HieuwcLeidsclieCouranl Tweede Blad. Speciale VerfecpsiBiei. Zaterdag 24 Juni 1922 Heilzame dwang. En terstond dwong Jezus Zijne dis cipelen in hot schip te gaan Mattb. 14:22. Indien de Heere ecris altijd deed naar ons bidden, altijd den weg insloeg dien wij aanwezen, nooit ons in eene richting bracht tegenovergesteld aan óns inzicht, nimmer ons dwóng in het schip te gaan, storm en noodgetij tegemoet hoe. wei nig zouden wij Hem leeren kennen, hoe weinig Hem leeren vertrouwen in zijn Vaderlijke wijsheid en grootheid. Wat zou ons gelQof kwijnen. Do discipelen hebben zoo pas de heer lijkheid van Christus gezien in de verme nigvuldiging der brooden. Wonderbaar zegenend heeft de Mees ter in hun midden geslaan. Uit zijn hand hebben ze gegeten en zijn verzadigd ge worden; en hun ziele heeft, bij twaalf volle korven, de weelde gesmaakt van een Christus,* die gekomen is, opdat zij het le ven hebben en overvloed hebben. Zulke tijden zijn in des Christens leven niet onbekend. Zonnige tijden, dagen van zegening, waarin het zoet is een oog op den Heere tc hebben, op Zijn geopende hand; waarin het al weldadigheid Gods is, die ons om ringt en door ons erkend wordt. Al onze gebeden worden verhoord, al onze nooddruft wordt vervuld; we hebben onze vijf brooden en twee visschcn den Heer maar te to:onen en aanstonds wor den ze vermenigvuldigd. Ja, dat willen wij! Wij willen daar wel op het grasland blijven zitten, in het licht van Gods vrien delijk aanschijn. Zóó wil ons hart den Hcere wel leeren kennen. v u Maar de Heere wil, dat wij Hem nog op cindcrc wijze zullen leeren kennen. In den storm; op de groole wateren; in nood cn smart; in den nacht als de zon weg is; als de wind ons tegen is en wij schreeuwen van vreeze. Dan wil Hij in Christus over de golven tot rus komen, zeggend: „Vreest niet, Ik ben uet!" Dan wil Jezus in den stormnacht bij ons komen in het sohip, opdat wij Hem nog itnders leeren kennen en wij aan Zi/jne voeten Hem aanbidden: „Waarlijk, gij zijt Gods Zoonl", Dat is hóóger kennis; dieper inzicht in den Goddelijken rijkdom van Christus. Dat is kennis, waarbij we ons in nood etv dood op Hem verlaten, en het licht zij npr vertroostiii^ in donkerheid voor ons opgaat. Doch deze kennis eischt dan ook moei lijker weg; en veelal moet de Heere ons dwingen dien weg in le gaan. Zie het aan de discipe'en. Neen, om uit Jezus' hand wonderbaar gespijzigd te worden ddarloe was geen dwang noodig; maar als de Meester hen daarna de wateren opzendt, en zij, als er varen schepelingen aan de kim den storm zien opkomen, als zij het verkeerd achten nu zee te kiezen, dan willen zij niet; zij blijven liever aan het veilige strand; en dan moet Jezus hen dwin gen in het schip te gaan. Hoo herhaalt zich die dwang. Wie onzer gaat uit vrije begeerte den weg van smart en moeite op? Wie zet eigener beweging zijn schou ders onder hej, kruis? Daaróm moet de Heere hier dwin gen. Want ènders overgelaten aan eigen inzicht, bestuurd door eigen hand en ge leid in den weg van óns bidden dan zul len we nooit den Heere leeren kennen, gelijk Hij gekend moet worden om in zielsbenauwdheid en stervensnood ons aan Hem toe te vertrouwen. Vandaar da{. de Heere ons op liet aiek- bed werpt: onze dierbaren ons ontneemt; ons teleurstelt en pijnigt; en in allerlei opzicht soms Zijn weg tegen den onze doet ingaan. FEUILLETON. De Germaansche gevangene Een verhaal uit de eerste eeuw onzer jaartelling. 43) Het duurde langer dan zo dachten eer ze de plaats des onheils bereikten. De rot sen hadden de kreten ver weergalmd. Onias en Esther waren in handen van roevers gevallen op den woesten bergweg vanwaar men gemakkelijk de schuilhoe ken in de woestijn bereiken kon, die nu reeds sedert eeuwen onveilig is. Toen Si ward hen vond, echoden de rot sen van den woesten oorlogskreet der volgers van Judas den Gallileër: „Geen meester of heer dan God!" uit den mond van deii schildwacht op een der rotspun ten. Bij de nadering van de helpers, spron gen do roovers schreeuwend, en onder ge klikklak hunner wapenen te paard en vlo den. hun slachtoffers vrijlatende. Siward vond Onias te verbijsterd en bedroefd om dankbaarheid te betoonen. Hij herkende zijn bevrijders niet, maar begon te schreeuwen omdat hij heil voor een nieu wen troep roovers' aanzag, -Ik heb niets meer!" riep hij in 't Sy- lise'h, handenwringend. „Ze hebben alles Dan dwingt Jezus ons in het schip lo gaan. Wij willen dat niet. Wij begeeren en bidden daar tegen in. Het schijnt ons verkeerd. Wij zien den storm en nacht nacht ko men, en straks, in nood van de baren, schreeuwen wo van vrccze. Maar dan dwingt de Heere ons. Het gebeurt dan tóch. Niet uit lust tot plagen, maar - omdat Christus straks tot ons komen wil over de golven en zich aan ons wil doen kennen, als Degene met Wien we in nood en nacht niet kunnen omkomen. O kranke, beproefde, rouw_ en kruis- dragende, o lijder, zie het zóó. Streef nu niet meer tegen; maar laat u heilzaam dwingen. En zie nu uit, blijf biddend uitzien, naar Hem die in het donker van uw lijden tot u komt. Hoor! Zijn stemme klinkt reeds voor uit: „Zijt goedsmoeds, Ik ben het!" Straks leert ge Jezus kennen, gelijk ge, buiten dezen dwang, Hem nooit zoudt gekend heb ben, en zinkt ge aanbiddend aan zijne voe ten: „Waarlijk, gij zijt Gods Zoon!" DONKERHEID. (Vrij vertaald.) Een donkere wolk omkranst den hoogen berg. Nog steekt de top omhoog, als haalt diep adem [Wj. En strekt zich opwaarts, willend niet dien druk, Een borg is vol van macht! Machthebber is hij [mij. In heldor licht spreidt hij zijn schoon ten toon Dan schittert hij in blanko wade glanzend. Door 't zonnelicht met diamant getooid. Die hem versieren, op zijn helling dansend. Maar nu is donkerheid rijn kleed, zoo droef. En wachten moet hij nog tot hulp© op komt [dageu. Do wind zal straks verdrijven donk'ro wolk En stralen zal mijn berg woer, als in vroeger [dagen. Zoo ook mijn ziel. Door donkerheid omtogen Wacht ze tot 's Goes tos wind weer door haar [diepten vaart. Verdwijnen zal de wolk als God komt met Zijn [zegen Dan zingt ze weer haar lied! Eerst moet de [druk aanvaard. Adelbodcn, Apr. "22 Pf Oe zelfmoord der liberalen. Het optreden van den Vrijheidsbond die zich onder leiding van Mr. Dressclhuya eerst aan de S.D.A.P. verkocht en daarna zelfmoord pleegde, wordt in verschillende bladen besproken. Onze Rotterdammer noemt het meest belangrijke van het gebeurde, dat de Vrijheidsbond althans géweifeld heeft. Oorspronkelijk waren de Vrijheidsbon- ders van plan de zaak ap den ouden voet voort te zetten. Toen echter van verschillende kanten alarm werd geblazen, trokken den morgen van den stemmingsdag de heeren Dressel huys en Drion naar Haarlem om in deze benarde veste met de vrijzinnige staten leden te onderhandelen. „Het resultaat van de conferentie was: een kwartier vóór de zitting der Staten werd de gesloten overeenkomst opgezegd. De vrijheidsbonderg gingen alleen op het oorlogspad; zij weigerden den bond met de sociaal-democraten. In den beginne ging het goed. Vier keer onthielden zich de Vrijheidsbonders bij een herstemming tusschen den sociaal democraat en den man der rechterzijde. Maar toen het bij de vijfde keer ging tus schen den sociaal-democraat Wibaut en den anti-revolutionair Douwes kwam de oude Adam bij sommigen weer boven. Het werd hun te machtig; drie vrijheids bonders maakten een zwenking en kozen den sociaal-democraat. Hortend en stootend was het begin van het nieuwe leven, dat de Vrijheidsbond schijnbaar wil gaan leiden. Inderdaad wordt thans de begeerte bespeurd om zich aan de sociaal-democratische om- stengeling te onttrekken. Nog ontbreekt genoegzame kracht om die begeerte, trots allen weerstand, in vervulling te doen treden. Op een tweesprong is de Vrijheidsbond met zijn taktiek gekomen. Met groote be-. langstelling moet van anlirevoluionaire genomen! Doe met me wat. ge wilt! Al wat ik levenslang gespaard heb, ontna men ze mij! Dood mo als ge wilt!" „Ik had weinig te 'verliezen," hernam hij, eindelijk zijn vriemlen herkennend; t was al wat ik had." Maar van den top van een der rotsen klonk het spottend: „Zoo kun je leeren niet op Heidenen te vertrouwen, broeder! Wel bedankt voor je bijdrage voor onze heilige zaak! Die mantel is zwaar; je zult uu wel gemakkelijker reizen! Goud in de schatkist geworpen is niet verloren. Spaar maar van voren af aan, oude heer! De geloovigen zullen hot wol innen!" Gallias hoorde dit niet. zonder eenig kwaadaardig vermaak. Siward was bezig de bewustelooze Esther bij te brengen. Maar Onias lette op uiels en zat daar voortdurend handen wringend. „Esther, mijn dierbare!" sprak hij ein delijk toen ze weer bijgekomen was: „ga ve de Hemel dat we beiden stierven. Al het goud is weg; 'k heb geen stuk behou den! Geen enkel stuk! En 'k had zoo ge- hoopt, u als koningin Esther te vereereen j en daardoor meteen ons volk te dienen!" Zij glimlachte om de verblinding haars mans. 't Verlies scheen hem eenige jaren ouder gemaakt te hebben. Ze keerde naar J hot dorp terug aan den arm oen beven- I den, zwakken grijsaard geleidende. I zijde dit opkomend proces worden gade geslagen. Al maakt het eerste optreden- nog een onbeholpen indruk, dat de goede wil bij sommigen aanwezig is, mag na 23 Juni dankbaar worden geconstateerd. Dat is het allerbelangrijkste". De Maasbode schrijft o.m.: Wat Donderdag geschied is, willen we even vastleggen, het is in deze dagen van het hoogste belang, dat het gedraai met allo winden van den Vrijheidsbond den kiezers duidelijk voor oogen sla. De heer Dresselhuys in eigen persoon heeft de samenwerking tusschen SD.A.P. en Vrijheidsbond in Noord-Holland tot stand gebracht. Een daad van den leider, na rijp overleg, en niét van een eigen zinnig troepje, zooals de N. R. Crt. het Donderdagavond in do Staten van Noord- Holland na het accoord beliefde te noe men. Een troepje, dat zijn eigen weg gaat, zonder zich aan anderer inzicht te stt>-. ren, dus niet met allo winden draait, maar aansluiting zoekt bij degenen, die hen het naast zijn. Nauwelijks was het huwelijksbootje van wal, of de wind begon uit een anderen hoek te waaien, dan waarvan men hem verwacht had. De samenwerking wordt in de linkschc pers allerongelukkigst genoemd en bij do verkiezing voor de Tweede Kamer, over"" veertien dagen, zal het de Vrijheidsbond geen goed doen. Verlies van kiezers in het zicht en het door de leiding gesloten accoord, wordt direct verbroken. Men heeft het accoord zoogenaamd misverstaan. In deze dagen kan men van den Vrij heidsbond alles gedaan krijgen; hij waait met alle winden mee. Het gaat, zooals nu weer duidelijk blijkt alleen om kiezers ter wille te zijn. Be ginsel is ver te zoeken. Laat ieder voor zich zelf uilmaken, of hij in de komende vier jaren zijn belan gen wil toevertrouwen aan een beginsel vast man, al mag er met hem ook eenig verschil van inzicht bestaan, of aan een leiding, dip nauw verwant is aan het haantje van den toren. Het liberale Handelsblad con stateert dat de heele Vrijheidsbond op éen na uit de Eerste Kamer is wegge vaagd. Alleen de onverwoestelijko Drent, mr. Harm Smeeuge, zal nog aan vreemdelin gen, die een senaalsvergadering bezoeken, kunnen aangewezen worden als parlemen. tair curiosum: de eenig overgeblevene van een richting die, nu 20 jaar geleden, nog de meerderheid had in de Eerste Ka mer". De óorzaak van deze „ramp" zoekt het blad in de gebrekkige leiding. Het troost zich met de gedachte dat nu althans dui delijk gebleken is, dat de Vrijheidsbond met de Socialisten niets to maken wil heb ben. Dit moet dan zeker blij- k e n u it h e t f e i t, dat de liberalen behalve den heer Vliegen en Mevr. Pothui s—S mi t (beiden a f t r) ook nog den So c. Demo craat Wibaut naar do Ka mer zonden. Het Vaderland is buitengewoon vertoornd op de rechterzijde, die nu de „schrokkigc Grijs!' wordt genoemd. Sommigen troosten zich met do gedach te, dat het slechts voor een jaar is, daar straks ook voor do Eerste Kamer de even redige vertegenwoordiging is ingevoerd. „Maar hier is juist onze grootste he- denkingj.is eht voor één jaar? Dit groote rechtsche meerderheid heeft het toch in haar hand elk voorstel van Evenredige Vertegenwoordiging te verwerpen. En men wordt er in verband met het thans gebeurde niet geruster op wat do bedoe ling van Rechts in de Eerste Kamer ge weest is met haar verzet tegen de vastleg ging van de Evenredige Vertegenwoordi ging in de Additioneele Artikelen". KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Bo roep en. Te St. Annaland: M. B. Ver kerk te Gotiderak. Aangenomen. Naar Oud-Alblas: J. J. t. d. Pol te Ooltgensplaat. GEREP. KERKEN. Tweetal. Te Munnekezijl: G. Plooe van Ainstel te Oppenhuizen en J. Tonkene to Lutje- gast. Theologische Schooldag. Gisteren ia te Kampen do Theologische Sciiool- dtg gehouden. Woensdagavond was er in de Burgwalkoric een bidstond, waar voorging Ds. J. D. r. d. Munnik em.-pred. te -Zeist. Donderdagmorgen sprak eerst Prof. Groydanus rector van dit jaar. Vervolgens hield Dr. Los van den Haag een rede over: „De psychologische grondslag van het geloof der wonderwerken in de H. Schrift." In de middags amonkorost sprak Ds. Irnpeta van Katwijk ann Zoo over: ,.De vrijmoedighoid dio voreischt wordt in den Dienaar des TVoords", Ds. Bos van Zuidwoldo over: „Woreldopbouw" en Ds. Brouwer van Heemstede over: „kerkelijk besef," Prof. Noordtzij van Utrecht sprak een slot woord. Grafteekcn Ds. Dijkstra. Reeds spoedig na hot ontslapen van Da. H. Dijkstra is de gedachte opgekomen, of er niet een aandenken op rijn graf moost worden aan gebracht door zijne vrienden, en dan voorna-^ melijk uit dankbaarheid voor hetgeen hij voor de Zending had gedaan. Deze gedachto vond weerklank in de gemeen ten, bij wio Ds. Dijkstra heeft gediend: in de gemoente van Goes, van Oldekerk, van Ham- merts-Jutrijp en niet het minst in de gemeente van Smiklo; do arbeid van Ds. Dijkstra in die kerken loeft bij de broeders cn zusters in die plaatsen ook nog voort. Ook waren do „Soemba-deputaten", wier voor* zitter en raadsman Ds. Dijkstra jaren is go- woest, zoor ingenomen met die gedachte. En zoo ffng het ook den deputaten der Gener. Synodo voor de zending ondor Heidenen en Mo hammedanen, dio Ds. Dijkstra van 1890—1922 tot Praeses hebben gehad. Een en andor heeft er toe geleid, dat rich nu een comité heeft govormd, dat toestemming vroeg en kreeg van Movr. de wed. Ds. Dijkstra en fa milie, om in den geest van den overleden „Zen- dingsman", een eenvoudig aandenken op rijn graf te doen aanbrengen. Dat comité is van gedachte, dat dit voorno men ook bij velo brooders cn zusters in onze kerken, speciaal liefhebbers van do zending, goe* den weerklank zal vinden. Er zullen denkelijk velen zijn, die er gaarne iets voor willen bijdragen. Daarom brengt het bij dezen te hunner kennis, dat al wie een gave voor dit dool wil afzondoren, hij (rij) <lie spoe* dig gelieve toe te zenden aan het adres van Dr. J. Hania to Geldennalsen. Later hoopt hot comité mede te doelen welk aandenken op het graf aangebracht is geworden. Hoofden voor de klas in Engeland. Een medewerker van „The Times Educ. SuppL" schrijft afkeurend over den maatregel, den hoofden van scholen ter bozuiniging liet on derwijs in een vast© klasse op te dragen. Hij betoogt het ongewensclit© hiervan voor lagere 6choien en herinnert er aan, dat de Lmh don County Council in den oorlog, toen er ge- brok aan leerkrachten was, een beroep deed op do hoofden, dio zich dadelijk boreïd verklaarden, een klas voor hun rekening to nemen. Maar thans, nu een andere oorzaak voor ilien maatregel aanwezig is, noemt de schrijver het „pennv-wise and pcmnd-foolish", dien te© te pas sen. Dat het stelsel hoofdJAsse-onderwijzer in duizenden dorpsscholen good voldoet, erkent de schrijver, maar voor groote scholen in de steden keurt hij het af. Hij daagt iedereen uit, hem een ernstig schoolhoofd aan te wijzen, dat tevreden is met do resultaten van rijn klasse-onderwijs, gegeven in de uren, die hem overblijven voor onderwijs geven, na aftrek van den tijd dien hij noodig hoeft voor de vele dingen dio tot de taak van het hoofd eenor school beliooren. Hij wijst op de praetiseke Amorikancn, die vele maatregelen hebben genomen, om de hoof den van scholen door vernuftige vindingen van voel klerkenwerk te ontlasten cn verder het meeste schrijfwerk overlaten aan den 6cbool- klerk. De schrijver keurt het af, dat men in Engeland het hoofd dor school, dio geacht mag worden de h06to leorkracht te zijn, klerkenwerk laat doen. Maar zoolang men dat stelsel ia En geland niet heeft overgenomen moeten de school hoofden allo krachten inspannen, om do nadeelen van hun dubbole functio zoo klein mogelijk to doen zijn, zegt hij. HET DOEL VAN HET GEBED. In de» „Watergraafsme&rsche Kerkbo de" vonden we het volgende stukje van Dr. Hopp: Over hot gebed wordt in deze dagen veel geschreven. Sommigen zullen dat als oen droevig verschijnsel beschouwen. Want zij zullen ook hierop den regel toepassen, dat wanneer er over iets druk geschreven en gesproken wordt, er ook ^steeds zeer veel aan hapert. Op zichzelf is hiervan wel wat aan. Wanneer een sociale misstand ergens nie bestaat, zal men er ook geen brochu res over de wereld inzenden. Wannoer het geestelijk loven werkelijk hoog staat, zal men niet naar middelen JSF" Nog niet alle Kiesvereeai- gingen maakten gebruik van het door ons de volgende week uit te geven Indien niet uiterlijk a.s. Woens dag de bestellingen in ons bezit zijn, kunnen wij voor aflevering niet meer zorg dragen. Voor geringen prijs hebt ge met deze Courant, uitstekend propa gandamateriaal. Directie: Nieuwe Leidsche Courant. omzien, die correctie kunnen aanbrengen. Zoo krijgt men don indruk niet, dat het gebedsleven in onze dagen sterk ie ontwikkeld. Toch vorheugon we er ons over, dat het gebed in do pers zoozoer de aandacht trekt. Want zoo kan onze schuld worden aangewezen en or opwekking uitgaan om ons te beteren. Eén van de grootste gebreken der go- beden in onze dagen is wel. dat men het doel ervan ui!> het oog verliest. Het gebed op een Jongelmgsvoreeni- ging moet eon anderen inhoud hebben, dan dat op oen Kiesvereeniging en dat op de kerkeraadsvergadering dient van andere strekking te zij» dan dat in de kerk. Iedere samenkomst, iedere persoon hoeft bijzondere nooden. Die 6pocialo nooden moeten in het gebed den Ileera worden voorgelegd. En dat vergeet men teveel. Men blijft maar al te dikwijls in het algameece hangen, wijdt daarover sterk uit en maakt zich yan kot bijzondere met een paar zinnen af. Ik zou eens spreken voor een Comitó van Wintorlezingen. Do Voorzitter zon openen. Hij begon met te danken, dat da dagtaak voleindigd was, welk© den een meer, den andor minder zwaar viel. Maar hij vroeg, dat wo toch geen enkol boroep te gering mochten achten. Hij dankte Ycrvolgens voor het mooie weer, do ver sterking dos lichaams in den middag- en avondmaaltijd genoten, dat de spreker aan do uitnoodiging gevolg had gegeven cn wat er al niet in zijn onderwerp lag opgesloten. Ik kreeg den indruk, dat die jonge man zich oefende in hot publieke gebod, zooals hij zich vroeger op do jon- gelingsvereeniging zal geoefend hebben in'het. spreien. .Tuist door bij het algemeene zoo lang stil to staan, maakt men het gebed dik wijls afmattend lang. Onze bejaarde broeder Van Lank eren, dio nu in Amersfoort, woont, maar jaren lang een lijftrawant" van Ds. Gispen was, vertelde ©ens van ©en gebed in den ker- koraad voor den aanvang dan den dienst dos Woords. In plaats van eenvoudig to vragen of do Heere bijstand wilde verleenen aan den dienaar ©n de aanslui ting van do harion mot het. Woord niet zou worden gemist wat alleen in zulk een gebed thuishoort begon do ouderling als naar gewoonte „met de ze geningen zoowel in het rijk der natuur als in dat der genade". In dien trant ging het voort „Zoowel hier als elders" werd or bij te pas gebracht Totdat op ocnmaal Ds. Gispen sprak: Man, houd op, jo bidt don duivel in mijn ziel! Hoorde ik ook niet eens van ©en cudeo- ling, dio zoolang bad, dat do gemeente leden hem met schrik zagen aankomen? En niet alleen ouderlingen zijn hiermeo behept, ook dominees, ook huisvaders. Dat alles zou vermeden worden, in dien men het doel van hot gebed in hefc oog hield. Telkens de speciale nooden bekend maakt. Men biddo niet den duivel in iemands zioï. Men bidde den duivel ©ruit! Kolennood in Znid-Dnitschland. Wurtemberg lijdt ernstig onder ge- brok aan kolen. Aan do ..Frankfurter Zeitung" wordt althans uit Stuttgart go- mold. dat 'do elcctriciteil swerken err hot geheel© land zonder voorraad zijn. Treedt een of andere onvoorziene storing in den aanvoer der kolen in, dan zal men niet in staat zijn do voornaams!© Indrijven van kolen t© voorzien. Siward zag haar in het ©del©, geduldi ge gelaat cn riep onwillekeurig: ..Vwo zonden! maar welko dan?" „Ik begon goud te garen voor onze kiawloron", antwoordde zij. „En n3 liun dood deed hij het om 't goud zelf". „Dus", dacht Siward, „ook onder den Jc.odschen tempel, evenals iu de rotsen ouder Athene, gaapt het hol der wraak godinnen, die niet verzoend of bevredigd woTdon kunnen. Overal worden zij ge vreesd. Zijn zij dan de sterkste? Hij vroeg haar: „Dus vergeeft ook uw God nooit?* Zij zwoeg oen oogenblik; en een zwak- ko straal van hoop gleed haar oyer 't go- laat. „Er staat geschreven", antwoordde ze: „Bij u is vergeving". Mogelijk straft Hij en vergeeft daarna. Die straffen kan, is machtig om te vergeven! In deze hoop le©f ik." Langzamerhand bekwam Onias van den schrik, en begon den raad van den roe: ver: „Spaar maar opnieuw" op te volgen. '(Wordt vorvolgd). „Wie kon dat denken! Wie kon dat donken!" mompelde hij. „Waarlijk: God heeft zijn volk verlaten! Liep ik het ge vaar niet in zijn dienst? Is Israël niets meer voor Hem? Zijn eigen Sabbath! God heeft, ons verlaten, Esther! Wat heb ben we misdreven? Achterhaalt en grijpt ben, want. God heeft hen verlaten!" „God heeft, ons niet verlaten," ant woordde zij, „alleen het goud." Maar hij weigerde hoofdschuddend, ge troost te worden. En in haar hart von den zijn woorden moer woerklank dan ze wilde doen vermoeden. Gedurende -Idje vierdfire roia bespeurd© Siguna dat de verhouding tusschen Onias en Esther omgpkeerd was. Esther rees op uit haar neerslachtigheid en zwak en bedrukt als ze was werd ze zijn troosteres, zijn beschermster, die met moe derlijke teoderheid hem verzorgde en lief koosde. Op zekeren avond leerde Siguna. de bezordheid kennen, welke de oorzaak van die teoderheid was. „Ach, Germaansche moeder," sprak Esther toen tot haar. „Eens was hij edel moedig, vriendelijk en mild, toen onze kinderen nog leefden. Ik heb die verande ring en dien vloek over hem gebracht. Om mijne zonden ontnam God ons de kin deren. Alleen om hunnentwil wenschte hij vermogend t© zijn, maar do kinderen war i roa hem duizendmaal dierbaarder. Sinds hun dood hangt zijn hart aan 't goud. Maar," voegde zij er hartstochtelijk bij: „houd hem niet voor ©en lagen woeke raar. Hij bemint het goud als een macht, die hom holpen kan. Hij ziet het als mid del om liefde en hoop te verwokken. Goud is niet alleen de afgod van de lang hart igen; ook van de hopeloozen. En soms denk ik dat het de afgod van ons volk zal worden, wanneer dat zijn eenige Hoop verliest." Siward hoorde aandachtig tee. Ze wendde zich tot hem cn zcide: „Aanbid liever alle andere afgoden dan deze! De andere kunnen verbroken worden. Deze nooit! Zijn verwoesting maakt hem slechts dierbaarder! Hij gaat altijd voor zijn aanbidders uit, als toeken van macht, macht om voor onszelven en met wideron to doen wat we willen! „Als ik maar zoo ver kom!" denken zijn aanbidders, „of zoover, of zoover!" Maar nooit bcfeikon ze 't begeerde punt. Wij liggen in 't duis ter, on de hand die meent het goud ge bruikt te hebben is even machteloos als de hand die hoopt het te zullen gebrui ken. Maar de verblinding wijkt niet. 't Was voor ons stof; en 'l. wordt, toch weer de onweerstaanbare dwingeland voor hen, dio 't aan onze doodo handen ontne men. "Helaas! die verblinding on die vloek zijn over Onias, maar door mijne zonden! doos do mijne

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 5