Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRI S
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
PER WEEK 10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
3de JAARGANG.
MAANDAG 3 JULI 1922
No. 680
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIw 6.
PER GEWONE REGEL 4 f 0.221
DES ZATERDAGS B 5 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DL*PP UUEB!
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent
•a* bij vooruitbetaling.
V Er dreigt gevaar.
Er dreigt gevaar voor onze scholen.
Onlangs hebben wij melding gemsu
van een uitspraalc van een der vrijzinni-
ige propagandisten, die de Christelijke
schoolpolitiek vergeleek met schat-
kistpiraterij. Én tegelijkertijd acht'
te Ihet hoofdorgaan van de S. D. A. P. het
noodig te spreken van b o e v e r ij.
Mevr. WennigerHulsebos, die de vo
rige week te Rotterdam voor den Vrij
heidsbond optrad sprak volgens het ver-
elag in de N. R. Crt. in denzelfden
geest teen zij zich aldus uitliet:
„Godsdienst als prikkel voor het sen
timent mag in de politiek geen rol spe
len. Het splitsen van de scholen „vol
gens de godsdienstige sekten" neemt
spreekster geldverspilling en-
der het mom van Godsdienst."
De voorstanders van de Christelijke
school zijn dus onoprecht. Zij ge
bruiken den Godsdienst slechts als een
mom om hunne geldverspilling goed) te
praten.
Deze uitspraken zijn zeker teekenend.
Ze loeren ons wat ons te wachten staat,
indien ooit weer een tijdperk van vrijzin
nige overheersching mocht aanbreken.
En nu zegge men niet dat dit onmoge
lijk is.
Men kan zijn tegenstander nooit een
grooteren dinst bewijzen dan door hem te
licht te achten!
Wanneer slechts een klein smaldeel on
der de kiezers zich laat verleiden om op
de linksehe candidaten of op die van de
-belangenpartijen te stemmen, dan staat
alles op losse schroeven.
Voor de vrijheid en het recht van onze
scholen is vele tientallen jaren geworsteld
en gestreden.
Aan ons de taak om te behouden wal
verkregen werd.
Er dreigt gevaar voor onze scholen.
Meer misschien dan wij wel vermoeden.
Daarom is 'het temeer noodzakelijk,
dat, wij a.s. Woensdag onze stem uitbren
gen op den eersten candidaat van lijst 6,
op M r. V. H. Rutgers.
V Vrouwen, stemt Rutgers
„Do taak, waarboe de overheid tegen
woordig is geroepen, is m. i. de bescher
ming der zedelijke machten, die werken
in do maatschappij. Daartoe reken ik o p
de eerste plaats de verdedi
ging van het huisgezin, het
fundament van onze samenle
ving, tegen alle aanvallen van
vrije liefde, neo-malthusianis-
m e, waaraan het blootetaat."
Zoo schreef Dr. H. Bavinck in 1918.
Welnu, de Anti-Revolutionaire partij
wil niet anders, dan een Overheid te steu
nen, die het huisgezin, het fundament van
onze samenleving, tegen alle aanvallen
wil verdedigen.
Do strijd van de A R. Partij gaat
mede vo<or heb behoud van gezin en huwe
lijk.
Daarom, vrouwen, stemt a.s. Woensdag
Mr. Rutgers.
Maakt rood het eerste hokje
van Lijst N o. 6.
Stemt anti-revolutionair.
D s. H. J a n 6 e n, voorheen pred. bij
de Chr. Geref. Gem. te Leidon, schrijft
ip de „N. Haagsche Courant" het volgen
de:
Wie gisterenavond met mij tegenwoor
dig geweest zijn in het gebouw „de Dage
raad" alhier, zijn voor het meerendeel
stellig teleurgesteld huiswaarts gekeerd.
Blijkons een aankondiging zou daar im
mers door een van de candidaten der
„Staalkundig Geref. partij" Ds. Vreug-
denhil van Borsele, gesproken worden
over „Ons Beginsel" en ieder heeft daar
bij gedacht aan het beginsel van de
„Staatkundig Geref. partij". Dat heeft
ook mij genoopt te gaan luisteren, Maar
als ik ooit teleurgesteld ben, dan ie het
gisteravond geweest. En als mij iets dui
delijk geworden is, dan is het dit: dat wij
dergelijke menschen niet naar de Tweede
Kamer moeten zenden. Daar zijn al war
hoofden genoeg; laten wij toch dat aantal
niet meer vermeerderen. Ds. Yreugdenhil
heeft in naam over „Ons beginsel" maaT
in werkelijkheid over zich zei ven gespro
ken en een poging gewaagd om zijn can-
didaatstelling voor do Tweede Kamer uit
zijn ambt te verklaren.
Wanneer dan ook de dwaze en onbijbel-
sche theorieën, die Ds. Vreugdenhll over
het ambt verkondigd heeft, in praktijk
moesten worden gebracht, dan zouden alle
ambtsdragers naar het lidmaatschap der
Tweede Kamer moeten staan; dan was
het allerbest, dat men de kerkelijke ver
gaderingen maar met staakundig gezag
bekleedde en den Staat liet opgaan in
Kerk. Ik kon niet gelooven dat deze rede
neeringen kwamen uit den mond van een
predikant, die met het schoone formulier
in zijn ambt was gesteld en de vragen
van het formulier had beantwoord.
Ik zou dan ook Ds. Yreugdenhil ern
stig aanraden, dat formulier nog eens te
lezen en te zien of hij daarin ook maar
eenigen grond of aanwijzing vindt voor
datgene, wat hij gisterenavond inzake het
ambt heeft beweerd. Laat ik hem eerlijk
mogen zeggen, dat ik mij niet geërgerd,
maar bedroefd heb, omdat deze onbijbel-
eche redeneeringen gestaafd werden met
een beroep op „bijzondere goddelijke in
leidingen". Dat heeft mij bedroefd, want
daarin heb ik gezien het groote gevaar
van het subjectivisme. Als wij geen steun
vinden kunnen voor onze beweringen en
bedoelingen in de Heilige Schrift., dan zoe
ken wij die eenvoudig in 'n diepere inlei
ding des Heiligen Geestes. In dat gevaar
is Ds. Vmigdenhil gevallen en ik moét
hem ernstig waarschuwen op dezen weg
niet voort, te gaan. Want op dezen weg
verliest hij den geopenbaarden wil van
God die ons allen, en dus ook hem, tot een
richtsnoer voor geloof en leven gegeven
is, en hij loopt gevaar te vervallen tot
geestdrijverij. En allen, die hem gehoord
hebben, roep ik toe: zend zulk een man
niet naar de Tweede Kamer, want daair
hoort hij allerminst thuis. Daar hebben
wij behoefte aan mannen die niet alleen
beweren een beginsel te hebben*- maar die
ook de gaven en de kennis van God heb
ben ontvangen, om dat beginsel in onze
Volksvertegenwoordiging uit te dragen.
Daarom stemt A n t i-R e v o 1 ut i-
onaid
STADSNIEUWS.
De excursie der Haagsche gedelegeerden.
Over de excursie, waarvan wij in ons
nummer van Zaterdag melding maakten
zij nog het volgende medegedeeld:
Het Haagsche gemeentebestuur had een
groot aantal uitnoodigingen rondgezon
den en het gezelschap, dat aan den tocht
deelnam, was niet alleen zeer uitgebreid,
maar ook zeer internationaal. Behalve de
leden van de delegaties en de buiten- en
binnenlandsche conferentie-j ouroalis tea"
waren genoedigd de leden van het Inter
nationale Hof en het corps diplomatique.
Natuurlijk behoorde ook minister Van
Aynebeek tot de gasten. Verder waren er
led\ri van de rechterlijke macht en ande
rs hooggeplaatste ambtenaren genoodigd.
Ook <nkele leden van Gedeputeerde Star
ten maJa^ten het tochtje mee.
'Als gawhoeren traden do leden van het
college van tl en en Van den gemeen
teraad op.
De excursit was uitnemend geregeld.
Elk van de f^o*4igden had bij de invita
tiekaart een spetskaartje ontvangen,
waarop hij het traw ]£011 nagaan, dat
bij den tocht gevolgd 7011 worden, en om
i 11 uur des morgens stond er aan het Hol-
lamdsche Spoorstation voor 't gezelschap
'n extra-trein gereed om bet naar Leiden te
brengen. De gasten verzamelden zich te
gen dien tijd in een dichte menigte op het
perron. Hoevelen het er waren is moeilijk
-te zeggen, doch het zullen er niet veel
minder dan 400 geweest zijn. De leden
van de delegaties werden van hun dames
vergezeld. Afzonderlijke vermelding ver
dient, dat de Russische delegatie mot
eeniga van haar experts en secretarissen
van de partij was. Zij trok op het perron
wel de meeste belangstelling tot zich en
niemand die meer aangesproken werd dan
de onverstoorbaar glimlachende Litwinof.
In de Oude Vest voor de Lakenhal
wachtte een vloot van 21 vaartuigen om
het gezelschap aan boord te nemen. Er
was één groote boot, de „Pauline", voor
de hoofd gedelegeerden met hun dames en
de Nederlandscbe autoriteiten en een an
dere groote boot, de „Volharding VII"
voor de internationale pers. De overige
leden waren in kleine groepen over de
andere vaartuigen verdeeld. De gemeente
Den Haag had over de motorvaartuigen
de beschikking gekregen, dank zij de be
middeling van de Koninklijke Nederland
sche motorbootclub.
De vaart ging eerst langs den Ouden
Rijn op Alphen aan. Onder '6 Molenaars
brug werd „aangelegd". In den tuin van
de Villa Nuova waren een tweetal groote
tenten opgericht; waar een copieus dejeu
ner werd geserveerd. Daarna ging de
toch' over het Braassemermear met zijn
wijde aspecten en prachtige vergezichten,
langs Oude Wetering, door de Ringvaart
naar het Kaagermeer, waar de ranke boo
ten een poosje om de eilanden „spelevaar
den", de kleurige vlaggetjes wapperend
in don wind. Langs de Lee bereikte men
ten slotte Warmond, vanwaar in den laten
namiddag een extra trein de deelnemers,
blozend van den frisschen bollen wind,
zon en lucht, huistoe bracht.
Winkelweek.
Blijkens eene in dit nummer voorko
mende advertentie, worden onze Leidsche
winkeliers opgeroepen tot deelname aan
de dit jaar wed^-" te houden Leidsche
Winkelweek.
Zooals men zich herinneren zal, werd
in de jaren 1919 en 1920 reeds een zoo
danige winkelweek gehouden, welke bei
de koeren schitterend slaagde.
Het initiatief werd toen genomen door
de 3 Oct.-vereeniging.
Het vorige jaar besloot de 3 Ocf.-Ver-
eeniging echter geen winkelweek te orga-
niseeren, dioch dit over te lat^n aan den
Leidschen Winkelstand zelf.
Van de zijde der winkeliers werd toen
geen verdere aandacht aan de zaak ge
schonken.
Thans evenwel hebben de. drie hier ter
stede gevestigde winkkdiensvereenigin gen
n.l. de neutrale, katholieke en christelij
ke, het initiatief genomen tot hel organisee-
ren van .een winkelweek, welke zal
-gehouden werden vau 27 Sept. tot 3 Oc
tober a.s. Een uitgebreid regelingscomité
zal de zaak organiseeren en leiden.
Wij kunnen niet anders dan deze actie
toejuichen.
Niet alleen geeft een winkelweek aan
de viering van den gedenkdag van Lei
den's Ontzet eene feestelijken inzet, maar
tevons brengt ze voor nering en hantee
ring weder leven en vertier.
Vooral in den tijd waarin we thans le
ven, nu alles zucht terecht: of ten onroch-
te over de gevolgen der malaise, verdient
de actie vam onze Leidsche middenstands-
vereenigingen waardeering, en wij hopen
dan ook hartelijk dat evenals vorige jaren
de winkelweek van 1922, schitte
rend zal
De Propagandartoclit voor Rutgers.
Zelden hebben wij een verkiezing voor
de Staten-Generaal meegemaakt, waarbij
het zoo kalm en rustig toeging als dit
maal.
Zaterdag is de stemming er echter een
weinig ingekomen.
Voor drie verschillende partijen werd
Zaterdag door fietsende partij-genooten
-gedemonstreerd, n.l. de R. K., de S. D. A.
P. en de A. R.
Van de drie genoemden, was do rijwiel-
optocht van de A. R. partij zeker verreweg
de mooiste. Het was in één woord een
keurige stoet, bestaande uit 70 doel nemers
en deelneemsters.
Onder leiding van den heer C. A. de
B r u ij n werd de stoet aan de Burggra-
venlaan opgesteld.
Voorop ging een schitterend versierde
auto, waarin een tweetal in het wit ge-
kleede en met Oranje gesierde meisjes, die
uitstekend dienst deed om baan to ma
ken en den te volgen weg aa.n te geven.
Achter de auto reden de Voorzitter en
Secretaris der Organisatie, de heeren
Karstens en Lambooy, waarachter
om beurten twee dames en twee heeren
volgden.
De heeren waren getooid met Oranje-
strikken, terwijl de dames een breed Oran
jelint over den schouder droegen, waarop
de naam der Anti-Revolutionaire Kies-
voreeniging „Nederland en Oranje" in
goed sprekende, zwarte letters was ge
drukt.
Allen voerden een op de fiets gebonden
reclamebiljet mede, waarop te lezen stond
Wij stemmen Rutgers
Te circa 4 uur reed de stoet af, het ge-
toeter van den auto en het geklingel der
fietsbellen deed de menschen bij bosjes
toestroomen.
Nadat een gedeelte van de 6tad door
kruist was, waarbij alle buurten zoo
veel mogelijk werden bezocht, reed de
stoet via den Morschweg over Rhijnhof
•naar Oorstgeest, waar aan Café „Het
Witte Huis,, werd halt gehouden cn ge-
pauseerd.
Nadat weder het commando „aantre
den" had geklonken, en de gemeente'
Oegst.geest was doorkruist-, ging het via
den Rijneburgerweg, weer naar de stad,
waarop het andere stadsgedeelte met een
bezoek werd vereerd.
Toen de stoet het Kooikwarcier had
bezocht, werd nog even langs Lage Rijn
dijk naar Leiderdorp gereden, waar men
©venals te Oegst.geest niet weinig ver
baasd was over deze mooie demons!rade
voor den Candidaat der A. R. Partij, Mr.
Rutgers.
Menige uitroep als, mooi zoo, prachtig
zoo, of, ja, Rutgers stemmen w ij ook,
mochten de fiersende demonstranten op
vangen.
Te circa half negen keerde de stoet in
uitstekende orde op het terrrein aan de
Burggravenlaan terug.
Geen enkele wanklank was gehoord.
Alles liep in de beste orde af.
Hoewel de deelnemers en deelneemsters
na bijna 4ji uur gefietst te hebben, uiter
mate vermoeid en bestoven aankwamen,
was men toch niet te vermoeid om, na
een kort- woerd van dank van den voor
zitter, den heer Karstens, aan alle
dames en heeren voor hun verleende me
dewerking, nog uit volle borst een twee
tal coupletten aan te heffen uit Da
Costa's strijdzang, waarna de schitterend
geslaagde rijwieloptocht weer tot. het ver
leden behoorde.
Zaterdag j.l. herdachten mej. A. C.
Berends, bibliothecaresse en de heer P. J.
Smit, concierge bij" de Openbare Leeszaal
en Bibliotheek „Reuvers" alhier, beiden
den dag, waarop ze voer 12 XA jaar hun
betrekking aanvaardden.
Des namiddags 3 uur werden de beide
jubilarissen door het Bestuur ontvangen,
waarop Prof. Kuenen beiden in een korte
toespraak namens de Vereeniging voor
hun ijver en toewijding dankte en hun
een enveloppe met inhoud overhandigde.
Een onzer lezers deelt ons mede da*
hij de plaat, ingestoken in de verkiezings
courant en waardoor gewaarschuwd
wordt rechts te houden, voor zijn raam
heeft gehangen en dat deze propaganda
zoor de aandacht trekt. Wij maken hier
van melding om daardoor anderen op te
wekken dit voorbeeld te volgen.
Zekere G. G. heeft aangifte gedaan
dat hem op de Zaterdagavondmarkt een
portemonnaie, inhoudende f 7.—, ont
rold is.
L. H. deed aangifte, dat een glatruit
in zijn woning aan de Heerenstraat in
de nacht van Zaterdag op Zondag is
vernield. Van de daders geen =noor.
Onze goede oude Sleutelstad neemt
zoo langzamerhand alle allures aan van
een wereldstad.
Hedenmorgen werden we verrast door
het bericht van een complete scraatioof,
zoodat zeik de apachen niet ontbroken
om het geheel in stijl te houden.
Toen mej. S. hedenmoroen op het Ra
penburg wandelde., werd haar handtaseh-
je, dat een vrij groot bedrag aan geld
bevatte, haar door een ongunstig uit/iend
individu ontrukt.
De man was in een ommezien verdwe
nen en doordat, alles zoo vlug in zijn
werk ging kon mej. S. slechts een zeer
onvolledige signalement, verschaffen. Do
aanrander was een gezet-flink persoorv
vermoedelijk met een bruine pet op en
gekleed in een donker gekleurd costuum.
De botervsrkoop.
Wij hebben, zegt het Hdb l., al meer
malen geschreven over de eigenaardige
sprongen, dio de boterprijs tegenwoordig
maakt. Ook over den verminderden ex-
r<r>rl. tot de binnenlandsche consump
tie in een omgekeerde verhouding staat
als vroeger: voor den oorlog ging ge
middeld een 70 pet. van de productie over
de grenzen, tegenwoordig zal een onge
veer gelijk percentage in het land blijven,
al is sedert het intreden van de droogie do
export in de laatste weken weer wat toe
genomen.
De oorzaak van de groote verandering
zit niet alleen direct in de valuta-verhou
dingen, maar ook in de veel grooter ge
worden binnenlandsche vraag. Wij eten
wel degelijk een deel van onzen export op,
wat overigens uit een oogpunt van
volksvoeding een gunstig ver
schijnsel is.
Wat speciaal de boter betreft, is het
goeddeels veroorzaakt door den invoer
van de Australisch-Engelsche gouverne-
ments-boter, groote geconserveerde oor-
logs voorraden, die tegen een ongekend-
lagen prijs verleden jaar op onze markt
werden geworpen; er kwam trouwens
nog import van versche Australische bo
ter bij, die ook goedkooper was dan de
onze.
Geen wonder, dat de boter zoodoende
de margarine voor een deel heeft verdron
gen, ook nadat de bijzonder lage prijzen
tot het verleden behoorden.
Of deze toestand zal aanhouden, hangt
grootendeels af van de vraag, of de
Australische concurrentie, van versche bo
ter dan, tegen one winterseizoen zal wor
den hervat. De laatste maand is er een ge
voelige stijging ingetreden, waarbij hefJ
merkwaardige verschijnsel zich voordeed,
dat het buitenland (speciaal Engeland)
weer door zijn vraag den prijs op onze
markt begon te bepalen, zooals dat ook
vroeger gebeurde.
De veranderlijke verhouding tusschen
export on binnenlandsche consumplie
hoeft, geleid tot een crisis in de Ncd,
Ooöp. Zuiververkoopcentrale, die voor
don uitvoer werkte, en die nu met haar
FEUILLETON.
De Germaansche gevangene
Een verhaal uit de eerste eeuw onzer
jaartelling.
Uit geheimzinnige bronnen, waarvan
hij geen opheldering gaf, had Onias den
koopprijs voor Hilda en Siward beiden
bolaald. Hij wist wel dat Siward in wei
nige jaren dat bedrag voor hem terugver
dienen zou.
Een gemeenschappelijk belang verbond
die drie mannen; ieder hunner aange
spoord door zijn eigen hoop. Laon ver
langde naar zijn pleegkind; Siward werk
te voor eigen vrijheid en die zijner zuster,
eu bovendien voor 'zijn vaderland (hij wist
nog niet hoe Germanië door den op Her
man gepleegden moord den eersten tijd
geen uitzicht op redding had)en Callias
werd bezield door de lang-gekoesterde
begeerte, welke hij dien avond voor 't
eerst aan Siguna openbaarde.
Hij had er zijn hart op gezet om bin
nen enkele jaren Hilda zijn bruid te ma
ken. Gaarne was hij bereid zijn „zeven
jaren" te dienen om de zuster van een
jongen held, de dochter van oen goede
moedor, zelve uitnemend schoon en edel,
de zijne to mogen noemen.
Siguna en Esther hadden do zaak ern- i
stig besproken. Het har. <jier Germaan
sche was het ras genegen, in ^en
soon van Laon haar zoon zir*VO0j vriend
schap bewees. Ook Callias wa jiaar jief(
ter wille van zijn beschaafd en hoffelijk
gedrag. En de Joodsche vrouw zi? de
zoveu jaren, waartoe Callias zie,
bond,aartsvaderlijke wijding. Donzeden
avond werd do toestemming der moe^r
verkregen on Hilda aan Callias tot briis
toegozogd, zonder dut ze er zelve iets van
wist.
Thans was Siguna's hart over haar kin
deren gerust. Voor zichzelve wiet ze wat
haar te doen stond. Zij moest Agrippina
naar Romo volgen, en daar zoo spoedig
mogelijk haar vrijheid verwerven, om tot
haar kinderen terug te keeren. Dit ver
telde zij huu allen. Maar aan Siward
deelde zij, in het laatste uur van samen
zijn, mede welke diepere beweegredenen
ongeschokt in haar hart lag. Zij had het
besluit opgevat om zoodra zij vrij was
terug te keeren langs den noodloftigen
Romeinschen weg naar het Lippedail, en
daar Olaf, haar echtvriend terug to vin
den. Alles wat haar verder to doen stond,
hing van den ui! slag vail die reis af. Nie
mand anders, zelfs niet Siward, vertrouw
de zij dat toe. Anderen zouden te spoedig
ontmoedigd worden. In haar hart. gloeide
de ondoofbare verwachting dat hij nog
loefde. En dan zou zij hem vinden.
Zoo werden de Germaansche bloedver
wanten gescheiden. Hilda bleef in het ge
zin van Esther de Jodin; Siward in de
werkplaats van Laon aan de Orontes;
Siguna ging andermaal met Agrippina
over zee.
Naar Rome terug ging Agrippina met
haar treurend gevolg; naar Rome dat
nog geen twee jaren geleden de vorstelij
ke gestalte van den jongen Caesar in zijn
zegekar tusschen zijn zoontjes als over
winnaar begroet had; door de zeeën die
Temelden van dichtbevolkte eilanden;
vanwaar enkele maanden vroeger elke
haar honderden en duizenden gezon-
ad, om hem blijde te verwelkomen.
den
hij de kust van Azië, ont
moetten schepen van Piso.
t öcneen u gevecht te zullen komen.
r o® vlo-*n gingen elkaar voorbij on
der het toeroten wedorkeerig - van
bedreigingen eu,rerwenschingen.
Die vijamdelijk^gjj j-0I1(]en Agrippina
slechts weinig vero,rasten In haar jourf
had zij alleen aaa dloever vaa den Riin
het dichtst bij den vi^ t om do
brag vna te houden ..00r do le ioenen
van haar echtgenoov Manr
met het voorwon) harei )ifH haar
moet» aangevuurd had oe d vreeg djcr
liefde verdwenen Voor fcaah,^ de TCreM
we: mg verschrikkelijks moer;.behalv(! do
vrees dat haar zwakke besche^;ur, yoor
haar kinderen onvoldoende zijn zou.
Langzaam zeilde zij de volkrijke zeeën
door. Toon ze de kust van Italië verliet
had een storm de schepen verstrooid.
Thans hinderden geen stormen de reis. De
machten der onderwereld hadden het erg
ste gedaan; de naijver der goden brand
de nu niet en bedreigde de weduwlijke-
vorstin niet met schipbreuk. Haar gang
met de. asch van haar echtgenoot, naar
een hof dat haar haatte, was maar al te
zeker een schipbreuk, Door kalme zeeën,
onder de stralen van een onbewolkte zou,
naderde zij Rome.
Zoover ons bekend is legde ze bij geen
der plaatsen aan, waar ze nog kort gele
den met Germanicus feestelijk ontvan
gen was. Geen optocht te Athene; geen
wandelingen in Actium langs plaatsen
hun beiden dierbaar door familieherinne
ringen.
Allen to Corcyra rustte ze eenige da
gen, om haar geest tot kalmte te bren
gen, haar geschokte gezondheid te her
stellen. en kracht op te doen voor de aan
doenlijke, hartelijke en deelnemende ont
vangst, die ze aan de Italiaansche kust
tegemoet ging.
Zij had vernomen hoe diep Rome de
smart gevoeld had; hoe op een va'lsch ge
rucht van Germanicus* dood de gerechts
ziftingen waren verdaagd en de huizen
gesloten, hoe bij hot bedrieglijk bericht
van zijn horstel alle tempels overstroomd
waren door verheugde aanbidders, en hoe
later, in December, de Sarturnaliën nau
welijks gevierd waren, omdat de stad in
droefheid gedompeld was.
De vrienden van Caesar wachtten haar
ontscheping niet af, maar haastten zich
naar Brindusium, waar ze met een ge-
heele vloot haar omringden.
Zij kwam te Brindusium aan land. de
urn haare gemaals in de armen, haar bei
de jongste kinderen aan haar zijde. Haar
overige kindoren ontmoetten haar op het
strand.
Toen de vloot in zicht kwam was or
beraadslaagd over de boste wijze van ont
vangst: in stilte of met rouwbeklag?
Maar toen ze met. de urn aan land stapte,
barstte één luid geween los uit aller
borst. Men kon de stem der mannen nieti
van die der vrouwen onderscheiden; al
leen was, naar gemeld wordt, de wee
klacht dergenen die haar ontmoetten lui
der dan van hm die reeds met baar ge
rouwd hadden.
De kaden, de wallen, de daken der hui
zen waren opgepropt met een zwijgende
menigte, treurende met „het laatste ware
kind van Augustus, het laatste overblijf-
sc-1 dor oud-Romeinsche deugd."Nooit, wel
licht, had oen geheel volk aldue gerouwd.
(Wordt vervolgd)'.