Evenreigieii in dn pelf
Slaan wij de waarde yan de lichamelijke
opvoeding te hoog aan, indien wo zeggen
dat zij onontbeerlijk is? Neen toch! Is
niet hier van toepassing het Schriftwoord
dat tot ons spreekt van: „een tempel dee
Heiligen Geest es die in ons i6, Een lichaam
dat wij van God hebben."
Schoon geheel uit aarde en slijk ge
vormd, is het. lichaam des menschen door
God zeiven gebouwd om zijn tempel te
zijn. Het is^ door Satan overheerscht
en ontwijd door de zonde; maar het is
vrijgekocht door het bloed vanChristus,
gezalfd en geheiligd bij vernieuwing door
den Heiligen Geest, en bestemd om met
Zijn heerlijkheid in de gelukzalige eeuwig
heid ven'uid te worden.
Daarom verstouten wij ons te zeggen
dat de zorg onder ons voor de opvoeding
en ontwikkeling van het lichaam onont
beerlijk is, om in dit Scheppingsproduct,
ïooveel als in ons vermogen ie, de door
do zonde verloren gegane evenredigheid te
herstellen.
Want. die evenredigheid ie verbroken.
En niet het minst in dezen tijd, waarin
wij thans leven, komt dit tot uiting.
De memsoh was oorspronkelijk bestemd
om im schoone harmonie te leven, te ar
beiden, in een volmaakte omgeving. Een
omgeving zonder strijd, zonder moeite; te
midden van een natuur en wezens die vre
de ademden en dan een vrede zooals wij
dien in onzen Bijbel vinden geprofiteerd
in de toekomst; als de wolf en het lam
zullen te zamen weiden, en de leenw stroo
zal eten als een rund.
Toen wa6 de mensch één wonder-groote
en schoone drieëenheid, toen was er har
monie tusschen hoofd, hart en hand en
werkte alles samen tot verheerlijking van
Hem, Die alles het aanzien gaf.
Ziet hem than6 gaan, den onttroonden
koning.
Gebogen is die fiere gestalte, met rim
pels doorploegd is het schoone gelaat.
De zorg, de strijd, de moeite en kom
mer heeft er een stempel op gedrukt.
Verloren is de schoone evenredigheid
waarvan God zeide toen Hij het aanzag:
„en ziet het was goed".
Wel viel hier en daar, onder de door
werking van Gods gemeene gratie, een
weder opbloeien waar te nemen.
Nu eons openbaart zich een opbloei van
kunsten en wetenschappen doordat met
man em macht het verstand, de geest,
worden opgevoerd tot hun hoogste span
kracht. Dan weer zinkt dit streven in en
beleven wij een tijd van de brute kracht,
we kunnen haast zeggen een tijd van spier
kracht-verheerlijk., of zooals we van on
sen tijd kunnen zeggen van s p o r t-i d i o-
t i s m e. Een periode waarin men denkt
dat het heil der natie, ja der wereld, is ge
legen in het bezit' vah een paar vuisten
als stoomhamers of een paar beenen en
iongen als een renpaard.
In andere kringen weer hebben we kun
nen waarnemen een zich met zoov. kracht
werpen op het zieléfeven dat men totaal
vergat dat de aarde geen paradijs is, doch
dat het volle rijke leven, met al den strijd
«n tegenkanting die het biedt, eischt: den
vollen mensch, met. al zijn gaven en talen
ten die de Schepper hem gaf.
Van de wondere eenheid in het wezen
van den mensch, zooals de staat der vol
maaktheid ons die deed zien, vinden wij
- schier geen spoor terug.
Overal disharmonie, waar wij het oog
laten gaan.
En de wereld heft schoone leuzen aan
om begeestering te wekken voor haar
ideaal; verandering te brengen in dezen
toest. en zegt het den Romein Juvénalis
na: „Men6 6ana in corpore sano" d.i. een
gezonde ziel kan alleen heerechen in een
gezond lichaam.
Deze leus, ze kan ons slechts matig be
geesteren.
Zeker als ideaal ons voor oogen te stel
len een harmonisch samengaan van on6
zichtbare en onzichtbare zijn, het is schoon
en in dien zin opgenomen vatten wij haar
met beide handen aan.
Uit den mand echter van de mannen en
vrouwen der moderne levensbeschouwing,
ook ten opzichte van de lichamelijke op
voeding, is zij een groote leugen. Het ge
zonde lichaam kan en mag nooit de waar
borg voor een gezonde ziel zijn.
Christus, de Koning, alleen is bij mach
te ons te sehenken een gezonde ziel, als
vrucht van een oprecht geloof.
Dat de moderne heidenen deze 6preuk
van de klassieke heidenen hebben overge
komen en ten volle beamen verwondert
one volstrekt niet ale we weten, dat de
voormannen dier beweging leéren: dat het
leven, de ziel, is een product der chemische
processen, die zich in het lichaam afspelen.
Het plaatst, door de gezondheid der ziele
afhankelijk te 6tellen van den lichamelij-
ken welstand, haar volgelingen op zuiver
yiaterialistischen grondslag met als eind
doel de verheerlijking van het schepsel.
Ook hier klinkt weer met zoet gefluister
ie stem van den verleider van den Begin
ne: ,-,eet van deze vrucht en ge zult als
God zijn."
Gevaarlijk spel wordt er gespeeld onder
den schoonen schijn van te arbeiden in het
belang van de physieke en geestelijke
volkskracht. Bewust of onbewust werkt
men mede om het pad te effenen voor hem
wiens verschijn, ons voorzegd is, n.l. den
mensch der zonde, de verpersoonlijking
van den moderne levensbeschouwing.
Mogen wij nuchter zijn en wakende, op
dat wij niet te laat bemerken dat wij of
onze kinderen gaan op paden die ons af
voeren van de oudo belijdenis, die uitloo-
pen niet op de verheerlijking, van God
Drieëenig doch wel van den mensch.
Daarom niet het terrein van de licha
melijke opvoeding links laten liggen.
Ook dit zeer voorname onderdeel van
*ns mensch zijn heeft recht niet alleen,
doch vraagt, eischt bovenal een uiterst,
»<oede verzorging. Tempel des Geestes
aoemt de Schrift het.
„Nooit verleide u anderer misbruik van
bun spierkracht, om de ontwikkeling van
bet lichaam den Christen onwaardig te
keuren." (Dr. A. Kuyper).
Onontbeerlijk, zeiden we reeds, is het in
dezen tijd, waar bet moderne leven den
mensch uit het evenwicht rukt. Meer dan
ooit vraagt het '20-eeuwsche leven, naar
stelen zenuwen, jong en krachtig bruisend
bloed en een onverstoorde gezondheid.
Menschen zonder dat, houden den ont
wikkelingsgang vaai het maatschappelijk
leven tegen.
Hoe zullen onze menschen in het mid
den van den politieken en maatschappelij
ken strijd de eersten zijn, de mannen en
vrouwen zijn, die niet alleen vertoonen
een muurvast geloof, niet alleen een
krachtig onderlegden geest, als ze niet be
zitten een vaardig, gezond lichaam dat als
instrument van verstand en ziel werk kan
verzetten?
Niet alleen voor ons zelf, opdat wij zelf
paraat zullen zijn, maar ook voor het na
geslacht is het noodig dat onze jongens
en vooTal ook onze meisjes het leven in
gaan a 1 z ij d i g toegerust. Dus ook
lichamelijk opgevoed.
Onontbeerlijk is de lichamelijke opvoe
ding in ons opvoedingssysteem omdat wij
in Gods kracht moeten streven naar het,
zoo veel als in ons vermogen is, herstellen
van de door de zonde verloren even
redigheid in den mensch. Dan zal reeds
hier in beginsel het beeld Gods wederom
zingen de glorie des Scheppers.
DE BR.
Kan een Boer Sociaal-democraat zijn
Wij lazen indertijd in het „Centrum"
(ontleend aan „Jung Land" uit Gladbach)
Onmogelijk. Reeds het feit zelf, dat de
socialisten de heftigste tegenstanders van
het particulier bezit zijn, sluit elk lid
maatschap der boeren van socialistische
vereenigingen uit.
't Is echter interessant, en zelfs komisch,
ha te gaan hoe de socialistische bladen
en voormannen met elkander in tegenspraak
komen, als zij den boer op willen gaan.
Ziehier eenige treffende staaltjes.
„Boeren en arbei
ders behooren bijeen
en beiden behooren
in de rijen der soci
aal-democraten".
(Het ten bale der
socialistische Land-
agitatie uitgegeven
Bayerische Wochen-
blatt no. .52, 1912).
„De landarbeiders
en kleine boeren
moeten hunne hoop
op de sociaal-demo
cratie stellen".
(Der Landbote Soc.
Kalender 1912).
„De boeren, die zich
nietproletariërs,maar
echte boeren gevoe
len, zijn voor ons niet
alleen niet te winnen,
maar zij behoren tot
onze gevaarlijkste
tegenstanders".
(Kautsky 1894/'95
I Bnd. no. 9).
„Zeggen wij het
maar rechtuit: Wij
kunnen de massa
der kleine boeren
van heden op mor
gen slechts winnen,
wanneer wij hen iets
beloven, waarvan
we wóten, dót we
't zelf niet houden
kunnen".
(Engels Neue Zeit
1894/'95 I 10).
„De boer is een
vijand der sociaal
democratie en de
steunpilaar van ie
dere reactie. Hem
voor ons te winnen,
is vergeefsche
moeite".
(„Genosse" Paech
in de Neue Zeit
1909 II no. 44).
„Wie gelooft, dat
'tons ooit gelukken
zou de boeren voor
de sociaal-dem. ar
beiderspartij te win
nen, die heeft het
glad mis".
(„Genosse" Auer
op den partijdag te
Frankfort. Protokoll
BI. 126).
„Slechts diegenen
onder de boeren, die
aan het voortbestaan
hunner eigen klasse
twijfelen, die niet
langer er aan twijfe
len, dat de bedrijfs
vormen, waarop hun
eigen bestaan rust
tot ondergang ge
doemd zijn, zijn
in staat, de leer
van het socialisme
te begrijpen".
(Kautsky Neue
Zeit 1894/'95 I 9).
Kautsky heeft het wel aan het juiste
eind, als hij zegt, dat de socialisten den
boeren niets anders hebben aan te bieden
dan de voorspelling van hun ondergang.
Welke boer zou zich dan vrijwillig in
het graf leggen, dat het socialisme voor
hem delft!
Daarvoor hebben onze boeren toch nog
te veel gezond verstand.
De vraag„Kan een boer sociaal-demo
craat zijn" beantwoorden wij dus nogmaals
met 't woordonmogelijk. „De Zeeuw".
„Vaak werd het
van sociaal-democra
tische zijde gezegd
Boeren en arbeiders
behooren bijeen".
(Bayerische Wo-
chenblad no.19,1912)
De eenige redding
„De arme boer, die
arme kerel wordt in
woede en leed soci
aal-democraat".
(Westfal. Volks
kalender 1912).
„De kleine boer
kan slechts aan de
socialisten zijne stem
geven want de sociale
verhoudingen zullen
eerst dan veranderen,
als de sociaal-demo
cratie overwint".
(Westfal. Volks
kalender 1912).
Gemengd Nieuws
Valschheid in geschrifte en verduistering
bij de Haagsche Coöp. Voorscholver-
eeniging en Spaarbank.
De voorzitter van de Haagsche Coöp.
VooTsehotvereeniging en Spaarbank aan
de Anna Paulownastraat deed aangifte
van valschheid in geschrifte annex ver
duistering, vermoedelijk gepleegd door Z.,
penningmees-ter dier vereeniging.
Nader wordt h.o. gemeld:
In verband met de nog steeds be
staande malaise wilde het bestuur van de
vereeniging gaarne een overzicht hebben
van den financdeelen toestand op het
oogen blik. Te dien einde was den penning)
meester opgedragen 'n ba-lans op te stel
len over den toestand op 1 Mei j.l.
Deze ba-lans moest den 14 dezer wor
den overgelegd. De penningmeester, de
heer Z. aarzelde evenwel aan de hem ge
geven opdracht te voldoen. Op aandrang
van het bestuur in-de vergadering van
Dinsdagavond hieromtrent nadere inlich
tingen gevraagd, waarna eindelijk de
heer Z. er toe overging eenige cijfers te
noemen.
Deze cijfers kamen het bestuur even
wel hoogst onwaarschijnlijk voor en het
verlangde nadere bijzonderheden. De heer
Z., thans in het nauw gedreven, verklaar
de daarop ten slotte, dat hij reeds ge
durende een 10-tal jaren gelden van de
vereeniging had verduisterd.
Deze mededeeling verwekte natuurlijk
groote verba-zing, temeer waar de heer Z„
die reeds 20 jaren het penningmeester
schap waarnam, zoowel van het bestuur
als van het publiek het volste vertrouwen
genoot. Na de bekentenis volgde aangifte
bij de politie, die Z. wist te arresteeren.
Het totaal-bedrag van de verduistering
■kan nog niet worden opgegeven, aange
zien deze over zoovele jaren loopt, ten
gevolge waarvan het boekenonderzoek,
dat nog steeds gaande is, veel tijd vordert
Hoewel dus nog niets met zekerheid
kon worden geconstateerd Z. noemde
wel een bedrag, maar dit kwam het be
stuur eveneens onwaarschijnlijk voor
verluidt echter, dat het bedrag zeer hoog
moet zijn, en in de tonnen zou loopen.
Hiertegenover staat echter ook weer, dat
Z. verschillende bezittingen, zoowel roe
rende- als onroerende goederen heeft,
waarop beslag was gelegd.
Ook dragen volgens, de statuten de
aandeelhouders de verantwoordelijkheid
voor den gang van zaken, en het bestuur
is van meening, dat de spaarbankhouders
op den duur niet veel schade van de
fraude zullen ondervinden.
Het bestuur doet alle mogelijke moeite
om de kwestie zoo spoedig mogelijk haar
beslag te doen krijgen en het vertrouwt,
dat de spaarbankhouders haar daartoe in
de gelegenheid zullen stellen.
Gisterenochtend kwamen reeds verschil
lende spaarbankhouders hun gestorte gel
den terugvorderen.
Verbrand.
Te Wateringen -heeft, het 2jarig zoontje van
den heer W. A van Zeijl zich ernstig aan
kokende koffie gebrand met het gevolg dat he<
kind kort daarna is .overleden
Een slecht begin.
De burgemeester van Emmen weigerde een
jong paartje te trouwen, omdat do bruidegom
stomdronken was. Het „paartje" werd uit de
trouwzaal gezet!
Ongeluk.
Te Beverwijk had de heer F Springers het
ongeluk met zijn hand in een machine te raken
De geheele hand werd ,afgekneld. De ongelukki
ge is direct naar Haarlem vervoerd.
Verdrenken.
Uit de Lekhaven in Den Haag ia opgevisebt
het lijkje van den 8jarigen B., uit de Oudshoorn
straat aldaar, die sedert Maandagmiddag vet
mist werd.
Baas boven baas.
De heeren van der Tuuk en Oosting te Assen
hebben een schaap van -VA' jaar met 3 poot en
en een lam van dat schaap 3 maanden oud met
6 poolen.
Vier kinderen vermoord.
Een vreeselijk drama heeft zich te Stöckigt
Neuland afgespeeld Èen moeder heeft daar
haar. vier _klndertjes verrhoord. Toen de man
naar het veld was gegaan, en haar schoonzus
ter afwezig was, heeft de vrouw haar vier kfn
déren, een tweeling van drie jaar, een jongen
van twee en een meisje van een jaar den hals
afgesneden toen zij in hun bedje sliepen Daar
op begaf de vrouw zich naar den dorpsdijk om
zich het leven te benemen. Van dit voornemen
kwam zij echter terug. Later gaf zij onomwonden
toe de kinderen vermoord te hebben. Omtrent
het motief tot deze verschrikkelijke daad tast
men nog volkomen in het duister Men vermoedt
echter, dat de vrouw in een vlaag van waanzin
nigheid dezen ontzettenden moord heeft bedre
ven.
Ontaarde ouders.
De Fransche politie is opnieuw een geval van
een menschonteerende behandeling door ouders
van een hunner kinderen op het spoor gekomen.
Een zekere Pissot heeft een zoontje thans 7
jaar uit zijn eerste huwelijk 5 jaar lang in een
krotkamertje gevangen gehouden Verschillende
geruchten omtrent het jongske waren in omloop,
maar het juiste wist men er niet van wijl nooit
iemand den knaap had gesproken, anderen be
weerden hem wel eens in den tuin te hebben
gezien.
Toevallig kwam enkele dagen geleden een
verhuurder van ongemeubileerde woningen ten
huizo van Pissot. De bezoeker hoorde gesteun
en geschrei van een klein kamertje uitkomen.
Zich de geruchten herinnerend die over den
kleinen jongen in omloop waren waarschuwde
de verhuurder de politie Nog denzelfden middag
kwam de recherche in de woning van Pissot
Ceri" onderzoek instellen. Na eenig zoeken werd
oen klein kamertje ontdekt. Bij opening kwam
oen afschuwelijken stank de poliiie tegemoet.
Geheel de meubileering bestond uit een klein
ijzeren ledikant met bed zonder lakens of de
kens. Aan het voeteinde van d'it bed vond men,
op de knietjes gezeten de handjes samengevou
wen en steunend op den rand van hot ledikant
een klein vormloos menschenlichaampje. Dat
v/as het knaapje 7 jaar oud, geheel misvormd
door de slagen, die het kind had ontvangen De
oorlellen waren buitengewoon groot een gevolg
van het vele trekken daaraan, terwijl smerige
lompen ongetwijfeld reeds jaren den knaap
bedekten.
De ouders werden vervolgens naar het
politiebureau geleid, terwijl de jongen aan een
dokter werd toevertrouwd, die kon constateeren,
dat de beenderen van armen en rug geheel mis
vormd waren door de brutale behandeling De
kleine voelt zich thans gelukkig. Hij krijgt geen
slaag meer Bij het verhoor hebben de ouders
hun afschtrrelijke misdaad nog niet bekend.
Zi.i beschuldigen elkander
Land- en Tuinbouw.
Vergiftiging door Chilisalpeter.
Het trok in het voorjaar in het Noorden van
ons land de aandacht, dat do stand der rogge,
welke over het algemeen slecht was, het ongun
stigst was op stukken, welke flink wat Ghilisal
peter bij de voorvrucht hadden ontvangen. Dit
deed vermoeden, dat Chilisalpeter de schuldige
was. Evenals dat in vorigo jaren, vooral in 1907
1911 en 1917 was geweest. In vroeger jaren had
men zelfs kunnen waarnemen, dat veldjes, gere
geld met Qhili bemest, soms achter stonden bij
perceelen, die al jaren lang in het geheel geen
mest haddenontvangen. Omtrent het verschijn
sel, dit voorjaar opgemerkt, werd door een prac
tious den heer A. G. Mulder te Groningen en den
heer Hudig, een der directeuren van het Gro
ninger Proefstation, een onderzoek ingesteld. In
herinnering zij hier gebracht, dat bij vroeger
waargenomen verschijnselen dit eigenaardige
zich voordeed, dat de dunne „uitgewinterde"
rogge, welken dunnen stand men aan de Chili
salpeter meende te moeten toeschrijven, weer op
haar verhaal kan worden gebracht, tot uitsloe
ling en extra forschen groei kon worden gedwon
gen door een overbemesting met dezelfde
meststof Ba, ra, hoe zat dat? 't Was dus duide
lijk, dat aan een specifieke Chiliv/erking niet
kon worden gedacht. Maar wat dan? Zoo bleef
men vragen. Men had sterke vermoedens van
Perchloraatvergifliging. Perchloraat (Overcloor
zuurzout) komt soms in z.g „nesten" in de
Chili voor, en kan dan vergiftigimgsverschijnse
len veroorzaken, die bij voorjaarsuitstrooiing
van Chilisalpeter zich openbaren door het krul
len der bladeren. De heer Hudig wilde nu on
derzpeken of de dunne stand der rogge mogelijk
ook veroorzaakt kon zijn door perchloraat van
Chili, gegeven aan het voorgaande gewas. Was
dat zoo, dan openbaarde zich deze nawerking
geheel anders dan de genoemde voorjaarsuit
werking. Bij de nawerkingsschade ziet men de
vermelde vervormingen der bladeren (ontstaan
doordat de bladscheede de groeiende bladspitsen
niet loslaat) slechts sporadisch, in geringe mate
soms niet eens meer dan men bij nauwkeurige
beschouwingen in alle gezonde gewassen kan
vinden. Hier blijkt, nadat aanvankelijk de plan
ten goed door den winter zijn gekomen, bij den
eersten voorjaarsgroei heel wat planten niet
sterk genoeg, deze verdwijnen, de roggestand
wordt dus eenvoudig dun, zonder meer
Om na te gaan, of alle deze vermoedens juist
waren, heeft de heer Hudig de volgende proef
genomen. Wij geven aan hem zelf het woord:
Op een normalen zandgrond werden in 1921
aardappels geteeld en bemest voor zoover de
stikstofvoorziening aangaat, rnet zuivere natron
salpeter. Een strook ontving bovendien perchlo
raat naar 4 Kg per H. A., een andere perchlo
raat naar 2 Kg en een 3de strook geen perchlo
raat. Deae stroken waren in duplo aanwezig. In
het najaar werd rogge gezaaid en wel in drie
verschillende perioden. Pe eerste partij werd
den 24sten October gezaaid, de tweede den 17en
November en de 3e den 8en December.
Met deze differentiatie beoogden wij de waar
neming in de practijk te controleeren die er op
wees, dat laat gezaaide rogge, lang niet zoo ge
voelig voor de vermeende vergiftiging is.
De uitkomst van deze proef is nu aldus:
le. De rogge, welke in November en Decern
ber gezaaid werd, is gezond en staat behoorlijk
dicht;
2e die van October, staat slecht en zeer dun
waar 4 Kg. perchloraat kwam, dun waar 2 Kg_
perchloraat kwam (per H.A. berekend!) en ge
zond en dicht waar geen perchloraat kwam!'
Die verschillen van sub 2 zijn zoo frappant,
dat wij niet meer twijfelen aan de juistheid aan
het vermoeden, dat hier inderdaad, een perchlo
raat nawerking aanwezig is!
Wanneer men nu op aardappelen 500 Kg.
chilisalpeter per H A aanwendt, behoeft deze
meststof maar 0,4 pel. perchloraat te bevatten
om een belangrijke schade te veroorzaken; bij
een gehalte van 0,8 pot. kan men in ons geval
al van mislukking spreken.
Het is onze overtuiging, dat in den loop der
jaren door dit verschijnsel al heel wat schade
is berokkend, zoodat het van groot belang is,
dat de practijk met deze vergiftiging in kennis
wordt gesteld; de schade kan immer3 voorko
men worden!
Wij geven nu den volgenden raad:
le gebruik op de voorvrucht alleen perclo
raatvrije salpeter, of wend het nieuwe kunst
product natronsalpeter aan.
2e als de grond alcalisch of zeer zwak zuur
Is, kan men op de aardappels, die de rogge
plegen voor te gaan, ook zw amm aanwenden.
3e. men kan desnoods, wanneer perchloraat
houdende salpeter op de voorvrucht is uitge
zaaid en men toch rogge zaaien moet. deze
laat zaaien. Voor dit geval zal door den belang
hebbende beoordeeld moeten worden of hij deze
risico dragen kan Voor sommige streken schijnt
*de risico niet groot te zijn.
Ten slotte wekken wij de belangstellenden op,
de proef te komen zien welke op het terrein
van het Ri jl;élandbouwproefslation te Groningen
ligt en vragen die practici, die slechte en dunne
rogge hebben ons mededeeling te doen van hun
geval, met de toelichting of zij deze schade al
of niét toe kunnen schrijven aan de perchloraat
vergiftiging. Ook voor andere belangrijke waar
nemingen In deze kwestie houden wij ons fen
zeersto aanbevolen C. B.
KOMT HERWAARTS TOT MIJ.
U kom ik, Heer! mijn zorgen toevertrouwen,
Ik huig het hoofd al weenend aan Uw borst:
Gij hebt beloofd, en daarop wil ik bouwen,
Dat Ge al mijn zorg en al mijn zonde torst.
'k Ben do Uwe, Heer! Ik wenschte dat mijn leven
Mocht stralen van Uw heilig deugdenbeold,
Zoo als de ;see, -door stormen niet gedreven,
Do zon weerkaatst die op heur spiegel speelt!
Ik zou zoo graag U boven alles minnen,
U, dio der ziel of niets of alles zijt!
En door 't geloof die waereld overwinnen,
Dio ik zoolang, en vruchteloos bestrijd!
Ach, Heer! wanneer zal ik U gansch behooren,
Verlost in 't eind van 't lichaam dezes doods,
Daar, waar nooit klacht de hymne meer zal
[storen,
En God in 't hart zal wonen eindeloos?
Tot op dien dag, wil Gij mijn moed versterken,
Maak licht Uw last en liefelijk Uw juk!
Een goed begin is de aanvang Uwer werken,
De zaligheid Uw Liefdes meesterstuk!
Ten Kato.
Dienstplicht voorvronwen.
Onder het opschrift „Een Bulgaarsch experi
ment" schrijft „The times Ed. Suppl." over het
in Bulgarije sinds tweo jaren bestaando stelsel
van dienstplicht voor mannen zoo wel als vrou
wen. Zonder vergoeding moeten mannen den
staat eeu jaar dienen, vrouwen een half jaar.
Alle Bulgaarsche jongens van 20 en alle meisjes-
van 16 jaren (uitgezonderd de Mohammedaan*
sche) zijn tot dienst verplicht. Jongens *»ven
17 jaren en meisjes boven 12 jaren kunt, A als
vrijwilligers dienst nemen. Het is verboden, het
land te verlaten of vreemde nationaliteit aan te
nemen, alvorens den dienstplicht vervuld hebben.
Evenals bij militairen dienstplicht in de m6esfe
Europeesche 6tatcn zijn er redenen van vrijstel
ling, en de disciplinaire maatregelen komen over*
een met de militaire. Do jonge mannen leven i»
hun diensttijd hijeen in gehouwen. Ze worden bij
hot bogin van het jaar tegelijk opgeroepen. De
wet voorziet zelfs in de mogelijkheid van alge*
moene mobilisatie in geval van gevaar voor het
land of van nationale rampen. In dio gevallen
kunnen alle Bulgaarsche burgers van 20 tot 50
jaar opgeroepen worden. JoDgo meisjes blijven
in het huisgezin. De regeering zendt onderwij
zers rond, die de plattelandsmeisjes onderwijs is
handenarbeid geven. Al do 2.387 gemeenten van
het land dragen haar aandeel hij in bet ver*
plichte werk. Er vallen thans 700.000 jonge lie
den onder den dienstplicht. Bijna allen verrichten
kostoloozen arbeid. In de meeste gevallen wordt
do dagelijksch afgeleverde hoeveelheid werk nie/-
toereikend geacht. In de meeste steden en dor
pen zijn de jongelieden daarom'genoodzaakt door
te werken tot de van hen verwachte hoeveelheid
arbeid gereed is. Alle 6tanden van het land wor-
den opgeroepen. De leerlingen van het semina
rium te Sofia worden aan het werk gezet in de
parken om het universiteitsgebouw, en voor het
dempen van plassen. Te Bel Bela Tserkva is
een waterafvoerkanaal aangelegd en in Atroplis
zijn vier bruggen gebouwd. Te Surgulare hebben
verschillende dorpen tezamen een kanaal gegra
ven. In een district zijn alle straten geplaveid, in
het district Travan zijn 12000 boomen geplant,
en in Kustindil 17000 heesters. De meisjes van
de hooge school te Sofia schrobben en boenen de
vloeren en zeemen de ruiten in het geheele ge
bouw, en hinden de hoeken van de bibliotheek in.
RECHTZAKEN
HAARLEMSCHE RECHTBANK.
J. v. D. heeft 6 April een ruit stuk ge
slagen in het café van De G., te Hoofd
dorp.
De officier eischte ƒ60 boete of 30 da
gen hechtenis.
C. Z., uit Aalsmeer, heeft water bit
de melk gedaan en ze voor volle melk vet
kocht. Tegen hem werd gcëischt een
week gevangenisstraf.
J. v. d. Z. en F. A. S. waren in den
nacht van 5 op 6 Mei met een handwagen
naar Lis se gegaan en hadden daar op
een bollenland van den heer II. Veldhui
zen van Zanten, een groote hoeveelheid
tulpen afgesneden, die ze daarna hadden
medegenomen.
Daar beklaagden de bloemen onoordeel
kundig hadden afgesneden, was aan do
bollen in den grond schade toegebracht.
Do schade werd op eenige honderden
guldens geschat. Tegen ieder der beklaag
den werd zes weken gevangenisstraf ge-
eïscht.
Ingezonden.
(Bui:cd verantwoordelijk tic
K?d.)
Leiden, 15 Juni 1921.
Geachts Redactie.
Ik verzoek u eenige .plaatsruimte voor onder*
staand schrijven, als antwoord op het ingezonden
stuk van den heer J. Noorland. Bij voorbaat
mijn dank.
In de eerste plaats zij opgemerkt dat de arbei
der altijd in actie is geweest. Nu en vroeger,
trots de lange arbeidsduur.
Gezien echter de weinige invloed die de Chrw
arbeider uitoefent op de vergadering der A. R.
partij, bleek het beter maar niet to komen.
Verder ligt het niet aan de arbeiders dat zij
niet ter vergadering komen, maar aan de werk
wijze van hen dié als leiders der Anti Rev.
Partij zijn benoemd en alleen hij verkiezingen
om de arbeiders roepen om hulp.
Neen mijnheer Noorland, het ligt niet aan
den arbeider maar aan hen die nu om hem roe
pen, maar straks als de strijd beslist is en de
verkiezing weer achter den rug ligt niet de min
ste gemeenschap met dio arbeiders meer hebben,
wat noodzakelijk is aangezien het oogenblilc
daar is dat liet groote deel der arbeiders mee
leeft met de werkwijze"in 't Parlement en dat er
terdege zijn conclusie uit trekt bij de verkie
zing, gezien b.v. het medewerken tot verdwij
ning der 45-urige werkweek; dat kan niet in 't
voordeel der A. R. leden liggen.
Overigens 6taart de arbeider, althans Diet de
Christelijke arbeider naar zijn stoffelijke belan
gen maar zet hij het beginsel juist op den
voorgrondmaar juist daarom eischt hij op
grond van Gods Woord, een behoorlijke levens
positie die noodig is tot in stand houding van
zijn gezin. Dat is geen 6tófvergoding maar een
recht dat den arbeiders altijd grootendeéls on<j
nomen is.
Zeer zeker mijnheer Noorland de Chr. arbei
der verstaat zijn Chr. roeping wel maar daaruit)
volgt niet dat men het beginsel misbruiken inag,
wat men thans zoo veel ziet gebeuren. Men moet
wat men in beginsel belijdt, ook practisch uit
leven, ook op maatschappelijk en staatkundig
torroin. B. v. omdat men A. R. is moet men
medewerken tot verdwijning van de zware le
venspositie van den arbeider als slechte wonin
gen, zware belastingen enz. enz.
Do A. R. partij vergeet dat onder haar banier,
ook een groot# massa arbeiders leven die nu een
maal beschermd móeten worden en verzekering
cischen bij ziekte of werkeloosheid of hoogen
ouderdom, opdat zij bij dergelijke gevallen niet
tot armoede gedoemd zijn.
Dit mijnheer Noorland vindt men zoo weinig
hij do A. R. partij, reden waarom ik den wensch!
uitspreek dat die tijd nog oens zal komen opdat
de arbeiders meer dit ook opgenomen zien in
hot program der A. R. partij. Dan.zal en kan
hot niet uitblijven of de Ghr. arbeiders werkeiï
mede in massa tot heil der A. R. beginselen.
D. K.
Misschien zijn er nog anderen die hierover ietd
op het hart hebben. Een dezer dagen hopen wij
zelf ook aan do hier ter sprake gebrachte pun teil
aandacht te 6chenken.