Evenreigieii in dn pelf Slaan wij de waarde yan de lichamelijke opvoeding te hoog aan, indien wo zeggen dat zij onontbeerlijk is? Neen toch! Is niet hier van toepassing het Schriftwoord dat tot ons spreekt van: „een tempel dee Heiligen Geest es die in ons i6, Een lichaam dat wij van God hebben." Schoon geheel uit aarde en slijk ge vormd, is het. lichaam des menschen door God zeiven gebouwd om zijn tempel te zijn. Het is^ door Satan overheerscht en ontwijd door de zonde; maar het is vrijgekocht door het bloed vanChristus, gezalfd en geheiligd bij vernieuwing door den Heiligen Geest, en bestemd om met Zijn heerlijkheid in de gelukzalige eeuwig heid ven'uid te worden. Daarom verstouten wij ons te zeggen dat de zorg onder ons voor de opvoeding en ontwikkeling van het lichaam onont beerlijk is, om in dit Scheppingsproduct, ïooveel als in ons vermogen ie, de door do zonde verloren gegane evenredigheid te herstellen. Want. die evenredigheid ie verbroken. En niet het minst in dezen tijd, waarin wij thans leven, komt dit tot uiting. De memsoh was oorspronkelijk bestemd om im schoone harmonie te leven, te ar beiden, in een volmaakte omgeving. Een omgeving zonder strijd, zonder moeite; te midden van een natuur en wezens die vre de ademden en dan een vrede zooals wij dien in onzen Bijbel vinden geprofiteerd in de toekomst; als de wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leenw stroo zal eten als een rund. Toen wa6 de mensch één wonder-groote en schoone drieëenheid, toen was er har monie tusschen hoofd, hart en hand en werkte alles samen tot verheerlijking van Hem, Die alles het aanzien gaf. Ziet hem than6 gaan, den onttroonden koning. Gebogen is die fiere gestalte, met rim pels doorploegd is het schoone gelaat. De zorg, de strijd, de moeite en kom mer heeft er een stempel op gedrukt. Verloren is de schoone evenredigheid waarvan God zeide toen Hij het aanzag: „en ziet het was goed". Wel viel hier en daar, onder de door werking van Gods gemeene gratie, een weder opbloeien waar te nemen. Nu eons openbaart zich een opbloei van kunsten en wetenschappen doordat met man em macht het verstand, de geest, worden opgevoerd tot hun hoogste span kracht. Dan weer zinkt dit streven in en beleven wij een tijd van de brute kracht, we kunnen haast zeggen een tijd van spier kracht-verheerlijk., of zooals we van on sen tijd kunnen zeggen van s p o r t-i d i o- t i s m e. Een periode waarin men denkt dat het heil der natie, ja der wereld, is ge legen in het bezit' vah een paar vuisten als stoomhamers of een paar beenen en iongen als een renpaard. In andere kringen weer hebben we kun nen waarnemen een zich met zoov. kracht werpen op het zieléfeven dat men totaal vergat dat de aarde geen paradijs is, doch dat het volle rijke leven, met al den strijd «n tegenkanting die het biedt, eischt: den vollen mensch, met. al zijn gaven en talen ten die de Schepper hem gaf. Van de wondere eenheid in het wezen van den mensch, zooals de staat der vol maaktheid ons die deed zien, vinden wij - schier geen spoor terug. Overal disharmonie, waar wij het oog laten gaan. En de wereld heft schoone leuzen aan om begeestering te wekken voor haar ideaal; verandering te brengen in dezen toest. en zegt het den Romein Juvénalis na: „Men6 6ana in corpore sano" d.i. een gezonde ziel kan alleen heerechen in een gezond lichaam. Deze leus, ze kan ons slechts matig be geesteren. Zeker als ideaal ons voor oogen te stel len een harmonisch samengaan van on6 zichtbare en onzichtbare zijn, het is schoon en in dien zin opgenomen vatten wij haar met beide handen aan. Uit den mand echter van de mannen en vrouwen der moderne levensbeschouwing, ook ten opzichte van de lichamelijke op voeding, is zij een groote leugen. Het ge zonde lichaam kan en mag nooit de waar borg voor een gezonde ziel zijn. Christus, de Koning, alleen is bij mach te ons te sehenken een gezonde ziel, als vrucht van een oprecht geloof. Dat de moderne heidenen deze 6preuk van de klassieke heidenen hebben overge komen en ten volle beamen verwondert one volstrekt niet ale we weten, dat de voormannen dier beweging leéren: dat het leven, de ziel, is een product der chemische processen, die zich in het lichaam afspelen. Het plaatst, door de gezondheid der ziele afhankelijk te 6tellen van den lichamelij- ken welstand, haar volgelingen op zuiver yiaterialistischen grondslag met als eind doel de verheerlijking van het schepsel. Ook hier klinkt weer met zoet gefluister ie stem van den verleider van den Begin ne: ,-,eet van deze vrucht en ge zult als God zijn." Gevaarlijk spel wordt er gespeeld onder den schoonen schijn van te arbeiden in het belang van de physieke en geestelijke volkskracht. Bewust of onbewust werkt men mede om het pad te effenen voor hem wiens verschijn, ons voorzegd is, n.l. den mensch der zonde, de verpersoonlijking van den moderne levensbeschouwing. Mogen wij nuchter zijn en wakende, op dat wij niet te laat bemerken dat wij of onze kinderen gaan op paden die ons af voeren van de oudo belijdenis, die uitloo- pen niet op de verheerlijking, van God Drieëenig doch wel van den mensch. Daarom niet het terrein van de licha melijke opvoeding links laten liggen. Ook dit zeer voorname onderdeel van *ns mensch zijn heeft recht niet alleen, doch vraagt, eischt bovenal een uiterst, »<oede verzorging. Tempel des Geestes aoemt de Schrift het. „Nooit verleide u anderer misbruik van bun spierkracht, om de ontwikkeling van bet lichaam den Christen onwaardig te keuren." (Dr. A. Kuyper). Onontbeerlijk, zeiden we reeds, is het in dezen tijd, waar bet moderne leven den mensch uit het evenwicht rukt. Meer dan ooit vraagt het '20-eeuwsche leven, naar stelen zenuwen, jong en krachtig bruisend bloed en een onverstoorde gezondheid. Menschen zonder dat, houden den ont wikkelingsgang vaai het maatschappelijk leven tegen. Hoe zullen onze menschen in het mid den van den politieken en maatschappelij ken strijd de eersten zijn, de mannen en vrouwen zijn, die niet alleen vertoonen een muurvast geloof, niet alleen een krachtig onderlegden geest, als ze niet be zitten een vaardig, gezond lichaam dat als instrument van verstand en ziel werk kan verzetten? Niet alleen voor ons zelf, opdat wij zelf paraat zullen zijn, maar ook voor het na geslacht is het noodig dat onze jongens en vooTal ook onze meisjes het leven in gaan a 1 z ij d i g toegerust. Dus ook lichamelijk opgevoed. Onontbeerlijk is de lichamelijke opvoe ding in ons opvoedingssysteem omdat wij in Gods kracht moeten streven naar het, zoo veel als in ons vermogen is, herstellen van de door de zonde verloren even redigheid in den mensch. Dan zal reeds hier in beginsel het beeld Gods wederom zingen de glorie des Scheppers. DE BR. Kan een Boer Sociaal-democraat zijn Wij lazen indertijd in het „Centrum" (ontleend aan „Jung Land" uit Gladbach) Onmogelijk. Reeds het feit zelf, dat de socialisten de heftigste tegenstanders van het particulier bezit zijn, sluit elk lid maatschap der boeren van socialistische vereenigingen uit. 't Is echter interessant, en zelfs komisch, ha te gaan hoe de socialistische bladen en voormannen met elkander in tegenspraak komen, als zij den boer op willen gaan. Ziehier eenige treffende staaltjes. „Boeren en arbei ders behooren bijeen en beiden behooren in de rijen der soci aal-democraten". (Het ten bale der socialistische Land- agitatie uitgegeven Bayerische Wochen- blatt no. .52, 1912). „De landarbeiders en kleine boeren moeten hunne hoop op de sociaal-demo cratie stellen". (Der Landbote Soc. Kalender 1912). „De boeren, die zich nietproletariërs,maar echte boeren gevoe len, zijn voor ons niet alleen niet te winnen, maar zij behoren tot onze gevaarlijkste tegenstanders". (Kautsky 1894/'95 I Bnd. no. 9). „Zeggen wij het maar rechtuit: Wij kunnen de massa der kleine boeren van heden op mor gen slechts winnen, wanneer wij hen iets beloven, waarvan we wóten, dót we 't zelf niet houden kunnen". (Engels Neue Zeit 1894/'95 I 10). „De boer is een vijand der sociaal democratie en de steunpilaar van ie dere reactie. Hem voor ons te winnen, is vergeefsche moeite". („Genosse" Paech in de Neue Zeit 1909 II no. 44). „Wie gelooft, dat 'tons ooit gelukken zou de boeren voor de sociaal-dem. ar beiderspartij te win nen, die heeft het glad mis". („Genosse" Auer op den partijdag te Frankfort. Protokoll BI. 126). „Slechts diegenen onder de boeren, die aan het voortbestaan hunner eigen klasse twijfelen, die niet langer er aan twijfe len, dat de bedrijfs vormen, waarop hun eigen bestaan rust tot ondergang ge doemd zijn, zijn in staat, de leer van het socialisme te begrijpen". (Kautsky Neue Zeit 1894/'95 I 9). Kautsky heeft het wel aan het juiste eind, als hij zegt, dat de socialisten den boeren niets anders hebben aan te bieden dan de voorspelling van hun ondergang. Welke boer zou zich dan vrijwillig in het graf leggen, dat het socialisme voor hem delft! Daarvoor hebben onze boeren toch nog te veel gezond verstand. De vraag„Kan een boer sociaal-demo craat zijn" beantwoorden wij dus nogmaals met 't woordonmogelijk. „De Zeeuw". „Vaak werd het van sociaal-democra tische zijde gezegd Boeren en arbeiders behooren bijeen". (Bayerische Wo- chenblad no.19,1912) De eenige redding „De arme boer, die arme kerel wordt in woede en leed soci aal-democraat". (Westfal. Volks kalender 1912). „De kleine boer kan slechts aan de socialisten zijne stem geven want de sociale verhoudingen zullen eerst dan veranderen, als de sociaal-demo cratie overwint". (Westfal. Volks kalender 1912). Gemengd Nieuws Valschheid in geschrifte en verduistering bij de Haagsche Coöp. Voorscholver- eeniging en Spaarbank. De voorzitter van de Haagsche Coöp. VooTsehotvereeniging en Spaarbank aan de Anna Paulownastraat deed aangifte van valschheid in geschrifte annex ver duistering, vermoedelijk gepleegd door Z., penningmees-ter dier vereeniging. Nader wordt h.o. gemeld: In verband met de nog steeds be staande malaise wilde het bestuur van de vereeniging gaarne een overzicht hebben van den financdeelen toestand op het oogen blik. Te dien einde was den penning) meester opgedragen 'n ba-lans op te stel len over den toestand op 1 Mei j.l. Deze ba-lans moest den 14 dezer wor den overgelegd. De penningmeester, de heer Z. aarzelde evenwel aan de hem ge geven opdracht te voldoen. Op aandrang van het bestuur in-de vergadering van Dinsdagavond hieromtrent nadere inlich tingen gevraagd, waarna eindelijk de heer Z. er toe overging eenige cijfers te noemen. Deze cijfers kamen het bestuur even wel hoogst onwaarschijnlijk voor en het verlangde nadere bijzonderheden. De heer Z., thans in het nauw gedreven, verklaar de daarop ten slotte, dat hij reeds ge durende een 10-tal jaren gelden van de vereeniging had verduisterd. Deze mededeeling verwekte natuurlijk groote verba-zing, temeer waar de heer Z„ die reeds 20 jaren het penningmeester schap waarnam, zoowel van het bestuur als van het publiek het volste vertrouwen genoot. Na de bekentenis volgde aangifte bij de politie, die Z. wist te arresteeren. Het totaal-bedrag van de verduistering ■kan nog niet worden opgegeven, aange zien deze over zoovele jaren loopt, ten gevolge waarvan het boekenonderzoek, dat nog steeds gaande is, veel tijd vordert Hoewel dus nog niets met zekerheid kon worden geconstateerd Z. noemde wel een bedrag, maar dit kwam het be stuur eveneens onwaarschijnlijk voor verluidt echter, dat het bedrag zeer hoog moet zijn, en in de tonnen zou loopen. Hiertegenover staat echter ook weer, dat Z. verschillende bezittingen, zoowel roe rende- als onroerende goederen heeft, waarop beslag was gelegd. Ook dragen volgens, de statuten de aandeelhouders de verantwoordelijkheid voor den gang van zaken, en het bestuur is van meening, dat de spaarbankhouders op den duur niet veel schade van de fraude zullen ondervinden. Het bestuur doet alle mogelijke moeite om de kwestie zoo spoedig mogelijk haar beslag te doen krijgen en het vertrouwt, dat de spaarbankhouders haar daartoe in de gelegenheid zullen stellen. Gisterenochtend kwamen reeds verschil lende spaarbankhouders hun gestorte gel den terugvorderen. Verbrand. Te Wateringen -heeft, het 2jarig zoontje van den heer W. A van Zeijl zich ernstig aan kokende koffie gebrand met het gevolg dat he< kind kort daarna is .overleden Een slecht begin. De burgemeester van Emmen weigerde een jong paartje te trouwen, omdat do bruidegom stomdronken was. Het „paartje" werd uit de trouwzaal gezet! Ongeluk. Te Beverwijk had de heer F Springers het ongeluk met zijn hand in een machine te raken De geheele hand werd ,afgekneld. De ongelukki ge is direct naar Haarlem vervoerd. Verdrenken. Uit de Lekhaven in Den Haag ia opgevisebt het lijkje van den 8jarigen B., uit de Oudshoorn straat aldaar, die sedert Maandagmiddag vet mist werd. Baas boven baas. De heeren van der Tuuk en Oosting te Assen hebben een schaap van -VA' jaar met 3 poot en en een lam van dat schaap 3 maanden oud met 6 poolen. Vier kinderen vermoord. Een vreeselijk drama heeft zich te Stöckigt Neuland afgespeeld Èen moeder heeft daar haar. vier _klndertjes verrhoord. Toen de man naar het veld was gegaan, en haar schoonzus ter afwezig was, heeft de vrouw haar vier kfn déren, een tweeling van drie jaar, een jongen van twee en een meisje van een jaar den hals afgesneden toen zij in hun bedje sliepen Daar op begaf de vrouw zich naar den dorpsdijk om zich het leven te benemen. Van dit voornemen kwam zij echter terug. Later gaf zij onomwonden toe de kinderen vermoord te hebben. Omtrent het motief tot deze verschrikkelijke daad tast men nog volkomen in het duister Men vermoedt echter, dat de vrouw in een vlaag van waanzin nigheid dezen ontzettenden moord heeft bedre ven. Ontaarde ouders. De Fransche politie is opnieuw een geval van een menschonteerende behandeling door ouders van een hunner kinderen op het spoor gekomen. Een zekere Pissot heeft een zoontje thans 7 jaar uit zijn eerste huwelijk 5 jaar lang in een krotkamertje gevangen gehouden Verschillende geruchten omtrent het jongske waren in omloop, maar het juiste wist men er niet van wijl nooit iemand den knaap had gesproken, anderen be weerden hem wel eens in den tuin te hebben gezien. Toevallig kwam enkele dagen geleden een verhuurder van ongemeubileerde woningen ten huizo van Pissot. De bezoeker hoorde gesteun en geschrei van een klein kamertje uitkomen. Zich de geruchten herinnerend die over den kleinen jongen in omloop waren waarschuwde de verhuurder de politie Nog denzelfden middag kwam de recherche in de woning van Pissot Ceri" onderzoek instellen. Na eenig zoeken werd oen klein kamertje ontdekt. Bij opening kwam oen afschuwelijken stank de poliiie tegemoet. Geheel de meubileering bestond uit een klein ijzeren ledikant met bed zonder lakens of de kens. Aan het voeteinde van d'it bed vond men, op de knietjes gezeten de handjes samengevou wen en steunend op den rand van hot ledikant een klein vormloos menschenlichaampje. Dat v/as het knaapje 7 jaar oud, geheel misvormd door de slagen, die het kind had ontvangen De oorlellen waren buitengewoon groot een gevolg van het vele trekken daaraan, terwijl smerige lompen ongetwijfeld reeds jaren den knaap bedekten. De ouders werden vervolgens naar het politiebureau geleid, terwijl de jongen aan een dokter werd toevertrouwd, die kon constateeren, dat de beenderen van armen en rug geheel mis vormd waren door de brutale behandeling De kleine voelt zich thans gelukkig. Hij krijgt geen slaag meer Bij het verhoor hebben de ouders hun afschtrrelijke misdaad nog niet bekend. Zi.i beschuldigen elkander Land- en Tuinbouw. Vergiftiging door Chilisalpeter. Het trok in het voorjaar in het Noorden van ons land de aandacht, dat do stand der rogge, welke over het algemeen slecht was, het ongun stigst was op stukken, welke flink wat Ghilisal peter bij de voorvrucht hadden ontvangen. Dit deed vermoeden, dat Chilisalpeter de schuldige was. Evenals dat in vorigo jaren, vooral in 1907 1911 en 1917 was geweest. In vroeger jaren had men zelfs kunnen waarnemen, dat veldjes, gere geld met Qhili bemest, soms achter stonden bij perceelen, die al jaren lang in het geheel geen mest haddenontvangen. Omtrent het verschijn sel, dit voorjaar opgemerkt, werd door een prac tious den heer A. G. Mulder te Groningen en den heer Hudig, een der directeuren van het Gro ninger Proefstation, een onderzoek ingesteld. In herinnering zij hier gebracht, dat bij vroeger waargenomen verschijnselen dit eigenaardige zich voordeed, dat de dunne „uitgewinterde" rogge, welken dunnen stand men aan de Chili salpeter meende te moeten toeschrijven, weer op haar verhaal kan worden gebracht, tot uitsloe ling en extra forschen groei kon worden gedwon gen door een overbemesting met dezelfde meststof Ba, ra, hoe zat dat? 't Was dus duide lijk, dat aan een specifieke Chiliv/erking niet kon worden gedacht. Maar wat dan? Zoo bleef men vragen. Men had sterke vermoedens van Perchloraatvergifliging. Perchloraat (Overcloor zuurzout) komt soms in z.g „nesten" in de Chili voor, en kan dan vergiftigimgsverschijnse len veroorzaken, die bij voorjaarsuitstrooiing van Chilisalpeter zich openbaren door het krul len der bladeren. De heer Hudig wilde nu on derzpeken of de dunne stand der rogge mogelijk ook veroorzaakt kon zijn door perchloraat van Chili, gegeven aan het voorgaande gewas. Was dat zoo, dan openbaarde zich deze nawerking geheel anders dan de genoemde voorjaarsuit werking. Bij de nawerkingsschade ziet men de vermelde vervormingen der bladeren (ontstaan doordat de bladscheede de groeiende bladspitsen niet loslaat) slechts sporadisch, in geringe mate soms niet eens meer dan men bij nauwkeurige beschouwingen in alle gezonde gewassen kan vinden. Hier blijkt, nadat aanvankelijk de plan ten goed door den winter zijn gekomen, bij den eersten voorjaarsgroei heel wat planten niet sterk genoeg, deze verdwijnen, de roggestand wordt dus eenvoudig dun, zonder meer Om na te gaan, of alle deze vermoedens juist waren, heeft de heer Hudig de volgende proef genomen. Wij geven aan hem zelf het woord: Op een normalen zandgrond werden in 1921 aardappels geteeld en bemest voor zoover de stikstofvoorziening aangaat, rnet zuivere natron salpeter. Een strook ontving bovendien perchlo raat naar 4 Kg per H. A., een andere perchlo raat naar 2 Kg en een 3de strook geen perchlo raat. Deae stroken waren in duplo aanwezig. In het najaar werd rogge gezaaid en wel in drie verschillende perioden. Pe eerste partij werd den 24sten October gezaaid, de tweede den 17en November en de 3e den 8en December. Met deze differentiatie beoogden wij de waar neming in de practijk te controleeren die er op wees, dat laat gezaaide rogge, lang niet zoo ge voelig voor de vermeende vergiftiging is. De uitkomst van deze proef is nu aldus: le. De rogge, welke in November en Decern ber gezaaid werd, is gezond en staat behoorlijk dicht; 2e die van October, staat slecht en zeer dun waar 4 Kg. perchloraat kwam, dun waar 2 Kg_ perchloraat kwam (per H.A. berekend!) en ge zond en dicht waar geen perchloraat kwam!' Die verschillen van sub 2 zijn zoo frappant, dat wij niet meer twijfelen aan de juistheid aan het vermoeden, dat hier inderdaad, een perchlo raat nawerking aanwezig is! Wanneer men nu op aardappelen 500 Kg. chilisalpeter per H A aanwendt, behoeft deze meststof maar 0,4 pel. perchloraat te bevatten om een belangrijke schade te veroorzaken; bij een gehalte van 0,8 pot. kan men in ons geval al van mislukking spreken. Het is onze overtuiging, dat in den loop der jaren door dit verschijnsel al heel wat schade is berokkend, zoodat het van groot belang is, dat de practijk met deze vergiftiging in kennis wordt gesteld; de schade kan immer3 voorko men worden! Wij geven nu den volgenden raad: le gebruik op de voorvrucht alleen perclo raatvrije salpeter, of wend het nieuwe kunst product natronsalpeter aan. 2e als de grond alcalisch of zeer zwak zuur Is, kan men op de aardappels, die de rogge plegen voor te gaan, ook zw amm aanwenden. 3e. men kan desnoods, wanneer perchloraat houdende salpeter op de voorvrucht is uitge zaaid en men toch rogge zaaien moet. deze laat zaaien. Voor dit geval zal door den belang hebbende beoordeeld moeten worden of hij deze risico dragen kan Voor sommige streken schijnt *de risico niet groot te zijn. Ten slotte wekken wij de belangstellenden op, de proef te komen zien welke op het terrein van het Ri jl;élandbouwproefslation te Groningen ligt en vragen die practici, die slechte en dunne rogge hebben ons mededeeling te doen van hun geval, met de toelichting of zij deze schade al of niét toe kunnen schrijven aan de perchloraat vergiftiging. Ook voor andere belangrijke waar nemingen In deze kwestie houden wij ons fen zeersto aanbevolen C. B. KOMT HERWAARTS TOT MIJ. U kom ik, Heer! mijn zorgen toevertrouwen, Ik huig het hoofd al weenend aan Uw borst: Gij hebt beloofd, en daarop wil ik bouwen, Dat Ge al mijn zorg en al mijn zonde torst. 'k Ben do Uwe, Heer! Ik wenschte dat mijn leven Mocht stralen van Uw heilig deugdenbeold, Zoo als de ;see, -door stormen niet gedreven, Do zon weerkaatst die op heur spiegel speelt! Ik zou zoo graag U boven alles minnen, U, dio der ziel of niets of alles zijt! En door 't geloof die waereld overwinnen, Dio ik zoolang, en vruchteloos bestrijd! Ach, Heer! wanneer zal ik U gansch behooren, Verlost in 't eind van 't lichaam dezes doods, Daar, waar nooit klacht de hymne meer zal [storen, En God in 't hart zal wonen eindeloos? Tot op dien dag, wil Gij mijn moed versterken, Maak licht Uw last en liefelijk Uw juk! Een goed begin is de aanvang Uwer werken, De zaligheid Uw Liefdes meesterstuk! Ten Kato. Dienstplicht voorvronwen. Onder het opschrift „Een Bulgaarsch experi ment" schrijft „The times Ed. Suppl." over het in Bulgarije sinds tweo jaren bestaando stelsel van dienstplicht voor mannen zoo wel als vrou wen. Zonder vergoeding moeten mannen den staat eeu jaar dienen, vrouwen een half jaar. Alle Bulgaarsche jongens van 20 en alle meisjes- van 16 jaren (uitgezonderd de Mohammedaan* sche) zijn tot dienst verplicht. Jongens *»ven 17 jaren en meisjes boven 12 jaren kunt, A als vrijwilligers dienst nemen. Het is verboden, het land te verlaten of vreemde nationaliteit aan te nemen, alvorens den dienstplicht vervuld hebben. Evenals bij militairen dienstplicht in de m6esfe Europeesche 6tatcn zijn er redenen van vrijstel ling, en de disciplinaire maatregelen komen over* een met de militaire. Do jonge mannen leven i» hun diensttijd hijeen in gehouwen. Ze worden bij hot bogin van het jaar tegelijk opgeroepen. De wet voorziet zelfs in de mogelijkheid van alge* moene mobilisatie in geval van gevaar voor het land of van nationale rampen. In dio gevallen kunnen alle Bulgaarsche burgers van 20 tot 50 jaar opgeroepen worden. JoDgo meisjes blijven in het huisgezin. De regeering zendt onderwij zers rond, die de plattelandsmeisjes onderwijs is handenarbeid geven. Al do 2.387 gemeenten van het land dragen haar aandeel hij in bet ver* plichte werk. Er vallen thans 700.000 jonge lie den onder den dienstplicht. Bijna allen verrichten kostoloozen arbeid. In de meeste gevallen wordt do dagelijksch afgeleverde hoeveelheid werk nie/- toereikend geacht. In de meeste steden en dor pen zijn de jongelieden daarom'genoodzaakt door te werken tot de van hen verwachte hoeveelheid arbeid gereed is. Alle 6tanden van het land wor- den opgeroepen. De leerlingen van het semina rium te Sofia worden aan het werk gezet in de parken om het universiteitsgebouw, en voor het dempen van plassen. Te Bel Bela Tserkva is een waterafvoerkanaal aangelegd en in Atroplis zijn vier bruggen gebouwd. Te Surgulare hebben verschillende dorpen tezamen een kanaal gegra ven. In een district zijn alle straten geplaveid, in het district Travan zijn 12000 boomen geplant, en in Kustindil 17000 heesters. De meisjes van de hooge school te Sofia schrobben en boenen de vloeren en zeemen de ruiten in het geheele ge bouw, en hinden de hoeken van de bibliotheek in. RECHTZAKEN HAARLEMSCHE RECHTBANK. J. v. D. heeft 6 April een ruit stuk ge slagen in het café van De G., te Hoofd dorp. De officier eischte ƒ60 boete of 30 da gen hechtenis. C. Z., uit Aalsmeer, heeft water bit de melk gedaan en ze voor volle melk vet kocht. Tegen hem werd gcëischt een week gevangenisstraf. J. v. d. Z. en F. A. S. waren in den nacht van 5 op 6 Mei met een handwagen naar Lis se gegaan en hadden daar op een bollenland van den heer II. Veldhui zen van Zanten, een groote hoeveelheid tulpen afgesneden, die ze daarna hadden medegenomen. Daar beklaagden de bloemen onoordeel kundig hadden afgesneden, was aan do bollen in den grond schade toegebracht. Do schade werd op eenige honderden guldens geschat. Tegen ieder der beklaag den werd zes weken gevangenisstraf ge- eïscht. Ingezonden. (Bui:cd verantwoordelijk tic K?d.) Leiden, 15 Juni 1921. Geachts Redactie. Ik verzoek u eenige .plaatsruimte voor onder* staand schrijven, als antwoord op het ingezonden stuk van den heer J. Noorland. Bij voorbaat mijn dank. In de eerste plaats zij opgemerkt dat de arbei der altijd in actie is geweest. Nu en vroeger, trots de lange arbeidsduur. Gezien echter de weinige invloed die de Chrw arbeider uitoefent op de vergadering der A. R. partij, bleek het beter maar niet to komen. Verder ligt het niet aan de arbeiders dat zij niet ter vergadering komen, maar aan de werk wijze van hen dié als leiders der Anti Rev. Partij zijn benoemd en alleen hij verkiezingen om de arbeiders roepen om hulp. Neen mijnheer Noorland, het ligt niet aan den arbeider maar aan hen die nu om hem roe pen, maar straks als de strijd beslist is en de verkiezing weer achter den rug ligt niet de min ste gemeenschap met dio arbeiders meer hebben, wat noodzakelijk is aangezien het oogenblilc daar is dat liet groote deel der arbeiders mee leeft met de werkwijze"in 't Parlement en dat er terdege zijn conclusie uit trekt bij de verkie zing, gezien b.v. het medewerken tot verdwij ning der 45-urige werkweek; dat kan niet in 't voordeel der A. R. leden liggen. Overigens 6taart de arbeider, althans Diet de Christelijke arbeider naar zijn stoffelijke belan gen maar zet hij het beginsel juist op den voorgrondmaar juist daarom eischt hij op grond van Gods Woord, een behoorlijke levens positie die noodig is tot in stand houding van zijn gezin. Dat is geen 6tófvergoding maar een recht dat den arbeiders altijd grootendeéls on<j nomen is. Zeer zeker mijnheer Noorland de Chr. arbei der verstaat zijn Chr. roeping wel maar daaruit) volgt niet dat men het beginsel misbruiken inag, wat men thans zoo veel ziet gebeuren. Men moet wat men in beginsel belijdt, ook practisch uit leven, ook op maatschappelijk en staatkundig torroin. B. v. omdat men A. R. is moet men medewerken tot verdwijning van de zware le venspositie van den arbeider als slechte wonin gen, zware belastingen enz. enz. Do A. R. partij vergeet dat onder haar banier, ook een groot# massa arbeiders leven die nu een maal beschermd móeten worden en verzekering cischen bij ziekte of werkeloosheid of hoogen ouderdom, opdat zij bij dergelijke gevallen niet tot armoede gedoemd zijn. Dit mijnheer Noorland vindt men zoo weinig hij do A. R. partij, reden waarom ik den wensch! uitspreek dat die tijd nog oens zal komen opdat de arbeiders meer dit ook opgenomen zien in hot program der A. R. partij. Dan.zal en kan hot niet uitblijven of de Ghr. arbeiders werkeiï mede in massa tot heil der A. R. beginselen. D. K. Misschien zijn er nog anderen die hierover ietd op het hart hebben. Een dezer dagen hopen wij zelf ook aan do hier ter sprake gebrachte pun teil aandacht te 6chenken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 6