Aan het einde der week. De nu afgeloopen weck is ingezet met de „nooit meer oorlog "-demonstraties hier en in andere landen. Het is zeker wel een merkwaardig sa mentreffen dat we in lang niet zooveel over dreigend, oorlogsgevaar hebben ge hoord, als juist in do week die achter ong ligt. Het was al oorlogsgeruchlen die we hoorden. In het oude T u r k ij e staan de Grie ken, die reeds de Tsjataldsja-linie heb ben bezet, we herinneren ons dien naam nog uit den laatsten Balkan-oorlog met den vinger aan de trekker van het geweer. Dat ze er nog niet op losbranden, komt alleen doordat de Turk-scho hoofdstad door intergeallieerde troepen is bezet, zoodat een verdere opmarsch tot een con flict met de Entente zou kunnen leiden. Maar de lust om oorlog te voeren is er. Ook in Rusland wordt die neiging nog wel gevonden. Ondanks den dreigen den honger die zoo tallooze slachtoffers maakte en het gebrek aan het noodigete, worden groote sommen beschikbaar ge steld voor het leger, dat straks, naar. men hoopt, gebruikt zal worden om Europa met geweld in de zegeningen van het Bolsjewisme te doen doelen. In Frankrijk treft men zoo onge veer dezelfde stemming aan. Duitschland is diep vernederd en hard geslagen, maar het moet nog zwaarder worden getroffen. Vandaar dat onophoudelijk het satoel- geripkel wordt gehoord. <£#fukkig is men in Engeland al thans verstandiger en toönen de mannen die daar het roer in banden hebben, oog te hebben voor de werkelijkheid. Voor wie den vrede minnen en de rust in Europa gaarne zien teruggekeerd, was de nota van Balfour, waarvan ook in ons blad melding werd gemaakt, een ware verrassing. Hier wordt althans een ernstige poging gedaan om het vraagstuk der wederkee- rige schulden te regelen en op die wijze weer te komen tot meer normale verhou dingen. De ontvangst van de nota was wel niet bijzonder moedgevend, maar Keuleta. en Aken zijn niet op één dag gebouwd en het was ook niet te verwachten dat alle moeilijkheden ineens zouden worden op gelost. De Kabinetscrisis in Italië ie dan eindelijk opgelost, zoodat nu ook een af gevaardigde van dit land aan de Jbonden- sche conferentie ter bespreking van de eohadovergoedingskwestie kan deelnemen Ook de spanning tusschen de Duitsche regoering en Beieren ie verminderd. De Beieren, die in hun hart vurig Konings gezind zijn, willen liefst baas blijven in eigen huis, maar naar het schijnt zijn ze toch tot een schikking bereid. Do K ab in e tjis c/r id ie is one land fs nog altijd niet opgelost. Bevreemden doet dit niet. Er is wel een groote rechtsche meer derheid, maar de rechtsche partijen zijn niet in coalitie opgetrokken. Voor het verkrijgen van een regeer- krachting Kabinet is het dus noodig, dat een program gevormd wordt waarop de drie partijen van harte hun zegen kun nen geveai. Maar zooiets eischt tijd, vooral m de tegenwoordige moeilijke omstandigheden. Vermoedelijk zal het dan ook nog wel eenigen tijd duren eer de heer Ruya aan H.M. de Koningin kan meedeelen dat hij "geslaagd is of wat ook mogelijk i« niet geslaagd is. Do Lijden zijn moeilijk. En dan denken we aan de actie onder hot spoorwegpersoneel. De directie wil de loonen van een deel van het personeel verlagen, omdat het bedrijf dit eischt, maar het personeel is nog niet geneigd, daarin te berusten. Van zekere zijde werd zelfs reeds met een algemeene spoorwegstaking gedreigd. Wij kunnen het optreden der autori tei-ten in deze kwestie niet bepaald bewon deren, maar we hopen toch, dat het geluk ken zal een conflict te voorkomen. Ook in andere bedrijven broeit het. En dat is te verstaan. Met vele bedrijven gaal het meer dan slecht, terwijl er ook wel patroons zijn, die van deze omstandigheden gebruik trachten te maken om de loonen te druk ken. Omgekeerd zijn er maar al teveel arbeiders leiders die geen poging doen om de wer kers met den werkelijken toestand op de hoogte te brengen, maar die niets liever zouden zien, dan dat we een tijdperk van onrust en conflicten kregen. Enrf "Mj dit alles kom), nu nog de werk- ToosH^/d, die ontzagwekkende afmetingen aanneemt hier en daar. Het is donker, waar we ons oog ook wenden. Uit het Sociale leven. Spoorwegpersoneel. De Nederlands che Vereeniging van Spoor- on Tramwegpersoneel zal te Haar lem strikt huishoudelijke vergadering houdtStt voor leden van de vereeniging, werkzaam aan de centrale werkplaats der Nederlandsche Spoorwegen te Haarlem. 4Iei dagelijksch bestuur der vereeniging en vertegenwoordigers van de andere af dool in gen met personeel op uurloon, aan gesloten bij de vereeniging, zullen deze vergadering bijwonen. De staking in de Rijnsleepvaart. Naar gemeld wordt, ie op de gisteren te f Duisburg gehouden vergadering van het Deutsche Transpor! arbeiterverband met vertegenwoordigers van den Centralen Bond van Transportarbeiders te Rotter dam besloten, dat de Duitsche sleepboo- ten Duitsche en de Fransche sleepbooten Fransche schepen mogen sloepen. Er mogen ook Hollandsche schepen door Duitsche reederijen gesleept worden mits van te voren een certificaat hiervoor wordt aangevraagd bij den hoer v. Krie ken, leider van den Centralen Bond. Do boycot voor Hollandsche schepen blijft bestaan. Het bouwbedrijf. Men meldt uit Haarlem aan de Maas bode: Sedert Augustus 1920 bestaat er voor de bouwbedrijven eene Landelijke Collec tieve Arbeidsovereenkomst, waarin de loonen en arbeidsvoorwaarden voor de ar beiders zijn vastgelegd. Velerlei omstandigheden zijn oorzaak geweest, dat de bepalingen dezer overeen komst tot een doode letter zijn geworden, in de eerste plaats i6 dit te wijten aan de toestanden in 't bedrijf gedurende de laat ste jaren, gevoegd bij een groot tekort aan geschoolde vakarbeiders en verder aan de animositeit door de uitsluiting van 1920 bij de arbeiders opgewekt. Bij dezen stand van zaken bestaat er van de zijde der patroons weinig lust, nu bovendien de omstandigheden in het bouwbedrijf zich hebben gewijzigd, zich in de toekomst door een contract te laten binden, als hun dit 'voor de wisselvallig heden van het bedrijf niet voldoende waarborg biedt. Door de patroons- en arbeidersorgani saties in de bouwbedrijven voor Haarlem en Omstreken, ie daarom, op initiatief der eerste, besloten gezamenlijk dezen toe stand onder het oog te zien, met het ge volg, dat uit beide groepen, in gemeen schappelijk overleg, eene commissie is sa mengesteld, wier taak bet zal zijn, de na leving van de contractueele bepalingen door beide partijen te bevorderen, door controleereiid en advisderend op te tre den. te waken togen excessen op loonge- bied, teneinde daardoor mede te werken genoegzaam werk op de markt te krijgen ter voorkoming of bestrijding van werk loosheid en zorg te dragen, dat do geor ganiseerde patroons zooveel mogelijk voorzien zullen zijn van het benoodigde aantal arbeiders, die zij in de eerste plaats zullen kiezen uit de leden der con- tracteerende arbeiderebonden. A. N. V. ,;~7rr" Verschenen is het jaarverslag over 1921 van het Algemeen Nederlandsch Vakver bond. Hieruit blijkt o.m. dat het. ledental van den bond op 1 Januari van het vorig jaar 51.983 was. terwijl 1 Januari 1922 de bond 49.602 telde, een verlies derhalve gedurende 1921 van 2381 leden. Zondagsrust in Engeland. Het feit, dat de Londensche Graafschaps- raad met 74 tegen 47 stemmen heeft be sloten toe te staan, dat voortaan in zijn parken dos Zondagsmiddags gespeeld mag worden, geeft aan den Londcnschen cores pondent van het Hbl, aanleiding om een interessanten brief te schrijven over den Zondag in Engeland in 't algemeen en in Londen in 't bijzonder. Wij ontleenen er hier een en ander aan: „In de Roomsche middeneeuwen had de Zondag in Engeland evenmin als elders dat sabbatistische stempel, hetwelk de puri- teinsche hervorming getracht heeft er op te drukken. Die puriteinsche hervorming moet inmiddels niet verward worden met de calvinistische, noch met de losscheuring van Rome. Deze laatste geschiedde op koninklijk bevel van Hendrik VIII om persoonlijke en om nationale, niet om leerstellige redenen. Na de Roomsche reactie zijner dochter Marie, bijgenaamd de bloe dige, kregen echter Calvinistische prelaten kans de staatskerk meer in hun richting te hervormen. In Schotland geschiedde dat volkomen. Doch in Engeland veranderde men aan het uiterlijke zoo min mogelijk. De Roomsche hiërarchie bijvoorbeeld bleef met het ceremonieel gehandhaafd. De be lijdenis werd Calvinistisch, doch de liturgie niet in alle opzichten. En weldra ging hier te lande na den Leidschen theologen- strijd het Calvinisme bij de hooge geeste lijkheid, niettegenstaande de belijdenis, al meer in remonstrantisme over. Ook dit had staatkundige oorzaak: de Schotsche koning, als Jacobus I in het begin der zeventiende eeuw op Engelschen troon gestegen, was niet gezind het Calvinisme te zeer de vrije hand te laten, welks predikanten hem in Schotland het staatkundige en particuliere leven zoo lastig hadden gemaakt. Zijn zoon Karei neigde nog meer naar remonstrant- schen, hoog kerkelijken kant onder de politieke auspiciën van den vermaarden aartsbisschop Laud. Daartegen nu ontstond in den lande Calvinistisch verzet, hetwelk zich dan weder concentreerde in die eigen lijk niet Calvinistische puriteinen, van wie, gelijk men zich herinnert, een klein gedeelte via Londen later naar Amerika uitweek als de Pilgrimfathers. Een der dingen nu, die dit puritanisme trachtte te bereiken, was het veranderen van den Zondag in een soort van Christelijken sabbat. Jacobus I, die in zekere opzichten aan een welbekenden lateren monarch doet denken, en door zijn tijdgenooten de „wijze gek" werd geheeten, mengde zich persoon lijk in dezen „Babel-und-Bibelstreit" door het publiceeren eener verhandeling, getiteld „The King's Book of Sports" (1618). Daarin proclameerde hij het geoorloofde en prij zenswaardige van sport en spel des Zondags na kerkdienst. En van overheidswege werd voortaan opgetreden tegen wie anders leerde of gebood. Onder Cromwell echter werd het puritanisme troef, en vierde zijn excessen ook op sabbatistisch gebied; zoozeer dat onder Karei II een minstens even betreu renswaardige anti-Zondagreactie niet uit kon blijven. Zoo verliep min of meer de achttiende eeuw, totdat onder invloed der mcthodistischevolksbewegingdeslingerweer in tegenstelde richting doorsloeg. Dit bracht ons ten slotte de Victoriaan- schen Sabbat-Zondag,niet zoo erg misschien «Ie de Cromwelliaansche, maar toch nog erg en tegennatuurlijk genoeg. Onder dien druk echter leven wij sedert lang al niet meer. Hij werd gelicht, niet, gelukkig, door een plotselinge reactie, doch heel geleidelijk. En wat er thans van over bleef, is waarlijk nog zoo verwerpelijk niet,althans ten plattelande en in de kleinere steden." Na dit historisch overzicht geeft de corres pondent dit kijkje op de Zondagsrust in Londen „Voor de overgroote massa, onzer mil- lioenen is Zondagsrust onmogelijk, omdat ze binnen Londen niet is te vinden, omdat ze strijdt met hét wezen zelf der wereldstad, die niets verfrisschends heeft. Men hangt er om straathoeken en elders. De aller jongsten voeren kattekwaad uit; de ouderen hondenkwaad; de oudsten zwijnen- kwaad zoo althans kan gedefinieerd, wat Gosling beschreef als: from the bed to the pubfrom the pub bak to bed Zondagsrust Een aantal menschen vonden in de parken een zekere mate van Zondagsrust. Vermeer dert men echter dit aantal, hoe dan ook, zoo vindt niemand er meer Zondagsrust. Zondag-spel, Zondag-sport in de parken zal dan ongetwijfeld ook die rust bederven, welke enkelen daar tot nog toe vonden. Maar dat is onvermijdbaar, zoolang het euvel der wereldstad blijft bestaun. Noch ook zal spel in de parken de Zondags euvelen der wereldstad opheffen. Het kan echter helpen. En er kon nog veel meer geholpen worden dat in Londen openbare ïeszalen en musea ter wille der zooge naamde Zondagsrust nog gesloten blijven, schijnt onder de omstandigheden een schandaal". Dat het vraagstuk van de Zondagsrust in een millioenenstad als Londen met z'n ont zaglijke tegenstellingen in de bevolking,niet eenvoudig is, spreekt wel van zelf. Het is maar niet met een handomdraaien, en zeker niet van uit Nederland, te regelen. Maar we kunne n ons toch wel begrijpen, dat velen met teleurstelling het besluit van den Londenschen Graafschapsraad zullen hebben vernomen. In vele van de parken, want nog niet voor alle geldt het besluit, zal het voortaan gedaan zijn met de rust en de kalmte van den Zondag. Moderne vischvangst. De nieuwste wetenschap die haar dieneten aanbiedt aan de vi&ehvangst ie de biologische oceanografie. Haar doel is de verhuizingen der visschen vooruit te kunnen voorspellen door de temperatuur, de doorzichtigheid, de dichtheid, het zoutgehalte en de diepte yan de gebieden waarin zij graag leven te onderzoeken, verder de rich-; ting en enelheid der winden die de bovenstroo- men regelen, waardoor het plankten, het voed sel dor visschen, wordt aangevoerd. Door deze onderzoekingen meent men de opbrengst von de vischvanget te kunnen vermei ideren, en do kans op succes zoo groot mogelijk te makeji. Een belangrijk hulpmiddel bij de tegenwoor dige vischvangst is de draadloozo telegrafie. Hier door kan een 6chip, dat 'n visscbenschool vindt de andere visscker^. waarschuwen. In Aug. 1921. jzoo herinnert de „Intransigeant", stootte een trawler uit Boulogne op een belangrijke school makreelcn met behulp van de draadlooze telegrafie konden do andere schepen worden gewaarschuwd. Dien dag haalden verscheiden schepen 25 ton visefi. In 1911 deed de draadlooze telegrafie baar' in trede op de trawlers van Arcaohon. Einde 1918 waren 30 trawlers van draadlooze telegrafie voorzien, in December 1920 reeds 200. Verder kunnen voor de vischvang6t zoowol de beetuurbaro ballon als de vliegmachine van groot nut zijn. Door de snelheid van deze ma chines kan men groote uitgestrektheden in een minumum van tijd onderzoeken en ae 6chepcn per draadlooze telegrafie waarschuwen. Vooral voor do eardinenvangst. een visch die aan de oppervlakte zwemten dio een enelheid van 80 KM. por 24 uur kan bereiken, is een waarneming vanuit een luchtballon of vliegmachine van groot belang. De Amerikanen hebben het opsporen van vischecholen door vliegmachines reeds in prae- tijk gebracht, en eenige fabrieken van gecon serveerde visch bezitten zelf haar eigen machine die de vloot vooruitgaat en inlichtingen geeft. HET LEVEN IN DEN KAUKASUS. Een Iandgenoote, die juist van een reis door het Kaukasus-gebied is terugge keerd, schrijft aan de Telegraaf een brief waaraan wij het volgende ontleenen: Wanneer men orcdielen geeft aan de hecren te Moskou, dan is geen middel te erg om controle over do aanwending daar: van te houden. Want men moet dat slag menschen gezien hebben, om te weten, dat zonder de uiterste voorzorgsmaatre gelen omgang met hen niet mogelijk is. Daarvoor zijn ze te geraffineerd. Tast men niet op, dan zal eerst een groot deel der gelden in de priyó-zakkëii der heeren te lande komen. Ik verzeker u dat ze allen rijk zijn. Zij wonen in paleizen, hebben schitterende auto's en hun vrouwen, of- ficieclo en ön-officieele, zijn omhangen met gestolen diamanten. Ik herhaal ook hier: het is geen „on dit', ik heb het zelf geconstateerd. Een ander deel der gelden verhuist, waakt men niet terdoge, naar het propagapdafonds en het leger. En als dank zal dan Europa, later, in plaats van goed doorvoede en gezonde, vreedzame Russische burgers een groote roode pro paganda en roode legers tegenover zich geplaatst zien. Voordat Europa het zal willen ge- looven, zitten wij wederom in een paar oorlogen. Ik verzeker u, er wordt hard in Rusland gewerkt om Po-len en Bessarabië terug te krijgen. Hoe sterk Moskou zich voelt, mag blij ken uit het feit, dat de „regoering" aldaar eéii paar dagen vóór do opening der con ferentie te Genua, allen consuls som meerde, om binnen drie dagen den Kau- kasus te verlaten. Slechts die van Duitsch land, Italië, Perzië en Angora mochten hun functies blijven waarnemen. Ook onzen vice-consul honoraire jhr. Von Schmidt auf Altenstadlt, werden niet meer dan een paar dagen gegund om do zaken der fir ma te regelen, waarvan hij vertegenwoor diger was. Een heel klein slaaltjo ten slotl; van het gehalte 'der hoofdambtenaren in SoVjet-Rusland. De consul voor deti Kaukasus maakte het le Moskou mij op mijn eerste reifi moeilijk om Kaukasië binnen te mogen - kotoen. Hij wenschte n.l. met 42 Turkscho Ponden, dus 42 X ƒ1.70 gestopt te worden om een visum van 25 Turksche Ponden te verstrekken. Wat moest ik doen? Te ruggaan zou véél meer kosten. Dus maar betalen. Onze consulaire agent aldaar, ging aan het Volkscommissariaat protës- teeren. En wat denkt u 'dat de „Secretarisl Generaal" hem vroeg? „Mijnheer, ik begrijp niet, dat u als Nederlandsch consul opkomt voor de be langen van een Hollandsche vrouw!" Ta bleau I! De ongelukkige wist niet, dat Ne derland en Holland een en hetzelfde land was. Een tweede geval deed zich tusschen een Hollanlsch koopman en den „haven- commandant" voor (een matroos, die doorlopend dronken is, omdat hij op ieder «chip, dat aankomt een hartvorsterking gaat halen). „U kunt niet aan wal gaan", zei hij hem „Op mijn lijst van Moskou staat, dat De nen en Deeneche waren moeten geboycot •worden". Ook nu was de hulp van den consul air en agent noodig om dezen man van positie aan het verstand te brengen, dat Denen en Hollanders lieden van twee verschillende naties zijn. Én met lieden van dergelijk gehal'e z»l nu Europa gaan samenwerken!... Leidsche Penkrassen. Amice. De vorige week heb ik een en ander meegedeeld over den evangeli satiearbeid hier ter 6fcede en mede in verband met een vraag dio mii gesteld werd, dien ik hierop nu nog even terug te komen. Iemand die voel bélang 6telt in de evangelisatie deed mij namelijk een vraag over den aard van dit werk, die ik gaarne wil trachten te beantwoorden al volgt daaruit natuurlijk niet, dat met dat ant woord do zaak is opgelost, 't Kan heel good zijn dat ik verkeerd zie en in dat ge val laat ik mij natuurlijk gaarne corrigee- ren. Zooals ge weet werkt de Evangelisatie vanwege de Geref. Kerk hier ter 6tede, de laatste weken door middel van oen tent, waar goede lectuur to koop wordt aange boden en teksten en traetaatjes gratie worden uitgereikt. De vorige week waren in die temt ook aanwezig exemplaren van het hier ver schijnend Christelijke dagblad, iets wat ik ten zeerste toejuichte omdat er m.i. een zeer nauw verband bestaat. De Com missie voor de Evangelisatie dacht daar over echter ander6, en besloot voortaan de kranten niet meer beschikbaar te etel- len, omdat daardoor naar zij meende! de zaak een politiek tintje zou krijgen. En nu werd mij gevraagd hoe ik hier over dacht. Mij dunkt m'n waarde, dat hier aller eerst de vraag aan de orde komt, wélke gedachte men heeft van de Evangelisatie en wat het doel is van de Christelijke per6. Evan geli seeren wil zeggen: de blijde boodschap te brengen, zooals die in het Woord van God te vinden is. Daarom worden Bijbels verkocht, wor den teksten uitgereikt en wordt gewerkt met traetaatjes die naar dat Woord heen- wijzen. Maar daarbij blijft het niet. Men verkoopt ook goede boeken, Christelijke verhalen enz., in de overtuiging, dat het lezen van goede boeken een stap is in de goede richting. Er gaat van de lectuur een niet te onderschatten invloed uit. De markt wordt, overstroomd met slechte lectuur, met. verhalen en romans, die de lezers naar beneden halen en ze bTongeoi in ©en 's feer van ongeloof en ontucht en roof en moord. Er zijn al wat levens door het lezen van dergelijke boeken vergif tigd en verongelukt. Daartegen nu wil de Evangelisatie tegengif geven en daarom al is dat nu geen rechtstreeksche evangelisatie ver koopt zij Christelijke werken, opdat de menschen, die hun geld willen uitgeven voor boeken, althans wat goeds in handen krijgen. Groot ie de invloed van het boek. Maar grooter nog mijn waarde is de invloed van de Dagbladpen. Een boekje wordt gelezen «i weer opzijgezet, maar een krant komt eiken dag terug ©n lokt als het niet is een Christelijk blad, de menschen, de jongens en de meisjes eiken dag, maar plaatsen, waar geen Christen zijne kin deren gaarne ziet. Yan den Eenigen Naam die gegeven is om den menschen zalig te maken, wordt gezwegen. Maar nu hebben we onze Christelijke per6. Wo hebben onze groote bla'W als Standaard en Nederlander, die, al trekken zij niet in alles éón lijn, toch 6taan cp be6lisf Christelijken grondslag en het „Pro Rege" voeren in hun vaandel. We hebben hier in Leiden ons plaatselijk dagblad dat de A. R. beginselen voor staat ©n verdedigt dat een beslist Christe lijk karakter draagt en met name in het Zaterdagnummer uitnemende evangelisa- tielectuur biedt. Nu gaan de menschen van zeer uiteen- loopende richting naar de markt '6 Zater dags om daar hunne inkoopen te doen. Ze blijven ook een oogenblikje staan bij den boekentent, menigmaal niet omdat ze een boek willen koopen, maar omdat ze toch graag voor den Zondag een krant in huis hebben, maar nu komt de evan gelisatie-commissie en zegt: neen, zulk een dagblad kunt u bij ons niet koopen. We staan op een ruim standpunt, boe ken als van Runa e. d. brengen we u gaarne in huis, maar ©en Christelijk dag blad, neen dat gaat niet. Mo dunkt amice, dat uit deze uiteenzet ting van de zaak, mijn antwoord al dade lijk volgt, j Ik zie een zeer nauw verband tusschen dagblad en evangelisatie en het verheugt me dat do redactie van ons blad getoond heeft dat te begrijpen, door onlangs in den breede de aandacht op do evangelisa- I ietent te vestigen en daarvoor belangstel ling te vragen. Beiden hebben in hoofdzaak hetzelfde doel. Al6 de Christelijke pers terrein wint.,. dan kan dat niet anders zijn, dan ten voordeel© van de zaak die de evangelisatie wTenscht te dienen. De Roomechen hebben dat zeer goecl bei grepen. (Sommige menschen ook in onze kringen zijn o, zoo bang voor Rome. Rome krijgt zooveel invloed, en Rome zal nog veel meer invloed krijgen en daarom: front te gen Rome. Nu deel ik niet de Rome-vrees waar door sommigen onder ons bevangen |]n, al geef iik toe, dat de invloed van de Roomsche Kerk grooter schijnt te wor den. Maar als ik dat toegeef, dan voeg ik er direct aan toe: Rome verdient het ook. Ik heb het genoegen gehad, eenige ja ren in Noord-Holland te wonen, een prachtige provincie, met. een flinke bevol king, maar waar men de moderne domi nees bij tientallen telt. In de Kerk worden de menschen afkee- rig gemaakt van het Evangelie. Geduren de de mobilisatie ontmoette ik een land weerman die nooit naar do kerk ging en die toch, naar mij bleek, uit een Christe lijk gezin afkomstigwas.. Toen ik hem vroeg hoe dat kwam, zei hid mij: och, ik heb na jarenlang in eeir moderne streek gewoond. Er is nog wel' een Kerk, maar wat zoe'n moderne doini- Dee te vertellen heeft, i6 me de moeite) niet waard om er naar te luisteren. Wat ik nog bezat, ben ik op die manier kwijt geraakt, en nu denk ik er niét meer aan naar de kerk te gaan. Ik heb er ook geen behoefte aan, maar als dat ooit het geval, mocht worden, dan ging ik nog lièver naap den pastoor. Die gelooft tenminste en die heeft mij tenminste nog wat te geven. Dat weet Rome ook wel. En daarop^ werkt het, rusteloos voort, en maakt het propaganda, en bouwt het kerken en is het werkzaam vooral ook óp hét gebied der barmhartigheid. Het werkt ook op de markten evenals of liever voel meer dan wij. Maar geloof maar niet:,, dat men den menschen die een blad voor den Zondag verlangen metlee- ge handen naar huis stuurt. Kan je begrij pen. Ik kan daarom m'n waarde, tot geen andere conclusie komen, dan deze, dat zelfs de Commissie voor de Evangelisatie, hoe uitnemend werk zij ook verricht, nog geen inzicht heeft, in de beteekenis van de Christelijke pers. Ik meen hiermee de gestelde vraag te hebben beantwoord. Ik wil er aan toevoe gen, dat ik niet hoop, dat onze pers daar om minder voor de evangelisatie zal gaan gevoelen of dat. er iemand zou zijn, die nu aan de evangelisatie zijn of haar steun zou onthouden. Terwijl^ ik dit schrijf is men bezig de Tentzending voor te bereiden. Ge hebfc zeker de uitvoerige beschrijving van do tent, in ons blad. gelezen.-Mo dunkt, er is reden een groote opkoipst te verwachten, ©mik heb hoop, dat de tent. niet allooi doop kerkpubliek zal worden gevuld, maar dat ook velen di© gewoon zijn de Kerk den; rug toe te koeren, naar het woord yan de sprekers zullen luisteren. Men begint d,en arbeid Zaterdag met een bidstond. Zij de uitkomst van dit. werk van dien aard, dat er na afloop re den is, om een dankstond te houden, voofl' i den ontvangen zegen. Een enkel woord nog over het bericht in ons blad van Donderdag over de Ge meenterekening over 1921. Hoewel de op brengst van de belastingen toen buitenge woon hoog was, sluit de rekening toch nog met, een aanzierilijk tekort. In plaatsen als VGravenhage, Rotter dam en zelfs Amsterdam heeft men een. zeer belangrijk batig saldo. Maar hier een tekort. Dat ziet er niet mooi uit mn. waarde, voo,r 1923, vooral als het waar is, dat het belastbaar inkomen belangrijk terugloopt. Op die manier zal de ontzettend hoe ge be lasting. hier voorloopig nog wel niet. tot het verleden behooren. Ik acht het niet onmogelijk, dat er. hier of daar iemand zal zijn, die meent, dat we hier nu do gevolgen hebben van hot voor stel van. den heer de Lange om het verme- nigvuldigin.g6cijfer. te v.erlagen, waarde or ©on niet onbelangrijk bedrag aan den dienst 1921 werd onttrokken, waarom B. en W. toen dan ook Teeds waarschuwden, dat er weleens een tekort zou kunnen ont- staan. - T Dit is echter niet juist. De r.ecr de Lan ge hoeft. 1921 willen geven, wat het vol gens de vastgestelde regelen toekwam. Men had, zooals B. en W. verlangden een andere, verdeeling. kunnen maken, en dan zou de rekening hebben geklopt,teni koste van den dienst 1922. Of het dan tocirniet beter geweest zou zijn? Ik geloof het niet m'n waarde. La Ion we maar eens schrikken. Dat is misschien de eenige manier om weer op den goeden weg te komen. Volgens de begrootmg zou m 1921 ont vangen kunnen worden f9.696.653. In werkelijkheid hebben de ontvangsten ech ter bedragen f 11.477.484.61 >4, wat een verschil maakt van één m i 11 i o e n en bijna acht ton. Én toch, ondanks deze reusachtige ver meerdering van de inkomsten, nog een te kort! Ge gevoelt, m'n waarde, op die manier wordt het lijden in Leiden. En heel erg Ik ben nu benieuwd naar de komendé begrooting. De wethouders van Financiën te Rotterdam, Amsterdam en 's-Graven- hago hebben ondanks de groote saldo e over 1921 een zéér bezorgden toon laten hooren voor 1923. En nu begnt men daar nog mot een ba te van eenige millioenen. Hoe moot het, dan hier wel gaan? Me dunkt, ge zult het met mij eens zijn dat er maar één weg is, n.l. zeer krachtige be zuiniging. Laten wo hopen amice, dat, de a.s. do grooting daarvan de sporen draagt. VERI1 Afo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 6