Gemeenteraad Rijnsburg Vergadering van Vrijdag 23 -December. t .Voorzitter burgemeester Bosschieter.- i 'Allo leden zijn aanwezig. Do V o o r z. opent de vorgadering op gebrui kelijke wijze en doet voorlezing van do notulen, der beide vorige vergaderingen, do ecrslo wor den goedgekeurd de laatste na een opmerking van den lieer v. d. Gugtcn eveneens. 1. Ingekomen zijn o.a.: Een schrijven van den Kerkeraad dor Nod. Horv.. Gemeente,- dio 500 als vergoeding voor bot gebruik der politiekamer voldoende vindt, en tenzij, de Baad op zijn besluit terugkomt van de overname afziet. Do directeur dor Sted. Gasfabriek te Leiden nioldt, dat inct ingang van 1 Jan. 1P22 de gas-; prijzen met f 0.02 per M3. zijn verlaagd. Do beer J. Ploey te Driebergen meldt niet op den aankoop van grond in to gaan. 2. Gedeputeerden verzoeken aangaande liet hier van den II. O. een redactiewijziging aan lo brengen, dio op'het te betalen bedrag ge::i ia- vloed beeft. Aldus wordt besloten. 3. Vaststelling Gem.-begrooting. O n t v an g s ten. Huur van huizen en andere gebouwen. De hoer v. d. G u g t e n wil den huishuur van den burgemeester verhoogen. Do Voorz. antwoordt, dat deze post later bij de post „jaarwedde burgemeester"- kan wor den behandeld. Opbrengst huren en pachten van landerijen. Op voorstel van den Voorz. wordt post op f 400 gebracht. Opcenten gebouwde cn ongebouwde eigendom men. B. en W. stellen voor dozen post to verdubbe len van 10 en 40 op 20 en 80 te brengen. Do heer v. d. Gugten. heeft bezwaar tegen dezo verkapte belasting, die ten slotte toch grootcndoels. den minderen man treft. De heer J. Sclioneveld is hiervoor niet bovrcesd. Het gaat niet om to zeggen „hat wordt toch verhaald". Watgebouwde eigendom men betreft is er de huurcommi6sie en wat de ongebouwde betreft, dat hangt grootendeels van de plaatselijke toestanden af. Spr. bevoelt dit voorstel van B. en W. ton zeerste aan. Het voorstel wordt in stemming gebracht en mot 8 logen 2 stommen aangenomen. Tegen ete:i> den do heoren v. Delft en v. d. Gugten. Do 'onvoorziene ontvangsten, pro memorio ge raamd, wil do heer v. d. Gugten op f 150 brengen, de heer J. Schone veld op f 5C0. net voorstel-Schonoveld wordt met 0 legen 5 «temmen verworpen; hot voorstel v. d. Gugten mot 10 tegen 2 stommen aangenonfen. De begrooting zal bedragen in ontvanglsen en uitgaven f 93554.83 on .f lOS. 118.0-1 "en zal dus een nadeelig s3ldo van f 14.5.63 rujm hebben. Do heer S. R o n e v 1 d kan zijn goedkeu ring niet aan de begroeting geven. De ondervinding heoft gele.erd, ^lat de God. Stalen zich de vrijmoedigheid veroorloven do be grooting te wijzigen om de tractemcnlen te ver-!,, hoogen. 1 Spr. stelt voor de uitgaven te horzien. Tot zijn. grote blijdschap heeft spr. bemerkt dat Gedepu teerden niet al lijd een. juist standpunt innemen. Alleen posten, die volgens de Wot niet oi> de begrooting komen mogen Gedeputeerden wiji zigen. En dit maakt hiér een bedrag van f 2500 'iit. Spr. verzoekt deh Voorz. het desbetreffende .Wetsartikel voor te lezen. Dc Voorz. leest art. 212 der Gemeentewet voor. De heer Schoneveld vestigt er do aan? dacht op, dat niet bij de Wet voorga schreven posten alleen gewijzigd mogou worden. Spr. stelt voor bij Hare Majesteit tegen deze onwettige handelwijze in hooger beroep te gaan, hij vindt dit verschuldigd aan het eenmaal ingenomen standpunt. Spr. stelt ten slotte voor de begrooting aan to houden. Do heer J. Schoneveld vindt dat er oeni- ge moed toe behoort de posten te beknibbelen; B. en W. zijn naar hun oordeel zoo zuinig mo gelijk geweest. Maar hoe 6taan B. en W. nu tegenover Gcdeputeordcn? Spr. had een protest verwacht. Spr. voelt voor het idee van zijn naamgenoot ©ra alle niec bij de Wet voorgeschreven posten te schrappen, maar dan loopt do heele gemeen tezaak in 't honderd. Het oene is wel even gevaarlijk als 't andore, want anders doen Gedeputeerden het, maar de achterstand ie zoo verschrikkelijk, dat spr. do gevolgen vreest. Het voorstel-Schoneveld tot protesteeren wordt in stemming gebracht en met algemeeno atemmen aangenomen eveneens dat tot aanhou ding der begrooting. 1'sbêÉ L? 4. Regeling belastingverordeningen. Vooreerst de schoolgeldregeling. T Weth. v. It ere on atolt voor de klassenver- decling door te voeren tot en met inkomens van f 12000. Do heer v. d. Gugten vindt, dat de vers hoogingen wat moor geleidelijk moeten zijn, zoos als b.v. in Voorschoten ofschoon hij het tarief «eer schapelijk vindt en doet in dien geest oen voorstel. De heer J. Schoneveld merkt op, dat het woord „openbaar" bij de regeling voor het Vervolgonderwijs vervallen moet. Aldus wordt besloten. Na ©enige discussie wordt de oorspronkelijke verordening (zondor aanvulling-v. Hereon) mot algemeeno stemmen aangenomen, waardoor het toorstel-v. <L Gugten vervalt. Doze aanvulling wordt met 6 tegen 3 stemmen aangenomen. De verordening op de invordering wordt voor? gelezen. De heer S. Schoneveld vindt het ver keerd, cfat deze verordening, niet als do oerste, rondgezonden. Verder maakt spr. bezwaar tegen de zinsnede, waarin wordt gezegd, dat het •choolbcstuur, als het dit wcnscht, do school gelden kan innen. Spr. toont aan, dat, volgens de L'. O.vwefc, Het schoolbestuur het recht tot innen heeft, en des? ge wcnscht dit aan de gemeente kan overlaton. De heer J. Sc kon e veld onderschrijft het gezegde. Spr. merkt tevens op, dat dit artikol als no. 1 op de verordening hoort voor te komen. De verordening wordt vervolgens vastgesteld. Verordening op do heffing en invordoing van ëen H. O. worden voorgelezen. De Hoer S. Sc Ho nevoid vindt, dat deze verordening niet zoo klukbeloosvcg kan vastge steld worden. Spr. wil deze vergadering wegens het verge vorderd uur schorsen en later voortzetten, ter wijl in de tusschenporiode do verordeningen zul len worden rondgezonden. Aldus wordt besloten. Dinsdag a.s. to zeven uur zal do vergadering wodeh voortgezet. Do heer S. Schoneveld wcnscht liet go- voelen van den raad te vernemen omtrent'" zijn indertijd gedaan voorstel inzake hot onderhoud der gaslantaarns. De Voorz. doet voorlezing van een brief van den' directeur der Sted. Gasfabriek te Lei den, waarin dezo sterk aanraadt dit onderhoud, evenals do gom. Koudekerk, aan do gasfabri.'k op te dragen. Do heer S. Schoneveld hecht aan dit schrijven niet zoer veel waarde. Spr. wil do in woners van Rijnsburg niet passcoren, terwijl er zeer veel te bezuinigen valt, door een particu liere regeling. De heer v. d. Gugten botuigt zijn instem ming met hot gesprokene. Besloten wordt dezo quaes tie op de voortge zette -vergadering te behandelen. - Do heer K. Zandbergen hcc-ft vernomen dat oen muziekuitvoering Maandagavond zal wor den gegeven met comedicspel en vindt zulks op tweeden Kerstdag niet geweneeht. Besloten alsvoren. De vergadering wordt nu geschorst tot Dins dagavond a.s. KERSTFEEST EN KERSTBOOM. Ondanks de nauwkeurigste berekenin gen cn grondigste cn uitvoerigste onder zoekingen is het niet, gelukt, het jaar en den dag vast te stellen, waarop de Ilcere Jezus is' geboren. De Heilige Schrift deelt ons slechts met zekrheid mede, dat het in uen nacht plaats had. Velerlei onderstellingen zijn gemaakt, omtrent maand en dag van geboorte. Zoo zijn datums in Januari, April, Mei en De cember genoemd. Dat 25 December de ge boortedatum zou zijn, berust op niets an ders dan op een oude overlevering. Verschillende verklaringen worden ge geven voor de keuze van dezen datum. In December vierde de heidensche we reld haar Saturnaliën, die herinnerden aan 't geluk dor gouden eeuw, en gedurende welke voor ecnigen tijd het verschil van stand in do maatschappij opgeheven was Een onzer kerkelijke geschiedschrijvers merkt op, dat de Christenen dc eerste eeuwen wellicht eenigc overeenkomst za gen tusschen dit heidensch feest en do gouden eeuw die door Christus' geboorte aangevangen was. Door Christus toch wer den aL Zijn kinderen vrijgemaakt van de zonde, om in Hom broeders en zusters, kinderen van ééncn Vader te zijn. JuliusCaesar stelde den 25en Decem ber vast als den datuni; waarop 't féést van den korsten dgg, dat" is ook.de geboortedag van de onoverwinnelijke zon, gevierd werd Het schijnt, dat dit heidensche feest zich niet gemakkelijk liet uitroeien. Paus Leo de Groóte klaagde er althans over, daf er in zijn tijd 5e eeuw „voortdurend ge vonden werden, die den 25en December niet zoozeer in eerö hielden omdat Jezus geboren, als wel omdat de zon geboren werd." De gèwone manier van die dagen werd nu ook hier gevolgd; dc Kerk gaf aan 't heidensch feest een Christelijke betecke- nis. Deze verzoenings accomodate- theorie werd o.a. aanbevolen doorpaus Gregorius I, die in 601 aanbeval, de heiden sche gebruiken te veranderen in eén of ander Christelijk feest, want „ruwe ge- moedoren kan men niet ineens van alles berooven". Tal van gebruiken, vroeger of ook nu nog, op ons Kerstfeest in gebruik, wijzen op dat oude heidensche zonnefeest. O.a. het branden van het kerstblok, hel, berei den van den zwijnskop, het eten van het kerstgebak offerkoeken en inzonder heid het versieren van den kerstboom. Sommigen zoqken den oorsprong van don kerstboom in het Paradijs of op Golgotha. Dit is evenwel niet juist. Onze Germaansche voorouders vierden den terugkeer of geboorte der zon na den koristen dag als een luisterrijk feest. In „middomvinter" vierde men het Joelfeest, aan Wodan gewijd. De altoos groene den- ncboom, zinnebeeld van den straks wcer- keerenden zomer, werd door de vroolijke schaar ter eere van den Zonnegod rondge dragen en in den bcsneeuwden grond voor do deuren gezet. Aan Wodan werden dan vaak vergulde appelen cn noten gebracht, vruchten, die ook nu nog dikwijls den kerstboom versieren. Het gebruik van den kerstboom vindt zijn oorsprong in den ouden boom-cultusi Boomvereering Het woud met zijn reuzenstammen boe zemde reeds vroeg den mensch eerbied in, bepaalde hem bij zijn nietigheid. Het rui- sclien van den wind in donkeren herst- naeht dwong tot ontzag; het geheimzin nig leven, telkeas weer opbloeiend en de dorre twijgen bekleedend met nieuw groen, liet niet na indruk te maken. De boomvereering is dan ook al zeer oud. Een oude Egyptische tcekeniug, 'drie cn dertig eeuwen oud, laat ons reeds een heiligen boom zien, woonstede van de godin Noet, die brood en water uitdeelt. De Duitsche taalgeleerde Kluge spreekt van een oud gebruik to Calcutta in Britsch Indië. Een Italiaansch edelman Bartoman be zocht daar ter stede een tempel, bij wel ken een vijver was, waaromheen boomon geplant waren, die jaarlijks, omstreeks 25 December geïllumineerd verlicht werden. Sommigen meenen hieruit te mo gen concludocren, dat onze kerstboom het overblijfsel is van eén Boeddhistisch ge bruik, uit 't verre Oosten naar onze Wos- te rschë wereld overgebracht. Dit is echter niet juist. 't Vaderland van onzen kerstboom is do Elzas. De oudste beschrijving van een kerstboom, versierd mot snuisterij en lek kernij, maar nog zonder lichtjes, dag-tee kent van lOOi en is uit Straatsburg afkom stig. Minder uitvoerige berichten spreken reeds in 1521 van kerslboomcn. In 1737 wordt voor 't eerst, gewag ge maakt van verlichting van den kerst boom. Eu wel in Saksen. Natuurlijk bleef ook bestrijding niet uit Een geestelijke uit Straatsburg noemt het „een goddeloos kinderspel, een nes- terij, waarmee men den Kersttijd door brengt inplaats van Gods Woord te over denken". Niettemin heeft vooral sinds het mid den der vorige eeuw de kerstboom zich burgerrecht weten te verschaffen. KERSTNACHT. Vredig lag de sneeuw op het aardrijk weer. Een wollen deken gelijk, zoo lag de sneeuw op den grond. Een eenzame wandelaar aanschouwde dit tafereel en hij kon zich nog wel eens die oude Kerstliederen, zooals hij ze op Zondagschool geloerd had, „Stille Nacht", „Vrede op aarde" herinneren. Maar thans was het in zijn hart geen vrede. Hij liep met boozo gedachten rond, hij, die herinne ringen had aan het ouderlijk tehuis, zoo als het dan daar wös dien avond voor Kerstdag in zijn kleine dorpje. Dan wachtte men tot de klok 12 uur sloeg en dan ruischto het „Stille Nacht, Heilige Nacht" door het huisje in dat lieve dorpje. Maar thans kende hij geen vrede, het was voor hem geen Stille Nacht. Zijn oog bleef op het groot© kasteel ge richt. Daar zonden do praetijken van de duis ternis voltrokken worden. En dan zou hij rijk worden, geëerd, omdat hij geld had. Hij wachtte nog eenige oogenblikken. Zijn horloge wees half twaalf. Toch was het onrustig in hem. Wilde hij in een vredigen nacht versto ring brengen, den nacht dat de meeste menschen do Christusgeboorte herdachten? Hij leunde tegen een boomstam. Langzaam dreunde do klok twaalf uur. „Stille Nacht", zei hij luid. „Heilige Nacht", klonk een stem achter hem. Zijn knieën knikten. Wie was dat? En terwijl hij zich omdraaide, aan schouwde hij het gelaat van den ouden pre dikant. „Gedenkt gij ook dien nacht nog?" vroeg hij aan hem, den inbreker. De maan wierp .haar stralen op het sneeuwlandschap. „Vrede op aarde", als juichte daarboven een stem. „Eens", antwoordde hij. En hij stortte zijn hart voor den ouden man uit: „Het is voor mij geen vrede op aarde". „Kent gij dap dien vrede niet?" vroeg de predikant. Hier wgs een groot werk-te ,doen, ew kon hij eenheerlijke taak ver- vullep* „Ga mede naar huis", zeide hij, „en wij zullen daar do, Qhrrstusgeboorte vie ren". Des inbrekers hoofd schudde van neen, nijdig noen. Hij, die het werk der duisternis werkt, voor dien is het immers geen vrede op aarde?" „Werken der duisternis, op Kerstnacht?" vroeg de oude man. „Ik kan niet met U meegaan. Eens was er een tijd, dat ik thuis hot Kerstfeest her dacht, bij mijn vader en moeder, die al lang geleden gestorven zijn. Waarom zal ik Kerstfeest vieren?" „Ga mede", zei do predikant, „ik weet dat gij geen hiiis hebt, maar mijn huis staat open, voor iedereen, dus ook voor U, kom ga mede en wij zullen samen het Kerstfeest vieren". En werktuiglijk volgde hij den ouden, man. De inbreker vertelde alle? van zijn vroe ger leven en wat hij dezen avond van plan geweest was om te doen. Het hoofd van den ouden predikant was naar boven gericht en hij bad om ver geving voor dien zondaar. Eindelijk bereikten heiden do pastorie. Het licht brandde nog. De smeekbede rees tot Hem, die Zijn lieven Zoon gezonden had op aarde, tot verlossing van zondaren. En Gód verhoor de dat gebed! De verloren zoon keerde te rug. En de engelen Gods zongen: „Eere zij God in de hoogsto hemelen, en vrede op aarde; in de menschen een welbehagen!" Voor de Jeugd. DE STER IN HET OOSTEN. Den volgenden avond ging Karei weer tiaar den kleinen zieke. Op de trap stond do vrouw, die hem mededeelde, dat Jan stervende was. In den rug gesteund door vodden cn lappen zat Jan overeind op de matras. Anna zat naast hem op den grond en las hem iels voor uit zijn klein boekje. Karei wilde bij dc deur blijven staan, doeli Jan had hem reeds opgemerkt. Md! was zijn stem, toen hij zei: „Dag meneer", en meteen zijn heide handjes naar Karei uitstak. „Dag Jan, hoe gaat 't er mee?" en hij knielde bij hem néér, terwijl hij dc koude handjes in de zijne drukte. „O, ik ben zoo gelukkig meneer. Anna zegt dat de ster er nou is, maar ik kan n et meer opstaan orii te zien". „Daar staat ze meneer", zei Anna cn wees naar buiten. „Daar aan den hoek van de straat lussclien dc huizen". Karei ging naar 't raam en keek door de beslagen ruiten, do straat over, naar de lucht in de verte. Tussc-hen twee hoog omhoog rijzende huizen, glinsterde een ster, groot en helder, zooals die. te zien is bij vriezend weer. Do cnkole sterren wa ren flauw zichtbaar, 'in vergelijking met deze. „O, 'k zou zoo graag de ster willen zien", zuchtte Jan. „Ik zal je opnemen, Jan", zei Karei en het kind in een sjaal wikkelende mam hij hem mee naar het raam. ..Nóu kan ik de ster zien". Zijn stem klonk zacht, dooh van blijdschap trillend. „Wal schittert ze! en ze ziet op ons neer! Slaat zo heel ver van t huis af me neer?"' „Wolk huis Jan?" „Waar Jezus is, het kleine kind in de kribbe., 't Is daar geboren, zooals Anna daar net las. Denkt u, dat "t erg ver zou zijn?" „O ja, héél ver". ,,'k Weet wel, dat ik niet gaan kan, om dat ik zoo moe ben, maar zou het lo ver zijn voor Anna?" „Zeker Jan, veel te ver hoor. 't Is \éél verder dan je we! denkt". „Dat spijt me", zuchtte Jan en terwijl hij legen Karei aanviel, sloot hij zijn oogen. Plots deed Jan zijn oogen wijd open; hij vouwde de handjes en stamelde zacht voor zich uit: „Lieve Heere Jezus, ik zon zoo graag bij U willen komen en U zien, maar het is zoo ver en ik ben nou zoo moe. Och. wil do Engelen sturen cm me bij U te brengen, want o, ik ben zoo erg moe Zijn ademhaling werd moeilijker. ..Zing van dc Engelen Anna", fluisterde hij. maar Anna schreide en kón niet. „Kunt u zingen, meneer?" vroeg Jan, terwijl hij Karei niet zijn oogen vriende lijk aanzag! Het was jaren geleden, dat Karei hel lied van den Kerstdag gezongen had; doch hij kende het. nog en helder klonk zijn stem: „Eere zij God..." Even wachtte hij, toen hij zag, dat Jan dc oogen weer sloot-. Maar, terwijl hij zweeg, lichtte de ster vende jongen zijn oogen weer op. „Ga nu verder", smeekte hij en toen sloot hij ze weer. En Karei zong verder cn plechtig klonk zij.i slem door hel Sombere vertrek. Hij zong, zooals hij vroeger hij zijn meester gezongen had .en Jan klemde zijn hand vaster om hem heen. Toen het-„Eere zij God in dc hoogste hemelen" geëindigd was, vroeg Jan weer om een liod. En Karei zong: „God in den hemel liceft verhoord". God in den hemel had reeds verhoord. Schreiend stond Karei op en legde het levenlooze lichaam op dc s'roomalras. Toen ging hij heen. Dat lievelingslied zij ner moeder, hetwelk haar beeld hem weer voor de oogen bracht, had hem ge roerd. Dat geloof van dat gestorven kind bracht hom weer terug tot hel Kind in de kribbe, da*l gekomen was, ook om zijn zonden te vergeven. Dc woorden, die hij langen tijd niet begrepen had. begreep hij nu: „Ziet ik verkondig u gr onto blijdschap die al den volken wezen zal, namelijk, dat u lieden geboren K de Zaligmaker, welke is Christus, dc Heere, in de stad Davids". „Möcdcr'j zuchtte- hij zacht, „gij hadi gelijk". Dat stervende kind, dat vol blijdschap naar Jezus ging, had hem teruggebracht tot den Heiland. Dat arme meisje was door God g?/ou den, om Karei weer te brengen - lot de kribbe van Bethlehem, waarin Gods lie ven Zoon lag. Karei knielde op zijn kamer neer en dankte God ervoor, dat bij Ilem Weer gevonden had. 1 Ons Babbelhoekje. Leidon, 24 Dec. '21 Morgen hopen we met al dc Christenen over do geheel o wereld Kerstfeest te we ren! Als we zelf onzen geboortedag ge denken, komen we elkaar f elicit peren, dat beteekênt „gelukwenschen". Hoeveel te meer zullen we elkaar dan gelukwens.-hen op den geboortedag van onzen lieven Lei- land. Als jullio of ik er eens nooit geweest waren, dus nooit geboren waren,' zon de wereld or anders uitzien? Zouden Je men schen dan veel ongelukkiger zijn dan nu? Zeker niet.. Maar als Jezus nooit geboren was, dan zou de wereld er wel andere uit zien, dan zouden de menschen wel véél, /oer veel ongelukkiger zijn dan nu, want dan zou do duivel hier ongestoord den bias kunnen spelen cn allo? eu allen zouden hem alleen gehoorzaam zijn. Wij zouden niet veel van onze ouders houden, en en- ze ouders niet van ons, we zouden onze broertjes en zusjes allemaal baten en onze vriendjes en vriendinnetjes altijd plagen en slaan. Niemand zou God liefhebben. Maar omdat Jezus kwam en dc kracht van den duivel brak, hoeft Hij ons willen leeren Hom en elkaar lief lo hebben. Daar om hebben we zulk een groot©- roden om Hem te danken en feest te vieren op Kerstmis. En ai? we dan geschenken krij gen op Zondagsschool of van onze ouders, dan is dat eigenlijk alleen om ons op heel gebrekkige wijze af t© beelden het groole geschenk dat God ons gaf in do geboorte van Zijn Zoon. Ook ik had graag de geschenken, die de Directie van de „N.L.Crt." mij gaf voor mijn neefjes en nichtjes met Kerstmis uit gedeeld. Ik heb het echter deze week zoo druk, dat ik niet uit kon zoeken. Daarom moeten jullie nog maar een weekje geduld hebben. Den volgenden Zaterdag, dus op Oudejaarsavond hoop ik du6 bekend te maken, wie de prijsjes gewonnen heeft. Intuesehen wensch ik jullie allemaal oen recht gezegend Kerstfeest en een prettige vacant ie. De beantwoording van de briefjes moet ditmaal wat kort zijn, want ik heb weinig tijd deze week. Daarom heb ik de kinderen, die alleen het antwoord op de raadsels ga ven en er niets bijschreven ook alléén maar genoemd en er ook niets bij geschreven, terwijl de anderen een kort woordje 'er bij kregen. Leiden: „DikTrom". Van jou vraag be grijp ik niet.?, ik heb alle brieven beant woord, dio ik ontvangen heb. „Clivia". Van jou heb ik nu twee brieven tegelijk, omdat je de vorige wouk te laat was. In 't vervolg bof.'er oppassen, donk er omf „Eva". Lijdt, jij altijd zooveel aan hoofd pijn, of was het- maar voor era enkele keer? „Viooltje on Haraiw". Dc eeivie wordt, bedankt voor het raadselr.jo. de tweede was ditmaal nief zoo gelukkig als anders. „Eekhoorntje". Ik heb je werke lijk zitten beklagen. Kiespijn, is dc naarste pijn die ik ken. 't Zal nu hoop ik wei boter zijn. Verder ontving ik nog briefjes met op- lossingen van: Tijl Uilenspiegel"— Va- J der's jongste Moeder's oudste Appel- steelt je Kippie de Kluizenaar N. H. en Antoni, allen uit Leiden. Lis se: Knipmesje Kleine Trompet- ter Elfje. Jullie hebt een goeden vader, *v' die je zoo goed helpt als je niet. schrijven kunt. Ik hoop dat de hand van Elfje weer spoedig beter mag zijn. Ook bedankt voor 'f je raadseltjes. „Overwaaier". Al ben jij nu van den winter overgewaaid naar L:=se, j mag je toch wel met on? meedoen. Best. „Johan de Wit". Bedankt voor je inzen- j ding. Je neefje is welkom in onzen hock. Abbenos: „Vlasvink". Dat spreek- woord hebben we al een paar maal ge- v bruikt. Ik kan het dus niet nog eens op-y geven. f Wassenaar: „Vergeef-me-nietje". Dat trof ook bijzonder, dat. de dominee juist dezen tekst oplas! Koudekerk: M. G. Zeker mag jij dan nog meedoen. Je doet maar mee zoo lang als je zelf wilt. Voorschoten: „Drietal". Ja. ja, dat komt er van, al? je te laat bent. nu liggen er twee brieven tegelijk. Ik ben blij, dat jo me nu geleerd hebt, wat- „af- gezouten" beleckende bij jullie in Gronin gen. Ik ben blij dat ik dan maar in Lei- 1 den woon, on men hier zoo iets niet ge- wend is, want ik krijg nog graag wat i met. St. Nicola as. Woubruggc: S. en C. W. Natuur lijk neem ik liet jullie om zulk een reden volstrekt niet kwalijk, dat je wat laat was. Als Grootvader nog looft zeg hem dan dat Oom Willem hoopt dat hij eon rustig sterf- J* bed mag hebben met het oog op dien Hei- land, Dio op Kerstfeest- ook voor hem ge- boren is. Leiderdorp. „Rozetje." Ik zou je i werk wel eons willen zien als het af was. Maar dat. gaat slecht. Sas'senheim: „Iris en Tulp". Ook 1 van jullie kréég ik een goode oplossing. Ten slotte nog eon ougetcokend briefje, j van wie was dat? Oplossingen van 17 December 1921. a. Geduld overwint alles. Onderdeelcn: geel, ver, dour, leeuw* doos, linde, dag, Teun. b. Kain, Elimelcch. Rehabcam, Ehud. Naü- man, Hainan, Asaf. Potifar, Petrus, Uria, Cham. De beginletters samen: Kerenhapocrh. i Van de kleineren; a. Het woordje: „fout". 9 v b. Einde (ein—de.) c. Arend ren.rJ Nu de raadsels. Prijsraadsel. Ditmaal wat groot omdat het (och vacan- tie is. r Is een tekst uit den Bijbel en bestaat uit. 85 letters. 4, 48, 81, 3, 7, 11 is een der Richters van Israël. 1, 21, 36, 79, 39 is een der steden van Juda. t 45. G7, 37, 2 is een vcrzamolplaats van Israël. f 31, 14, 8, 22, 75, ,26, 71 i6 de vader van 1 Laban. 40, 6, 33, 16, 68 is een knecht des Heeren. Die 27, 2, 63 - 69, 19, 17. 36. 60, 61. 59 heeft niet veel goeds te wachten. 13, 30. 25, 18, 42 zoo lang 57. 82. 32 dag. is. f 62, 12, 56. 29 is 47, 51, 74 vrouw uifc den Bijbel. 58, 77, 62, 84 wordt niet altijd aan God toegekend en toch moest het wel zoo zi in. V 78, 41, 52, 54, 55, 55, 58. 71, 65; 18 f vindt men allo dingen niet. 46, 44 is een persoonlijk voornaamwoord 72, 53, 73, 64, 76, 38, 36 zegt men tegen 'J iemand die vertrekt. 49, 10, 66, 34, 11 vindt men bij dc ri- 'f vier. Naar 83, 23, 50, 24, 74 wordt -soms veel verlangt. Een 15, 35, 85 gebruikte men op d.-n dorsi-hvloer. 5, 70. 9. 28, 20 is ccn vrucht. 43, 80, 8 werd door God gegeven. U Ingez. door „Elfje." Letterraadsel. 7 Welk spreekwoord leest ge hier? s. s. t. t. k t. o. o. a e. w. u. b- h L Ingez. door M. G. Voor de kloinoren Wat staat, hier? - Beiden - wie - beiden j vindt iete loert male Ingez. door Dik Trom. A •i b. Een stad in Overijsel. '?+- n m N.-lTolland Z.-Holland. N.-Brabant. Gelderland. f Utrecht. Prieeland. Drente. r- Limburg. De boginlol tere vormen 6amen do hoofd rad van Nederland. Ingez. door „Viooltje." i Veroveraar, verwinnaar, - - *-<. Gehoorzaamd, gevreesd, J J Ben 'k volken en vorsten s j. £r Ten geeeel geweest. s j jA 'k Liet rijken verwoesten, Doch, vroeselijk© straf; 4 In heete gewesten Vond ik mijn graf. Ingez. door N. v. Vele groeten en goed sueeee. Jo liefh. Oom WILLEM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 7