Derde Blad.
Zaterdag 31 December 1921
Oudejaars-gedachten
Nog eenige uren, en dan is het voorbij,
<Lt „oude" jaar. Dan is het. ingeschoven bij
de jarenreek6en: achter ons, zooals bij het
opruimen van een kast waar wij lade na
lade dichtschuiven en eindelijk komen aan
de laatste lade, en dan Och, dan dringt
er een waarheid door, die tenslotte beslag
legt op al de levensopenbaringen van on
zen eindeloos werkenden geest: „Bereid uw
huis want gij moet sterven." En dan
komt het er slechts op aan of er werkelijk
in de laden van ons leven veel opgeruimd
is, en of er veel is weggedaan, wat niet
pastto bij den ^wellicht glimmonden buiten
kant, bij het fijn geschulpt beeldhouwwerk
en de forsche paneelen van onze lcvons-
6chrijn..
Ook thans wordt er weer een lade
dichtgeschoven. We weten niet of zij de
laatste is, die wij probeerden op te mimen.
Maar één ding kunnen wij wel weten: of
we ons bost gedaan hebben klaar te
komen. Of we er dingen ingelaten hebben,
die er uit moesten, Of we te gemakzuchtig
waren, om onontwarbare levenskluwens
uiteen te winden. Of daartoe ons ontbrak
geduld en liefde. Niet deze vragen zijn de
laatste voorworpen, die ge op te ruimen
hebt. Ik weet het, ge kunt ze wegwerpen,
maar bedenk dan, dat in uw volgende lo-
venslade gij ze weervindt. Misschien weet
gij er geen antwoord op. Komt het soms
hierdoor, dat uw Bijbel reeds lang i6 op
geborgen, in een der onderste laden? Wel
nu mijn vriend God heeft u de sleutel
nog gelaten. Die neemt Hij u slechts af.
als Hij oordeelt, dat uw taak geëindigd
is. Misschien heeft uw velleden voel moois
weggeworpen, of bedorven. En hebt ge
Zijn Woord en Hem uit uw hart wegge
daan. Welnu de sleutel is er nog. Want
zij is uw g e w e t e n De sleutel, die weer
ontsluit de laden der herinnering. En al
nemen gedane zaken geen keer, uw laatste
lade zal getuigen voor heel uw leven, wat
ge geleerd, wat ge bewaard, wat ge uitge
daan hebt.
En wat u gebleven is.
Onveranderlijk. Eeuwigheden verdurend.
De liefde Gods, in Christus Jezus onzen
F tere.
Wat spreken we toch gemakkelijk over
het. „oude" /aar. Nu. terwijl onze voelen
de nieuwe tijdgrens nog niet overschre
den hebben. Nc terwijl we nog adetac-n in
het oude. Nu noemen we het tegenwoor
dige ai veer cud. Getuigt dat ai«au van de,
ci'usteloozen polsslag van ona loven? Van
de drift, de gejaagdheid, de opgewonden
heid van cn5. hart? O ja uw kalender
zegt. da' te* thans 31 December is. En
hij die arbeia1- cp het land heeft de klok
niet noodig om tijd en uur te weten. En
wie tuurt door telescoop en kiiker. hij re
gistreert er teekent op den cirkelgang van
den tiid. Maar ach dat is de tijd van
de wijzerplaat. Die van Greenwich, of van
de spoorklok. Dat is de tijd zooals zij
voorgesteld wordt, vandaag in de geïl
lustreerde bladen, waar de wijzer net staat
op slag van twaalf. En men u meteen veel
„heil en zegen" wensrht. Dat is de tijd, de
Tegelmatige preciesheid, waarop ge naar
uw werk gaat, en waarop nu de brieven
besteller u zijn felicitatiekaartje weet af
te geven
Dat is alles nog mechanisch, en af te
lezen van de zonnewijzer. Maar gij o
mensch, zijt zelf een zonnewijzer. Eon
zonnewijzer, waarop vallen moet het licht
der eeuwigheid. Ge zingt immers van, hoe
God6 vriendelijk aangezicht heeft vroo-
lijkheid en licht? Ja. als de Zon des heils
zijn stralenbundels uitwerpt dan eerst
weet de mensch wat leven is. Niet het
leven naar de klok Al draagt ge die ook
met gouden band om uw pols. Neen het
leven naar de eeuwigheid, waarin geen tijd
meer -is omdat bii God duizend jaren,
minder zijn dan ééne maan. En nu komt
het er maar weer op aan. of uw ziel dat
leven kent. Dan moogt ge uiterlijk de
meest precies©, do meest nauwgezette, de
meest ordelijke klokmensch zijn van uw
gezin, als go maar over uw ziel voelt
gaan de schaduw der eeuwigheid.
Dat zijn uw zonden! Want alleen
zonden verscherpen zich tot slagschaduw,
als God er is orn ze u te ontdekken. Dat
is de „eene zwarte plek" al gloort de
zonneplaat zelf verder in uitbundige lichte
z o nno-vr o olijkheid.
Maar uw schaduw kruipt voort.
Wordt grooter misschien.
Want voor den Christus neemt bij het
lengen van zijn levensdag, de zondekennis
toe.
Misschien ook het verdriet.
Maar wat nood? Als de Zon zinkt in
de wijde zee, dan is de schaduw ook
iweg.
Opgelost in de schemer der aanbrekende
eeuwigheid.
Ja, gedachten aan de eeuwigheid. Dat
16 de ernst van dein oudejaarsavond. En ook
zijn weemoed. Want daarvoor zijn wij
menscben van den tijd. Hangen wij aan
den tijd, als met ijzeren haken. Kunnen
we hem niet loslaten.
Maar het oudejaar roept ons, dat wij
eens zullen moeten loslaten. Is het dan
wonder, dat de „oudejaarsavondwensch"
eigenlijk op oudejaar bang is? Bang
voor den afgrond, die gaapt aan zijn voet.
en voor de diepe duisternissen van den on-
heilspellenden dood? En daarom ziet ge
op oudejaarsavond in de kerk wie ge er an
ders niet ziet. Daarom kan voor velen, de
oudejaarsavond-preek niet scherp genoeg
een boete-preek zijn. Daarom moeten zij
de geheime an£«vt. di° in hun ziel klauwt,
weervinden in het kanselwoord. Want
al hebben z ij ervan de ontkoming niot, zij
i s er toch. Niet Gods Woord noen
maar de dominee zegt- het. En als hij een
man van zielkundig talent is, dan geeselt
hij voor één avond (want nu mag het)
de ziel wel weer eens wakker. Dan voel
je tenminste, dat er toch nog iets aniens
in de wereld is, dan salarisactie, positie
verbetering en uitga&nsaaagjes. Nog
iets anders dan een nieuw bontstel, of
een pak naar de laatste mode. Dan voel
je dat er „nog iets hoogers" is. Dat merk
je anders nooit zoo. En daarom is
men gul. En men gooit nu eens enfin,
niemand Hoeft te weten wat, maar men
gooit iets meer in het zakje dan anders.
En als de dominee gezangen liet zingen,
wij zouden er niets op tegon hebben, om
eens met z'n allen te zingen van „uren.
dagen, maanden, jaren". (Want het is een
mooi vers, en een aandoenlijke
wijs). Maar bepaald noodig is 't ook weer
niot. Do preek was ernstig genoeg. We
hebben gezien hoe slécht we zijn. We heb
ben de monnikspij wel aan gehad.
Helaas er zijn ook „paters goedle
ven". Want als we thuis komen, dan is er
nog hulst over van Kerstmie. En op tafel
staat een versche kist sigaren. En bij de
kachel staan de flessohen met goudgele
punchsiroop al ontkurkt. En de ketel wa
semt al. En het heeft dit jaar eens goed
kunnon lijden. Er is wat meer verdiend,
dus daarom nu een6 geen baklucht van
oliebollen in je huis, neen, wo eten appel
beignets, zoo thuis van den banketbak
ker. En we maken er een gezelligcn avond
van.
Sjonge wat staat de krant al vel met
Nieuwjaarsadvertenties. En we zoeken „de
gekko" op en wo lachen er om, en we
hebben veel schik. En voor wo t weren is
het bij twaalven geworden. En dan komt
het aandoenlijk moment dat eindelijk
ieder zijn mond eens houdt. Iloor bui
ten schieten ze al! Nog een paar minuten
Dan slaat de klok, in, hetzelfde tempo van
altijd, twaalf uur. Maar binnen worden er
tranen afgewischt, en wenscht men elkaar
een „zalig" nieuw-jaar. En stevige handen
worden gedrukt.
Omdat het „nieuw jaar" is.
- En twaalf uur!
Ja en buiten gaan de kroegen uit!
Misschien welt er, dit lezend, in u op
een stil protest: „neen; zoo is m ij n Oude
jaar toch niet. Zeker ge kent. de weemoed
bij het verglijden van het jaar,-maar zij is
geen angst voor u. Geen doodsbericht.
Geen noodlotebedreiging. Geen hellevrees.
U w leven schommelt niet om de even-
wichtsstand van uw sentimenten. Gij zijt
niet zalig en gelukkig door de sentimenta
liteit, de aandoelijkheid van Oudejaars
avond. Daarvoor zijt ge u teveel bewust
van Gods werkelijkheid a 11 ij d om u
heen. lederen dag, bij ieder moment in uw
bestaan, bij ieder verlangen, bij ieder con
flict. God zelf trekt, lijnen in uw leven
rechtlijnig, evenwijdig. Lijnen, die voor
uw perspectief samenvloeien daar, waar
gloort hot morgenrood der eeuwigheid
Gij weet wel, dat uw vroomheid niet in do
eerste plaats zoekt naar genieting en
vreugd. Neen u is de strijd, de loute
ring, de gisting, de branding. Daarom
6makt God het leven over u heen. Daarom
doorvlamt u het geluk, ja zeker om
straks schrijnender nog te voelen de prie
men van de pijn, de felle smart.
Gij kent de uren wel, dat gij 't niet uit
kondet houden in uw huis. Dat ge het zo-
mergeluk ingedronken held, toen ge bui
ten waart, en de vrede van zacht getinten
hemel, van de verre weiden van stil gra
zend vee in uw ziel gebeefd heeft in zwij
gend ontroeren. Toen zong het in u van
veel blijdschap en licht. En er was vreug
de, toen ge in uw 6tad nog zaagt het late
rood verbleek en langs de intieme oude
geveltjes, in de flikkerende ramen Toen
wist ge, dat ge veel van uw God ontvan
gen had. En ge wist niet, h o e ge danken
moest. Misschien behoort zulk een avond
nu tot- de schat van uw herinnering. Maar
toch, al is nu wellicht op uw leven de
schaduw gevallen ge zijt er niet m i s-
moedig om, dat het alles nu zoo lang
reeds voorbij is. Daarover klaagt alleen
de gemoedsmensch, die nooit uitstijgt bo
ven den stroom van zijn aandoeningen.
Maar wel zijt ge weemoedig. En
waarom nu?
Omdat go gevoéld hebt, dat wij men-
6chen nooit verder komen in het ge
luk dan tot aan de gave, en dat we
nimmer den Gever zien. Of scherper
nog: we zoeken God in wat wij ont
vangen. En er moeten heel wat tranen
geschreidzijn, willen de vensters onzer
ziel schoongewasschen zijn, om „op God
te lebten". En dat nu maakt uit: do wee
moed van het geluk. Daarom schreien we
tranen van gélulc. En daarom is uw
Oude jaarsdroefheid deze: dat gij in alles
to kort. schoot tegenover uw God. En
toch? toch zegt ge dat Hij, de Getrouwe
is? Ja, dat zegt ge, omdat gij ook do
6inart kent. Want. dan wordt uw ziel ont
gonnen. Zet God er de spade in. Dan, als
er malaise komt. Als ondanks uw schorpon
blik uw levensschip strandt. Als het lek
geslagen wordt En ge de noodvlag
hijscht. Ah uw zaken goruineerd worden.
Ge naar den kelder gaat. Als het blokken
huis van uw zelf gebouwd geluk omver go-
schopt wordt. Welia, gii vloekt dan het
leven. Alleen, vloek uw God niet. Vloek
de manier, waaroep G ij geleefd hebt:
Laat dat de oorzaak zijn, waarom uw
oude jaar zoo droef is. Niet omdat God
u veel ontnam. Niot omdat in uw her
innering nog maar niet weg wil. het beeld
van den rouwwagen, die stil hield voor uw
deur. Neen, hierom: omdat g ij zoo hard-
leorsch ziit. Omdat ge tot het uiterste toe
uw eigen weg gaat. Uw eigen zin door
drijft. Teeen God vecht, al kost het uw
gezondheid, de kracht van uw zenuwen, de
rust van uw nacht.
Maar als ge iets geloerd hebt dit jaar.
laat hét. dan zijn, dat gij bij den laatston
slag uw hoofd weet te buipen: niet mijn
wil, maar U w wil, o Heere"
En dan is het voor u niet van het
hoogste belang, of uw vrienden en familie
u zaligheid toewenschon. Neon: maar, of
ge weet, dat Christus zelf u waarlijk oen
nieuw-jaar schenkt. Of Hij ook aan u
Zijn zaligheid verzekerd heeft.
Zoo alleen zal geen oudejaars-angst u
verontrusten. Zoo alleen kunt gij stil zijn,
en ernstig, waar anderen zich van streek
maken door hun aandoenlijkheid. Vooruit
dan! Het nieuwe jaar in!
„Vooruit door nacht en stormgedruisch.
Den blik omhoog gericht.
De Vader wacht in 't Vaderhuis,
Zijn vensters zijn verlicht!"
(Beets.) Tw.
OUDEJAARSAVOND.
Ik zoek een woord, o snelle Tijd,
Waarmee Gij af te beelden zijt:
Tijd is een handbrcod op doez' aard,
Is een schip, in snollo vaart,
Ï6 een ros met vurig- bloed, ,t
Is een spool in al haar spoed;
Grijpt, als de adelaar in do lucht;
Steeds zijn prooi in snelle vlucht;
Ia een pijl, die, van den boog,
Spot zelfs met hot scherpziend oog;
Is een damp, die ras vervliegt,
Ia een dwarlwind, die bedriegt,
Is oen bloem, dio haast verdort,
Is oen regenboog, zoo kort;
Is als 't licht, dat onverwacht
Op een winterlandschap lacht;'
Is gelijk een snelle stroom;
Is oen schaduw, is oen droom;
Is een nachtwaak, dio reeds 6terft',
Als de dag het Oosten verft
Is een naam in 't losse zand
Van het altijd wiss'lend strandt
Is oen kaars, die zich verteert;
Is," als 't goud, doorreik begeerd;'
Voert de menschen weg als 't kaf:'.
Mensch, bereid u voor het Graf!
(Uit het Engelsch.)
J. OLDEBOOM.
Necrologie 1921.
Vorstelijke personen.
De volgende vorstelijke personen zijn
in het afgeloopen jaar overleden:
Koning Nikit-a van Montenegro;;
Ex-Keizerin van Duitschland;
Koning Péter van Servië;
Prins Louis van Bottenberg;
Prinses Paulino von Met tern ich;
ExKoning Willem II van Wurtenburg;
Ex-Koning Leopold van Beieren.
Buitenland.
In het buitenland 2ijn in 1921 o.a.
overleden:
Dr. Th. von Bethmann Hollweg, oud-
Rijkskanselier van Duitschland;
Mgr. Rudolfo Caroli, aartsbisschop van
Tyrus
Luitn. Gon. Proost, Belgisch Cavalerio-
generaal
Dato, Minister-president van Spanjo;
Talaat Pascha, oud-groofc vizier van
Turkije;
Kardinaal Gibbons, Engelsch geeste
lijke;
Duboit, oud-voorzitter van den Fran-
schen Senaat;
Emile Combes, oud-ministor van Frank
rijk;
William Crooks, Engelsch arbeiders
leider;
Irgund Berg, Min. van Binnenl. Za
ken, Denemarken;
Dr. Karl Trimborn, leider der Cen
trum-partij in Duitschland;
Lord Ray (baron van Mackay van Op-
hemert)
Erzberger, Duitsch staatsman;
Dr. A. Wekerle, Hongaarsch staats
man;
Ferrer, oud-president Zwitsersche Bonds
raad;
Ph. Ch. Knox, Amerikaansche Senator;
J. B. Dunlop, uitvinder van do lucht
banden
Dr. W. S. Bruce, Schotsch Poolreiziger;
Takaösi Hara, Min. president van Ja
pan;
Dr. G. Busken Htict, litterator.
Nederland.
In ons land zijn o.a. overleden:
B. W. A. E. Rover, notaris te Zwolle;
Prof. N. C. Grotendorst, oud-hoogleer-
aar K. M A.;
Mr. C. A. Derx, Taadsheer Hoogge
rechtshof Ned. Indië;
J. Stoffol, oud-lid Tweede Kamer;
J. T. Houwing, oud-hoogloeraar to Am
sterdam
Mr. G. W Baron van Imhoff, oud-vico-
president Rechtbank to Amsterdam;
Mr. W. H. Karsten, oud-raadsheor in
den Hoogen Raad;
Jhr. Mr. C. Th. van Doom, lid van do
Tweedo Kamer;
A. Fongers, Direct, van dc Fonger?
rijwielf abrieken;
Alphonse Diepenbroek componist;
Jhr. Mr. K. A. godin de Beaufort, oud-
Minister van Financiën;
Mr. A. E. J. Nijsingh, oud-lid Eorste
Kamor
J. H. de Reus, consul-generaal to Shang
hai;
W. J. Blijdenstein, oud-fabrikant, oud-
lid Staten van Ovorijssel;
J. H. Faber, oud-Inspecteur Volksge
zondheid;
J. G. v. Kuykhof, arr. schoolopziener;
Mr. A. J. Blom, oud-pres. Rechtbank te
Tiel;
Jhr. Mr. P. L. v. Meeuwen, Raadsheer
in den Hoogen Raad;
Prof. Dr. H. Bavinck, hoogleraar Vrije
Universiteit;
Mr. L. Baron Michiels van Kessenicli.
oud-inspecteur L. O.;
W. G. P. Helsdingen, lid der Twoede
Kamer;
Mr. W. S. J. v. Waterschoot van der
Gracht, oud-lid Eerste Kamer;
Mr. P. A. M. S. Meurs, archivaris te
'sGravenhage;
J. Lips Bz., brandkastonfabrikant te
Dordrecht;
Mr. W. A. Engelbreoht, oud-lid van don
Raad van Indië;
Jhr. Dr. H. v. Weode, oud-gezant te
Brussel;
Mr. J. Rombach, oud- wethouder te Rot
terdam.
Mej. H. W. Spiering, bekend schrijfster;
Mr. J. D. Peereboom Voller, oud-lid van
het Hoog Gerechtshof;
L. F. C. H. M. ridder van der Schuc-
ren, lid der Prov. Staten van Gelderland;
A. Nagt zaarn, lid van de Prov. Staten
van. N.-Holland;
Jhr. S. A. van Nispen, oud-lid van Ged.
Staten van Gelderland;
Jhr. Mr. Dr. J. N. de Sturler, buitenge
woon gezant on gevolm. minister to
Athene;
E. W. Heijblom, oud-lid van het Centr.
Comité van A.-R. Kiesvereenigingen
Prof. Dr. A. Herringa, hoogleeraar aan
do Landbouw Hoogeschool to Wagoning
gen;
Mr. A. J. Bik, bekend advocaat te Rot
terdam
A. Fiot, hortnlanus te Groningen;
Dr. A. van Staveren, arts te Amster
dam;
Joh. Hoving, Hoofd ©ener Chr. School
te Oostwold;
Mej. C. S. Bierens de Haan, adj. Direc
trice van „Tabitha Kumi", Zetten.
G. F. v. Wijk, oud-Pres. van Soera-
karta;
P. C. Mondriaan, oud-hoofd Chr. School
te Arnhem;
L. G. J. Michiclsen, oud-lid van don
Raad van Indië;
Mr. J. W. H. M. v. Idsinga, oud-lid van
do Twede Kamer;
Jhr. Mr. O. de Maroes van Swinderen,
oud-raadsheer in het gerechtshof te 's-Her-
togenbosch;
W. Kirchner, bekend uitgever te Am
sterdam
Dr. P. J. H. Cuvpers, architect te Roer
mond;
P. v. Vliet, oud-hoofd Chr. School to
Axel
Mr. E. E. v. Raalte, oud-minister van
Justitie;
Mr. A. P. Th. Eiissel, oud-president
van den Hoogen Raad der Nederlanden;
Gerritsen, administrateur dor Weesin
richting te Neerbosch;
J. W. C. Tellegcn, burgemeester van
Amsterdam;
J. Bouwman, burgemeester van Som-
molsdijk en Middelharnis, lid der Prov.
Staten van Z.-Holland;
Ubbo Wilkens, burgem. van Voendam;
Joh. van der Laan, oud-hoofd eener
Chr. school te Gouda en arr. schoolopzie-
nor;
Mr. J. A. Loeff, oud-minister van Justi
tie;
A* P. L. Nelissen, oud-minister van Ju
stitie;
Gon. A. N. J. Fabius, gcp. Gen.-majoor
oud-comm. der stolling Amsterdam;
D. R. Mansvolt, bekend landbouwkun
dige te Groningen;
Prof. J. J. M. de Groot, hoogleeraar aan
do Universiteit van Berlijn;
Mr. P. C. 't. Hooft lid v. d. Eerste Ka
mer, pres. v. h. Gerechtehof to Arnhem;
D. Zwiep Jzn., hoofd der August Her
man Franckeschool te Rotterdam;
Prof. H. Kon, hoogleeraar a. d. Tech
nische Hoogeschool;
Prof. Dr. P. J. H. Baudet, hoogleeraar
a. d. Technische Hoogeschool.
In 1921 overleden predikanten.
Ds. H. Stutvoet, em. pred. der Geref.
Kerk te Drogeham.
Ds. G. Hopma. prod, der Geref. Kerk te
Helmond.
Ds. A. Makkenze, em. pred. dor Geref.
gemeente te Nieuw-Beijerland.
Ds. A. Klein, pred. der Ned. Hcrv. Kerk
te Zalk.
Ds. M. Ouwendag, pred. der Geref. Kerken
van Wierden en Rijssen.
Ds. J. Boijenga, pred. dor Geref. Kerk te
Meerkerk.
Ds. A. Tibben. em. pred. te Haarlem.
Ds. K. J. Meiners, pred. der Ned. Herv.
Kerk te Amersfoort
Ds. P. J. Zijlmans, pred. der Geref. Kerk
to Hengelo.
Ds. H. Buitenhuis, em. pred. der Geref.
Kerk te Vreeswijk.
Ds. W. van Roggen, em. pred. dor Nod.
Herv. Kerk to Sloten.
Ds. B. van Eijsselstein, pred. der Ned.
Herv. Kerk te Nieuwe Pekela.
Ds. E. Diemor, em. pred. der Geref. Kerk
te Hollandscheveld.
Ds. H. de Koning, pred. der Geref. Kerk
te Mijdrecht.
Ds. J. H. Tijl, em. pred. der Nod. Hcrv.
Kerk te Oss.
Ds. K. Kuiper, em. pred. der Geref. Kerk
te Niekerk (N.-Am.)
Ds. A. Renier, em. pred.der Ned. Herv.
Kerk te Eemnes-Buiten.
Ds. L. H. Duin, pred. der Geref. Kerk te
Emmorcompascuum.
Dr. F. D. J. Moorrees, onn pred. der Ncd.
Herv. Kerk te Vianen.
Ds. C I. v. d. Voet, em. pred. Geref. Kerk
te Leimuiden.
Ds. G. W. Hoesen, em. pred. der Ned.
Herv. Kerk te Leeuwarden.
Ds. J. Dijk, prod, der Ned. Herv. Kerk te
Oppenhuizen.
Ds. B. C. Blijd, inlandsch pred. der Broe-
dergem. te Paramaribo.
Ds. P. A. Vecnhuizen, em. pred. der Geref.
Kerk te Almelo.
Ds. M. J. Wynia, pred. der Geref. Kerk te
Oudemirdum.
Ds. W. A. Vermeer, pred. der Ned. Herv.
Kerk te Appingedam.
Ds. J. Buikema, pred. der Geref. Kerk te
Musselkanaal.
Ds. C. J. Mulder, pred. der Herst-Evang.
Lufch. gem, te Amsterdam.
Ds. S. L. van Sfcin Callenfels, pred. der
Ncd. Herv. Kerk to Heerde.
Ds. H. ten Kate, em. pred. der Ned. Herv.
Kerk te Sliedrceht
Dr. N. H. Beversluis, pred. New Jersey,
N. Amerika.
Ds. Vjnke, em. pred. te Heemso.
Dr. C. A. Gohrols, zendel. der Geref.
Kerk te Wonosebo.
Ds. B. R. Boersma, pred. dor Ned. Herv.
Kerk to Weiword.
Ds. J: Wisse, Cz. em. pred. der Christ.
Geref. Kerk te Zierikzee.
Ds. K. W. Róssing, pred. der Doopsgez,
Gem. te Ouddorp.
Ds. P. S. Bakcls, em. pred. der Doopgea.
Gem. te Helder.
Ds. O. Schrieke, em. pred. der Ned. Herv»
Kerk te Enschedé.
Ds. H. van Selms, em. pred. der Ned. Herv,
Kerk te Kralingen.
Ds. C. Pekelharing, pred. der Ned. Henr.
Kerk te Peize.
Ds. F. W. Sluijter, pred. der Geref. Kerk".
te Maasland.
Ds. D. Felix, em. pred. der Geref. Kerk.
te Roden.
Ds. J. F. W. van Troostenburg de Bruyn.
cm. pred. der Ned. Herv. Kerk te Berkel
en Montfoort.
Ds. P. Heering, em.-pred. der Remonstr.
Gein. te Den Haag.
Ds. L. W. de Grient Dreux, em. prod, der
Ned. Herv. te Edam.
Ds. L. van der Velde, em. pred. der Geref.
Gem. te Rotterdom.
Leiden en omgeving.
Te Leiden en omgeving zijn o.a
overleden
A. J. Binendijk, Boekh. en uitgever te
Leiden
Prof. Mr. S. J. Fockema Andrea, oud-
hoogleeraar aan de Leidsche Universiteit,-
J. P. de la Rio, lid van den gemeente
raad te Leiden;
W. F. Hofkes, Comm. Ie kl. Bevolkings
bureau te Leiden:
Prof. Dr. .W. Koster Gzn., oud-hoog-
leoraar aan de Leidsche Universiteit;
M. v. Wijk. hoofd der Chr. school aan
de Heerensingel te Leiden;
Prof. Dr. Th. H. Mac Gillavrij, oud-
hooglcoraar aan de Leidsche Universiteit;
Dr. H. van Gelder, Hoogleeraar le Lei
den;
W. J. Suringar, hoofd der fa. Lezwijn
en Eigeman, te Leiden:
G. Mizcé. oud-seer. der Kiesver. „Ne
derland en Oranje";
Mr. G. Kruyff. tiideliik insp. der Di
recte belastingen te Leiden.
J. van Dam, ond-wethouder van Wou-
brugge;
H. van Beelen. voorz. Chr. werkl. ver-
ceniging te Katwijk aan Zee;
G. Boon, wethouder Oegstgeest;
Mr. v. Rissen, oud-notaris te Katwijk;
J. H. Verleur, hoofd der Chr. School te
Hillegom;
Barend Biesheuvel, oud-wethouder der
Gem. Haarlemmermeer;
C. Otterloo, te Alphen;
C. Moolenaar, oud-wethouder der gom-
Woubrugge;
De corruptie in China.
Sedert den val van de Mandsjoe-dynastie,
schrijft do Pekingsche correspondent van
de „Köln. Ztg.", heeft de corruptie zich
over geheel China cn in alle kringen ver
spreid. Niemand krijgt het nu meer in zijn
hoofd om over do corruptie van den
Mandsjoo te sproken, want wat zich bier
dagelijks afspeelt, is onbeschrijfelijk.
Het verval gaat hier snel en men doet
er goed aan do dingen hier sceptisch to
beschouwen. Het is hier niet meer zoo als
het enkele jaren geleden was. In Peking
vertrekken ministers eenvoudig zonder
afscheid te nemen, omdat, hun arbeid op
het departement onmogelijk is geworden, i
De minister van Oorlog is naar Tientsin
en wil niet terugkecren De chefs van
Financiën, Justitie en Marino zijn oven
eens van meening, dat hat. eeuwige gezeur
om geld hopeloos is en toch allo kassen
leeg blijven. Het meeste personeel, tot aan
do eenvoudige schrijvers en do koelies
voor het schoonhouden, zijn in maanden
niet betaald en protesteeren door optoch
ten.
Wat er aan geld bijeen te krijgen valt,
gaat naar de troepen om deze van relle
tjes en plunderen af te houden. Maar allo
hoogcrebeambten rijden inwondcrschoono
auto's, geven schitterende diners cn dcclen
kostbare geschenken uit.
Vanuit dit standpunt bezien hebben "do
Engelschc kooplieden van Oost-Azië vol
doende recht om critiek to oefenen, alleen
vergeten zij heelemaal, hoe deze onhoud
bare toestand is. Want de Engclsohman.
zal nooit toegeven, dat zijn Indisch-
Egyptisch systeem van ophitsing der ver
schillende groepen tegen elkaar, niet T/-t
volmaaksto ter wereld is, wel om le liecr-
schen en den goudstroom naar Engeland
te leiden.
De Engelsche politiek heeft China heel
ver gebracht; Japanners en Amerikanen
arbeiden op hun wijze met dezelfde mid
delen. Het eenige dezer drie volken, dat
weliswaar wat laat erkend heeft, dat dezo
methode onhoudbaar is, is het Japanspho.
De man, die dat vooral inzag, was de ver
moorde premier Hara, wiens dood een
zware schok is voor do mogelijkheden van
een Oost-Aziatisch vergelijk.
Gemengd Nieuws
Do malversaties te Gcndringcii.
Do afwikkeling van de finantiecle ope
ratics van den ex-burgemeester van Gen-
dringen is thans zoover gevorderd, dat,
dank zij het stellen van borgen, do ge
meente Donderdag weer in het bezit is ge
komen van de 45 aandeelen ad 1000 der
Geldcrsche Stoomtram. Het nadeel der Go
meent© bepaalt zich thans nog tot de
15000 van het lcvensmiddelenbedrijf en
do 1830 van do brandstoffenconnni-'si<\
die de Burgemeester ten eigen bate heeft
aangewend en voor welke bedragen zich
tot heden nog njemand borg heeft willen
stellen.
Dc „West-Hinder" spoorloos verdwenen..
Men meldt uit Ostende aan het „Uhl4,
van Antwerpen'::
Woensdag kwam do kapitein van de
mailboot, die uit Dover was aangekomen,
op het Loodwczen berichten, dat hij 't
vuurschip van den „West ninder" niet
meer had gezien.