Ingezonden. Aan het einde der week. De afgeloopen week heeft weer een con ferentie gebracht. Voor de tweede maal wordt nu in het nabije Oosten den boedel beredderd. Na den grooten oorlog hadden d© win naars ook daar orde op zaken gesteld. Turkije werd va^alle macht en glans be roofd mede ten voordeele van Grieken land, dat zijn gebied belangrijk zag uit gebreid. Maar nu ie door het optreden van de Turkeche rebellen, want dat zijn het toch eigenlijk, de toestand plotseling veran derd. De Griekeche Koning ie verjaagd. De {jSultan zal waarschijnlijk zijn voor beeld moeten volgen. Griekenland, dat schoons droomen droomde van een nooit gekende machtspo sitie ziet zich weer tot de positie van een kleinen staat teruggebracht en Turkije, dat op eterven na dood scheen, heeft weer grooten invloed gekregen. Op de conferentie te Moediana wordt nu getracht tot een overeenkomst te ko men. Naar gemeld wordt, zijn de geallieer den en de Turken hét over de hoofdzaken al zoo goed als eens, en zal Oost-Thracië 'dat aanvankelijk aan Griekenland was toegewezen, weer bij Turkije worden ge voegd. I>e Grieken staan op hun achterste boenen, dat spreekt. Maar wat moeien ze doen? Zij boeten nu voor hun fouten en ver wacht mag worden dat ze verstandig ge noeg zullen zijn om bij de gemaakte fou ten geen nieuwe te voegen en zich' niet aan een hopeloos verzet te wagen'. Mocht het inderdaad gelukken op deze wijze tot een oplossing te komen, dan is de brand in het Oosten sneller gebluscht dan het aanvankelijk scheen. De waag is alleen of de brand waarlijk gebluscht zal worden., dan wel cd het vuur weer voor een tijdje wordt toege dekt.. Behalve Griekenland en Turkije zijn er ook nog andere Balkanstaten, die mis schien op dit oogenblik er het zwijgen toedoen, maar die na verloop van tijd ze ker gaarne zullen meewerken om Het vuur te doen oplaaien. Zoo blijft het donker, ook in het Oos ten. Onze Volksvertegenwoordigers komen langzamerhand weer in actie. Het vragen- en anjtwoordien-spel is alweer begonnen en de interpellatie- woede is ook nog niet verminderd. Het afdeel ingsonderzoek van de be grooting is naar gemeld werd, reeds achter den rug. Als de monde li nge behandeling ook zoo voorspoedig gaat, dan is er reden om tevreden te zijn. Daarop is echter weinig kans. Als straks de sluizen der welsprekend heid geopend worden, dan zal het niet gemakkelijk zijn den stroom weer te stuiten. Van meer belang is op dit oogenblik wat zich in bet maatschappelijk leven af spoel d. Het kraakt overal. De lucht is van etakingsgeru chten vol, dank zij de^ overal dreigende loonsver laging, die in vele gevallen noodzakelijk is, maar die voor de betrekken arbeiders niettemin ver van aangenaam moet wor den geacht. Vooral voor de Christelijk georgani seerde arbeiders die vaak tegen den stroom moeten oproeien ie het thans een zeer moeilijke tijd. En er is niets dat ook maar eenige aanwijzing geeft voor een spoedige veran dering van den toestand. ONS LICHAAM. De ademhaling, vn. - C: We hebben in onze vorige artikelen^oo af cm toe al eens kennis gemaakt met on ze ademhaling. We hébben bijv. gezien, hoe de roode bloedlichaampjee de zuur stof uit de lucht opnamen. En ook heb ben we 't bij het verslikken gezien dat een zijkanaal van de slokdarm de lucht pijp was. Maar 't wordt nu tijd dat we de ademhaling zelf eens even nagaan. Ieder weet, een mensch ademt met 'lon gen, en een visch ademt met kieuwen. Een long is iets heel andere dan een kieuw: ia, wat ontstaan en vorm betreft, maar toch niet wat de functie aangaat. Immers bedde zorgen er voor dat de lucht in aan raking komt met 't bloed. Maar bij de visschen is dat meer aan den buitenkant; bij den mensch gebeurt 't meer van bin nen. De longen zitten1 binnen in 't lichaam, Iink6 en rechts van 't hart in de borstkas. Als we ons nu nog herinneren, dat 't hart lag links in de borstkas, dan zien we hieruit vanzelf, dat de linkerlong kleiner wezen moet dan de rechter long, en oen tweede consequentie is: men kan gemak kelijker een linker- dan een rechterlong missen. Hoe kom ik nu van buiten af in de lon gen? Of liever hoe komt de buitenlucht in dé longen? De lucht gaat dé neus binnen. Dat dit waar is, kunnen wé al zien als wé diep inademen: we zien dan de neus vleugels zidh1 uitzetten. Toch is er nog «en andere weg: ale we dén neus dicht, knijpen, kunnen we toch door den mond adem halen. Dat komt omdat neus en mondholten achter in de keel samenko men. Ieder heeft ook wel eens gemerkt dat, soms als z'n neus bloedde, er wel wat bloed van voren uit de neus kwam, maar 't meerendeel achter in z'n keel liep. Dit laat dus ook duidelijk de verbinding tus- schen neu6 en keelholte zien. Nog een an der bewijs: 't rooken door den neus. Maar wat is nu de aangewezen weg voot do lucht, de neus of de mond? De neus, want zie eens hoe mooi daar alles 'geregeld ie. De lucht strijkt over de slijm- hiiid, die den neus van binnen békleedt.Die alijmhuid ie vochtig en rijk van bloed Koorzien 't verwarmt dus de lucht die anders zoo lcoud binnen en in 'de longen komen zou. We. weten nu immers dat bin nen in 't lichaam een veel hoogere tempe ratuur heerscht dan de buitenlucht heeft. Bovendien is die elijmhuid voorzien van allerlei plooien en kleine haartjes opdat de lucht, daar langs strijkend, de vuiltjes en stofjes afgeven zou. Bij 't neussnuiten worden deze verwijderd. Komén er plotse ling veel van die onzuiverheden, dan komt dé lucht zelf nog te hulp om ze er uit te jagen: dit is *t „niezen". Door den neus komt de lucht dus gezuiverd en ver warmd in de keel: daar de mond vrijer ademt wordt ze slechts heel weinig ver warmd en in 't geheel niet gezuiverd. Hier krijgen we dus al direct dezen wenk: adem steeds door den neus. Soms is 't voot Meine kinderen onmogelijk door de neus te ademen, omdat de amandelen te groot werden en zoo de toegang van de neu6 naar de keel verstopt raakt. Zulke kinde ren slapen met open mond, snurken, zijn vaak verkouden en soms lijdt 't verstand er ook onder. In zulke gevallen raadplege men een kundig arts! De lucht i6 dus nu in do keelholte aan gekomen. 't Gaat een eindje de slokdarm in en vervolgens de luchtpijp bronchea heet deze officeeL Vandaar de naam bron chitis luchtpijpontsteking in, als *t etrottenMepje (zie spijsverteering) open ie. De bronchea splitst zich in tweeën; elke long krijgt een tak. Deze takken splitsen zich hoe langer hoe meer en worden ten slotte een heel netwerk van uiterst fijne kanaaltjes. Daar komt de lucht dan in contact met dé eveneens uiterst fijne bloedvaatjes, die dan de van zuurstof voorziene bloedmassa, weer voortstuwen, en, zich telkens tot grootere vaten vereenigd, op slot den longader vormen, die 't bloed naar den linker boe zem van 't hart voert. Hoe komt nu de lucht in die longen? Dit geschiedt doordat de borstkas zich' uitzet, naar alle kanten. De ribben heffen zich' naar voren en 't middenrif-gaat meer naar beneden, naar de buikholte toe. De druk in de borstholte wordt dus kleiner en de buitenlucht stroomt naar binnen toe. We zouden dat inzuigen na kunnen boot een, door een gewonen bal te nemen, er een gaatje in te prikken en de bal samen te knijpen. Deze toestand is te vergelij ken- met den toestand, waarin de longen verkeeren vioor de inademing. Nu laten we den bal zich uitzetten, de inhoud wordt grooter, de druk dus kleiner en de bal zuigt zich vol. Op een dergelijke wijze ge schiedt de inademing. Maar de longen willen niet, zooveel lucht hebben en trekken zich' weer samen. De lucht wordt dus uitgedrukt. We heb ben een uitademing. We zien dus dat ér wat lucht ingeno men wordt en- dan weer lucht uitgeblazen, om weer nieuwe in te zuigen. Er heeft dus een luchtverversching plaats. Als we nu gewoon inademen, ademen we een halve liter lucht in, en als we dan gewoon "uit ademen, blazen we weer een halve L. iiit ook. Maar als we nu eens eerst heel diep inademen, en dan probeeren zooveel mo gelijk uit te ademen, dan kunnen we 't brengen tot, een uitgeademde hoeveelheid van 3 >2 Liter. De kracht waarmee we uitademen is door oefening te vergrooten. Zangers en glasblazers bijv. kunnen die kracht verdubbelen. De longen werken dus afwisselend: nu eens lucht inzuigend dan weer lucht uit blazend. Dit spel wprdt herhaald, enkele keeren per minuut. We kunnen zeggen dat een volwassen man- gemiddeld 16 maal, een dito vrouw 18 maal per minuut ademt. Een kind daarentegen bengt 't veel verder: die ademt 44 maa-1 per minuut-. Trouwens dat verschijnsel zien we meer: hoe grooter 't dier bijv. hoe minder adem halingen per minuut. Om eens de niterston te nemen: een paard ademt 12 maal, een rat 150 maal per minuut. Spierarbeid ver meerdert 't aantal ademhalingen vandaar 't hijgen na hard loopen. Ook de tempera tuur vermeerdert 't, aantal ademhalingen, en dat vooral bij dieren die niet zweten zweten ie een middel om tegen warmte te reageeren. Zoo ademt een hond, in een omgeving van 38 gr. C. gehouden, Tuim 300 maal per minuut. Laten we dan een volgend maal nog 't een en ander van de ademhaling zien, en tegelijkertijd eens iets zien te leeren van de lucht, waarin we ademen. Gemeenteraad Leimuiden. Openbare vergadering van 5 October. Aanwezig alle leden. Voorzitter de Edel Achtb. heer Bakhuizen, burgemeester De Voorz. opent de vergadering met gebed. De notulen worden door den secre taris gelezen en na een kleine opmerking van den heer v. d. Akker goedgekeurd. Vervolgens richt de Voorz. zich na mens den Raad tot den gemeente-secreta ris, den heer Diemont, die in ondertrouw is; spr. wenscht hem namens den Raad toe, een lang en aangenaam huwelijk, dat 'ook voorzekere de geheels gemeente ten goede zal komen. Ingekomen is een schrijven van het Be stuur <$?r Zuid-Hollandsch Afd. van Het Groene Kruis, om een kleine subsidie van een halve cent per inwoner voor den ont- smettingsdienst. B. en W. stellen den Raad voor hier over gunstig te beschikken en de gevraag de subsidie te v.erleenen; aldus besloten. Ingekomen is voorts een sohrijven van de R.-ÏC. Kweekschool voor Vroedvrouwen te Heerlen om subsidie; B. en W. stellen den Raad voor bij het besluit van een vorige vergadering te blijven^ en geen subsidie meer te geven, dan bij hooge uitzondering. De Voorz. gelooft' gaarne dat deze vëreeniging heel nuttigen ar beid verricht., maar onze gemeente heeft daaraan niets, en" wij moeten bezuinigen. Aldus besloten. Alsnu brengt 'de Voorz. in behandeling een voorstel van B. en W„ om voor reke ning van de gemeente aan te koopen een nieuwe schrijfmachine; de oude is geheel versleten, en de werkzaamheden zijn voor den secretaris te groot, zonder een ma chine, Hij zou er dan een ambtenaar bij moeten hebben. B. en W. stellen voor, om een machine te koopen voor Rijnzater- woude en Leimuiden tezamen. De kosten zijn f875, waarvan Leimuiden ƒ250 en Rijnzatcrwoude ƒ125 moet betalen. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. 3. Voorloopige vaststelling gemeente- rekening dienst 1921. De Commissie in de vorige vergadering benoémd brengt rapport uit van haar on derzoek; het is haar gebleken dat er niet ƒ7000 aan plaatselijke belasting nog geïnd moet worden, maar ruim ƒ4000; zij dringt er bij B. en W. op aan tot1 vervolging van de onwilligen over té gaan. Voorts is haar gebleken, dat nog ƒ500 betaald moet woéden van den pachtsom door den vorl-. gen pachter van bet Rietland. Overigens is deze rekening door de Commissie in or de bevonden. De Voorz. zegt toe om wat de inning van de achterstallige belasting betreft, tot harde maatregelen le zullen over gaan; wat betreft d3 ƒ500 pachtsom ontraadt hij den Raad daar op in te gaan, want dan kon het de gemeente wel meer kos ten; allen kennen de situatie; bovendien is deze zaak voor de gemeente niet nadee- lig geweeest, want anders had 'de gemeen te 1000 moeten verwerken op het land, wat nu niet gebeurd is, dus voor de ge meente is er nu nog een voordeeltje van 500(?). Dit laatste bestrijdt de heer Vis ser; hij is dat niet met den Voorz. eens; al6 het land niet bemest wordt, kan er ook niets groeien, en wordt de opbrengt minder. De Voorz. zegt van een deskun dige gehoord te hebben, dat het wel eens goed is, niet op het Rietland te baggeren. (Deze deskundige bedoelt toch zeker niet de verarmde Gemeenterietlanden?) Niemand meer het woord over deze zaak verlangende, wordt de rekening vast gesteld, zonder hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling gemeente-begrooting, dienst 1923. Niemand der leden wenscht algemeene beschouwingen, waarna de Voorz. begint met voorlezing der posten Allereerst deelt hij aan den Raad mede dat er helaas niet veel bezuinigd kon wor den'. Spreker zal de posten om des tijds wil achtereen voorlezen,indien een der le den aanmerking heeft, moet hij maar spre ken. Bij de uitgaven hoorden wij de jaarwed den noemen; van den burgemeester groot ruim ƒ2700; wethouders ƒ240; gemeente secretaris ƒ2400; gemeente-ontvanger ruim 1600; presentiegeld raadsleden 105 en om niet meer te noemen: de Politie dienst ongeveer ƒ2000. B. en W. stellen den Raad voor toch nog een weinig te bezuinigen op de belas ting en wel door in 1923 geen extra hef fing van 24 maar 2 te heffen, en de opcenten op de vermogensbelasting iets te verhoogen tot een bedrag van 50 op centen; aldus besloten. Tevens werd door den Raad aangeno men de verordening tot inning van de be- lasting, dienst 1923. 5. Vaststelling verordening Warenwet, noodig geworden omdat de eerste verorde ning door den Raad aangenomen te vroeg was, en dus geen waarde heeft. B. en W. stellen den Raad voor deze verordening opnieuw vast te stellen; aldus besloten. 6. Regeling inzake aftreding twee leden in de Commissie van de B'ouwvereeniging „Gemeentebelang-"; in deze Commissie hebben zitting de heeren J. Bernard, wet houder en H. .C. do Rijk, oud-wethouder. Bij loting wordt, uitgemaakt dat in 1923 de heer de Rijk zal aftreden, en in 1926 de heer Bernard. 7. Vaststelling tarieven bruggelden. De Voorz. zegt dat deze tarieven om de drie jaren opnieuw moeten worden vastgesteld, en dat deze tol mag geheven worden tot onderhoud der bruggen. De tarieven worden onveranderd vastgesteld. Bij de rondvraag brengt de heer Treur ter sprake -den slechten toestand van den weg aan den Bilderdam, waarin een groot gat is, wat gevaar oplevert. De v o o r z. zegt een onderzoek, en zoo noodig herstelling toe. De heer w d. Akker brengt in het midden dat er op verschillende plaatsen vrijheid is gegeven voor huisslachlingen, en zou dat ook gaarne voor deze gemeente hebben. Do Voorz. antwoordt dat de heer v, d. Akker met deze zaak le laat is. De verordening en overeenkomst met Leiden is nu aangenomen. Hierna sluiting der vergadering. Uit het Sociale Leven. Loonsverlaging Spoorwegpersoneel. Naar het „Centr." uit zekere brom verneemt zal van bet werkplaate-poreoneel, waarvan het Ion reeds met 10 pet. is verlaagd, ook nog 84 pet. voor peneioen worden gekort. Het conflict in de sigaren-industrie. Het hoofdbestuur van het- Verbond van Sig arenf abri kan ten-Vereen i gi ngen in Nederland heeft met algemeene stemmen en in samenwer king mot de vier R. K. patroonebonden in de tabaksnijvorheid besloten, de bekende regeling van 1 October, vervat in de circulaire van 20 September, to handhaven en alle. sigaren* fabrieken in hot land op 14 dezer ie sluiten, tenzij de betrokken arbeiders bereid' zijn den arbeid op de gestelde voorwaarden voort te zetten. In ht Zuiden en overal elders wiaar nog ge* werkt wordt zal de arbeidsopzegging heden en morgen gescliieden. Dat dozo week in het Zui den voortgegaan ie met arbeiden, is gebleken op een misverstand te "berusten. Te Kampen zetten alleen de leden van den Chr. Bond, die trouw zijn gebleven aan b\in hoofdbestuur, voorloopig den arbeid' voort, dboh eenige patroons hebben het boter geoordeeld hun voor eigen veiligheid gedaan te geven. Wanneer zij naar huis worden geleid gaat dit gepaard met rolletjes, zoodat de politie reeds genoodzaakt was militairen bijstand in te roe- ped. Droeve verhoudingen. De pijpenfabrdkant W. to Gussinklo bij Aal ten heeft zijn arbeiders boven do 16 jaar tegen 9, October allen ontslagen, omdat ze geen genos. gen wilden nomen met do nieuw gestolde arbeids- en loonsvoorwaarden, houdende 10 pet. vermin dering van loon en invoering ocnor 55-urige arbeidsweek en niet wilde toelaten, dat ze hier over met de Chr. arbeidersorganisatie in ovor- leg zouden treden. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) i Leiden 6 Oct. 1922. Mijnhieer de Redacteur! Het zij mij vergund nog eenige plaatsruimte in uw blad' te mogen innemen. Laat ik beginnen te zeggen, dat mijn dank baarheid voor het optreden van Ds. Bouwman niet verminderd maar toegenomen ie. Do heer Pera schrijft dat ik mijn oordeel en kel baseer op 't geen ik in de praktijk heb on dervonden en dat ik moet zien het onderscheid tusschèn de wereld welke niet naar God vraagt en die Christenheid die al haar kracht en heil bij Jezus haar Redder en Koning moet zoeken. Hot zij in aio bescheidenheid opgemerkt dat ik ook dit onderscheid in mijn vorig stukje liet uit komen in de woorden „er was een biddend volk, maar o zoo'n klein deel." De praktijk heelt m. i. doen ondervinden de afval op Geestelijk terrein welke in de oorlogs jaren toenam instcde zij verminderde. De prak tijk heeft geleerd dat instede van het worstelen en strijden van het Christelijk volksdeel voor de ©ere Gods en do liefde in Christus Jezus juist onder dat Christelijk volksdeel slapheid en flauwheid toenam. Neen 't was slechts een klei ne biddende en worstelende schare. M. i. doorj staat (laten we het noemen) het Nationaal Zangspel (op de naam komt het per 6lot van rekening niet aan) de toets van het Heilige niet en is het meer Heiligschennis. Was het geen hartewerk van de weinige ware bidders en worstelaars voor God door do liefde van Christus Jezus ookvoor ons volk? En moet dit harte-werk, 't welk is een Heilige zaak tusschen den Drieënige God en de Christen op de plan ken nagebootst worden? Neen driewerf neen. God alleen in Christus Jezus door -de werking des Heilige Goestes komt de lof dank en eere toe dat Nederland, Nederland is gebleven en dat wij ons dierbaar Oranjehuis nog mogen "be zitten en een telg uit dit huis als Koningin re geert. 3 TJ mijnheer de Redaoteur hartelijk dankend voor de opname. WOUTERS, Fermosastraat 18 b. Leidsche Penkrassen. Amice. De 3 Octoberfeesten behooren evenals de Winkelweek alweer tot het verleden en Leiden is weer tot zijn rustige rust teruggekeerd. Voer particulieren had de winkelweek veel aantrekkelijke. Ook al is men niet gewoon veel cn lang voor de winkels to staan, het is toch niet onaangenaam eens langs de met zorg opgestelde en meestal schitterend verlichte etalages te wande len. - Ik weet wel, dat dit ook alweer zijn schaduwzijde heeft vooral in deze dagen van werkloosheid en malaise. Reeds op het eerste Christelijk Sociaal Congres is er door Dr. A. Kuyper op ge wezen, dat de schitterende etalages ook een sociale beteekeni© hebben. Denk u in, dat ge rnet een leego maag, een versleten pak en kapotte schoenen langs de straten slentert, terwijl thuis „Vrouw Zorg" door de kieren gluurt. Het is te verstaan, dat er dan weieens iets warm wordt daar binnen en dat wie niet gelooft in een trouwen Vader in den hemel, die alle din gen bestuurt en regeert, de vuisten gaat ballen en in opstand komt tegen zoo groo- te ongelijkheid. Do prachtige uitstallingen prikkelen ongetwijfeld de begeerte. Zij scheppen be hoeften, die menigeen nog niet kende. Dat begint al bij de kinderen. Ik weet niet of ge er woleens op gelet hebt, hoe de kleine kleuters in hun schamele pakje met begeerige blikken staan te hunkeren voor de winkels met een rijken voorraad van speelgoed waarvan ze het bestaan zelfs niet vermoedden. En zoo gaat het tot op zekere hoogte ook met de ouderen. Vandaar dat ik me er ook heel goed mee verzoenen kan dat we ook op dit ge bied maar weer tot het gewone dagelijk- 6che leven terugkeeren. Maar het was niet mijn bedoeling so ciale beschouwingen te houden, wat in een penkrae trouwens ook al heel slecht Raat* -Tl Ik wilde er op wijzen dat een winkel week voor een groot deel van het publiek een aantrekkelijke zijde heeft, maar ook voor de winkeliers, althans, wanneer ze in de gelegenheid zijn zaken te doen Wat dit laatste betreft, geloof ik niet dat onze middenstanders nu bepaald stof tot juichen hebben. Sommigen die ik ©prak waren heel goed tevreden, maar er waren er ook, die eenigermate teleurgesteld wa ren, wat gezien de algemeene slapte niet al te zeer verwondert. Onze winkeliers zijn echter verstandig genoeg om te begrijpen, dat mén niet al leen met het directe succes moet rekenen, maar dat ook een winkelweek nog kan nawerken en voor de toekomst profijt kan brengen. Over de uitspraak van de jury zijn velen naar het echijnt dan maar heel slecht te spreken. Dit verwondert me volstrekt niet. Ik heb zoo hier en daar al een© een winkelweek of etalage-wedstrijd meege maakt, maar ik héb nog nooit gezien', dat men over de uitspraak van de jury vrij algemeen tevreden was. Dit kan ook wel niet anders. De een kan natuurlijk, met veel moer kennis van zaken oordeelen dan de ander, maar per slot van rekening krijgt toch ieder een persoonlijken indruk. Wat de een niet mooi vindt, brengt den ander in extase. De een houdt nu eenmaal van de moeder en de ander van de doch ter. Er is dus een heel groote kans, dat er ontevredenen zullen zijn en die kans is te grooter als de jury gevormd wordt do ca.' plaatsgenooten. die iedereen kent Dau komt, er het, persoonlijke element miv of meer bij. Ik beoordeel als onbevoegd oie^ de uitspraak van de jury, maar het komt mij wel voot, dat men verstandig zal doen bij een. volgende gelegenheid de be oordeeling te doen geschieden door perso nen van buiten de stad. Overigens ben ik van meening, dat de winkeliers die zich gedupeerd gevoelen, zich daarover niet al te druk behoeven te maken. d Het publiek kiest t-och zijn eigen weg en beoordeelt op eigen gelegenheid, zon der zich om de uitspraak van een jury te bekommeren. Let maar eens op de men- ecihien en hunne gesprekken voor de win kels. Met eenige verwondering heb ik gelezen het antwoord dat de Al gein. Vereen, van Handels- en Kantoorbedienden zond, toen haar gevraagd werd mee te werken tot het veriaten van het sluitingsuur geduren de de winkelweek. Hier was de v a k-gedachte toch wel heelemaal zoek. De band tusschen pa troons en personeel moet wel finaal zijn doorgesneden als op zulk een toon kan worden geschreven. Het is echter dui delijk, dat we er op deze manier niet ko men. Als het personeel zoo weinig voelt voor den bloei van de zaken en als dit zooals men voorgeeft een gevo'jg is van de weinige belangstelling der patroons iri •het lot van hun personeel, dan ziet het er al heel treurig uit. Wat zijn we dan toch 'heel ver van huis! De-R-Octeber-fecsten, amice, zijn schit terend geslaagd ditmaal. Ik ga u natuurlijkgeen bijzonderheden vertellen. Ge zijt zeker wel van de partij geweest of hebt althans het verslag in de Nieuwe Leidsche gelezen, zoodat 't mij al heel moeiliik zou vallen iets nieuwe te ver tellen. Alleen een enkele opmerking. Ik hoorde klagen over het weinïg druk ke bezoek van de godsdienstoefeningen, vooral 's avonds. Dat is natuurlijk af te keuren. Maar ik vraag me toch af, of er niet iets gedaan zou kunnen worden om het bezoek te be vorderen, door aan de samenkomsten een ietwat ander karakter te geven. Ik heb b.v. een dienst bij gewoon»' waar heel goed gesproken werd, maar* waar ook behalve dat de preek was los gelaten, met pijnlijke zorg was gewaakt, dat het karakter van de gewone gods dienstoefeningen behouden bleef. Zelfs de collectes ontbraken niet. Dit komt mij toch1 niet goed gezien voor. En dan meen ik, dat de.herdenkings diensten ook in het officieels programma moeten worden opgenomen. Als we s a- m e n feest zullen vieren, dan is dit toch' zeker wel het minste dat geëischt mag worden. Overigens heb ik voor de feesten al thans voorzoover ik ze gezien heb niets dan lof, hoewel ik het betreur, dat de feestelijkheden niet meer in overeenstem ming worden gebracht met de feiten die herdacht worden. Ge hebt natuurlijk gelezen, dat hier a.s. Woensdag weer een partijdag wordt gehouden. Ik behoef u zeker wel niet te zeggen, dat ik mij hierover verblijd. De vorige partijdag heeft ook bij mij zeer aangena me herinneringen nagelaten. Alleen het zien van de broederen geeft al weer moed. En dan 'het zingen! Hoe verheffend kan het gezang klinken en hoe bezielend kan alleen heb zingen van de strijd- en geloofsliederen reeds werken. De keuzo der sprekers schijnt me een zeer gelukkige. Oud-Minister de Vries woef altijd zijn gehóor te boeien en als we het geluk heb ben dat enkele vragen worden gesteld, clan wordt het genot van naar hem te luiste ren des te groeier. 'e Middags spreken de hoeren de "Wilde en Schouten, twee mannen van de jongere garde, die met eere hun plaats in het A. R. leger innemen. Er is hier in deze omge ving zeker niemand die den heer Schouten niet kent en wie het genoegen had met den heer de Wilde kennis te maken, die zal ongetwijfeld gaarne die kennismaking hernieuwen. Als Ds. van Lummel het slotwoord spreekt dan slaat reeds van te voren vast, dat het een goed, een pakkend en ,g e e s t d r i f't i g slotwoord is. Als het welslagen alleen van de spre kers afhing, dan was de zaak zeker wel in orde. Maar als de redevoeringen aan hun doel zullen beantwoorden, dan moe ten ook de hoorders niet ontbreken. Met een beetje goeden wil ie de zaal gemakkelijk te vullen en het zou me al zeer verwonderen als onze mannen en vrouwen niet in dichte drommen na Ar de mooie gehoorzaal trokken a.s. Woensdag. Van harte hoop ik, dat we een g e z o gend samenzijn zullen hebben en dat- we straks met nieuwe geestdrift bezield een ieder weer tot zijn plaats en arbeid terugkeeren. Er zal heel wat moeten gebeuren in den avS. winter. Nog slechts een zeer korten tijd en we moeten "weer de candidaatlije- ten voor de Provinciale Staten samen35 stellen en dan volgen al spoedig de Raadsverkiezingen. Aan de voorbereiding zal meer dan ge wone aandlacht geschonken moeben wor den. Er moet gewerkt worden in de komende maanden. Gewerkt aan de orga nisatie en tevens voor de propaganda. En d'it werk kan alleen met lust en ijver, werden verricht, door hen die,, gegrepen: zijn door een beginsel, en diezich meti liefde en geestdrift over de velerlei teleur stellingen weten heen te werken omdat ze overtuigd zijn dat de strijd niet gaat om persoonlijke- of groepsbelangen, maar om de toepassing van'Me beginselen die zijn naar het WooTd Gods. Geve God dat do komende partijdag, die onmisbare geestdrift en bezieling mag brengen, en dat we straks even-als bet vo rig jaar, met blijde dankbaarheid cp dozeoi dag mogen terug zien. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 6