Dagblad voor Leiden en Omstreken
12611
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEYESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
PER WEEK 10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
3de JAARGANG. - ZATERDAG II NOVEMBER
Bureau: Hooipracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278
1922 - No. 792
Postrekening 58936
Oil nummer bestaal uit twee bladen
Ongeloof en revolutie.
Het nauw verband tussehen ongeloof
en revolutio in met name door Groen van
Priiberterer onweersprekelijk aangetoond.
Er was toen Groen zijn beroemde boek
onder dezen titel schreef, een toestand
die zeer sterk herinnert aan wat wij in
onze dagen beleven.
Wanneer wij zoo lezen wij in de in-
I leiding op de stoffelijke belangen, do
beperktheid van den handel, op de bezwa
ren der nijverheid op het verbazend aan
tal behoeftigen letten, overal is er een,
met voormaligvn bloei on luister, b e-
droevend contrast.
Vervolgens wijst hij op de wanorde in
de maatschappelijke samenleving, op de
onzekerheid der staalkundige tbeoriën en
niet te vergeten, de twijfelzucht in de
grondslagen van godsdienst, zedelijkheid
en recht.
Er was de grootst mogelijke verdeeld
heid van begrippen, alles subjectief en
individueel,
„Ieder heeft zijn eigen geloof, eigen
meening, hij velen zoo wankelbaar dat zij
in verstand en hart, bij het veranderen
der omstandigheden en wisseling van jaar
en dag, telkens door een andere even ras
voorbijgaainde meening afgewisseld wordt-
Wij hebben niet één kerkgeloof, niet eeni-
ge godsdienstige gezindten, maar, onder
de bijkans algemeene benaming van
Christelijke belijdenis, een ontelbare me
nigte van opvattingen omtrent God en
Zijn Woord. Niet door vermeerderde
overeenstemming, maar alleen door afne
mende belangstelling, vermindert somwij
len de hevigheid van den strijd."
Is het in onze dagen wel anders?
Ongetwijfeld, de toestanden hebben zich'
sinds het midden der vorige eeuw gewij
zigd, we zijn op sommige punten vooruit
gegaan, de arbeid ook van Groen van
Prinstei'er is niet zonder vrucht gebleven,
maar zien *we overigens in den grond der
zaak niet dezelfde verschijnselen?
Wanneer het karakter van de omstan
digheden hetzelfde is, dan moet er ook
overeenkomst zijn ten opzichte van de
oorzaken.
Wanneer wij in onze dagen dezelfde
vruchten zien ontwikkelen, waarop Groen
het. oog had. dan moet ook de boom
zelfde zijn.
Welnu, van die algemeene oor
zaak zegt Groen dat zij gezocht moet
worden in de begrippen die den boven
toon hebben gehad.
„Het moet gezegd, men kan het niet
zeker genoeg welen: alles hangt af van
leerstellingen: de zeden, de literatuur, de
staatsregelingen, de wetten, het gelui:
der staten en hun tegenspoeden, de be
schaving, de barbaanschheid en deze ver
schrikkelijke crisis, die de volken mee
sleep en of ze vernieuwen, al naar ge1
er meer of minder levén bij hen is."
Deze uitspraken van Groen zijn ook nu
nog van belang.
Al les hangt af van leerstellingen, be
ginselen.
De gebeurtenissen zijn slechts de om
trekken en vórmen waarin de gestadige
werking van den t ij d; geest zich open
baart..
En het is alsof Groen in onzen tijd
leefde als hij opmerkt, dat de geschiede
nis van Europa van de laatste jaren, het
onvermijdelijk gevolg is der dwalingen,
die zich van de heerschende denkwijs héb"
ben meester gemaakt
Do revolutiebegrippen waarop Groen
het oog had, beheerschen ook nog in onze
dagen maar al teveel het leven der vol
ken.
Ook van ons volk-
Neen, we hebben hier niet gehad een
revolutie als in Duitschland en andere
landen.
Dat is ongetwijfeld mede een gev
van het feit dat de_ revolutiebegrippem
hier meer dan elders zijn, bestreden en dat
met krachtige hand gepoogd is het leven
in andere banen te leiden-
De vruchten van den geestesarbeid en
het practisch optreden van mannen ale
Groen en Kuyper en Lohman zijn niet
uitgebleven.
Wij mogen God daarvoor danken.
Maar, uit het feit dat de revolutiepo-
gingon hier mislukten en dat het vuur ge
doofd werd, eer het gelegenheid had scha
de aan te richten volgt niet, dat do revo
lutie van onze erve geweerd werd.
Lezen we slechts wat Groen daarom
trent opmerkt als hij zegt:
„Met revolutie bedoel ik, niet eeue
van die menigvuldige .gebeurtenissen,
waardoor verplaatsing van 't openbaar ge
zag teweeg gebracht wordt; niet enkel den
omwentelingssl orm welke in Frankrijk
gewoed heeft; maar de omkeering van
denkwijs en gezindheid in geheel
de Christenheid openbaar.
Met rovolutiebegrippen heb
ik het oog op de grondstellingen van vrij
heid en gelijkheid, volk&souvereiniteit,
maatschappelijk verdrag, convontioneele
herschepping, welke men als de hoekstee-
non van staatsrecht en staatsgebouw ver-
fort."
Zoo gezien en zoo moeten wii de zaak
zien. oefent de revolutie ook in onze da
gen en onder ons volk haar invloed uit.
En het is tegen die beginselen, dat wij
hebben to strijden, overal waar we ze
op onzen weg -ook ontmoeten.
Wanneer wij ons anti-revolutionair
noemen, dan strijden wij niet alleen tegen
de revolutionaire uitspattingen of tegen
die partijen, die de revolutievlag openlijk
ontplooien.
Het gaat -om de beginselen.
Wanneer men toch, zooals Groen op
merkte, uit schrik voor revolutionaire
ontwikkeling, die men voor over-
d r ij v i n g houdt, zonder af te zien van
het beginsel, matiging der praktijk
begeert, vervalt men, terugdeinzend voor
de gevolgen zijner overtuiging, in een
weifeling en willekeur, die geen richtsnoer
dan in den drang der omstandighe
den heeft.
Matiging en gematigdheid brengt hier
géén baat.
De vraag is of wij ons buigen1 voor
God, of wij Gods souvereiniteit erkennen
of dat we willen gaan op eigen gekozen
paden.
Willen we het laatste, dan staan we op
revolutionairen grondslag, al missen we
ook den moed om onze beginselen conse
quent floor te voeren-
Dan staan wij tegen de revolutie
machteloos.
Alleen wanneer wij ons stellen buiten
den invloed der revolutie-begrippen op
het terrein der anti-revolutionaire begin
selen, zullen we de revolutie met vrucht
kunnen bestrijden.
Nog altijd blijft van kracht het woord:
Do revolutie is begonnen met de verkla
ring van de rechten van den menech; zij
zal alleen eindigen door door de verkla
ring van de rechten „van God.
Voor dab Goddelijk recht dan den
strijd, aangebonden ook in het. maat
schappelijke en het staatkundige leven.
Colijn over onze defensie.
De begrootingsrede van den heer H.
Colijn, vooral dat gedeelte waarin hij
sprak over onze defensie heeft in sterke
mate de aandacht getrokken-
Verschillende bladen spraken van de
zwenking van Colijn cn de hoeren Schok
king on Nolens spraken evenals Ds.
Kersten hunne niet geringe verwondering
uit.
Omdat, het hier oen zeer belangrijke
kwestie betreft, laten wij hier volgen wat
de heer Colijn volgens de „Handelingen"
heeft gesproken:
„Tot nog toe is de defensie van ons
land gebaseerd geweest, zoowel op de ge
dachte om onze verplichtingen als lid van
de internationale volkerengemeenschap te
kunnen nakomen, als op oen langdurige
verdediging van onzen nationalen bodem.
Dit waren de twee grondgedachten, waar
op onze defensie gebaseerd was.
Ik geloof niet, dat ik aan de verden
king zal bloot staan van het met de de
fensie van ons land licht, te nemen; maar
ik moet wel zeggen, dat het mij voor
komt, dat in deze financieels omstandig
heden wij er toe zullen moeten komen,
dat, de gedachte, om ons nationaal grond
gebied gedurende langen tijd te verdedi
gen tegen vreemd geweld, uit ons defen
sie-systeem zal moeten worden weggeno
men en dat wij niet meer zullen kunnen
doen dan een apparaat behouden, noodig
oni onze internationale verdichtingen als
lid van de internationale volkerengemeen
schap te kunnen nakomen.
Daarvoor is noodig in de allereerste
plaats een operatie orgaan en alles
wat niet met dat operatief orgaan te ma
ken heeft, zal naar mijn overtuiging
het kan misschien nog een jaar uitgesteld,
maar ontkomen doet men er niet aan
moeten worden afgesneden, om de een
voudige reden, dat het anders onmogelijk
is te bereiken, wat bereikt moet worden-
Ik neem het standpunt in, dat er zoo
krachtig zal moeten worden inbegrepen,
dat men het doel niet buiten de Departe
menten van Defensie om zal kunnen be
reiken. Zij moeten dus ook hun aandeel
daaraan dragen, zoo goed als de andere.
Dit wil dus zeggen van den anderen kant,
dat niet alles zal moeten komen van de
Departementen van Defensie en de andere
diensttakken vrij zullen kunnen uitgaan.
Ik acht de taak, welke de Regeering te
vervullen heeft, zoo benauwend ernstig,
dat alleen wanneer men het vraagstuk
beziet in zijn vollen omvang gehoopt mag
worden door de moeilijkheden heen te ko
men.
Dit zijn echter vraagstukken, ik mag
daar wel even do aandacht op vestigen, die
niet kunnen worden afgedaan met een re-
door mij of een ander hier in de Ka
mer gehouden, -en door een antwoord,
daarop door de Regeering gegeven. Dit
zijn vraagstukken, welke opzettelijk en-
der de oogen moeten werden gezien,,
evengoed als dit liet geval zal zijn met
andere vraagstukken, welke in beteeke-
nis hiermede op één lijn zijn te stellen.
Tot ontwapening, zooals de heer Troel-
ebra zegt, zal het daarbij geenszins kun
nen komen; wel tot belangrijke bezuini
gingen.
N.V.Leidsche Ijzerhandel
Firma i. C. Bernard
II22-26
in aiie prijzen en uitvoeringen.
24tr
Prof. Dr. H, Kamerlingh Onnes.
Heden is het de dag, waarop Prof. Dr.
H. Kamerlingh Onnes het feit herdenkt,
dat hij yeertig jaren geleden, zijn ambt
als hoogleéraar a-an de Rijksuniversiteit
te Leiden en directeur van: het Natuur
kundig Laboratorium aanvaardde.
Het werk, dat in die veertig jaren tot
stand is gekomen, heeft hem beroemd
gemaakt tot in alle deelen der wereld-
In 1913 viel hem de Nobel-prijs voor
natuurkunde ten dee.l, tal van buiten-
landsche acadiemi-ln en geleerde genoot
schappen huldigden hem met hun onder
scheidingen.
In alle natuurkundige kringen is hij
bekend als de man, die in 1908 helium
vloeibaar maakte cn temperaturen bereik"
te, lager dan in eenig ander laboratorium
bereikt, temperaturen, waarbij alle ande
re stoffen reeds lang bevroren zijn en die
slechts nog eenige graden boven het ab
solute nulpunt liggen.
Zoo kwam hij vooraan ie staan in de
rij da* onderzoekers, die het gebied der
uiterste koude doorvorschen.
Niet alleen echter liet vloeibaar maken
van helium moet hier genoemd worden.
Va-n meet af stond Kamerlingh Onnes een
veel ruimer doel voor oogen: het onder
zoek van alle eigenschappen van alle
stoffen bij zeer lage temperaturen.
Daartoe heeft hij zijn laboratorium
met taaie volharding en geweldige door
zettingskracht ontwikkeld. De groote
moeilijkheden, die hij daartoe moest over
winnen, kunnen hier niet geschetst wor
den; slechts zij vermeld, dat zoowel alle
technische hulpmiddelen ans een bekwaam
personeel geheel gevormd moesten wor
den.
Maar de vrucht van al dit werk is nu
reeds zeer rijk; onder de merkwaardige
veranderingen, die de eigenschappen der
stoffen ondergaan door blootstelling aan
uiterst lage temperaturen, neemt de z.g.
suprageleiding, het verschijnsel, dat som
mige metalen, als ze in vloeibaar helium
afgekoeld worden, aan doorgang door den
electrischen stroom geen merkbare hin
dernis in den weg leggen, een voorname
plaats in.
Onnoodig te zeggen dat er van stil
stand in het onderzoek geen sprake is. De
strijd, om zoo dicht mogelijk bij het ab
solute nulpunt te komen, wordt met
kracht voortgezet Onlangs kon Prof.
Onnes mede-deelen dit punt tot hoogst
waarschijnlijk' minder dan 0.9 graad ge
naderd te zijn.
De vermaardheid, die het natuurkundig
laboratorium onder leiding van Prof. Ka
merlingh Onnes heeft verworven, heeft
tal van onderzoekers van vreemde natio
naliteit aangelokt langer of korter tijd
in Leiden te komen werken.
Ook moge nog worden gewezen op de
groote verdienste, die Prof. Onnes zich
verworven heeft door de bevordering van
de opleiding tot instrument maker. In
nauwe samenwerking met het natuurkun
dig laboratorium worden tal van jonge
lieden opgeleid tot maatschappelijk-
technische betrekkingen van allerlei aard.
Groot is het succes, waarmede dit werk
bekroond is.
Werpt ook het overlijden van Prof.
Kuenen, die kort geleden zoo plotseling
6tierf, een schaduw op de feestelijkheid,
toch zal de groote belangstelling, door
talrijke vrienden en leerlingen van hein
de en ver betoond, dezen dag voor Prof.
Kamerlingh Onnes tot een blijden ge
maakt hébben.
De aanbieding van oen „Gedenkboek",
waariu het Natuurkundig laboratorium
en het daar in den lateien tijd verrichte
werk beschreven is, zal tem een duidelijk
blijk geweest zijn van de waardeering, die
zijn arbeid heeft ondervonden.
STADSNIEUWS.
Christelijke Scholen.
Nu de inschrijving van leerlingen voor
de scholen bij de Zijlsingel in vollen gang
is, achten wij het niet ondienstig een en an
der omtrent deze nieuwe scholen mede te
deelen. De „Vereeniging voor Christelijk
Onderwijs" hoopt ongeveer half Januari
een tweetal nieuwe schoolgebouwen te kun
nen openen. Deze in aanbouw zijnde bouw
werken zijn gelegen aan de Verlengde
Oostcr- en Munnikenstraat en sluiten dus
aan bij het uitbreidingsplan der gemeente.
De eerste indruk die men bij het aanschou
wen der beide forsche jVHTS°«]en krijgt is
soliditeit.
De Hoofdingang aan de Verlengde Oos
terstraat binnen tredende komen we in
de door tochtdeuren afgeschoten vestibule.
Het matte licht dat door het glas in lood.
boven de ingang schijnt geeft 'n aardig ef
fect in de ruime lange gang waar we door
kijk in hebben. Ter linker en rechte* rijde
vallen in 't oog een tweetal uitspugende
appartementen, urinoirs en water-closets.
De gevormde inhammen in de gang zijn
met grenen lijsten betimmerd en op de
hieraan bevestigde haken zullen de klein
tjes hun „garde robe" kunnen hangen zon
der gevaar dat de kleeren door voorbij-
hollende bengels zullen worden afgewor
pen.
De wanden zijn in zachte tinten ge-
vefd. Links en rechts van den hoofdingang
vinden we twee leslokalen. Begrijpelijker
wijs is aan de lokalen bijzondere zorg be
steed. Voor alles zijn ze ruim en hoog. Do
grondvlakteis 6 M. 90 bij 7.50. De vloeren
zijn in Maplehout uitgevoerd en dunken
ons buitegenwoon hygiënisch. Doordat de
zonkant der wanden bijna geheel door rui
ten wordt in beslag genomen dringt het
licht tot in de uiterste hoeken van liet lo
kaal door. In den gangwand is volgens
wettelijk voorschrift een doorkijk aanga-
bracht met uitzicht op de zich in de gang
bevindende W. C.'s.
Overtollige luxe is ook liier niet te vin
den maar toch is er gewerkt volgens Von-
del's bekende gezegde:
„Toen dege deeglijklieid
Niet speelde raap en schaap."
En dat is toch noodig ook bij oUze in
richtingen van onderwijs, waar het kind
(als het goed is) het geheele leven lang
prettige indrukken moet hebben van „de
school" ook wat het uiterlijk betreft. De
..kachel" waarmee oudstijds zoo heerlijk
kon worden omgegaan, die je voor
„de meester" mocht „bijvullen" (dat was
in ,de goeio ouwe tijd) is - verdwenen of
beter: zal niet verschijnen want de cen
trale verwarming op werkelijk goede wijze
door de fa. Deerns en Westering li
uit Den Haag is geinstalleeerd zal in de
nabije toekomst „met een handomdraai"
do temperatuur op peil brengen. We ver
volgen echter „trapsgewijze" onze be
schrijvende wandeling en komen na het
keurig in geel en paarsche tegel uitgevoer
de trappenhuis te hebben bewonderd op
de le etage aan.
De gang is een „in duplo" van wat we
geneden gezien hebben. Vlak tegenover
bet trappenhuis, in het centrum van het
heele gebouw treffen we de „heilige halle"
van het H. d. S. aan. 'fc Is geen overgroot
vertrek maar 't wordt een intiem hoekje
door de rood-bruine lambriseering. Of het
r in figuurlijken zin ook „warm zal toe
gaan" ligt aan de min of meerdere onge-
zeglijkheid van het toekomstige „enfant
terrible". Links van dit centrale punt vin
den we weer twee van die frissche leslo
kalen die in aanleg en uitvoering precies
gelijk aan die van de benedenverdieping.
Rechts echter een afwijking. De plaats
die door één leslokaal wordt ingenomen
is hier veranderd in een. tweetal apparte
menten: een materiaalbergplaats en een
onderwijzerskamer. De bergplaats wordt
bijna geheel in beslag genomen door kas
ten en planken. Daar zal wel evenals in
onzen tijd een bonte afwisseling van sta
pels schoolschriften en een electriseerma-
chine, een bol van 's-Gravenzande en heele
flesschen vol „Prima zwarte Bchoolinkt"
haar plaats krijgen. Dit „heiligdom" ver
dient ook in deze school weer ten volle
de eereplaats die het inneemt. Er naast
de onderwijzerskamer buitengewoon aar
dig aangekleed. Een mooie plafondbeschil
dering in crème en bruin en wéér de mooie
lambriseering als in de kamer van het
„Hoofd". Hier zal dus later de aangename
causerie gevoerd worden over Pietje die
en die, die zoo „ongezeglijk" is en „hoo
we hem dat het beste zullen afloeren." Nu
nog hooger. Een reusachtige zolder (welk
echt Hollandsch gebouw kan zonder een
«older) geeft gelegenheid om heele kwan
titeiten van gaande en komende artikelen
Een apart hoekje is gevormd voor het
„archief". Wat dkkr zal worden bewaard
zal de tijd leeren.
Zie zoo, we zijn uitgekeken.... pardon
u vergeet dat er naast geestelijke ook
zooveel als lichamelijke opvoeding is. Dua
naar de gymnastiekzaal. Nadat we in la
gere regionen zijn afgedaald gaan we door
een gewelfvormige gang naar de gymna
stiekzaal. Prachtig wat een inrichting. Een
mooie Amerikaansche grenen vloer zonder
stof en vuil, een frissche zoldering in
blauw en crème. Op 't oogenblik is er ech
ter nog één groot gebrek. We missen nog
die levende, beweeglijke kinderschaar op
brug en ring en rekstok waarvan Hilae-
brand zong:
„U heb ik lief mijn blauw gekielde
Mijn Holland's frisch ontloken jeugd."
Behalve voor de jeugd is deze zaal ook
uitnemend geschikt voor onze gymnastiek
vereenigingen die zuchten onder zaalge
brek. Deze zaal is het „knooppunt" met de
tweede school, die bijkans precies hetzelf
de in opzet is als de door ons beschrevene.
Is het nog noodig te zeggen dat de door
aannemers „Gebr. Proper" verrichte
bouw aan alle redelijk te stellen cischen
voldoet? Een deel van den lof worde neer
gelegd op de fa. Gebr. Roos te Ridder-
ADVERT NTIE-PRsJo.
DES ZATERDAGS s
PER GEWONE REGEL s £0 2*1
KLEINE ADVERTENTIES van hoogst,DS
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent
ïs; Lij voornItbetaüag.
INGEZONDEN RFH.A Vr F,&
kerk die het schilderwerk verzorgde en, op
den stucadoor fa. Graafmans. De electri-
sche verlichting die door de fa. Stighter
alhier wordt aangelegd voldoet mede aan
hooge cischen. En nu tot slot: onze gcluk-
wenschen aan het schoolbestuur met haar
nieuw bezit.
Antirevol. Kies vereeniging.
De antirevolutionaire K les vereen ai n
„Nederland en Oranje" zal a-s. Woens
dagavond een ledenvergadering houden.
Het belooft eon belangrijke vergade
ring te worden-
Het voornaamste punt van de agenda
is een lezing van den heer Goslinga. die
de geme.entebeg.rooting voor 1923 zal be
schouwen in verband met. onze beginselen.
De begrooting is een voornaam stuk in
de gemeentepolitiek en dus is ook de be
handeling van die begrooting oen zeer ge-
wenschte zaak. waarvoor ongetwijfeld be
langstelling zal zijn.
Verder komt aan de orde de verk ozing
van een bestuurslid, terwijl er gelegen
heid zal zijn namen op te geven voor de
groslijst van candidaton voor de Staten
verkiezingen.
Wij vestigen cr nog de aandacht cpf
dat deze vergadering wordt gehouden in
de bovenzaal van „A m i c i t i a"
Broost raat 78.
Prof. Kanrerlicgh Onnes.
Heden herdenkt een onzer moest be
kende geleerden, prof. dr- H. Kamerlingh
Onnes alhier, den dag waarop hij 40
jaar geleden het ambt van hoóglec-raar
in de proefondervindenlijke natuurkunde
aanvaardde. Hoewel het. hem aangenamer
zou zijn geweest, dat deze dag onopge
merkt ware voorbijgegaan, in brcede krin
gen dacht, men er anders over. Zijne leer
lingen, zijn medewerkers, zijn collega's
en vele geleerden in het binnen- cn bui
tenland hadden allen behoef'e hem te hul
digen.
Meike Kamerlingh 0nr.es word in 1853
in de stad Groningen ge-basen. Op 25 Oc
tober 1S70, dus nauwelijks op 17-jarigen
leeftijd, werd hij als student in de wis cn
natuurkunde in zijn geboortestad inge
schreven. .Hij promoveerde den lOen Juli
1879 tot doctor in de wis- en na imrk in
de aan dezedfde universiteit met c?n dis
sertatie getiteld: „Nieuwe bewi'zcn voor
de aswenteling der aarde."
In 1878 werd de jonge doctor, die door
zijn dissertatie had getoond van buiten-
gewonen aanleg te zijn, benoemd to4 as
sistent aan de Polytechnische School te
Delft. Vier jaar later ontving hii eb be
noeming tot hoogleeraar aan de Le.'dsche
Universiteit, welk ambt hij den 11 en No
vember van dat jaar aanvaardde ine een
rede over: „De betcekenis van' het ouan
ti ta,lief onderzoek in de natuurkind
Een groot aantal ondórd - e-
lon hem ook te beurt.
Hedenmorgen werd de jubj - met zij
ne naaste familieleden per rijtuig van zij
ne woning naar het laboratorium ge
bracht, waar in de bovenzaal van het phi-
dosophen-practicum de huklieing plaate
had.
Green, en bloemen gaven aan de ge«
heele omgeving een feestelijk aanzienw
Vooral werd de aandacht getrokken door
een symbolisch voorstelling van den weg
naar het absolute nulpunt, aan -weerszij
den van de trap.
Toen prof. Onnes de zaal waarin tal
van instrumenten in den loop der jaren
gebruikt waren opgesteld, word binnenge
leid, speelde een gelegchhcidsmuziekgzel-
schap uit het personeel het Largo van
Handel.
Vervolgens hield namens het weten-
schapplijk personeel de heer do ets- A.
Th. van U rk een toespraak, waarin hij
den jubilaris met de zijnen verwelkomde
en zijne groote verdiensten voor de we
tenschap toekende.
De heer C. W. S p a n j e r vooreie het
woord namens de leerlingen van de oplei
ding tot instrumentmaker.
Namens het wetenschappelijk technisch
personeel en de leerlingen der opleiding,
bood de heer G. J. Film een grijs
marmeren gedenkplaat aan, welke plaat
op oen door don jubilaris te bepalen
plaats in het laboratorium zal worden
aangebracht.
Op deze plaat is het volgende opschrift
aangebracht: „O deze plaat»
werd den lOden Juli 190 8, door
Dr. H. J. Kamerlingh Onnoe he
lium voer de eerste maal
vloeibaar gemaakt."
Nadat Mevr- Onnes de gedenkplaat hadi
onthuld,, sprak de professor een woord
van dank voor de blijken van sympathie
en waardeering, die hij op hoogen prijs
stelde.
Hedenmiddag word ten huize van Prof.
Onnes een druk bezochte receptie gehou
den.
Namens het huldigingscomite waarvan
Prof. Zeeman voorzitter'was. Dr. C. A'.
Crommolin secretaris en Dr. H. R. W olt-
jer penningmeester, bood eerstgenoemde!
een wetenschappelijk werk aan, dat ala
oen vervolg kan worden beschouwd op
oen in 1904 door het Natuurkundig La
boratorium aangeboden gedenkboek.
Het is in den zelfden geest samen sestcld
en bevat dreb in het Fransch, het Duitscb
en hot Nederlandsch geechrnyaa hijdra-