Dagblad voor Leiden en Omstreken 3de JAARGANG. - ZATERDAG 28 OCTOBER 1922 - No. 780 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ABONNEMENTSPR S IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12.50 PER WEEK 10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 Dit nummer bestaat uit twee bladen Hier sta ik Wij herdenken in deze dagen weer' het feit der Kerkhervorming in de 16o eeuw, die ook in one land do geestelijke vrijheid bracht. Wij brengen in herinnering de stoute daad van den eenvoudigen monnik Dr. Maarten Luther, toen hij op 31 October 1517 zijn 95 stellingen aan de slotkerk te Wittenberg aansloeg. En tegelijkertijd herinneren we ons, Ihioe Lui her nadat hij in 1520 door den Paus in den ban was gedaan, in 1521 ter verantwoording geroepen werd voor den Rijkedag te Worms. Zijn Dositie scheen hachelijk. Hij was een vogelvrij verklaarde. Zijne vrienden hielden zich schuil, of waarschuwden hem toch voorzichtig te zijn. En toch torn hij daar .stond voor den machtigen Keizer die omringd was van dé grooten en machthebbers der aarde en hem gevraagd werd, wat hij geschreven •had te herroepen, klonk het fiere en machtige woord: Hier sta ik. Ik kan niet anders. G-od helpo mii! Amen. Zoo kon alleen een man spreken. Een man, die geloof had.in zijn zaak en ge loof in zijn God. En 't zijn zulke mannon, die we ook thans noodig hebben. Hier sta ik! Zeker, dat hooren we ook in onze da- gen. Hier sta ik. Ik, de groot kapitalist, die het kap'taal bezit en do macht. Ik zal mijn wil laten gelden. Mijn woord zal wet zijn. Hier sta ik. Ik, de leider van eèn mach tige vakorganisatie. Neen, de macht ie niet bij den eenling, maar bij de massa; niet bi? het kapitaal, maar bij den ar beid; niet het verstand regeert, maar de kracht en de macht waarvan ik de ver persoonlijking ben. Hier sta ik, en wie zich op mijn weg vertoont, die vertreed ik. Hier sta ik. Ik, de man die in het poli tieke leven een vooraanstaande plaats in neem en die daardoor.in staat ben groo ten invloed uit te oefenen. Voor niets en voor niemand ga ik óp zij. Ik zal spreken en anderen zullen luisteren; ik zal pijpen en anderen zullen dansen. Hier sta ik. Ik de man van do weten schap. Hemel en aarde heb ik doorzocht. Er is niets wat ik niet heb nagespeurd. Ik heb de kennis en kennis is macht. Hier sta ik. Ik do man van de tech niek, die geheime nooit gekende krachten tot ontwikkeling weet te brengen en die krachten weet. te dwingen hot mensch- dom te dienen. Het op te voeren naar om toog, maar het ook, al6 het moet te ver pletteren. Hier sta ik. Ik de man van het wapen geweld. die over oen machtig leger be schik en die zelfs het recht voor mijne macht doe wr'ken. Hier sta ik. We hooren. het van alle kanten. De een roept het al luider en krachtiger dan de ander. Zullen we daaróm ons geslacht geluk kig prijzen? Och, laten we voorzichtig zijn. Ook hier bedriegt zoo vaak de schijn. Zeker, we zijn mannen en vrouwen van stavast. Want. al behooren we niet tot de led- dors van ons volk, het „hier sta ik!" durven we toch wel op onze lippen te ne men. Alleen, en daarop moeten we letten, we laten er zoo gemakkelijk iets anders op volgen. Hier sta ik. Ikwil niet anders. Zoo is het toch vaak in het leven? Hoeren we het niet eiken dag en elk uur? Maar als dat zoo is, dan is dat niet an ders dan een uiting van trotscho verwa tenheid. Hier sta ik. Hier staan z e, de mannen van macht en invloed in het maatschap pelijke en het staatkundige en ook wel in het kerkelijke leven, omdat ze niet an ders willen. Omdat het hun om de macht te doen ^Omdat ze zichzelf zoeken. Eigen eer en macht, en invloed. Omdat ze weigeren te buigen, te bui gen zelfs voor God en Zijn Woord. Luther deed hot anders. Bij hem werd het: „hier sta ik" ge volgd door: „Ik-kan niet anders!" Dat is ware grootheid. Ik kan ^niet anders. Niet omdat de ommandigheaep mij tegen zijn, niet om dat ik op die wijze allerlei onaange naamheden kan voorkomen, on omdat ik andere maar in moeilijkheden zou ko men. -Veen, ik kan niet anders, omdat ik met mijzelven leef. ^mdat ik niet mijn eigen wog kaa gaan. Omdat ik heb te gehoorzamen en te dienen. Omdat ik gegrepen ben door eein mach tig beginsel, dat heel mijn leven be- heerscht. Zoo stond Luther voor de machtheb bers der wereld. En omdat hij daar zoo stond, daarom heeft hij zoo machtigen invloed' uitge oefend. Daarom trilt thans, na meer dan vier eeuwen nog na het woord door hem ge sproken. Als hijniet anders gewild had, omdat hij nu eenmaal een koppige mon nik was. die niet wenschto zijn hoofd te buigen, zijn wijsheid zou mcit hem zijn yergaan. Maar hij kon niet anders. En daarom klonk zoo madhtig zijn: „Hier sta ik". En daarom kon hij ook laten volgen: „God helpo mij". God helpo mij! Dat was bij Luther niet eon uitroep van doffe berusting. Hij redeneerde niet:_ „Ik heb mijn plicht gedaan, maar nu zie ik geen uitkomst meer ea daarom moge God mij helpen. Zoo wordt dit woord vaak verstaan. Ook wij kennen ze allen wel in onze omgeving- de mannen en vrouwen die niets voelen voor kerkelijke en staatkun dige en maatschappelijke actie. Dat ie. zoo heet het dan, toch alles maar mSischcuiwerk, dat zoo bedroefd weinig beteekent. Het is menschenwerk en daarom ge brekkig on zondig ©n onvolkomen. Men maakt er maar ©en staf van ora te leunen, maar die in de practijk de hand die ze omvat houdt doorboort. Noen. God moet het doen. En met een eerlijk en oprecht ge meend „God helpe mij", trekken ze zich terug en zien niet zonder medelijden neer op die ploeteraars die zelf ook iets willen doen, en die naast het bidden ook het werken niet willen vergeten. Maar zoo heeft Luther het niet ver staan. Hij had zich in gehoorzaamheid gebo gen voor het Woord van GocL Daarom kon en mocht hij niet an ders. Daarom kon hij toen allo menschelijlce machten hem bedreigden en de vijand met opgestoken vaan op hem aanrukte, dat machtige woord spreken: Hier sta ik! Hier sta ik! Als hij gestaan had in eigen kracht, dan zou dat fiere woord spoedig verstor ven zijn. Maar zoo was het niet. Hij kon er op laten volgen: Ik kan niet anders. Omdat God het wil. Omdat ik voor Zijn Woord wensch te buigen. En omdat zoo de zaak stond kon hij er op laten volgen: God. help© mij. God zal mij helpen! En omgekeerd: omdat God mij zal hel pen, daarom sta ik hier en deins ik voor geen gevaren,, hoe groot ook terug. Wij noemen ons kinderen der Hervor ming. Het Luthoflied wordt door ons gaarne gezongen, en machtig klinkt het vaak door de gewelven: Een vaste burcht is onze God Een toevlucht voor de Zijnen. Dat kan hartverheffend zijn en het kan ons ontroeren en in vervoering brengen. Maar laten wij nu voorzichtig zijn en in die vervoering de werkelijkheid niet uit het oog verliezen. Ie hot bij ons geworden: Ik m a g niet anders. Is er bij ons een buigen voor Gods Woord? Wenschen wij Zijne eere te zoeken, in hooi hét leven? Indien ja, dan zal God ook ons helpen. Dan zal onze strijd en arbeid niet ijdel zijn. En dan mogen wij ook overnemen het machtige Lutherwoord: „Hier sta ik!" V Vrede door recht. Een mooie leuze 'is dat. Alleen maar jammer dat velen daar van wel willen weten als het gaat over de internationale verhoudingen, maar niet op het in onze ommiddelijk© nabij heid liggende terrein van den arbeid. Dan verkiest men vaak den s t r ij d. En zoo wordt er dan gestreden op groot© schaal. Nu breekt hier een staking uit en morgen wordt daar een uitsluiting geproclameerd. De Minister van Arbeid heeft nu 'n po ging gedaan om den strijd to doen plaats maken voor het recht. En de Tweede Kamer hoeft hem in dat Christolijk-Sociaal pogen gesteund. Dé bedoeling is, dat zullen worden aangesteld Rijksbemiddelaars. Zoodra dezen van den burgemoester toenor gemeente kennis hebben gekregen dat oen geschil is ontstaan, dat tot sta king of uitsluiting laanleiding Idreigt te geven en waarbij ten ministe vijftig arbeiders Zijn betrokken, trachten zij dit geschil in der minne te beëindigen. Ook kunnen partijen of de vakorgani satie de tusschenkomstr inroepen van den Rijkebemiddelaar, die bij het geschil be trokken werkgevers of arbeiders of be stuurders van ihunno vakvereenigingen voor zich kan doen verschijnen-tot het geven van inlichtingen. Zoo noodig kan de tusschenkomst van teen bemiddelingsraad of een 6 ch ei d s g e r e ch t worden ingeroepen en indien dan nog geen overeenstemming wordt verkregen kan zelfs een Commissie van enquête werden ingesteld. De practijk zal leeren, of in do practijk resultaten worden bereikt. Maar het pogen verdient althans warme instemming. V Een gevaarlijke kant. Aan het thans door do Tweede Kamer aangenomen ontwerp inzake de bemidde ling bij arbeidsgeschillen, zit een gevaar lijke kant. Oorspronkelijk was voorgesteld, dat, indien een Commissie van enquête voor oen bepaald conflict werd benoemd, wel ker uitspraken wettelijk gesanctioneerd zouden worden, de overlegging van do boeken kon worden gevorderd. Daartegen ree? verzet. Een zakenman heeft niet gaarne dat er in zijn boekon wordt geneusd. En dat is verklaarbaar. Het kan zooals de oorlogstijd heeft geleerd zeer nadeelinge gevolgen héb ben. Do Kamer bleek dit in te zien, en be paalde, dat zulk een Commissie alleen kan worden -benoemd ak bij een geschil het algemeen belang in ern stige mate is betrokken, terwijl met gevangenisstraf wordt bedreigd een ieder die de geheimhouding schendt. Dat beteekent een verbetering. Maar een gevaar blijft hier ongetwij feld bestaan. Uit eigen ervaring uit de crisisjaren 'wist b.v. de heer Gerrotson mee te doe len dat er bij .hot „boekenonderzoek on der ©ode" telkens „lekken" bleken te zijn. Dit blijft een. gevaarlijke kant. Die misschien zonder bezwaar wegge nomen had kunnen worden, otodat een oplossing onder zoo sterke nressie toch al zeer weinig bet-eekenis heeft. Bovendien bestaat de kans, dat op de ze wijze het goedbedoelde pogen reeds bij voorbaat impopulair wordt gemaakt. STADSNIEUWS. Oud-ledenvereeniging „Prediker". Voor een klein gehoor hield Da. Voor- steegh van Katwijk aan Zee een rede over „De Ghr. Jongelingsvereenlging in dezen ernstigen tijd". De voorzitter van bovengenoemde ver- eeniging, de heer P. Mazurel opei.de de vergadering met het laten zingen van Psalm 119:5, waarna hij voorging in ge bed. Nadat vervolgens gelezen was. Psalm 19, heette de voorzitter allen hartelijk welkom op-deze eerste van de 4 vergade ringen, welke de v-ereeniging voornemens, is te houden, en sprak den wensch uit dat ook deze vergadering ten zegen mag zijn van hen die aan do jongelingschap leiding hebben te geven. Daarna was het woord aan Ds. Voor- steegh tot het houden van zijn rede. Wanneer ik u spreek van een ernstigen tijd, aldus spr., dan weet ik uw aller in stemming te hebben. Wellicht zal men vreezen dat ik te diep in die donkerheid en die ernst zal afdalen, en hoopt men nu eens iets anders te hooren dan van die ernstige tijden. En toch moeten we ten volle in den ernst en den nood der tijden afdalen, om te.vluchten tot Hem, bij wien alleen uit komst te geven staat. Daarom zal ik het hebben over die ernstige tijden, of liever ever de Chr. J. V. in dezen tijd, want zij staat er midden in. Want de tijd is ernstig. De mentaliteit van het volk biedt zulk een uitnemenden bodem vcor de revolutie-theoriën, terwijl alles er op wijst dat het niet lang meer bij theorieën -zal blijven, maar dat men zal overgaan tot den daad. Het omeerendeel van het volk heeft geen basis, geen grondslag meer waarop het steunt. Men denkt er ever zooals van Ra- vesteyn in den Rotterdamschen raad zei- do, dat het nu geen tijd meer is om er principes op na te houden. Het is zooals de Min. v. Onderw. het vorige week Don derdagmorgen bij de opening van liet congres tot bestrijding der tuchteloo beid uitsprak, dat vele mensclien, en speciaal jenge mensehen, uit het evenwicht gesla gen zijn, en niet tot rust kunnen komen, en geen vasten gang meer kunnen aanne men, geen bepaalde richting kunnen in slaan. Wat de wereld noodig heeft, dat zijn menschen met wilskracht, m?t draag kracht, met werkkracht. Oppervlakkig be schouwd zou men denken dat deze dingen buiten het terrein der religie liggen, maar ais men kennis neemt van het woelen cn zoekeu der menschen, komt men wel tot een andere conclusie, ai wil de overzijde die meening vasthouden. In tegenstelling met de algemeene ver wachting blijkt het, dat het materia7isme alleen nog maar is overwonnen op de studeerkamer van denkers, dichters en fiiosoplien. En bij de algemeene verwar ring die er heerscht, dreigt thans een nieuw gevaar, .n.l. d-at de menschen ook voor het grofste radicalisme niet terug- c'eizen. Ook dreigt gevaar van den: „laat maar waaien" geest. Vele men schen worden het moede om zich bezig te houden met de vraagstukken van den dag. en bekommeren er zich niet om hoe het loopt. Zoo mag een Christen er nooit ever denken, want te midden van allo woeling en twijfel, staat het woord van onzen God. Er kan bij onze Christenen te genwoordig te veel „door". Wc moeten te rug naar het Woord. Ten opzichte van de Chr. J. V. wil spr. uitgaan van drie gedachten: n.l. Denk wel. Spreek wel. Doe wel. Er zijn veel menschen die er lieelemaal niet over denken. Anderen dénken er ver keerd over. Het laatste vindt vooral dik wijl zijn oorzaak hierin, dat vele men schen in het diepst van hun hart een ver borgen vijandschap koesteren tegen het „fijne" leven. Laat men die verkeerde gedachte toch niet vpeden. Alleen door „fijn" de dingen te onderzoeken, zal men tof de ware kennis van zonde en genade geraken, on leeren opzien naar het licht van Golgotha's Kruis. Bovendien gaat het er op de J.V. niet zoo diepzinnig naar toe, als vele men schen wel denken. Ach, men wil wel eens een vriendelijke knik geven in de lichting van dc J.V., maar men beseft over 't alge meen niet de beleêkenis van de J. V. Men denkt te veel aan een oude-mannen-ver- gadering, en dit is toch geheel onjuist-. Zij, die do J.V. bezocht hebben, weten wel beter en zij danken God voor Zijn lei ding die hen op de J. V. bracht. De jongeling heeft zooveel goede raad en vertrouwelijke leiding noodig. Hij tornt in aanraking met allerlei proble men van welker bestaan hij nooit had gedroomd. Onze jongelingen denken veel meer dan vel© menschen mennen. We ■sturen hén niet: meer zoo gemakkelijk met een kluitje in 't riet Zij willenpo sitieve zekerheid hebben omtrent de din gen die hen van vader en moeder werden geleerd. En daar hebben zij recht op. Het is het zaad der gemeente. Daar zijn wel van die z.g. vriendelijke oud© menschen, die zeggen: die jongen moet toch ook wat hebben", of: „men is maar eenmaal jong". Niet alzoo. Onze jongens, ook de jongens „van de vlakte", denken dieper dan velen meenen. En als het openlijk in de bladen wordt gezegd: „Wie aan godsdienst doet, is, of niet goed wijs of een huichelaar; dan heeft de jongeling recht op voldoende tegenwicht vooral van do zijd© der ge meente. Denk wel ten opzichte van de Ghr. J.V. Nadat gezongen was Psalm 145:1. zette spr. zijn rede voort, uitgaande van de geT daclifce: Spréék wek ten opzichte van de J. V. j Ook hier treffen we weer menschen aan die er nooit óver spreken. Ze spreken 'er ook wel eens verkeerd over. Dat mag niet. Men heeft hét soms over: „eigenwijze do- mineetjes", of over een: „fijne boel Het is maar do vraag wat met dat fijn wordt bedoeld. Dat bespotte „fijn" zal niemand kun nen missen om zalig te worden. Het is waar, dat niet allo menschen die de J. V. hebben bezocht, zich in de practijk be keerde menschen toonen. Maar daarmede is de Chr. J.V. niet ver oordeeld. Daar heerscht geen reactionaire geest, ir.aar een sfeer die heilzaam op het gewe ten van den jongeling werkt. Daar worden menschen gevormd die een ruggegraat hebben. Daar wordt de persoonlijkheid gestevigd We moeten leeren op elkander aan te kunnen. Na er o,p gewezen te hebben dat het „doé wel" de ontplooide gedachte is van het i.denk wel", en de J. V. hartelijk te hebben aanbevolen, besloot spreker zijn met geestdift uitgesproken, en met aan dacht gevolgde rode. De heer Mazurel richtte nog eenige woorden van dank tot spreker en de aan wezigen, waarna Ds. Voorsteegh de ver gadering sloot met het. laten zingen van Gezang 96 en met Dankgebed. Hot Duitsche kind. In de slechts matig bezette Oosterkcrk trad gisteravond op Pfarrer B a c h- m a n n uit Münchon om mededeel in gen te doeai omtrent de groot© ellende die in Zuid-Duitschland ten gevolgevan den oorlog heerscht. D s. Thomas die nadat Pe. 76:5 gozongen was in gebed voorging, leidde den spreker in. Spr. had vandaag gedacht aan de Week der gebeden. We hebben thans oen soortgelijk© samenkomst, maar het doel is thans te handelen, eed ADVERTENTIE-PRIJS. DES ZATERDAGS [0.30 PER GEWONE REGEL [0.221 KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens INGEZONDEN RECLAMES Br~ ïIBH 80 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent N; bij vooruitbetaling. Christelijke daad te doen, om deuren on harten open te zetten voor het Duit sche kind. Na het zingen van Ps. 133:3 was het woord aan Pfarrer Bachmann, die door D s. Goedhard, vertaald werd. In levendige trekken schotste Spr. den nood van de Duitsche jeugd, inzonder heid in de steden. Er is in vele gez:nnen gebrek aan het allernoodigste. Met de kleeding ook van de kinderen is het al- tertreurigst gesteld, zoo ook met het voedsel. Daarbij komt nog vaak de on mogelijkheid om brandstoffen te beko men. Het gevolg is dat de kinderen zich niet kunnen ontwikkelen en dat de tuberculo se op ontzettende wijze om zich heen grijpt. De nood is groot. En daarbij komt nog dat door "het groot aantal weduwen, én het gemis van een voldoend aantal wess on kinderhuizen oen groote zedelijke ver wildering ontstaat. Er zijn in al deze donkerheid ook nog lichtpunten. Er komt. weer een vragen, ook van de jeugd naar de kerk en naar Gods Woord. De Duitsche jeugd, aldus eindigde Spr. ligt als 't war© aan den weg. Zu 11 g ij de barmhartige Samaritaan z ij li? In zijn slotwoord wekte Ds. Goed hard de aanwezigen op te helpen door hunne huizen open te zef-on voor het Duitsche kind. Gezongen werd nog Goz. 83:6, waarna Ds. Goedhard in dankzegging voorging. Duitsche godsdienstoefeningen In het Predikbeurtonblad deelt Ds. Locher het volgende, mede: Het steeds wasend aantal Duitsehers, ciie hier in onze stad in betrekking zijn, doet het ons wenschelijk voorkomen, om ook in de geestelijke behoeften dier vreem delingen te voorzien. Daarom is er beslo ten, godsdienstocfeni'gen te 'houden in -dei D u i l s c h taai. voor- lo pig c.ens in d© maand. Als plaais komt ons gosehikt voor de bovenzaal van Pa trimonium, Hooglandse h e Korkgraclit 4 8. Verschillend© predi kanten hebben zich daartoe herefd ver klaard. Ds. Lochcr, die jaren lan^ in Duitschland vertoefd heeft cn veel in geestelijk opzicht aan dat land heeft te danken, wenscht daarmede een aanvang io maken op 5 November, 's voorm'ddaes 10 uur. Do A.-R. Propagandaelub r. A. Kuyper" hield gisterenavond in het Nnts- gebouw hare matig bezochte eerste jaar vergadering. In de verslagen van secreta ris en penningmeester klonk geen onver deeld optimistisch© toon. De opkomst liet in het afgeloopen jaar te wensch.m ov „Maar", merkte do secretaris op sterftekans i3 in het eerste levensjaar het grootst en... de club leeft nog! Smand© de vergadering traden nog enkele nieuwe leden toé. Zij .dit eene profetie van meer meêleven in de komende campagne De onderwerper), die voor dezen winter op het program staan, zijn dit overwaard! De: heer Kuyper opent de rij in Decern ber -j- in November wordt wegens ring- 'vergaüerjng geep c-lubavond gehouden met het onderwerp: „Het wezen v»n het socialisme". Door verplichte aftreding van \oorzit- ter en penningmeester moesten de hee- ren Karstens en Rietkerk van achter de groene tafel verdwijnen eerstgenoem de, anders steeds onvermoeibaar., was dit lceer verhinderd aanwezig te zijn. In hun plaats worden resp. de heeren Noorlandt en Kraay gekozen. Laatstge noemde, ter vergadering aanwezig, nnm zijn benoeming aan. Moge de nieuwgeko- zen voorzitter dit voorbeeld volgen en de club onder zijne leiding een ongeleenden bloeitijd tegemoet gaan! Op Zondag 5 November a.s. za! de Hooglandsche Kerk weer voor morgen diensten in gebruik kunnen worden geno men. Het eleclriscbo licht zal echter voor- loopig nog geen dienst kunnen doen. Dostojervski. Men schrijft ons Volgens belofte zouden wij met toe- stommine van de redactie in 't nummer van ons blad van hedenavond een kleine toelichting schriiven op den titel van het onderwerp, dat doer dr. Oberman a.s. Maandagavond zal worden besproken. Uiteraard ia dezo Lclirbung goh- kk:c en onvolledig. Niet alleen, omdai we niet willen vooruitloopen op de redo van den geachton Spreker, maar ook, omdat het ondoenlijk w in kort bestek c«n figuur als Doeiojeweki te belichten. Dit staat vast, wie rijn blik verrui men wil op 't goc® than® in R nol and ge schiedt en zijn inricht in bet wears, va» het Russisch© bokjewimw verdiep®* moet kennis nemen vaö de gnschrifteo van dezen man, die dooT in rij» verken do typen uit het Russische velk te schet sen on door toost-anden en lovow te be schrijven, hel lieven on lijden tan da# Russische volk ton voatoi utt beef» 6childcrd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1