iroleiilsclieCiint Tweede Blad Vrijdag 3 November 1922 Uit de Pers. Onze landsverdediging. Onze opmerking, dat ons land tijdens den grooten krijg- voor den oorlog ge spaard bleef tengevolge van ons leger, zegt de Standaard, vindt van meer den één kant bedenking. Men betwijfelt de juistheid van de me- dedeeling, dat het oorspronkelijk plan- von Scld ieffen gewijzigd werd in het veldtoehsplam-von Moltke, juist om het feit van onze versterkte weerbaarheid. Wii willen omtrent deze zaak "onze mea ning gaarne nog eens verduidelijken. Maar vooraf gebedt de beleefdheid antwoord te geven op een vraag, ons door de redactie va-n Het Vaderland gesteld. Zij geeft toe, dat onze snelle mobilisa- tie het bewijs pof van onzen goeden wil I om neutraal te blijven en acht dit inder- daad van waarde. Maar, zoo vraagt zij„is De Stan daard niet met ons van ooTdoel, dat, als in den laatsten ooiio- die binnen een korto spanne tijdö oen desperado-oorlog- werd, een der oorlogvoerende partijen het in haar belang bad geacht ons in den oorlog te betrekken, wij er zeker niet bui ten gebleven zouden zijn?" Wij verbazen ons wel ©enigszins, dat een scherpzinnige redactie als die van Het Vaderland zulk een vraag kan stollen, met de stellige overtuiging, dat wij daarmee gevangen zouden ziin. Ons antwoord is natuurlijk bevesti gend. Stellig zijn wij overtuigd, dat, als een van de oorlogvoerende mogendheden het In haar belang had geacht, ons in den oorlog te betrekken, door onze neutrali teit te schenden, zij dit niet zou hebben nagelaten. Maar wat vordert Het Va- d e r 1 a n d met deze toestemming? Want vast staat immers ook, dat ki do overweging van een der partijen of ons betrekken in den krijg jyoor haar van voordeel zou kunnen zijn, liet feit van •onze weermacht een van de voornaamste elementen vormde. Alle kansen zijn telkens /overwogen. En telkens weer is men tot de conclusie gekomen, dat eigenbelang vorderde ons met rust te laten. En daarbij kwam na tuurliik aHereerst onze kracht tot weer stand in beschouwing. Zoodat onze stel ling door deze ietwat naïeve vraag in het minst niet wordt aangetast. Wij merken nog op, dat heel ons volk, pok de meest rumoerige auti-militair.iefcen van voor 1914, bij het begin van den krijg. zielsblij was dat wij een middel tót verweer hadden. In do ure van het gevaar zegende men. algemeen de mogelijkheid tot snelle mobilisatie. Het schijnt ons nu, dit moet ons oven van het hart, allerminst verheffend, dat zoovelen, die zich toen verheugden in het feit, dat er niet naar hun vroegeren^ raad was geluisterd, nu reeds weer, nu zij het gevaar voorbij wanen, tot de oude tac tiek terugkeeren en smalend van onze kracht ter verdediging spreken. Men mogo meenen, dat dit alles verge ten werd» do volksmemorio is soms kort., maar moest zelfrespect niet tot meer dere bescheidenheid nopen? Dit .is een be leefde vraag onzerziids." KERK EN SHHOOL NED. HERV. KERK. Bedankt. Voor Garderen: M. B. Verkerk te Gocterak. GEREF. KERKEN. B o roep on. Te Woudeend: J. J. Dijk, caud. te Bussuon. Het Diaeonessenlniis te Haarlem. De beer J. van. dor Spek, tkeol. candidaafc en arts op Willem Arentzsboeve te Den Doldor, die benoemd was tot directeur van het Diaconessen- buis te Haarlem, beeft voor doze benoemiug be« danlefc. Docent J. J. v. d. Schuit. Maandagavond bad t© Apeldoorn cl© bevesti ging plaats van Ds. J. J, v. d. Schuit tot vier den Docent aan do TheoL School der Ckr. Gerei. Kerken. Als bevestiger trad op Ds. B. v. d, .Berg, van Sneefc, met het .Schrikwoord: Judas 3, laatste gedeelte. Spreker sprak over den. strijd «Ier Dienaren van Christus «n ging na: 1. hst ©del karakter; 2. do lioogo noodzakelijkheid; 3. de bokwaam- naloende kracht en 4. het Godverhccvlijkend' doel van dezen strijd. Spreker woes or op, dab do Prof. in do Thcol. to strijden hebben togen do dwalingen ook van onzen tijd, togen de vij anden binnen en buiten do Kerk. Te strijden hebbon ze ook voor de leer des geloofs. Hierom is noodzakelijk dat er is oen Tlieol. School, waar door docenten studenten gevormd worden om met geestelijke wapenen, achter den Vriend en Leids man Jezus Christus op te komen voor tl© oero Gods. Na hot uitspreken der rede, warden aan Do cent v. d. Schuit do gebruikelijke vragen ge steld, waarophet gowenechto antwoord werd gegeven. Aan het einde der plechtigheid zong d© gemeente den nieuwen Docent too Psalm 20:4. Dinsdagmorgen aanvaardde Ds, J. J. v. d. Schuit zijn ainbt al6 Docent met bet uitspre ken van een rede over: Mystiek en Dogma. His torisch geschetst critisch getoetst, synthetisch gegrepen, was het drietal gedachten, welk© spre ker onwikkelde. In bet historisch gedeelte wees spreker er op hoe oon al te scherp© dialectiek alti:d do dood in de mystiek is geweest en hoe aDderszijds een gevoelsrichting om den voor rang st-rocd en strijdt die alle dogmabepaling vijandig is. Komende tot het critisch gedeelto werd allereerst beider begrip bepaald, dan bei der waard© in do religie .aangewezen om ten slotte de psychologische verhouding van bei den te treffen. Daarna schetste spreker hoe mys tiek en dogma synthetisch moeten gegrepen wer den, omdat beide hadden een kenbron: do Heb lige Schrift en een doel: de eere Gods. Hierna volgden toespraken van curatoren, docenten, studenten, torwijl ook een deputatie uit den Kerkoraad van Amsterdam, waar Ds. r. d. Schuit acht jaren hoeft gearbeid, aanwe zig was. Een talrijk gehoor vulde de aula dor school. K^rk en Staat. In het Voorloopig Vor6lag der Tweede Kamer over Hoofdstuk VII B van do Staatsbegrooting 1923 kernen oenigo beschouwingen voor omtrent do verhoudingen tusscben Kerk en Staat. Allereerst opmerkingen, die gemaakt werden over d© financieel© verhouding tusschen Kerk on Staat. Algeheelc losmaking van tien financioolen band tusschen Kerk en Staat werd wederom van verschillende zijden bepleit. In dit verband werd gevraagd, of de Minister van Financiën de op vatting deelt, door zijn ambtgenoot van Binnen- landscli© Zaken bij de behandeling der voorstel-1 len tot Grondwetsherziening tot uiting gebracht, dat do financieel© scheiding tusschen Kerk en Staat zonder nadere wijziging der Grondwet kan plaats vinden. Een deel der hier aan het woord zijnde leden gaf als zijn meening te kennen, dat de omstan digheid» dat vele prediikantjstraxïtementen ten eenenmalo onvoldoende zijn, te wijten is jjan de genoemde financieel© verhouding, waarbij do vaststelling der tractementen door het Rijk ge schiedt, dat, naar men meende, niet genoegzaam rekening houdt met de liistorische rechten dor Kerlc. Sommig© leden achtten rechtstreeksche uitbe taling der tractementen aan predikanten ge- wenscht. Do bemidedling dor Kerkbesturen is 'hierbij geheel ©vorbodig en kan niet dan tot moeilijkheden aanleiding geven. In dit verband werd gevraagd, op welk© bepaling do vanwege zijn Departement tot den Kerkeraad der Her vormde Gemeente te Hagestem gerichte mede- deoling, dat een aanvrage om handopening niet dan door bemiddeling van hot Classicaal Be* stnur kan worden ingediend, beroet. Klaagden sommige loden over don goringen steun, die door de Kerken van verschillend© ge zindten bij de instelling vam nieuw© predikants- plaatsen of do oprichting, van nieuwe parochiën van het Rijk wordt ondervonden, verscheideno ander© leden, voorstanders als zij waren van de boven reeds besproken financieelo scheiding van Kerk en Staat, achtten allo bijdragen vaa Staatswege voor dergelijke doeleinden uit den boozo en spraken dan ook den wensch uit, dat geen enkele zoodanig© bijdrage meer zal worden verleend. Over beslissingen in zake nieuwe predikante^ tractementen werd hot volgend© opgemerkt. Sommige leden, die er op wezen, dat het vaak voorkomt, dat grenswijziging eenor burgorlijke gemeente hot aantal leden eener Kerkelijke ge meente als voorbeeld werd mot naams ge« noemd do Waakch© Gemeente te Amsterdam aanmerkelijk doet toenemen, zoodat vermeerde ring van het aantal predikaaeplaatsen noodza kelijk is, meenden op het betrachten van meer deren spoed bij de behandeling der aanvragen voor zoodanige vermeerdering te moeten aan dringen. Te lang toch moet naar hun meaning op het afkomen, dor te dezen aanzien te nomen beslissingen worden gewacht. Enkele loden gaven als hun opvatting te ken- aea, dat üc Synodale organisatie der Ned. Herv. Eerk wettigen grondslag mist. Zij achtten hel niet juist-, dat oen bedrag van I 40.000 als kos ten van Kerkbestuur wordt toegekend aan een iraulLLElüei. Vervolgd en bevrijd. Historisch verhaal uit don Napoleontischen tijd. 38) Do vreemd© heer. door al do bewoners •schuw aangegluurd, wist niet heter te doen dan er" rich Mi aan te sluiten, en zoo kwam do optocht terecht m een ruims honken, behalve door het haardvuur, door twee kaarsen verlicht. Nu de begroeting sterk, vormeerderd en verbeterd, nog eens over gedaan, een groot aantal verwarde vra gen geuit en even verward beantwoord» en tot slot stelde Nellie haar geleider aan haar ouders voor. Papa, hoezoer in zijn schik niet- do te huiskomst zijner dochter, scheen dit min der te zijn met de- aanwezigheid van den vreemden heer, doch dit wan f rouwen ver dween geheel en aJr toon Nelire een kort verslag had uitgebracht van der omsten- drgjbeden, waarin zij kennis- mat hein had -gemaakt, „Noey as dat t- geval k, kom dan nraor gauw bie 't vuur, en warm o© ons," zeido hij, cd. wierp een paar gnoote houtblok- kon op den haard» welke spoedig een. aa-n- fcananw warmte begonnen te verspreiden. De vreemde heer gaf\met' vreugde gevolg aan de uitnoodiging, en terwijl Nellie bij de tafel aan de verzamelde zusters en broers, met moeder tot presidente, haai* wedervaren vertelde, verdiepten hij en. do heer des huizes zich rn een beschouwing ovor den politieleen, toestand des lands. De gastheer was een vrij klein» mager, (gebogen man van omstreeks vijftig ja ren, in alles even deftig en waardig. Hij had zich zoo min over (te onverwachte komst zijner oudste dochter als over zijn nieuwen gast verbaasd, over diens bin nentreden had hij zich eikel eon weinig geërgerd voor hij te geschiedenis kende. Hij had met waardigheid de welkomstkus zijner dochter -ontvangen, zich langzaam we-er naar 't vuur gekeerd en met bcido handen zijn kuiten beetgepakt als om oen steun to hebben bij Tv volgend© gesprek. Daarbij keek hij nimmer dcage-ïwr- as» met wie© hij sprak, maar sefcadte» of knik kebolde alsof hij. praati-e tegen te vlaat- msrL vcor hem. Tma do ilaaUzakcn. Lot- briter gen gtv :-.bik- waren, waarbij Teeteis zich als een vurig, Oran^klant kad te ai toes.- Tven,. trad ecu stilt© in, welk© alleen ver broken werd door de votedliugfm van. Nel li© aan. de tafel. Hoewel do boer zich hield als bad hij slechts, aandacht voor do gloeiende kolen, zo o bracht het ver- haai hem toch op andore gedachten, Hij instelling, welker Kerkrechtelijk© bevoegdheid •voor ernstig© botwistiug vatbaar is, en stelden in verband daarmede de vraag, ©f d© Regeering bereid is te overwogen of niet, voordat wederom tot toekenning van een zoodanig© bijdrage wordt overgegaan, do Ned. Herv. Ke-rken in do gele- genkeid bebooren te worden gestold zich een wettig bestuur te kiezen. Do Godheid van Chitetaa, In hot dagblad „Do Zuidwillomsva&rt" lozen w© ©en verslag van een door Dr. Frederik van Eed-en, dio onlangs naar de R. K. Kerk overging, gehouden lezing te Helmond. Daarin treffen w© aan do volgend© alinea „Ten slotte houdt spr. nog oen uitvoerig be toog over do Godhoid van Chrism*.- de geloofst waarheid, die altijd hot eorst door Protestanten cn ongeloovigen Wordt verworpen". Gevraagd kan worden Heoft Dr. van Eeden nog nooit kennisgemaakt met do geloofswaarhe den van hot rechtzinnig Protestantisme, dat hij zulk oen abnormal© „waarheid" debiteert? Het huwelijksfeest to Doorn, Meer nog dan in Nederland interes seert rich de openbare meening in Duitschland voorhet aanstaande tweede huwelijk des keizers. Het is een maat- echapelijk en een politiek evenement. Onder de monarchisten is de stemming zeer verdeeld en -de broedo aanhang van de oude keizerin, die door dit tweede hu welijk haar nagedachtenis gekrenkt acht, heeft gedurende de laatste weken tegen prinses Hermin© von SchönaichCairo - lath een zeer kwaadaardige campagne ge- voord. Zij hebben vele meer of minder ge* gronde geruchten verspreid, die ten slotte ook in het kasteel Saabor. de tegenwoor dige woonplaats der prinses, doordron gen en dezG besloot haar houding in de pers openlijk te rechtvaardigen. In een interview met den redacteur van een rechtsch staand BerÜjnsch blad heeft zij, meestal zonder de aanvallen, waarop zij reageert, nader te omschrijven, ze be antwoord. De Tele gr. weet daaromtrent het volgende mede te deelen: „Ik ontving in Maart van dit jaar een uitnoodiging van den keizer, om naar Doom te komen. In de maand Mei kwam ik er aan. Van het eerste oogenblik af ge droeg de keizer zich jegens mij als een beminnelijlc particulier mot koninklijke allures: zonder iedere pose, ongedwon gen, met vanzelf sprekende vriendelijk heid. Dit optreden bekoorde mij. Den storksten indruk maakte op mij de zuiver mensclieiijke goedheid des keizers, die uit zijn woorden en daden, uit zijn toestem ming en critiek zoo wonderbaar aan den dag trad. Ik beproef steeds in den mene©« eerst den mensch te zoeken, en oordeei eerst. dan. De keizer was friech en veer krachtig. Het predicaat „jeugdig" óf „jeugdig van harte" geeft de kern van zijn wezen weep. „Roede na korten tijd maakte hij mij met zijn wen-schen en plannen bekend, die een spoedige ,hcrtrouwjng ten doel had den. Ik vernam dan, dat dé overleden keizerin korten tijd voor haar dood het verzoek, uitgesproken had, dat- de keizer •opnieuw- zou trouwen. Dok prins Hein- rich, die zijn broeder boven alles waar deert en vereert, was een voorstander van en spoedig tweedo huwelijk. Hij en de kroonprins waren ongetwijfeld de eer sten, die het gevaar van de eenzaamheid, van de innerlijke vereenzaming juist wis ten te beoordeelen en daardoor hun standpunt tegenover den keizer lieten be palen. ,J3o keizer besprak met mij alles, wat vo'er ons toekomstig gemeenschappelijk leven van belang kon zijn. Ik wiist. dat ik een groot offer te brengen had, hoewel mijn genegenheid en liefdo voot den kei zer boven alles sterk waren. Mijn voor stel, om, alvorens een definitieve en on- veranderlijke lyestksing te nemen, de kin- deren van beide partijen te onderrichten, verkreeg de toestemming des keizers. De kroonprins nam, na zijn. bezwaren spoe dig overwonnen to hebben, een zeer vriendelijke hbuding aan. Op een vraag den Duitechen jour nalist over dm tegenstand, dien het. hu welijk des keizers zon ontmoeten, ver klaarde dé prinses: „Inderdaad, er waren twee personen, n.l. de Kroonprinses en prins August Wilhelm. De Kroonprinses was vooral bevreesd haar fraditioncolo rechten en privileges te verliezen. Ik leg vooral den Barfouk op trouwe kameraadscbappelijk- hedd, aan de zijde van den man. wkne vrouw ik zal worden en ik kan niet in zien, dat zuiver uiterlijke repreeent^rie- rechten, en. -ph'chten den voorrang moeten hebben voor die diepe, innerliike gevoe lens. Maar: Ieder hel", ztme! kneep zich va-eèer in'do kuiten, en zeide langzaam en met nadrukkelijk knikken tegen 't vuur: „Jao to zult zeggen wat bi j' nkuwegimgë maor, ik wol toch wel is grage weten, hoe of ie hèèten niet" (een langdurig hoofdschudden) „niet da 'k oo niét vertrouwe maor 'lc viivdo ft zoo vremd, da' 'kiemro in huus heW>e, dio 'k zelf niet wetc te muaien. Begiicp ie?" Do vreemde heer keek ietwat v€kLe-g(3L naar den. kring om do taiol, dien hij liefst niet in zijne gtheimen scheep in te willen wijten. Zijn gastheer wat voorliegen? dat strsed met rijn karalïter. Hij boog zich naar hem tue, en zcide zachtjes: „Sta mij too daarmee- ie wachbp t ot te jonge lui naar Md zijn; ik heb vc-den om mijn naam niet zoo algemeen bekend te ma ken. Noem mij hier in huis maar Cornells Veltman. Gij hebt. daar toch met. tegen?" Beeters zei f.<?gen het vuur, dat hij *t heel goed vctad, cn- sjvrak or vndor niet over. Hef, avondeten werd opgezet en door d?> familie, vooral door ter nieuwe' hnlplu^c'jïm zoo krjKchtig' aa®g®valkuï, dat. hst tón&'n, oen mimrftwiït van tijd ver dwenen wa-?. Hieraa trokken d& jongelui af; ook Nellie, die anders nog ©en uurt.jo nu. de jengeren opbleef, nam wegens haar ovorgrorie vermoeieöf# afscheid. Haar 1 vader ffltte zich n/og eet» op rijn oude Ik geloof vai hoop, dat wij op den wog naar een goede harmonio zijn. Niet to ontkennen is echter ook het afwijkende standpunt van tenige hcei-eu en dames uit do tegenwoordige -omgeving des Kei zers. Maar in weerwil van alle bitterhe den meende ik de stem van mijn hart en don vurigep wensch dos Keizers te moe- ton gehoorzamen. Ik geloof ook niet, dat ik ook slechts het minst© of geringste van mijn eigen individualiteit behoef op le offeren. Groot© vreugde hebben mij mijn -eigen kinderen 'bereid, die, hoewel nog zeer jong, uit hun kinderharten uit drukking gaven. aan. gevoeleus van blijde instemming'*: Verve1 geus vertelde do prinse3 over haar laatste jaren en over haar overleden echtgenoot. „Geloof mij", zeidie zij, „ik heb onuit sprekelijk zwaar geleden. DerHen jaar lang heb ik mijn zieken man verpleegd. Dag en nacht zat ik dikwijls aan zijn ziekbed in oen ver verwijderd sanatorium en zelfs heb ik mijn taak volbracht in weerwil van een dreigend infectiegevaar. Herhaalde1 ijk heb ik tegen den raad der gepcosheeren in mijn eigen wil doorgezet. Goddank, zijn mün vi'f kinderoa kernge- zond. De oudste. Hans G-eorg. is te Greiz in het "huis van den loeraar, die mij zelf heeft opgevoed, en ook Goot^J Wil- holm zal spoedig daarheen gaan." „Ik zal, zoo als de formul© van het hu welijksverdrag zegt, den titel van „Kei zerin 'Wilhelm II" dragen. Verder heb ik bedongen, dat ik ieder jaar twee maal acht weken in Duitschland kan doorbren gen. Dit verblitf ie absoluut noodzakelijk, daar ik de administratie van mi*n bezit ting Saabor ©n van de goederen van mini zoons, Amtitz bij Guben en Mellendorf in het district Schweidnitz ter plaatse' roere ien wil en mijn jongens te Greiz ten min ste twee maal per jaar in mi in omge ving wil hebben." Over de, huwelijksplechtigheid te Doorn op den 5én November verklaarde do prin ses: „De kroonprinses zal niet bij het Hu welijk aanwezig ziin. Of de kro oud rins, die zich kort geloden gewond hoedt, te Doorn komen kan. is niet zriter. wii ho pen T echter. Prins Eitel Friedrich, prins en prinses Adalbert en prins Hein- rich von Preussen komen op de bruiloft. Bovendien zul len mün zusters, de vors'in Stolberg-Rossla en gravin Fmma Künigl, te Doom verschijnen. Ook zal vorst. Reuss, het hoofd der regeerendo linie, aan denbrui'oft deelnemen, eveneens prinses Margarethe von Hessen. De keizer zal bij het huwelijk de gmeraal6 uniform, in groot tenue, dragen. Generaal-Veldmaar schalk von Hindenburg en gf-neraal Lu- dend-o^ff rim niet uït^eoodted." DE WETTELIJKE ZOMERTIJD. Door het Hoofdbestuur van de Christ. Hist. Unie was onlangs een Commissie benoemd ter bestudeering van hot vraag stuk van den wcttelijken Zomer tijd. Deze Commissie heeft thans het volgen de rapport ingediend. Evenals andere crisismaatregelen is de wet op den Zomertijd onnatuurlijk en wordt dientengevolge door een groot deel der bevolking niet nageleefd. Waar zij bo vendien voor een groot deel dor bevolking ernstige bezwaren oplevert, behoort zij te verdwijnen. Deze bezwaren zim de navol- gente: a. Dezo wet voert op bet platteland eon tweeslachtige tiidsverdeeling in. De officieele personen en lichamen houden zich aan de wettelijke regeling, doch vele anderen, als melkslijters. winkeriers, smo ten enz. moeten zich aanpassen aan den landbouw, die nu eenmaal met don stand dei* zon rekening moet houden. Ook in T. gezinsleven van den boer werkt de wet storend, vooral met 't oog op de schooltijden der kinderen. Gewoon lijk kunnen dozen de maaltijden niet. ge lijktijdig gebruiken met de overigo loden den. van het gezin. b. Ook met 't oog op de gezondheid van 'fc kind, dat door den Zomertijd nachtrust te kort komt, is t van belang, dat deze regeling verdwijnt. Immers wan neer 't klokje van ter ruste gaan voor de lanteren slaat *n do zon nog betrekke lijk hoog aan den hemel staat» gaat mon er niet gemakkelijk toe over de kinderen to bed lc brengen, doch regelt men zich naar den stand der zon; des morgens och- fcr slaat de schoolklok op 't officieel© uur, zoodat 't schoolkind ©on uur nacht rust te kort komt. Heeren doet oron drin gen steeds op veel nachtrust voor kinde ren aan, doch dit wordt door den Zo mertijd tegengewerkt. Dit bezwaar geldt feil olijk voor den landbouwenden stand ook op ouderen "leeftijd. Ook da volwassen landbouwer, plekje, stopte zijn. pijpje, gaf een schoon© pijp aan rijn. ga^t on reikte hem d-e ta baksdoos. over. „Ic mot," zei de hij, nu. nog langzamer en afgebrokener sprekende dan daar straks, „ïo mot maor vour lief n om men wa' Tc hebbe; sinds dat die Fransche duu- vel over ons land regiert en, sinds datL hooi tabak verköch heei dut goeie zaken er mee, zol ik denken. shhIs dien ried kuwwo gien anner goed den dit bocht kriegen en gebroken. Jaoë" ver vol gdo liir, en kneep zich met geestdrift in te linkcrkuit, „mochten wie 't nog ens brieven, dat wie 'n Prins uit 't Huis van Oranje over ons kregen, dan zollen wie wel weer 'n béter piepken rookenë" Het zonderlinge slot van den patlieti- cchen uitroep deed den vreemden heer glimlachen. Hij slak zijn pijp aan, en bevond dat in deze dagen wel slechter tabak gerookt werd; men gebruikte toch wel gedroog de beetwortriblaten als surrogaat. Zoodra hij nu wdbohagdijk do rook wolken iu don schoorsteen blies, begon hij to voririlon wio bij was. Alle verstandige lezers zullen aaai de kleding reeds Loo C uilenburg herkend •hebben, dio na zijn pleziertochtje in Haar lem een schuilplaats op de Veluwo go- zocht had. Hot bleek irn dat hij gx>ed ge daan had met zoo openhartig to wezen, die blijft werken, zoolang t;pt dag is, ge niet door den zomertijd een to korle nachtrust. c. Nadeelig 16 ook te zomertijd voor te gezondheid van arbeidors, werkzaam bij den land- en tuinbouw. Hot wieden, snijden' en plukken der gewassen, terwijl deze nog vochtig zijn van den dauw, moet op don duur schadelijk werken op de gezondheid der arbeiders. d. 't Bijeen verzamelen der vruchten, terwijl zij nog vochtig zijn, werkt ook schadelijk op de kwaliteit, omdat zi| daardoor spoedig beginnen te broeien en tot bederf overgaan. e. Tengevolge va-n den zoinertiid moot gedurende een groot deel van het jaar het melken bij duisternis plaats vinden, hetgeen belet, dat .de bereiding van do melk z o o hygiënisch geschiedt, als ge- wen-scht is en bij voldoende licht moge lijk is. f. Doordat de veilingen en ook de ver voermiddelen zich aan den zpmert.iid aan passen, moet. men zich bij den tetehouw een uur vervroegen. g. Vooral bii den hooi- en korenoogst gaat er voor de bewerking der gewassen een uur verloren, 't. Hooi en graan is niet droog voor 's morgens ongeveer 8 uur zonnetijd, zoodat men met de bewerkng pas 9 uur zomertijd kan beginnen, welk uur dus, als werktijd verloren g^at. ten zij het dos avonds wordt ingehaaM. h. In den landbouw wordt 's avonds al reeds langer gewerkt (ongeveer tot 6 A 7 uur zonnetijd) dan bii de industrie en handel (5 of G uur zomertijd), zoodat door den zomertijd het verschil tusschen de arbeidstijden in den landbouw en in de industrie verscherpt wordt ten nadeele van de arbeiders in den landbouw. i. In den landbouw moet men zich nu eenmaal noodgedwongen aan don zonne tijd houden en wordt men daardoor be lemmerd bij het gewone maatschappen ;lc verkeer zich aan te sluiten, omdat men steeds een uur la-ter k-omt. 'bijwonen vaa vergaderingen, bezoeken afleggen enz.) tenzij men z'n werkzaamheden oen uur vroeger beëindigt, wah niet altüd moge lijk is. f. Ook de bewering, dat kunstlicht be spaard wordt gaat slechte voor een ge ring deel op. Die besparing is eenzijdig; zij bestaat hoofdzakelijk voor do stede lingen en spoorwgen. Daar staat echter nog verlies tegenover, want gedurend© het voorjaar en het najaar moeten velen, die vroeg moeten beginnen, d-es morgens hun werk bij kunstlicht verrichten. Samenvattend, komt de Oommie6ie, op grond van voornoemde overwegingen, tofi d© slotsom, al moge d<? wet od den zo mertijd voor do stede1 ijke bevolking eonig voordeel brengen, dat dit vooHcel niet kan opwegen tegen de onaangenaamhe den en nadeelen, die voor den lap cl- en tuinbouw van haar het gevoV z'in. De Commissie dringt er daarom ten ernstig ste op aan het mogelüko to do*n. opdat bed ooi do wet te" oHop-ttegf© yroï-te tt> ve trokken. Dc Staatsgreep in Italië. „One oordeel over wat in HaliC ge beurde. zegt do Standaard, kan niet twijfelachtig zijn. Men heeft hier te doen met een puren staatsgreep. Eon minderheid in het volk, iu het óe- izit van oonige materïori© machtsmidde len, dwingt het Kabinet tot aftreden en do leiders der beweging presenteer n zich zolf ate ministers. Zij vorklaren met ont roerd gemoed dat do beweging niet tegen don Koning gericht is, maar eeniglijk be oogt den ontwaakten geest van het door den oorlog herboren volk niet weer te doen insluimeren. En dan wordt op zijn beurt do Koning ontroerd en valt deo man, die hem dat allee komt meedeelen, met tranen in do oogen orn^den hn Dat alles is een weinig vrte .oor ons Westerlingen, maar het is Met on- ItaJiaanscb. Men is daar gewoon aanuit barstingen van Etna, Stromboli en Vesu vius ©n beziet do ontploffing van men- 6chelijkon hartstocht Iriwa* dan wij. Maar met dat a\ het ft.i óai piaaté greep, is ernstig genoeg om ons tot na denken te bron gen. Niet alleen om het feit, om hot verschijnsel, maar ook om do mogelijke gevolgen voor Europa. Wa hadden wel gaarne gezien, dat de hacfd- IëidOT der fascisten Muesolin zich een andoren- biechtvader dan d'Annunzio had uit gekozen. Do wilte avonturen vaa den laatste aan do Dalmatiecho Kust, lig gen nog vcrsch in bet geheugen. Overigens bewijst ook deze staats greep. hoo makkelijk eon 6lappe regee ring, dio niet verslaat wat regeeren ia, ondor don voet wordt gekropen. Zii het voorbeeld ter waarschuwing? want Periers kende zijn vader, die op een uur of vijf afetands woonde, zeer goed, had dikwijls zaken met hem gedaan en verheugde cr zich op zijn gewone deftigs manier over, dat hij ,,'t oldst© jonk" ds EÊOodige herbergzaamheid mocht tooncn. Moedor do vrouw sloeg bijwijlen onder do vertelling do h-anden ineen van verba-* zing, on zelfs haar echtgenoot koek nu en dim Loo met zijnd kleine oogjes aan om zich to vergowksoa dat dezo geen „bakjes" opdi.schte. Doch één blik op hef trouwhartige gelaat van den jongen man was voldoende om hem vml te waarheid ter geschiedenis to ovdrtuigen, en hij knikte of schudde met bet. hoofd tegen 't vuur, al naar dat hot te pae kwam. „Jong," zei hij eindelijk, „ie blictti maor hier, Iicur re; daor bro oo vader on huus is 't gevaorlik, dat hour ik al, hitr zal gien mensche oe zoekencn ié kunt nog is wat te wéten komen van of olders. As 't dan manges wat rustig rn 't land is, dau zal ik wel zorgen, dat II naar Dnulscbland of zoowegkump. I^o drukte den gullen man mot kracht de hand en dankte hem. „Go weet niri, zeide hij. „welk con. gerustheid hot gerits na zoo lang gezworven to hebben, ©Indo- - lijk woor eens onder dak to zijn on rustig, to kunpén slapen." (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 5