Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BÜITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL '2.50
rER WEEK10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
3de JAARGANG. - WOENSDAG 6 SEPTEMBER 1922 - No. 736
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. I278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-^, viw-
PER GEWONE REGEL 4 f 0.221
DES ZATERDAGS k 4 10.30
INGEZONDEN RECLAMES BIII5*' VRIER
KLEINE ADVERTENTIES van hooSstcns
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent
bij vooruitbetaling.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Verontrustende cijfers.
De Nederlander gaf onlangs de uit
komsten van de volkstelling, met betrek
king tot het aantal leden der verechillen-
kerken, kerkgenootschappen en groe
pen.
Behalve een duizendtal, wier kerkge
nootschap onbekend bleef, vertoont de
lijst het volgend beeld:
Hervormde kerk 2.835.597
Roemsche kerk 2.444.582
Geref. kerken 571.835
Israëlieten - 115.222
Lutherschen 102.517
Kleinere Prot. kerken 260.838
Zonder kerk 533.714
Op een totaal van 6.865.314 en gerang
schikt onder vier hoofden levert dit in per
centen het navolgende beeld:
/Protestanten 54.96 pet.
Roomschen 35.60
Israëlieten 1.67
Kerkloozen 7.77
I Deze cijfers krijgen meer be teekenis,
I wanneer wij ze vergelijken met die van
j vorige tellingen. Tien jaar geleden was
j de verhouding aldus:
Protestanten 58.18 pet.
Roomschen 35.04
Israëlieten 1.81
Kerkloozen 4.96
Nu moet met Het gebruiken van deze
cijfers de noodige voorzichtigheid worden
betracht.
De opgaven zijn zeer algemeen en bo
vendien is het bekend, dat de invul
ling der tellingskaarten veelal niet met
groote accuratesse plaats vond.
Dit neemt echter niet weg, dat deze
cijfers ons wel het een en ander hebben
te zeggen.
Al dadelijk trekt hierbij de aandacht,
de vermeerdering van het getal dei-genen
die bij geen enkele groep zijn aangeslo-
I ten.
Kerk-loosheid moge niet a 11 ij d Gode-
dienstloosheid beteekenen, als regel zal
dit wel het geval zijn.
j Hieruit volgt echter nog niet dat het
getal der godedienstloozen zooveel groo-
ter is geworden.
De mogelijkheid bestaat, dat men met
meer driestheid er rond voor uitkomt dat
I men van Kerk en Godsdienst niets moet
'hebben, dan enkele jaren geleden.
I Niet weinigen die uit sleur, bij de vo
rige telling nog opgaven tot een of ande-
i re Kerk te behooren, terwijl er tocb in
derdaad geen enkele band moer was, heb-
I ben nu misschien meer beslist positie ge-
1 kozen.
Maar al blijkt uit deze cijfers dan niet
precies hoe groot, de afval en achter-
u i t g a n g was de laatste jaren, het feit
dat bijna 8 pet. van ons volk tot geen
enkele Kerk behoort is toch wel teeke
nend en leert ens, dat we er toch zeker
niet. op vooruitgaan.
Deze cijfers krijgen te meer ibefceeke-
nis omdat bekend is. dat er duizenden
zijn, die nog wel officieel tot een der
Kerken behooren, maar die de Kerk toeft
niet anders dan aan den buitenkant ken-
j nen en wier protestantisme alleen daarin
I bestaat, dat zij niet tot de Roomsche Kerk
behooren.
Hoe bedroevend klein is b.v. in de groen
te steden het percentage kerkgangers.
Zijn er in sommige procinciën niet tal
van gemeenten, waar de vrijzinnige predi
king oorzaak is, dat de leden steeds
meer van de Kerk en nog meer van den
Godsdienst vervreemden?
De officieel© cijfers geven ongetwij
feld een veel te gunstig beeld.
En toch zeggen ons die cijfers dat het
set al protestanten verminderde van 58.18
pet. tot 54.96 pet.
Een bedenkelijk verschijnsel.
Het feit dat- van de 69 niet-Roomsche
Kamerleden de rechtsche pairtijen slechts
27 leden afvaardigen, zegt hier ook wel
iets.
Yan de niet-Roomsche kiezers heeft
no et "geen 40 pet. gekozen voor een Chris
telijke politiek.
Wel een bewijs, vooral gezien de ver
houdingen in ons land, dat de toestand
veel ernstiger is, dan de officieels cijfers
doen vermoeden.
De Roomschen hadden eenige vooruit
gang te boeken.
Van 35.04 pet. in 1910, klommen zij
thans tot 35.60 pot.
De laatste tellingen gaven telkens oen
achteruitgang te zien.
In 1840 bedroeg het getal Roomschen
38.50 pet. in 1910 was het gedaald tot
35.07 pet. en in 1910 zelfs tot 35.04 pet.
De teruggang is dus tot staan gekomen,
waarschijnlijk tengevolge van de meer
dere geboorten, het dalen der sterftecijfers
in sommige provinciën en de sterke be
perking der geboorten in sommige protes-
tantsche streken.
Merkwaardig is wel, dat bet percenta
ge der kiezers, die de R. K. candidaten
steunden, niet klopt, met dat der R. K.
bevolking.
Het pencentage der Roomsche inwoners
nadert zeer dicht de 36, terwijl dat der
Roomsche kiezers slechts iets meer dan
31 ie.
Nu is het ongetwijfeld waar, dat het
percent vam. de kiezers met dat van de-
inwoners niet samenvalt, maar toch is er
ook hier afval.
En een afval die aan het Protestan
tisme in den goeden zin. zeker niet ten
goede komt.
Zoo is er dus over heel de linie achter
uitgang.
Volkomen juist schijnt ons toch de op
merking dat de verschuivingder R.- K.
percenten niet als 'een verschijnsel van
religieuzen aard kan worden aangemerkt.
De sprake der cijfers i6 verontrustend.
De afval neemt toe.
Het getal van hen, die het met beslist
heid de touwen verbreken en de banden
verscheuren wordt grooter.
En wel mag ernstig overwogen de
vraag wat temidden van dezen afval en
achteruitgang o n z e r o e p i n g is.
STADSNIEUWS.
Quderl ingen-C onf erentio.
Hedenmiddag werd in de bovenzaal van
het gebouw Patrimonium de tweede
conferentie gehouden van ouderlingen der
Geref. Kerken in de classis Leiden.
De vergadering, die gepresideerd werd
door den héér J. W. van Wijnen te
Leiden, was flink bezocht.
De Voorzitter opende de vergade
ring met gebed nadat.gezongen was de
Morgenzang vers 3 en 4.
Vervolgens werd gelezen 2 Timotheus 2
Daarna sprak de Voorzitter een ope
ningswoord, waarin hij allen hartelijk
welkom heette.
Door verschillende omstandigheden,
aldus spr. moest het houden van een
tweede conferentie telkens worden uit
gesteld, zoodat de afstand tusschen deze,
en de voorgaande vergadering wel wat
lang is, maar nu wij weer elkander door
Gods goedheid mogen ontmoeten, zullen
wij dankbaar zijn dat dit voorrecht, zoo
als wij hier zijn, ons te beurt valt.
Moge onze onderlinge samenwerking
mede dienstbaar zijn aan den opbouw en
bloei der gemeenten, waarin de Koning
der Kerk Jezus Christus, ons als ambts
dragers vewaardigd heeft een plaats in te
nemes.
Het is een heerlijke gedachte onder zulk
een Vorst te mogen dienen, en daartoe an
deren op te wekken. Dat toch i6 ons
aller bedoelen en streven, om de eere van
dien Koning te verh ooigen, met de talen
ten en krachten die God ons geeft.
Telkens hebben we daartoe gelegenheid
'inzonderheid als door ons de huisgezinnen
der*- gemeenteleden worden bezocht, noe
kunnen we dan onzen arbeid als met
jeugdig vuur aanvangen. Maarhoe
menigmaal wordt dat vuur dan getem
perd en verflauwd, als een koude, als van
een December nachtvorst, ons tegenkomt,
in zulk een woning, waar de harten zoo
koud schijnen te zijn als ijs; dan rijst de
verzudhting uit het hart hemelwaarts:
„Heere laat de Zonne der gerechtigheid
haar heerlijke ^en verwarmende stralen in
de harten van deze menschen inwerken",
verbrijzelend de ijskorst,' verzachtend en
verteederend het gemoed, opdat zij het
zaad van Uw woord kunnen en willen
ontvangen.
Hoe dikwerf gevoelen we het dat hoofd
en hart vervuld zijn met de verderfelijke
ideeën van den geest dezer eeuw, wat
is er dau voor ons wijsheid en goed ver
stand af te bidden om dezulken van hun
heilloos pad terug te voeren op de paden
van Gods Woord.
De ouderlingen hebben hij het huisbe
zoek een moeilijke taak, en daarom acht
spr. het een voorrecht, dat de heer H. J.
Blommendaal, een grijs geworden Tmoeder
in den dienst des Heeren, die gisteren zijn
70sten verjaardag mocht vieren, waarmee
spr. hom van harte geluk wenscht, straks
zal spreken over het zoo belangrijke on
derwerp „Het Huisbezoek".
Nadat vervolgens een Voorzitter, Se
cretaris en een Penningmeester waren
aangewezen, werd het woord gegeven
aan den heer H. J. Blommendaal
om oen inleiding te geven over het
Huisbezoek.
Spr. herinnerde hoe in de op 16 Maart
1921 gehouden conferentie tot hem het
verzoek werd gericht dit onderwerp in te
leiden. De broeder die dit punt ter sprake
bracht is helaas ongesteld, maar Spr.
•hoopt dat God hem spoedig weer terug
zal brengen tot zijn huis en "arbeid.
Komende tot zijn onderwerp wees Spr.
er op, dat daarover den laatsten tijd veel
gesproken en geschreven is, o.a. in het
goed verzorgde Oiiderlingenblad en door
Dr. Dijk en wijlen Prof. Biesterveld. Toch
is het 'alleszins gewenscht, dit onderwerp
in een vergadering als deze aan de orde te
stellen.
Het huisbezoek in zijn ambtelijken
vorm is van groote beteekenis voor
den welstand der geloovigen. Het is al-
eerst gericht op den geestelijken wel
stand van den enkelen geloovige wat
weer een vereischte is voor den bloei en
den wasdom der gemeente als geheel.
Deze opvatting is overeenkomstig de
H. Schrift. Reeds onder het O. T. ontbrak
niet de bijzondere zorg der zielen wat o.
tm. blijkt, uit de wetgeving, den dienst
van het priesterschap en vele uitspraken
der profeten. In het N. T. wordt van deze
verzorging meer en broeder gehandeld.
De prediking van Christus getuigt daar
van.
Aan de apostelen werd den last gege
ven de schapen te hoeden ön de lammeren
te weiden en dat zij dien last hebben ver
staan blijkt- overvloedig uit dë brieven
van Paulus, wat met verschillende voor
beelden weid verduidelijkt.
Met enkele aanhalingen uit de Consti-
tutiones Apostolicae werd aangetoond
hoe ook bij de eerste Christengemeenten
de persoonlijke zorg in eere was. -
In de Roomsche Kerk ontaarde de ver
zorging der hielen, die dienstbaar ge
maakt werd aam de bevestiging van de
geïnstitueerde Moederkerk, in een heer-
6chen over de consciëntie in den biecht
stoel.
De Geref. Kerken in vroeger tijd heb
ben haar machtigen invloed grootendeel6
aan de getrouwe Uitoefening van de bij
zondere zielszorg te danken terwijl de
Lutherschen door het verwaarloozen vam
•het huisbezoek, allengs hun invloed ver
loren.
Het ambtelijk huisbezoek behoort blij
kens de geschiedenis in de Geref. Kerken
thuis. Vanuit Genève breidde zich het
huisbezoek over de verschillende landen
uit.
In ons land, was voor de Dordtsche
Synode het huisbezoek voo^ het Avond
maal voorgeschreven, en van het getrouw
vervulleu van dien plicht werd veel gees
telijken zegen voor de Gemeente ver
wacht.
Het huisbezoek, maakte bij ons Gerefor
meerden steeds een deel uit van den amb-
t e 1 ij k e n arbeid'. In het huisbezoek tre
den de predikanten of ouderlingen niet op
als broeders onder do broederen en spre
ken zij niet slechts een gemoedelijk
woord, maar deze arbeid staat veel hoo-
ger, vraagt daarom meer toewijding en
bekwaamheid en legt ook een veel groo-
tere verantwoordelijkheid op.
Het is een a m b t e 1 ij k werk, maar
dan van vertrouwelijken aard. Het
p e r s o o n 1 ij k e treedt, op den voor
grond.
Wij kennen geen biecht, maar de goe
de gedachte daarin moet in het huisbe
zoek - worden overgenomen, dat n.l. de
ontlasting der consciëntie, het" voorstellen
van den nood en het ontvangen van ver
maning en vertroosting mogelijk zij.
Hot vertrouwen mag niet worden afge
dwongen, maar indien gegeven, mag het
ook niet worden geschonden.
Wanneer het huisbezoek gedaan wordt,
doer een predikant- met 'n ouderling, dan
mag de ouderling niet slechts al6 meeloo-
per fungeeren, zooals nogal eens ge
schiedt. In groote gemeenten kan de
Kerkeraad aan de - predikanten ©eniger
mate entheffing geven van dezen arbeid,
maar het kennen der schapen door den
herder, blijft toch van groote beteekenis.
Voetius zegt dan ook, zoowel in het be
lang van leeraar als in dat der gemeen
te: „onthef nooit geheel". Altijd blijve
het uitzondering.
Komende tot de vraag hoe het huisbe
zoek moet. worden ingericht, zegt Spr. dat
het moet leiden tot- ernstig zelfonderzoek
of men waarlijk een levend lidmaat is.
Het moet opleiden tot een leven van
waarachtige toewijding aan den Heere en
moet dus handelen over de onderlinge
verhoudingen, de verhouding tot God, het
samenkomen met de Gemeente en het ge
bruik van de sacramenten.
Vervolgens handelt Spr. nog over het
gebed bij het huisbezoek, dat altijd het
karakter van voorbede moet dragen
en dat niet misbruikt mag worden, om
langs een omweg te bestraffen.
De saamspreking moet zooveel
mogelijk geschieden met alle leden des
gezins, ook met de dienstboden, hoewel
in bepaalde gevallen afzonderlijke bespre
king gewenscht kan zijn.
Onderzocht moet worden naar het.
huiselijk gebed, het lezen der Schrift, het
bezoeken der eatechisatiën en de lectuur
die gelezen wordt.
Ook met de belangen van de bijzonde
re personen meet worden gerekend, waar
bij speciaal op het geregeld gebruik van
het H. Avondmaal de aandacht dient ge
vestigd.
Ten slotte werd er doer Spr. op gewe
zen, dat hoog is de roeping en groot de
verantwoordelijkheid die in dezen op de
ambtsdragers is gelegd.
In ons is geen kracht, maar, 't is Is
raels God, die krachten geeft..
Met een opwekking tot ernstig gebed
om door den Koning der Kerk bekwaam
gemaakt te worden tot uitdeelers der me
nigerlei genade Gods, tot opbouwing van
den tempel Gods welke is de Gemeente
van den Heere Jezus Christus, eindigde
Spr. zijn met groote aandacht gevolgde
inleiding.
(De vergadering duurt voort).
Do Unie-Collecte.
Met leedwezen zal zeker menigeen ver
nemen, dat het Locaal Comité van de
Unie besloot ditmaal de jajarlijksche
Unie-collecte niet te houden.
Daar er nog zooveel noodig is voor den
welstand en den bloei van het Christelijk
6choolwezen, moet dit besluit worden be
treurd.
Toch zal er voor de vrienden van het
Christelijk onderwijs gelegenheid zijn om
te offeren.
Op Donderdag 28 Sept. a.6. zal n.l. iu
de Pieterskerk een bidstond werden ge
houden, waarbij Ds. R. E. van Arkel
van Soest hoopt voor te gaan.
Prof. Van Wijk te Warschau.
Een B.T.A.-telegram uit Warschau d.d.
5 September meldt, dat prof. dr. N. van
Wijk, hoogleeraar in de Balto-Slavisclie
talen aan de Rijksuniversiteit alhier, offi
cier in de Orde Polonia Restituta, als
gast van de regeer-mg der Roolsche repu
bliek op 1 September te Warschau is aan
gekomen. Hij werd ontvangen^ door ver
tegenwoordigers van den minister van
Buitenlandsche Zaken en door den heer
J. W. Kowalski, gezant van Polen te
's-Gravenhage, die thans te Warschau
vertoeft.
Gisteren heeft iemand kans gezien,
om uit de gang van een openbaar gebouw
aan de Steenschuur een rijwiel mede te
nemen, dat hem niet toebehoorde. De da
der is niet bekend.
Door het uitvallen van den kabel,
die de verbinding onderhoudt tussc.hen de
centrale en het stadsnet, had gisteren
avond te 5.20 een kleine storing in de
electriciteitsvoorziening plaats, waardoor
op verschillende punten in de stad, de
trams et.il bleven staan. Gelukkig gebeur
de het overdag, zoodat- men er niet veel
last van had. Na eenige minuten was de
verbinding weer hersteld, en konden wo
onze lamp weer aandraaien.
Dc officieele opening van de 6chool
der Eerste Leidsch© Schoolvereeniging,
■No orde inde 1. alhier, zal a.s. "Zaterdag
middag te half drie plea's hebben.
Wij vernemen sedert jaron
plaats gehad hebbc. vitdeeling vam
haring en b r o o a dóór de diaconie
der Geref. Kerk alhier, op den gedenk
dag van Leidén's Obtzet 3 October
als zijnde uit den tijd, door don Ker
keraad is afgeschaft.
Koninklijk bezoek aan do elf hoofdsteden.
Naar het „Huisgezin" verneemt, moet
het in het voornemen liggen van H. M.
de Koningin om het volgend jaar na de
officieele herdenking van haar zilveren.
Tegeeringsjubileum een officieel bezoek te
brengen in alle hoofdsteden der elf pro
vinciën van ons land.
Koningin Wilhclmina to Kopenhagen.
Men meldt uit Kopenhagen aan de „N.
R. Crt." d.d. gisteren:
Vanmiddag is Koningin Wilhelmina
hier aangekomen. Op het perron wai en
ter ontvangst aanwezig .de Koning van Do
nemarlcen, in uniform der gardehuzaren;
Prins Gustaaf, de Prinsen Viggo en Axel,
zonen van Prins Valdemar; Prins Harald
met Prinses Helene, en de Prinsessen
Tura-cn- Dagmar. Verder waren er Ridder
van Rappard en andere heeren van de
Nedcrlandsche legatie, tal van officieren
en autoriteiten.
Toen de (rein binnenkwam, speelde een
muziekcorps liet Wilhelmus.
Koningin Wilhelmina was geheel in het
wit gekleed en droeg het Grootkruis van
den Nederlandschen Leeuw. Toen zij uit
de coupé was gestapt, bood koning Chris-
tiaan haar een ruiker van wille en roodo
anjers aan.
Prins Hendrik droeg de admiraal-uni
form.
Nadat koning Christiaan en koningin
Wilhelmina de eerewacht hadden geïn
specteerd, begaf het gezelschap zich. naar
het Raadhuis, waar een ontvangst gehou
den werd. Do opperpresident De Jonquiè-
res heette H.M. wrelkom, waarna de Ko
ningin dankt voor _dó~ hartelijke ontvangst
en gewaagde van de hartelijke vriend
schap, die de vorstenhuizen en de voiken
van Denemarken en Nederland verbindt.
De Koningin-Moeder naar Tyrol.
De Koningin-Moeder, vergezeld van do
•hofdame Baronesse van Ittersum en den
•hofmaarschalk Jhr. Roöll zal vandaag
van Het Loo naar Hinterness in Tyrol
vertrekken ter bijwoning van de bijzet! ing
van het stoffelijk overschot van haar zus
ter de hertogin van Albany, welke op
Vrijdag a.s. zal plaats vinden. Zij koert
Zaterdag a.s. weer naar het paleis te Het
Loo terug.
Trouwplannen van den ©x-keizer?
Van het bericht, dat de vorige week
reeds verscheen over de a.s. verloving
van den vcormaligen Duilschen keizer,
wordt thans ook in de Duitsche pers mel
ding gemaakt.
De dame waarmede de ex-keizer zich
zou hebben verloofd, zou zijn prinses
Hermine zu Carolath-Beuthen, een gebo
ren prinses Renss oudere linie. Het. be-'
richt komt thans voor in de „Lokal An-
zeiger", die het aan de „International
News Service", een Amerikannsch nieuws
agentschap, ontleend.
De „Lokal Anzeiger' merkt hierbij op,
dat het blad in goed ingelichte kringen te
Berlijn heeft vera omen, dat de waar
schijnlijkheid van dit. bericht niet onmo
gelijk wordt geacht, daar men ten huizo
Doorn slechts zeer zwakke dementis daar
over heeft ontvangen. Prinses Hermine ia
de weduwe van prins Johann Gcorg zu
Carolath-Beuthen, die tijdens den oorlog
is gestorven. Zij is 36 jaar oud on heeft
vijf kinderen van 8 tot 14 jaar.
FEUILLET0N.
De Germaansche gevangene
Een verhaal uit de eerste eeuw onzer
jaartelling.
Al luisterend begon hij het geheim van
ri menschelijk leven te verstaan; de klo
ven van zijn hart, door de zorgen van ze
ventig jaren daarin gegroeid, werden met
levend water gevuldem het gemurmel
van de oneindige zee, aan welker kust wij
allen staan, zonder te weten wat ze is en
wat ze zingt, werd voor hem. muziek,
echoënd van de harpen aan 't overzijd-
eche strand.
Siward gewende gaandeweg aan zijn
bekrompen en engo leven.
Dikwijle dacht hij aan Cloelia Diodora
«n hoe zijn hart van medelijdon geklopt
fcad yxw>r haar op andere lijders; en hoe
weinig hij- van haar leed begrepen had.
Nu moest hij zelf den bitteren beker ledi
gen, niet slechtsanderen verz-oeten, maar
zelf drinken.
Het kruis kreeg voor hem dieper betee
kenis.
Zijn Heer had geleden niet alleen om
anderen te redden, maar om hun kracht te
geven tot lijden, en tot heiliging en op
was in geloof en liefde door lijden,
niet van de heilige hoogte, van den
troon des heelals had hij medelij
den met de wereld getoond; maar uit
de diepte van zijn eigen, voor en door
menschen gebroken hart welde de fontein
van goddelijke liefde.
Zoo langzaam, leerde hij buigen onder
dés Meesters juk, en buigend vond hij het
goed en zacht.; geen keten die den dienst
belemmerde, geen last die neerdrukte,
maar een juk dat den dienst bepaalde;
den dienst die voor hem de hoogste en de
beste was.
En toen hij vrijwillig boog, 'had hij zijn
les geleerd, zijn werk voleindigd, en werd
het juk 'hem afgenomen.
Zijn schijnbaar herstel bleef niet.
De hitte van den Italiaanschen zomer
en de bedompte stadslucht voltooiden in
de krachtige noordsche gestalte wat de
wilde beesten begonnen hadden.
Er werd weinig gesproken over 't geen
hij hoopte en de zijnen met vrees ver
beidden. Er was geen romantisch, melo
dieus einde aan zijn leven. Het scheen on-
lafgewerkt, brokstuksgewijse, niet onver
klaarde woorden, onvervulde hoop, onuit
gesproken verwachting gevuld.
't Eindigde als een verhaal dat afge
broken en niet voortgezet wordt; afge
broken zonder climax, midden in een vol
zin!
Onvolledig, want het was onslerflijk.
Onvoltooid, want het was nauwelijks .be
gonnen. Ongemerkt voorbijgegaan, waait
de m'annelijke leeftijd was nauwelijks be
reikt.
Voor hem echter niet afgebroken, want
de verloste geest bevaf zich met kinder
lijk vertrouwen in de handen des Vaders.
Voor hen, die hij achterliet, die nog
•niet in hot volgend leven overgegaan wa
ren, die hem daarom met droerfheid na
staarden, was nog velerlei werk te doen,
menige les te leeren. allerlei offers te
brengen.
De beteekenis en rustige schoonheid
van 't. leven dat pas geëindigd was, begon
zich voor bun oog te ontvouwen.
Hij had weinig gesproken; hij was
voor 'hen allen zooveel geweest;.
„Wij praters, gaan voorbij." zei oude
Laon; ,.en laten geen ledige plaals ach
ter. Andere woordenvloeden overstelpen
wat wij gezegd hebben; maar deze stille
levens laten een echo na. Woorden zijn
voor 't oogenblik; daden blijven. Zij ster
ven niet-, maar leven in ds hartan. der
menschen, in do harten waar de uil gangen
des leyens zijn.
„Ik dacht dat ik hem onderwees toen
ik hem al mijn wijsheid vertelde als we
samen in de oude werkplaats arbeidden,
on hij mij nu en dan een kinderlijke vraag
deed, of beproefde me de oude legenden
van zijn volk te verhalen. Maar al dien
tijd onderwees hij mij."
„Hoe kwam het," zeide Laon eens, „dat
hij nooit iets bijzonders scheen te doen,
en dat nu ook, nu hij als oen dor helden
uit de oudheid zijn leven opgeofferd heeft,
dat voor hem niets bijzondere vindeD? Wé
hadden een held in ons' midden, en wel
wisten het niet! O haddon we 't maar ge
weten
„Ik wist het." zeide zijn moeder
oen si ral enden blik; „ik bob hot altijd ga
weien." 1
(öutf vo