Derde Blad. Zaterdag 31 December 1921 Oudejaars-gedachten Nog eenige uren, en dan is het voorbij, <Lt „oude" jaar. Dan is het. ingeschoven bij de jarenreek6en: achter ons, zooals bij het opruimen van een kast waar wij lade na lade dichtschuiven en eindelijk komen aan de laatste lade, en dan Och, dan dringt er een waarheid door, die tenslotte beslag legt op al de levensopenbaringen van on zen eindeloos werkenden geest: „Bereid uw huis want gij moet sterven." En dan komt het er slechts op aan of er werkelijk in de laden van ons leven veel opgeruimd is, en of er veel is weggedaan, wat niet pastto bij den ^wellicht glimmonden buiten kant, bij het fijn geschulpt beeldhouwwerk en de forsche paneelen van onze lcvons- 6chrijn.. Ook thans wordt er weer een lade dichtgeschoven. We weten niet of zij de laatste is, die wij probeerden op te mimen. Maar één ding kunnen wij wel weten: of we ons bost gedaan hebben klaar te komen. Of we er dingen ingelaten hebben, die er uit moesten, Of we te gemakzuchtig waren, om onontwarbare levenskluwens uiteen te winden. Of daartoe ons ontbrak geduld en liefde. Niet deze vragen zijn de laatste voorworpen, die ge op te ruimen hebt. Ik weet het, ge kunt ze wegwerpen, maar bedenk dan, dat in uw volgende lo- venslade gij ze weervindt. Misschien weet gij er geen antwoord op. Komt het soms hierdoor, dat uw Bijbel reeds lang i6 op geborgen, in een der onderste laden? Wel nu mijn vriend God heeft u de sleutel nog gelaten. Die neemt Hij u slechts af. als Hij oordeelt, dat uw taak geëindigd is. Misschien heeft uw velleden voel moois weggeworpen, of bedorven. En hebt ge Zijn Woord en Hem uit uw hart wegge daan. Welnu de sleutel is er nog. Want zij is uw g e w e t e n De sleutel, die weer ontsluit de laden der herinnering. En al nemen gedane zaken geen keer, uw laatste lade zal getuigen voor heel uw leven, wat ge geleerd, wat ge bewaard, wat ge uitge daan hebt. En wat u gebleven is. Onveranderlijk. Eeuwigheden verdurend. De liefde Gods, in Christus Jezus onzen F tere. Wat spreken we toch gemakkelijk over het. „oude" /aar. Nu. terwijl onze voelen de nieuwe tijdgrens nog niet overschre den hebben. Nc terwijl we nog adetac-n in het oude. Nu noemen we het tegenwoor dige ai veer cud. Getuigt dat ai«au van de, ci'usteloozen polsslag van ona loven? Van de drift, de gejaagdheid, de opgewonden heid van cn5. hart? O ja uw kalender zegt. da' te* thans 31 December is. En hij die arbeia1- cp het land heeft de klok niet noodig om tijd en uur te weten. En wie tuurt door telescoop en kiiker. hij re gistreert er teekent op den cirkelgang van den tiid. Maar ach dat is de tijd van de wijzerplaat. Die van Greenwich, of van de spoorklok. Dat is de tijd zooals zij voorgesteld wordt, vandaag in de geïl lustreerde bladen, waar de wijzer net staat op slag van twaalf. En men u meteen veel „heil en zegen" wensrht. Dat is de tijd, de Tegelmatige preciesheid, waarop ge naar uw werk gaat, en waarop nu de brieven besteller u zijn felicitatiekaartje weet af te geven Dat is alles nog mechanisch, en af te lezen van de zonnewijzer. Maar gij o mensch, zijt zelf een zonnewijzer. Eon zonnewijzer, waarop vallen moet het licht der eeuwigheid. Ge zingt immers van, hoe God6 vriendelijk aangezicht heeft vroo- lijkheid en licht? Ja. als de Zon des heils zijn stralenbundels uitwerpt dan eerst weet de mensch wat leven is. Niet het leven naar de klok Al draagt ge die ook met gouden band om uw pols. Neen het leven naar de eeuwigheid, waarin geen tijd meer -is omdat bii God duizend jaren, minder zijn dan ééne maan. En nu komt het er maar weer op aan. of uw ziel dat leven kent. Dan moogt ge uiterlijk de meest precies©, do meest nauwgezette, de meest ordelijke klokmensch zijn van uw gezin, als go maar over uw ziel voelt gaan de schaduw der eeuwigheid. Dat zijn uw zonden! Want alleen zonden verscherpen zich tot slagschaduw, als God er is orn ze u te ontdekken. Dat is de „eene zwarte plek" al gloort de zonneplaat zelf verder in uitbundige lichte z o nno-vr o olijkheid. Maar uw schaduw kruipt voort. Wordt grooter misschien. Want voor den Christus neemt bij het lengen van zijn levensdag, de zondekennis toe. Misschien ook het verdriet. Maar wat nood? Als de Zon zinkt in de wijde zee, dan is de schaduw ook iweg. Opgelost in de schemer der aanbrekende eeuwigheid. Ja, gedachten aan de eeuwigheid. Dat 16 de ernst van dein oudejaarsavond. En ook zijn weemoed. Want daarvoor zijn wij menscben van den tijd. Hangen wij aan den tijd, als met ijzeren haken. Kunnen we hem niet loslaten. Maar het oudejaar roept ons, dat wij eens zullen moeten loslaten. Is het dan wonder, dat de „oudejaarsavondwensch" eigenlijk op oudejaar bang is? Bang voor den afgrond, die gaapt aan zijn voet. en voor de diepe duisternissen van den on- heilspellenden dood? En daarom ziet ge op oudejaarsavond in de kerk wie ge er an ders niet ziet. Daarom kan voor velen, de oudejaarsavond-preek niet scherp genoeg een boete-preek zijn. Daarom moeten zij de geheime an£«vt. di° in hun ziel klauwt, weervinden in het kanselwoord. Want al hebben z ij ervan de ontkoming niot, zij i s er toch. Niet Gods Woord noen maar de dominee zegt- het. En als hij een man van zielkundig talent is, dan geeselt hij voor één avond (want nu mag het) de ziel wel weer eens wakker. Dan voel je tenminste, dat er toch nog iets aniens in de wereld is, dan salarisactie, positie verbetering en uitga&nsaaagjes. Nog iets anders dan een nieuw bontstel, of een pak naar de laatste mode. Dan voel je dat er „nog iets hoogers" is. Dat merk je anders nooit zoo. En daarom is men gul. En men gooit nu eens enfin, niemand Hoeft te weten wat, maar men gooit iets meer in het zakje dan anders. En als de dominee gezangen liet zingen, wij zouden er niets op tegon hebben, om eens met z'n allen te zingen van „uren. dagen, maanden, jaren". (Want het is een mooi vers, en een aandoenlijke wijs). Maar bepaald noodig is 't ook weer niot. Do preek was ernstig genoeg. We hebben gezien hoe slécht we zijn. We heb ben de monnikspij wel aan gehad. Helaas er zijn ook „paters goedle ven". Want als we thuis komen, dan is er nog hulst over van Kerstmie. En op tafel staat een versche kist sigaren. En bij de kachel staan de flessohen met goudgele punchsiroop al ontkurkt. En de ketel wa semt al. En het heeft dit jaar eens goed kunnon lijden. Er is wat meer verdiend, dus daarom nu een6 geen baklucht van oliebollen in je huis, neen, wo eten appel beignets, zoo thuis van den banketbak ker. En we maken er een gezelligcn avond van. Sjonge wat staat de krant al vel met Nieuwjaarsadvertenties. En we zoeken „de gekko" op en wo lachen er om, en we hebben veel schik. En voor wo t weren is het bij twaalven geworden. En dan komt het aandoenlijk moment dat eindelijk ieder zijn mond eens houdt. Iloor bui ten schieten ze al! Nog een paar minuten Dan slaat de klok, in, hetzelfde tempo van altijd, twaalf uur. Maar binnen worden er tranen afgewischt, en wenscht men elkaar een „zalig" nieuw-jaar. En stevige handen worden gedrukt. Omdat het „nieuw jaar" is. - En twaalf uur! Ja en buiten gaan de kroegen uit! Misschien welt er, dit lezend, in u op een stil protest: „neen; zoo is m ij n Oude jaar toch niet. Zeker ge kent. de weemoed bij het verglijden van het jaar,-maar zij is geen angst voor u. Geen doodsbericht. Geen noodlotebedreiging. Geen hellevrees. U w leven schommelt niet om de even- wichtsstand van uw sentimenten. Gij zijt niet zalig en gelukkig door de sentimenta liteit, de aandoelijkheid van Oudejaars avond. Daarvoor zijt ge u teveel bewust van Gods werkelijkheid a 11 ij d om u heen. lederen dag, bij ieder moment in uw bestaan, bij ieder verlangen, bij ieder con flict. God zelf trekt, lijnen in uw leven rechtlijnig, evenwijdig. Lijnen, die voor uw perspectief samenvloeien daar, waar gloort hot morgenrood der eeuwigheid Gij weet wel, dat uw vroomheid niet in do eerste plaats zoekt naar genieting en vreugd. Neen u is de strijd, de loute ring, de gisting, de branding. Daarom 6makt God het leven over u heen. Daarom doorvlamt u het geluk, ja zeker om straks schrijnender nog te voelen de prie men van de pijn, de felle smart. Gij kent de uren wel, dat gij 't niet uit kondet houden in uw huis. Dat ge het zo- mergeluk ingedronken held, toen ge bui ten waart, en de vrede van zacht getinten hemel, van de verre weiden van stil gra zend vee in uw ziel gebeefd heeft in zwij gend ontroeren. Toen zong het in u van veel blijdschap en licht. En er was vreug de, toen ge in uw 6tad nog zaagt het late rood verbleek en langs de intieme oude geveltjes, in de flikkerende ramen Toen wist ge, dat ge veel van uw God ontvan gen had. En ge wist niet, h o e ge danken moest. Misschien behoort zulk een avond nu tot- de schat van uw herinnering. Maar toch, al is nu wellicht op uw leven de schaduw gevallen ge zijt er niet m i s- moedig om, dat het alles nu zoo lang reeds voorbij is. Daarover klaagt alleen de gemoedsmensch, die nooit uitstijgt bo ven den stroom van zijn aandoeningen. Maar wel zijt ge weemoedig. En waarom nu? Omdat go gevoéld hebt, dat wij men- 6chen nooit verder komen in het ge luk dan tot aan de gave, en dat we nimmer den Gever zien. Of scherper nog: we zoeken God in wat wij ont vangen. En er moeten heel wat tranen geschreidzijn, willen de vensters onzer ziel schoongewasschen zijn, om „op God te lebten". En dat nu maakt uit: do wee moed van het geluk. Daarom schreien we tranen van gélulc. En daarom is uw Oude jaarsdroefheid deze: dat gij in alles to kort. schoot tegenover uw God. En toch? toch zegt ge dat Hij, de Getrouwe is? Ja, dat zegt ge, omdat gij ook do 6inart kent. Want. dan wordt uw ziel ont gonnen. Zet God er de spade in. Dan, als er malaise komt. Als ondanks uw schorpon blik uw levensschip strandt. Als het lek geslagen wordt En ge de noodvlag hijscht. Ah uw zaken goruineerd worden. Ge naar den kelder gaat. Als het blokken huis van uw zelf gebouwd geluk omver go- schopt wordt. Welia, gii vloekt dan het leven. Alleen, vloek uw God niet. Vloek de manier, waaroep G ij geleefd hebt: Laat dat de oorzaak zijn, waarom uw oude jaar zoo droef is. Niet omdat God u veel ontnam. Niot omdat in uw her innering nog maar niet weg wil. het beeld van den rouwwagen, die stil hield voor uw deur. Neen, hierom: omdat g ij zoo hard- leorsch ziit. Omdat ge tot het uiterste toe uw eigen weg gaat. Uw eigen zin door drijft. Teeen God vecht, al kost het uw gezondheid, de kracht van uw zenuwen, de rust van uw nacht. Maar als ge iets geloerd hebt dit jaar. laat hét. dan zijn, dat gij bij den laatston slag uw hoofd weet te buipen: niet mijn wil, maar U w wil, o Heere" En dan is het voor u niet van het hoogste belang, of uw vrienden en familie u zaligheid toewenschon. Neon: maar, of ge weet, dat Christus zelf u waarlijk oen nieuw-jaar schenkt. Of Hij ook aan u Zijn zaligheid verzekerd heeft. Zoo alleen zal geen oudejaars-angst u verontrusten. Zoo alleen kunt gij stil zijn, en ernstig, waar anderen zich van streek maken door hun aandoenlijkheid. Vooruit dan! Het nieuwe jaar in! „Vooruit door nacht en stormgedruisch. Den blik omhoog gericht. De Vader wacht in 't Vaderhuis, Zijn vensters zijn verlicht!" (Beets.) Tw. OUDEJAARSAVOND. Ik zoek een woord, o snelle Tijd, Waarmee Gij af te beelden zijt: Tijd is een handbrcod op doez' aard, Is een schip, in snollo vaart, Ï6 een ros met vurig- bloed, ,t Is een spool in al haar spoed; Grijpt, als de adelaar in do lucht; Steeds zijn prooi in snelle vlucht; Ia een pijl, die, van den boog, Spot zelfs met hot scherpziend oog; Is een damp, die ras vervliegt, Ia een dwarlwind, die bedriegt, Is oen bloem, dio haast verdort, Is oen regenboog, zoo kort; Is als 't licht, dat onverwacht Op een winterlandschap lacht;' Is gelijk een snelle stroom; Is oen schaduw, is oen droom; Is een nachtwaak, dio reeds 6terft', Als de dag het Oosten verft Is een naam in 't losse zand Van het altijd wiss'lend strandt Is oen kaars, die zich verteert; Is," als 't goud, doorreik begeerd;' Voert de menschen weg als 't kaf:'. Mensch, bereid u voor het Graf! (Uit het Engelsch.) J. OLDEBOOM. Necrologie 1921. Vorstelijke personen. De volgende vorstelijke personen zijn in het afgeloopen jaar overleden: Koning Nikit-a van Montenegro;; Ex-Keizerin van Duitschland; Koning Péter van Servië; Prins Louis van Bottenberg; Prinses Paulino von Met tern ich; ExKoning Willem II van Wurtenburg; Ex-Koning Leopold van Beieren. Buitenland. In het buitenland 2ijn in 1921 o.a. overleden: Dr. Th. von Bethmann Hollweg, oud- Rijkskanselier van Duitschland; Mgr. Rudolfo Caroli, aartsbisschop van Tyrus Luitn. Gon. Proost, Belgisch Cavalerio- generaal Dato, Minister-president van Spanjo; Talaat Pascha, oud-groofc vizier van Turkije; Kardinaal Gibbons, Engelsch geeste lijke; Duboit, oud-voorzitter van den Fran- schen Senaat; Emile Combes, oud-ministor van Frank rijk; William Crooks, Engelsch arbeiders leider; Irgund Berg, Min. van Binnenl. Za ken, Denemarken; Dr. Karl Trimborn, leider der Cen trum-partij in Duitschland; Lord Ray (baron van Mackay van Op- hemert) Erzberger, Duitsch staatsman; Dr. A. Wekerle, Hongaarsch staats man; Ferrer, oud-president Zwitsersche Bonds raad; Ph. Ch. Knox, Amerikaansche Senator; J. B. Dunlop, uitvinder van do lucht banden Dr. W. S. Bruce, Schotsch Poolreiziger; Takaösi Hara, Min. president van Ja pan; Dr. G. Busken Htict, litterator. Nederland. In ons land zijn o.a. overleden: B. W. A. E. Rover, notaris te Zwolle; Prof. N. C. Grotendorst, oud-hoogleer- aar K. M A.; Mr. C. A. Derx, Taadsheer Hoogge rechtshof Ned. Indië; J. Stoffol, oud-lid Tweede Kamer; J. T. Houwing, oud-hoogloeraar to Am sterdam Mr. G. W Baron van Imhoff, oud-vico- president Rechtbank to Amsterdam; Mr. W. H. Karsten, oud-raadsheor in den Hoogen Raad; Jhr. Mr. C. Th. van Doom, lid van do Tweedo Kamer; A. Fongers, Direct, van dc Fonger? rijwielf abrieken; Alphonse Diepenbroek componist; Jhr. Mr. K. A. godin de Beaufort, oud- Minister van Financiën; Mr. A. E. J. Nijsingh, oud-lid Eorste Kamor J. H. de Reus, consul-generaal to Shang hai; W. J. Blijdenstein, oud-fabrikant, oud- lid Staten van Ovorijssel; J. H. Faber, oud-Inspecteur Volksge zondheid; J. G. v. Kuykhof, arr. schoolopziener; Mr. A. J. Blom, oud-pres. Rechtbank te Tiel; Jhr. Mr. P. L. v. Meeuwen, Raadsheer in den Hoogen Raad; Prof. Dr. H. Bavinck, hoogleraar Vrije Universiteit; Mr. L. Baron Michiels van Kessenicli. oud-inspecteur L. O.; W. G. P. Helsdingen, lid der Twoede Kamer; Mr. W. S. J. v. Waterschoot van der Gracht, oud-lid Eerste Kamer; Mr. P. A. M. S. Meurs, archivaris te 'sGravenhage; J. Lips Bz., brandkastonfabrikant te Dordrecht; Mr. W. A. Engelbreoht, oud-lid van don Raad van Indië; Jhr. Dr. H. v. Weode, oud-gezant te Brussel; Mr. J. Rombach, oud- wethouder te Rot terdam. Mej. H. W. Spiering, bekend schrijfster; Mr. J. D. Peereboom Voller, oud-lid van het Hoog Gerechtshof; L. F. C. H. M. ridder van der Schuc- ren, lid der Prov. Staten van Gelderland; A. Nagt zaarn, lid van de Prov. Staten van. N.-Holland; Jhr. S. A. van Nispen, oud-lid van Ged. Staten van Gelderland; Jhr. Mr. Dr. J. N. de Sturler, buitenge woon gezant on gevolm. minister to Athene; E. W. Heijblom, oud-lid van het Centr. Comité van A.-R. Kiesvereenigingen Prof. Dr. A. Herringa, hoogleeraar aan do Landbouw Hoogeschool to Wagoning gen; Mr. A. J. Bik, bekend advocaat te Rot terdam A. Fiot, hortnlanus te Groningen; Dr. A. van Staveren, arts te Amster dam; Joh. Hoving, Hoofd ©ener Chr. School te Oostwold; Mej. C. S. Bierens de Haan, adj. Direc trice van „Tabitha Kumi", Zetten. G. F. v. Wijk, oud-Pres. van Soera- karta; P. C. Mondriaan, oud-hoofd Chr. School te Arnhem; L. G. J. Michiclsen, oud-lid van don Raad van Indië; Mr. J. W. H. M. v. Idsinga, oud-lid van do Twede Kamer; Jhr. Mr. O. de Maroes van Swinderen, oud-raadsheer in het gerechtshof te 's-Her- togenbosch; W. Kirchner, bekend uitgever te Am sterdam Dr. P. J. H. Cuvpers, architect te Roer mond; P. v. Vliet, oud-hoofd Chr. School to Axel Mr. E. E. v. Raalte, oud-minister van Justitie; Mr. A. P. Th. Eiissel, oud-president van den Hoogen Raad der Nederlanden; Gerritsen, administrateur dor Weesin richting te Neerbosch; J. W. C. Tellegcn, burgemeester van Amsterdam; J. Bouwman, burgemeester van Som- molsdijk en Middelharnis, lid der Prov. Staten van Z.-Holland; Ubbo Wilkens, burgem. van Voendam; Joh. van der Laan, oud-hoofd eener Chr. school te Gouda en arr. schoolopzie- nor; Mr. J. A. Loeff, oud-minister van Justi tie; A* P. L. Nelissen, oud-minister van Ju stitie; Gon. A. N. J. Fabius, gcp. Gen.-majoor oud-comm. der stolling Amsterdam; D. R. Mansvolt, bekend landbouwkun dige te Groningen; Prof. J. J. M. de Groot, hoogleeraar aan do Universiteit van Berlijn; Mr. P. C. 't. Hooft lid v. d. Eerste Ka mer, pres. v. h. Gerechtehof to Arnhem; D. Zwiep Jzn., hoofd der August Her man Franckeschool te Rotterdam; Prof. H. Kon, hoogleeraar a. d. Tech nische Hoogeschool; Prof. Dr. P. J. H. Baudet, hoogleeraar a. d. Technische Hoogeschool. In 1921 overleden predikanten. Ds. H. Stutvoet, em. pred. der Geref. Kerk te Drogeham. Ds. G. Hopma. prod, der Geref. Kerk te Helmond. Ds. A. Makkenze, em. pred. dor Geref. gemeente te Nieuw-Beijerland. Ds. A. Klein, pred. der Ned. Hcrv. Kerk te Zalk. Ds. M. Ouwendag, pred. der Geref. Kerken van Wierden en Rijssen. Ds. J. Boijenga, pred. dor Geref. Kerk te Meerkerk. Ds. A. Tibben. em. pred. te Haarlem. Ds. K. J. Meiners, pred. der Ned. Herv. Kerk te Amersfoort Ds. P. J. Zijlmans, pred. der Geref. Kerk to Hengelo. Ds. H. Buitenhuis, em. pred. der Geref. Kerk te Vreeswijk. Ds. W. van Roggen, em. pred. dor Nod. Herv. Kerk to Sloten. Ds. B. van Eijsselstein, pred. der Ned. Herv. Kerk te Nieuwe Pekela. Ds. E. Diemor, em. pred. der Geref. Kerk te Hollandscheveld. Ds. H. de Koning, pred. der Geref. Kerk te Mijdrecht. Ds. J. H. Tijl, em. pred. der Nod. Hcrv. Kerk te Oss. Ds. K. Kuiper, em. pred. der Geref. Kerk te Niekerk (N.-Am.) Ds. A. Renier, em. pred.der Ned. Herv. Kerk te Eemnes-Buiten. Ds. L. H. Duin, pred. der Geref. Kerk te Emmorcompascuum. Dr. F. D. J. Moorrees, onn pred. der Ncd. Herv. Kerk te Vianen. Ds. C I. v. d. Voet, em. pred. Geref. Kerk te Leimuiden. Ds. G. W. Hoesen, em. pred. der Ned. Herv. Kerk te Leeuwarden. Ds. J. Dijk, prod, der Ned. Herv. Kerk te Oppenhuizen. Ds. B. C. Blijd, inlandsch pred. der Broe- dergem. te Paramaribo. Ds. P. A. Vecnhuizen, em. pred. der Geref. Kerk te Almelo. Ds. M. J. Wynia, pred. der Geref. Kerk te Oudemirdum. Ds. W. A. Vermeer, pred. der Ned. Herv. Kerk te Appingedam. Ds. J. Buikema, pred. der Geref. Kerk te Musselkanaal. Ds. C. J. Mulder, pred. der Herst-Evang. Lufch. gem, te Amsterdam. Ds. S. L. van Sfcin Callenfels, pred. der Ncd. Herv. Kerk to Heerde. Ds. H. ten Kate, em. pred. der Ned. Herv. Kerk te Sliedrceht Dr. N. H. Beversluis, pred. New Jersey, N. Amerika. Ds. Vjnke, em. pred. te Heemso. Dr. C. A. Gohrols, zendel. der Geref. Kerk te Wonosebo. Ds. B. R. Boersma, pred. dor Ned. Herv. Kerk to Weiword. Ds. J: Wisse, Cz. em. pred. der Christ. Geref. Kerk te Zierikzee. Ds. K. W. Róssing, pred. der Doopsgez, Gem. te Ouddorp. Ds. P. S. Bakcls, em. pred. der Doopgea. Gem. te Helder. Ds. O. Schrieke, em. pred. der Ned. Herv» Kerk te Enschedé. Ds. H. van Selms, em. pred. der Ned. Herv, Kerk te Kralingen. Ds. C. Pekelharing, pred. der Ned. Henr. Kerk te Peize. Ds. F. W. Sluijter, pred. der Geref. Kerk". te Maasland. Ds. D. Felix, em. pred. der Geref. Kerk. te Roden. Ds. J. F. W. van Troostenburg de Bruyn. cm. pred. der Ned. Herv. Kerk te Berkel en Montfoort. Ds. P. Heering, em.-pred. der Remonstr. Gein. te Den Haag. Ds. L. W. de Grient Dreux, em. prod, der Ned. Herv. te Edam. Ds. L. van der Velde, em. pred. der Geref. Gem. te Rotterdom. Leiden en omgeving. Te Leiden en omgeving zijn o.a overleden A. J. Binendijk, Boekh. en uitgever te Leiden Prof. Mr. S. J. Fockema Andrea, oud- hoogleeraar aan de Leidsche Universiteit,- J. P. de la Rio, lid van den gemeente raad te Leiden; W. F. Hofkes, Comm. Ie kl. Bevolkings bureau te Leiden: Prof. Dr. .W. Koster Gzn., oud-hoog- leoraar aan de Leidsche Universiteit; M. v. Wijk. hoofd der Chr. school aan de Heerensingel te Leiden; Prof. Dr. Th. H. Mac Gillavrij, oud- hooglcoraar aan de Leidsche Universiteit; Dr. H. van Gelder, Hoogleeraar le Lei den; W. J. Suringar, hoofd der fa. Lezwijn en Eigeman, te Leiden: G. Mizcé. oud-seer. der Kiesver. „Ne derland en Oranje"; Mr. G. Kruyff. tiideliik insp. der Di recte belastingen te Leiden. J. van Dam, ond-wethouder van Wou- brugge; H. van Beelen. voorz. Chr. werkl. ver- ceniging te Katwijk aan Zee; G. Boon, wethouder Oegstgeest; Mr. v. Rissen, oud-notaris te Katwijk; J. H. Verleur, hoofd der Chr. School te Hillegom; Barend Biesheuvel, oud-wethouder der Gem. Haarlemmermeer; C. Otterloo, te Alphen; C. Moolenaar, oud-wethouder der gom- Woubrugge; De corruptie in China. Sedert den val van de Mandsjoe-dynastie, schrijft do Pekingsche correspondent van de „Köln. Ztg.", heeft de corruptie zich over geheel China cn in alle kringen ver spreid. Niemand krijgt het nu meer in zijn hoofd om over do corruptie van den Mandsjoo te sproken, want wat zich bier dagelijks afspeelt, is onbeschrijfelijk. Het verval gaat hier snel en men doet er goed aan do dingen hier sceptisch to beschouwen. Het is hier niet meer zoo als het enkele jaren geleden was. In Peking vertrekken ministers eenvoudig zonder afscheid te nemen, omdat, hun arbeid op het departement onmogelijk is geworden, i De minister van Oorlog is naar Tientsin en wil niet terugkecren De chefs van Financiën, Justitie en Marino zijn oven eens van meening, dat hat. eeuwige gezeur om geld hopeloos is en toch allo kassen leeg blijven. Het meeste personeel, tot aan do eenvoudige schrijvers en do koelies voor het schoonhouden, zijn in maanden niet betaald en protesteeren door optoch ten. Wat er aan geld bijeen te krijgen valt, gaat naar de troepen om deze van relle tjes en plunderen af te houden. Maar allo hoogcrebeambten rijden inwondcrschoono auto's, geven schitterende diners cn dcclen kostbare geschenken uit. Vanuit dit standpunt bezien hebben "do Engelschc kooplieden van Oost-Azië vol doende recht om critiek to oefenen, alleen vergeten zij heelemaal, hoe deze onhoud bare toestand is. Want de Engclsohman. zal nooit toegeven, dat zijn Indisch- Egyptisch systeem van ophitsing der ver schillende groepen tegen elkaar, niet T/-t volmaaksto ter wereld is, wel om le liecr- schen en den goudstroom naar Engeland te leiden. De Engelsche politiek heeft China heel ver gebracht; Japanners en Amerikanen arbeiden op hun wijze met dezelfde mid delen. Het eenige dezer drie volken, dat weliswaar wat laat erkend heeft, dat dezo methode onhoudbaar is, is het Japanspho. De man, die dat vooral inzag, was de ver moorde premier Hara, wiens dood een zware schok is voor do mogelijkheden van een Oost-Aziatisch vergelijk. Gemengd Nieuws Do malversaties te Gcndringcii. Do afwikkeling van de finantiecle ope ratics van den ex-burgemeester van Gen- dringen is thans zoover gevorderd, dat, dank zij het stellen van borgen, do ge meente Donderdag weer in het bezit is ge komen van de 45 aandeelen ad 1000 der Geldcrsche Stoomtram. Het nadeel der Go meent© bepaalt zich thans nog tot de 15000 van het lcvensmiddelenbedrijf en do 1830 van do brandstoffenconnni-'si<\ die de Burgemeester ten eigen bate heeft aangewend en voor welke bedragen zich tot heden nog njemand borg heeft willen stellen. Dc „West-Hinder" spoorloos verdwenen.. Men meldt uit Ostende aan het „Uhl4, van Antwerpen':: Woensdag kwam do kapitein van de mailboot, die uit Dover was aangekomen, op het Loodwczen berichten, dat hij 't vuurschip van den „West ninder" niet meer had gezien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 9