: „ongelooflijke^ dingen". In ruimeren zin zijn paradoxen dus beweringen en daden, die lijnrecht ingaan tegen de publ. opinie en in engeren zin1: beweringen, die in zich zelf tegensta*, zijn. nl deze laatste betée- konis wil Spr. het bezigen. De grondwet van redelijk denken zegt dat 1=1 en 1 ongelijk is aan 3. Op den bodem der Christel. Geloofebezinning ligt het begin sel der Triniteit en is dus in strijd met de Satz des Widerspruchs. Een Engelsch ge leerde, Hobbes, definieerde paradox als opinion not yet generally recieyed. Wat vroeger onbestaanbaar Scheen, wordt thans algemeen erkend. Alle Waarheid houdt in zich ontken ning van de grondwet van het redelijk denken. Komen we dus met redelijk den ken verder van de waarheid af? Is onlo gisch redeneeren beter dan oen logische opklimming van gedachten? De „verduis tering des verstands" heeft niets te ma ken met redelijk denken. Kuyper heeft gezegd: Do zonde heeft de formeele logi ca natuurlijk niet aangetast, en de Har- togh: dat ieder mensch logische, denk wetten moet bijvallen. Spr. wii voorloo- pig zijn stelling, dat alle Waarheid pa- radoxaat is, terug nemen. Mischien is het beter -eerst te zoeken naar de plaats', die de paradox in geloofs zaken inneemt. Wij willen ons niet in een hoek laten dringen door de bewering, dat wij voor geloofszaken gebruik maken van paradoxen. Immers, wat voor alle waarheid geldt, geldt toch ook voor re ligieuze Waarheid? Christelijke denkers zijn geen vrijbuiters op het gebied van redelijk denken. En de tegenstanders wachten op het moment, dat zo zullen kunnen zeggen: „Dus is uw geloof illu sie. Weg met uw paradoxen!" Dan valt het Chr. geloof, want zonder dat kan het niet bestaan. Mozes zag bij het brandende braam bosch „een groot gezicht", een paradox, 't Was een openbaring van den God der verlossing. Het braambosch werd in de vlam niet verteerd. Het blijft groen, 't Is een symbool van Israel's volk, dat opge nomen wordt in Gods Wezen. Het rede lijk identiteitsprincipe wordt hier bespot: hét vuur, dat moet verteren, vertec-rt hier niet. Maar meer nog: het is een symbool van hot wezen der Godservaring in elke bedeeling. Hier valt eeuwigheislicht op Gods heilige liefde. Zoo ook -op Golgo tha, waar de vlammen van het oordeel 'hoog op slaan, terwijl 'het jonge leven in het midden van de vlam wordt gespaard. In deze geloofservaring klopt het hart van de Chr. religie. Paulus leefde dicht bij de vlam, die niet verteerde, en daar om sprak hij in paradoxen. Terecht wordt wel eens gezegd, dat het een geestelijke liefhebberij is, te spreken in paradoxen, on dat Kierkegaard, do man van de para dox, school maakt. In de H. Schrift komen we onophoude lijk in aanraking met paradoxen, in woorden uitgedrukt. Hierin ligt de kiem van de geheele geloofsleer verborgen, van allo stukken, ook van de Kerk. Para doxaal zijn de .woorden over het Wezen Gods- (Ik woon in de hoogte, en bij dien, die van een verbrijzelden geest is, of: God bad berouw, dat Hij den mensch ge maakt had, en latei* weer: Hij is geen mensch, dat Hom iet6 berouwen zou). Ook over den mensch vindon we in de Evan geliën en Brieven veel dergel. uitspraken. (Wie zijn" leven wil verliezen, die zal het behouden. Zalig zijn, die treuren. Hoort gij dooven.) Als de mensch in aanraking komt met het Goddelijke, gaat hij in pa radoxen spreken. (Ik gelóóf, Heere, maar kom mijn ongeloovigheid te hulp. Ik sterf alle dagen, enz.) Het woord „God- mensch" is op zichzelf reeds een negatie van alle redelijk denken. (Ik en de Vader zijn Een. En aan liet kruis, waar Jezus vlak na het ontsluiten van het Paradijs, in ellendige verlatenheid het_ uitroept: Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten.) In de eerste eeuwen van de Geloofsbe- zinnnig der Chr. Kork waren er ook pa radoxen, 'hoewel deze in do dogmata niet zoo sterk naar voren kwamen uit reactie tegen het Grieksche sophisme. De com pleet io oppositorum kon niet zonder het ..ja en neen". Het, peinzen over de Trini teit is een worsteling van den geest, die God als een God van volkomen verlos sing wil verheerlijken, en met dat denken N.V.Leidsche Ijzerhandel Firma J. C. Bernard I 22-26 I St. Nicolaas-Cadeaux als Meccano en Stabiel Consiructie-Doozen, 522 komt de Chr. Kerk dan uit bij het para doxale axioma van Athanasius. „Eens- wezend" (homo-ousios) wilde hij en niet „van een gelijksoortig wezen" (homol ousios). Bij dergel. Christologische pro blemen was het te doen om zekerheid van Geref. Protestantisme is sterk intellec tualistisch. Het zou een systeem hebben, dat „sluit als een bus". Zéker, er is een streven naar geregelde opbouiy van ge dachten. Gereformeerd leven is para doxaal in wezen- De geloofsbezinning staat in het teeken van de paradox. De kwestie van infra- on supra-lapsarisme is een gevolg van het levend besef van het paradoxale karakter der religieuze Waar heid. Hiermee is ^echter niet gezegd, dat alle waarheid paradoxaal is. Alle denkende menschen willen deze spheer zoo klein mogelijk houden. Al spoedig merkt men, dat God overal in en achter is; overal een driecenig God. Is Christus' verlossing niet van kosmische beteekenis? Höfeling werd paradoxaal, als hij doordrong tot den grond der dingen; en die grond is immers Gad? Kant noeuit dit de dwaling dar menschen, dat zij meeiien met hun Verstand te kunnen doordringen tot den grond der dingen. Dit is alleen mogelijk op het terrein der ervaring, een gebied, waar geen paradox heerschh Later is ge zegd, door een der aanhangers van het emperio-criticisme, dat óok op dit gebied paradoxen beerschen. - Wij behoeven ons derh. niet te schamen, dat er in ons gel. tegenstrijdigheden zijn. 't Kruis zal overal opdoemen. Voor een donkend menséh is dit moeilijk te aan vaarden. Men moet, van zijn verstand ge- hezeii wordgn! Of liever: van zelfover schatting moet het verstand genezen wor den- Alles is gemaakt door den Logos. Het wei'eldssysteem is redelijk, en dus redelijk te verstaan, zegt de Hartogh. Zich over-: geven aan het kruis van de Paradox is eisch van haogere (goddelijke) redelijk heid. Dit kruis houdt in zich de belofte der begenadiging en van het inzicht in de Waarheid. Met Christus gerechtigheid moet onze wijsheid „dwaas" worden. „Wij moeten van ons verstand genezen worden". Ja, de vlammen van Goddelijk vuur maken het gezond- De volgende week hoopt Dr. Hait jema zijn reeks te vervolgen met het onder werp: „Kerkelijk besef en gees telijk leven." Clir. Letterkundige Kring. öp het agendum van den Christelijkc-n letterkundigen kring 6tond voor de ver gadering van j.l. Woensdag-avond^ gean nonceerd de bespreking van den Chr iete lijken roman: „Illusie" van J. van de Maas. En de inleider, de heer J. Yoenendaal genoot meer dan gewo ne belangstelling van in en zelf van ver buiton de stad, zoodat de zaal van Mevr. Feenstra, Rapenburg 13, alhier, overvol was, toen de voorzitter de samen komst opende als te doen gebruikelijk is. Na 't gebed, de lezing van een Schrift gedeelte uit Prediker 7, de mededeeiing van de 2den Kerstdag te Utrecht te hou den bondsvergadering, waarop o.m. Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Eere-Voorz. van den Bond, een toespraak hoopt te houden en de vaststelling der notulen, steekt de inleider van wal. „Illusie" aldus Spr. is geen boek van broede coneeptio en .ingewikkelde structuur. Een eenvoudig verhaal van wat de titel-omschrijving aangeeft als „der liefde leed". De hoofdpersoon, Karei Nolen, dien we als theologisch student in het eerste hoofdstuk aantreffen „in de knus se intimiteit van z'n. kamer" te Utrecht is verliefd op de dochter van een effec tenhandelaar, E m B1 a n k h e u v e 1. Maar de waarheid van het gevleugeld woord van Schiller: „Die Liebo ist der Liebe Press" werd door den minnaar niet ervaren. De zoo vurig verbeide echte we derliefde, die de roos is in liefde's bloem hof, blijft uit en het meisje berust al te gemakkelijk in de Weigering van haar vader, die wel „wauwelde over het ideëele van het predikambt" en met „een schijn heilige facie vrome leuterpraatjes" debi teerde, maar wiens vroomheid het blijk baar moest afleggen tegen de liefde voor zijn duiten. Méér nog dan „der liefde leed", dal het leven van Karei versombèrt, vormt echter de uitwerking daarvan op het zieleleyén van don hoofdpersoon het hoofdmotief van het werk, dat Spr. aldus omschrijven wil: „Ei goh willen te verzaken in de behartiging van Gods le vensles: Mijne genade is u ge- n o e g." Dat, kost strijd, en die strijd tegen het 'Ongeloof van zijn opstandigo hart,, als hij zijn lichtend vreugde-ideaal langzaam ziet vernevelen tot een illusie,'wordt door den schrijver geteekend. In de teekening van dien geloofsstrijd is de schrijver over 't algemeen gelukkig. De strijdende mensch wordt niet sterker voorgesteld dan hij is, de overwinning wordt niet zonder slag of stoet, maar in oen langen, donkeren smarteweg bevoch ten- Goeji geteekend is -o.m. de eoht-men- echelijke trek, die voor Godsverwerping oorzaak zoekt in de fouten van menschen. Een en ander wordt gestaafd door met zorg gekozen* fragmenten uit het boek, van welks inhoud spr. eerst een duidelijk overzicht heeft gegeven. Komende tot de beoordeeling van den roman, leest Spr. eerst een drietal waar-' dcerends recencies voor van Dr. De Móor, Prof. Geesinlc en Dr. Impeta. Het heeft Spr. gefrappeerd, dat in deze recensies heel weinig kritiek aan 't woord komt. Al wil Spr. niet onderdoen in waardee ring voor dezen roman, dien hij in menig opzicht geslaagd acht en waarvau hij de lezing hartelijk aanbeveelt, toch heeft hij zich bij de lezing afgevraagd, of de schrij ver hier. en daar niet te veel theologi seert-. Do veelvuldig voorkomende „over peinzingen" der personen vindt Spr. hier en daar. wel wat onecht en gezocht, wat nader wordt aangetoond. De schrijver heeft zich niet altijd met zijn personen vereenzelvigd en de theologische student komt af en toe om den hoek kijken. Hiertegenover wil Spr. gaarne erken nen, dat sommige „zieleslemmingen" meesterlijk zijn weergegeven, o.m. als Karei te Rotterdam „den God zijner moe der" terug "vindt. „Eindelijk opgestaan, wisckto hij zich do betraande oogen af en schreed naar moeders portret. En metf 't hoofd héél dicht 'bij haar beeltenis, fluis terde zacht z'n ontroerde stem: „LM moedertje, ik heb uw Heiland gevonden, om Hem nimmermeer te verliezen. En 'fc was hom, als keken haar-stille oogen hem •blijder nu aan, als strekte zich uit do lijst haar witte hand boven z'n hoofd, om hem zwijgend te zegenen." In het uitwerken van het romantisch gegeven:' de onbeantwoorde liefde, is _v. d. Maas volgens de meening van Spr. min der gelukkig. E m is een bijfiguur, die en kele onbeduidende dingen zegt en te wei nig, tot ons spreekt. Ook geeft de schrijver volgens spr. on voldoende, weinig verklaarbare motieven .voor den hernieuwden omgang, die tot. geen* bevredigend resultaat kon leiden. De bijfiguren, zooals Kareis vriend Jaap, de stille kracht in Kareis leven en Willy, Jaaps vrouwtje „een ongedwon gen natuurkind en toch op-end-op een da me" zijn goed geschetst. Wat den vorm van 't verhaal betreft, do dialogen zijn over 't algemeen heel goed evenals de natuurb e* sc hr ij vingen en de teekening van 't drukke stadsgewoel. De verhaaltrant is levendig, de stijl is fris-ch. De schrijver is wars van gemeenplaatsen, maar dé neiging om origineel te zijn ver leidt hem soms tot ge wild raooi- d o e n of onnatuurlijkheid. Res unie erend wil Spr. zijn blijd schap uitspreken over het verschijnen van van deze „eerste proeve" van den schrijver, die vooral om de Christelijke grondgedachte, een woord van hartelijke aanbeveling verdiend. Dat ook versmade liefdo en daarna het zich overgeven aan Gods wil tot de ware levensblijheid kan leiden, is de grondge dachte van het boek- Een toon, die maar al te weinig 'beluisterd wordt in onzo mo derne Tomans, waar zoo vaak het zich uitleven in verboden liefdesverhouding, lijnrecht tegen Gods wet in, wordt ver heerlijkt of vergoelijkt. Tegenover dit vrijheids-ideaal hier de gebondenheid aan Hem, die alleon tde waro vrijheid, den wa ren vrede geven kan. Zoo verstaan we het slot van dit boek: „Nu wist hij 't: God had hem 't al doen lijden., opdat hij deze levensles keren zóu„Mijne genade is u genoeg..." „Boven hem was do glorieerendo'zon in reinblauwe hemeldiept en Om hem waren de late bloemen en de dorrende bladeren, verstervend in- 't gou den licht van zonzachten nazomer Maar in zich wist hij 'n nieuwe lente geboren. Want in z'n blije ziel was.de vree, de late vrcê „Een boek lezen heeft eens iemand gezegd is niet woorden lezen, noch zich laten mecsleepen door^ con verhaal, maar het speuren haar de ziel err luiste ren naar den harteklop, van wat daarbin nen leeft." Inderdaad, want een boek, een echt bock is geen lappendeken, geen ,.Peek-en- IClo-p p enbur g- confect ie'4maar de ver woording van oen mcnsehenziel. Het is den heer Yeenendaal uitnemend gelukt ons het bovengenoemde bock z o o' te doen zien en de Voorz. sprak naar het hart van alle aanwezigen, toen hij den inleider een warm woord van dank of freerde voor zijn keurige lezing. S. M. 'A'. R. Kiosvereeniging. De A. R. Kiesvereeniging „Nederland en Oranje" hield gisteravond een uitste kend bezochte vergadering. De voorzitter, de heer Zuidema, die de vergadering op de gebruikelijke wijze opende, heette onder applaus der verga- v dering den heer Brants die zijn benoe*v ming tot bestuurslid heeft aangenomen, als zoodanig welkom. Vervolgens kwam aan de orde de ver kiezing van leden van de Staten centrale. Gekozen worden de heeren Goslinga, Karstens, Knibbe, Kuyper, Lambooij, A. R. Mulder, Noorlandt en Zuidema, welke hoeren voorzoover aanwezig, allen hunne benoeming aannamen. Daarna wérd overgegaan tot do vast stelling van een voorloopige groslijst voor "de Statenverkiezingen. De Kiesvcr- eoniging. word in do gelegenheidgesteld 10 namep op te geven. In de e.v- vorga- dering van do Statencentralo zal dan uit de ingekomen lijsten een definitieve gros lijst worden samengesteld, waaruit door de aangesloten Kiesvércenigingen de can- didaten kunnen worden aangewezen. Aangezien de stemming over do ge noemde candidaten volgens het pun to lei sel geschiedde, benoemde de voorzitter eene commissie om den uitslag vast te stellen-, zoodat nog niet kan worden op gegeven welke namen op de groslijst zijn geplaatst. Tenslotte kwam nog aan de orde do in de vorige' vergadering ingediende motie inzeke de Zakelijke 'Bedrijfsbelasting. Hef bestuur had tegen" deze motie ver schillende bezwaren. Is do vergadering wel competent, zich over oen zaak als deze uit te spreken? Het is gemakkelijk te zeggen dat een of andere belasting moet verdwijnen, maar op w-elko wize moet het rop deze wijze ontstane tekort worden aangevuld? En dan, als de voorgestelde motie wordt aangenomen dan wordt daarmede aan ónze raadsleden een inioe- rotief" mandaat verstrekt, waardoor het hun moeilijk wordt gemaakt naar eigen overtuiging deze kwestie, to bcoordeuen. Door enkele bestuursleden was daarom oen andere motie geconcipieerd, waarin aan deze bezwaren werd tegemoet geko men. Breedvoerig werd over deze zaak van gedachten gc-wisseld. De ernstiae bezwa ren tegen dc- Zakelijke Bedrijfsbelasting werden nogmaals in het licht, gesteld en mot kracht op afschaffing of zoo noodig gewijzigde toepassing aangedrongen.. Van andere zijde echter werd op de voor- deelen de aandacht gevestigd. Het resultaat van de besprekingen was, dat besloten werd dit punt aan te" hou den tot do vaststelling van oen program van actie aan de orde komt- Deze uitstekend geslaagde verandering werd daarna door den heer A. Mulder met dankzegging gesloten. De- Lakenhal. Hot Rijk liecft aan de gom oen to ter plaatsing in het stedelijk museum De La kenhal in bruikleen afgestaan een verza meling van acht schilderijen, afkomstig uit het Mauritshuis, namelijk twee por tretten door Abraham van den Tempel, voorstellende professor Van der Linden en diens vrouw, een meisjesportret door Richard Brakenburgh, herder met vee door Pie! er Pottens, vochtende boereu {joor Hans van der Venne. cen legerkamp door Jan Vermeulen, Ossen jacht van Beel denmaker, cn oen kantwerkster van Louis de Moni. Volkenhond en wereldvrede. Vanwege de Adventisten zond in ge vcr- eeniging werd gisteravond in liet Nut een tweede samenkomst gehouden, waar Wintzon urt Leipzig optrad met bovenge noemd onderwerp, en wel met het dool om aan te toonen wat do Bijbel van de zo dingen zegt. Eigenlijk was deze lezing een voortzet ting van die van j.l. Maandag, zoodat weinig nieuwe schriftgedeelten werden „verklaard". Met vele voorbeelden uit do practijk toonde spr. aan, hoe de z.g.n vre despogingen der groote mogendheden steeds hebben geleid tot een uiterlijk machtsvertoon, echter niet om de we reldvrede daarmede te bevorderen, maar om eigen politiek te dienon. Uitvoerig werd aangetoond hoe geen wereldvrede mogelijk zal zijn, zonder dat de volken bukken voor den waro Vrede vorst- Spr. wekte dan ook allen op, om Hem te zoeken, opdat do dag des Heeren voor ons niet kome als een dief in den nacht. De volgende samenkomst zal a-s. Maan dag worden gohouden. ,a;: .ë-ri i In do afgeloopen maand moost de politio weer oenige malen proces-vorbaaT opmaken tegen verschillende inwoners* welke vreemdelingen hadden gehuisvest; zonder daarvan binnen 24 uur aang-.ftd te doen bij do politic, waarom dezo zich genoodzaakt ziet, ora er nogmaals do aandacht der ingezet enen op to vestigen,- dat deze verordening onverkort zal blij ven gehandhaafd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1