feieliÉÈOii!
Tweede Blad
Zaterdag 28 October [922
Setuigen en Redden.
pU i Toen begon men den naam des
Hesren aan to roepen,
r". i Gen. 4: 26b.
Natuurlijk volgt uit dezen' takfit niet, dat
men teen eerst zijn noodén en behoeften
.God. met dankzegging beleend maakte.
Adam Én liet Paradijs i& genaderd tot zijn
Vader in de hemelen en Adam na. dein
zondeval beeft geweten, tot Wion hij in
:all» nood en angst moest vluchten.
Maar teen aan Seth eon zoon gebo-ren
,was; mon begonnen met het houden
V'an openbare en gemeenschappelijke
godsdienstige vergaderingen. Samen heeft
mon op die vergaderingen den Naam des
Heeren aangeroepen. Niet ieder voor
zichzelf, niet ieder thuis mot zijn gezin,
maar in 't openbaar, voor aller oog. En
zoo werd dat aanroepen van 's Heeren
Naam tot een zeer bijzondere daad.
Adam en Eva hadden, nadat Kaïn zijn
broeder Abel had doodgeslagen, opnieuw
oudervreugde gesmaakt. Eva had vol
blijdschap haar kind in d© armen geno
men en het Seth genoemd, d.i. in de
plaatsstelling. In Kaïn was zij teleurge
steld. Hij was niet de man, dien zij zich
I van den Heor© verkregen dacht Hij zou
niet de verfcreder van het elangenzaa-d
zijn. Maar liet geloof van,Eva is na deze
i'leiciustelling niet. gebroken. Haar ie in
de plaats van Kaïn oen ander zaad ge
schonken. En al is Seth nu ook niet de
van God beloofde Verlosser, zijn geboor
te houdt inch verband met het Godsplan.
In hem ziet Eva, dat God een aanvang
gemaakt heeft met de vervulling van
Zijn belofte.
Nu wordt straks aan Seth ook een
zoon geboren. Niet alleen, hot geslacht
van KaTn komt tot bloei. Niet. alleen de
i igoddeloozen mogen zich verheugen in
©en talrijke nakomelingscn&p. God zorgt
or voor, dat Zijn werk niet mislukt. Do
Iheiligo geslachte!!jn wordt niet afgebro
ken. En daarom klinkt het, na bot droe
ve voorval met Kaïn, na de mededeeling
van Lamechs zwaardlied als een troost:
En aan Seth werd ook een zoon geboren.
En, zeer eigenaardig, volgt dan: Toen be
gon men den naam des Heeren aan to
•roepen.
In het Shoiiden van deze godsdienstige
■samenkomsten is zeer zeker ook een bó-
iioefte des harten openbaar geworden.
Mon zocht, troost en steun bij elkaar. Men
had behoefte aan eikaars gezelschap. En
men smaakte in de gemeenschap der hei
ligen bevrediging dés harten.
Maar daar staat het „toen". Dat is: na
bet te voren verhaalde. Nadat het
zwaardlied van Lamech had geklonken.
Nadat de huwelijksinzetting door La
mech, die zich twee vrouwen nam, ge
schonden was. Nadat Kaïn in bet bou
wen van een stad had getuigd, dat hij
voorlaan met God had afgedaan en op
eigen bescherming rekende. Toen begon
men den naam des Hesren aan to roepen.
Toen, getuigend tegen de toenemende
goddeloosheid, kwam men: in openbare sa-
i anenkomsten bijeen.
Laten wij dit verstaan.
Wij houden soms zooveel er van,' ons
i af te zonderen van de wereld, die in het
booze ligt. En ja, we hebben wel onze
kerkgebouwen en de deuren van onze be
dehuizon staan open, maar komt niet wel
eens do gedachte, dat die kerkgebouwen
er alleen zijn voor ons, voot de gemeen
te des Hoeren? Vergoten wij dan niet, dat
die kerkgebouwen er ook zijn voor de
wereld? En dat er van die Kerkgebouwen
oen getuigenis moet uitgaan? Dat dit
^ekïigCBfs moet uitgaan van ons, Chris-
nonen?
Luide zullen we gei nigen door woord
on cloor wandel. Do wereld moet zien, dat
wij c-r zijn. We mogen ons niet stilhou
den, We moeten ons niet afzondoren. We
moeien, in 't midden dor wereld, God
vorhoeidiiken door ons woord on door
onze daden.
En dat. moeten wo gemeenschappelijk
'doom Niet hier een vrome en daar een
r ~^ILL£. t ÜW.
Vervolgd.en bevrijd.
Historisch verhaal
uit den Napoleontische» 'lijd.
3-i) -
HOOFDSTUK XI.
T wco dagen na liet feest, don ltden
November, vertrok Nellie Peters weer
naar haar dorp op de Vel uwe. Zij had,
om don verjaardag van Margo moe te
vicven, reeds veertien dagen langer ver
toefd dan afgesproken was, mi nu haast
te zij zich thuis te komen voord© guur
heid van de winter het reizen onmogelijk
zou maken.
ïïefc was dien morgen zoor koud: De
winter was vroeg ingevallen. Hot water
lag Giider een dun ijsvlies hotwolk o.p do
slootjes al voldoende sterk to bezat om
dc straatjongens te verlokken er één been
door te steken. In don vaarten werd het
water natuurlijk door do jaagschuiten
zoolang mogelijk opengehouden, maar
het si ooien van do schotsen togen den
boeg deed bij do weinige passagiers onwil**
lekc-iii'ig do gedachte oprijzen; „Wat zou
t ompleizierig zijn als er oen lek in de
;.^zïu'^ Rostooten werd en dat koude wa-
bismomsfcro-oindo!"
vrome. Niet hier een klein groepje cn
daar een kleingroepje. Ach, dan verdwij
nen wo in 't niet. Dan merkt men niéts
van ons. Zio, tegenover do toenemende
goddeloosheid in onze dagen, togen den
driesten stormloop van liet ongeloof,
moet er één machtig getuigenis uitgaan
van allen', die don Heere liefhebben, te
zamon. En daarom vooral moeten zij, die
den Naam dos Heeren willen aanroepen,
in onze dagen niet in do eerste plaats
vragen, naar wat sdlieidt, maar moot ge
zocht worden naar alles wat versenigen
kan.
Maar dan moeten wo niet alléén willen
redden.
Want ook om to prediken, dat do
Heere don slagenvertroder zou zendonV
.heeft men in de dagen van Enos die
openbar© samenkomsten gehouden. Men
hoeft gezien, hoe de goddeloosheid d«r
Kaïnieten steeds meer toenam,, hoe de
zonde kwam met verderf en vernietiging
en in barmhartighod heeft men de han
den uitgestrekt naar hen, dio ton dood©
wankelden.
Het leven dan in! Midden in de wereld
- Op zoek in do heggen en stegen. En dan
gesproken van den cenigen Naam, die
voor zondaren gegeven is. Gepredikt met
woord en met daad. Gepredikt cm to ge
tuigen en om te redden. Toen begon men
den Naam des Heeren aan té roepen. Wat
heerlijk als ook van al Gods kinderen in
onze dagen, waarin het ongeloof al bru
taler optreedt, dit zou kunnen gezegd
worden.
STERRENNACHT.
Schitterende hemel! Uit duizenden vonken,
Hoindijk ontstokon. door engelenhand,
Tintelt uw luister, het nachtkleed omklonken,
Over de rust van liet slapende land.
Lichtboden Godos! Atomen Zijne glanzen!
KindTen Zijns wilei door Zijn adem gevoed
Flonkor on wiegel, en voer uit uw transen
lots van uw reinheid naar 't zondig ge-mood!
Docht'ren des Nachts! Met vertroostend® blik
[ken
Schouwt gij ons rusten van hopen on woo,
Van peinzen en bidden, van werken en wikken:
O, deel uw glans aan den zuchtend© xnoo!
Toortsen des hemols! die 't nachtelijk duister
Hcelend verbreekt on uit zilver gelaat,
Neerziet op d'aard, op haar Last en haar luister
Loer onze ziel, dat zij Gods workver»
[staat.
KEHK EN SUHOüL
NED. HERV. KERK.
Z o s t a 1. Te Delft: G. Alera te Nieuw-Lek-»
kerland; J. G. Dekking te Kesteren; D. E. J.
Hupkes to Wans word en Ji&lumP. Kuijlman
to HoutenG. A. Pott te Oud-Beijorlandcn
A. H. I. G. v. Voorthuizén te Hpizcn (N.-H.)
Bp roep on. Te Langer en Korter Aar: Sj
C. v. Wijngaarden te Mastenbroek.
Bedankt. Voor Nijkerkcrvcen (tooz.)K.
Hiolboma to .Kampen; voor Zevenborgen: B.
N. B. Bouthoorn te Wapenveld (Geld.)voor
Vlieringen: A. A. Dönszoïmann te W-orkum.
GEREF. KERKEN.
Achttal. Te Amsterdam (2 vacaturen):
H. Brouwer H.Mzn. to Heemstede; P. C. do
Bruyn to Oudewator; Dr. S. P. Dee to Dwinge-
looS. G. do Graal te Rijswijk (Z.-H.)Dr.
W. G. Harrensfcein te Medan; W. van 't Sant
to Katendrecht; Dr. J. Thijs te Meppol en J.
Waterink te Zutphen.
Boroepen. Te Maastricht: K. Winkelman
to Eindhoven; to Giessen-Oud©* en Nieuwk&rk:
F. EL van Loon te Bergum.
Bedankt. Voor Meerkerk: E. J. v. Voorst
ta Kootwijk; voor Nieuw-BuiaenK. v. d. Yooa
to Vreeswijk.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te Driebergen: N. Bijdeniast
te Doesburg.
Bedankt. Voor SchiedamK. Groen te
Zwijndreeht.
Da. Boerendans.
Ons wordt gemeld dat niet' juist is ons bericht,
dat Ds. Doovendana, Ned. Herv." pred. to Ann
sterdam voornemens zou zijn, in verband met
zijn gezondheidstoestand emeritaat aan te vra
gen.
Ds. D. heeft nj. om redenen die hier onvor-
meld kunnen blijven ontslag genomen.
Prof. Dr. V. Hepp.
Gistermiddag aanvaardde Prof. Dr. V. Hopp
zijn ambt als hoogleeraar aan do Vrije Univer
siteit, in de vacature Prof. Dr. EL Bavinck, voor
dogmatiek cn aanverwante vakken.
Nellie had geen prettig© reis. Om half-
zes op weg naar de juagvaart, begeleid
door een knecht dio oen© warme stoof on
verdere geriefelijkheden in de schuit zou
brengen, in 't donker terwijl oen vinnige
Zuidoosten-wind haar de sneeuwvlokken
in 't aangezicht joeg, do hardnekkigste
optimist zou dit moeilijk onder do plei-
ziertochtjea kunnen rekenen. Maar Nellie
had or zich op gekleed; zo was bovon-
die geen stadedametjo, maar gewend om
in 't ruwste weer over do lieido na air 't
dorp te wandelen en boodschappen te
doen.
Van Haarlem mot de schuit naar Am
sterdam; van Amsterdam met con serio
schuiten naar Utrecht; van Utrecht mot
een soort van diligence die op Arnhem
reed, naar Barnoveld, cn vandaar zou zo
door haar vader met een jachtwagontjo
afgehaald worden. De reis was dus nog
al niet zoo heel moeilijk, het zou och ter
reeds donke; zijn eer zij Barnoveld be
reikte, en als ei* dan eens geen wagen
tje was om haar mee te nemen? Maar dat
was een dwaze gedachte, want zij had
verleden week al geschreven, en precies
uitgeduid hoe laat zij komen zou, dus
Nellie vond "oc-fc al heel kinderachtig zich
daarover bezorgd te maken, en sield© zich
ivoor haar gestoorde nachtrust schade
loos met een dutje.
#oo. beurtelings slapende en etend», le-
Tot onderwerp hsA do iiisuwe boogkierMr
genomen „Gereformeerde Apologetiek."
Weer mis.
De classis Gouda keurde bet vorig jaar den
ligger der Ned. Herv. Gem, t© Leerdam goed'.
Na twaalf maal tevergeefs een beroep uitge
bracht te bobben, hééft thans De. S. C. Groene-
veld, van Zuilichem, een beroep naar d© ge
meente te Leerdam aangenomen, doch thans
hoeft do classis Gouda te kennen gegeven, dat
ci© kerkvoogdij te Leerdam de ligger verandoren
iuoet. Do kerkvoogdij zal hieraan met voldoen,
'zoodat Leerdam weer vacant i©. In dezen ring
zijn van de 10 predikanteplaoteen er aanstonds
6 vacant.
Stemmen!
Om de deelneming aan de verpozing van
ouderlingen en diakenen to bevorderen, zal do
kerkeraad van Leiden do stembiljetten aaa do
huizon d$r leden laten bezorgen, cn in do v/eek,
voorafgaande aan d© stemming, gelegen hoi d
geven tot inlevering er va,n..
Hot is eigenaardig zegt de Heraut: ©p po
litiek evenzeer als op kerkelijk terrein o-nder-e
'vindt men hetzelfde: indien men den gegadigden
het stemrecht ontnam, zouden z© moord cn brand
roopen. En als men het hun' geeft, maken do
meesten geen gebruik er van.
Toch ligt in dit stemmen dö v&rvulling caner
Goddelijk© roeping, waaraan men' zich niet be
hoord© te onttrekken.
Evangelisatie Zuid-Holland.
Op nitaoodiging van - een voorloopig Comité
kwamen gisteren te Rotterdam afgevaardigden
vaa Geref. Kerken uit de provincie Zuid-Hol
land bijeen om ta beraadslagen of het wensche-»
lijk ©u mogelijk was om in d© provincie tot
eaamworking to komen. Door-afvaardiging waren
32 korkon aanwezig, terwijl van nog 12 .korten
sympathiebetuigingen waren ingekomen.
De Voorzitter, Ds. T. J. Hagen van Delft,
sprak een kort openingswoord, waarin het dool
van de saamroeping werd uiteengezet. De roop
om leiding en voorlichting in het work van
Evangelisatie word al luider en da-t drong hot
voorloopig Comité- <an oen rondschrijven iaan dö
kerken t© zenden, waarin wordt aangegeven, in
wélke punten eaamwerking van d© kerken mo
gelijk zou kannen zijn.
Ds. J. Douma van 'e-Gravenliag© stelde voor
om het Comité te verzoeken maatregelen te no
men om te komen tot een provinciaal congres,
waarop do vraagstukken genoemd in den oproe
pingsbrief o.m, kunnen werden besproken enz.
Ode bet Comité deed oen voorstel, nader toe
gelicht door Ds. J. A. cn Ds. R. Tazolaar en
Zijlstra, van Dolfehaven, luidend:
De vergadering op 26 Oct. 1922, opgeroopen
door een voorloopig Comité, ter bespreking van
de vraag of do oprichting van een provinciaal
Verband wensohelijk en mogelijk i3.
gooien hot coneeplfcpragram van hot Yoori.
Comité,
gehoord die discussie,
vooropstellend, dat do Evangéteaiiearbeid
principieel onveradndord do taak van de
plaatselijke kork,
ovQrwegende, dat inzake van samenwerking te
onderscheiden is, tuseeten gezamenlijk© bospro-
king van de theorie en gezamenlijke bearbeiding
in do practijk, -te
overwegende, dat inzake bespreking van de
theorie samenwerking wensohelijk cn mogelijk ia,
besluit het voorloopig Comité te vorzooken
©en ni-ouwe vergadering uit te schrijden, op na-
dor to bepalen datum, om alsdan al of niet tot
©on beslissing inzako een Verband te komen.
Dit cn het voorstel van Ds. Douma worden
besproken 'en in stemming gebracht, waarna
bleek, dat do meerderheid der vergadering zich
verklaarde voor het voorstel Tazelaar.
Ds. Douma zal worden verzocht om in hot
voorl. Comité zitting te nemen.
Zondagscholen.
Naar do Nod. meldt, is te 's-Gravenhago ho.
sloten tot oprichting van een Centraal Gomité
voor Zondagscholen. Zondagscholen van elke go-<
zindfco kunnen toetreden, terwijl ieder zal wor^
den vrijgelaten in zijn doen en laten. Er zullen
zoo weinig mogelijk vergaderingen gehouden
worden; op conferenties zullen vraagstukken uit
do praktijk behandeld worden. Er traden 9 Zon
dagscholen toe.
Confessiomselen ist Zuïd-HoliamL
Gisteren, hebben de Confessioneel en in Den
Haag vergaderd. In de openbare vergadering
•des namiddags" heeft ds. C. A. Lingbeek,
van Reitstim, gesproken over art. 36 Ned.
Geloofsbelijdeaiig.
Do inleider noemt zijn ontwerp een
punt van „de leer", maar dat niet omgaat bui
ten het leven. Die twee zijo a? aoit o scheiden,
trouwens. Waaii niet uit aommigo gedichten,
zelfs schildrijen van onzen tijd, een c. v. so*
cialisiisch© goes-t u togen? Gevoelt ge in andere
kunstproducten niet den Pantheïstisch en geest?
Geen wonder; do levensuitingen moeten de
gedachten doe harten van de mcnschen open
baren.
Zoo is het ook bijzonder met het Ieersluk van
aztfïd 56. Da strijd" hierover staal ook kr
nanw verhand met hol - praktische lenen.
Spreker geelt een kort orerziebt van hst
verloop van den stryd over clit arrikci cn gaat
dan de bezwaren na, die icgan bet oud© be
ginsel va® art. 30 worden, irgobracht.
lo. Het Bijbelsche bezwaar: de Bijtel zou
hieromtrent nieïo positiefs leer on. Dit strijdt
met do leer van de algenocgzaamfceid van den
Bijbel cn mei'den Bijbel zelf (Romeinen Km
etc.).
2o. Het dogmatische bezwaar. De over-'neid
heeft, zegt dr. K.. geen örgaah om in deze lo
or r deel en; daartoe meet mm immers weder
geboren zijn. Daro-tegen goJdl dai de overheid
I als zoodanig ook geen gewetcai heeft en dos
heelemaal geen onderscheid zou mogen mal:en
tusschon goed cn kwacd.
De oude Gereformeerden echter leerden: ©r
is oen geestelijke kennis va.n d© dingen Gods,
di© alleen bei deel is van den gedvreezanden
Ghristen, maar er is ook con natuurlijke kennis
van Gods woord en wil. Pin die kermis heeft
in een christenland zeker de overheid.
3e. De practische bezwaiea. Onze bes-ólking
is gemengd. Eén derde ié Roomsck. Vele seet-en
zijn oï. Hóe zal de overheid een keus doen?
Hiertegen geldt dat de overheid haai* begin
sel tan hebben zender daarom bepaalde ker
ken voor te trekken. En verder wat Groen
schreef: „Er mogen bier groote zwarigheden
zijn, dit mog nooit leiden tot verloochening van
liet beginsel" enz. (Ta «Ongeloof revolutie").
Dr. Troelstra. van Den Haag is het
over het algemeen met inleider eens, maar
had toch gaarne gehoord hoe hot beginsel
thans moet toegepast. Bijv. de cver-besd in de
17.de eeuw steunde wèl de Gereformeerde, niet
de Lu'her.-che Kerk. Ho© moot dat nu?
Ds. Te Winkel van Den Haag vraagt
onder meer: Is'Groen Toors-tender van ar!. 36
geweest in togeneteliiug met Kuypcr?- Heeft
Groen n-iet juist Kuyper als zijn opvolger aan
gewezen? Of zijn er tweo lijnen in Groen ge
weest? Heeft Groen 4iiet gezegd: „ik aanvaard
den neutralen Stmt"?
Ds. Voorstcogh vracgt of art. 36 uiri
wil, dat do Roomschen met het zwaard worden
uitgeroeid? Spreker meent: in dio uitdrukking
vindt mon een te scherp© toespitsing van hel
grooto beginsel v;yn hot ar1., maar om die toe
spitsing vorworpe m&n tet hocrisol zelf niet.
Ds. Stigter va-n Settel vraagt of hot
waar ia, dsri in den „ópitre au roi", die de
Va-doren 'hij de belijdems voogden, eenige aarze
ling wondt uitgesproken omtrent de roeping
dei* overheid ten aanzien van kerk en gods
dienst.
Ds. Gravemeyer van Den Haag wïj#t
op d© vollo zaal, op dit uur, midden in de
week, ©ia bewijs hoe gaaatno men referent over
dR cndorweim wilde liooren. Nu vraagt men:
wat het tastbare rwwltaat van deze biieon-
komet? Zij het dit. dat ons volk raoot worden
opgevoed: in de lijn van art. 86. Verder: er zijn
twee Groens gewerst: oen jong© en een oude;
wij houden ons aan don jongen!
De hoor Anker wijst op den ioenemomteu
inviwd der Roomsche Kerk. Maar onze vret-
geving is nog altijd op Proteotauteche leest ge
schoeid. Laat on© uitspreken-; wij wilton, het
Prolesiantsch beginsel blijven handhaven,-ook
in de wetgeving van ons vader*and.
Daarna beantwoordt inleider enkele Vra
gen.
Wat Green betreft, or zijn drie Groens-ge
weest. Eén, die leefde uit art. 36. Daarna één
die oischle: als de school niet bepaald Bijbélsch
Ghristoli,ik mag zijn, dan eisoh ik, dat ze eJiso-
luut neU'tvaal zij. Dat was natuurlijk niet
Groens ideaal, maar dat eiechte hij uit vrees
voor ergor. Eundclijk, d© derde Gro&u heoft
verlangd: facultatieve splitsing der openbare
school.
Wat betreft de tetter der woorden vau art.
36, vooral de beteékenas der uitdrukking „cm
1© woron on uit te roeien alle afgoderij", <te
opstellers >d©r belijdenis hebben nooit een ge
zaghebbende verklaring dier woorden gegeven.
Maar uit do teksten, dio zij er bij afgedrukt
hebben, blijkt hu® bedoeling. Nooit bijv. hebben
zij teksten aangehaald, waarin stond, dat E'ï»
do Baalpriestors elachlto en dergelijke, maar
enkel zulko teksten, waarin in en leest, dat do
koningen den tempel hebban helpen houwen en
don pukliekon coredienst gesteund.
Op de vraag of do opstellers dei- belijderti-s
zelf omtrent het beginsel hrijben geaarzeld,
doelt inloider -mode, dat bij de bolijclenis niet
alleen was gevoegd een „épitra au roi", maar
ook nog een schrijven aan de Stadhouders des
Konings. Daarin vermelden de opstellers, dat
„sommigo goede Cliristernen" een ten aanzien
van Gods Koninkrijk onzijdige overheid- bobten
gewild, maar dat zij dat gevoelen niet deelden.
Alleen verlangden zij van den koning, dat bij
hun zaak toch niet zou fcezi-on doer do oog en
dor Pvoomsoko Bisschoppen, maar door zijn
eigen oogen.
Wat betreft do vraag lioo mon hot beginsel
vaa art. 36 in onzen tijd zou moeten <ocpas&en,
wijst inleider ar nog op, dat Groen gevoelde
hoezeer oen Grondwetslrnrzioning daartoe in
onzen tijd ncodig was. Hii schreef zHn „uroevo
f vaa Qrtmdv^èiienhsahi^ is N--tojL-.?u»'d.-:::h,-r.
Ïowï". Gok dr. Koedema*:pr 5, l or:' - rrt
van Graudweisterircring (ut um ^irt.
Eind<-ryk iagi utile:dor. ca'., 0411 oen fedk fes
een goeden *v©g ierug te loiden-. niet do meer
derheid, maar veel mc-cr geloof noodig is. In
het laatst der 16de eeuw waren da Gereiormeer*
c!en maar een tiende deel van onze bevolking.
Toch kobben zij op onzen St-aat bun stempet
gedrukt.
DE BRON VAN ALLE KRACHT.
AVij moeten do bron van onze krach*
mot slechts n oemen, maar dio ook*
wdariijk kon non.
Het zou tamelijk nutteloos zijn als wij,
om slechts een enkel voorbeeld te geve®.,
al maar riepon: terug tot hof Woord
Gods, on niet tracht ton don vollen rijk
dom van hot Woord to verstaan on dage
lijks te kennen den stalenden omeang
mot den Bijbel.
Do Biibel heeft c-cn machtig woord
meegosprokon in ouzo Europo&oche cul
tuur, maar stellig alleen daardoor, dat er
duizenden wrtron, 'clib heni leenden afe
hun da gelijkscha epijz-o.
En juist, omdat wij in do grooto druk
te van ons moderne Ic-ven dit zoo licht
kunnen vergeten, is hot noodig or telkens
weer aan to herinneren.
Dan zal^ do levens verbreed in g van on
zen t;id, dio tot levensverbrokkeling leidt,
on ons geslacht zoo mach'oio03 maalct bij
allo druk beweeg, onze kracht, niet roo-
von, ma af ons do ware eenheid in ons lo
ven doen bewaren. Oolün.
ïfaar korat beï weerd inflatie
usndaan?
De volgende ïnflatie-anecdote uit ee-n
geseiii'ift van. dr. Karl- A. Schafer over
„Klassische Valuiastabilisiornrtgen- ver-
Idaart het ons:
De benaming „opblazing" oi inflatie
van het geld - is in Amerika ontstaan,
waar mon het, oorspronkelijk aanduidde
onder den naam van kapitaals ver
watering. Meer dan 100 jaar geleden
zou namelijk de veehandelaar Daniel Drew
op de gedachte gekomen zijn, zijn vee,
als hij ermee naar New York onderweg
was, met gezouten hooi te voederen en ze
dan kort voor de aankomst in de stad
te laten drinken. De dorstige dieren vulden
hun lichaam met water cn wogen daar
door veel zwaarder en een rund, dat
andere 100 dollars opgebracht zou hebben,
bracht er nu 120 op.
De truc kwam op den duur natuurlijk
uit cn zulk door water „opgeblazen" vee
word „watered stock" genaamd.
Waar nu „stock" zoowel veestapel als
.kapitaal beteekent, lag het gebruik van
deze uitdrukking ook in beteekenis van
„verwaterd kapitaal" voor de hand. Men
ging van een opblazing spreken, wanneer
een aandeelenkapitaal door uitgifte van
nieuwe aandeel en vergroot wérd, zonder
d'at tevens voor de betaling van dividend,
over heb niéuwe ka ui taal gezorgd werd.
Dezelfde opblazing of 'inflatie wordt door
een staat verricht, dje onder den druk
vani voortdurend gebrék aan geld staats
papieren „stocks" in omloop brengt door
het aanbieden van rente werkelijk kapitaal
to verkrijgen, dat dan voor onproductieve
doeleinden verbruikt wordt. Dio staat
brengt dan schijnbaar zwaar „staatsvee"
in den vorm van staatspapieren aan de
markt eft past daarmede de manieren van
een speciaal soort- paardenruilers toe, aan
gezien de koopwaar „verwaterd" is. Deze
kapitaalverwaterlng, die het kapitaal op
blaast, zonder het in werkelijkheid meet
waarde te geven, wordt inflatie genoemd.
Centrum.
Een oude legende.
Er staat een enorme rots aan do Zwib-
scrscho zijdo van don St. Go'lhardweg,
waaromtrent een on-do legende verteld
wo-rcU.
De duivel was eens bezig, dozen 6teon
to borstelen, toen. hem een oude, vrome
vrouw.. ontmc'Cnte, dio, onthutst, op bet
gezicht vaa diazo -onverwachte verschij
ning, begon te bidden. Zooveel vermocht
haar gebod, dat do boore don steen op
eens liet vallen, en daar ligt hot gevaarte
nu als ooft onbetwistbaar getuigenis, dat
de duivol niet opgewassen, is togen oude
vrouwen', dio do hulp des Hemels inroe
pen.
In dezo legende ligt een troostvolle
waarheid. Laat de geleovigen toch den
vijand der zielen deen beven, door zonder
ophouden te bidden. De zwakste heilige
zal op zijn. knieën, alle machten der hel
overwinnen. Spurgeon.
ruiten t rommelde.
Do .dikko boer, zijn praatje voort- wil-
londe zotten, keek naar eon ander om ca
koos, als do dichtebijzijado, daartoe Nel
lie uit-
„Wel jonge juffer," begon, hij wee/,
haar oen geluchte rookwolk toobl-azeaido,
„ao ie mee tot 'Zuifent, of slap ie onder
weg nut!"'
Nellie was oem ocgeublik gcuvigd den
onbehouwen beer te vragen wat het hem
kon echelon, maar zij wilde de onbeleefd
heid niet tegen dezelfde munt inwisselen,
en antwoordde:
„Neen, ik stap onderweg uit."
,),In Apeldoorn?" woog do nreuwsgio-
ïigo vent..
'„Neen, Barnoveld."
H&t trommelen op de ruiten hield op.
„Hö 'k zion léven!" nop do boor. „dafl
lieur ic 011 hcci bio mekare!"
Van den kant vau bet raam werd oen
zonderling goluid gehoord, even alsof
iemand mot moeite zijn lachen- bedwong.
Nellio stampt0 van ergernis met den voet
op den grond.
„Ik heb niets mcl dien mnnear daar w
maken," antwoordde zij. luid g«i<#K dat
do „monccr" hot kon verstaan.
„0 zoo, noo 'k docht 'et moar, 't tow
wei, zio." zei do boor, on yorvolgdw
-bent vast uut Holland, ia racl?"
(Wordt vcrvoljrfl).
z-endo en pratende, had zij Utrecht be
reikt.
De reis was tamelijk voorspoedig ge
weest; hot was pas drie uur, ovenwei bo-
greep Nellie dat het lang on brood avond
zou wezen, wanneer men Barnoveld bin
nenreed. Dan had ze nog een uur rijdens
te goed voor zo zich in haar ouderlijk
huis van de vermoeienis kon herstellen.
Voor hetzelfde koffiehuis waar de
trekschuit aanlei, reed het rijtuig af, en
daar dit laatste eerst om halfvisr gebeur
de, had Nellie nog een groots twintig mi
nuten den tijd. Doze besteedde zij met een
kom molk gloeiend heet to laten maken
On met kleine teugjes uit to drinken,
een gonot, dat ieder verkleumde op den
rechten prijs zal schatten. Intusschen
nam zij de passagiers eens op, die met
haar do reis mede zonden maken.
Onder al de lieden, die in de gelagka
mer ronddrentelden of zich bij den haard
vermaakten mot pijpjes te roekon, trok
een rijzig, flink gebouwd persoon haar
aandacht. Zijn ouderwetsefce heoraehtiga
kleedmg, met het slordige pruikjo on don.
driekant, cn vooral do lange degen ga
ven hem iets zonderlings, iets „ver-
ldoede," dat mefc zijn openhartig, ernstig
gelaat in tegenspraak was.
„Wol heerschap," zei een dikke Gelder-
sche bocir, die met don rook zijner afschu
welijke tabak all lieden uit zijne nabij
heid verdreef, „gooi ie ook moe tot Zut-
fent?"
„Nee Baas," antwoorddo de vreemd
gekloedo in dezelfde gouwspraak, „ik, va
re ma or mee tot Bamieveld; daor blievo
ik óver."
„Wel kiek is au," hervatte de boer
verbaasd, „a'lc niet docht, toe 'ic 00 daor
eflcea heurdo praotop, da' io'n Holland-er
waren; ie schienfc toch uut do Veluwe
vandan te wozen."
„Dat héj dan toch mis chad," zoide do
vreemde droogjes, en vervolgde: Ik zol
wol haost zeggen, dat ie uut Overieselt
kump achter D'èènter vandan."
„Zoo vore nèè; mion hun&ken. steefc in
Olet, 6tef tegen den dick. Maor-wa 'k zeg
gen wol on liegen nee, blief ie in Barno
veld, -of ga0 ie voerder op?"
,,'k- Woto nog niét; 'k zal is kieken
gaf do aangesprokene ontwijkend ton
antwoord.
,,'k Wol dan maar zoggen dat 'et goed
is, dad zo'n dingskem op zied liebt," zeido
do boor, op den degen wijzende, „want er
löp tegenswoordig völ wemd volk langs
den weg. Den. man dio daor stoet, cn die
twoe lu'j zult 't 00 wel kunnen vertellen
wi-o zo ozièn "hebt."
„Allemaol orm volk, daor gien pit in
zit," zoido do vreemde minachtend, ,,a'j
ze ankiokt loopt ze weg." Hij keerde zich
om en trad naar het raam, waar hij op do