het nieuwe kerkgebouw der
ned. herv. kerk te alphen.
De heer van •Hornessen schrijft ons uit Y/ou-
brugge
In September 1S20 gaven wij een historisch
overzicht bij het graven van do 3.20 Meter diepe
put voor den bouw der Ncd. Hervormde Kerk t«
Alphen aan den Rijn.
Thans is dit kerkgebouw voltooid, 23 Juni
1920 werd de eerste spade in den grond gezet en
29 Maart 1921 werd een aanvang gemaakt met
den bovenbouw.
Dit monumentale gebouw opgetrokken in een
stijl, die door do Romaansche kennelijk werd
beïnvloed, heeft een dakhoogte van 21.50 Meter,
met een toren van 40 Meter en biedt een sclioo-
nen aanblik met haar drie hoofdingangen.
Do bouwmeester, de heer W. Ch. Kuijpers Jr.
te Scheveningen heeft het interieur der kerk in
kruisvorm saamgesteld. Met zijn drie gaande*
rijen telt het kerkgebouw in het geheel 1254 zit»
plaatsen, waarvan 12 voorzien zijn van telefoon
voor hardhoorenden.
De eikenhouten preekstoel, vervaardigd door
den heer Planje te 's-Gravenhage, in de zelfde
stijl van het gebouw, kost pl.m. f 10.000.
Hot orgel met front moet nog geleverd worden
door den heer Steijnmeijer te Göttingen (Dnitsch
land), de kosten hiervan bedragen pl.m.
f 16.000.
Het licht in het gebouw wordt binnengelaten
door vier kolossale boogramen, gedeeltelijk voor-»
zien van gekleurd glas in lood, geleverd door
do firma Lehrer to Utrecht.
Onder 't orgel en achter den preekstoel bevinden
zich de consistorie- en bakerkamer, in eerstge
noemde prijken de wapens van Oudehoorn, Alpken
en Aarlanderveen en in laatstgenoemde de wa
pens, aanduidende de kringen waarin Alphen aan
den Rijn zich bevind, Nederland Zuid-Holland en
Rijnland.
Voor bergruimte van het Kerkelijk archief en
het zilvoren avondmaalstel is goed gezorgd door
het bouwen van een 'kluis van gewapend beton
met Lispdeur.
De Centrale verwarming is geleverd door de
firma W. J. Stokvis te Arnhem; de geelkoperen
kaarskronen, die nog aangebracht moeten worden
zijn begroot op pl.m. f5000.—. Het aanbrengen
der electrisch installatie daarvoor is opgedragen
aan den heer W. den Hertog Azn.
Het Gemeentebestuur van Alphen aan den Rijn
heeft afstand gedaan van haar historische rechten
met name op den toren, en heeft onder zeer
aannemelijke voorwaarden aan de kerkelijke
Gemeente de assurrantie-penningen van den af-
gebranden toren geschonken om deze gelden te
gebruiken voor een luidbel en een passend uur*
werk met do verplichting bij brand "of mobili
satie te luiden.
Bij den brand der kerk is gespaard gebleven
de Grafkapel, gesticht in de 17de eeuw door
Baron de Smeth van Alphen, burgemeester van
Amsterdam en Voorzitter der O. I. Compagnie.
In die kapel liggen 18 familieleden begraven. Tot
de inwerkingtreding der begrafeniswet van de
vorige eeuw, was deze kapel afgescheiden van
het schip der kerk door een geel-koperen hek,
dat toen vervangen werd door een muur, volgens
de acte op perkaraent, in het kerkarchief aan
wezig, meldende het recht van koop van die ka*
pel, had het kerkbestuur de verplichting, van
de wapenborden het spinrag te laten verwijde
ren. (Jammer dat dit stuk geschonden is, door
het uitknippen van het zegel, hangende aan de
bekende staart.)
Deze kapel wordt thans gerestaureerd, geheel
in stijl, voor rekening van de familie, waarvan
de kosten begroot zijn op pl.m. f 3000.
Voor den brand, was tegen den muur van het
gebouw, een grafkelder van de familie Koster,
volgens de opschriften lagen daarin begraven:
vader, moeder en zoon. Door den herbouw moest
die kelder verdwijnen. Met alle piëteit hebben
H.H. Kerkvoogden allee laten verzamelen, wat in
dit graf aanwezig was en dit gelegd in een nieu*
wen grafkelder, weder tegen den muur der kerk,
afgezet door een ijzeren hek en overdekt door een
zerk.
Evenzoo geschiedde met twee groote grafkei*
dere, ieder groot 16 M2. gevuld met beenderen
van Alphen's voorgeslacht.
Tijdens het gemis van haar kerkgebouw ver
gaderde de Gemeente eerst in de kerk van de
Gereformeerden to Alphen, en 6edert 1 Juli 1916
in haar. noodkerk.
De namen van de bouwers van dit fraai kerk
gebouw, dat een sieraad voor Rijnland is, zijn:,
de heer J. de Raat, hoofdopzichter; de heeren
S. de Jeu en J. Vonk, grond en metselwerk; de
hoeren J. Gesman en H. Turkenburg, timerlie-
den, bovenbouw; H. Oudenee, metselaar en J.
Z. van Hellemond, schilder, allen wonende te
Alphen.
Heeren Kerkvoogden rijn: Th. Spreij, preei»
dent, D. van Buuren, secretaris, W. Los, J.
.Voets en L. van Wijk, terwijl de namen van de
heeren L. Spreij Jzn., M. van den Hoek en Jb.
Boot niet achterwege mogen blijven, daar rij als
leden van -een comité, de finantieele belangen
van den bouw krachtdadig hebben behartigd.
Uit het Sociale leven.
Landarbeidersstaking geëindigd.
De staking, die in verschillende dorpen
dn het Noorden van de provincie Gronin
gen sinds een week of vijf voort
duurde, behoort thans weer tot het ver
leden. Dinsdagochtend hebben alle landar
beiders het werk heiwat.
De christelijk- en katholiek georgani
seerd en waren op advies van hun hoofd
bestuur Maandag reeds weer voor een
deel aan den arbeid gegaan.
Als gevolg daarvan hebben toen ook
de modern georganiseerde arbeiders, in
spoedvergaderingen dien Maandag bijeen
geroepen, besloten het werk den volgen
den dag weer aan te vangen.
De voorwaarden van de werkgevers-
bonden die 15 pet. loonsverlaging inhiel
den, zijn in zooverre gewijzigd dat deze
verlaging alleen geldt de vaste en los-
vaste arbeiders. De laatste categorie om
vat dio werknemers, die langer dan 9
maanden in één jaar bij een landbouwer
werk hebben.
Voor de losse arbeiders n.l. is de loons
verlaging 5 pet. minder geworden en be
paald op 10 pet. Een kleine verbetering
■dus voor deze groep van werknemers.
Thans wordt er met man en macht in
de bieten gewerkt, om nog te redden wat
jet te redden valt. Want het zijn juist de
ze velden, die het. meest geleden hebben,
doordat ze niet op tijd gewied zijn.
Sommfge stukken zijn zoo door het on
kruid overwoekerd, dat ze niet moer goed
te krijgen zijn en dus moeten worden
omgeploegd. Wat natuurlijk een schade
post voor den landbouwer be teekent.
De neringdoenden op de dorpen zullen
ongetwijfeld ook wel verheugd zijn, dat
de staking voorbij is, daar zij het r aar
al te zeer in 'hun zaken ondervond' dat
er malaise heerschte in 't geheel: land
bouwbedrijf.
Het is te hopen, dat regen en zon flink
meewerken, opdat de nu nog te bewerken
perceelen, die hier en daar zeer achterlijk
zijn geworden, een loon end beschot op
leveren.
Voor den boer zoowel als voor den ar
beider.
Het hoogovenbedxijf.
De bemiddeling van den burgemeester
van Vel sen in het arbeidsconflict aan het
hoogovenbedrijf heeft tot resultaat ge
had, dat de eiders der arbeidersorganisa
ties heden zullen adviseeren tot hervat
ting van het werk.
Sigarenindustrie.
De firma J. S. Hessen Zoon te Haar
lem heeft aan 40 sigarenmakers tegen
Zaterdag ontslag aangezegd.. De firma
moet daartoe noodgedwongen overgaan,
omdat zij geen bandorolle-zgels van het
rijk kan loskrijgen.
Het conflict bij de oliefabrieken.
Over de door de Directie van de Olie-
fabrieken Calvé-Delft aangekondigde
werktijdverlenging is tusschen werkge
vers en werknemers nader geconfereerd.
Als gevolg hiervan is in de aanvankelijk
door de Directie vastgestelde arbeids
voorwaarden nog een kleine wijziging ge
bracht en wordt voor de werklieden, werk
zaam in het continubedrijf do gemiddelde
47-urige werkweek ingevoerd. De overige
groepen werken 48 uur per week. Bij de
ze verlenging van werktijd zullen dezelf
de loonen worden uitgekeerd als bij de
vroegere werkweek van 45 uur.
De gewijzigde arbeidsvoorwaarden
welke door de verschillende organisaties
van werklieden werden aanvaard, treden
26 dezer in werking.
Een ongemotiveerde staking.
Door 70 sigarenmakers, werkzaam voor de
Spaansche regie in de fabriek voorheen. M.
Azijnman le 's-Herlogenbosch, is bet werk neer
gelegd. Hun eenig motief was, dat ook in
Amersfoort een dag gestaakt is.
Zij worden nu door 70 anderen vervangen,
die door de Arbeidsbeurs Teeds zijn opgeroepen,
terwijl de steunregeling voor ben nu vervalt.
Nieuwe Uitgaven.
Wij vernemen dat bij den Uitgever
J. H. Kok te Kampen weldra weder een
voor ons gansche Volk zeer belangrijke
uitgave het licht zal zien.
Groen van Prinstereris Meesterwerk:
„Ongeloof en Revolutie", is van algemeene
bekendheid. Niet minder dan vier drukken
vonden reeds hun weg. Maar het kan niet
worden ontkend, dat dit klassieke werk
voor onzen tijd niet meer in alle op
zichten voldeed. Prof. Mr. P. A. Diepen
horst heeft getracht dit bezwaar op te
heffen door een geheel nieuwe bewerking,
zoodat het als 't ware een nieuw boek
is geworden, dat zeker met groote belang
stelling zal worden ontvangen en voor
onzen tijd, zoo zwanger van allerlei stroo
mingen en denkbeelden over Ongeloof en
Revolutie, van groote beteekenis kan
worden geacht.
Groen blijft in dit boek spreken; zoo
veel mogelijk is de oude tekst bewaard.
Waar in den tekst inlasschingen ge
schieden, wordt dit door plaatsing tusschen
haakjes kenbaar gemaakt. Door korte
saamvatting van beschouwingen, die voor
onzen tijd minder actualiteit hebben, door
getrouwe overzetting van de in vreemde
taal gestelde uitspraken, door eene uit
voerige inhoudsopgave bij iedere voor
lezing, door veelvuldige kantteekeningen
en verklarendé aanteekeningen is gepoogd
de aantrekkelijkheid te verhoogen. Ook
het uitvoerig naschrift zal zeker ten goede
komen aan het doel, dat Uitgever en
Schrijver zich bij deze bewerking stelden.
Dat doel is, aan al onze meelevende
mannen en vrouwen, niet het minst aan
onze Christelijke vakorganisatie en jonge
lingen, een boek te geven dat principieele
teerkost biedt op den levensweg.
Ten einde dit meesterwerk in alle
kringen te kunnen brengen, ook van den
minder koopkrachtige, zal het voor goed-
koopen prijs, en in afleveringen verkrijg
baar worden gesteld.
Een tweede uitgave van dezen Uitgever,
waarvan ook spoedig de verschijning kan
worden verwacht, is: „Het Evangelie en
de Moderne Mensch", door G. S. Petrow.
Dit is naar de 21e Russische uitgave uit
het Duitsch vrij vertaald en voor het
Nederlandsche Volk door Dr. B. Wielenga
bewerkt. Het is een zeer bijzonder boek,
dat ongetwijfeld sterk de aandacht trekken
zal.
Van de Serie Kuyper-lierdrukken zullen
in den loop van dit najaar achtereen
volgens het licht zien: „Dagen van goede
Boodschap" (4 dln.), „De Twaalf Patriar
chen", „De Engelen Gods", en „Voor een
Distel een Mirt".
Land- en Tuinbouw.
Afschuwelijk veevervoer,
We lezen in het ,,Hbld." het v<
uit Roosendaal:
Sinds enkele maanden heeft aan het
grensstation Roosendaal een massa
export plaats van alle mogelijke soorten
vee en paarden Door zeer vele exporteurs
in den lande worden groote hoeveelheden
uitgevoerd, alles met de bestemming naar
Frankrijk. De manier echter waarop dit
veevervoer van de zijde van verschillende
exporteurs en van de Nederlandsche
Spoorwegen tot op heden plaats gevon
den heeft, spotte met elke gedachte aan
dierenbescherming.
Voordat deze veeladingen ons land ver
laten, hetzij dat deze moeten worden over
geladen of rechtstreeks doorgaan, moeten
ze gekeurd worden door de plaatselijke
Rijks veeartsen. Bij deze keuringen zijn
door een dezer keurmeesters, den heer
Kortman, verschillende malen ergerlijke
feiten geconstateerd, zoodat deze meer
malen de politie deed ingrijpen, die dan
ook vele processen-verbaal wegens dieren
mishandelingen heeft opgemaakt.
Om slechts enkele dezer feiten te ver
melden het volgendeOp 20 en 21 Mei
hebben op het emplacement van het sta
tion 5 wagons gestaan volgepropt met
varkens en kalveren. Temperatuur was
die dagen ondragelijk. De wagons pot
dicht; zelfs waren boven aan de wagons,
waar openingen zijn, nog horretjes beves
tigd (ingevolge een maatregel tijdens de
mobilisatie genomen). Li dien ondrage-
lijken toestand hebben die dieren twee
dagen lang daar gestaan en hebben vree-
selijk te keer gegaan. Toen des Maandags
de dieren zouden worden doorgezonden,
bleken er verscheidene dood te zijn.
Geconstateerd werd, dat deze dieren
niet waren verzorgd.
Eenige dagen later komt een wagon stie
ren aan. Zestien stieren in één wagon,
welke potdicht was. Een stier lag dood,
een andere lag te eterven. Op dezen stond
de rest te trappelen.. De dienstdoende
rijks veearts, de heer Kortman, constateer
de in de rechterflank een gat, dat op de
nieren uitkwam en hetwelk gansch was
ontstoken.
Bij ontlading van een wagon stieren
springt een stier met de horens in een
ijzeren lus boven aan den wagon en rukt
zich 'de horens af. Zelfs de pit was danig
verwond. Het dier bloedde ontzettend. In
het warme weer heeft het dier van des
morgens tot in_den namiddag staan bloe-
doen zonder dat eenige hulp werd ver
leend. Des avonds is het weer opgeladen
en doorgezonden.
Er arriveert een wagon varkens65
stuks in één wagon. Verscheidene liggeu
dood, de levenden waggelen over en om
deze doode-n.
Daar van geen kant verandering in de
zen toestand werd gebracht, is de heer
Kortman, op eigen gezag opgetreden, ter
wijl hij ook de Ver. tot Bescherming van
Dieren in den arm nam. Zoo liet hij de hor
ren boven aan de wagons verwijderen.
Voorts heeft zijn actie weten te bewerk
stelligen dat de dieren in Roosendaal vol
doende zullen worden gedrenkt en gevoe
derd. Eveneens zijn reeds vele exporteurs
tot het aanbrengen van verbeteringen over
gegaan. De dieren worden beter verladen,
krijgen goed voedsel, enz. Zoo ook had
een der exporteurs zijn wagons wit ge
verfd, hetgeen in dit warme weer veel ver
koeling in de wagons brengt. Door de Ned.
Spoorwegen is dit echter verboden
Bij beschikking van de directie der
Ned. Spoorwegen is thans bepaald, dat de
horren boven aan de veewagons moeten
worden weggenomen.
Al deze verbeteringen zijn echter nog
zeer weinig in verband met wat nog iede-
ren dag voorkomt. Het vervoer hier te
lande zoowel als in België en Frankrijk
laat zeer veel te wenschen. Voor de die
renbeschermers is hier nog werk te ver
richten.
WAT EEN MOEDER KAN.
Zoo mooi als een moeder kan voorle
zen en vertellen, kan het niemand.
Ik weet niet of 't u zoo gegaan is. Maar
bij ons was dit het geval.
Zoo mooi als onze moeder kon voorle
zen en vertellen, zoo mooi kon niemand
zulk6 doen.
Nog levendig herinner ik mij de sche
mer en avonduurtjes, als wij met ons
drieën, mijn oudste zuster, mijn broer en
ik, naar moeder luisterden.
Op een stoel of op een stoof gezeten
luisterden wij met aandacht naar het geen
moeder verhaalde.
Wij leefden mede en zagen de verschil
lende personen voor ons, waarvan moeder
sprak, 't, Meest aantrekkelijk waren voor
ons de geschiedenissen uit het Oude Tes
tament. Saul, David, Goliath, Jonathan,
Nebukadnezar, Daniël enz. waren de hel
den der verhalen, waarmede zij ons avond
aan avond kon bezighouden.
Hoewel wij de Bijbelsche geschiedenis
vrij wel kenden, toch luisterden wij steeds
met de grootste aandacht, naar hetgeen
er van verteld werd.
Zoo levendig wist zij alles voor te stel
len, dat wij ons nu eens in groote span
ning tegen moeder aandrukten en ons
hoofd in haar schoot verborgen en dan
weder opstonden en om ons heen staar
den, als konden wij de mannen en vrou
wen zien, waarover moeder tot ons sprak.
Wat moeder nog meer kon?
Zoo lekkertjes one in ons bedje toedek
ken, als moeder, neen dat kon niemand,
dat kon Mina onze zuster niet, dat kon
tante niet, die nu en dan bij ons kwam
logoeren. Neen dat kon moeder alleen.
Ook de juiste toon om ons avondge
bedje voor te zeggen, voordat wij in bed
sprongen wist- moeder alleen en dan
als wij eens 'heel boos en ongehoorzaam
geweest waren en als moeder dan ons
avondgebedje voor zeide, hoe wij verge
ving moesten vragen aan aen goeden Va
der, in den Hemel, dan bogen wij 't hoofd
heel diep op het dek van ons bedje, waar
voor wij geknield lagen en dan fluister
den wij haar 'heel zachtjes in 't oor, voor
wij gingen, slapen, dat wij er o zoo'n spijt
van hadden.
Wat moeder nog meer kon?
O, zoo veel, zoo heel veel. En dat alles
kon moeder doen, omdat zij ons kon lief
hebben, zooals niemand anders dat kon.
Als ik daaraan denk, of wanneer ik
een moeder bezig zie met haar liefde ar
beid voor haar kinderen dan wordt ik
soms jaloersch op het voorrecht dat een
moeder bezit.
't. Recht om lief te hebben, de gelegen
heid om liefde to kunnen bewijzen dat is
'het recht en het voorrecht van een moe
der. Niemand kan het haar betwisten.
Niemand kan of mag het haar ontne
men.
In onze dagen strijden de feministen
krachtig voor de rechten der vrouw en
wij veroordeelen dien strijd niet, al komt
ons gematigdheid gewenscht voor.
Het streven der striiders voor de rech
ten der vrouw zal zeker succes hebben,
doch meer succes en zegen zullen die
vrouwen, zullen die moeders hebben, die
van 't recht en van het voorrecht te kun
nen en te mogen liefhebben gebruik we
ten te maken.
Voor dit recht der vrouw behoeft men
niet te strijden.
Tenzij men een strijd tegen zich zelve
te voeren heeft, want liefde eischt zelfop
offering en zelfopoffering kost strijd.
Kinderen, wat is het een groote zegen
een moeder te bezitten die zich geheel en
al opoffert voor haar gezin. Treurig dat
er in dezen tijd zoovele vrouwen zijn die
niet waardig zijn don naam van moeder te
dragen. Ze verwaarloozen niet alleen de
kinderen maar het gehéele gezin wordt
een prooi der verwoesting. Zulk een vrouw
houdt geen rekening met Godé Woord, en
wie dat niet doet kan nooit een goede
huiévrouw wezen.
Lees maar eens Spr. 14 vre. 1. Elke
wijze vrouw bouwt haar huis, maar die
zeer dwaas is, breek het af met hare han
den.
Dit wordt helaas altijd niet gewaar
deerd. Hoevele kinderen luis! eren niet
naar haar vermaningen, maar volgen de
weg der zonden en wellusten totdat
hette laat is.
MORGENZORG.
O, wonderbaar diepzinnig zwijgen
Waar niemand d' inhoud van vertelt
De wouden plechtiglijk rich neigen
Ais ging de Heer door 'tetille veld.
Ik voel me als opnieuw geschapen,
Waar is de zorg, waar is de nood
van gisteren? Zijn ze ingeslapen?
Vernieuwend werkt het morgenrood!
De aarde met haar droefenissen,
Met haar genoegens, wil 'k betreen
Als brug, die Tc, Vader, niet kan missen
Op mijnen weg naar boven heen.
L. 9—6--'22. P.
8 Ons Babbelhoekje. j§
Beste Jongens eu Meisjes.
De verkieringsdrukte heelt mij parten ge
speeld, zoodat het mij niet mogelijk is mijn be*
lofto te houden.
Jullie weet natuuriijk wol wat er aan de hand
is. Binnenkort moeten alle mannen en vrouwen
naar do stembus om uit te 6prcken welke mannen
ons volk zullen vertegenwoordigen in de Tweede
Kamer om daar de belangen van het volk te be
pleiten.
Het spreekt vanzell dat hpt ons niet on verschil
lig kan zijn, welke mannen worden verkozen, o!
er mannen naar het Parlement gaan dié Gods
Woord in eere houden, clan wel personen, die
zeggen dat ze zelf wel zullen uitmaken, wat
al of niet in het belang van het volk ia.
Zulke Kamerleden hebben we vroeger gehad.
En weet je wat toen het gevolg was? Dat geen
Christelijke scholen mochten worden opgericht,
of, toen het eindelijk wel mocht, dat men het
door do hoog© kosten haast - onmogelijk maakte
Er is een tijd geweest, dat menschcn die Diets
anders wenschten te doen, dan God te dienen,
werden vervolgd en bespot en zelfs in de gevan
genis gezet.
En de Tweede Kamer vond dat wel goed en
deed niets om voor do belangen van de verdruk
ten op te komen.
Ik zou daar heel wat van kunnen vertellen,
maar jullio begrijpt wel, dat het van heel veel
belang is, dat er mannen gekozen worden, die
met het Woord van God willen reken eb.
Daartoe moeten we allemaal, ieder op zijn
eigen wijze meehelpen. De een door kiezers té
bezoeken of lectuur te verspreiden en de ander
door te schrijven of weer wat anders te doen.
Jullie zult me daarom denk ik wel willen ver
ontschuldigen. Wat het zwaarste is moet het
zwaarste wegen nietwaar?
Do volgende week echter hoop ik de briefjes
te beantwoorden en weer nieuwe raadsels op te
geven.
Vele groeien van
Oom FELIX.
DE MARTELARES VAN MADAGASCAR.
Ten Oosten van Afrika ligt een groot eu schoon
eiland, Madagascar geheeten, dat thans aan
Frankrijk behoort. In do vorige eeuw was het
onafhankelijk en regeerde er een koning. Even
als de bevolking was hij een heiden. Toen hij
6tierf, benoemde hij een neef tot zijn opvolger.
Pas was deze aan de regoering. of Ranava-
dona, een van de vele vrouwen van Radama, be
werkte een samenzwering, welko den koning van
en haar op den troon plaatste.
Haar eerste daad als koningin was het ombren*
gen van de gansche koninklijke familie, zoodat
er niet één overbleef, die maar eenigszins .Tan-
spraak zou kunnen maken op den troon. Zelfs
haar moeder moest sterven. Ze liet haar naar do
koortsige kust voeren, waar zij van honger
moest omkomen.
Waar er zulle een Atalia aan de regeering was
gekomen, is het niet to verwonderen, dat do
kleine Christengemeente in de hoofdstad beefde
en 6idderde, eiken dag een vrecsolijke vervolging
>©orzicndo.
Tot zoo iets 6cheen de koningin echter in Let
eerst niet geneigd, want in 1831 6tond rij nog
toe. dat er twee nieuwe kerken werden gebouwd.
Toch zou de vervolging op den duur niet uitblij
ven; dit begrepen do zendelingen terecht, cn
daarom werkten zo, zoolang 't nog dag was, met
al hun krachten, aan de verbreiding van het
Evangelie. Duizende Nieuwe Testamenten wer
den er gedrukt, en voortdurend samenkomsten
gehouden, waar aan armen en rijken, aan slaven
en vrijen de oenige weg, die ten loven leidt, werd
aangewezen. Do Heilige Geest werkte mode,
zoodat het scheen, of juist in dezen tijd geheel
Madagascar zich tot Christus zou keeren.
"Doch weldra werd het anders, en de vervol-
gingen begonnen. Bij gelegenheid van een Kei-
densch offerfeest vond de koningin gereede aan*
leiding, een begin te maken mot het uitrookt
~m het Christendom.
Al spoedig werden de samenkosten ten hui^
van zendeling Jones vorboden. en toen men daaf-
mee toch voortging, werd dat huis bewaakt. Df
Christenen lieten zich-hierdoor niet bevreesd ma*
ken, maar kwamen nu bijeen in het huis van ééE
hunner.
Ook hier volgden echter de vijanden, en ook
hier worden rij verdreven, en eindelijk werd den
zendelingen aangezegd, dat ze binnen een be»
^aaiden tijd--Madagascar moesten verlaten.
Een groote 6chrik maakte zich van allen moes
ter, toen ze vernamen, dat hunne leiders zouden
vertrekken, doch zij sterkten zich, wetende, dat
hun opperste Herder hun bijbleef, zeis in de
hevigste vervolgingen.
Op een donkeren avond begaven zich vele Mas
dagassen naar een verwijderd huis. Daar zou zen.?
deling Jones, de baanbreker van do zending og
Madagascar, voor het laatst met rijn gemeente
spreken, want reeds den volgenden dag zou hij
vertrekken.
Toen allen gezeten waren, 6prak hij lang en
ernstig met hen. Hij vermaande hen, onder alle
verdrukkingen toch steeds getrouw to blijven
aan den Heiland.
Toen hij zweeg, sprak er in 't eerst niemand,
maar eindelijk stond Rasalama op, en zeide, dat,
als men haar riep om voor dat Evangelie te ster*
ven, zij rich aan dat lot zou onderwerpen, wanÉ
het Evangelie had haar levend gemaakt, en rij
zegende de komst van den zendeling.
Jones was diep geroerd door de treffendo woor*
den van deze eenvoudige vrouw, en hij droeg
haar dan ook op, de gemeente verder te onder*
wijzen en voor te gaan.
Dorst maakte zij bezwaar en durfde Diet, docK
toen do zendeling haar moed insprak, overwon
zij haar schroom en zeide, dat ze het mot Gods
hulp wilde beproeven.
Nu stortte de zendeling met zijn gemeente rijs
hart uit voor Hem, die slaapt nooh sluimert, ec
droeg Hem de nooden en behoeften van* zijn volk
op.
- Een hartelijk afscheid volgde hierop, en iede*
ging naar rijn huis.
De bloeddorstige koningin Ranavalona hai
eerst gemeend, dat haar vroeselijke bedreigingen
wel zooveel 6chrik onder de Christenen zou te*
weeg brengen, dat ze den nieuwen godsdienst
zouden verlaten. Bitter vond ze zich teleurge*
steld, en ze meende nu, dat ze het niet bij be*
dreigingen moest laten, als ze de Christenen
wilde ten onder brengen.
Dadelijk gaf zo bevel, dat ieder, die een ver»
gadering van Christenen ontdekte, dit aanstond®
der Koningin zou mededeelen; wanneer hij het
niet deed, zou hij gedood worden.
Op een laten avond waren weer vele Madagas»
sen verzameld in het huis van een voorname
vrouw, waar Rasalama voorging, en hun de
Schrift verklaarde. Plotseling hoorde men eenig
gedruisch. Allen .schrokken en de lamp werd da*
delijk uitgebluscht. Ook staakte Rasalama haar
Bijbellezen, doch het was reeds te laat. en den
volgenden dag bracht de spion aan de koningin
de boodschap, dat hij een vergadering van Chris
tenen had ontdekt, en dat hij Rasalama duidelijk"
had hooren lezen- uit den Bijbel.
Dit bericht was voldoende, en weinig© oogen*
blikken later was zij roeds gevat, en in den ker
ker gezet.
Hier wachtte haar een treffende ontmoeting.
In do gevangenis zaten reeds vele medechristen
nen, evenals zij. om het Evangelie van Christus
smaadheden lijdend. Velen van hen waren in een
doffe moedeloosheid vervallen, en sommigen twij*
felden, of Johovah wel de machtige, de levende
God was, op Wien rij gebouwd hadden. Zij kon*
den niet gelooven, dat Hij Zijn kindoren in zulke
benauwdheden liet.
Maar Rasalama troostte hen, en wees hen op
het nut van de verdrukking, en hoe ze na hun
aardsche lijden den zaligen hemel zouden beër
ven, en altijd met den Heere zouden zijn.
Zoo beurde zij do verslagen harten der geloo*
vigen op, zoodat allen instemden, toen zij voor
stelde, een godvruchtig lied te zingen. En iu d»
kerkerholen van Madagascar, evenals in di=> van
Fhilippi weergalmden psalmen in den nacht.
Maar do koningin ziedde van toorn, toen ze
de houding der gevangen Christenen vernam, ea
ze besloot de voornaamste er van voor haar rech
ters te dagen.
Rasalama verscheen en bekende, dat ze tegen
de verordeningen der kóningin had gezondigd,
maar dat zo te gehoorzamen had aan Eén, die
veel hooger stond dan rij.
Men dreigde haar met den dood, maar zij ver*
klaarde, dat zo, hoe lief haar het loven ook was,
liever stierf, dan dat ze haar Heiland verleen
chende: Hem, dio allee voor haar verlossing had
verricht. Liever verloor zij haar leven, dan haar
Heiland.
Do koningin gelastte, haar te martelen. Ver*
scheiden weken moestze op den grond zitten haar
hals zoover mogelijk naar haar voeten gebogen,
en daaraan vastgebonden. In die houding werd
ze gegoeseld ten aanschouwo harer geloofsgenoo-
ten.
Al haar lijden verdroeg ze geduldig, en toe»
haar vijanden zagen, dat do wreedste pijnen niet
vermochten, haar van den Heiland to verwijde»
ren, besloten ze, deze hardnekkige to dooden.
Den 14den Augustus 1837 werd de dag harer
terechtstelling. 'Niemand werkte or dien dag in
de hoofdstad, want de christin zou terecht wor
den gesteld,
Met langzame schreden verliet zij hot gevan-
genhuis en ging naar de strafplaats. Zo was zeer
afgomat van de doorgestane martelingen, en bo
vendien had rij weinig geslapen den laatste»
nacht. Doch psalmzingend ging zo den martel
dood tegen.
De strafplaats was bezaaid met menschenbeen»
deren, en to midden daarvan moest Rasalama
knielen! Nog oens werd zo op do prooi gesteld,
doch zo 'weerstond moedig den verleider, en toe»
men haar de schrikkelijkheden van den dood voor
oogen stelde, sprak zo: „Dood. waar is uw prik
kel? hel, waar is uw overwinning?'*
Nog eenmaal kreeg ze nu gelegenheid, haar
Heiland te verloochenen, doch zo beleed Hem op*
nïouw voor God en mcnechen. Toen trad een beul
nader, cn hief een scherpe speer op.
Do boul stootte do speer diop in haar borst.
Noch fluisterde de stervendo„HoeroJ^
zusgenadegenade
Toen verliet do blanko riol het zwarto lichaam
en ging opwaarts naar den Heiland, om uit Zij»
handen do kroon dor onverdcrlelijkheid te' ont
vangen.
Rasalama was do eerste van Madagascar,' dis
haar geloof met haar bloed bozogelde. -