Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN I
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
TER WEEK 10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
3de JAARGANG. - WOENSDAG 19 JULI 1922 No. 694
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIJS.
PER GEWONE REGEL s 0.221
DES ZATERDAGS 5 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DI PT'1' T 'v RIEK
JKLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent
:aï hij vooruitbetaling. I
Dit nummer bestaat uit twee bladen
V Onze scholen,
Wanneer wij met vreugde vervuld, zijn
ever den uitslag der verkiezingen, dan is
dat zeker niet in de laatste plaats om
•onze scholen, om de belangen van het
Christelijk Onderwij-s.
Uit verschillende verschijnselen gedu
rende de verkiezin ge-campagne viel af te
leiden, dat aan de linieer zijde velen den
dag zouden zegenon, waarop de gelijkstel
ling ongedaan kon werden gemaakt..
Bekend is, hoe de heer de Muralt, een
der gevallen liberale Kamerleden zijn best
deed om de verkeerde gevolgen, van de
gelijkstelling in het licht te stellen.
Bekend is hoe een der medewerkers van
Het Volk ons streven met „boeverij"
vergeleek.
Bekend is, hoe een der propagandisten
van den Vrijheidsbond do Christelijke
onderwijs-politiek vergeleek met „schat
kist-piraterij."
Deze uitspraken brengen de geesten tot
openbaring en leeren ons wat er leeft in
de socialistische en Vrijheidsbondsche
harten.
Ook wanneer een niet-nechtsche meer
derheid zou zijn verkregen, zou op de
Onderwijs-uitgaveu bezuinigd moeten
worden.
Maar men gevoelt, dat, wanneer een
linksehe regeering die bezuiniging zou
moeten doorvoeren, onze rechten en vrij
heden gevaar zouden loopen.
Men beschouwd daar in zekere kringen
het geld aan het bijzonder onderwijs ten
keste gelegd, als verknoeid en verkwist.
Van ons geld, zoo betoogde de heer
Kleerekooper, worden de bijzondere scho
len gebouwd.
„Van ons geld".
Aan deze verwaten redeneering ligt ten
grondslag de gedachte, dat wat de bijzon
dere scholen ontvangen een gunst i6,
een aalmoes, die ook geweigerd kan
worden.
Erger neg maakte het de Vrijzinnige
propagandist, die het voorstelde, alsof de
voorstanders van bijzonder onderwijs zich
aan diefstal uit 'e lands schatkist schul
dig maken. Dat zij als zeeschuimers roe
ven wat hun niet toekomt.
Is het te verwonderen, dat een vrijzin
nige meerderheid getracht zou hebben
aan dergelijke „piraterij" een einde te
maken?
Maar nu hebben de piraten, de mannen
en de vrouwen getoond, dat ze toch wel
eenige overeenkomst hadden met de be
ruchte zeeschuimers. Ook van hen geldt:
„.en klommen ze niet als katten in het
want, en vochten ze niet als leeuwen?"
Ja, dat deden ze.
De mannen en de vrouwen.
Het kostelijk goed ons in de rechts
gelijkheid geschonken wilden ze zich niet
ia ten ontrooven.
En hun arbeid is gezegend.
Het gevaar dat onze scholen bedreigde
i6 afgewend.
We zullen ook op het gebied van het
ondorwijs terug moeten.
Ook hier moet de versobering en bezui
niging meer zijn dan een leuze.
Maar het stemt rustig als we weten dat
die terugtocht zal worden ondernomen
onder leiding van een rechtsch Kabi
net en als waar is wat gefluisterd wordt,
dat Minister de Visser zich wil terugtrek
ken, dan misschien onder leiding van een
anti-revolutionair Minister.
De uitslag van de stemming 6temt tot
blijdschap en dank.
Inzonderheid voor onze scholen.
Gevaarlijke klippen.
Tegen verschillende gevaarlijke klippen
Tal in den komenden tijd in 't bijzonder
moeten worden gewaarschuwd.
Op een daarvan vestigen wij hier de
aandacht.
De Christelijke arbeiders hebben bij de
verkiezingen hun beginsel hoog gehouden.
Zij hebben niet het oor geleend aan de
predikers van de klassenstrijd die
schijnbaar voor hüno belangen opko
men, maar zij hebben in groote meerder
heid gestemd volgens hun beginsel.
Met name van Soc. Denvocratische zijde
zal nu getracht worden hen duidelijk te
maken, dat zij hierdoor hebben gehandeld
in strijd met hun belang. Waaruit dus
zou volgen, dat beginsel en belang een
tegenstelling vormen.
En dit is niet juist. Wie handelt naar
zijne christelijke overtuiging, en vast
houdt aan zijn beginsel, dient daardoor
tevens zijn belang.
Maar niefc altijd komt dit duidelijk aan
het licht.
Wanneer het komende Kabinet voor
alles op herstel van het ifnancieel even
wicht bedacht is en daarom op versobe
ring en bezuiniging aanstuurt, waardoor
mede op sociaal gebied allerlei opzichzelf
wenschelijke maatregelen achterwege
moeten blijven, dan heeft het den e c h ij n
alsof daarmede gehandeld wordt tegen
het belang van de arbeiders en wie met
hen gelijk staan.
En nu zal men zijn best doen om den
indruk te wekken, dat die s c h ij n met de
werkelijkheid overeenkomt.
In de Socialistische pers hebben we
daarvan roods een voorproefje gehad. Als
de Standaard met kracht, aandringt op een
welomschreven bezuinigingsprogram, dan
heet het dat. de arbeiders door rechts te
stemmen, zichzelf het koord om den hals
hebben gelegd.
S c h ij n baar heeft men gelijk.
Maar het is ook niet meer dan
s c h ij n.
Immers, de versobering en bezuiniging,
het pogen om te komen tot herstel van
het financieel evenwicht is niet alleen een
landsbelang, maar ook, en zeer speciaal
een arbeidersbelan g.
Het is een arbeidersbelang bij uitne
mendheid, dat we voor een debacle be
waard blijven.
Als de waarde van den gulden gaat da
len en we 'hier een toestand krijgen als
in Duitechland, dan zullen de maatschap
pelijk zwakken daarvan in de allereerste
plaats de noodlottige gevolgen ondervin
den.
Onze arbeiders zullen het als niet alle
voortoekenen bedriegen, niet gemakkelijk
hebben in de komende periode.
Ook zij zullen den druk der omstandig
heden gevoelen en van de zijde der S. D.
A. P. waar men leeft van critiek, zal
hun worden voorgehouden, dat dit de
schuld is vaia de rechtsche partijen en van
'het rechtsche Kabinet.
Tegen die blip moet worden gewaaiy
schuwd.
Het klinkt zoo mooi, wanneer aller
lei schitterende beloften worden gedaan
en allerlei prachtige maatregelen in uit
zicht gesteld.
Maar ook onze arbeiders moeten het
verstaan, dat het ook in hun belang, voor
alles noodig is, dat het financieel even-
wioht wordt hersteld en een toestand die
veel overeenkomst heeft met een staats
bankroet wordt voorkomen.
Meerdere schepen zijn gestrand.
Denk aan Duitschland on Rusland.
Laten ze voor ons zijn als bakens in zee.
STADSNIEUWS.
Uit het stembureau.
In het Hbld. vertelt, mevrouw van
Itallie-van Embden, vah haar onder vin-
dingen als voorzitster van een stembu
reau.
Komiek was hoe vele tientallen man
nen en.vrouwen zich vergisten met de Ro-
meinscho cijfers aan den ingang van hel
bureau, en XXXV binnenstapten, waar zij
in XXXVI thuishoorden; eerst werklie
den, toen. een onderwijzer, daarna een lee*
ram, en ten slotte een professor! Stralen
de vrouwengezichten, waar andere berich
ten van melden nu de „sexe" voor het
eenst in groote verkiezingen van haar
stemrecht gebruik maken mocht, heb ik
niet vaairgenomen; dat hangt heelemaaJ
af van de „buurt", mijn buurt was lak©*
niek, maar vlijtig.
Een tiental oudjes kon lezen noch schrij
ven; laten we hopen, dat dat ©en ras uit
stervend soort is. Ze waren heel voldaan
als ze dan „zoo maar" hun biljet in de
bus werpen mochten, en van dat geheim
zinnige gedoe metéén bevrijd waren. Een
paar wildon tegelijk voor hun dochter
stemmen of voor hun man, die ziek was.
Eén vertelde blijmoedig, dat ze „Kooien"
hebben wou, en een ander riep half-zin-
gend: „waar is mijn. Rutgers je?" Een
derde vroeg: „of ze baar naam ook teeke
non moest" en vondt toch maar secuur
der het te doen, ondanks ons ontkennend
antwoord.
Eén vouwde een keurig gedicht in 't
stembiljet waarin ze rijmde „dat we den
besten kiezen moeiten". Ongelukkig ver
gat ze dien beaten in haar oningevuld bil
jet aan te wijzen! Een paar maakten grap
jes over den groeten „spaarpot", dien ze
wel mee naar huis wilde nemen, al zat hij
dan ook maar volhalve cenïfes! Lieve
moedertjes wilden hun kinderen het biljet
in de bus laten stoppen en waren teleur
gesteld toen ze dat zelf moesten doen. „Ze
hadden 't hun vooruit beloofd!" Wat een
soorten van genietingen bestaan er toch
voor den mens oh! Gezinnen kwamen tege
lijk stemmen; de man paste op do zuige--
ling en oudere meegebrachte kinderen als
de vrouw in het hokje was. Soms klonken
mannelijk© raadgevingen tot op de laat
ste seconde, maar ook één oga zei tot haar
echtgenoot: „Je stemt, toch zooals we af
gesproken hebben?" Ze zag er uit of ze
hem dadelijk daarna de biecht zou afne
men. En één oud mannetje vroeg eerbiedig
om assistentie bij het stemmen. Waarom?
„Hij was zoo doof"!
Of alle vrouwen begrepen welke moge
lijkheden van wet en verordening ze, al
stomemnde, opriepen, of vernietigden? Al
le mannen? Ik geloof, dat hierin rustig en
objectief onderricht geven in de komende
vier jaren voor alle ingewijden plicht en
roeping is.
Practische examens apotheker.
Bij K. B. is de commissie die, te reke
nen van 1 Augustus 1922, voor een jaar
te Leiden, belast zal ziin met het afnemen
van de practisohe examens van apotheker,
samengesteld als volgt en zijn mitsdien
benoemd
tot lid en voorz.: dr. L. van Itallie,
hoogl.; tot lid on seer.: dr. L. E. Goester,
buitengew. hoogl.; tot leden: dr. J. M
Janse en dr. J. J. Blanksma, beiden hoogl.
tot leden-plaatsverv. dr. J. J. van Eek,
priv.-docent; G. F. A. ten Bosch, apoth.
Acad. Ziekenhuis, allen te Leiden, en A.
H. Schirm, apotheker 's-Gravenhago.
Tot inspecteur der directe belastin
gen, invoerrechten en accijnzen te Leiden
3e afd. is benoemd de heer J. A. van Ben-
degom te Utrecht.
D r. J. W. Gunning, zendingsdi-
rector van het Nederlandsch Zendingsge
nootschap is benoemd tot officier in de
Orde van Oranje-Nassau.
De heer H. G. van Loon alhier be
haalde te 's-Gravenhage 'het Machinisten-
diploma.
BINNENLAND.
Regceringsjubileum van de Koningin.
Naar het Centrum meldt, heetf mr. P.
J. Eockema Andreae, burgemeester van
Utrecht, alle burgemeesters van de pro
vincie Utreoht tot een vergadering bijeen
geroepen, ter voorbereiding van een natio
nale hulde aan de Koningin bij Haar 25-
iaxxg negeerlngsjubileum.
Kanker en tuberculose.
De leden van de provinciale afdeeling
Zuid-Holland van het Fonds 1918 ter be
strijding van tuberculose en kanker zijn
■tegen 25 dozer in vergadering brjeenge-
roepen.
Een concept-reglement voer de provin
ciale afdeeling Zuid-Hoiland zal aan de
vergadering ter goedkeuring worden voor
gelegd.
Voorts zal de verdere wijze van werken
in deze provincie worden besproken en
zullen maatregelen worden genomen om
in de enkele gemeenten, waar nog geen
plaatselijk oomité bestaat, daar nog een
zoodanig comité te vormen.
Provinciale Saten van Zuid-Holland.
In de gisteren gehouden zitting der
Prov. Staten van Zuid-Holland zijn ver
schillende onderwerpen behandeld.
Z. h. s. werd aangenomen een voorstel
tot aankoop van grond voor den aanleg
van een weg onder Zoeterwoude.
Bij het voorstel: subsidié 1922 Prov.
Commissie ter bevordering van de geiten-
fokkerij in Zuid-Holland bestrijdt, de heer
van Eesleren dit subsidie, omdat daar
door geen direct provinciaal belang wordt
gediend.
De heer W. C. van Eek \vil uit een oog
punt van bezuiniging het subsidie niet
toestaan.
De heer Hoog wijst nog eens op het
groote belang van een goede geitenfok
kerij.
De heer Warnaar merkt op, dat bij dit
voorstel het belang van ongeveer 3000
menschen is betrokken.
Waar elk jaar dit subsidie is verleend,
gaat het niet aan, nu ineens dit subsidie
af to schaffen.
Ook spr. is voor vermindering van de
subsidiering en daarom «ou de Vcrëeni-
ging een wenk gegeven kunnen worden,
dat dit subsidie het volgend jaar zal wor
den verminderd en dat het binnen 3 jaar
moet afloopen.
Men moet de menschen in de gelegen
heid stellen, zich hierop voor te bereiden,
reiden.
Spreker is van meening, dat de betref
fende vereeniging wel degelijk in het be
lang van de provincie werkzaam is.
De heer Hoffman is van oordeel, dat in
deze moeilijke tijden alleen subsidies
moeten worden verleend aan vereenigin-
gen, die een provinciaal belang betref!en
De heer Rutgers, zegt, dat deze ver
eeniging wel degelijk haar nut afwerpt.
Het voorstel wordt daarna aangenomen
met 01 tegen 10 stemmen.
Bij het voorstel: subsidie 1922 Prov.
Commissie van de varkensfokkcri.j in
Zuid-Holland merkt de heer Karreman
op, dat het hier een nieuw subsidie be
treft, en dat men bij het verleenen van
nieuwe subsidies zeer yooralichtig moet
zijn. Spr. gelooft niet, dat de nood in de
varkensfokkerij zoo groot is, en daarom
zal spr. tegen dit subsidie stemmen.
Het voorstel wordt verworpen met 40
tegen 33 stemmen.
Bij het voorstel: subsidie-aanvrage van
de R.-K. Vereeniging Herwonnen Levens
kracht voor haar sanatorium Berg en
Bosch te Apeldoorn, is tevens aan de
orde een motie van de hecien Collof en
de Visser, om Gedeputeerden uit te r.oo-
digen, ten spoedigste voorstellen aanhan
gig te maken tot. stichting van een pro
vinciale inrichting tot verpleging van
tuberculoselijders.
De betreffende commissie had geadvi
seerd deze motie niet aan te nemen.
De heer De Visser verdedigt de motie
waarbij hij op de noodzakelijkheid wees
van de totstandkoming van een provin
ciaal sanatorium.
De heer Crena de Jongh verklaart!
zich tegen aeze motie. Spr. had inlich
tingen ingewonnen bij een deskundige, de
inspectrice van de Volksgezondheid in
Den Haag. Deze was van oordeel, dat in
de provincie Zuid-Holland geenszins be
hoefte bestond aan een eigen sanatorium
en dat, de provincie goed rod "doen, op eten;
ingeslagen weg voort te gaan en steur, to
verleenen aan particuliere inrichtingen.
Bovendien was deze deskundige van
oordeel, dat de provincie Zuid-Holland,
wat betreft bodem en lucht, geenszins bij
uitstek gunstig is voor het hebben van
een .eigen sanatorium.
De heer Hoffman bestrijdt even
eens de ingediende motie. Spreker wijst
op de hooge kosten van een eigen sana
torium.
De heer Schaper kan zich IxL
standpunt van de Commissie best begrij
pen. omdat de kwestie reeds eenige kee-
ren hier ter sprake is geweest. Maar n%
het voorstel er eenmaal is. kan spr. wel
verklaren, dat hij er vóór za? stemmen.
De heer Schouten Is van meen:n[^
dat de voorstanders van provinciale sana
loria zich niet objectief kunnen ind.-«kou
in de zakelijke bezwaren van anders
denkenden.
Voorts merkt de heer Schouten op. dat
uit kringen van deskundigen steeds meer
wordt gehoord, dat men niet verder moei
f.'in in de richting van sanatoriumver-
pleging. maar dat men zooveel moge'ijk
nu et komen tot de individuele ve-pl©-
ginc
De voornaamste vraag in dezo kwestie
is. hoe de beste resultaten bij de tuber
culosebestrijding te bereiken zijn. Hij
vereenigde zich geheel met de conclusvo
der Commissie over de motie, wekte
voorkomt' een beslissing over de al dan
niet wenschclijklieid van een provü r aal
sanatorium en welke conclusie eveneens
voorkomt een Voornitloopei. on het te
verwachten rapport van een Staatscom
missie over deze kwestie.
Spreker was overtuigd, riat als in allo
deelen van ons volk met evenveel kracht
werd gewerkt, dat er nog veel meer dan
tot dusver kop gedaan worden ter be
strijding van do vreeset ij ke ziekte.
Dc heer S c h o k k i n g. lid A an God.
Staten, vond het vreemd, dat deze kwestie
reeds nu weer aan de orde i> gesteld en
zei. dat Zuid-Holland, ook als provincie,
aan de spits staat van de tuberculose
bestrijding.
Wat betreft de motie-dé isser, ver
eenigde hij zich geheel niet jden hoor
Schouten. Ged. Staien h^bb-i» wel dege
lijk een warm har' voor dc lubercu!
bestrijding, doch Kt is een avereeVsche
r.ieeniLg dat we den weg cp moete
welken de hesceu in de motie het/beu
aangegeven.
De hter De Visser achtte de op
merkingen van dr. Hoffman dc logici var
do o.i'ógica.
Waar de heeren ««filling icmcn -eg ,i
een provinciaal sanatorium, ai'cn o. 'dat
het een neutrale inrichting werdt. noem
de hij dit een ergerlijk misbruik n.iken
van een geestesrichting, ten gcvu'ge
waarvan de tuberculoselijders het slacht
offer worden. Do reden, waarom geen
nieuwe aanvragen zijn ingekomen, zocht
hij in de lioogc kosten van een paitic*>-
lier sanatorium en daarom is liet pi
plicht van de overheid, om dergelijke
sanatoria op te richten en in slant. Ie
houden. Do ziekte doet zich het ku.i /-
aardigst voor bij de armere bevolk ng.
Een onderzoek heeft zelfs bewezen, dat
het sterftecijfer bij de armen ton gcvoige
van de tuberculose dubbel zoo grou'. is
als dat bij dc gegoeden. Dit tegenover de
bewering van den lieer Schouten, dat >3
ziekte in even groote mate voorkom in
alle klassen der bevolking en uat liet
sterftecijfer ook even groot zou zijn.
In deze dingen zijn éénvoudig klasse-
FEUILLETON.
De Germaansche gevangene
Een verhaal uit de eerste eeuw onzer
jaartelling.
61)
Ontwakende sprak ze: „Wanneer een aan
zienlijke sterft, worden, gewoonlijk elar
>en vrijgelaten. Een Vestaalsche maagd
mag Rome eenige eischen stellen. Ik heb
er geen enkele ooit gehad. De Germaan
sche gevangene die u redde is niet langer
elaaf van een lid der keizerlijke familie,
maar van een der onderdanen. Ik verlang
als mijn laatste verzoek aan Rome, dat
de stad hem vrijkoopt. Ik vind het aan
genaam te denken dat hij gelijk met mij
bevrijd wordt. Lieveling, herhaal mij nog
eons de woorden van den groeten Athe-
ner."
Diodora zegde, zoo goed ze kon, do
woorden van Socrates, die ze dikwijls met
Laon gelezen had.
„Maar zij, die bevonden worden een
voorbeeldig heilig leven geleid te hebben,
zullen ten laatste uit. deze wereld als uit
con gevangenis bevrijd, aankomen in de
peine gewesten hierboven, want onze ziel
3i zekerlijk onsterfelijk."
..Hij denkt dat. hij mij spoedig lils ge-
Jtorvone zien zal. Maar wees verzekerd
dat.ik na mijn dood niet hier blijf, maar
heenga naar een gelukkige plaats van de
zaligen; zoodat wanneer ge mij ziet be
graven of verbranden, ge niet over mij be
droefd zijn moet, als onderging ik iets
vreeselijks, en bij mijn uitvaart niet' zeg
gen moet dat Socrates weggebracht en
begraven wordt.
De ziel i6 ongetwijfeld onsterfelijk en
onvernietigbaar, en zal in de onzichtbare
wereld blijven voortbestaan, niets mot
zich nemende dan de wijsheid die ze hier
verzameld heeft.
„En toen sprak hij over ons leven op
deze kleine aarde als mieren of kikkers in
een moerac, en hoe we stervende vleugelen
ontvangen om op te stijgen naar de groo
te, reine en heerlijke wereld omhoog."
,,0 mijne zuster," zeide de Vestaalsche,
„wisten we slechts zeker dat wij deze
vleugelen zullen ontvangen; dat ze in on
ze zielen wassen, dat wij onder die reine
geesten behooren, die niet weder zullen
verzinken. Maar dit laatste zult gij voor
mii doen, nietwaar? Ge zult zorgen, dat
die jonge Germaan de vrijheid herkrijgt..
Dan voel ik me als stierf ik met eenig
goed doel; als een Romeinseh soldaat op
zijn post."
Gedurende den nacht., bij 't zachte
schijnsel der lamp, scheen de Vestaalsche
te meenen, dat ze weder als jaren geleden
eenzaam de wacht hield bij hot. vuur:
„Zie, schoone, reine, Vestaalsoho ster
ren, wanneer ge een voot een de kleine
ruimte boven mijn hoofd doorwandelt, op
mij neder! Zie, ook ik waak bij het vuur,
het heilige vuur voor Rome. O, eindelooze
hemelen, voor u brandt het vuur van mijn
haard!
Hebt gij een haardvuur voor mij? Dit
vuur was 't mijne niet; ik onderhield het.
slechts. En deze sterrenvuren zijt gij niet!
Gij zijt' daarachter; ver daarachter! Ik
kom! Laat mij daar een klein vuur voor
de aarde mogen onderhouden! Geef mij
een groot hart om aan te rusten!"
En toen de lamp uitging en het dag
licht verscheen, keerde de helderheid tot
haar geest terug en zeide ze, met de
klaarheid, stervenden dikwijls eigen:
„De Germaansche gevangene zal vrij
zijn. Dat is de vervulling van mijn droom,
waarin Cloelia, die de rivier doorwaadde
en de kinderen redde, mij verscheen en
voorspelde dat mijn leven zou zijn als
het water, dat onze voorvader van de
Cloeliaansche heuvelen leidde. Misschien
heb ik twee bekers frisch water mogen
aandragen: een om u morgen aan morgen
den getrouwen da.gelijkse.ien huisbezoeker,
te verkwikken, en een om hem te verlos
sen die u redde. Dat is ten minste iets!"
En na een korte pauze:
„Hij zal vrij zijn. En wellicht ik ook;
vrij uit de gevangenis, gevleugeld, u ken
nende en verwachtende. Wanneer er ten
minste Een is die mij verwacht on ontvan
gen wil! Misschien! 't Is een donkere
tocht op een „misschien"! Lieve zuster!
blijf bij mij wanneer ik heenga! Laat mij
weten dat dat moedige hart niet meer be
hoeft te vreezen voor dienstbaarheid,
zwreep en kruis! Leg uw hand in de mij
ne! Laat mij donken dat mijn leven voor
u oen verkwikking geweest is; en voor
hem mijm leven en mijn sterven! Mis
schien had Socrates gelijk en hoeft de
ziel vleugelen. Misschien had de oude
Jood gelijk: „Hij komt om do wereld te
richten in rechtmatigheid!"
XXV.
In 't heilig Pomaerium de plaats
voor den godsdienst binnen de oude stads
wallen uitgespaard, waar godsspraken en
wichelarij voor de stad werden gehoord
en gepleegd, waar niets onreine komen
mocht, werd de asch van Cloelia Pulchra
bijgezet al6. iets heiligs, dat aan don He
mel en aan Rome behoorde.
Daarheen sloop Cloelia Diodora eiken
morgen en eiken avond; daar waakte zij
menigen nacht. Zonder vrees voor ge
vaar, vrij als cone voor wie het leven
geen hope meer heeft. Wat kon de ergste
vijand meer doen dan de zwakke banden
•breken, die zij beloofd had zelve niet te
verscheuren?
Zij gaf zich onafgebroken aan haar
smart over. Met het. leven harer zuster
was alles verloren wat haar leven waarde
gaf. 't Was alsof ze zelve op dien brand
stapel verteerd was haar hart lag in
die as oh te smeulen, steeds brandend,
nooit verteerd. Met haar waren Liefde ou
Plicht ook verdwenen. Er waren voor
haar geen teedero banden, geen noodzake
lijke plichten, die haar tot het dagelijksch
leven terugriepen. Niemand miste haar;
zij verzuimde niets, wanneer ze den gan-
schon dag en menigon nacht bij de asch
harer doode verwijlde. Haar levensroe
ping was geëindigd voor haar leven.
Voortaan zou haar leven gelijk zijn aan
dit Promaeriura; een geheiligde ruimte Ln
't hart eener groote stad; eens doorploegd
door den heiligen ploeg der hoop, thans
gewijd aan 't verleden, aan Heiligen
Dienst on aan den Dood.
Er was niemand, die met haar weende
on mot innig medelijden doch almachtig
zeggen kon: „Ween niet!" gelijk Hij kon,
dien zij niet kende. Maar er was ook nie
mand, die mot droge ©ogen en harde stom
beval: „Ween niet, tranen met mate zijn
vergeeflijk en zelfs weldadig, maar 't is
nu genoog, ga u nu weer vermaken, go-
lijk Tiberius."
(Wordt vervolgd).