iroleiilsclieCiint
Tweede Blad
Vrijdag 3 November 1922
Uit de Pers.
Onze landsverdediging.
Onze opmerking, dat ons land tijdens
den grooten krijg- voor den oorlog ge
spaard bleef tengevolge van ons leger,
zegt de Standaard, vindt van meer
den één kant bedenking.
Men betwijfelt de juistheid van de me-
dedeeling, dat het oorspronkelijk plan-
von Scld ieffen gewijzigd werd in het
veldtoehsplam-von Moltke, juist om het
feit van onze versterkte weerbaarheid.
Wii willen omtrent deze zaak "onze mea
ning gaarne nog eens verduidelijken. Maar
vooraf gebedt de beleefdheid antwoord te
geven op een vraag, ons door de redactie
va-n Het Vaderland gesteld.
Zij geeft toe, dat onze snelle mobilisa-
tie het bewijs pof van onzen goeden wil
I om neutraal te blijven en acht dit inder-
daad van waarde.
Maar, zoo vraagt zij„is De Stan
daard niet met ons van ooTdoel, dat,
als in den laatsten ooiio- die binnen een
korto spanne tijdö oen desperado-oorlog-
werd, een der oorlogvoerende partijen
het in haar belang bad geacht ons in den
oorlog te betrekken, wij er zeker niet bui
ten gebleven zouden zijn?"
Wij verbazen ons wel ©enigszins, dat
een scherpzinnige redactie als die van
Het Vaderland zulk een vraag kan
stollen, met de stellige overtuiging, dat
wij daarmee gevangen zouden ziin.
Ons antwoord is natuurlijk bevesti
gend. Stellig zijn wij overtuigd, dat, als
een van de oorlogvoerende mogendheden
het In haar belang had geacht, ons in den
oorlog te betrekken, door onze neutrali
teit te schenden, zij dit niet zou hebben
nagelaten. Maar wat vordert Het Va-
d e r 1 a n d met deze toestemming?
Want vast staat immers ook, dat ki
do overweging van een der partijen of ons
betrekken in den krijg jyoor haar van
voordeel zou kunnen zijn, liet feit van
•onze weermacht een van de voornaamste
elementen vormde.
Alle kansen zijn telkens /overwogen.
En telkens weer is men tot de conclusie
gekomen, dat eigenbelang vorderde ons
met rust te laten. En daarbij kwam na
tuurliik aHereerst onze kracht tot weer
stand in beschouwing. Zoodat onze stel
ling door deze ietwat naïeve vraag
in het minst niet wordt aangetast.
Wij merken nog op, dat heel ons volk,
pok de meest rumoerige auti-militair.iefcen
van voor 1914, bij het begin van den
krijg. zielsblij was dat wij een middel tót
verweer hadden. In do ure van het gevaar
zegende men. algemeen de mogelijkheid
tot snelle mobilisatie.
Het schijnt ons nu, dit moet ons oven
van het hart, allerminst verheffend, dat
zoovelen, die zich toen verheugden in het
feit, dat er niet naar hun vroegeren^ raad
was geluisterd, nu reeds weer, nu zij het
gevaar voorbij wanen, tot de oude tac
tiek terugkeeren en smalend van onze
kracht ter verdediging spreken.
Men mogo meenen, dat dit alles verge
ten werd» do volksmemorio is soms kort.,
maar moest zelfrespect niet tot meer
dere bescheidenheid nopen? Dit .is een be
leefde vraag onzerziids."
KERK EN SHHOOL
NED. HERV. KERK.
Bedankt. Voor Garderen: M. B. Verkerk
te Gocterak.
GEREF. KERKEN.
B o roep on. Te Woudeend: J. J. Dijk, caud.
te Bussuon.
Het Diaeonessenlniis te Haarlem.
De beer J. van. dor Spek, tkeol. candidaafc en
arts op Willem Arentzsboeve te Den Doldor, die
benoemd was tot directeur van het Diaconessen-
buis te Haarlem, beeft voor doze benoemiug be«
danlefc.
Docent J. J. v. d. Schuit.
Maandagavond bad t© Apeldoorn cl© bevesti
ging plaats van Ds. J. J, v. d. Schuit tot vier
den Docent aan do TheoL School der Ckr. Gerei.
Kerken. Als bevestiger trad op Ds. B. v. d,
.Berg, van Sneefc, met het .Schrikwoord: Judas
3, laatste gedeelte.
Spreker sprak over den. strijd «Ier Dienaren
van Christus «n ging na: 1. hst ©del karakter;
2. do lioogo noodzakelijkheid; 3. de bokwaam-
naloende kracht en 4. het Godverhccvlijkend'
doel van dezen strijd. Spreker woes or op, dab
do Prof. in do Thcol. to strijden hebben togen
do dwalingen ook van onzen tijd, togen de vij
anden binnen en buiten do Kerk. Te strijden
hebbon ze ook voor de leer des geloofs. Hierom
is noodzakelijk dat er is oen Tlieol. School, waar
door docenten studenten gevormd worden om met
geestelijke wapenen, achter den Vriend en Leids
man Jezus Christus op te komen voor tl© oero
Gods.
Na hot uitspreken der rede, warden aan Do
cent v. d. Schuit do gebruikelijke vragen ge
steld, waarophet gowenechto antwoord werd
gegeven. Aan het einde der plechtigheid zong
d© gemeente den nieuwen Docent too Psalm
20:4.
Dinsdagmorgen aanvaardde Ds, J. J. v. d.
Schuit zijn ainbt al6 Docent met bet uitspre
ken van een rede over: Mystiek en Dogma. His
torisch geschetst critisch getoetst, synthetisch
gegrepen, was het drietal gedachten, welk© spre
ker onwikkelde. In bet historisch gedeelte wees
spreker er op hoe oon al te scherp© dialectiek
alti:d do dood in de mystiek is geweest en hoe
aDderszijds een gevoelsrichting om den voor
rang st-rocd en strijdt die alle dogmabepaling
vijandig is. Komende tot het critisch gedeelto
werd allereerst beider begrip bepaald, dan bei
der waard© in do religie .aangewezen om ten
slotte de psychologische verhouding van bei
den te treffen. Daarna schetste spreker hoe mys
tiek en dogma synthetisch moeten gegrepen wer
den, omdat beide hadden een kenbron: do Heb
lige Schrift en een doel: de eere Gods.
Hierna volgden toespraken van curatoren,
docenten, studenten, torwijl ook een deputatie
uit den Kerkoraad van Amsterdam, waar Ds.
r. d. Schuit acht jaren hoeft gearbeid, aanwe
zig was. Een talrijk gehoor vulde de aula dor
school.
K^rk en Staat.
In het Voorloopig Vor6lag der Tweede Kamer
over Hoofdstuk VII B van do Staatsbegrooting
1923 kernen oenigo beschouwingen voor omtrent
do verhoudingen tusscben Kerk en Staat.
Allereerst opmerkingen, die gemaakt werden
over d© financieel© verhouding tusschen Kerk on
Staat.
Algeheelc losmaking van tien financioolen
band tusschen Kerk en Staat werd wederom van
verschillende zijden bepleit. In dit verband werd
gevraagd, of de Minister van Financiën de op
vatting deelt, door zijn ambtgenoot van Binnen-
landscli© Zaken bij de behandeling der voorstel-1
len tot Grondwetsherziening tot uiting gebracht,
dat do financieel© scheiding tusschen Kerk en
Staat zonder nadere wijziging der Grondwet kan
plaats vinden.
Een deel der hier aan het woord zijnde leden
gaf als zijn meening te kennen, dat de omstan
digheid» dat vele prediikantjstraxïtementen ten
eenenmalo onvoldoende zijn, te wijten is jjan de
genoemde financieel© verhouding, waarbij do
vaststelling der tractementen door het Rijk ge
schiedt, dat, naar men meende, niet genoegzaam
rekening houdt met de liistorische rechten dor
Kerlc.
Sommig© leden achtten rechtstreeksche uitbe
taling der tractementen aan predikanten ge-
wenscht. Do bemidedling dor Kerkbesturen is
'hierbij geheel ©vorbodig en kan niet dan tot
moeilijkheden aanleiding geven. In dit verband
werd gevraagd, op welk© bepaling do vanwege
zijn Departement tot den Kerkeraad der Her
vormde Gemeente te Hagestem gerichte mede-
deoling, dat een aanvrage om handopening niet
dan door bemiddeling van hot Classicaal Be*
stnur kan worden ingediend, beroet.
Klaagden sommige loden over don goringen
steun, die door de Kerken van verschillend© ge
zindten bij de instelling vam nieuw© predikants-
plaatsen of do oprichting, van nieuwe parochiën
van het Rijk wordt ondervonden, verscheideno
ander© leden, voorstanders als zij waren van de
boven reeds besproken financieelo scheiding van
Kerk en Staat, achtten allo bijdragen vaa
Staatswege voor dergelijke doeleinden uit den
boozo en spraken dan ook den wensch uit, dat
geen enkele zoodanig© bijdrage meer zal worden
verleend.
Over beslissingen in zake nieuwe predikante^
tractementen werd hot volgend© opgemerkt.
Sommige leden, die er op wezen, dat het vaak
voorkomt, dat grenswijziging eenor burgorlijke
gemeente hot aantal leden eener Kerkelijke ge
meente als voorbeeld werd mot naams ge«
noemd do Waakch© Gemeente te Amsterdam
aanmerkelijk doet toenemen, zoodat vermeerde
ring van het aantal predikaaeplaatsen noodza
kelijk is, meenden op het betrachten van meer
deren spoed bij de behandeling der aanvragen
voor zoodanige vermeerdering te moeten aan
dringen. Te lang toch moet naar hun meaning
op het afkomen, dor te dezen aanzien te nomen
beslissingen worden gewacht.
Enkele loden gaven als hun opvatting te ken-
aea, dat üc Synodale organisatie der Ned. Herv.
Eerk wettigen grondslag mist. Zij achtten hel
niet juist-, dat oen bedrag van I 40.000 als kos
ten van Kerkbestuur wordt toegekend aan een
iraulLLElüei.
Vervolgd en bevrijd.
Historisch verhaal
uit don Napoleontischen tijd.
38)
Do vreemd© heer. door al do bewoners
•schuw aangegluurd, wist niet heter te doen
dan er" rich Mi aan te sluiten, en zoo kwam
do optocht terecht m een ruims honken,
behalve door het haardvuur, door twee
kaarsen verlicht. Nu de begroeting sterk,
vormeerderd en verbeterd, nog eens over
gedaan, een groot aantal verwarde vra
gen geuit en even verward beantwoord»
en tot slot stelde Nellie haar geleider aan
haar ouders voor.
Papa, hoezoer in zijn schik niet- do te
huiskomst zijner dochter, scheen dit min
der te zijn met de- aanwezigheid van den
vreemden heer, doch dit wan f rouwen ver
dween geheel en aJr toon Nelire een kort
verslag had uitgebracht van der omsten-
drgjbeden, waarin zij kennis- mat hein had
-gemaakt,
„Noey as dat t- geval k, kom dan nraor
gauw bie 't vuur, en warm o© ons," zeido
hij, cd. wierp een paar gnoote houtblok-
kon op den haard» welke spoedig een. aa-n-
fcananw warmte begonnen te verspreiden.
De vreemde heer gaf\met' vreugde gevolg
aan de uitnoodiging, en terwijl Nellie bij
de tafel aan de verzamelde zusters en
broers, met moeder tot presidente, haai*
wedervaren vertelde, verdiepten hij en. do
heer des huizes zich rn een beschouwing
ovor den politieleen, toestand des lands.
De gastheer was een vrij klein» mager,
(gebogen man van omstreeks vijftig ja
ren, in alles even deftig en waardig. Hij
had zich zoo min over (te onverwachte
komst zijner oudste dochter als over zijn
nieuwen gast verbaasd, over diens bin
nentreden had hij zich eikel eon weinig
geërgerd voor hij te geschiedenis kende.
Hij had met waardigheid de welkomstkus
zijner dochter -ontvangen, zich langzaam
we-er naar 't vuur gekeerd en met bcido
handen zijn kuiten beetgepakt als om oen
steun to hebben bij Tv volgend© gesprek.
Daarbij keek hij nimmer dcage-ïwr- as» met
wie© hij sprak, maar sefcadte» of knik
kebolde alsof hij. praati-e tegen te vlaat-
msrL vcor hem.
Tma do ilaaUzakcn. Lot- briter
gen gtv :-.bik- waren, waarbij Teeteis zich
als een vurig, Oran^klant kad te ai toes.-
Tven,. trad ecu stilt© in, welk© alleen ver
broken werd door de votedliugfm van.
Nel li© aan. de tafel. Hoewel do boer zich
hield als bad hij slechts, aandacht voor
do gloeiende kolen, zo o bracht het ver-
haai hem toch op andore gedachten, Hij
instelling, welker Kerkrechtelijk© bevoegdheid
•voor ernstig© botwistiug vatbaar is, en stelden
in verband daarmede de vraag, ©f d© Regeering
bereid is te overwogen of niet, voordat wederom
tot toekenning van een zoodanig© bijdrage wordt
overgegaan, do Ned. Herv. Ke-rken in do gele-
genkeid bebooren te worden gestold zich een
wettig bestuur te kiezen.
Do Godheid van Chitetaa,
In hot dagblad „Do Zuidwillomsva&rt" lozen
w© ©en verslag van een door Dr. Frederik van
Eed-en, dio onlangs naar de R. K. Kerk overging,
gehouden lezing te Helmond. Daarin treffen w©
aan do volgend© alinea
„Ten slotte houdt spr. nog oen uitvoerig be
toog over do Godhoid van Chrism*.- de geloofst
waarheid, die altijd hot eorst door Protestanten
cn ongeloovigen Wordt verworpen".
Gevraagd kan worden Heoft Dr. van Eeden
nog nooit kennisgemaakt met do geloofswaarhe
den van hot rechtzinnig Protestantisme, dat hij
zulk oen abnormal© „waarheid" debiteert?
Het huwelijksfeest to Doorn,
Meer nog dan in Nederland interes
seert rich de openbare meening in
Duitschland voorhet aanstaande tweede
huwelijk des keizers. Het is een maat-
echapelijk en een politiek evenement.
Onder de monarchisten is de stemming
zeer verdeeld en -de broedo aanhang van
de oude keizerin, die door dit tweede hu
welijk haar nagedachtenis gekrenkt acht,
heeft gedurende de laatste weken tegen
prinses Hermin© von SchönaichCairo -
lath een zeer kwaadaardige campagne ge-
voord. Zij hebben vele meer of minder ge*
gronde geruchten verspreid, die ten slotte
ook in het kasteel Saabor. de tegenwoor
dige woonplaats der prinses, doordron
gen en dezG besloot haar houding in de
pers openlijk te rechtvaardigen.
In een interview met den redacteur van
een rechtsch staand BerÜjnsch blad heeft
zij, meestal zonder de aanvallen, waarop
zij reageert, nader te omschrijven, ze be
antwoord.
De Tele gr. weet daaromtrent het
volgende mede te deelen:
„Ik ontving in Maart van dit jaar een
uitnoodiging van den keizer, om naar
Doom te komen. In de maand Mei kwam
ik er aan. Van het eerste oogenblik af ge
droeg de keizer zich jegens mij als een
beminnelijlc particulier mot koninklijke
allures: zonder iedere pose, ongedwon
gen, met vanzelf sprekende vriendelijk
heid. Dit optreden bekoorde mij. Den
storksten indruk maakte op mij de zuiver
mensclieiijke goedheid des keizers, die uit
zijn woorden en daden, uit zijn toestem
ming en critiek zoo wonderbaar aan den
dag trad. Ik beproef steeds in den mene©«
eerst den mensch te zoeken, en oordeei
eerst. dan. De keizer was friech en veer
krachtig. Het predicaat „jeugdig" óf
„jeugdig van harte" geeft de kern van
zijn wezen weep.
„Roede na korten tijd maakte hij mij
met zijn wen-schen en plannen bekend, die
een spoedige ,hcrtrouwjng ten doel had
den. Ik vernam dan, dat dé overleden
keizerin korten tijd voor haar dood het
verzoek, uitgesproken had, dat- de keizer
•opnieuw- zou trouwen. Dok prins Hein-
rich, die zijn broeder boven alles waar
deert en vereert, was een voorstander
van en spoedig tweedo huwelijk. Hij en
de kroonprins waren ongetwijfeld de eer
sten, die het gevaar van de eenzaamheid,
van de innerlijke vereenzaming juist wis
ten te beoordeelen en daardoor hun
standpunt tegenover den keizer lieten be
palen.
,J3o keizer besprak met mij alles, wat
vo'er ons toekomstig gemeenschappelijk
leven van belang kon zijn. Ik wiist. dat ik
een groot offer te brengen had, hoewel
mijn genegenheid en liefdo voot den kei
zer boven alles sterk waren. Mijn voor
stel, om, alvorens een definitieve en on-
veranderlijke lyestksing te nemen, de kin-
deren van beide partijen te onderrichten,
verkreeg de toestemming des keizers. De
kroonprins nam, na zijn. bezwaren spoe
dig overwonnen to hebben, een zeer
vriendelijke hbuding aan.
Op een vraag den Duitechen jour
nalist over dm tegenstand, dien het. hu
welijk des keizers zon ontmoeten, ver
klaarde dé prinses:
„Inderdaad, er waren twee personen,
n.l. de Kroonprinses en prins August
Wilhelm. De Kroonprinses was vooral
bevreesd haar fraditioncolo rechten en
privileges te verliezen. Ik leg vooral den
Barfouk op trouwe kameraadscbappelijk-
hedd, aan de zijde van den man. wkne
vrouw ik zal worden en ik kan niet in
zien, dat zuiver uiterlijke repreeent^rie-
rechten, en. -ph'chten den voorrang moeten
hebben voor die diepe, innerliike gevoe
lens. Maar: Ieder hel", ztme!
kneep zich va-eèer in'do kuiten, en zeide
langzaam en met nadrukkelijk knikken
tegen 't vuur:
„Jao to zult zeggen wat bi j'
nkuwegimgë maor, ik wol toch wel is
grage weten, hoe of ie hèèten niet"
(een langdurig hoofdschudden) „niet da 'k
oo niét vertrouwe maor 'lc viivdo ft
zoo vremd, da' 'kiemro in huus heW>e,
dio 'k zelf niet wetc te muaien. Begiicp
ie?"
Do vreemde heer keek ietwat v€kLe-g(3L
naar den. kring om do taiol, dien hij liefst
niet in zijne gtheimen scheep in te willen
wijten. Zijn gastheer wat voorliegen?
dat strsed met rijn karalïter. Hij boog
zich naar hem tue, en zcide zachtjes: „Sta
mij too daarmee- ie wachbp t ot te jonge
lui naar Md zijn; ik heb vc-den om mijn
naam niet zoo algemeen bekend te ma
ken. Noem mij hier in huis maar Cornells
Veltman. Gij hebt. daar toch met. tegen?"
Beeters zei f.<?gen het vuur, dat hij *t
heel goed vctad, cn- sjvrak or vndor niet
over. Hef, avondeten werd opgezet en
door d?> familie, vooral door ter nieuwe'
hnlplu^c'jïm zoo krjKchtig' aa®g®valkuï,
dat. hst tón&'n, oen mimrftwiït van tijd ver
dwenen wa-?. Hieraa trokken d& jongelui
af; ook Nellie, die anders nog ©en uurt.jo
nu. de jengeren opbleef, nam wegens haar
ovorgrorie vermoeieöf# afscheid. Haar
1 vader ffltte zich n/og eet» op rijn oude
Ik geloof vai hoop, dat wij op den wog
naar een goede harmonio zijn. Niet to
ontkennen is echter ook het afwijkende
standpunt van tenige hcei-eu en dames
uit do tegenwoordige -omgeving des Kei
zers. Maar in weerwil van alle bitterhe
den meende ik de stem van mijn hart en
don vurigep wensch dos Keizers te moe-
ton gehoorzamen. Ik geloof ook niet, dat
ik ook slechts het minst© of geringste
van mijn eigen individualiteit behoef op
le offeren. Groot© vreugde hebben mij
mijn -eigen kinderen 'bereid, die, hoewel
nog zeer jong, uit hun kinderharten uit
drukking gaven. aan. gevoeleus van blijde
instemming'*:
Verve1 geus vertelde do prinse3 over
haar laatste jaren en over haar overleden
echtgenoot.
„Geloof mij", zeidie zij, „ik heb onuit
sprekelijk zwaar geleden. DerHen jaar
lang heb ik mijn zieken man verpleegd.
Dag en nacht zat ik dikwijls aan zijn
ziekbed in oen ver verwijderd sanatorium
en zelfs heb ik mijn taak volbracht in
weerwil van een dreigend infectiegevaar.
Herhaalde1 ijk heb ik tegen den raad der
gepcosheeren in mijn eigen wil doorgezet.
Goddank, zijn mün vi'f kinderoa kernge-
zond. De oudste. Hans G-eorg. is te
Greiz in het "huis van den loeraar, die mij
zelf heeft opgevoed, en ook Goot^J Wil-
holm zal spoedig daarheen gaan."
„Ik zal, zoo als de formul© van het hu
welijksverdrag zegt, den titel van „Kei
zerin 'Wilhelm II" dragen. Verder heb ik
bedongen, dat ik ieder jaar twee maal
acht weken in Duitschland kan doorbren
gen. Dit verblitf ie absoluut noodzakelijk,
daar ik de administratie van mi*n bezit
ting Saabor ©n van de goederen van mini
zoons, Amtitz bij Guben en Mellendorf in
het district Schweidnitz ter plaatse' roere
ien wil en mijn jongens te Greiz ten
min ste twee maal per jaar in mi in omge
ving wil hebben."
Over de, huwelijksplechtigheid te Doorn
op den 5én November verklaarde do prin
ses: „De kroonprinses zal niet bij het Hu
welijk aanwezig ziin. Of de kro oud rins,
die zich kort geloden gewond hoedt, te
Doorn komen kan. is niet zriter. wii ho
pen T echter. Prins Eitel Friedrich,
prins en prinses Adalbert en prins Hein-
rich von Preussen komen op de bruiloft.
Bovendien zul len mün zusters, de vors'in
Stolberg-Rossla en gravin Fmma Künigl,
te Doom verschijnen. Ook zal vorst.
Reuss, het hoofd der regeerendo linie, aan
denbrui'oft deelnemen, eveneens prinses
Margarethe von Hessen. De keizer zal bij
het huwelijk de gmeraal6 uniform, in
groot tenue, dragen. Generaal-Veldmaar
schalk von Hindenburg en gf-neraal Lu-
dend-o^ff rim niet uït^eoodted."
DE WETTELIJKE ZOMERTIJD.
Door het Hoofdbestuur van de Christ.
Hist. Unie was onlangs een Commissie
benoemd ter bestudeering van hot vraag
stuk van den wcttelijken Zomer
tijd.
Deze Commissie heeft thans het volgen
de rapport ingediend.
Evenals andere crisismaatregelen is de
wet op den Zomertijd onnatuurlijk en
wordt dientengevolge door een groot deel
der bevolking niet nageleefd. Waar zij bo
vendien voor een groot deel dor bevolking
ernstige bezwaren oplevert, behoort zij te
verdwijnen. Deze bezwaren zim de navol-
gente:
a. Dezo wet voert op bet platteland
eon tweeslachtige tiidsverdeeling in. De
officieele personen en lichamen houden
zich aan de wettelijke regeling, doch vele
anderen, als melkslijters. winkeriers, smo
ten enz. moeten zich aanpassen aan den
landbouw, die nu eenmaal met don stand
dei* zon rekening moet houden.
Ook in T. gezinsleven van den boer
werkt de wet storend, vooral met 't oog
op de schooltijden der kinderen. Gewoon
lijk kunnen dozen de maaltijden niet. ge
lijktijdig gebruiken met de overigo loden
den. van het gezin.
b. Ook met 't oog op de gezondheid
van 'fc kind, dat door den Zomertijd
nachtrust te kort komt, is t van belang,
dat deze regeling verdwijnt. Immers wan
neer 't klokje van ter ruste gaan voor de
lanteren slaat *n do zon nog betrekke
lijk hoog aan den hemel staat» gaat mon
er niet gemakkelijk toe over de kinderen
to bed lc brengen, doch regelt men zich
naar den stand der zon; des morgens och-
fcr slaat de schoolklok op 't officieel©
uur, zoodat 't schoolkind ©on uur nacht
rust te kort komt. Heeren doet oron drin
gen steeds op veel nachtrust voor kinde
ren aan, doch dit wordt door den Zo
mertijd tegengewerkt.
Dit bezwaar geldt feil olijk voor den
landbouwenden stand ook op ouderen
"leeftijd. Ook da volwassen landbouwer,
plekje, stopte zijn. pijpje, gaf een schoon©
pijp aan rijn. ga^t on reikte hem d-e ta
baksdoos. over.
„Ic mot," zei de hij, nu. nog langzamer
en afgebrokener sprekende dan daar
straks, „ïo mot maor vour lief n om men
wa' Tc hebbe; sinds dat die Fransche duu-
vel over ons land regiert en, sinds
datL hooi tabak verköch heei dut goeie
zaken er mee, zol ik denken. shhIs dien
ried kuwwo gien anner goed den dit bocht
kriegen en gebroken. Jaoë" ver
vol gdo liir, en kneep zich met geestdrift
in te linkcrkuit, „mochten wie 't nog ens
brieven, dat wie 'n Prins uit 't Huis van
Oranje over ons kregen, dan zollen wie
wel weer 'n béter piepken rookenë"
Het zonderlinge slot van den patlieti-
cchen uitroep deed den vreemden heer
glimlachen.
Hij slak zijn pijp aan, en bevond dat
in deze dagen wel slechter tabak gerookt
werd; men gebruikte toch wel gedroog
de beetwortriblaten als surrogaat.
Zoodra hij nu wdbohagdijk do rook
wolken iu don schoorsteen blies, begon
hij to voririlon wio bij was.
Alle verstandige lezers zullen aaai de
kleding reeds Loo C uilenburg herkend
•hebben, dio na zijn pleziertochtje in Haar
lem een schuilplaats op de Veluwo go-
zocht had. Hot bleek irn dat hij gx>ed ge
daan had met zoo openhartig to wezen,
die blijft werken, zoolang t;pt dag is, ge
niet door den zomertijd een to korle
nachtrust.
c. Nadeelig 16 ook te zomertijd voor
te gezondheid van arbeidors, werkzaam
bij den land- en tuinbouw. Hot wieden,
snijden' en plukken der gewassen, terwijl
deze nog vochtig zijn van den dauw,
moet op don duur schadelijk werken op
de gezondheid der arbeiders.
d. 't Bijeen verzamelen der vruchten,
terwijl zij nog vochtig zijn, werkt ook
schadelijk op de kwaliteit, omdat zi|
daardoor spoedig beginnen te broeien en
tot bederf overgaan.
e. Tengevolge va-n den zoinertiid moot
gedurende een groot deel van het jaar
het melken bij duisternis plaats vinden,
hetgeen belet, dat .de bereiding van do
melk z o o hygiënisch geschiedt, als ge-
wen-scht is en bij voldoende licht moge
lijk is.
f. Doordat de veilingen en ook de ver
voermiddelen zich aan den zpmert.iid aan
passen, moet. men zich bij den tetehouw
een uur vervroegen.
g. Vooral bii den hooi- en korenoogst
gaat er voor de bewerking der gewassen
een uur verloren, 't. Hooi en graan is niet
droog voor 's morgens ongeveer 8 uur
zonnetijd, zoodat men met de bewerkng
pas 9 uur zomertijd kan beginnen, welk
uur dus, als werktijd verloren g^at. ten
zij het dos avonds wordt ingehaaM.
h. In den landbouw wordt 's avonds al
reeds langer gewerkt (ongeveer tot 6 A
7 uur zonnetijd) dan bii de industrie en
handel (5 of G uur zomertijd), zoodat
door den zomertijd het verschil tusschen
de arbeidstijden in den landbouw en in
de industrie verscherpt wordt ten nadeele
van de arbeiders in den landbouw.
i. In den landbouw moet men zich nu
eenmaal noodgedwongen aan don zonne
tijd houden en wordt men daardoor be
lemmerd bij het gewone maatschappen ;lc
verkeer zich aan te sluiten, omdat men
steeds een uur la-ter k-omt. 'bijwonen vaa
vergaderingen, bezoeken afleggen enz.)
tenzij men z'n werkzaamheden oen uur
vroeger beëindigt, wah niet altüd moge
lijk is.
f. Ook de bewering, dat kunstlicht be
spaard wordt gaat slechte voor een ge
ring deel op. Die besparing is eenzijdig;
zij bestaat hoofdzakelijk voor do stede
lingen en spoorwgen. Daar staat echter
nog verlies tegenover, want gedurend©
het voorjaar en het najaar moeten velen,
die vroeg moeten beginnen, d-es morgens
hun werk bij kunstlicht verrichten.
Samenvattend, komt de Oommie6ie, op
grond van voornoemde overwegingen, tofi
d© slotsom, al moge d<? wet od den zo
mertijd voor do stede1 ijke bevolking eonig
voordeel brengen, dat dit vooHcel niet
kan opwegen tegen de onaangenaamhe
den en nadeelen, die voor den lap cl- en
tuinbouw van haar het gevoV z'in. De
Commissie dringt er daarom ten ernstig
ste op aan het mogelüko to do*n. opdat
bed ooi do wet te" oHop-ttegf© yroï-te tt> ve
trokken.
Dc Staatsgreep in Italië.
„One oordeel over wat in HaliC ge
beurde. zegt do Standaard, kan niet
twijfelachtig zijn. Men heeft hier te doen
met een puren staatsgreep.
Eon minderheid in het volk, iu het óe-
izit van oonige materïori© machtsmidde
len, dwingt het Kabinet tot aftreden en
do leiders der beweging presenteer n zich
zolf ate ministers. Zij vorklaren met ont
roerd gemoed dat do beweging niet tegen
don Koning gericht is, maar eeniglijk be
oogt den ontwaakten geest van het door
den oorlog herboren volk niet weer te
doen insluimeren. En dan wordt op zijn
beurt do Koning ontroerd en valt deo
man, die hem dat allee komt meedeelen,
met tranen in do oogen orn^den hn
Dat alles is een weinig vrte .oor
ons Westerlingen, maar het is Met on-
ItaJiaanscb. Men is daar gewoon aanuit
barstingen van Etna, Stromboli en Vesu
vius ©n beziet do ontploffing van men-
6chelijkon hartstocht Iriwa* dan
wij.
Maar met dat a\ het ft.i óai piaaté
greep, is ernstig genoeg om ons tot na
denken te bron gen. Niet alleen om het
feit, om hot verschijnsel, maar ook om
do mogelijke gevolgen voor Europa. Wa
hadden wel gaarne gezien, dat de hacfd-
IëidOT der fascisten Muesolin zich
een andoren- biechtvader dan d'Annunzio
had uit gekozen. Do wilte avonturen vaa
den laatste aan do Dalmatiecho Kust, lig
gen nog vcrsch in bet geheugen.
Overigens bewijst ook deze staats
greep. hoo makkelijk eon 6lappe regee
ring, dio niet verslaat wat regeeren ia,
ondor don voet wordt gekropen.
Zii het voorbeeld ter waarschuwing?
want Periers kende zijn vader, die op een
uur of vijf afetands woonde, zeer goed,
had dikwijls zaken met hem gedaan en
verheugde cr zich op zijn gewone deftigs
manier over, dat hij ,,'t oldst© jonk" ds
EÊOodige herbergzaamheid mocht tooncn.
Moedor do vrouw sloeg bijwijlen onder
do vertelling do h-anden ineen van verba-*
zing, on zelfs haar echtgenoot koek nu
en dim Loo met zijnd kleine oogjes aan
om zich to vergowksoa dat dezo geen
„bakjes" opdi.schte. Doch één blik op hef
trouwhartige gelaat van den jongen man
was voldoende om hem vml te waarheid
ter geschiedenis to ovdrtuigen, en hij
knikte of schudde met bet. hoofd tegen 't
vuur, al naar dat hot te pae kwam.
„Jong," zei hij eindelijk, „ie blictti
maor hier, Iicur re; daor bro oo vader on
huus is 't gevaorlik, dat hour ik al,
hitr zal gien mensche oe zoekencn ié
kunt nog is wat te wéten komen van of
olders. As 't dan manges wat rustig rn
't land is, dau zal ik wel zorgen, dat II
naar Dnulscbland of zoowegkump.
I^o drukte den gullen man mot kracht
de hand en dankte hem. „Go weet niri,
zeide hij. „welk con. gerustheid hot gerits
na zoo lang gezworven to hebben, ©Indo- -
lijk woor eens onder dak to zijn on rustig,
to kunpén slapen."
(Wordt vervolgd