IN MODERNE KLEEDING A. WAALS Persoonlijkheid. I. „Wat wil die -beweging der jongeren toch?", dit was immers de half bezorgde, half ironische vraag die. menig weleer waarde kerkboderedacteur stelde aan zijn niet-zoo-corwaarde lezers. En !loen ge- noenrde beweging, ondanks de bewimpe ling „van gereformeerde-zijde" in de Nieu we Jlolterdamscbe Courant, althans in Ge reformeerde wateren de vlag moesteslrij ken voor de drie fregatten der fomulie- en van eeniglieid, die nog altijd opgetuigd en strijdvaardig op den stroom lagen van het oud-vaderlandsch Calvinistisch ge loofsleven, toen zijn er in onze kerkelijke pers wel meer dan honderd en een vreug deschoten losgeknald En ondertu'sschen wacht de vraag in de Kerkbode nog op haar antwoord. Nu moet er toch, dit leert de logika, op iedere vraag een antwoord zijn. Doel» een bevredigend antwoord kan slechts dan gegeven wor den. als we der jongeren beweging nu niet meer eens zien als een louter kerkelijke, maar al een meer algemee'ne. Een bewe ging, ~die naar voren springt uit alle jeugdvragen, waar de jongere maar be lang in stelt. En, als we nu in al die verschillende richtingen één gemeen- scliappelijken drang, in al die wijdvertakte wortels één zelfde bindweefsel van den zelfden celbouw aantreffen, dan kunnen wc'dat essentieels* nu aanmerken als het levensprinciep der jongeren. Ongetwijfeld is de bewuste Amslcrdamsche jongerengroep erg dom geweest, toen ze zelf verviel in de fout, die zij bestreed bij haar bestrijders. Zelf verviel zij in een formu leer! ng. Maar zoo gauw dat begon was liet met hun beweging als organisatie ook uil. Want wat- kon er voor nieuws geformuleerd worden? Wat kon er nog toe gevoegd worden voor nieuw facet aan de aan alle kanten keurig geslepen edel steen der belijdenis? liet was een „algemeenc" beweging, zei men. Alleen jammer dat men dat al- gemeene dan ook heeft willen verbijzonde ren. Geleid door de echt liollandsclie nei ging tot thcologiseerdn, werd deze nieuwe „Halve Mae.11" al spoedig «do theologische zeearm binnengeloodsd. En zeker waar is dan in ons lieve vaderland de ervaren zerob te vinden, die alles zonder ongeluk ken voert langs *le ontelbare zandplaten, die er overal zijn? Zoowel langs de zand- kanten, opgeworpen door het slib der we tenschap, als door het slib der oud ge reformeerde-volksopinie plafen waar voor ieder deskundig kapitein in den re jyi\ nogal ontzag voor heeft. En toch al maakte der jongeren bewe ging een hopelooze débiicle, al was meni ge ziel voro.utrust- door de weinige klaar- beid in de beweging „van die jongeren", 'zij was nu dan toch voor 'n oogenblik gerust gesteld, "t Was net. als in Novem. 1918 met de roode Internationale. Zóó'n tuime ling, zóo'n „schuiver" kon ze niet'maken of zegepralend werd .het „Lutje leeft nog" weer aangeheven. Nu, aan het lawaai kon men wel hooren, dat dit niet van een tionde was. En zoo ook voelt men- overal dat de beweging der jongeren niet van de lucht is. Alleen zij is wat lastiger te ont dekken, wat moeielijker te ontmaskeren dan het „roode gevaar". Alweer door haar vaagheid. Geesten kan men nu eenmaal niet grijpen. En der jon geren beweging is nu eenmaal een geest die in de lucht zweeft. Je voelt hem over al, en direct zien kan je liem niet. Je ver- móédt hem. in den jongere, waar jc mee spreekt, maar zeg het hem niet, of hij wordt zóo kwaad, zóo driftig..., en daar heeft hij ook z ij n reden voor. Dat moet gij oudere ook eens begrijpen. Zoolang in uw uitspreken alleen, in de toon, waarop gij het woord „jongere" zegt iets laat. doorschemeren van een vonnis; een oordeel, dat uw jongere vriend „niet Ge reformeerd zou zijn", beleedigt gij hem, Doet ge liem pijn. Toont ge, dat ge hem niet begrijpt. En waarom wordt die jon gere dan zoo hevig boos? Niet tegen 11 persoonlijk, neen, want we veronderstel len, dat het een bescheiden iemand is, die zijn manieren wel weet; neen, maar omdat bij in uw lóón, uw blik, uw ver holen glimlachje dien anderen gees raadt. De geet der ouderen. Die minstens even lastig en moeilijk te grijpen is als de geest der jongeren. En dèl moet gij nu eerst eens toe gaan geven. Of anders ge loof ik uw vraag niet, dat gij nu eens wer kei ijk weten wilt, wat die jongeren nu toch willen. Dan moet de geest der ouderen tegenover die van de jongeren eerst van karak ter veranderen. In plaats van wantrou- .wend worde zij werkelijke belangstellend. Zeker de domheid der jongeren heeft dat wantrouwen voor een groot gedeelte ge rechtvaardigd, vooral toen de beweging zich op theologisch terrein begaf en de jongoden zich vanzelf voordeden als een den in een vreemde bijt. Maar zooiets hooft in de toekomst niet meer voor te komen. En z-a 1 ook niet meer gebeuren, als men maar goed begrijpt, wal. der jongeren doel is. „Nu wrat dón?" zegt ge. - Ik antwoord: „om persoon! ij k- h e i d t e w o r d e n. Dat is alles. Maar zeg nu niet dat dit erg vaag is. Ze ker 't. is wel vaag. als ge dien persoonlijk- heidsdrang wilt uitdrukken in een bepaal de "richting, bijvoorbeel a 11 e »n in theo logische lijn. In do theologie wordt de vraag niet gesteld: „hoe word ik een per soonlijkheid"', maar: „wat moet ik doen om zalig te worden". En toch zal ieder Christen toegeven, dat een verzekerd Christen wel degelijk „een persoonlijk heid" is. Maar ik geef u toe, begrijpt men der jongeren beweging alleen in de en gere begrenzing van een bepaald, beperkt terrein, dan voldoet de benaming van hun ideaal niet. Doch als w© der jongeren beweging zien in haar gehéél, wanneer we de gehcele linie overschouwen, waar zij fn actie is, dan begrijpt ge, dat de roep jom persoonlijkheid overal omhoog gaat min iiliUiliiibiiii VOOR DAMES Ef KINDEREN VINDT U BIJ ONS VERREWEG DE J800TSTE SORTEERING EN DE NIEUWSTE MODELLEN; EN TERWIJL U BIJ ONS UITSLUITEND SOLIDE KWALITEITEN VINDT, ZIJN ONZE PRIJZEN VEEL LAGER DAN DIE DER CONCURRENTIE. ZIET ONZE ETALAGES HAARLEMMERSTR. 114 Grijp waar ge wilt, en dat niet alleen uit de meer apart staande korf der „intel- leclueelen", overal is er bewuste drang om opgewassen te zijn tegen de degeneree rende factoren van ons moderne leven. Neem do jongelingsvereenigingen, hoe wor den daar niet met het getij, dal verloopt ij lings-do bakens verzet. Tot behoud im- mersh van „der jongelingen sieraad", hun kracht, dus hun persoonlijkheid. De Christelijke sportbeweging, boe wordt er niet geijverd om te toonen, dat ook de Christen een harmonisch mensch is. Dus een persoonlijkheid die naast de ontwikkeling van zijn geesf, ook de volheid van zijn lichaamskracht weef- te vvaardeeren, en te ontplooien. De Christe lijke vakorganisatie, die voor den werk man zijn recht opeiseht in materieel© en geestelijk zaken, waar het geldt... niet in de eerste plaats de portemonnaiokwes- tie, maar de vraag van het al of niet per soonlijkheid zijn. En dan de Christelijk Lel tekuudige be weging, die wel "een van de zwaarste din gen ondernomen heeft, om ons opgroeiend geslacht het juist toebereidde serum te geven, dat een tegengif is voor het zoet venijft in de moderne literatuur, dat de „persoonlijkheid"' van uw jongen, van uw meisje bedreigt o ouders I Genoeg gij ziet dus dat alle jongere beweging zich groepeert om liet „een© woord ..persoonlijkheid". Is dit nu iets nieuws? Neen, dat is precies 'tzelfde, wat tenslotte iedere beweging zegt te willen. Oolc do roode, de revolutionaire be weging. Ook zij schermt met lief, woord persoonlijkheid- Maar nu is er één ver schil. Eh dat moet nu eens begrepen worden. Als de „ongodist" het opneemt voor de rechten der, persoonlijkheid, dan komt hij op, even al ten tijde van de Fransche revolutie: „voor de rechten v a n de n m e n s c h". De mensch dus in onderscheiding van het dier. De mensch dus als individu zonder meer Maar als een Christen vechten gaal om persoonlijkheid te zijn, dan strijdt hij: „voor de rechten van den wedergebo ren mensch". Dan is hij kampioen „voor de glorie prizes Gods" Nu is het a'ieen in de practijk erg moeilijk om scherp te onderscheiden, wat nu eigenlijk „een- per soonlijkheid1^ moet genoemd worden, en wat niet. En juist omdat in dit éénc woord van dertien letters de klank is, die oude ren en jongeren met- dezelfden eerbied uitspreken, en die lien elkander doen „ver staan" is 't goed, om in een paar vervolg artikelen een dikke streep onder te plaat sen onder het woord „persoonlijkheid". Tw. Uit het Sociale leven. De loon en bij de haringvisseherij. Het hoofdbestuur van don Chr. Zeel ie- denbond schrijft: Begin dezes jaar6 vroegen wij aan do Reeder-Vereenigingen het loon der Noord- zeevisschers te bepalen op f 12 per week plus 1 pet. der besomming, zoolang dit meer is .dan het loon uit vroeger jaren zijnde 2Vk pot. der besomming. Een garantieloon werd gevraagd om de gezinnen to steunen, als de man naar zee is; een percentage, omdat de reeders van oordeel zijn, dat dit gewenscht om den prikkel levendig to houden. Het geyraagde garantieloon kon in cir ca 20 weken seizoenarbeid schommelen tussuhen 1'300 en ruim f400 per matroos. Van Reederszijde w.erd telkens beweerd, dat dit heel weinig ie, doch dat het be drijf zelfs dit lage loon niet dragen kon. Ten slotte voeren eenige schepen uit op f 12 en 1 pet.zegiden VIaardingen en Maassluis f 15 por week garantieloon toe en bleven Scheveningen en Katwijk op 112 staan, terwijl het aan de W'.'Wiilend- heid der reeders werd over ge! a'en om de f 12 elke week uit te betalen aan dc gezin nen of aan 't einde der teelt, te verrekenen Van Regoeringszijde werd ons eenige malen officieus' medegedeeld, dat de Re geering, op grond van de "besprekingen, in de Tweede Kamer, waar woordvoerders van alle partijen op steun voor de viss-he- rij, met handhaving van 't. bovengenoemd garantieloon aangedrongen, wel bereid was, hulp te biedien, indien zulks door werkgevers en werknemers gezamenlijk gevraagd werd. De meerderheid in de Reedersvereeni- gingen heeft echter tot heden pertinent geweigerd gezamenlijk met onze vakorgani satie aan de Regeering een dergelijk ver zoek te doenhoewel men weet, dat ver dere bedrijfssteun, (boven de bankgarantie van f 650.000) niet te verwachten is, ter wijl met zekerheid valt te zeggen, dat de vrapg om een bescheiden toeslag op het loon in zeer gunstige overweging zou wor den genomen. Nu" dit verzoek alleen van onze zijde komt, kan de Regeering er begrijpelijker wijze niet .op ingaan, want het zou den indruk maken, dat zij in en loonconflict ingreep. Onder deze omstandigheden, en in het vaste vertrouwen, dat de Regeering, die veel voor de weiMooze vieschers deed, hen ook thans niet aan hun lot zal over laten, heeft het hoofdbestuur geadviseerd om aan te monsteren op het door Vlaar- dingen en Maassluis aangeboden garantie loon van f 15 per week. De Metaalindustrie. In de Metaalindustrie dreigen weer nieuwe moeilijkheden, Verschillende firmas hebben te kennen gegeven dat zij de loonen andermaal wen er hen te verlagen. Na onderhandelingen met. de besturen der organisaties deelde de Directeur van den Metaalbond de volgende voorstellen mode 1. De voorgenomen loonsvelaging van 20 pet, bij een 4S-urige werkweek is ge wijzigd in een loonsverlaging van 12 pet bij een werkweek van 54 uur. 2. De werkweek van 48 uur wordt als norm gehadhaafd, waardoor de overuren uitbetaald worden als vastgesteld bij de Landelijke Regeling van den Metaalbond d.d. 26 Mei 1921. Vandaag zou over deze voorstellen worden beslist. Het uitsterven der -natuurvolken. „Wetenschappelijke Bladen" van April '22 geeft verschillende gegevens van Hans v. Boeticher over hef uitsterven van ge- Iheelo volksstammen, die zich eerst in een bloeiend bestaan konden verheugen. Groot, zijn de gevolgen geweest van de Europeosehe kolonisatie vóór de Ameri- kaanscho Indianen en voo-ral voor de be woners der Antillen. Vijftien jaren na de ontdekking van Amerika waren er op deze eilanden geen inboorlingen meer te bekennen, terwijl in Midden- en Zuid- Amerika. de volbloed Indianen alleen nog hebben kunnen standhouden in de ont-oer gankelijke, zeer warme oerwouden, voor Europeanen ongeschikt om te bewonen. Ook in Noord-Amerika zijn nog slechts pl.m. 2000 Indianen overgobleven. In Afrika zijn het, de Bosc-hjesmannen, die aan het uitsterven zijn. Eerst door an- dere zwarte volken Tocds verdreven naar den rand der Kalahari woestijn, zijn velen later door liet blanke ras vermoord. Volgens v. Laschau waren in 1905 41 overgebleven Boschjesmannen in Britseh- Zuid-Afrika allen kinderloos. Ook de Hottentotten gaan hun ondergang tege moet. D© Tasman iërs zijn reeds-uitgeroeid: in 1876 stierf de Jaatste vrouw. Ook in Austnöië zijn de inboorlingen op enkelen na ten gronde gegaan. Even treurig, is het. gesteld, met de zoo interes sante bevolking der Zuidzee: de Maori's van N.-Zeeland, de Hawaïanen, Samoanen e.a. Ook in Azië zijn dergelijke voorbeel den aan te wijzen. In Zuid-Aziözien we verscheidene na tuurvolkeren reeds voor het b;nnendrin- gen van de Europeanen door volkeren van hoogere cultuur als Maleiere, Ghineezen, in het, onherbergzame gebergte terugge drongen: op Ceylon do Wadda's, in Voor- Indiö de Toba's; de Aïno-s, de oorspron kelijke bewoners der Japansche eilanden, door de tegenwoordige Japanners. Zoo worden dus bij een zich uitbreiden de cultuur niet alleen verscheidene dieren en plantensoorten uitgeroeid, maar gaan ook geheele volksstammen te gronde. 'Weerstand hebben kunnen bieden: de Mongolen en de Negers, die meer en meer onder den invloed kómen van de Euro- peesche cultuur. Ook is een steeds toenemende vermen ging waar te nemen van de drie hoofd groepen: de zwarten, do gelen en de blan ken. zooals de Maleièrs, de Hamicten in N.-Afrika bewijzen. Als het recht struikelt Voor de Amsterdamsche Rechtbank, zoo lezen wij in de Amsterdammer, stond dezer dagen een jonge vrouw te recht wegens kindermoord. Zij had met behulp van haar verloofde, haar onecht geboren kind gedood, Bij do rechtzitting werden nog eens de afschuwelijke bijzon derheden van dezen kindennoord herhaald. Do vrouw had haar kind dadelijk na de geboorte in een emmer met water gestopt on- zoo laten stikken. Toen kwam de ver loofde en begroef het lijkje in een tuin. Als men nu, na deze gnvwelijke'bijzon derheden hoort, dat de Rechtbank deze vrouw met haar medeplichtige niet naar de gevangenis zond, doch haar slecht© voorwaardelijk tot een jaar gevangenis- srtaf veroordeelde, zoodat zij betrekkelijk vrij de maatschappij weer ingaat, zal me nigeen een huivering overvallen. Er is iets in deze uitspraak, dat even aan Frankrijk met zijn meer voorkomende vrijspraak van moordenaars, herinnert, iet©, dat het rechtsgevoel en het alge meen© menscheliildheidsbesef niet bevre digt. ook al voert de rechtbank als ver zachtende omstandigheid aan, dat de vrouw gehandeld had uit vrees voor ont dekking. Zonder verder op de delicate bijzonder heden van deze zoo uiterst tragische zaak in te gaan, meenen wij toch te mogen vra gen of door een zoodanige uitspraak niet een bedenkelijk precedent geschapen wordt. Het is nu mogelijk gebleken, dat een kindermoordenares, die uit vrèe6 voor ontdekking haar kind ombrengt, niet de gevangenis ingaat. HOK MOKTEN WIJ ETEN. In „De dokter"in Huis" lozen we de volgende p'ractische wenken .Langzaam eten, goed kauwen", dat is een vermaning die menige patiënt van den arts te hooren krijgt. Zij is ook uitstekend, maar hoe kan men goed kauwen als het voorgezette voedsel zoo week en papperig is, dat het zonder kauwen 't ware van zelf naar binnen glijdt? Da huisvrouw verleidt ons dikwijls bovengenoemd 1 te overtreden, door ons te woeke spijzen voor te zetten. Zij doet het. zender booze bedoe= ling en denkt er niet aan, dat weeke of vloeibare spijzen met harde vaste tegelijk- moeten worden gebruikt. Melk b.v., die zooveel wordt verordend bij bleekzucht en bloedarmoede, moet meer gegeten dan gedronken worden. Men ete bij de melk een 6tuk brood of beschuit en kauwe dit zoolans tot beide zich innig vermengd hebben. Eet men bij eenvoudig toebereide groenten oen stuk brood of beschuit, dan wordt dit gerecht door de zwakste maag goed verdragen, terwijl te week gekookt moes, zelfs met do verlokkende botersaus, dik wijls maagzuur eh oprispingen veroorzaakt. De oorzaak ligt in het ontbreken van het belang rijkste element van het speeksel, ptvaline ge naamd, in den spijsbrij. Bij liet. inslikken van vloeibaar~voedsel wordt weinig of geen speeksel afgescheiden, bij flink kauwen des te meer. g 1 Ons Babbelhoekje. 8- i Beste jongens en meisjes. 't Is alweer de tijd .om een poosje met jullie te gaan babbelen. Als jullie nu denkt dat ik dat al zuch tende neerschrijf, dan heb je het mis. Heelcmaal niet hoor! Ik vind het altijd oen prettige bezig heid de briefjes van m'n neefjes en niciht- jes te beantwoorden en ik doe het te lie ver, als zich telkens weer nieuwe familie leden aanmelden. 't. Was een heel pak briefjes dat ik vandaag ontving. En toch haddon er eigenlijk nog méér moeten zijn, want ver schillende loden van ons clubje, waaron der die zich heel kort geleden aanmeldden, lieten, niets van zich hooren. Natuurlijk kan het weieens gebeuren dat deze of gene verhinderd is te schrijven en dat neem ik dan ook hoelemaal niet kwalijk. Maar d'r zijn or ook, die alleen wat van zich laten hooren als er een prijsraadsel wordt opgegeven en die, als ze dan geen prijs krijgen dadelijk ophouden. 't Spreekt vanzelf dat ik dat niet pret tig vind. Wo babbelen elke week met el kaar en we lossen de raadsels op, niet in de eerste plaats om een p r ij s te krijgen, maar omdat we 't gezellig vinden. Nu is 't waar, dat beginnen gemak kelijker is dan. volihouden. Een dominee zei eens tegen me: er zijn heel veel rijders op de korte baan, maar de kunst is juist om op de lange baan 1© rijden. Jn begrijpt zeker wel, wat hij daar mede zeggen wilde is 't niet? De vorige week schreef ik er over om in de plaats van een prijsraadsel op te lossen, voor de afwisseling cons te gaan teckonc-n of "een opstel te maken. De mee ningen waren echter nogal verdeeld. Som migen, die heel goed kunnen teekenen. vonden 't wel leuk eens een teekenw ed etri .id te houden, maar anderen gaven de voorkeur aan een opstellenwedstrijd. De meesten wilden echter liever blijven raden en daarom zal ik de volgende week maar weer een prijsraadsel geven. Een paar nichtjes vroegen of we niet eens een wedstrijd konden houden in het dichten. Ik weet het niet Maar weet je wat we eens moesten doen? We maken deze week allemaal een versje van hoogstens acht regels over on6 Babbelhoekje. Dan kun nen we eens zien of er veel dichters of diehtoresjes in de club zijn. 't Gaat niet. om een prijs en daarom mag als men 't; zelf niet kan, vader of moeder of broer of zuster wel meehelpen, mits jullie 't er dan maar bijschrijft. An ders zouden we met eens anders voeren gaan pronken en dat mag natuurlijk niet. Dus jongens en meisjes, nu aan 't. dich ten. De beste versjes komen in de krant en misschien wel allemaal. Schrijf jullie ze op een afzonderlijk stukje papier? Dat is voor mij gemakke lijker, weet je? Ik ben erg benieuwd wat jullie er van terecht brengt. Dus goed begrepen allemaal? Hoog stens aoht regels. Zt© mag dus ook en vier ook en desnoods twee. Ik ontving ditmaal do volgende brief jes: „Eva" Leiden. Je was nu tenminste goed op tijd. Ik kan me begrijpen dat je - dan meer van opstellen maken houdt. We zullen wel eens zien. „Duo" Voorschoten. Dat was een lange reis voor Andor's nfoedcr. Ze was zeker wel erg blij dat ze haar kind weer terugzag. Is Andor nu ook weer vertrokken of blijft- die nog wat. „Hariediefje" Leiden, 't Zal wel prettig zijn al6 je goed met do pen tere ht kunt. Maar o, dip jurken. Wat heerlijk dat je een. tuin hebt waar lekkere groenten groeien. „Loukie" Wassenaar. Ik kan me begrij pen dat er weinig tijd overbleef om te schrijven, 't Spreekt vanzelf dat de lessen moeten voorgaan. Jullie briefjes zagen er heel goed uit. „Goudvischje" Wassenaar Ja, zoo gaat het, als een ander 't. gras voor je voeten wegmaait. Jullie bent dus op weg om stenographeai te worden. Welk stel sel beoefen je. Als 't systeem Groot© ie, dan mag je mij wel een stenogram zenden. „Jan van Oldenbarneveld" Liseo. Al bij voorbaat mijn dank voor de ansicht die ik heel graag ontvang. Je hebt ondanks die fout- toch het raadsel kunnen vinden, zie ik. S. en C. W. Woubrugge. Neen, 'fc zou zeker voor mij niet gemakkelijker werden. Maar dat zou geen bezwaar zijn. Ik denk echter dat we voorloopig wel zul len blijven raden. „Tijl Uilenspiegel" Lei den. Dat is wel een aardig plannetje. Maar dan zou ik ook twee prijzen beschik baar moeten stellen, 't Was andere wel de beste oplossing. We zullen wel eens zien. „Anneke" Leiden. Wel, wel, wat een smul partij is dat geweest. Nog wel gefeliciteerd hoor, en Moe ook. En nu Zaterdag alweer, een verjaardag! Er komt geen eind aan. Wat het andere betreft, ik heb er ook nooit veel slag van gehad. Hoofdzaak is dat je vooruitgaat. „Batavier" Leiden, 't Was voor jou ook een feestdag natuur lijk. Ik kan me voorstellen dat hot een heerlijke dag was. Heb je weleons gepro beerd om te teekenen? „Clivia" Leiden. Wel ja, ga maar vast sparen, 't Is nooit weg moet je maar denken. En hoe gaat het met, je Moe? „Herderinnetje" Leiden. Welkom in onzen kring hoor! Ja, die naam vind ik heel aardig. Je bent zeker wel blij dat je gauw jarig bent is 't niel?. In welke kLas zit je al? „Vaders Jongste" Leiden. Ik ben wel eens de Zuiderzee over gevaren. Daar kan 't aardig spoken, maar in de Middelandsc-he Zee is 't toch nog wat anders. Gelukkig dat ze goed over gekomen ziin. „Moeders Oudste" Lei den. Er was er nog een die wilde rijmen. Ik ben echter bang dat er. niet veel van terecht komt. Of ik mee ga? Nu, ik hoop hot wel. „De drie gebroeders". Dank voor je raadsel. Ik zal er gebruik van makon. Als we gaan teekenen, moeten we eerst nog nader afspreken wat voor teekening het moet worden. M. G. Koudekerk. Ja 't is nu weer beter in orde. Noen. allen naar, den zin maken, dat gaat niet. Maar ik kan toch wel met de wenschen van dé neefjes en de nichtjes rekenen, 't Is hier echi.er ook: zooveel hoofden, zooveel zinnen, „'fc Eekhoorntje" Leiden. Teekenen is zeker oen dankbaar werk, maar 't eischt veel oefening. Als de seringen bloeien, dan houd ik me aanbevolen. Ik vind je aan bod heel-aardig, maar de drukkerij is er niet op ingericht. „Appelsteeltje" Leiden. Daar valt over te denken, 't Was meteen een mooie oefening in Aardrijkskunde. Maar 't zou wel wat al te bewerkelijk worden. Weet je hoeveel steden on dorpen in ons land zijn? „Vergeet mij nietje" Wassenaar. Dus je houdt, het met. de raadsels. Nu, je bent de eenige niet hoor! 't Wordt nu zeker wel mooi in Wassenaar. „Watergeus" Leiden. Je mag natuurlijk meedoen. En je neemt dus den naam van je bro.er over? Een ruw volkje die Geuzen, maar jongen, d'r zat ook pit in. „Robin-- eon Crusoö" Leiden, 't Is niet altijd even prettig, dat huiswerk in den zomer. Maar zonder werken komen w© er toch ook niet., Gelukkig dat straks weer de vacantie komt. „Doornroosje" Leiden. Dus ik had jc verkeerd beoordeeld. Nu, 't is niet erg is 't wel? Je Moe heeft wel gelijk hoor! Alles op z'n tijd. ,,'t Naaistertje" Leiden. Teekenen is meer voor jongens zeg je. Maar de meeste jongens schijnen er ook niet van te houden, 't Papier is niet mooi, maar je badt toch goed je best gedaan, dunkt me. „Madeliefje" Leiden. Jo hebt netjes geschreven hoor. Wat do prijzen betreft, eens per maand geven we een prijsraadsel of prijsvraag. „Bellefleurtje" Leiden. Ja, ik ben gei)oren in een niet ver maarde plaats in Friesland. Dus, je zou liever gaan teekenen? 't Wordt. nog lastig voor me om le beslissen. „Dik Trom" Leiden. Nu, dat ie al een aardige spaar pot. 't Is jammer vindt je niet, dat men soms zoo lang moet sparen voor een som metje dat in enkele o ogenblikken wordt uitgegeven. „Meiknopje" Haarlem. Neen, je was uitstekend op tijd. Gelukkig dat je vader weer vooruit gaande is. Hoelang blijft hij nu nog in het Ziekenhuis? „Zwemkncwp" Leiden. Hoe oud ben je jongen? Natuurlijk mag je mee doen. Hoo grooter de familie wordt hoe beteir. Wat een eigenaardige schuilnaam heb je geko zen. De oplossing der raadsels is: Voor de grooteren I. Voor gedaan en na bedacht heeft menigeen in leed gebracht. Onderdooien: Na^cht, banaan, Heiligerlei, doof, mach ten. veen, deelde, berg, Gent., II. Leesboek. Onderdeden: sok, Loos, el. beek. Voor de Kleineren: I. Boom, peer. II. Mos, som. Nieuwe raadsels. Voor de grooteren: Het geheel is een spreuk uit Prediker en beslaat uit. 54 letters. Het 6, 21, 34, 42, 3 werd veranderd in 7, 48, 15, 23, 50. De 6tad werd verteerd door 31, 1, 51, 46. 42, 33 en 38, 12. 5, 24. De Levieten dienden in de 19, 53, 40, 28, 18 der samenkomst. II, 45, 38, 39, 41 was Koning te 17, 41, 7, 3, 9. 54. Abraham handelde met Ephron den 35, 49, 14. 35, 39, 18, 17, 36, 24. 4. 36, 22, 3, 32, s werd door oen 2, 27 52, 36, 48 uit. do gevangenis verlost. 26, 29, 8, 13, 4, 16, 51 is een koning uit het N. Testament. En 17, 30 52, 47, 20, 10, 47 vele goederen. 25 i€ een W. 44 is een N. Ingezonden door ,.Edo«weis Voor de kleineren: Mijn eerste i6 het tegenovergestelde van Noord; in mijn tweede is het meestal don ker; naar mijn derde ziet. men op zee ver langend uit. Mijn geheel grenst aan Utrecht- Ziezoo jongelui, nu aan 'l raden en aan 't rijmen. Groeiend, Oom FELIX, J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1922 | | pagina 7