Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
U IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN ïj
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL i 12.50
TER WEEK 10.19
FRANCO PER POST I'ER KWARTAAL I 2.90
3de JAARGANG. - MAANDAG 21 AUGUSTUS 1922 - No. 722
Bureau:Hooigracht35 - Leiden - Tel.lnt.1278 - Postrekening58936
ADVERTENTIE-PRIJS.
PER GEWONE REGEL t f 0.221
DES ZATERDAGS 4 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DITBB*' T A RIEK
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 centZaterdags 75 cent
bij vooruitbetaling. 1
Werkeloosheid.
'Als oen donkere wolk hangt boven de
-wereld van den arbeid ook in ons land,
de dreigende werkloosheid.
Wanneer daar monsehen zijn die niet
-willen arbeiden omdat ze te slap zijn
en te lamlendig om de handen uit de mou
wen te steken, dan is dat betreurenswaard.
Aangrijpender is, wanneer daar mon
sehen zijn die wel willen arbeiden, maar
die door God op het ziekbed worden neer
gelegd of wien de kracht ontbreekt, om
brood te verdienen, al is hierbij de troost
dat het God is, die zoowel gezondheid
geeft als krankheid.
Maar nog erger, zoo mogelijk is het,
wanneer daar menschen zijn, mannen in
de kracht van hun leven, die wel wil
len arbeiden, en die ook wel kunnen
arbeiden, bij wie de spieren trillen van
ingehouden levenskracht, maar die niet
mogen arbeiden, omdat er niemand is die
hen huurt en die gedwongen zijn, ledig te
staan op de marlet des levens.
Dat is een droeve toestand.
Werkloosheid bebeekent armoede, ach
teruitgang; er is gevaar voor zedelijke
verwerding, vooral wanneer dit verschijn
sel een permanent karakter dreigt te krij
gen.
Daarvoor bestaat nu gevaar.
Wie de sociale berichten volgt, weet
hoe de berichten over dreigende werkloos
heid niet van de lucht zijn.
Wij mogen den ernst van dit verschijn
sel niet onderschatten.
En geen middel dat kan helpen om dit
euvel te verkleinen, mag onbeproefd wor
den gelaten.
Te betreuren is zeker, dat door samen
werking van patroons en arbeiders, niet
meer gedaan wordt om dit kwaad te be
strijden.
Maar te betreuren is ook, dat de werk
loosheid gebruikt wordt, om politieke agi
tatie te verwekken, zooals dat van zekere
zijde gedaan wordt.
De Overheid zoo stelt men het voor
moet op onbekrompen wijze voor de
werkloozen zorgen.
Maar men vergeet, dat de Overheid over
geen andere middelen beschikt, dan uit de
belastingen worden opgehaald.
Of liever, men vergeet het niet, maar
men stelt opzettelijk.de zaken scheef voor,
om dan de plaatselijke en de landelijke
Overheid in gebreke te kunnen 6fellen.
Leerzaam is in dit verband wat ,,P ar
triraonium" over de werkloozenzorg
im Zweden meedeelt.
„Afgevaardigden van de werkloozen,
aldus dit orgaan, brachten een bezoek bij
den Minister, belast met de zorg voor de
sociale aangelegenheden, in verband met
het intrekken van den steun aan werk
loozen. De Minister beloofde te doen wat
hij kon, doch legde er den nadruk op, dat
tiodh eenmaal de tijd moet komen, dat
alle steun aan werkloozen moet ophou
den."
Waar is dit geschied?
Wellicht in Nederland, in Den Haag,
waar, volgens de 6ociaal-democraitische
■pers, een „honger-Ministerie" het bewind
voert?
Gelukkig niet!
Het bericht komt uit Stockholm.
En do Minister, waarvan hier sprake is,
behoort tot de sociaal-democrati
sche Arbeiderspart ij.
Daarbij moet ook bedacht, dat in Zwe
den de verzekering tegen werkloosheid niet
tot ontwikkeling is gekomen.
Er is in dat land veel werkloosheid.
Maar het sociaal-democratisclhe. Kabinet
deed heel wat minder dan onze Regee-
Ting.
In de sociaal-democratische pers ten
onzent wordt meermalen in dezen geest
geschrevende „Christelijke" Regeering
heeft geen geld voor de werkloozen, wél
geld voor leger en vloot.
Welnu, mogen wij dan ook ten aanzien
van dat punt eens even naar Zweden ver
wijzen?
Daar houdt het sociaal-democratische
Kabinet een leger in stand, dat onge
veer dirie maal zoo groot i6 als het onze,
hoewel do bevolking van Zweden kleiner
is. En daar ligt, blijkens een dezer dagen
verschenen officieel rapport, een uitbrei-
dig van de Marine in het voornemen.
Men lelie steeds ernstig op de daden
dei* sociaal-democraten in de landen, waar
zij niet meer in de oppositie zijn.
Dan valt op hun houding hier te lande
het juiste licht."
Volkomen juist.
Het is onbillijk, om, zooals dat van" Soc.
Dem. zijde steeds gedaan wordt-, de Ro-
georing in gebreke te stellen.
En het is m i s 1 e id e n d ook, omdat
op die wijze bij de werkloozen een hoop
verwekt wordt, die toch niet kan worden
verwezenlijkt.
Aan ijdele beloften en valsche voorstel
lingen hebben wij niets.
Maar wèl is het noodig dat door
samenwerking getracht wordt, de
gevaren, die hier dreigen, zooveel moge
lijk te beperken.
STADSNIEUWS.
Zendingstent.
Hot work van do Evangelisa tie ten tbekoort
wat Leiden betreft, weer tot bet verleden.
Gisteren werd de laats to samenkomst gehouden
en vandaag wordt do tent weer opgerold, om
straks in oen andore plaats weer gelegenheid te
geven voor de verkondiging van bet Evangelie.
Het Comité dat kior in Leiden de samenkoun
sten organiseerde mag zeker met grooto voldoe
ning op de afgeloopen campagne terugzien.
Er was oen hartelijke samenwerking van per
sonen van verschillende kerkelijke richting en de
opkomst heeft zeker de verwachtingen overtrof
fen.
Steeds was er niet alleen een groot, maar
ook oen zeer belangstellend gehoor.
En avond aan avond werd door mannen van
zeer uitecnloopende richting, het Evangelie ven
kondigd.
Ze waren het niet altijd eens over de groote
leerstukken, wat ook in de prediking uitkwam,
do gaven waren verschillend, de wijzo van Voor
stelling was anders, maar hierin waren allen
één, dat zij twee punten met nadruk op den voor
grond stelden: zonde en genade, val en verlos*
sing, dood en leven.
Of het zaad dat gezaaid werd vruchten zal
dragen?
Wie zal het zoggen. Maar het zaad is gestrooid
het Woord is gebracht, en hot zal doen wat God
behaagt.
Ook Zondagavond was er weer een enorme
belangstelling.
Reeds te kwart voor acht, waren alle zitplaat*
een ingenomen en nog steeds stroomde de schare
toe, zoodat ook nu weer een deel van het tent
doek moest worden opgeslagen om hen die buiten
stonden, gelegenheid te geven om to luisteren.
Als sprekers traden op Ds. Punselie en de heer
van der Kloot Meyburg.
In zijn slotwoord deelde Ds. Punselie, de voor*
zilter van het plaatselijk comité mede, dat er
nog oen tekort is van f 250.
De kosten waren voel hoog or dan geraamd
was, zoodat het niet golukto de rekening sluitend
to maken.
Honderd rijksdaalders, dat is een boel bedrag.
Maar als de vole honderde bezoekers, die met
zoo groote belangstelling de samenkomsten bij*
woonden, allen een klein bedrag offeren, dan is
dit tekort toch spoedig gedokt.
Bijdragen worden gaarne in ontvangst genoa
men door Ds. Punselie en door de andere lodoa
van het plaatselijk comité,
Prof. Dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen.
Woensdag 20 December as. is het 50 jaar ge
leden, dat prof. dr. H. G. van do Sande Bakhuy
zen, sinds 21 September 1908 emeritus, aan de
Leidsche Universiteit het ambt van hoogleoraar
in cte sterrenkunde aanvaardde, alsmede dat van
directeur van de Leidsche Sterrenwacht.
Naar gemeld wordt, bestaan er onder zijn
ambtgenooten en oud-leerlingen plannen, hem op
dien dag een hulde te bereiden.
Do heoren Baginda Dahlan Abdoellah en
Mas Samsi Sastrawidagda rijn wegens het eindi
gen van hun verbintenis afgetreden als hulp-
leeraar bij de Leidsche Universiteit in het Mas
leisch en in het Javaansch.
Naar gemeld wordt zal in deze vacaturoa
worden voorzien door de benoeming van den heer
Poerbatjaraka (reeds eenigen tijd alhier woon
achtig) tot hulpleeraar in het Javaansch en van
den heer Mohamed Zain, lid van den Volksraad,
te Batavia, tot hulpleeraar in het Maleisch.
Voor do Ch"r. Middenstandsvereen. zal, naar
wij van bevoegde zijde vernemen op 12 October
a.s. optreden de heer L. Attema, Directeur van
het Chr. Mirldenstandsbureau met het onderwerp:
„Do toekomst van den den Middenstand."
Diepgaande herziening dor Lager
Onderwijswet.
We laten hier nog volgen het volgende
fragment uit de artikelenserie in „de Stan
daard", waarvan we reeds eerder een ge
deelte plaatsten.
Het blad betoogt, dat zijn vooretellen
wijzén op een omvangrijke herziening der
L. O.-wet.
Niet alleen toch dat het heele streven
in de richting eener Staat6-alaorg moet
worden afgebroken, maar daarvoor in de
plaats moet het instituut der schoolbestu
ren zorgvuldig worden opgebouwd, en dan
en daarna moet de heele financieel© parar
graaf worden omgewerkt en gansch an
dere dan nu opnieuw ineengezet.
En dat zal geen gering work zijn; in
tegendeel, het zal een zeer groot werk
zijn.
Temeer, als we er nu nog bij beden
ken, "dat we alleen op do hoofdzaken zijn
ingegaan, maar zoodra het er v^rkelijk
op aan gaat komen, ook over andere din
gen, bijv. over het schooltoezicht nog wol
eons het oen en ander in 't midden zal
zijn te brongen.
Men bedenke- maar eens, dat over de
openbare school toezicht houden:
1. De hoofdinspecteur.
2. De inspecteur.
3. De schoolopziener.
3. De ambtenaren, die krachtens de
wet bovendien nog voor 't schooltoezicht
aangesteld kunnen worden.
5. Burgemeester en Wethouder®.
6. De commissie van toezicht op 't L.
O. door den Gemeenteraad benoemd.
Voegt men hier nu bij „de commissie
tot wering van schoolverzuim" dan blijkt
dat 't apparaat rondom de scholen bot
derzelver welstand opgericht, rijkelijk
groot is.
Wij vroezen zeer, dat, als een toezicht
aan zooveel personen en colleges is
opgedragen ,er wél bar veel notulen wor
den geschreven en .paperassen worden ver
knoeid, maar 't eigenlijk toezicht totaal
in 't honderd loopt en bovendien zeer veel
geld kost.
We stippen dit in 't voorbijgaan slechts
aan als een illustratie op onze gedachte
hoeveel erv behalve alles wat we in on
ze vorige artikelen hebben gonoemd bij
een omvangrijke herziening der L. 0.-
wet-1920 op de helling zal moeten.
Een der sterkste bond gen ooten, dien
we op 't moment bij onze herzieningsplan
nen hebben, is de Minister van Financiën.
De nood toch der openbare kassen is
van dien aard, dat elke bezuiniging, die
ook maar ©enigszins plausibel is te maken,
doorgevoerd moet worden.
De bijl van Geddes moet er in, duchtig
en diep. Er moet geweldig worden bezui
nigd.
En nu is 't zeer zeker waar, dat bezui
nigen en -bezuinigen twee is.
Er kan bezuinigd moeten worden op
punten, waar 't bitter pijn doet, zich te
moeten bekrimpen.
Er kan echter ook bezuinigd werden op
punten, waar 't met blijde voldoening
wordt begroet.
En ongetwijfeld moet dan elk stuk, dat
onder 't laatste chapiter valt, het eerst
aan de orde worden gestold.
Zoo hopen we. da/t een duchtige en
diepgaande herziening van 't onderwijl-
apparaat in den zin als door on6 bepleit,
alle voorstanders der bezuiniging sterk
interesseeren zal.
De publieke kas kan, op de wijze als
door ons bedoeld, zonder schade voor 't
onderwijs op buitengewoon belangrijke
wijze van enorme uitgaven worden ont
heven.
Ja, naar onze overtuiging zal zulk een
bezuiniging, in plaats van 6chade aan
volksleven en onderwijs toe te brengen,
aan 't gansqhe volksleven en 't gansche
onderwijs rijke gelegenheden tot krachti
ger bloei en dus onnoemelijk groote voor
dooien brengen.
Wij doen, zoo besluit het blad, dus een
zeer krachtig beroep op de voorstanders
der bezuiniging.
BINNENLAND.
Het tekort bij de spoorwegen.
In het jongste nummer van de Econo-
miisch-Statistische Berichten bespreekt de
heer van Kretschmar van Veen, directeur
der Ned. Centraal Spoorwegmaatschappij
cn oud-directour der Maatschappij tot Ex
ploitatie van Staatsspoorwegen het tekort
bij onze spoorwegen.
Dat vooral op de personeel uit gaven na
druk wordt gelegd, lag z.i. voor de hand.
Immers als men wil zoeken naar oen be
sparing van beteckonis, dan komt mon
eerst tot de groote vaste uitgaven voor
brandstoffen, onderhoud, administratie,
ten bedrage van ruim f6414 millioen
waarop niet noemenswaard is to bezuini
gen zonder een goede exploitatie in ge
vaar te brengen.
In de tweode plaats zijn de vaste las
ten, als huur van spoorwegen, interest,
afschrijvingen enz. tot een gezamenlijk
bedrag van 33 millioen, onmogelijk in to
krimpen.
Blijven dus over de uil gaven voor per
soneel. Hei personeel zelf meent, dat dit
geen verlaging kan lijden.
In het Oosten van de Bom meier w aard
zijn echter de loonen van land- en tuin-
bouwarbeiders f 12 a f 16 per week; in
Oostelijk Noord-Brabant f 16 a f 18 zon
der meer; de minst bezoldigde station-
of wegarbeider, in die buurt, ontvangt f 28
per week, plus recht op premievrij pen
sioen, kostelooze geneeskundige behande
ling, ziekteuilkeering, dienetkleeding, vrij
vorvoer voor zich en gezin en benoodigd-
•heden voor huishouding, zeer beperkten
arbeidstijd, recht op verlof.
Een tuin- of boscharbeider onder Hil
versum is te krijgen voor f 18 a f 22 per
week; aan den spoorweg geniet de minst
bezoldigde f 29, benevens de genoemde
voordeelen. Ik bepaal mij tot deze voor
beelden; ze zijn door ieder gemakkelijk te
vermeerderen.
De loonregeling deelt het land in 3
loon groepen, met verschillen van 4 en 8
pet., tegenover de hoogste; het is niet
twijfelachtig, dat de plaatselijke loon-
slandaard daarmede niet in overeenstem
ming is.
Behalve door de loonregeling worden
de loonuitgaven beheerecht door het aan
tal pensonen, waarvoor zij geldt...
Het spoorwegpersoneel is niet onder
worpen aan de arbeidswet., doch op aan
drang van den Minister van Wateretaat is
de regeling der dienst- en rusttijden zoo
veel mogelijk in overeenstemming met de
bepalingen dier wet gehouden.
Dit is wel de voornaamste reden, dat
het personeel der Nederlandsche spoorwe
gen van 31 December 1919 tot 31 Decem
ber 1921 is toegenomen met 8.206 man
(van 43.872 tot 51.078), hetgeen bij de
tegenwoordige loonregeling een uitgave
bciteekent van minstens f 15.000.000. Dd
cijfers spreken nog sterker als men 1921'
vergelijkt met 1918, toen op 31 December!
slechts pl.m. 39.000 man in dienst waren,
terwijl toch sedert dien geen nieuwe
6poorwegeu in exploitatie werden geno-
men cn de dienst nog altijd niet de uitge
breidheid van 1913 heeft; in 1919 werd
reods, in verband met de toegezegde ver
korting van diensttijd met aannemen vai*
personeel begonnen.
Spoorwegvcrbind ing.
Aan het kruispunt der spoorlijnen:
Amersfoort—Kesteren en Utrecht-Arn
hem wordt aangelegd een vorbindings-
boog ten behoeve van het goederen
vervoer p~trecht KesterenNijmegen.
Waarschijnlijk zal deze in de toekomst
ook voer het personenvervoer worden be
nut.
Ecu commissie uit de Kamer van Koop-
handol De Geldersche Vallei, onderzoekt
thans, naar een V. D.-bericht meldt, de
mogelijkheid van een tweeden boog aan
genoemd kruispunt voor oen directe ver
binding Amersfoort.Arnhem. De Kamer
te Arnhem interesseert zich eveneens vooï
dezo verbetering.
De Plattolandersbond.
Te Utrecht komt Woensdag 23 Aug.
het hoofdbestuur van den Plattelanders-
bond bijeen, om nogmaals de kwestie in
zake de gekozen candidaton te bespreken.
Tovens wordt dan de vraag behandeld of
de linksche en rechtsche fractie van den
Bond geen afzonderlijke partij zullen vor
men zonder eenig hoegenaamd onderling
vorband.
De Invaliditeitswet.
Ingediend is een wetsontwerp houdende
bekrachtiging van den bij Kon. besluit
van 17 September 1921, gewijzigd 20 Mei
1922, vast.gestelden algemeenen maatre
gel van bestuur tot regeling van een pre
miebetaling over meer dan één termijn*
waarover loon in geld wordt betaald.
Italiaansche oorlogsschepen.
Het Italiaansche opleidingeschip „Fer-
rucio" en do Italiaansche torpedojager
„San Martino" zullen den Hen September
ons land bezoeken, waarbij echter in af
wijking van een vroeger voornemen uit
sluitend Amsterdam zal worden aange
daan.
Den klasseplicht verzaakt.
In Amerika is een conflict in het mijn
wezen, waardoor de kolenvoorziening ge
vaar loopt. De Amerikaansche industrie
tracht zich nu van elders te voorzien en
maakt daarvoor gebruik van Engelsche,
Hollandscho en andere 6cheepsruimte.
Do Ned. Federatie van Transportarbei
ders, in samenwerking met de Ned. Zee-
liedenvor. „Eendracht", hoeft in verband
hiermede het bestuur der Intern. Federatie
van Transportarbeiders gekapitteld ovef
zijn passieve houding bij dit conflict.
„Het heeft ons getroffen, zeggen da
•briefschrijvers, dat de leiding van de In
tern. Foderatie van Transportarbeiders
gemeend heeft, in dezo haar klasseplicht
te moeten verzaken, en niets doet teneinde
de reeds maandenlang strijdende klago
gen ooien uit het Amerikaansche mijnbe
drijf te hulp te komen, ja zelfs toelaat,
dat door haar leden de strijd van de Ame
rikaansche arbeiders ernstig wordt bena
deeld. Volgens onze meening moet het me
dewerken bij het vorvoer van kolen naar
Noord-Amerika dienstig om het effect
van de mijnarbeidersstaking buiten wer
king to stellen beschouwd worden als
onderkruiperii. Wij willen derhalve oon-
stateeren, dat de leiding van do Intern.
Trainsportarboidersfedoratio ernstig in ge
breke i6 gebleven en haar klasseplicht
verzaakt heeft."
Brrrü
FEUILLETON.
De Germaansche gevangene
Een verhaal uit de eerste eeuw onzer
jaartelling.
86)
Niet alleen het leven aan gene zijde van
deze lagere wereld; ook dat der kleine
kinderen, dartelend aan den ingang, elke
trap, elke halte op den langen pelgrims
weg was geheiligd door dat menschen-
ieven zonder zonde, dat ook zondeloos
•geëindigd en nu voor eeuwig hernomen
was. Die Zaligmaker wijdde alles voor
haar tot een tehuis; niet alleen het graf,
maar ook Hilda's woning met kleine kin
deren; ook den oever van 't meer; ook
den disch dien hij gezegend had.
In Siward ontwaakte opnieiiw met ver
hoogden glans al de hoop en elk voorne
men zijner jeugd. Hij had den Bevrijder
gevonden, den Koning, die verlost door te
Tegeerendie de ware vrijheid geeft, niet
van de beesten in 't woud, maar van 't
geordende koninkrijk; die de vrijmaking
der menschen aanvangt door hen uit hun
eigen slavernij te verlossen. Christendom
verdoofde niet., maar veredelde en ver
hoogde in" hem de vaderlandsliefde. De
Kerk in haar eerste dagen wischte niet de
kleuren en eigenaardigheden der verschil
lende rassen, uit. Haar „In Christus is
geen Jood of Griek", veranderde het
volloskartikter evenmin, als haar „In
Christus is geen man of vrouw", het on
derscheid tusschen man eu vrouw weg
nam. In hem werd niets eigenaardigs ver
nietigd, maar alleen wat scheidt wegge
nomen.
Nooit sloeg Si wards hart warmer voor
ziin volk; gevoelden Cloelia, Calüas en
Esther meer ieder voor hun vaderland,
dan toen zij in den éénen Heer de vervul
ling hadden gezien van 't hoogste ideaal
van Germaanschien vrijheidszin, Ro-
meinsch plichtgevoel, Grieksche mensche-
lijkheid on Hebreeuwsche godsvrucht; en
de vervulling daarvan hoopten in 't ©ene
gezin van vele broeders en zusters. Het
nieuwe koninkrijk was gekomen, dat An-
tiochiö bijna evenveel wijdde als Jeruza
lem. Jeruzalem was het Bethlehem der
Kerk, waar de engelen rondom haar wieg
zongen van welbehagen in menschen; An-
tiochiö was haar Nazareth, 'het eerste te
huis van haar zelfbewuste jeugd; de doop
vont waar ze haar eigen naam kreeg; de
plaats waar de Joodsche natie werd inge
lijfd in do algemcene kerk als een dor pro
vinciën van 't algemeone koninkrijk; de
plek waar de douren des dageraad® werdon
geopend om hot volle zonlicht over de
heidcnwerold te doen stralen.
De rustolooze, 'geestige menigte die de
zuilengangen langs de Orontes vulde en
door do lusthoven van Epidaphne drentel
de, dacht weinig dat ze- toen haar vernuft
om karakteristieke namen te zoeken zich
ook met de kleine groep geloovigen be
moeide, der wereld een grooten dienst be
wees. Ze dacht weinig* dat eeuwen later
de lusthoven verdwenen zouden zijn, de
Orontes niet meer langs de marmeren pa
leizen zou 6troomen, maar door een on
aanzienlijk Syrisch stadje. Maar dat dan
de heele wereld nog aan 't oude Antiochiö
denken zou door één spotnaam: „En 't ge
schiedde dat de discipelen het eeret te An
tiochiö Christenen genaamd werden."
Denken we er wel eens aan hoe heerlijk
getuigenis aan die eerste discipelen gege
ven wordt door het feit dat die naam him
van buiten af gegeven werd?
XXXVIH.
Oude Laon hield zich onzijdig.
Ooi as en Siguna waren de twee leden
van de kleine groep, wier harten 't minst
werden geroerd door de tijding van groote
blijdschap, welke als de muziek in de oude
legende, de levende steenen tot elkander
dreef om den tempel Gods te bouwen.
Uit zeer verschillende oorzaken. Meer
dan ooit verlangde Siguna haar echtge
noot nog eons te mogen ontmoeten, opdat
zij 6amen zich over den groeten schat ver
heugen mochten. Nooit was het yoorge-
voel dat hij nog leefde, de hoop dat ze
hem weerzien zou, in haar hart verdoofd;
en nu in het licht van deze nieuwe hoop,
werd de oude hoop des te helderder.
Haar dochter Hilda "had nu in 't Oosten
een tehuis. Zij besloot niet langer van
Rome weg te blijven; maar het overige
haars levens in dat middelpunt der wereld
door te brengen om tot oog to houden
op alle krijgsgevangenen, de" uit het
Noorden aangevoerd werden, zoowel als
op alle pelgrims die van daar vrijwillig
naar de gouden godenslad kwamen.
Onias verkeerde in de grootste verlegen
heid, want. nu eischte do oude vraag on
verbiddelijk zijn antwoord.
Er wa6 geen middenweg tusschen de be
lijdenis dat de Nazarener de Messias wa>,
en de overtuiging dat. hij ©en verleider des
volks was. Dat was niet slechts een gods
dienstig vraagpunt daarover kunnen
de meeningen in 't eindelooze verechillen
maar een zaak die volstrekte toewij
ding of tegenstand vorderde, 't Wa6 de
vraag van getrouwheid of oproer; geen
vrome overpeinzing sver de toekomende
wereld, maar een ingrijpend belang voor
de tegenwoordige; een vraag die in alles,
dagelijksch leven, bedrijf en beroep,
bezit en eigendom lellelijk in alle6 in
greep.
Want de kerk, aan welke de Antio-
chiëre zoo goed een naam gegeven had
den, was daar ter plaatse niet een vroo-
lijk eu liefhebbend kind, levenslustig
maar haaT plicht en roeping nog 6lechta
half bewust. Bij den kinderlijken eenvoud,
die haar genade deed vinden in de oogen
van 't gansche volk en dien ze nooit rnochiü
verliezen, had ze haar wapenrusting ge
voegd. Ze ging niet alleen van huis tot
huis brood brekende in verheuging doa
harten, maar ze ging uit overwinnendo en
cm te overwinnen.
Die veldtocht van de kerk eischte
krijgsmoed. Mocht ook al do gave der ia»
len de eerste Christenen ontslagen hebben
van de moeite om talen te loeren voor de
verkondiging des Evangelies; in elk gevaü
was er geen gave van een onuitputtelijks
geldkist. Alexandrijnsche korenschepeni
namen de apostelen niet gratis aan boord3
men kon in Rome en Corinthe geen hui*
zen huren zonder betalen.
Do gemeenschap van goederen in Jeru
zalem, waarschijnlijkeon gemeenschap
waarin niet al te veel rijken deelden, was
geëindigd in de noodzakelijkheid om voor,
de broodoren in Judea giften in te zame-,
len. Onias had het wel gezegd! En van 't-
begin af scheen het wel alsof men Antio-,
chiö voor oen van do rijkste afdeelingen
dor kerk hield.; welke een gedurige bob-'
sing tusschen God en den Mammon modo«
bracht voor de meervermogende leden, j
(Wordt, vervolgd), j