feieliÉÈOii! Tweede Blad Zaterdag 28 October [922 Setuigen en Redden. pU i Toen begon men den naam des Hesren aan to roepen, r". i Gen. 4: 26b. Natuurlijk volgt uit dezen' takfit niet, dat men teen eerst zijn noodén en behoeften .God. met dankzegging beleend maakte. Adam Én liet Paradijs i& genaderd tot zijn Vader in de hemelen en Adam na. dein zondeval beeft geweten, tot Wion hij in :all» nood en angst moest vluchten. Maar teen aan Seth eon zoon gebo-ren ,was; mon begonnen met het houden V'an openbare en gemeenschappelijke godsdienstige vergaderingen. Samen heeft mon op die vergaderingen den Naam des Heeren aangeroepen. Niet ieder voor zichzelf, niet ieder thuis mot zijn gezin, maar in 't openbaar, voor aller oog. En zoo werd dat aanroepen van 's Heeren Naam tot een zeer bijzondere daad. Adam en Eva hadden, nadat Kaïn zijn broeder Abel had doodgeslagen, opnieuw oudervreugde gesmaakt. Eva had vol blijdschap haar kind in d© armen geno men en het Seth genoemd, d.i. in de plaatsstelling. In Kaïn was zij teleurge steld. Hij was niet de man, dien zij zich I van den Heor© verkregen dacht Hij zou niet de verfcreder van het elangenzaa-d zijn. Maar liet geloof van,Eva is na deze i'leiciustelling niet. gebroken. Haar ie in de plaats van Kaïn oen ander zaad ge schonken. En al is Seth nu ook niet de van God beloofde Verlosser, zijn geboor te houdt inch verband met het Godsplan. In hem ziet Eva, dat God een aanvang gemaakt heeft met de vervulling van Zijn belofte. Nu wordt straks aan Seth ook een zoon geboren. Niet alleen, hot geslacht van KaTn komt tot bloei. Niet. alleen de i igoddeloozen mogen zich verheugen in ©en talrijke nakomelingscn&p. God zorgt or voor, dat Zijn werk niet mislukt. Do Iheiligo geslachte!!jn wordt niet afgebro ken. En daarom klinkt het, na bot droe ve voorval met Kaïn, na de mededeeling van Lamechs zwaardlied als een troost: En aan Seth werd ook een zoon geboren. En, zeer eigenaardig, volgt dan: Toen be gon men den naam des Heeren aan to •roepen. In het Shoiiden van deze godsdienstige ■samenkomsten is zeer zeker ook een bó- iioefte des harten openbaar geworden. Mon zocht, troost en steun bij elkaar. Men had behoefte aan eikaars gezelschap. En men smaakte in de gemeenschap der hei ligen bevrediging dés harten. Maar daar staat het „toen". Dat is: na bet te voren verhaalde. Nadat het zwaardlied van Lamech had geklonken. Nadat de huwelijksinzetting door La mech, die zich twee vrouwen nam, ge schonden was. Nadat Kaïn in bet bou wen van een stad had getuigd, dat hij voorlaan met God had afgedaan en op eigen bescherming rekende. Toen begon men den naam des Hesren aan to roepen. Toen, getuigend tegen de toenemende goddeloosheid, kwam men: in openbare sa- i anenkomsten bijeen. Laten wij dit verstaan. Wij houden soms zooveel er van,' ons i af te zonderen van de wereld, die in het booze ligt. En ja, we hebben wel onze kerkgebouwen en de deuren van onze be dehuizon staan open, maar komt niet wel eens do gedachte, dat die kerkgebouwen er alleen zijn voor ons, voot de gemeen te des Hoeren? Vergoten wij dan niet, dat die kerkgebouwen er ook zijn voor de wereld? En dat er van die Kerkgebouwen oen getuigenis moet uitgaan? Dat dit ^ekïigCBfs moet uitgaan van ons, Chris- nonen? Luide zullen we gei nigen door woord on cloor wandel. Do wereld moet zien, dat wij c-r zijn. We mogen ons niet stilhou den, We moeten ons niet afzondoren. We moeien, in 't midden dor wereld, God vorhoeidiiken door ons woord on door onze daden. En dat. moeten wo gemeenschappelijk 'doom Niet hier een vrome en daar een r ~^ILL£. t ÜW. Vervolgd.en bevrijd. Historisch verhaal uit den Napoleontische» 'lijd. 3-i) - HOOFDSTUK XI. T wco dagen na liet feest, don ltden November, vertrok Nellie Peters weer naar haar dorp op de Vel uwe. Zij had, om don verjaardag van Margo moe te vicven, reeds veertien dagen langer ver toefd dan afgesproken was, mi nu haast te zij zich thuis te komen voord© guur heid van de winter het reizen onmogelijk zou maken. ïïefc was dien morgen zoor koud: De winter was vroeg ingevallen. Hot water lag Giider een dun ijsvlies hotwolk o.p do slootjes al voldoende sterk to bezat om dc straatjongens te verlokken er één been door te steken. In don vaarten werd het water natuurlijk door do jaagschuiten zoolang mogelijk opengehouden, maar het si ooien van do schotsen togen den boeg deed bij do weinige passagiers onwil** lekc-iii'ig do gedachte oprijzen; „Wat zou t ompleizierig zijn als er oen lek in de ;.^zïu'^ Rostooten werd en dat koude wa- bismomsfcro-oindo!" vrome. Niet hier een klein groepje cn daar een kleingroepje. Ach, dan verdwij nen wo in 't niet. Dan merkt men niéts van ons. Zio, tegenover do toenemende goddeloosheid in onze dagen, togen den driesten stormloop van liet ongeloof, moet er één machtig getuigenis uitgaan van allen', die don Heere liefhebben, te zamon. En daarom vooral moeten zij, die den Naam dos Heeren willen aanroepen, in onze dagen niet in do eerste plaats vragen, naar wat sdlieidt, maar moot ge zocht worden naar alles wat versenigen kan. Maar dan moeten wo niet alléén willen redden. Want ook om to prediken, dat do Heere don slagenvertroder zou zendonV .heeft men in de dagen van Enos die openbar© samenkomsten gehouden. Men hoeft gezien, hoe de goddeloosheid d«r Kaïnieten steeds meer toenam,, hoe de zonde kwam met verderf en vernietiging en in barmhartighod heeft men de han den uitgestrekt naar hen, dio ton dood© wankelden. Het leven dan in! Midden in de wereld - Op zoek in do heggen en stegen. En dan gesproken van den cenigen Naam, die voor zondaren gegeven is. Gepredikt met woord en met daad. Gepredikt cm to ge tuigen en om te redden. Toen begon men den Naam des Heeren aan té roepen. Wat heerlijk als ook van al Gods kinderen in onze dagen, waarin het ongeloof al bru taler optreedt, dit zou kunnen gezegd worden. STERRENNACHT. Schitterende hemel! Uit duizenden vonken, Hoindijk ontstokon. door engelenhand, Tintelt uw luister, het nachtkleed omklonken, Over de rust van liet slapende land. Lichtboden Godos! Atomen Zijne glanzen! KindTen Zijns wilei door Zijn adem gevoed Flonkor on wiegel, en voer uit uw transen lots van uw reinheid naar 't zondig ge-mood! Docht'ren des Nachts! Met vertroostend® blik [ken Schouwt gij ons rusten van hopen on woo, Van peinzen en bidden, van werken en wikken: O, deel uw glans aan den zuchtend© xnoo! Toortsen des hemols! die 't nachtelijk duister Hcelend verbreekt on uit zilver gelaat, Neerziet op d'aard, op haar Last en haar luister Loer onze ziel, dat zij Gods workver» [staat. KEHK EN SUHOüL NED. HERV. KERK. Z o s t a 1. Te Delft: G. Alera te Nieuw-Lek-» kerland; J. G. Dekking te Kesteren; D. E. J. Hupkes to Wans word en Ji&lumP. Kuijlman to HoutenG. A. Pott te Oud-Beijorlandcn A. H. I. G. v. Voorthuizén te Hpizcn (N.-H.) Bp roep on. Te Langer en Korter Aar: Sj C. v. Wijngaarden te Mastenbroek. Bedankt. Voor Nijkerkcrvcen (tooz.)K. Hiolboma to .Kampen; voor Zevenborgen: B. N. B. Bouthoorn te Wapenveld (Geld.)voor Vlieringen: A. A. Dönszoïmann te W-orkum. GEREF. KERKEN. Achttal. Te Amsterdam (2 vacaturen): H. Brouwer H.Mzn. to Heemstede; P. C. do Bruyn to Oudewator; Dr. S. P. Dee to Dwinge- looS. G. do Graal te Rijswijk (Z.-H.)Dr. W. G. Harrensfcein te Medan; W. van 't Sant to Katendrecht; Dr. J. Thijs te Meppol en J. Waterink te Zutphen. Boroepen. Te Maastricht: K. Winkelman to Eindhoven; to Giessen-Oud©* en Nieuwk&rk: F. EL van Loon te Bergum. Bedankt. Voor Meerkerk: E. J. v. Voorst ta Kootwijk; voor Nieuw-BuiaenK. v. d. Yooa to Vreeswijk. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Te Driebergen: N. Bijdeniast te Doesburg. Bedankt. Voor SchiedamK. Groen te Zwijndreeht. Da. Boerendans. Ons wordt gemeld dat niet' juist is ons bericht, dat Ds. Doovendana, Ned. Herv." pred. to Ann sterdam voornemens zou zijn, in verband met zijn gezondheidstoestand emeritaat aan te vra gen. Ds. D. heeft nj. om redenen die hier onvor- meld kunnen blijven ontslag genomen. Prof. Dr. V. Hepp. Gistermiddag aanvaardde Prof. Dr. V. Hopp zijn ambt als hoogleeraar aan do Vrije Univer siteit, in de vacature Prof. Dr. EL Bavinck, voor dogmatiek cn aanverwante vakken. Nellie had geen prettig© reis. Om half- zes op weg naar de juagvaart, begeleid door een knecht dio oen© warme stoof on verdere geriefelijkheden in de schuit zou brengen, in 't donker terwijl oen vinnige Zuidoosten-wind haar de sneeuwvlokken in 't aangezicht joeg, do hardnekkigste optimist zou dit moeilijk onder do plei- ziertochtjea kunnen rekenen. Maar Nellie had or zich op gekleed; zo was bovon- die geen stadedametjo, maar gewend om in 't ruwste weer over do lieido na air 't dorp te wandelen en boodschappen te doen. Van Haarlem mot de schuit naar Am sterdam; van Amsterdam met con serio schuiten naar Utrecht; van Utrecht mot een soort van diligence die op Arnhem reed, naar Barnoveld, cn vandaar zou zo door haar vader met een jachtwagontjo afgehaald worden. De reis was dus nog al niet zoo heel moeilijk, het zou och ter reeds donke; zijn eer zij Barnoveld be reikte, en als ei* dan eens geen wagen tje was om haar mee te nemen? Maar dat was een dwaze gedachte, want zij had verleden week al geschreven, en precies uitgeduid hoe laat zij komen zou, dus Nellie vond "oc-fc al heel kinderachtig zich daarover bezorgd te maken, en sield© zich ivoor haar gestoorde nachtrust schade loos met een dutje. #oo. beurtelings slapende en etend», le- Tot onderwerp hsA do iiisuwe boogkierMr genomen „Gereformeerde Apologetiek." Weer mis. De classis Gouda keurde bet vorig jaar den ligger der Ned. Herv. Gem, t© Leerdam goed'. Na twaalf maal tevergeefs een beroep uitge bracht te bobben, hééft thans De. S. C. Groene- veld, van Zuilichem, een beroep naar d© ge meente te Leerdam aangenomen, doch thans hoeft do classis Gouda te kennen gegeven, dat ci© kerkvoogdij te Leerdam de ligger verandoren iuoet. Do kerkvoogdij zal hieraan met voldoen, 'zoodat Leerdam weer vacant i©. In dezen ring zijn van de 10 predikanteplaoteen er aanstonds 6 vacant. Stemmen! Om de deelneming aan de verpozing van ouderlingen en diakenen to bevorderen, zal do kerkeraad van Leiden do stembiljetten aaa do huizon d$r leden laten bezorgen, cn in do v/eek, voorafgaande aan d© stemming, gelegen hoi d geven tot inlevering er va,n.. Hot is eigenaardig zegt de Heraut: ©p po litiek evenzeer als op kerkelijk terrein o-nder-e 'vindt men hetzelfde: indien men den gegadigden het stemrecht ontnam, zouden z© moord cn brand roopen. En als men het hun' geeft, maken do meesten geen gebruik er van. Toch ligt in dit stemmen dö v&rvulling caner Goddelijk© roeping, waaraan men' zich niet be hoord© te onttrekken. Evangelisatie Zuid-Holland. Op nitaoodiging van - een voorloopig Comité kwamen gisteren te Rotterdam afgevaardigden vaa Geref. Kerken uit de provincie Zuid-Hol land bijeen om ta beraadslagen of het wensche-» lijk ©u mogelijk was om in d© provincie tot eaamworking to komen. Door-afvaardiging waren 32 korkon aanwezig, terwijl van nog 12 .korten sympathiebetuigingen waren ingekomen. De Voorzitter, Ds. T. J. Hagen van Delft, sprak een kort openingswoord, waarin het dool van de saamroeping werd uiteengezet. De roop om leiding en voorlichting in het work van Evangelisatie word al luider en da-t drong hot voorloopig Comité- <an oen rondschrijven iaan dö kerken t© zenden, waarin wordt aangegeven, in wélke punten eaamwerking van d© kerken mo gelijk zou kannen zijn. Ds. J. Douma van 'e-Gravenliag© stelde voor om het Comité te verzoeken maatregelen te no men om te komen tot een provinciaal congres, waarop do vraagstukken genoemd in den oproe pingsbrief o.m, kunnen werden besproken enz. Ode bet Comité deed oen voorstel, nader toe gelicht door Ds. J. A. cn Ds. R. Tazolaar en Zijlstra, van Dolfehaven, luidend: De vergadering op 26 Oct. 1922, opgeroopen door een voorloopig Comité, ter bespreking van de vraag of do oprichting van een provinciaal Verband wensohelijk en mogelijk i3. gooien hot coneeplfcpragram van hot Yoori. Comité, gehoord die discussie, vooropstellend, dat do Evangéteaiiearbeid principieel onveradndord do taak van de plaatselijke kork, ovQrwegende, dat inzake van samenwerking te onderscheiden is, tuseeten gezamenlijk© bospro- king van de theorie en gezamenlijke bearbeiding in do practijk, -te overwegende, dat inzake bespreking van de theorie samenwerking wensohelijk cn mogelijk ia, besluit het voorloopig Comité te vorzooken ©en ni-ouwe vergadering uit te schrijden, op na- dor to bepalen datum, om alsdan al of niet tot ©on beslissing inzako een Verband te komen. Dit cn het voorstel van Ds. Douma worden besproken 'en in stemming gebracht, waarna bleek, dat do meerderheid der vergadering zich verklaarde voor het voorstel Tazelaar. Ds. Douma zal worden verzocht om in hot voorl. Comité zitting te nemen. Zondagscholen. Naar do Nod. meldt, is te 's-Gravenhago ho. sloten tot oprichting van een Centraal Gomité voor Zondagscholen. Zondagscholen van elke go-< zindfco kunnen toetreden, terwijl ieder zal wor^ den vrijgelaten in zijn doen en laten. Er zullen zoo weinig mogelijk vergaderingen gehouden worden; op conferenties zullen vraagstukken uit do praktijk behandeld worden. Er traden 9 Zon dagscholen toe. Confessiomselen ist Zuïd-HoliamL Gisteren, hebben de Confessioneel en in Den Haag vergaderd. In de openbare vergadering •des namiddags" heeft ds. C. A. Lingbeek, van Reitstim, gesproken over art. 36 Ned. Geloofsbelijdeaiig. Do inleider noemt zijn ontwerp een punt van „de leer", maar dat niet omgaat bui ten het leven. Die twee zijo a? aoit o scheiden, trouwens. Waaii niet uit aommigo gedichten, zelfs schildrijen van onzen tijd, een c. v. so* cialisiisch© goes-t u togen? Gevoelt ge in andere kunstproducten niet den Pantheïstisch en geest? Geen wonder; do levensuitingen moeten de gedachten doe harten van de mcnschen open baren. Zoo is het ook bijzonder met het Ieersluk van aztfïd 56. Da strijd" hierover staal ook kr nanw verhand met hol - praktische lenen. Spreker geelt een kort orerziebt van hst verloop van den stryd over clit arrikci cn gaat dan de bezwaren na, die icgan bet oud© be ginsel va® art. 30 worden, irgobracht. lo. Het Bijbelsche bezwaar: de Bijtel zou hieromtrent nieïo positiefs leer on. Dit strijdt met do leer van de algenocgzaamfceid van den Bijbel cn mei'den Bijbel zelf (Romeinen Km etc.). 2o. Het dogmatische bezwaar. De over-'neid heeft, zegt dr. K.. geen örgaah om in deze lo or r deel en; daartoe meet mm immers weder geboren zijn. Daro-tegen goJdl dai de overheid I als zoodanig ook geen gewetcai heeft en dos heelemaal geen onderscheid zou mogen mal:en tusschon goed cn kwacd. De oude Gereformeerden echter leerden: ©r is oen geestelijke kennis va.n d© dingen Gods, di© alleen bei deel is van den gedvreezanden Ghristen, maar er is ook con natuurlijke kennis van Gods woord en wil. Pin die kermis heeft in een christenland zeker de overheid. 3e. De practische bezwaiea. Onze bes-ólking is gemengd. Eén derde ié Roomsck. Vele seet-en zijn oï. Hóe zal de overheid een keus doen? Hiertegen geldt dat de overheid haai* begin sel tan hebben zender daarom bepaalde ker ken voor te trekken. En verder wat Groen schreef: „Er mogen bier groote zwarigheden zijn, dit mog nooit leiden tot verloochening van liet beginsel" enz. (Ta «Ongeloof revolutie"). Dr. Troelstra. van Den Haag is het over het algemeen met inleider eens, maar had toch gaarne gehoord hoe hot beginsel thans moet toegepast. Bijv. de cver-besd in de 17.de eeuw steunde wèl de Gereformeerde, niet de Lu'her.-che Kerk. Ho© moot dat nu? Ds. Te Winkel van Den Haag vraagt onder meer: Is'Groen Toors-tender van ar!. 36 geweest in togeneteliiug met Kuypcr?- Heeft Groen n-iet juist Kuyper als zijn opvolger aan gewezen? Of zijn er tweo lijnen in Groen ge weest? Heeft Groen 4iiet gezegd: „ik aanvaard den neutralen Stmt"? Ds. Voorstcogh vracgt of art. 36 uiri wil, dat do Roomschen met het zwaard worden uitgeroeid? Spreker meent: in dio uitdrukking vindt mon een te scherp© toespitsing van hel grooto beginsel v;yn hot ar1., maar om die toe spitsing vorworpe m&n tet hocrisol zelf niet. Ds. Stigter va-n Settel vraagt of hot waar ia, dsri in den „ópitre au roi", die de Va-doren 'hij de belijdems voogden, eenige aarze ling wondt uitgesproken omtrent de roeping dei* overheid ten aanzien van kerk en gods dienst. Ds. Gravemeyer van Den Haag wïj#t op d© vollo zaal, op dit uur, midden in de week, ©ia bewijs hoe gaaatno men referent over dR cndorweim wilde liooren. Nu vraagt men: wat het tastbare rwwltaat van deze biieon- komet? Zij het dit. dat ons volk raoot worden opgevoed: in de lijn van art. 86. Verder: er zijn twee Groens gewerst: oen jong© en een oude; wij houden ons aan don jongen! De hoor Anker wijst op den ioenemomteu inviwd der Roomsche Kerk. Maar onze vret- geving is nog altijd op Proteotauteche leest ge schoeid. Laat on© uitspreken-; wij wilton, het Prolesiantsch beginsel blijven handhaven,-ook in de wetgeving van ons vader*and. Daarna beantwoordt inleider enkele Vra gen. Wat Green betreft, or zijn drie Groens-ge weest. Eén, die leefde uit art. 36. Daarna één die oischle: als de school niet bepaald Bijbélsch Ghristoli,ik mag zijn, dan eisoh ik, dat ze eJiso- luut neU'tvaal zij. Dat was natuurlijk niet Groens ideaal, maar dat eiechte hij uit vrees voor ergor. Eundclijk, d© derde Gro&u heoft verlangd: facultatieve splitsing der openbare school. Wat betreft de tetter der woorden vau art. 36, vooral de beteékenas der uitdrukking „cm 1© woron on uit te roeien alle afgoderij", <te opstellers >d©r belijdenis hebben nooit een ge zaghebbende verklaring dier woorden gegeven. Maar uit do teksten, dio zij er bij afgedrukt hebben, blijkt hu® bedoeling. Nooit bijv. hebben zij teksten aangehaald, waarin stond, dat E'ï» do Baalpriestors elachlto en dergelijke, maar enkel zulko teksten, waarin in en leest, dat do koningen den tempel hebban helpen houwen en don pukliekon coredienst gesteund. Op de vraag of do opstellers dei- belijderti-s zelf omtrent het beginsel hrijben geaarzeld, doelt inloider -mode, dat bij de bolijclenis niet alleen was gevoegd een „épitra au roi", maar ook nog een schrijven aan de Stadhouders des Konings. Daarin vermelden de opstellers, dat „sommigo goede Cliristernen" een ten aanzien van Gods Koninkrijk onzijdige overheid- bobten gewild, maar dat zij dat gevoelen niet deelden. Alleen verlangden zij van den koning, dat bij hun zaak toch niet zou fcezi-on doer do oog en dor Pvoomsoko Bisschoppen, maar door zijn eigen oogen. Wat betreft do vraag lioo mon hot beginsel vaa art. 36 in onzen tijd zou moeten <ocpas&en, wijst inleider ar nog op, dat Groen gevoelde hoezeer oen Grondwetslrnrzioning daartoe in onzen tijd ncodig was. Hii schreef zHn „uroevo f vaa Qrtmdv^èiienhsahi^ is N--tojL-.?u»'d.-:::h,-r. Ïowï". Gok dr. Koedema*:pr 5, l or:' - rrt van Graudweisterircring (ut um ^irt. Eind<-ryk iagi utile:dor. ca'., 0411 oen fedk fes een goeden *v©g ierug te loiden-. niet do meer derheid, maar veel mc-cr geloof noodig is. In het laatst der 16de eeuw waren da Gereiormeer* c!en maar een tiende deel van onze bevolking. Toch kobben zij op onzen St-aat bun stempet gedrukt. DE BRON VAN ALLE KRACHT. AVij moeten do bron van onze krach* mot slechts n oemen, maar dio ook* wdariijk kon non. Het zou tamelijk nutteloos zijn als wij, om slechts een enkel voorbeeld te geve®., al maar riepon: terug tot hof Woord Gods, on niet tracht ton don vollen rijk dom van hot Woord to verstaan on dage lijks te kennen den stalenden omeang mot den Bijbel. Do Biibel heeft c-cn machtig woord meegosprokon in ouzo Europo&oche cul tuur, maar stellig alleen daardoor, dat er duizenden wrtron, 'clib heni leenden afe hun da gelijkscha epijz-o. En juist, omdat wij in do grooto druk te van ons moderne Ic-ven dit zoo licht kunnen vergeten, is hot noodig or telkens weer aan to herinneren. Dan zal^ do levens verbreed in g van on zen t;id, dio tot levensverbrokkeling leidt, on ons geslacht zoo mach'oio03 maalct bij allo druk beweeg, onze kracht, niet roo- von, ma af ons do ware eenheid in ons lo ven doen bewaren. Oolün. ïfaar korat beï weerd inflatie usndaan? De volgende ïnflatie-anecdote uit ee-n geseiii'ift van. dr. Karl- A. Schafer over „Klassische Valuiastabilisiornrtgen- ver- Idaart het ons: De benaming „opblazing" oi inflatie van het geld - is in Amerika ontstaan, waar mon het, oorspronkelijk aanduidde onder den naam van kapitaals ver watering. Meer dan 100 jaar geleden zou namelijk de veehandelaar Daniel Drew op de gedachte gekomen zijn, zijn vee, als hij ermee naar New York onderweg was, met gezouten hooi te voederen en ze dan kort voor de aankomst in de stad te laten drinken. De dorstige dieren vulden hun lichaam met water cn wogen daar door veel zwaarder en een rund, dat andere 100 dollars opgebracht zou hebben, bracht er nu 120 op. De truc kwam op den duur natuurlijk uit cn zulk door water „opgeblazen" vee word „watered stock" genaamd. Waar nu „stock" zoowel veestapel als .kapitaal beteekent, lag het gebruik van deze uitdrukking ook in beteekenis van „verwaterd kapitaal" voor de hand. Men ging van een opblazing spreken, wanneer een aandeelenkapitaal door uitgifte van nieuwe aandeel en vergroot wérd, zonder d'at tevens voor de betaling van dividend, over heb niéuwe ka ui taal gezorgd werd. Dezelfde opblazing of 'inflatie wordt door een staat verricht, dje onder den druk vani voortdurend gebrék aan geld staats papieren „stocks" in omloop brengt door het aanbieden van rente werkelijk kapitaal to verkrijgen, dat dan voor onproductieve doeleinden verbruikt wordt. Dio staat brengt dan schijnbaar zwaar „staatsvee" in den vorm van staatspapieren aan de markt eft past daarmede de manieren van een speciaal soort- paardenruilers toe, aan gezien de koopwaar „verwaterd" is. Deze kapitaalverwaterlng, die het kapitaal op blaast, zonder het in werkelijkheid meet waarde te geven, wordt inflatie genoemd. Centrum. Een oude legende. Er staat een enorme rots aan do Zwib- scrscho zijdo van don St. Go'lhardweg, waaromtrent een on-do legende verteld wo-rcU. De duivel was eens bezig, dozen 6teon to borstelen, toen. hem een oude, vrome vrouw.. ontmc'Cnte, dio, onthutst, op bet gezicht vaa diazo -onverwachte verschij ning, begon te bidden. Zooveel vermocht haar gebod, dat do boore don steen op eens liet vallen, en daar ligt hot gevaarte nu als ooft onbetwistbaar getuigenis, dat de duivol niet opgewassen, is togen oude vrouwen', dio do hulp des Hemels inroe pen. In dezo legende ligt een troostvolle waarheid. Laat de geleovigen toch den vijand der zielen deen beven, door zonder ophouden te bidden. De zwakste heilige zal op zijn. knieën, alle machten der hel overwinnen. Spurgeon. ruiten t rommelde. Do .dikko boer, zijn praatje voort- wil- londe zotten, keek naar eon ander om ca koos, als do dichtebijzijado, daartoe Nel lie uit- „Wel jonge juffer," begon, hij wee/, haar oen geluchte rookwolk toobl-azeaido, „ao ie mee tot 'Zuifent, of slap ie onder weg nut!"' Nellie was oem ocgeublik gcuvigd den onbehouwen beer te vragen wat het hem kon echelon, maar zij wilde de onbeleefd heid niet tegen dezelfde munt inwisselen, en antwoordde: „Neen, ik stap onderweg uit." ,),In Apeldoorn?" woog do nreuwsgio- ïigo vent.. '„Neen, Barnoveld." H&t trommelen op de ruiten hield op. „Hö 'k zion léven!" nop do boor. „dafl lieur ic 011 hcci bio mekare!" Van den kant vau bet raam werd oen zonderling goluid gehoord, even alsof iemand mot moeite zijn lachen- bedwong. Nellio stampt0 van ergernis met den voet op den grond. „Ik heb niets mcl dien mnnear daar w maken," antwoordde zij. luid g«i<#K dat do „monccr" hot kon verstaan. „0 zoo, noo 'k docht 'et moar, 't tow wei, zio." zei do boor, on yorvolgdw -bent vast uut Holland, ia racl?" (Wordt vcrvoljrfl). z-endo en pratende, had zij Utrecht be reikt. De reis was tamelijk voorspoedig ge weest; hot was pas drie uur, ovenwei bo- greep Nellie dat het lang on brood avond zou wezen, wanneer men Barnoveld bin nenreed. Dan had ze nog een uur rijdens te goed voor zo zich in haar ouderlijk huis van de vermoeienis kon herstellen. Voor hetzelfde koffiehuis waar de trekschuit aanlei, reed het rijtuig af, en daar dit laatste eerst om halfvisr gebeur de, had Nellie nog een groots twintig mi nuten den tijd. Doze besteedde zij met een kom molk gloeiend heet to laten maken On met kleine teugjes uit to drinken, een gonot, dat ieder verkleumde op den rechten prijs zal schatten. Intusschen nam zij de passagiers eens op, die met haar do reis mede zonden maken. Onder al de lieden, die in de gelagka mer ronddrentelden of zich bij den haard vermaakten mot pijpjes te roekon, trok een rijzig, flink gebouwd persoon haar aandacht. Zijn ouderwetsefce heoraehtiga kleedmg, met het slordige pruikjo on don. driekant, cn vooral do lange degen ga ven hem iets zonderlings, iets „ver- ldoede," dat mefc zijn openhartig, ernstig gelaat in tegenspraak was. „Wol heerschap," zei een dikke Gelder- sche bocir, die met don rook zijner afschu welijke tabak all lieden uit zijne nabij heid verdreef, „gooi ie ook moe tot Zut- fent?" „Nee Baas," antwoorddo de vreemd gekloedo in dezelfde gouwspraak, „ik, va re ma or mee tot Bamieveld; daor blievo ik óver." „Wel kiek is au," hervatte de boer verbaasd, „a'lc niet docht, toe 'ic 00 daor eflcea heurdo praotop, da' io'n Holland-er waren; ie schienfc toch uut do Veluwe vandan te wozen." „Dat héj dan toch mis chad," zoide do vreemde droogjes, en vervolgde: Ik zol wol haost zeggen, dat ie uut Overieselt kump achter D'èènter vandan." „Zoo vore nèè; mion hun&ken. steefc in Olet, 6tef tegen den dick. Maor-wa 'k zeg gen wol on liegen nee, blief ie in Barno veld, -of ga0 ie voerder op?" ,,'k- Woto nog niét; 'k zal is kieken gaf do aangesprokene ontwijkend ton antwoord. ,,'k Wol dan maar zoggen dat 'et goed is, dad zo'n dingskem op zied liebt," zeido do boor, op den degen wijzende, „want er löp tegenswoordig völ wemd volk langs den weg. Den. man dio daor stoet, cn die twoe lu'j zult 't 00 wel kunnen vertellen wi-o zo ozièn "hebt." „Allemaol orm volk, daor gien pit in zit," zoido do vreemde minachtend, ,,a'j ze ankiokt loopt ze weg." Hij keerde zich om en trad naar het raam, waar hij op do

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 5