Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN I WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12.50 TER WEEK 10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 3de JAARGANG. - WOENSDAG 19 JULI 1922 No. 694 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS. PER GEWONE REGEL s 0.221 DES ZATERDAGS 5 10.30 INGEZONDEN RECLAMES DI PT'1' T 'v RIEK JKLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent :aï hij vooruitbetaling. I Dit nummer bestaat uit twee bladen V Onze scholen, Wanneer wij met vreugde vervuld, zijn ever den uitslag der verkiezingen, dan is dat zeker niet in de laatste plaats om •onze scholen, om de belangen van het Christelijk Onderwij-s. Uit verschillende verschijnselen gedu rende de verkiezin ge-campagne viel af te leiden, dat aan de linieer zijde velen den dag zouden zegenon, waarop de gelijkstel ling ongedaan kon werden gemaakt.. Bekend is, hoe de heer de Muralt, een der gevallen liberale Kamerleden zijn best deed om de verkeerde gevolgen, van de gelijkstelling in het licht te stellen. Bekend is hoe een der medewerkers van Het Volk ons streven met „boeverij" vergeleek. Bekend is, hoe een der propagandisten van den Vrijheidsbond do Christelijke onderwijs-politiek vergeleek met „schat kist-piraterij." Deze uitspraken brengen de geesten tot openbaring en leeren ons wat er leeft in de socialistische en Vrijheidsbondsche harten. Ook wanneer een niet-nechtsche meer derheid zou zijn verkregen, zou op de Onderwijs-uitgaveu bezuinigd moeten worden. Maar men gevoelt, dat, wanneer een linksehe regeering die bezuiniging zou moeten doorvoeren, onze rechten en vrij heden gevaar zouden loopen. Men beschouwd daar in zekere kringen het geld aan het bijzonder onderwijs ten keste gelegd, als verknoeid en verkwist. Van ons geld, zoo betoogde de heer Kleerekooper, worden de bijzondere scho len gebouwd. „Van ons geld". Aan deze verwaten redeneering ligt ten grondslag de gedachte, dat wat de bijzon dere scholen ontvangen een gunst i6, een aalmoes, die ook geweigerd kan worden. Erger neg maakte het de Vrijzinnige propagandist, die het voorstelde, alsof de voorstanders van bijzonder onderwijs zich aan diefstal uit 'e lands schatkist schul dig maken. Dat zij als zeeschuimers roe ven wat hun niet toekomt. Is het te verwonderen, dat een vrijzin nige meerderheid getracht zou hebben aan dergelijke „piraterij" een einde te maken? Maar nu hebben de piraten, de mannen en de vrouwen getoond, dat ze toch wel eenige overeenkomst hadden met de be ruchte zeeschuimers. Ook van hen geldt: „.en klommen ze niet als katten in het want, en vochten ze niet als leeuwen?" Ja, dat deden ze. De mannen en de vrouwen. Het kostelijk goed ons in de rechts gelijkheid geschonken wilden ze zich niet ia ten ontrooven. En hun arbeid is gezegend. Het gevaar dat onze scholen bedreigde i6 afgewend. We zullen ook op het gebied van het ondorwijs terug moeten. Ook hier moet de versobering en bezui niging meer zijn dan een leuze. Maar het stemt rustig als we weten dat die terugtocht zal worden ondernomen onder leiding van een rechtsch Kabi net en als waar is wat gefluisterd wordt, dat Minister de Visser zich wil terugtrek ken, dan misschien onder leiding van een anti-revolutionair Minister. De uitslag van de stemming 6temt tot blijdschap en dank. Inzonderheid voor onze scholen. Gevaarlijke klippen. Tegen verschillende gevaarlijke klippen Tal in den komenden tijd in 't bijzonder moeten worden gewaarschuwd. Op een daarvan vestigen wij hier de aandacht. De Christelijke arbeiders hebben bij de verkiezingen hun beginsel hoog gehouden. Zij hebben niet het oor geleend aan de predikers van de klassenstrijd die schijnbaar voor hüno belangen opko men, maar zij hebben in groote meerder heid gestemd volgens hun beginsel. Met name van Soc. Denvocratische zijde zal nu getracht worden hen duidelijk te maken, dat zij hierdoor hebben gehandeld in strijd met hun belang. Waaruit dus zou volgen, dat beginsel en belang een tegenstelling vormen. En dit is niet juist. Wie handelt naar zijne christelijke overtuiging, en vast houdt aan zijn beginsel, dient daardoor tevens zijn belang. Maar niefc altijd komt dit duidelijk aan het licht. Wanneer het komende Kabinet voor alles op herstel van het ifnancieel even wicht bedacht is en daarom op versobe ring en bezuiniging aanstuurt, waardoor mede op sociaal gebied allerlei opzichzelf wenschelijke maatregelen achterwege moeten blijven, dan heeft het den e c h ij n alsof daarmede gehandeld wordt tegen het belang van de arbeiders en wie met hen gelijk staan. En nu zal men zijn best doen om den indruk te wekken, dat die s c h ij n met de werkelijkheid overeenkomt. In de Socialistische pers hebben we daarvan roods een voorproefje gehad. Als de Standaard met kracht, aandringt op een welomschreven bezuinigingsprogram, dan heet het dat. de arbeiders door rechts te stemmen, zichzelf het koord om den hals hebben gelegd. S c h ij n baar heeft men gelijk. Maar het is ook niet meer dan s c h ij n. Immers, de versobering en bezuiniging, het pogen om te komen tot herstel van het financieel evenwicht is niet alleen een landsbelang, maar ook, en zeer speciaal een arbeidersbelan g. Het is een arbeidersbelang bij uitne mendheid, dat we voor een debacle be waard blijven. Als de waarde van den gulden gaat da len en we 'hier een toestand krijgen als in Duitechland, dan zullen de maatschap pelijk zwakken daarvan in de allereerste plaats de noodlottige gevolgen ondervin den. Onze arbeiders zullen het als niet alle voortoekenen bedriegen, niet gemakkelijk hebben in de komende periode. Ook zij zullen den druk der omstandig heden gevoelen en van de zijde der S. D. A. P. waar men leeft van critiek, zal hun worden voorgehouden, dat dit de schuld is vaia de rechtsche partijen en van 'het rechtsche Kabinet. Tegen die blip moet worden gewaaiy schuwd. Het klinkt zoo mooi, wanneer aller lei schitterende beloften worden gedaan en allerlei prachtige maatregelen in uit zicht gesteld. Maar ook onze arbeiders moeten het verstaan, dat het ook in hun belang, voor alles noodig is, dat het financieel even- wioht wordt hersteld en een toestand die veel overeenkomst heeft met een staats bankroet wordt voorkomen. Meerdere schepen zijn gestrand. Denk aan Duitschland on Rusland. Laten ze voor ons zijn als bakens in zee. STADSNIEUWS. Uit het stembureau. In het Hbld. vertelt, mevrouw van Itallie-van Embden, vah haar onder vin- dingen als voorzitster van een stembu reau. Komiek was hoe vele tientallen man nen en.vrouwen zich vergisten met de Ro- meinscho cijfers aan den ingang van hel bureau, en XXXV binnenstapten, waar zij in XXXVI thuishoorden; eerst werklie den, toen. een onderwijzer, daarna een lee* ram, en ten slotte een professor! Stralen de vrouwengezichten, waar andere berich ten van melden nu de „sexe" voor het eenst in groote verkiezingen van haar stemrecht gebruik maken mocht, heb ik niet vaairgenomen; dat hangt heelemaaJ af van de „buurt", mijn buurt was lak©* niek, maar vlijtig. Een tiental oudjes kon lezen noch schrij ven; laten we hopen, dat dat ©en ras uit stervend soort is. Ze waren heel voldaan als ze dan „zoo maar" hun biljet in de bus werpen mochten, en van dat geheim zinnige gedoe metéén bevrijd waren. Een paar wildon tegelijk voor hun dochter stemmen of voor hun man, die ziek was. Eén vertelde blijmoedig, dat ze „Kooien" hebben wou, en een ander riep half-zin- gend: „waar is mijn. Rutgers je?" Een derde vroeg: „of ze baar naam ook teeke non moest" en vondt toch maar secuur der het te doen, ondanks ons ontkennend antwoord. Eén vouwde een keurig gedicht in 't stembiljet waarin ze rijmde „dat we den besten kiezen moeiten". Ongelukkig ver gat ze dien beaten in haar oningevuld bil jet aan te wijzen! Een paar maakten grap jes over den groeten „spaarpot", dien ze wel mee naar huis wilde nemen, al zat hij dan ook maar volhalve cenïfes! Lieve moedertjes wilden hun kinderen het biljet in de bus laten stoppen en waren teleur gesteld toen ze dat zelf moesten doen. „Ze hadden 't hun vooruit beloofd!" Wat een soorten van genietingen bestaan er toch voor den mens oh! Gezinnen kwamen tege lijk stemmen; de man paste op do zuige-- ling en oudere meegebrachte kinderen als de vrouw in het hokje was. Soms klonken mannelijk© raadgevingen tot op de laat ste seconde, maar ook één oga zei tot haar echtgenoot: „Je stemt, toch zooals we af gesproken hebben?" Ze zag er uit of ze hem dadelijk daarna de biecht zou afne men. En één oud mannetje vroeg eerbiedig om assistentie bij het stemmen. Waarom? „Hij was zoo doof"! Of alle vrouwen begrepen welke moge lijkheden van wet en verordening ze, al stomemnde, opriepen, of vernietigden? Al le mannen? Ik geloof, dat hierin rustig en objectief onderricht geven in de komende vier jaren voor alle ingewijden plicht en roeping is. Practische examens apotheker. Bij K. B. is de commissie die, te reke nen van 1 Augustus 1922, voor een jaar te Leiden, belast zal ziin met het afnemen van de practisohe examens van apotheker, samengesteld als volgt en zijn mitsdien benoemd tot lid en voorz.: dr. L. van Itallie, hoogl.; tot lid on seer.: dr. L. E. Goester, buitengew. hoogl.; tot leden: dr. J. M Janse en dr. J. J. Blanksma, beiden hoogl. tot leden-plaatsverv. dr. J. J. van Eek, priv.-docent; G. F. A. ten Bosch, apoth. Acad. Ziekenhuis, allen te Leiden, en A. H. Schirm, apotheker 's-Gravenhago. Tot inspecteur der directe belastin gen, invoerrechten en accijnzen te Leiden 3e afd. is benoemd de heer J. A. van Ben- degom te Utrecht. D r. J. W. Gunning, zendingsdi- rector van het Nederlandsch Zendingsge nootschap is benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. De heer H. G. van Loon alhier be haalde te 's-Gravenhage 'het Machinisten- diploma. BINNENLAND. Regceringsjubileum van de Koningin. Naar het Centrum meldt, heetf mr. P. J. Eockema Andreae, burgemeester van Utrecht, alle burgemeesters van de pro vincie Utreoht tot een vergadering bijeen geroepen, ter voorbereiding van een natio nale hulde aan de Koningin bij Haar 25- iaxxg negeerlngsjubileum. Kanker en tuberculose. De leden van de provinciale afdeeling Zuid-Holland van het Fonds 1918 ter be strijding van tuberculose en kanker zijn ■tegen 25 dozer in vergadering brjeenge- roepen. Een concept-reglement voer de provin ciale afdeeling Zuid-Hoiland zal aan de vergadering ter goedkeuring worden voor gelegd. Voorts zal de verdere wijze van werken in deze provincie worden besproken en zullen maatregelen worden genomen om in de enkele gemeenten, waar nog geen plaatselijk oomité bestaat, daar nog een zoodanig comité te vormen. Provinciale Saten van Zuid-Holland. In de gisteren gehouden zitting der Prov. Staten van Zuid-Holland zijn ver schillende onderwerpen behandeld. Z. h. s. werd aangenomen een voorstel tot aankoop van grond voor den aanleg van een weg onder Zoeterwoude. Bij het voorstel: subsidié 1922 Prov. Commissie ter bevordering van de geiten- fokkerij in Zuid-Holland bestrijdt, de heer van Eesleren dit subsidie, omdat daar door geen direct provinciaal belang wordt gediend. De heer W. C. van Eek \vil uit een oog punt van bezuiniging het subsidie niet toestaan. De heer Hoog wijst nog eens op het groote belang van een goede geitenfok kerij. De heer Warnaar merkt op, dat bij dit voorstel het belang van ongeveer 3000 menschen is betrokken. Waar elk jaar dit subsidie is verleend, gaat het niet aan, nu ineens dit subsidie af to schaffen. Ook spr. is voor vermindering van de subsidiering en daarom «ou de Vcrëeni- ging een wenk gegeven kunnen worden, dat dit subsidie het volgend jaar zal wor den verminderd en dat het binnen 3 jaar moet afloopen. Men moet de menschen in de gelegen heid stellen, zich hierop voor te bereiden, reiden. Spreker is van meening, dat de betref fende vereeniging wel degelijk in het be lang van de provincie werkzaam is. De heer Hoffman is van oordeel, dat in deze moeilijke tijden alleen subsidies moeten worden verleend aan vereenigin- gen, die een provinciaal belang betref!en De heer Rutgers, zegt, dat deze ver eeniging wel degelijk haar nut afwerpt. Het voorstel wordt daarna aangenomen met 01 tegen 10 stemmen. Bij het voorstel: subsidie 1922 Prov. Commissie van de varkensfokkcri.j in Zuid-Holland merkt de heer Karreman op, dat het hier een nieuw subsidie be treft, en dat men bij het verleenen van nieuwe subsidies zeer yooralichtig moet zijn. Spr. gelooft niet, dat de nood in de varkensfokkerij zoo groot is, en daarom zal spr. tegen dit subsidie stemmen. Het voorstel wordt verworpen met 40 tegen 33 stemmen. Bij het voorstel: subsidie-aanvrage van de R.-K. Vereeniging Herwonnen Levens kracht voor haar sanatorium Berg en Bosch te Apeldoorn, is tevens aan de orde een motie van de hecien Collof en de Visser, om Gedeputeerden uit te r.oo- digen, ten spoedigste voorstellen aanhan gig te maken tot. stichting van een pro vinciale inrichting tot verpleging van tuberculoselijders. De betreffende commissie had geadvi seerd deze motie niet aan te nemen. De heer De Visser verdedigt de motie waarbij hij op de noodzakelijkheid wees van de totstandkoming van een provin ciaal sanatorium. De heer Crena de Jongh verklaart! zich tegen aeze motie. Spr. had inlich tingen ingewonnen bij een deskundige, de inspectrice van de Volksgezondheid in Den Haag. Deze was van oordeel, dat in de provincie Zuid-Holland geenszins be hoefte bestond aan een eigen sanatorium en dat, de provincie goed rod "doen, op eten; ingeslagen weg voort te gaan en steur, to verleenen aan particuliere inrichtingen. Bovendien was deze deskundige van oordeel, dat de provincie Zuid-Holland, wat betreft bodem en lucht, geenszins bij uitstek gunstig is voor het hebben van een .eigen sanatorium. De heer Hoffman bestrijdt even eens de ingediende motie. Spreker wijst op de hooge kosten van een eigen sana torium. De heer Schaper kan zich IxL standpunt van de Commissie best begrij pen. omdat de kwestie reeds eenige kee- ren hier ter sprake is geweest. Maar n% het voorstel er eenmaal is. kan spr. wel verklaren, dat hij er vóór za? stemmen. De heer Schouten Is van meen:n[^ dat de voorstanders van provinciale sana loria zich niet objectief kunnen ind.-«kou in de zakelijke bezwaren van anders denkenden. Voorts merkt de heer Schouten op. dat uit kringen van deskundigen steeds meer wordt gehoord, dat men niet verder moei f.'in in de richting van sanatoriumver- pleging. maar dat men zooveel moge'ijk nu et komen tot de individuele ve-pl©- ginc De voornaamste vraag in dezo kwestie is. hoe de beste resultaten bij de tuber culosebestrijding te bereiken zijn. Hij vereenigde zich geheel met de conclusvo der Commissie over de motie, wekte voorkomt' een beslissing over de al dan niet wenschclijklieid van een provü r aal sanatorium en welke conclusie eveneens voorkomt een Voornitloopei. on het te verwachten rapport van een Staatscom missie over deze kwestie. Spreker was overtuigd, riat als in allo deelen van ons volk met evenveel kracht werd gewerkt, dat er nog veel meer dan tot dusver kop gedaan worden ter be strijding van do vreeset ij ke ziekte. Dc heer S c h o k k i n g. lid A an God. Staten, vond het vreemd, dat deze kwestie reeds nu weer aan de orde i> gesteld en zei. dat Zuid-Holland, ook als provincie, aan de spits staat van de tuberculose bestrijding. Wat betreft de motie-dé isser, ver eenigde hij zich geheel niet jden hoor Schouten. Ged. Staien h^bb-i» wel dege lijk een warm har' voor dc lubercu! bestrijding, doch Kt is een avereeVsche r.ieeniLg dat we den weg cp moete welken de hesceu in de motie het/beu aangegeven. De hter De Visser achtte de op merkingen van dr. Hoffman dc logici var do o.i'ógica. Waar de heeren ««filling icmcn -eg ,i een provinciaal sanatorium, ai'cn o. 'dat het een neutrale inrichting werdt. noem de hij dit een ergerlijk misbruik n.iken van een geestesrichting, ten gcvu'ge waarvan de tuberculoselijders het slacht offer worden. Do reden, waarom geen nieuwe aanvragen zijn ingekomen, zocht hij in de lioogc kosten van een paitic*>- lier sanatorium en daarom is liet pi plicht van de overheid, om dergelijke sanatoria op te richten en in slant. Ie houden. Do ziekte doet zich het ku.i /- aardigst voor bij de armere bevolk ng. Een onderzoek heeft zelfs bewezen, dat het sterftecijfer bij de armen ton gcvoige van de tuberculose dubbel zoo grou'. is als dat bij dc gegoeden. Dit tegenover de bewering van den lieer Schouten, dat >3 ziekte in even groote mate voorkom in alle klassen der bevolking en uat liet sterftecijfer ook even groot zou zijn. In deze dingen zijn éénvoudig klasse- FEUILLETON. De Germaansche gevangene Een verhaal uit de eerste eeuw onzer jaartelling. 61) Ontwakende sprak ze: „Wanneer een aan zienlijke sterft, worden, gewoonlijk elar >en vrijgelaten. Een Vestaalsche maagd mag Rome eenige eischen stellen. Ik heb er geen enkele ooit gehad. De Germaan sche gevangene die u redde is niet langer elaaf van een lid der keizerlijke familie, maar van een der onderdanen. Ik verlang als mijn laatste verzoek aan Rome, dat de stad hem vrijkoopt. Ik vind het aan genaam te denken dat hij gelijk met mij bevrijd wordt. Lieveling, herhaal mij nog eons de woorden van den groeten Athe- ner." Diodora zegde, zoo goed ze kon, do woorden van Socrates, die ze dikwijls met Laon gelezen had. „Maar zij, die bevonden worden een voorbeeldig heilig leven geleid te hebben, zullen ten laatste uit. deze wereld als uit con gevangenis bevrijd, aankomen in de peine gewesten hierboven, want onze ziel 3i zekerlijk onsterfelijk." ..Hij denkt dat. hij mij spoedig lils ge- Jtorvone zien zal. Maar wees verzekerd dat.ik na mijn dood niet hier blijf, maar heenga naar een gelukkige plaats van de zaligen; zoodat wanneer ge mij ziet be graven of verbranden, ge niet over mij be droefd zijn moet, als onderging ik iets vreeselijks, en bij mijn uitvaart niet' zeg gen moet dat Socrates weggebracht en begraven wordt. De ziel i6 ongetwijfeld onsterfelijk en onvernietigbaar, en zal in de onzichtbare wereld blijven voortbestaan, niets mot zich nemende dan de wijsheid die ze hier verzameld heeft. „En toen sprak hij over ons leven op deze kleine aarde als mieren of kikkers in een moerac, en hoe we stervende vleugelen ontvangen om op te stijgen naar de groo te, reine en heerlijke wereld omhoog." ,,0 mijne zuster," zeide de Vestaalsche, „wisten we slechts zeker dat wij deze vleugelen zullen ontvangen; dat ze in on ze zielen wassen, dat wij onder die reine geesten behooren, die niet weder zullen verzinken. Maar dit laatste zult gij voor mii doen, nietwaar? Ge zult zorgen, dat die jonge Germaan de vrijheid herkrijgt.. Dan voel ik me als stierf ik met eenig goed doel; als een Romeinseh soldaat op zijn post." Gedurende den nacht., bij 't zachte schijnsel der lamp, scheen de Vestaalsche te meenen, dat ze weder als jaren geleden eenzaam de wacht hield bij hot. vuur: „Zie, schoone, reine, Vestaalsoho ster ren, wanneer ge een voot een de kleine ruimte boven mijn hoofd doorwandelt, op mij neder! Zie, ook ik waak bij het vuur, het heilige vuur voor Rome. O, eindelooze hemelen, voor u brandt het vuur van mijn haard! Hebt gij een haardvuur voor mij? Dit vuur was 't mijne niet; ik onderhield het. slechts. En deze sterrenvuren zijt gij niet! Gij zijt' daarachter; ver daarachter! Ik kom! Laat mij daar een klein vuur voor de aarde mogen onderhouden! Geef mij een groot hart om aan te rusten!" En toen de lamp uitging en het dag licht verscheen, keerde de helderheid tot haar geest terug en zeide ze, met de klaarheid, stervenden dikwijls eigen: „De Germaansche gevangene zal vrij zijn. Dat is de vervulling van mijn droom, waarin Cloelia, die de rivier doorwaadde en de kinderen redde, mij verscheen en voorspelde dat mijn leven zou zijn als het water, dat onze voorvader van de Cloeliaansche heuvelen leidde. Misschien heb ik twee bekers frisch water mogen aandragen: een om u morgen aan morgen den getrouwen da.gelijkse.ien huisbezoeker, te verkwikken, en een om hem te verlos sen die u redde. Dat is ten minste iets!" En na een korte pauze: „Hij zal vrij zijn. En wellicht ik ook; vrij uit de gevangenis, gevleugeld, u ken nende en verwachtende. Wanneer er ten minste Een is die mij verwacht on ontvan gen wil! Misschien! 't Is een donkere tocht op een „misschien"! Lieve zuster! blijf bij mij wanneer ik heenga! Laat mij weten dat dat moedige hart niet meer be hoeft te vreezen voor dienstbaarheid, zwreep en kruis! Leg uw hand in de mij ne! Laat mij donken dat mijn leven voor u oen verkwikking geweest is; en voor hem mijm leven en mijn sterven! Mis schien had Socrates gelijk en hoeft de ziel vleugelen. Misschien had de oude Jood gelijk: „Hij komt om do wereld te richten in rechtmatigheid!" XXV. In 't heilig Pomaerium de plaats voor den godsdienst binnen de oude stads wallen uitgespaard, waar godsspraken en wichelarij voor de stad werden gehoord en gepleegd, waar niets onreine komen mocht, werd de asch van Cloelia Pulchra bijgezet al6. iets heiligs, dat aan don He mel en aan Rome behoorde. Daarheen sloop Cloelia Diodora eiken morgen en eiken avond; daar waakte zij menigen nacht. Zonder vrees voor ge vaar, vrij als cone voor wie het leven geen hope meer heeft. Wat kon de ergste vijand meer doen dan de zwakke banden •breken, die zij beloofd had zelve niet te verscheuren? Zij gaf zich onafgebroken aan haar smart over. Met het. leven harer zuster was alles verloren wat haar leven waarde gaf. 't Was alsof ze zelve op dien brand stapel verteerd was haar hart lag in die as oh te smeulen, steeds brandend, nooit verteerd. Met haar waren Liefde ou Plicht ook verdwenen. Er waren voor haar geen teedero banden, geen noodzake lijke plichten, die haar tot het dagelijksch leven terugriepen. Niemand miste haar; zij verzuimde niets, wanneer ze den gan- schon dag en menigon nacht bij de asch harer doode verwijlde. Haar levensroe ping was geëindigd voor haar leven. Voortaan zou haar leven gelijk zijn aan dit Promaeriura; een geheiligde ruimte Ln 't hart eener groote stad; eens doorploegd door den heiligen ploeg der hoop, thans gewijd aan 't verleden, aan Heiligen Dienst on aan den Dood. Er was niemand, die met haar weende on mot innig medelijden doch almachtig zeggen kon: „Ween niet!" gelijk Hij kon, dien zij niet kende. Maar er was ook nie mand, die mot droge ©ogen en harde stom beval: „Ween niet, tranen met mate zijn vergeeflijk en zelfs weldadig, maar 't is nu genoog, ga u nu weer vermaken, go- lijk Tiberius." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 1