HieuwcLeidsclieCouranl
Tweede Blad.
Speciale VerfecpsiBiei.
Zaterdag 24 Juni 1922
Heilzame dwang.
En terstond dwong Jezus Zijne dis
cipelen in hot schip te gaan
Mattb. 14:22.
Indien de Heere ecris altijd deed naar
ons bidden, altijd den weg insloeg dien
wij aanwezen, nooit ons in eene richting
bracht tegenovergesteld aan óns inzicht,
nimmer ons dwóng in het schip te gaan,
storm en noodgetij tegemoet hoe. wei
nig zouden wij Hem leeren kennen, hoe
weinig Hem leeren vertrouwen in zijn
Vaderlijke wijsheid en grootheid.
Wat zou ons gelQof kwijnen.
Do discipelen hebben zoo pas de heer
lijkheid van Christus gezien in de verme
nigvuldiging der brooden.
Wonderbaar zegenend heeft de Mees
ter in hun midden geslaan. Uit zijn hand
hebben ze gegeten en zijn verzadigd ge
worden; en hun ziele heeft, bij twaalf
volle korven, de weelde gesmaakt van een
Christus,* die gekomen is, opdat zij het le
ven hebben en overvloed hebben.
Zulke tijden zijn in des Christens leven
niet onbekend.
Zonnige tijden, dagen van zegening,
waarin het zoet is een oog op den Heere
tc hebben, op Zijn geopende hand; waarin
het al weldadigheid Gods is, die ons om
ringt en door ons erkend wordt.
Al onze gebeden worden verhoord, al
onze nooddruft wordt vervuld; we hebben
onze vijf brooden en twee visschcn den
Heer maar te to:onen en aanstonds wor
den ze vermenigvuldigd.
Ja, dat willen wij!
Wij willen daar wel op het grasland
blijven zitten, in het licht van Gods vrien
delijk aanschijn.
Zóó wil ons hart den Hcere wel leeren
kennen.
v u
Maar de Heere wil, dat wij Hem nog op
cindcrc wijze zullen leeren kennen.
In den storm; op de groole wateren; in
nood cn smart; in den nacht als de zon
weg is; als de wind ons tegen is en wij
schreeuwen van vreeze.
Dan wil Hij in Christus over de golven
tot rus komen, zeggend: „Vreest niet, Ik
ben uet!"
Dan wil Jezus in den stormnacht bij ons
komen in het sohip, opdat wij Hem nog
itnders leeren kennen en wij aan Zi/jne
voeten Hem aanbidden: „Waarlijk, gij
zijt Gods Zoonl",
Dat is hóóger kennis; dieper inzicht in
den Goddelijken rijkdom van Christus.
Dat is kennis, waarbij we ons in nood
etv dood op Hem verlaten, en het licht zij
npr vertroostiii^ in donkerheid voor ons
opgaat.
Doch deze kennis eischt dan ook moei
lijker weg; en veelal moet de Heere ons
dwingen dien weg in le gaan. Zie het
aan de discipe'en.
Neen, om uit Jezus' hand wonderbaar
gespijzigd te worden ddarloe was geen
dwang noodig; maar als de Meester hen
daarna de wateren opzendt, en zij, als er
varen schepelingen aan de kim den
storm zien opkomen, als zij het verkeerd
achten nu zee te kiezen, dan willen zij
niet; zij blijven liever aan het veilige
strand; en dan moet Jezus hen dwin
gen in het schip te gaan.
Hoo herhaalt zich die dwang.
Wie onzer gaat uit vrije begeerte den
weg van smart en moeite op?
Wie zet eigener beweging zijn schou
ders onder hej, kruis?
Daaróm moet de Heere hier dwin
gen.
Want ènders overgelaten aan eigen
inzicht, bestuurd door eigen hand en ge
leid in den weg van óns bidden dan zul
len we nooit den Heere leeren kennen,
gelijk Hij gekend moet worden om in
zielsbenauwdheid en stervensnood ons
aan Hem toe te vertrouwen.
Vandaar da{. de Heere ons op liet aiek-
bed werpt: onze dierbaren ons ontneemt;
ons teleurstelt en pijnigt; en in allerlei
opzicht soms Zijn weg tegen den onze
doet ingaan.
FEUILLETON.
De Germaansche gevangene
Een verhaal uit de eerste eeuw onzer
jaartelling.
43)
Het duurde langer dan zo dachten eer
ze de plaats des onheils bereikten. De rot
sen hadden de kreten ver weergalmd.
Onias en Esther waren in handen van
roevers gevallen op den woesten bergweg
vanwaar men gemakkelijk de schuilhoe
ken in de woestijn bereiken kon, die nu
reeds sedert eeuwen onveilig is.
Toen Si ward hen vond, echoden de rot
sen van den woesten oorlogskreet der
volgers van Judas den Gallileër: „Geen
meester of heer dan God!" uit den mond
van deii schildwacht op een der rotspun
ten.
Bij de nadering van de helpers, spron
gen do roovers schreeuwend, en onder ge
klikklak hunner wapenen te paard en vlo
den. hun slachtoffers vrijlatende. Siward
vond Onias te verbijsterd en bedroefd om
dankbaarheid te betoonen. Hij herkende
zijn bevrijders niet, maar begon te
schreeuwen omdat hij heil voor een nieu
wen troep roovers' aanzag,
-Ik heb niets meer!" riep hij in 't Sy-
lise'h, handenwringend. „Ze hebben alles
Dan dwingt Jezus ons in het
schip lo gaan.
Wij willen dat niet.
Wij begeeren en bidden daar tegen in.
Het schijnt ons verkeerd.
Wij zien den storm en nacht nacht ko
men, en straks, in nood van de baren,
schreeuwen wo van vrccze.
Maar dan dwingt de Heere ons.
Het gebeurt dan tóch. Niet uit lust tot
plagen, maar - omdat Christus straks tot
ons komen wil over de golven en zich aan
ons wil doen kennen, als Degene met
Wien we in nood en nacht niet kunnen
omkomen.
O kranke, beproefde, rouw_ en kruis-
dragende, o lijder, zie het zóó.
Streef nu niet meer tegen; maar laat u
heilzaam dwingen.
En zie nu uit, blijf biddend uitzien, naar
Hem die in het donker van uw lijden tot
u komt.
Hoor! Zijn stemme klinkt reeds voor
uit: „Zijt goedsmoeds, Ik ben het!" Straks
leert ge Jezus kennen, gelijk ge, buiten
dezen dwang, Hem nooit zoudt gekend heb
ben, en zinkt ge aanbiddend aan zijne voe
ten: „Waarlijk, gij zijt Gods Zoon!"
DONKERHEID.
(Vrij vertaald.)
Een donkere wolk omkranst den hoogen berg.
Nog steekt de top omhoog, als haalt diep adem
[Wj.
En strekt zich opwaarts, willend niet dien druk,
Een borg is vol van macht! Machthebber is hij
[mij.
In heldor licht spreidt hij zijn schoon ten toon
Dan schittert hij in blanko wade glanzend.
Door 't zonnelicht met diamant getooid.
Die hem versieren, op zijn helling dansend.
Maar nu is donkerheid rijn kleed, zoo droef.
En wachten moet hij nog tot hulp© op komt
[dageu.
Do wind zal straks verdrijven donk'ro wolk
En stralen zal mijn berg woer, als in vroeger
[dagen.
Zoo ook mijn ziel. Door donkerheid omtogen
Wacht ze tot 's Goes tos wind weer door haar
[diepten vaart.
Verdwijnen zal de wolk als God komt met Zijn
[zegen
Dan zingt ze weer haar lied! Eerst moet de
[druk aanvaard.
Adelbodcn, Apr. "22 Pf
Oe zelfmoord der liberalen.
Het optreden van den Vrijheidsbond die
zich onder leiding van Mr. Dressclhuya
eerst aan de S.D.A.P. verkocht en daarna
zelfmoord pleegde, wordt in verschillende
bladen besproken.
Onze Rotterdammer noemt
het meest belangrijke van het gebeurde,
dat de Vrijheidsbond althans géweifeld
heeft.
Oorspronkelijk waren de Vrijheidsbon-
ders van plan de zaak ap den ouden voet
voort te zetten.
Toen echter van verschillende kanten
alarm werd geblazen, trokken den morgen
van den stemmingsdag de heeren Dressel
huys en Drion naar Haarlem om in deze
benarde veste met de vrijzinnige staten
leden te onderhandelen.
„Het resultaat van de conferentie was:
een kwartier vóór de zitting der Staten
werd de gesloten overeenkomst opgezegd.
De vrijheidsbonderg gingen alleen op het
oorlogspad; zij weigerden den bond met
de sociaal-democraten.
In den beginne ging het goed. Vier keer
onthielden zich de Vrijheidsbonders bij
een herstemming tusschen den sociaal
democraat en den man der rechterzijde.
Maar toen het bij de vijfde keer ging tus
schen den sociaal-democraat Wibaut en
den anti-revolutionair Douwes kwam de
oude Adam bij sommigen weer boven.
Het werd hun te machtig; drie vrijheids
bonders maakten een zwenking en kozen
den sociaal-democraat.
Hortend en stootend was het begin van
het nieuwe leven, dat de Vrijheidsbond
schijnbaar wil gaan leiden. Inderdaad
wordt thans de begeerte bespeurd om
zich aan de sociaal-democratische om-
stengeling te onttrekken. Nog ontbreekt
genoegzame kracht om die begeerte, trots
allen weerstand, in vervulling te doen
treden.
Op een tweesprong is de Vrijheidsbond
met zijn taktiek gekomen. Met groote be-.
langstelling moet van anlirevoluionaire
genomen! Doe met me wat. ge wilt! Al
wat ik levenslang gespaard heb, ontna
men ze mij! Dood mo als ge wilt!"
„Ik had weinig te 'verliezen," hernam
hij, eindelijk zijn vriemlen herkennend;
t was al wat ik had."
Maar van den top van een der rotsen
klonk het spottend: „Zoo kun je leeren
niet op Heidenen te vertrouwen, broeder!
Wel bedankt voor je bijdrage voor onze
heilige zaak! Die mantel is zwaar; je zult
uu wel gemakkelijker reizen! Goud in de
schatkist geworpen is niet verloren.
Spaar maar van voren af aan, oude heer!
De geloovigen zullen hot wol innen!"
Gallias hoorde dit niet. zonder eenig
kwaadaardig vermaak.
Siward was bezig de bewustelooze
Esther bij te brengen. Maar Onias lette
op uiels en zat daar voortdurend handen
wringend.
„Esther, mijn dierbare!" sprak hij ein
delijk toen ze weer bijgekomen was: „ga
ve de Hemel dat we beiden stierven. Al
het goud is weg; 'k heb geen stuk behou
den! Geen enkel stuk! En 'k had zoo ge-
hoopt, u als koningin Esther te vereereen j
en daardoor meteen ons volk te dienen!"
Zij glimlachte om de verblinding haars
mans. 't Verlies scheen hem eenige jaren
ouder gemaakt te hebben. Ze keerde naar J
hot dorp terug aan den arm oen beven- I
den, zwakken grijsaard geleidende. I
zijde dit opkomend proces worden gade
geslagen. Al maakt het eerste optreden-
nog een onbeholpen indruk, dat de goede
wil bij sommigen aanwezig is, mag na 23
Juni dankbaar worden geconstateerd.
Dat is het allerbelangrijkste".
De Maasbode schrijft o.m.:
Wat Donderdag geschied is, willen we
even vastleggen, het is in deze dagen van
het hoogste belang, dat het gedraai met
allo winden van den Vrijheidsbond den
kiezers duidelijk voor oogen sla.
De heer Dresselhuys in eigen persoon
heeft de samenwerking tusschen SD.A.P.
en Vrijheidsbond in Noord-Holland tot
stand gebracht. Een daad van den leider,
na rijp overleg, en niét van een eigen
zinnig troepje, zooals de N. R. Crt. het
Donderdagavond in do Staten van Noord-
Holland na het accoord beliefde te noe
men. Een troepje, dat zijn eigen weg gaat,
zonder zich aan anderer inzicht te stt>-.
ren, dus niet met allo winden draait, maar
aansluiting zoekt bij degenen, die hen het
naast zijn.
Nauwelijks was het huwelijksbootje van
wal, of de wind begon uit een anderen
hoek te waaien, dan waarvan men hem
verwacht had.
De samenwerking wordt in de linkschc
pers allerongelukkigst genoemd en bij do
verkiezing voor de Tweede Kamer, over""
veertien dagen, zal het de Vrijheidsbond
geen goed doen.
Verlies van kiezers in het zicht en het
door de leiding gesloten accoord, wordt
direct verbroken. Men heeft het accoord
zoogenaamd misverstaan.
In deze dagen kan men van den Vrij
heidsbond alles gedaan krijgen; hij waait
met alle winden mee.
Het gaat, zooals nu weer duidelijk blijkt
alleen om kiezers ter wille te zijn. Be
ginsel is ver te zoeken.
Laat ieder voor zich zelf uilmaken, of
hij in de komende vier jaren zijn belan
gen wil toevertrouwen aan een beginsel
vast man, al mag er met hem ook eenig
verschil van inzicht bestaan, of aan een
leiding, dip nauw verwant is aan het
haantje van den toren.
Het liberale Handelsblad con
stateert dat de heele Vrijheidsbond op
éen na uit de Eerste Kamer is wegge
vaagd.
Alleen de onverwoestelijko Drent, mr.
Harm Smeeuge, zal nog aan vreemdelin
gen, die een senaalsvergadering bezoeken,
kunnen aangewezen worden als parlemen.
tair curiosum: de eenig overgeblevene
van een richting die, nu 20 jaar geleden,
nog de meerderheid had in de Eerste Ka
mer".
De óorzaak van deze „ramp" zoekt het
blad in de gebrekkige leiding. Het troost
zich met de gedachte dat nu althans dui
delijk gebleken is, dat de Vrijheidsbond
met de Socialisten niets to maken wil heb
ben.
Dit moet dan zeker blij-
k e n u it h e t f e i t, dat de
liberalen behalve den
heer Vliegen en Mevr.
Pothui s—S mi t (beiden a f t r)
ook nog den So c. Demo
craat Wibaut naar do Ka
mer zonden.
Het Vaderland is buitengewoon
vertoornd op de rechterzijde, die nu de
„schrokkigc Grijs!' wordt genoemd.
Sommigen troosten zich met do gedach
te, dat het slechts voor een jaar is, daar
straks ook voor do Eerste Kamer de even
redige vertegenwoordiging is ingevoerd.
„Maar hier is juist onze grootste he-
denkingj.is eht voor één jaar? Dit groote
rechtsche meerderheid heeft het toch in
haar hand elk voorstel van Evenredige
Vertegenwoordiging te verwerpen. En
men wordt er in verband met het thans
gebeurde niet geruster op wat do bedoe
ling van Rechts in de Eerste Kamer ge
weest is met haar verzet tegen de vastleg
ging van de Evenredige Vertegenwoordi
ging in de Additioneele Artikelen".
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Bo roep en. Te St. Annaland: M. B. Ver
kerk te Gotiderak.
Aangenomen. Naar Oud-Alblas: J. J. t.
d. Pol te Ooltgensplaat.
GEREP. KERKEN.
Tweetal. Te Munnekezijl: G. Plooe van
Ainstel te Oppenhuizen en J. Tonkene to Lutje-
gast.
Theologische Schooldag.
Gisteren ia te Kampen do Theologische Sciiool-
dtg gehouden.
Woensdagavond was er in de Burgwalkoric een
bidstond, waar voorging Ds. J. D. r. d. Munnik
em.-pred. te -Zeist.
Donderdagmorgen sprak eerst Prof. Groydanus
rector van dit jaar. Vervolgens hield Dr. Los
van den Haag een rede over: „De psychologische
grondslag van het geloof der wonderwerken in
de H. Schrift."
In de middags amonkorost sprak Ds. Irnpeta
van Katwijk ann Zoo over: ,.De vrijmoedighoid
dio voreischt wordt in den Dienaar des TVoords",
Ds. Bos van Zuidwoldo over: „Woreldopbouw"
en Ds. Brouwer van Heemstede over: „kerkelijk
besef,"
Prof. Noordtzij van Utrecht sprak een slot
woord.
Grafteekcn Ds. Dijkstra.
Reeds spoedig na hot ontslapen van Da. H.
Dijkstra is de gedachte opgekomen, of er niet
een aandenken op rijn graf moost worden aan
gebracht door zijne vrienden, en dan voorna-^
melijk uit dankbaarheid voor hetgeen hij voor
de Zending had gedaan.
Deze gedachto vond weerklank in de gemeen
ten, bij wio Ds. Dijkstra heeft gediend: in de
gemoente van Goes, van Oldekerk, van Ham-
merts-Jutrijp en niet het minst in de gemeente
van Smiklo; do arbeid van Ds. Dijkstra in die
kerken loeft bij de broeders cn zusters in die
plaatsen ook nog voort.
Ook waren do „Soemba-deputaten", wier voor*
zitter en raadsman Ds. Dijkstra jaren is go-
woest, zoor ingenomen met die gedachte.
En zoo ffng het ook den deputaten der Gener.
Synodo voor de zending ondor Heidenen en Mo
hammedanen, dio Ds. Dijkstra van 1890—1922
tot Praeses hebben gehad.
Een en andor heeft er toe geleid, dat rich nu
een comité heeft govormd, dat toestemming vroeg
en kreeg van Movr. de wed. Ds. Dijkstra en fa
milie, om in den geest van den overleden „Zen-
dingsman", een eenvoudig aandenken op rijn
graf te doen aanbrengen.
Dat comité is van gedachte, dat dit voorno
men ook bij velo brooders cn zusters in onze
kerken, speciaal liefhebbers van do zending, goe*
den weerklank zal vinden.
Er zullen denkelijk velen zijn, die er gaarne
iets voor willen bijdragen. Daarom brengt het
bij dezen te hunner kennis, dat al wie een gave
voor dit dool wil afzondoren, hij (rij) <lie spoe*
dig gelieve toe te zenden aan het adres van Dr.
J. Hania to Geldennalsen.
Later hoopt hot comité mede te doelen welk
aandenken op het graf aangebracht is geworden.
Hoofden voor de klas in Engeland.
Een medewerker van „The Times Educ.
SuppL" schrijft afkeurend over den maatregel,
den hoofden van scholen ter bozuiniging liet on
derwijs in een vast© klasse op te dragen.
Hij betoogt het ongewensclit© hiervan voor
lagere 6choien en herinnert er aan, dat de Lmh
don County Council in den oorlog, toen er ge-
brok aan leerkrachten was, een beroep deed op
do hoofden, dio zich dadelijk boreïd verklaarden,
een klas voor hun rekening to nemen.
Maar thans, nu een andere oorzaak voor ilien
maatregel aanwezig is, noemt de schrijver het
„pennv-wise and pcmnd-foolish", dien te© te pas
sen. Dat het stelsel hoofdJAsse-onderwijzer in
duizenden dorpsscholen good voldoet, erkent de
schrijver, maar voor groote scholen in de steden
keurt hij het af. Hij daagt iedereen uit, hem een
ernstig schoolhoofd aan te wijzen, dat tevreden
is met do resultaten van rijn klasse-onderwijs,
gegeven in de uren, die hem overblijven voor
onderwijs geven, na aftrek van den tijd dien
hij noodig hoeft voor de vele dingen dio tot de
taak van het hoofd eenor school beliooren.
Hij wijst op de praetiseke Amorikancn, die
vele maatregelen hebben genomen, om de hoof
den van scholen door vernuftige vindingen
van voel klerkenwerk te ontlasten cn verder het
meeste schrijfwerk overlaten aan den 6cbool-
klerk. De schrijver keurt het af, dat men in
Engeland het hoofd dor school, dio geacht mag
worden de h06to leorkracht te zijn, klerkenwerk
laat doen. Maar zoolang men dat stelsel ia En
geland niet heeft overgenomen moeten de school
hoofden allo krachten inspannen, om do nadeelen
van hun dubbole functio zoo klein mogelijk to
doen zijn, zegt hij.
HET DOEL VAN HET GEBED.
In de» „Watergraafsme&rsche Kerkbo
de" vonden we het volgende stukje van
Dr. Hopp:
Over hot gebed wordt in deze dagen
veel geschreven.
Sommigen zullen dat als oen droevig
verschijnsel beschouwen.
Want zij zullen ook hierop den regel
toepassen, dat wanneer er over iets druk
geschreven en gesproken wordt, er ook
^steeds zeer veel aan hapert.
Op zichzelf is hiervan wel wat aan.
Wanneer een sociale misstand ergens
nie bestaat, zal men er ook geen brochu
res over de wereld inzenden.
Wannoer het geestelijk loven werkelijk
hoog staat, zal men niet naar middelen
JSF" Nog niet alle Kiesvereeai-
gingen maakten gebruik van het
door ons de volgende week
uit te geven
Indien niet uiterlijk a.s. Woens
dag de bestellingen in ons bezit
zijn, kunnen wij voor aflevering
niet meer zorg dragen.
Voor geringen prijs hebt ge met
deze Courant, uitstekend propa
gandamateriaal.
Directie:
Nieuwe Leidsche Courant.
omzien, die correctie kunnen aanbrengen.
Zoo krijgt men don indruk niet, dat
het gebedsleven in onze dagen sterk ie
ontwikkeld.
Toch vorheugon we er ons over, dat
het gebed in do pers zoozoer de aandacht
trekt.
Want zoo kan onze schuld worden
aangewezen en or opwekking uitgaan om
ons te beteren.
Eén van de grootste gebreken der go-
beden in onze dagen is wel. dat men het
doel ervan ui!> het oog verliest.
Het gebed op een Jongelmgsvoreeni-
ging moet eon anderen inhoud hebben,
dan dat op oen Kiesvereeniging en dat
op de kerkeraadsvergadering dient van
andere strekking te zij» dan dat in de
kerk.
Iedere samenkomst, iedere persoon
hoeft bijzondere nooden. Die 6pocialo
nooden moeten in het gebed den Ileera
worden voorgelegd.
En dat vergeet men teveel.
Men blijft maar al te dikwijls in het
algameece hangen, wijdt daarover sterk
uit en maakt zich yan kot bijzondere met
een paar zinnen af.
Ik zou eens spreken voor een Comitó
van Wintorlezingen. Do Voorzitter zon
openen. Hij begon met te danken, dat da
dagtaak voleindigd was, welk© den een
meer, den andor minder zwaar viel. Maar
hij vroeg, dat wo toch geen enkol boroep
te gering mochten achten. Hij dankte
Ycrvolgens voor het mooie weer, do ver
sterking dos lichaams in den middag- en
avondmaaltijd genoten, dat de spreker
aan do uitnoodiging gevolg had gegeven
cn wat er al niet in zijn onderwerp lag
opgesloten. Ik kreeg den indruk, dat die
jonge man zich oefende in hot publieke
gebod, zooals hij zich vroeger op do jon-
gelingsvereeniging zal geoefend hebben
in'het. spreien.
.Tuist door bij het algemeene zoo lang
stil to staan, maakt men het gebed dik
wijls afmattend lang.
Onze bejaarde broeder Van Lank eren,
dio nu in Amersfoort, woont, maar jaren
lang een lijftrawant" van Ds. Gispen was,
vertelde ©ens van ©en gebed in den ker-
koraad voor den aanvang dan den dienst
dos Woords. In plaats van eenvoudig
to vragen of do Heere bijstand wilde
verleenen aan den dienaar ©n de aanslui
ting van do harion mot het. Woord niet
zou worden gemist wat alleen in zulk
een gebed thuishoort begon do
ouderling als naar gewoonte „met de ze
geningen zoowel in het rijk der natuur
als in dat der genade". In dien trant
ging het voort „Zoowel hier als elders"
werd or bij te pas gebracht Totdat op
ocnmaal Ds. Gispen sprak: Man, houd
op, jo bidt don duivel in mijn ziel!
Hoorde ik ook niet eens van ©en cudeo-
ling, dio zoolang bad, dat do gemeente
leden hem met schrik zagen aankomen?
En niet alleen ouderlingen zijn hiermeo
behept, ook dominees, ook huisvaders.
Dat alles zou vermeden worden, in
dien men het doel van hot gebed in hefc
oog hield.
Telkens de speciale nooden bekend
maakt.
Men biddo niet den duivel in iemands
zioï.
Men bidde den duivel ©ruit!
Kolennood in Znid-Dnitschland.
Wurtemberg lijdt ernstig onder ge-
brok aan kolen. Aan do ..Frankfurter
Zeitung" wordt althans uit Stuttgart go-
mold. dat 'do elcctriciteil swerken err hot
geheel© land zonder voorraad zijn. Treedt
een of andere onvoorziene storing in den
aanvoer der kolen in, dan zal men niet
in staat zijn do voornaams!© Indrijven
van kolen t© voorzien.
Siward zag haar in het ©del©, geduldi
ge gelaat cn riep onwillekeurig: ..Vwo
zonden! maar welko dan?"
„Ik begon goud te garen voor onze
kiawloron", antwoordde zij. „En n3 liun
dood deed hij het om 't goud zelf".
„Dus", dacht Siward, „ook onder den
Jc.odschen tempel, evenals iu de rotsen
ouder Athene, gaapt het hol der wraak
godinnen, die niet verzoend of bevredigd
woTdon kunnen. Overal worden zij ge
vreesd. Zijn zij dan de sterkste? Hij vroeg
haar: „Dus vergeeft ook uw God nooit?*
Zij zwoeg oen oogenblik; en een zwak-
ko straal van hoop gleed haar oyer 't go-
laat.
„Er staat geschreven", antwoordde ze:
„Bij u is vergeving". Mogelijk straft Hij
en vergeeft daarna. Die straffen kan, is
machtig om te vergeven! In deze hoop
le©f ik."
Langzamerhand bekwam Onias van den
schrik, en begon den raad van den roe:
ver: „Spaar maar opnieuw" op te volgen.
'(Wordt vorvolgd).
„Wie kon dat denken! Wie kon dat
donken!" mompelde hij. „Waarlijk: God
heeft zijn volk verlaten! Liep ik het ge
vaar niet in zijn dienst? Is Israël niets
meer voor Hem? Zijn eigen Sabbath!
God heeft, ons verlaten, Esther! Wat heb
ben we misdreven? Achterhaalt en grijpt
ben, want. God heeft hen verlaten!"
„God heeft, ons niet verlaten," ant
woordde zij, „alleen het goud."
Maar hij weigerde hoofdschuddend, ge
troost te worden. En in haar hart von
den zijn woorden moer woerklank dan ze
wilde doen vermoeden.
Gedurende -Idje vierdfire roia bespeurd©
Siguna dat de verhouding tusschen Onias
en Esther omgpkeerd was. Esther rees op
uit haar neerslachtigheid en zwak en
bedrukt als ze was werd ze zijn
troosteres, zijn beschermster, die met moe
derlijke teoderheid hem verzorgde en lief
koosde. Op zekeren avond leerde Siguna.
de bezordheid kennen, welke de oorzaak
van die teoderheid was.
„Ach, Germaansche moeder," sprak
Esther toen tot haar. „Eens was hij edel
moedig, vriendelijk en mild, toen onze
kinderen nog leefden. Ik heb die verande
ring en dien vloek over hem gebracht.
Om mijne zonden ontnam God ons de kin
deren. Alleen om hunnentwil wenschte hij
vermogend t© zijn, maar do kinderen war
i roa hem duizendmaal dierbaarder. Sinds
hun dood hangt zijn hart aan 't goud.
Maar," voegde zij er hartstochtelijk bij:
„houd hem niet voor ©en lagen woeke
raar. Hij bemint het goud als een macht,
die hom holpen kan. Hij ziet het als mid
del om liefde en hoop te verwokken.
Goud is niet alleen de afgod van de lang
hart igen; ook van de hopeloozen. En
soms denk ik dat het de afgod van ons
volk zal worden, wanneer dat zijn eenige
Hoop verliest."
Siward hoorde aandachtig tee. Ze
wendde zich tot hem cn zcide: „Aanbid
liever alle andere afgoden dan deze! De
andere kunnen verbroken worden. Deze
nooit! Zijn verwoesting maakt hem
slechts dierbaarder! Hij gaat altijd voor
zijn aanbidders uit, als toeken van macht,
macht om voor onszelven en met wideron
to doen wat we willen! „Als ik maar zoo
ver kom!" denken zijn aanbidders, „of
zoover, of zoover!" Maar nooit bcfeikon
ze 't begeerde punt. Wij liggen in 't duis
ter, on de hand die meent het goud ge
bruikt te hebben is even machteloos als
de hand die hoopt het te zullen gebrui
ken. Maar de verblinding wijkt niet.
't Was voor ons stof; en 'l. wordt, toch
weer de onweerstaanbare dwingeland voor
hen, dio 't aan onze doodo handen ontne
men. "Helaas! die verblinding on die vloek
zijn over Onias, maar door mijne zonden!
doos do mijne