4 Gemeenteraad Rijnsburg. Vergadering van Vrijdag 14 Juli, des avonds te zeven uur. Voorzitte-r de burgemeester. Afwezig zijn dc hoeren weth. v. Iterson en J. Bchoreveld beiden mot kennisgeving. Dc Voorzitter orent d© vergadering op gebruikelijke wijze. 1. Er zijn geen ingekomen stukken. 2. Vaststelling percentage II. O. Naar aanlei ding van gegevens, verstrekt door het Rijk, en door B. en W. gemaakt© berekeningen in verband met d© verschillende kohieren, atollen B. en W. voor het percentage op 5.3 vast t© 6tollen. De heer S. Sc hone veld wijst op de po6t onvoorziene inkomsten en op de voordeclige rege ling der verschillende renten. Dit acht spr. ecu voorname factor in de Gemeente-financiën. lieden waarom spr. voorstelt het percentage op 5 to bepalen. Dc lieer v. d. G u g t n vindt, dat het nu voorgesteld© getal nogal togenvalt, gezien de voorafgaande berekeningen. Do V o o r z. antwoordt, dat die slechts glo baal waren. Deze cijfers zijn echter nauwkeurig. Conform het voorstel wordt z. h. st. besloten. 3. Leening 6choolbouw, Voor den bouw der bijzondere scholen is mo-. mentoel een bedrag van f 11400.noodig. B. «m W. stellen voor hiertoe een leening aan te <apn. D© heer S. Schoneveld vraagt waarom do goedkeuring van den Raad hiertoe vereischt is. Deze heeft al uitvoerig over den schoolbouw ge- üscuseerd en deze geeactioneerd. Toen is reeds een hooger bedrag gevoteerd; •Üt voorstel lijkt spr. niet meer noodig. Conform het voorstel van B. en W. wordt be sloten. 4. Tijdelijke leening. Wij hebben aldus de V o o r z. al een tijdelijke filing van f 10.000 loozen. B. en W. stellen voor die af te doen en te dekken door een nieuwe rnan f 10.000. Aldus besloten. 5. Lokaliteiten zitdagen Rijkeontvanger. De Min. van Financiën verzoekt tot het tref fen eener voorziening in de behoefte van een be hoorlijke Idealiteit tijdens de zitdagen van den Rijksontvanger der belastingen. B. en W. stellen voor hiervoor een lokaal in het gemeentehuis te bestemmen. Aldus besloten. 6. Uitdiepen Vliet. Het Hoogheemraadschap Rijnland verleent eubeidie tot bet uitdiepen der Vliet, op bepaalde voorwaarden, zooals het in een schrijven aan den Raad mededeelt. De subsidie bedraagt f 2000. Daar de vervulling dezer voorwaarden ie veel gek! zou vragen stellen B. en W. voor dit aan bod te. wijzen van do hand. De Voorzitter zal deze vraag op 't einde der vergadering beantwoorden. De heer Schoneveld vestigt de aandacht op den onhygiënischen toestand van de Lage Vaart. De Voorzitter zegt onderzoek toe. Conform besloten. 7. Adres intrekken rijwielverbod Kerkstraat. •Het. in de vorige vergadering aangehouden adres komt weer in behandeling. Dé 'meerderheid van B. en W. stelt voor hét. verbod voor rijwielen op te heffen. De heer Jonker heeft de vorige keer g©- aegd, dat de verordening is vastgesteld ter be perking van het gevaar voor de schoolkinderen. Nu is er nog een nieuwe grootore school inplan ts van de oude kleine gekomen. Het gevaar is dus nog vergroot. Laat die verordening maar blij ven! En de endertcekenaars? Zijn dat jongens ef burgers? Dat ie ook oen pnnt van belang? Spr. acht intrekking een onverantwoordelijke iiaad. Een bepaalde tijd b.v. 's avonds 10—'a avorgene acht wil spr. vrijgeven. De heer Zandbergen wijst er op, dat de '4 ruit te op bepaalde uren van den dag in de Kerkstraat heerecht. Laten we dan het rijwiel- verkeer verbieden. De heer Jonker vraagt o! de heer Zand bergen wel eens 'e avonds na zevenen in do Kerk straat vertoefd heoft in een huis b.v. en daar het verkeer eens nauwkeurig gadegeslagen. De heer J. Schoneveld bestrijdt de on rechtvaardige en partijdige ontheffingen van het verbod. De heer S. Schoneveld ie het niet eens met het advies van B. en W. Hebben B. en W. indertijd een niet zeer goed doordacht advies gegeven, toen deze zaak werd voorgesteld? Maak •ens een verordening, die het Rijneburgsche pu bliek aangenaam is. Zoo'n weerhaan-politiek is beneden de waar digheid van den Raad en benadeelt diens pres tige. In de verordening voor de geheelo kom der gemeente is verder sprke van niet harder rijden dan een „matige draf."- Een nogal vaag verbod vindt spreker. D© heer Jonker wil hetartikel betreffende vrijstolligen gehoel laten vervallen of die an« ders door den Raad doen verleen en. De heer S. Schoneveld wijst er op, dat •llen het gevaarlijke van het wilde fietsrijden im zien. Wanneer dan deao verordening wordt op geheven, dan zou spr. een aanvulling in het overschietende deel der verordening wenschen, opdat op en of andere wijze aan deze wantoe standen een eind wordt gemaakt. Bij schriftelijke stemming wordt met 7 tegon 2 stemmen het voorstel van B. en W. aangeno men. Togen de heeren Knijff en Jonker. 8. Aanschaffing watermeters. B. en W. hebben het na ingewonnen advies van de directeur der Waterleiding te Ledden, noodig geoordeeld den Raad voor te stellen een 25 tal meters aan te schaffen, die per stuk f 25 kosten, ter vergemakkelijking van een onderzoek tier oude gasmeters. Aldus besloten. 9. Vergooding diensten personeel. Vroeger heeft de Raad zich voorbehouden zolf deze vergoeding te verleenen. B. en W. stellen voor den 3 veldwachters een vergoeding van f 5 to verleenen. Aldus besloten. Rondvraag. Do lieor v Biezen vestigt de aandacht op hot lijden van drie personen op één fiets. Do heer S. Schoneveld wijst er op, dat, indertijd door de Rijneburgsche geheelonthouders een verzoek om invoering van een tapverbqd hebben ingediend. Hooren we daar na nog iets van? Do Voorzitter antwoordt, dat het stuk bij do leden heoft gecirculeerd en eerst onlangs hoeft spr. het terug ontvangen. Spr. zal het stuk in de volgende vergadering aan de orde stellen. Do heer S. Schoneveld vindt den spood waarmoo verschillende zaken worden afgehandeld nogal vorschillend. Dit adres i6 nu plus minus een half jaar oud. Do lieer v. d. G u g t e n vindt, dat in het ge val van do beruchte kelder in de Koestraat veel te langzaam wordt opgetreden, terwijl de ge moorde door haar niet voldoende 'afgesloten riolen zolf de veroorzaakster van dezen toestand is. De Raad gaat hierop in geheime zitting ter behandeling der reclames H. O. Gemeentezaken. De Huurcommissie. Daar de Huurcommissie met 1 October het perceel in de Kloksteeg zal moeten verlaten, heeft zij bij de gemeente in huur gevraagd een tweetal vertrekken van het perceel Breestraat 119; B. en W. stellen voor, aan dat verzoek te voldoen tegon een huurprijs van 50 por maand met inbegrip van vuur- en licht. Benoeming 1 eeraar. B. en W. bevelen aan ter vervulling van de vacature in de betrekking van leeraar in de Oude Talen aan het Gym nasium alhier tot een tijdelijke benoe ming voor één jaar: lo. Den heer J. R. Wartena, Doctoran dus in de Klassieke letteren, Oude Sin gel 12, alhier; 2o. Den heer J. H. de Marez Oyens, Doctorandus in de Oude Letteren, Mu seumplein 6 te Amsterdam. Na zeer ernstige overweging hebben B. en W. gemeend den heer Wartena No. 1 te moeten plaatsen, omdat hij huns in ziens, den meesten waarborg geeft een goed docent te zullen zijn. Dc zakelijke belasting op het bedrijf. Tot hun leedwezen kunnen B. en W. geen vrijheid vinden den Raad in overwe ging te geven op de verzoeken inzake af schaffing der zakelijke belasting op het bedrijf in te gaan. Gaarne erkennen B. en W. dat de zakelijke belasting op het be drijf geen ideale belasting is en dat, in dien tot verlaging of afschaffing van be lastingen kan worden overgegaan, deze heffing een der eerste is, om voor ver mindering of afschaffing in aanmerking te komen. Doch hoe iemand, die op de hoogte is van den financieelen toestand der gemeente en het hooge percentage, hetwelk aan gemeentelijke belasting op het inkomen moet worden opgebracht, op dit oogenblik afschaffing- van de zakelijke belasting op het bedrijf kan bepleiten, zien B. en W. niet in. Zeer terecht dringt de Kamer van Koophandel er dan ook 9lechts op aan de desbetreffen de verordening zoo spoedig m o g e- 1 ij k in te trekken. B. en W. zijn volkomen bereid om, indien de finaneieele 'toestand (ter gemeente be ter wordt, te overwegen, in höeverr.y de zakelijke belasting op het bedrijf om le beginnen kan worden verminderd. Voor dit jaar is dit echter ten eencnmate on mogelijk, te meer nu het vermonigvuldi- gingscijfer voor h-et belastingjaar Me'i 1922Mei 1923 zoo laag mogelijk is ge steld én dus eène verlaging ven de zakelij ke belasting op het bedrijf om van af schaffing nu maar niet te sproken slechts tot een aanzienlijk tekort op de gemeenterekening zou leiden. Wijziging van de heffing in dien geest, dat bij de bedrijven met gemiddeld meer dan 9 arbeiders (de belasting vangt aan bij bedrijven met tenminste gemiddeld tien arbeiders) voor de eerste 9 arbckiers of voor jeugdige krachten geen belasting verschuldigd zou zijn, zooals in de adres sen wordt aangeprezen, is niet mogelijk, aangezien een dergelijke regeling in strijd zou zijn met artikel 242e der Gemeentewet Ook het leggen van verband tusschcu de uitkomsten van het bedrijf en de te be talen belasting heeft hier geen zin. aange zien een belasting met een zakelijk ka rakter natuurlijk geheven wordt los van de gemaakte winst of het geleden verlies, aldus B. en W. De hoornen op den Witten Singel. Eenigen tijd geleden bereikte den Raad een adres van een tiental bewoners van den W'itten Singel, waarin werd ver zocht do hoornen, staande aan de zijde van' hunne woningen tus3chen de beide ingangen der Groenhovenstraat, te laten veilen, ten einde de toetreding van licht en lucht'tot deze huizen te bevorderen. Alvorens deze aangelegenheid bij den Raad aanhangig te maken, deden B. en W. onderzoeken, welke meening op dit punt bij de rechtstreeks belanghebbenden, de bewoners van dit gedeelte van den Witten Singel, bestond. Zij gaven iederen per- ceelcigenaar de gelegenheid ons kenbaar te maken, of hij het gewensclit achtte, dat de verbrecding van don 9ingel, ge paard gaande met algeheele rooiing van do boomenrij aan den huizenkant, zich zou uitstrekken tot aan de voorgevellijn der huizen, dan wel niet verder dan tot een diepte van 15 h 25 M. der voortuintjes, óf dal hij er de voorkeur aan gaf, dal in den toestand van den Witten Singel, wat betreft de beplanting en de bestaando breedte, geen wijziging werd gebracht. Het resultaat van dit onderzoek is ge weest, dat men zich bijna algemeen ver klaarde tegen het denkbeeld, om ten be hoeve van de singelverbreeding dc boo menrij aan den huizenkant le doen vellen. Zoo werd in een door 35 belanghebben den onderteekend, request B en W. met klem verzocht, don huidigen toetand on gewijzigd te laten voortbestaan en heb ben ook de meeste onderteekenaren van het in den aanhef vermelde adres thans le kennen gegeven, op behoud van den tègenwoord-igen toestand prijs te blijven stellen, nu aan de rooiing van de booincn ceno verkleining of opruiming van de voortuintjes verbonden zou worden. Wel iswaar wordt in een ander adret» door oen twintigtal bewoners van den Witten Singel op bet vellen van Je boomenrij aan gedrongen, doch van de önderteeltenaars van dit adres wonen 16 ten Oosten van de Witte Rozenstraat, alwaar zich voor de huizen geen tuintjes bevinden. Deze per sonen behoeven zich derhalve geene op offeringen te getroosten voor de ver- belering van den toestand en hebben al leen het oog op ruimere toetreding van licht en lucht in hunne woningen. Van de overige 5 van deze adressanten hebben er voorts nog 2 nader verklaard, dat ook zij 'geen wijziging in de beplanting van den singel verlangen. Uit het bovenstaande blijkt naar de meening van B. en W. duidelijk, dat de overgroole meerderheid van de singel bewoners prijs stelt op behoud van de boomenrij en van de voortuintjes in hun tegenwoordigen staat. Uit de verschil lende adressen blijkt echter tevens, dat naar een afdoende snoeiirg wordt ver langd. Hiertegen bestaat uiteraard geen bezwaar en B. en W. hebben dan ook be reids opdracht in dezen geest gegeven, aangezien het inderdaad van groot belang is, dat lucht en licht in voldoende mate tot de-langs den weg gelegen huizen kan toetreden. Bij die snoeiing mag evenwel niet verder worden gegaan, dan met het belang van de boomen vereenigbaar is; anders toch zou de beplanting geschaad of misvormd worden. Onder deze omstandigheden geven B. en W. den Raad, overeenkomstig het ge voelen van de Commissie van Fabricage, in overweging, op het verzoek van R. Flu c. 8. tot het vellen van de boomen aan den huizenkant van den Witten Singel tusschen de Groenhovenstraten, niet in te gaan. Gëen tapverbod. Het Leidsch Drankweer Comité Kceft verzocht, te besluiten tot invoering van z.g. tapverbod van sterken drank, gelden de van des Zaterdagsmiddags 12 uur tot des Zondags op het voorgeschreven slui tingsuur, zoomede op den 3den October. Na ampele overweging van de vraag, of vaststelling van een z.g. tap verbod voor deze gemeente in den geest als door genoemd Comité aangegeven, gewenscht is, zijn B. en W. lot de overtuiging ge komen, dat hoezeer het tegengaan van drankmisbruik op zichzelf te loven valt en steun verdient tegen de invoering van zulk een tapverbod vo.rn Leiden Over wegende bezwaren bestaan. Deze bezwaren zijn deels van practi- schen aard, deels een gevolg van de op vatting, welke de Kroon ten opzichte van het tapverbod is toegedaan. Een voornaam bezwaar van practischen aard is, dat de naleving van een verorde ning, waarbij do.verkoop of het toedienen van sterken drank gedurende de bovenge noemde dagen wordt verboden, nooit ten volle is te verzekeren, waardoor het doel, dat men mét het verbod wil bereiken, voor een groot deel wordt gemist. Zoo zal een doeltreffende controle uiterst moei lijk zijn en zal het. cpnslateeren van clan- destienen verkoop van sterken drank vaak op vele moeilijkheden afstuiten. Het behoeft geen betoog, dat juist op dit ge bied een dergelijke, 'overigens onvermij delijke, leemte een groot bezwaar tegen de betreffende verordening vormt. Doch gestéld al, dat het mogelijk ware de ver ordening tën volle te doen naleven, dan nog zouden hare bepalingen zonder veel moeite kunnen worden ontgaan. Immers een tapverbod van de gemeente Leiden zal den ingezetenen niet kunnen verbie den buiten de gemeente sterken drank te koopen of te gebruiken, en het Ligt voor de hand te veronderstellen, dat zij, die zich met een tapverbod niet kunnen ver- eenigen, zich door het bezoeken van bui ten Leiden gelegen inrientingen aan dc werking daarvan zullen onttrekken. Zou men het drankgebruik willen beperken, dan behoorde dit daarom naar de mee ning van B. en W. te geschieden door ccne Rijkregeling en niet door de plaatse lijke wetgevers, ieder naar eigen inzicht. Voegt men bij het bovenstaande de groole waarschijnlijkheid; dat m-jn-, door van te voren drank in> te slaan, veelal zal zorgen om op de dagen, waarvoor het tapverbod geldt, toch van sierken drank voorzien te zijn,dan is het duidelijk,dat met een zooda nig verbod het beoogde doel niet zal wor den bereikt, ja dat er verkeerde gevolgen uit zul'len kunnen voortkomen, waarvan de nadeelen niet mogen worden onder schat. Zoo heeft de praktijk elders reeds geleerd, dat onder, de werking van een Lapverbod gedurende de kermis en feest dagen het aantal wegens drankmisbruik opgemaakte processen-verbaal niet noe menswaard verminderen. Ten slotte achten B. en W. hot uitvaar digen van een tapverbod veer de Zonda^ geil en voor feestdagen ook hierom ot.ge wen scht, omdat daardoor wegens het mis bruik, dat enkele personen dan wellicht van sterken drank maken, cok allen ove rigen ingezetenen op die dagen ieder ge bruik van stérken drank elders dan te huis of in sociëteiten, zou worden ont zegd, eenc beperking van de vrijheid der burgers, welke naar hunne meening te ver zou gaan. Naast al deze bedenkingen naar het B. en W. voorkomt intusschen reeds van genoegzaam gewicht om van de invoering van een tapverbod te weerhouden slaat het bezwaar, dat aan de nieuwe veroiöe- ning vermoedelijk een kort leven zou 'zijn beschoren, aangezien de Kroon haar raar alle waarschijnlijkheid in sliijd met dc wet zou achten en mitsdien op grond van artikel 153 der Gemeentewet vernietigen. De Kroon toch stelt zich, blijkbaar hare beslissingen, op het standpunt dat, wil de Raad van de hem bij art. 7 der Drankwet gegeven bevoegdheid gebruik maken, dit alleen geoorloofd is ten opzichte van die dagen, waarop misbruik van steiken drank is te vreezen. Voor zooveel het verzoek van liet Lcidsch Drankweer Comité betreft het in voeren van een tapverbod voor den 3den October, meenen B. en W. hier met enkele woorden te kunnen volstaan. liet is den Raad toch bekend, dal de verordening op .vergunning#- 'en vérlofslócanteiteri en lo gementen in 'de artikelen 5, 6 en 7 aan den Burgemeester de bevoegdheid geef» om, indien hij buitengewoue omstandighe den 'drankmisbruik en dientengevolge or de verstoring is te duchten, de noodige maatregelen te nemen. In voorkorner.de gevallen zou dus. zoo noodig, een overma tig gebruik van sterken drank op 3 Octo ber, gepaard met inbreuk' op de openbare orde, kunnen worden tegengegaan. Ons Babbelhoekje. Beete Jongens en Meisjes! Ziezoo, daar ben ik nu eindelijk weer boven water, t Heeft wel lang geduurd, maar jullie begrijpt zeker wel boe het kwam. De verkiezingen bezorgden me zooveel drukte dat ik geen tijd kon vinden aan jullie te schrijven, 't Speet me wel; omdat ik het zoo stellig beloofd had, maar ik heb toch geen kans gezien de vorige week, mijn belofte te houden.' Ik hoop nu maar dat de neefjes en nichtjes niet al te boos op me zijn en mij nu niet met gelijke munt gaan betalen. Jullie hebt zeker ook wel van de verkie zingen gehoord en gelezen. Geen huisge zin of er is over gepraat en hier in Lei den zag ik telkens heel wat jongelui voor het reusachtige bord aan de Nieuwe I.eid- sche Courant. Ik denk dat jullie wel net als ik den schilder hebt bewonderd, die zoo handig de letters op het bord bracht. 1t Was een lust om te zien. Maar het mooiste was toch, toen Vrijdagmorgen bekend ge maakt werd, dat de Christelijke partijen een groote overwinning hadden behaald. 't Was meer dan ik had durven verwach ten. Ik ga hierover nu niet verder praten daar jullie van dien uitslag en van de ver gaderingen die in verband daarmede ge houden werden, zeker wel gehoord hebt. Me dunkt, jullie zult wel begrijpen dat er weinig gelegenheid was om te schrij ven de vorige week, temeer omdat ik nog zoo heel veel andere dingen had te doen. Maar nu is langzameihand de rust weer teruggekeerd en hoop ik weer gelegenheid te hebben geregeld met jullie te babbelen. Ik zal maar beginnen met de laatste briefjes- te beantwoorden, want ik begrijp dat ik anders al heel weinig kans heb weer nieuwe briefjes te krijgen en dat zou me spijten. „Doornroosje". Leiden. Als je een kaart stuurt kan je adresseeren „Oo-m, Felix" Nieuwe Léidsche Courant, Leiden. Dan komt 't wel in orde. „De Geïiroedels" Leiden. De verjaardag waarover je schreef is hu al weer een liee len tijd achter den fug. Maar tóch nog gefeliciteerd liöor! „Eekhoorntje" Leiden. Het raadsel was goed. Je hadt er zekér al een voorgevoel van dat ik voorloopig niet zou antwoor den? „Hartediefje". Leiden, Jammer van dat zandtaartje dat je voor mij bestemd bad. Wat het schrijven betreft, me dunkt voor do eerste ni&al ging het nogal. Ik kan ech ter wel begrijpen, dat je Moe liever heeft dat je wat wacht. Wil je haar de groe ten doen? „Vaders Jongste'. Leiden. *f Raadsel past al niet meer in dezen tijd. 't- Is nu alweer de dagen worden korter. „Bellefleurtje". Leiden. Je kent 't boek nu zeker al haast van buiten is 't niet? Prettig dat je het mooi vond. „Moeders Oudste". Leiden. De vorige keer heb ik je dus blijkbaar over 't hoofd gezien. Voortaan zal ik er op letten hoor Wel bedankt voor je mooie kaart uit Zandvoort. Je hadt toen toch nog geen vacantie is 't wel? .Appclsteeltje". Leiden. Oók al over 't hoofd gezien de vorige maal. Je neemt het mij niet al te kwalijk is *t wel? „Robinson Crusoë". 't Doet me genoegen dat je het boek mooi vondt. Ben je nu nog zoo Jruk aan 't leeren of heb je al vacantie? S. en G. W. Woubrugge. Ja, ik kan niet allen die 't verdienen een prijs geven, maar ik ben blij dat jullie den moed niet laat zinken. Heb jullie nog de booten ge zien met de buitenlandscne conferee lie- leden? „Batavier" Leiden. En heeft. Moe wat moois voor je meegebracht? Op die ma nier is 't wel prettig als Pa en Moe eens uitgaan. „Anneke". Leiden. Je hebt ook al geen woord gehouden, nef zoomin als ik, want de 14 dagen zijn allang om. We hebben mekaar du-s niets te verwijten. Ik krijg nu zeker weer een briefje? „Clivia". Leiden. En is je Moe alweer beter? Ik hoop maar van wel. Tot mijn genoegen zie ik, dat je je nogal gemak kelijk naar dé meerdrheid voegt. M. G. Koudekerk. De meesten waren er niet voor om uit te scheiden, tenminste als ik henmeereken die verklaarden dat ze mee bleven doen als ook anderen dat de den. Verder kreeg ik nog een briefje van een nichtje die vergeten had haar naam er op te zetten. Een der jongens G. de L. was zoo vrien delijk mij een leekening te zenden wa'ik heel aardig vond. Ik. zou geen kans zien het na te doen, want in teekenon heb ik het nooit ver gebracht. Als ik mij niet vergis heb ik nu alle briefjes weer beantwoord, en het spieekt vanzelf dat ik nu ook weer graag van jul lie een levensteeken ontvang. Mijn plan is de volgende week weer een Prijsraadsel te geven, waarop, naar ik verwacht, weer heel wat goede oplos singen zullen volgen. Do moesten van jullie hebben zeker al vacantie en anders is er toch zeker al de vacantieslemming, en daarom geef ik ditmaal een verhaaltje uit den boeren oorlog, indertijd door een bekenden sclirij ver Penning verteld. Er was een Engelsehe landbouwer, die zich bij de Boeren had aangesloten en die daarom als een muiter werd beschouwd. Zijn hoeve werd het hoofdkwartier van de opstandelingen, die echter door den geduchten Kitchener verdreven werden Aleen een dochter van Right-man. zoo heette de boer, bleef met een trouwen kafferknecht achter. Nauwelijks echter waren de opstande lingen verdwenen of de hoefslag van paar denhoeven en luid kommanc#-gei oep werd op het erf gehoord. Toen werd dg buitendeur met een forschen ruk geopend^ en een Engelsehe luitenant trad sporen«- kletterend do woning binnen. „Hallo!" riep hij met krachtige stem# „zitten hier nog menschen?' Anna kwam van achter. „Ik zou 't wel denken, luitenant". „Verlaat dan onmiddellijk het buis!" „Waarom?" „Omdat het een rebellenhuis is; Right- man is vermoedelijk je vader?" „Ik ben er fier op, dat hij mijn vader is". „Zoo, dat moet u weten. Maar het huis wrdt afgeslookt". „Mag ik weten, wie uw lastgever is?" „Lord Kitchener". „Met hoeveel ruiters zijt u? „Waarom vraagt u dat?" „Omdat ik juist bezig ben, koffie voor hen te zetten". De luitenant was toch verrast dooi* deze zonderlinge wending van het ge sprek. Hij zag haar oplettender aan. Het was een jóng, knap meisje, met een fieren op slag der oogen en een vastgeraden kalm te, die indruk moest maken. „Wilt u 't niet zeggen, luitenant?" Zij opende zelf de buitendeur, om de soldaten te tellen. „Het zijn er twintig", zei ze: „ik be schik over twee en twintig kopjes, enfin, de ruimte schaadt niet". Het ging den luitenant- toch aan zijn hart, dit tuig aan de vlammen te moeten! prijsgeven, doch de ijzeren plicht riep. Hij had den schriftelijken lastbrief van Kitchener in zijn zak, en de opperbevel hebber zou 't hoogst euvel opremen, in dien hij om de vriendelijke oogen van een eenvoudig boerenmeisje ongehoorzaam was geweest. Op den dienst was Kitchener onverbiddelijk streng. „Mis", zei de luitenant met nadruk: van dat koffiedrinken komt niets. Verlaat nu gewillig het huis dan blijven we goe de vrienden". „Ik blijf hier", zeile ze met niet minde ren nadruk. „Dan moeten wc geweld gebruiken". „Doe dal!" Maar tegenover dit meisje geweld te ge bruiken, stuitte borti toch geweldig le gen de borst. Zij w-as weerloos, en juist die weerloosheid ontwapende hem. Zijil oucterlijke woning stond in de Schotsche Hooglanden; hij had èeri zuster .thuis,.van T zelfde slag als dit meisje en hij stelde zich voor, dat de vijand kwam, óm. die woning af te stoken. Zijn zuster zou de ouderlijke woning pok verdedigen, even dapper als diitl meisjo. „Miss, ik verzoek u.nu voor den laau sten keer, om mee te gaan". De luitenant we< s er naar op, dat de oorlog zijn bittere noodzakelijkheden mee bracht. Hij zei, dat het hem aan zijn harC ging, deze hoeve aan de vlammen pri/! te geven, en smeekte 'haar, hem niet t$ dv/ingen, geweld te gebruiken. Doch liet meisje bleef standvastig. „Ik zwicht slechts voor het geweld"* zeide zij op vasten toon. De luitenant verliet het huis Juist kwam| Kitchener te paard het erf oprijden. Zijn oog flikkerde onheilspellend. „Wat is dat, luitenant?'Zijt ge uw last brief vergeten?" „Excellentie, met uw verlof En de luitenant vertelde de onlmnttirf met dat boerenmeisje. „'t Is kras!" zeide Kitchener kort aan« gebonden, en stapte het huis binnen. Daar stond het meisje, de armen over o§ knnder geslagen. „Ga mee, kind!" kommandeerde hij. „Ik blijf hier, Excellentie ,Uw vader is van het Engoische l)Icn£ dat maakt zijn rebellie ï.og te nusda^ diger'. Zij zag den geweldigen veldheer, voor wien zijn soldaten sidderden, aan mei vlammende oogen. „Mijn vader doet zijn afkomst alle eer© aan, generaal, want hij strijdt voor vrij heid en recht. En die strijd heeft Oud- Engeland sterk en beroemd gemaakt.' „Dus ge gaat niet?' „Zoo waarachtig als ik leef, ik fciijf hier, tenzij uw soldaten zich verlagen, mij met geweld het huis uit te slepen". Kitchener zweeg een oogenblik. Er scheen een verandering op zijn gelaat zichtbaar to worden. Toen trad hij naar buiten. „Luitenant", zeide hij: „noteer in uw rapport, dat mijn bevel tot verwoesting van het huis van den rebel Rightman r:eö kon worden uitgevoerd wegens onver- wachten tegenstand van de dochter dca huizes. voorwaarts!" De luitenant haalde verruimd adem. „Excellentie!" zeide hij: „we hebben dorst, en dat meisje heeft de koffie reed» gezet!" „Ook dat nog!" zei de generaal. Toen gleed er iels als een glimlach ovefl dat ijzeren gelaat. „Goed, ik ben van de partij, wan», ik! heb ook dorst". Kitchener trad binnen, door zijn rui ters gevolgd, en reikte het meisjo--vrien delijk de hand. K ..lk feliciteer* u", zeidohij: „uw ouder-.; lijke woning slaat onder mijn bizondere bescherming". j „IJ zult er nimmer spijt van hebB®^ H Generaal",-antwoordde Anna met een lend gelaat, eu lij si-lionk de dsmpMKW l koffie in.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 7