Aan het einde der week.
De nu afgeloopen weck is ingezet met
de „nooit meer oorlog "-demonstraties
hier en in andere landen.
Het is zeker wel een merkwaardig sa
mentreffen dat we in lang niet zooveel
over dreigend, oorlogsgevaar hebben ge
hoord, als juist in do week die achter
ong ligt.
Het was al oorlogsgeruchlen die we
hoorden.
In het oude T u r k ij e staan de Grie
ken, die reeds de Tsjataldsja-linie heb
ben bezet, we herinneren ons dien
naam nog uit den laatsten Balkan-oorlog
met den vinger aan de trekker van het
geweer.
Dat ze er nog niet op losbranden, komt
alleen doordat de Turk-scho hoofdstad
door intergeallieerde troepen is bezet,
zoodat een verdere opmarsch tot een con
flict met de Entente zou kunnen leiden.
Maar de lust om oorlog te voeren is er.
Ook in Rusland wordt die neiging
nog wel gevonden. Ondanks den dreigen
den honger die zoo tallooze slachtoffers
maakte en het gebrek aan het noodigete,
worden groote sommen beschikbaar ge
steld voor het leger, dat straks, naar. men
hoopt, gebruikt zal worden om Europa
met geweld in de zegeningen van het
Bolsjewisme te doen doelen.
In Frankrijk treft men zoo onge
veer dezelfde stemming aan.
Duitschland is diep vernederd en hard
geslagen, maar het moet nog zwaarder
worden getroffen.
Vandaar dat onophoudelijk het satoel-
geripkel wordt gehoord.
<£#fukkig is men in Engeland al
thans verstandiger en toönen de mannen
die daar het roer in banden hebben, oog
te hebben voor de werkelijkheid.
Voor wie den vrede minnen en de rust
in Europa gaarne zien teruggekeerd, was
de nota van Balfour, waarvan ook in ons
blad melding werd gemaakt, een ware
verrassing.
Hier wordt althans een ernstige poging
gedaan om het vraagstuk der wederkee-
rige schulden te regelen en op die wijze
weer te komen tot meer normale verhou
dingen.
De ontvangst van de nota was wel niet
bijzonder moedgevend, maar Keuleta. en
Aken zijn niet op één dag gebouwd en
het was ook niet te verwachten dat alle
moeilijkheden ineens zouden worden op
gelost.
De Kabinetscrisis in Italië ie dan
eindelijk opgelost, zoodat nu ook een af
gevaardigde van dit land aan de Jbonden-
sche conferentie ter bespreking van de
eohadovergoedingskwestie kan deelnemen
Ook de spanning tusschen de Duitsche
regoering en Beieren ie verminderd. De
Beieren, die in hun hart vurig Konings
gezind zijn, willen liefst baas blijven in
eigen huis, maar naar het schijnt zijn
ze toch tot een schikking bereid.
Do K ab in e tjis c/r id ie is one land
fs nog altijd niet opgelost.
Bevreemden doet dit niet.
Er is wel een groote rechtsche meer
derheid, maar de rechtsche partijen zijn
niet in coalitie opgetrokken.
Voor het verkrijgen van een regeer-
krachting Kabinet is het dus noodig, dat
een program gevormd wordt waarop de
drie partijen van harte hun zegen kun
nen geveai.
Maar zooiets eischt tijd, vooral m de
tegenwoordige moeilijke omstandigheden.
Vermoedelijk zal het dan ook nog wel
eenigen tijd duren eer de heer Ruya aan
H.M. de Koningin kan meedeelen dat hij
"geslaagd is of wat ook mogelijk i«
niet geslaagd is.
Do Lijden zijn moeilijk.
En dan denken we aan de actie onder
hot spoorwegpersoneel. De
directie wil de loonen van een deel van
het personeel verlagen, omdat het bedrijf
dit eischt, maar het personeel is nog niet
geneigd, daarin te berusten.
Van zekere zijde werd zelfs reeds met
een algemeene spoorwegstaking gedreigd.
Wij kunnen het optreden der autori
tei-ten in deze kwestie niet bepaald bewon
deren, maar we hopen toch, dat het geluk
ken zal een conflict te voorkomen.
Ook in andere bedrijven broeit het.
En dat is te verstaan.
Met vele bedrijven gaal het meer dan
slecht, terwijl er ook wel patroons zijn,
die van deze omstandigheden gebruik
trachten te maken om de loonen te druk
ken.
Omgekeerd zijn er maar al teveel arbeiders
leiders die geen poging doen om de wer
kers met den werkelijken toestand op de
hoogte te brengen, maar die niets liever
zouden zien, dan dat we een tijdperk van
onrust en conflicten kregen.
Enrf "Mj dit alles kom), nu nog de werk-
ToosH^/d, die ontzagwekkende afmetingen
aanneemt hier en daar.
Het is donker, waar we ons oog ook
wenden.
Uit het Sociale leven.
Spoorwegpersoneel.
De Nederlands che Vereeniging van
Spoor- on Tramwegpersoneel zal te Haar
lem strikt huishoudelijke vergadering
houdtStt voor leden van de vereeniging,
werkzaam aan de centrale werkplaats der
Nederlandsche Spoorwegen te Haarlem.
4Iei dagelijksch bestuur der vereeniging
en vertegenwoordigers van de andere af
dool in gen met personeel op uurloon, aan
gesloten bij de vereeniging, zullen deze
vergadering bijwonen.
De staking in de Rijnsleepvaart.
Naar gemeld wordt, ie op de gisteren te
f Duisburg gehouden vergadering van het
Deutsche Transpor! arbeiterverband met
vertegenwoordigers van den Centralen
Bond van Transportarbeiders te Rotter
dam besloten, dat de Duitsche sleepboo-
ten Duitsche en de Fransche sleepbooten
Fransche schepen mogen sloepen.
Er mogen ook Hollandsche schepen
door Duitsche reederijen gesleept worden
mits van te voren een certificaat hiervoor
wordt aangevraagd bij den hoer v. Krie
ken, leider van den Centralen Bond.
Do boycot voor Hollandsche schepen
blijft bestaan.
Het bouwbedrijf.
Men meldt uit Haarlem aan de Maas
bode:
Sedert Augustus 1920 bestaat er voor
de bouwbedrijven eene Landelijke Collec
tieve Arbeidsovereenkomst, waarin de
loonen en arbeidsvoorwaarden voor de ar
beiders zijn vastgelegd.
Velerlei omstandigheden zijn oorzaak
geweest, dat de bepalingen dezer overeen
komst tot een doode letter zijn geworden,
in de eerste plaats i6 dit te wijten aan de
toestanden in 't bedrijf gedurende de laat
ste jaren, gevoegd bij een groot tekort
aan geschoolde vakarbeiders en verder
aan de animositeit door de uitsluiting
van 1920 bij de arbeiders opgewekt.
Bij dezen stand van zaken bestaat er
van de zijde der patroons weinig lust, nu
bovendien de omstandigheden in het
bouwbedrijf zich hebben gewijzigd, zich in
de toekomst door een contract te laten
binden, als hun dit 'voor de wisselvallig
heden van het bedrijf niet voldoende
waarborg biedt.
Door de patroons- en arbeidersorgani
saties in de bouwbedrijven voor Haarlem
en Omstreken, ie daarom, op initiatief der
eerste, besloten gezamenlijk dezen toe
stand onder het oog te zien, met het ge
volg, dat uit beide groepen, in gemeen
schappelijk overleg, eene commissie is sa
mengesteld, wier taak bet zal zijn, de na
leving van de contractueele bepalingen
door beide partijen te bevorderen, door
controleereiid en advisderend op te tre
den. te waken togen excessen op loonge-
bied, teneinde daardoor mede te werken
genoegzaam werk op de markt te krijgen
ter voorkoming of bestrijding van werk
loosheid en zorg te dragen, dat do geor
ganiseerde patroons zooveel mogelijk
voorzien zullen zijn van het benoodigde
aantal arbeiders, die zij in de eerste
plaats zullen kiezen uit de leden der con-
tracteerende arbeiderebonden.
A. N. V. ,;~7rr"
Verschenen is het jaarverslag over 1921
van het Algemeen Nederlandsch Vakver
bond.
Hieruit blijkt o.m. dat het. ledental van
den bond op 1 Januari van het vorig jaar
51.983 was. terwijl 1 Januari 1922 de
bond 49.602 telde, een verlies derhalve
gedurende 1921 van 2381 leden.
Zondagsrust in Engeland.
Het feit, dat de Londensche Graafschaps-
raad met 74 tegen 47 stemmen heeft be
sloten toe te staan, dat voortaan in zijn
parken dos Zondagsmiddags gespeeld mag
worden, geeft aan den Londcnschen cores
pondent van het Hbl, aanleiding om een
interessanten brief te schrijven over den
Zondag in Engeland in 't algemeen en in
Londen in 't bijzonder. Wij ontleenen er
hier een en ander aan:
„In de Roomsche middeneeuwen had de
Zondag in Engeland evenmin als elders
dat sabbatistische stempel, hetwelk de puri-
teinsche hervorming getracht heeft er op
te drukken. Die puriteinsche hervorming
moet inmiddels niet verward worden met
de calvinistische, noch met de losscheuring
van Rome. Deze laatste geschiedde op
koninklijk bevel van Hendrik VIII om
persoonlijke en om nationale, niet om
leerstellige redenen. Na de Roomsche reactie
zijner dochter Marie, bijgenaamd de bloe
dige, kregen echter Calvinistische prelaten
kans de staatskerk meer in hun richting
te hervormen. In Schotland geschiedde dat
volkomen. Doch in Engeland veranderde
men aan het uiterlijke zoo min mogelijk.
De Roomsche hiërarchie bijvoorbeeld bleef
met het ceremonieel gehandhaafd. De be
lijdenis werd Calvinistisch, doch de liturgie
niet in alle opzichten. En weldra ging
hier te lande na den Leidschen theologen-
strijd het Calvinisme bij de hooge geeste
lijkheid, niettegenstaande de belijdenis, al
meer in remonstrantisme over. Ook dit had
staatkundige oorzaak: de Schotsche koning,
als Jacobus I in het begin der zeventiende
eeuw op Engelschen troon gestegen, was
niet gezind het Calvinisme te zeer de vrije
hand te laten, welks predikanten hem in
Schotland het staatkundige en particuliere
leven zoo lastig hadden gemaakt. Zijn zoon
Karei neigde nog meer naar remonstrant-
schen, hoog kerkelijken kant onder de
politieke auspiciën van den vermaarden
aartsbisschop Laud. Daartegen nu ontstond
in den lande Calvinistisch verzet, hetwelk
zich dan weder concentreerde in die eigen
lijk niet Calvinistische puriteinen, van wie,
gelijk men zich herinnert, een klein gedeelte
via Londen later naar Amerika uitweek
als de Pilgrimfathers.
Een der dingen nu, die dit puritanisme
trachtte te bereiken, was het veranderen van
den Zondag in een soort van Christelijken
sabbat. Jacobus I, die in zekere opzichten
aan een welbekenden lateren monarch doet
denken, en door zijn tijdgenooten de „wijze
gek" werd geheeten, mengde zich persoon
lijk in dezen „Babel-und-Bibelstreit" door
het publiceeren eener verhandeling, getiteld
„The King's Book of Sports" (1618). Daarin
proclameerde hij het geoorloofde en prij
zenswaardige van sport en spel des Zondags
na kerkdienst. En van overheidswege werd
voortaan opgetreden tegen wie anders leerde
of gebood. Onder Cromwell echter werd het
puritanisme troef, en vierde zijn excessen
ook op sabbatistisch gebied; zoozeer dat
onder Karei II een minstens even betreu
renswaardige anti-Zondagreactie niet uit
kon blijven. Zoo verliep min of meer de
achttiende eeuw, totdat onder invloed der
mcthodistischevolksbewegingdeslingerweer
in tegenstelde richting doorsloeg.
Dit bracht ons ten slotte de Victoriaan-
schen Sabbat-Zondag,niet zoo erg misschien
«Ie de Cromwelliaansche, maar toch nog
erg en tegennatuurlijk genoeg. Onder dien
druk echter leven wij sedert lang al niet
meer. Hij werd gelicht, niet, gelukkig,
door een plotselinge reactie, doch heel
geleidelijk. En wat er thans van over bleef,
is waarlijk nog zoo verwerpelijk niet,althans
ten plattelande en in de kleinere steden."
Na dit historisch overzicht geeft de corres
pondent dit kijkje op de Zondagsrust in
Londen
„Voor de overgroote massa, onzer mil-
lioenen is Zondagsrust onmogelijk, omdat
ze binnen Londen niet is te vinden, omdat
ze strijdt met hét wezen zelf der wereldstad,
die niets verfrisschends heeft. Men hangt
er om straathoeken en elders. De aller
jongsten voeren kattekwaad uit; de
ouderen hondenkwaad; de oudsten zwijnen-
kwaad zoo althans kan gedefinieerd,
wat Gosling beschreef als: from the bed
to the pubfrom the pub bak to bed
Zondagsrust
Een aantal menschen vonden in de parken
een zekere mate van Zondagsrust. Vermeer
dert men echter dit aantal, hoe dan ook,
zoo vindt niemand er meer Zondagsrust.
Zondag-spel, Zondag-sport in de parken zal
dan ongetwijfeld ook die rust bederven,
welke enkelen daar tot nog toe vonden.
Maar dat is onvermijdbaar, zoolang het
euvel der wereldstad blijft bestaun. Noch
ook zal spel in de parken de Zondags
euvelen der wereldstad opheffen. Het kan
echter helpen. En er kon nog veel meer
geholpen worden dat in Londen openbare
ïeszalen en musea ter wille der zooge
naamde Zondagsrust nog gesloten blijven,
schijnt onder de omstandigheden een
schandaal".
Dat het vraagstuk van de Zondagsrust in
een millioenenstad als Londen met z'n ont
zaglijke tegenstellingen in de bevolking,niet
eenvoudig is, spreekt wel van zelf. Het is
maar niet met een handomdraaien, en
zeker niet van uit Nederland, te regelen.
Maar we kunne n ons toch wel begrijpen,
dat velen met teleurstelling het besluit
van den Londenschen Graafschapsraad
zullen hebben vernomen.
In vele van de parken, want nog niet
voor alle geldt het besluit, zal het voortaan
gedaan zijn met de rust en de kalmte van
den Zondag.
Moderne vischvangst.
De nieuwste wetenschap die haar dieneten
aanbiedt aan de vi&ehvangst ie de biologische
oceanografie. Haar doel is de verhuizingen der
visschen vooruit te kunnen voorspellen door de
temperatuur, de doorzichtigheid, de dichtheid, het
zoutgehalte en de diepte yan de gebieden waarin
zij graag leven te onderzoeken, verder de rich-;
ting en enelheid der winden die de bovenstroo-
men regelen, waardoor het plankten, het voed
sel dor visschen, wordt aangevoerd. Door deze
onderzoekingen meent men de opbrengst von de
vischvanget te kunnen vermei ideren, en do kans
op succes zoo groot mogelijk te makeji.
Een belangrijk hulpmiddel bij de tegenwoor
dige vischvangst is de draadloozo telegrafie. Hier
door kan een 6chip, dat 'n visscbenschool vindt de
andere visscker^. waarschuwen. In Aug. 1921. jzoo
herinnert de „Intransigeant", stootte een trawler
uit Boulogne op een belangrijke school makreelcn
met behulp van de draadlooze telegrafie konden
do andere schepen worden gewaarschuwd. Dien
dag haalden verscheiden schepen 25 ton visefi.
In 1911 deed de draadlooze telegrafie baar' in
trede op de trawlers van Arcaohon. Einde 1918
waren 30 trawlers van draadlooze telegrafie
voorzien, in December 1920 reeds 200.
Verder kunnen voor de vischvang6t zoowol de
beetuurbaro ballon als de vliegmachine van
groot nut zijn. Door de snelheid van deze ma
chines kan men groote uitgestrektheden in een
minumum van tijd onderzoeken en ae 6chepcn
per draadlooze telegrafie waarschuwen. Vooral
voor do eardinenvangst. een visch die aan de
oppervlakte zwemten dio een enelheid van 80
KM. por 24 uur kan bereiken, is een waarneming
vanuit een luchtballon of vliegmachine van groot
belang.
De Amerikanen hebben het opsporen van
vischecholen door vliegmachines reeds in prae-
tijk gebracht, en eenige fabrieken van gecon
serveerde visch bezitten zelf haar eigen machine
die de vloot vooruitgaat en inlichtingen geeft.
HET LEVEN IN DEN KAUKASUS.
Een Iandgenoote, die juist van een reis
door het Kaukasus-gebied is terugge
keerd, schrijft aan de Telegraaf een brief
waaraan wij het volgende ontleenen:
Wanneer men orcdielen geeft aan de
hecren te Moskou, dan is geen middel te
erg om controle over do aanwending daar:
van te houden. Want men moet dat slag
menschen gezien hebben, om te weten,
dat zonder de uiterste voorzorgsmaatre
gelen omgang met hen niet mogelijk is.
Daarvoor zijn ze te geraffineerd. Tast men
niet op, dan zal eerst een groot deel der
gelden in de priyó-zakkëii der heeren te
lande komen. Ik verzeker u dat ze allen
rijk zijn. Zij wonen in paleizen, hebben
schitterende auto's en hun vrouwen, of-
ficieclo en ön-officieele, zijn omhangen
met gestolen diamanten. Ik herhaal ook
hier: het is geen „on dit', ik heb het zelf
geconstateerd. Een ander deel der gelden
verhuist, waakt men niet terdoge, naar het
propagapdafonds en het leger. En als
dank zal dan Europa, later, in plaats van
goed doorvoede en gezonde, vreedzame
Russische burgers een groote roode pro
paganda en roode legers tegenover zich
geplaatst zien.
Voordat Europa het zal willen ge-
looven, zitten wij wederom in een paar
oorlogen. Ik verzeker u, er wordt hard in
Rusland gewerkt om Po-len en Bessarabië
terug te krijgen.
Hoe sterk Moskou zich voelt, mag blij
ken uit het feit, dat de „regoering" aldaar
eéii paar dagen vóór do opening der con
ferentie te Genua, allen consuls som
meerde, om binnen drie dagen den Kau-
kasus te verlaten. Slechts die van Duitsch
land, Italië, Perzië en Angora mochten hun
functies blijven waarnemen. Ook onzen
vice-consul honoraire jhr. Von Schmidt
auf Altenstadlt, werden niet meer dan een
paar dagen gegund om do zaken der fir
ma te regelen, waarvan hij vertegenwoor
diger was.
Een heel klein slaaltjo ten slotl; van
het gehalte 'der hoofdambtenaren in
SoVjet-Rusland.
De consul voor deti Kaukasus maakte
het le Moskou mij op mijn eerste reifi
moeilijk om Kaukasië binnen te mogen
- kotoen. Hij wenschte n.l. met 42 Turkscho
Ponden, dus 42 X ƒ1.70 gestopt te worden
om een visum van 25 Turksche Ponden
te verstrekken. Wat moest ik doen? Te
ruggaan zou véél meer kosten. Dus maar
betalen. Onze consulaire agent aldaar,
ging aan het Volkscommissariaat protës-
teeren. En wat denkt u 'dat de „Secretarisl
Generaal" hem vroeg?
„Mijnheer, ik begrijp niet, dat u als
Nederlandsch consul opkomt voor de be
langen van een Hollandsche vrouw!" Ta
bleau I! De ongelukkige wist niet, dat Ne
derland en Holland een en hetzelfde land
was.
Een tweede geval deed zich tusschen
een Hollanlsch koopman en den „haven-
commandant" voor (een matroos, die
doorlopend dronken is, omdat hij op ieder
«chip, dat aankomt een hartvorsterking
gaat halen).
„U kunt niet aan wal gaan", zei hij hem
„Op mijn lijst van Moskou staat, dat De
nen en Deeneche waren moeten geboycot
•worden". Ook nu was de hulp van den
consul air en agent noodig om dezen man
van positie aan het verstand te brengen,
dat Denen en Hollanders lieden van twee
verschillende naties zijn.
Én met lieden van dergelijk gehal'e z»l
nu Europa gaan samenwerken!...
Leidsche Penkrassen.
Amice.
De vorige week heb ik een en ander
meegedeeld over den evangeli satiearbeid
hier ter 6fcede en mede in verband met een
vraag dio mii gesteld werd, dien ik hierop
nu nog even terug te komen.
Iemand die voel bélang 6telt in de
evangelisatie deed mij namelijk een vraag
over den aard van dit werk, die ik gaarne
wil trachten te beantwoorden al volgt
daaruit natuurlijk niet, dat met dat ant
woord do zaak is opgelost, 't Kan heel
good zijn dat ik verkeerd zie en in dat ge
val laat ik mij natuurlijk gaarne corrigee-
ren.
Zooals ge weet werkt de Evangelisatie
vanwege de Geref. Kerk hier ter 6tede, de
laatste weken door middel van oen tent,
waar goede lectuur to koop wordt aange
boden en teksten en traetaatjes gratie
worden uitgereikt.
De vorige week waren in die temt ook
aanwezig exemplaren van het hier ver
schijnend Christelijke dagblad, iets wat
ik ten zeerste toejuichte omdat er m.i.
een zeer nauw verband bestaat. De Com
missie voor de Evangelisatie dacht daar
over echter ander6, en besloot voortaan
de kranten niet meer beschikbaar te etel-
len, omdat daardoor naar zij meende! de
zaak een politiek tintje zou krijgen.
En nu werd mij gevraagd hoe ik hier
over dacht.
Mij dunkt m'n waarde, dat hier aller
eerst de vraag aan de orde komt, wélke
gedachte men heeft van de Evangelisatie
en wat het doel is van de Christelijke
per6.
Evan geli seeren wil zeggen: de blijde
boodschap te brengen, zooals die in het
Woord van God te vinden is.
Daarom worden Bijbels verkocht, wor
den teksten uitgereikt en wordt gewerkt
met traetaatjes die naar dat Woord heen-
wijzen. Maar daarbij blijft het niet. Men
verkoopt ook goede boeken, Christelijke
verhalen enz., in de overtuiging, dat het
lezen van goede boeken een stap is in de
goede richting. Er gaat van de lectuur
een niet te onderschatten invloed uit.
De markt wordt, overstroomd met slechte
lectuur, met. verhalen en romans, die de
lezers naar beneden halen en ze bTongeoi
in ©en 's feer van ongeloof en ontucht en
roof en moord. Er zijn al wat levens door
het lezen van dergelijke boeken vergif
tigd en verongelukt.
Daartegen nu wil de Evangelisatie
tegengif geven en daarom al is dat nu
geen rechtstreeksche evangelisatie ver
koopt zij Christelijke werken, opdat de
menschen, die hun geld willen uitgeven
voor boeken, althans wat goeds in handen
krijgen.
Groot ie de invloed van het boek. Maar
grooter nog mijn waarde is de invloed van
de Dagbladpen. Een boekje wordt gelezen
«i weer opzijgezet, maar een krant komt
eiken dag terug ©n lokt als het niet
is een Christelijk blad, de menschen, de
jongens en de meisjes eiken dag, maar
plaatsen, waar geen Christen zijne kin
deren gaarne ziet. Yan den Eenigen Naam
die gegeven is om den menschen zalig te
maken, wordt gezwegen.
Maar nu hebben we onze Christelijke
per6. Wo hebben onze groote bla'W als
Standaard en Nederlander, die, al trekken
zij niet in alles éón lijn, toch 6taan cp
be6lisf Christelijken grondslag en het
„Pro Rege" voeren in hun vaandel. We
hebben hier in Leiden ons plaatselijk
dagblad dat de A. R. beginselen voor
staat ©n verdedigt dat een beslist Christe
lijk karakter draagt en met name in het
Zaterdagnummer uitnemende evangelisa-
tielectuur biedt.
Nu gaan de menschen van zeer uiteen-
loopende richting naar de markt '6 Zater
dags om daar hunne inkoopen te doen.
Ze blijven ook een oogenblikje staan bij
den boekentent, menigmaal niet omdat ze
een boek willen koopen, maar omdat ze
toch graag voor den Zondag een krant
in huis hebben, maar nu komt de evan
gelisatie-commissie en zegt: neen, zulk een
dagblad kunt u bij ons niet koopen.
We staan op een ruim standpunt, boe
ken als van Runa e. d. brengen we u
gaarne in huis, maar ©en Christelijk dag
blad, neen dat gaat niet.
Mo dunkt amice, dat uit deze uiteenzet
ting van de zaak, mijn antwoord al dade
lijk volgt, j
Ik zie een zeer nauw verband tusschen
dagblad en evangelisatie en het verheugt
me dat do redactie van ons blad getoond
heeft dat te begrijpen, door onlangs in
den breede de aandacht op do evangelisa-
I ietent te vestigen en daarvoor belangstel
ling te vragen.
Beiden hebben in hoofdzaak hetzelfde
doel. Al6 de Christelijke pers terrein wint.,.
dan kan dat niet anders zijn, dan ten
voordeel© van de zaak die de evangelisatie
wTenscht te dienen.
De Roomechen hebben dat zeer goecl bei
grepen.
(Sommige menschen ook in onze kringen
zijn o, zoo bang voor Rome. Rome krijgt
zooveel invloed, en Rome zal nog veel
meer invloed krijgen en daarom: front te
gen Rome.
Nu deel ik niet de Rome-vrees waar
door sommigen onder ons bevangen |]n,
al geef iik toe, dat de invloed van de
Roomsche Kerk grooter schijnt te wor
den. Maar als ik dat toegeef, dan voeg ik
er direct aan toe: Rome verdient het ook.
Ik heb het genoegen gehad, eenige ja
ren in Noord-Holland te wonen, een
prachtige provincie, met. een flinke bevol
king, maar waar men de moderne domi
nees bij tientallen telt.
In de Kerk worden de menschen afkee-
rig gemaakt van het Evangelie. Geduren
de de mobilisatie ontmoette ik een land
weerman die nooit naar do kerk ging en
die toch, naar mij bleek, uit een Christe
lijk gezin afkomstigwas..
Toen ik hem vroeg hoe dat kwam, zei
hid mij: och, ik heb na jarenlang in eeir
moderne streek gewoond. Er is nog wel'
een Kerk, maar wat zoe'n moderne doini-
Dee te vertellen heeft, i6 me de moeite)
niet waard om er naar te luisteren. Wat
ik nog bezat, ben ik op die manier kwijt
geraakt, en nu denk ik er niét meer aan
naar de kerk te gaan. Ik heb er ook geen
behoefte aan, maar als dat ooit het geval,
mocht worden, dan ging ik nog lièver naap
den pastoor. Die gelooft tenminste en
die heeft mij tenminste nog wat te geven.
Dat weet Rome ook wel. En daarop^
werkt het, rusteloos voort, en maakt het
propaganda, en bouwt het kerken en is
het werkzaam vooral ook óp hét gebied
der barmhartigheid.
Het werkt ook op de markten evenals
of liever voel meer dan wij. Maar geloof
maar niet:,, dat men den menschen die een
blad voor den Zondag verlangen metlee-
ge handen naar huis stuurt. Kan je begrij
pen.
Ik kan daarom m'n waarde, tot geen
andere conclusie komen, dan deze, dat
zelfs de Commissie voor de Evangelisatie,
hoe uitnemend werk zij ook verricht, nog
geen inzicht heeft, in de beteekenis van de
Christelijke pers.
Ik meen hiermee de gestelde vraag te
hebben beantwoord. Ik wil er aan toevoe
gen, dat ik niet hoop, dat onze pers daar
om minder voor de evangelisatie zal gaan
gevoelen of dat. er iemand zou zijn, die
nu aan de evangelisatie zijn of haar steun
zou onthouden.
Terwijl^ ik dit schrijf is men bezig de
Tentzending voor te bereiden. Ge hebfc
zeker de uitvoerige beschrijving van do
tent, in ons blad. gelezen.-Mo dunkt, er is
reden een groote opkoipst te verwachten,
©mik heb hoop, dat de tent. niet allooi doop
kerkpubliek zal worden gevuld, maar dat
ook velen di© gewoon zijn de Kerk den;
rug toe te koeren, naar het woord yan de
sprekers zullen luisteren.
Men begint d,en arbeid Zaterdag met
een bidstond. Zij de uitkomst van dit.
werk van dien aard, dat er na afloop re
den is, om een dankstond te houden, voofl' i
den ontvangen zegen.
Een enkel woord nog over het bericht
in ons blad van Donderdag over de Ge
meenterekening over 1921. Hoewel de op
brengst van de belastingen toen buitenge
woon hoog was, sluit de rekening toch
nog met, een aanzierilijk tekort.
In plaatsen als VGravenhage, Rotter
dam en zelfs Amsterdam heeft men een.
zeer belangrijk batig saldo. Maar hier een
tekort.
Dat ziet er niet mooi uit mn. waarde,
voo,r 1923, vooral als het waar is, dat het
belastbaar inkomen belangrijk terugloopt.
Op die manier zal de ontzettend hoe ge be
lasting. hier voorloopig nog wel niet. tot
het verleden behooren.
Ik acht het niet onmogelijk, dat er. hier
of daar iemand zal zijn, die meent, dat we
hier nu do gevolgen hebben van hot voor
stel van. den heer de Lange om het verme-
nigvuldigin.g6cijfer. te v.erlagen, waarde or
©on niet onbelangrijk bedrag aan den
dienst 1921 werd onttrokken, waarom B.
en W. toen dan ook Teeds waarschuwden,
dat er weleens een tekort zou kunnen ont-
staan. - T
Dit is echter niet juist. De r.ecr de Lan
ge hoeft. 1921 willen geven, wat het vol
gens de vastgestelde regelen toekwam.
Men had, zooals B. en W. verlangden een
andere, verdeeling. kunnen maken, en dan
zou de rekening hebben geklopt,teni
koste van den dienst 1922.
Of het dan tocirniet beter geweest zou
zijn?
Ik geloof het niet m'n waarde. La Ion
we maar eens schrikken. Dat is misschien
de eenige manier om weer op den goeden
weg te komen.
Volgens de begrootmg zou m 1921 ont
vangen kunnen worden f9.696.653. In
werkelijkheid hebben de ontvangsten ech
ter bedragen f 11.477.484.61 >4, wat een
verschil maakt van één m i 11 i o e n en
bijna acht ton.
Én toch, ondanks deze reusachtige ver
meerdering van de inkomsten, nog een te
kort!
Ge gevoelt, m'n waarde, op die manier
wordt het lijden in Leiden. En heel erg
Ik ben nu benieuwd naar de komendé
begrooting. De wethouders van Financiën
te Rotterdam, Amsterdam en 's-Graven-
hago hebben ondanks de groote saldo e
over 1921 een zéér bezorgden toon laten
hooren voor 1923.
En nu begnt men daar nog mot een ba
te van eenige millioenen.
Hoe moot het, dan hier wel gaan? Me
dunkt, ge zult het met mij eens zijn dat
er maar één weg is, n.l. zeer krachtige be
zuiniging.
Laten wo hopen amice, dat, de a.s. do
grooting daarvan de sporen draagt.
VERI1 Afo.